BIJBLAD VAN HAARLEMS DAGBLAD E)I MILL!OENEN 24e Jaargang MAANDAG 29 APRIL 1907 No. 7312 DE ZATERDAGAVOND HAARLEM'S DAGBLAD KOST f 1.20 PER 8 iAANDEN SF 10 CENT PER WEEK, ADMINISTRATIE GROOTE HOUTSTRAAT 55. DRUKKERIJ ZUIDER BUITENSPAARNE 6, IN HAARLEM'S DAGBLAD ZIJN ADVERTENTIËN DOELTREFFEND. ONZE ANNONCES WORDEN OPGEMERKT. ubriek voor Vrouwen ©omtouinie-juilkiein. Sluiers. Gekle e d e toiletten. Mode kleuren. Waren onze laatste aridikelieu) aan kleereu der bruid en die van den uidsstoet gewijld', zoo willen we ans eene bespreking bonden over de iletiten der kleine bruiden, die in de Meimaand baar eerste communie ipen te doen; en van baar d'ie haar diiem blijden to'cöit zullen vergezel- rot oneen spijit moeiten we getuigen, i de oomm uniejurk en dit jaar niet eer bet kenmerk van reinen eenvoud 'agen, dat als bet ware alle commu- aniten gelijk deed schijnen; ook bier eft „de mode" ingegrepen, zoodat (toiletjes een belangrijke verande- ng ondergingen. Vroeger werd gar- Bering in den voalm van kant. brode- es, frousel®, incrustaties enz. verme- zooidat :bet toilet geenszins de ndaciht der draagsters kon afleiden; comimuniiegurk was wollen mous- line met een wit zijden ceintuur en ii kleine bialspasse afgewerkt. De tijden zijn ec'hrter ook te dier op- ïte veranderd! De communte-jur- bebben den aanblik van gelijlkvor- jigtieiJd verloren, alsmede dien van imitie/ven eenvoud. [Zij volgen miin of meer de nouivéau- [S van het seizoen, in navolging van toiletten der volwassen bruiden, 'ij hebben gemeend onzen lezeres- geen ondienst te doen door hier lige modellen te bespreken, die als veauté kunnen wonden aange- lerkt. Het .mousseline de laine is nog ds het uitverkoren weefsel voor de munie-jurk, hoe lichter en goepe- bet is, des te meer voldoet aan de stelde eisöben. ■e rokken van communie-j urken be doren even den grond te raken en -fndom met fijne plooitjes aan. den ind te wonden genaaid. Men kan ze volgt garneei'en: jVan onderen een broeden zoom, jiboven drie niet te smalle lingerie loien, vervolgens een entre-deux kant of Engelscih borduursel, larboven drie plooitje®, wederom entre-ideux en nogmaals drie tjes. De entre-deux moeten onge- van breedte zijn, het smalste bo- ;aan. lierbij behoort een lijfje, dat in den gaat; en in de lengte geplooid Dt. ©en baispasse van mousseline sode wordt rondom afgewerkt met entre-deux ais op den rok, die iin voonmiiidden doorloopt; uit het en- leux komt een fijne plïssé van die zoowel de baispasse ais het ir midden omlijst. Een zeer breed® duur van mousseline of doffe zij- wordt om d e taille geknoopt en Igt van achteren in twee lussen en ge einde af. De lange weinig ruime L-w is met een kanten mouwboord jewerkt. sn ander modiel is alg volgt uitge- ird: Onder aan den rok zijn elf l>in- eplooien ingestitót, daarboven on eer 5 c,M. glad en dan een groep ion van vijf. Hierbij een ruim (je met, een fijn geplooid vierkant :jie, diaf met een entre-deux is «werkt; verder een bretelle-garni- ■"fur uit stof en entre-deux bestaande, it een weinig over de ballon van de duw hangt en mede in de ceintuur lat en als het ware een soort van FEUILLETON - (Naar biet Duitscb van Balduin Möllhaugen). 43) Een paar stappen was zij wegga an, toen uit de duistternifi een man dook, in een wijden regenjas en et een zo ogen aam den Zuidwester i het hoofd terwijl hij een stevigen lots in de hand had. Nog even bleef staan luisteren, toen liep hij in teeno ver gestelde richting naar een L &k, waar men door een soort van (j uggetje gemakkelijk het water kon (reiken. Bij zijn komst stond Jodocus Quaist Slechts een paaT woorden fluis- rde hij hem in het otfr, waarop deze I ch langs den oever een eindje room afwaarts liet zakken, waar zij eer een schuilplaats kond/en vinden een inham van den oever. j|Daar, waar hij zeker was doornre- and bemerkt te worden, stak hij een nk papier in brand, om biet dade- ik weer uit te do oven. •fichu vormt. De ondermouw wordt evenals het inzetje met fijne lingerie- plooien gegarneerd en even boven den elleboog met een entre-deux afgewerkt De ceintuur knoopt men in het aChier- miidden. "Kransjes van witte rozen en een sluier van witte tulle voltooien het tollet. 'De sluiers belhooren even lang als ide rokkbn te zijn en de meisjes ails in een wolk te hullen. De moeders der communianlten kunnen in gekleed vi site-toilet de plechtigheid bijwonen, id. w. z. een tailleur-ciostuuim van lidhtikleurig laken met galons, taffe tas of karitincrustaities gegarneerd. Onder hiidhf kleurig laken verstaan we een gamma van kleuren in beige, imastie en champagne, rose, froi'se, se rine en bondleamx-rood, verder licht Miauw en corinitlhe, réséda, amandel- groen, alle fijne pastelkleuren en op- [bo opende tinten ón paars, pa-une, lilas enz. De keuze in kleuren is geëvenre- döigd aan de zeer uitgebreide keuze in modellen, die de hedendaagscihe mo de ons brengt. Bij het gehleede tailleur-toilet be hoort een hoed diie rijk met bloemen en voeren gegarneerd is, zooals de mo lde van den dag die voorsah rijft, De eigenlijke bloemenhoeden, (dat zijn toque® geheel uit bloemen saamge stel d) kunnen niet in aanmerking ko men'voor gskleede visite-toiletter, ze (belhoOren meer spéciaal bij fantaisde- toiletten. MARIE "VAN AMSTEL. DejiHefirK. Het Haarlemscih Jiaarboekje geeft twee naaischolen op: l'O'. de St. Riosa-veneeniging, voor R.K. imieisijes van 1217 jaar uit den arbei denden stand, die ook een cursus 'houdt voor dienstboden boven 18 jaar, in het. maken en verstellen van eigen Moederen. Secretaresse is Mej. A. A. v. d. Berg, Gr. Markt 15rood, en 2o. de Ghrdstelijke Naaischool, die ten doel heeft aan .meisjes van 11 jaar en daarboven onderricht te geven in naaien, verstellen, mazen en stoppen, onder Ghristelijke leiding. Schoolgeld 10 ct. per week. Secretaresse is Mej. 'S. M. Hoekstein, Kleine Houtweg 14. REDACTIE. Natuurhistorische Wandelingen IN EN OM HAARLEM. CLXI. Men klaagt tegenwoordig steen en been, dat het haast onmogelijk is, planten te zoeken. Gewoonlijk denkt (men daar niet verder bij na, anders (zou men inzien, dat men eerder reden tot dankbaarheid', dan tot ontevreden heid moest hebben. Men gaat daarbij gewoonlijk uit v,an de zeer verkeerde grondstelling, dat alles maar geplukt en afgebroken, ja, ik zou zelfs durven beweren, vernield mag worden. En de eigenaar, die daarvan iets durft zeg gen,.-. enz. Waarom niet liever ridder lijk even hier of daar, waar zich veel (moois bevindt, verlof gevraagd? 't Is mij dan nog bijna nooit voorgekomen, of het verzoek werd ingewilligd en als men daarvan gebruik maakt en volop geniet, geen enkel spoor van vernie ling achterlaat, al gaat men ook met goed gevulde bus vandaar, dan be hoeft men niet bang te zijn, om een tweeden keer nog eens weer aan te Aufdermauer, want hij was het en niemand andeirs, ging nu zoo gemak kelijk moge! ijk in zijn schuilplaats zitten om des te beter te kunnen luis teren. Een tijd lang hoorde 'hij niets, dat aan de nabijheid van menscLelij ke wezens deed denken. Zoodra echter het zachte geluld van zagen tot hem doordrong, scheen hlet hem moeite te kosten een uitbarsting van triomf en leedvermaak 'te onder drukken. Dte zaag had baar werk gedaan. De deur bood .geen weerstand meer, ter wijl het slot bl.'ecf zitten. Zondefr tijd te verliezen, traden de bondgenoot en binnen maar eerst nadat zij de deur achter zich dichtgetrokken hadden, draaiden zij het. meegebrachte gloei- lantaarntje op. Als waren zij hier volkomen thuis, liepen ziij direct op het ijzeren kastje toe. „Schlusserjup" haalde een ring met zes of zeven sleu tels te voorschijn, waarvan hij die een na de ander met de grootste be hoedzaamheid probeerde, en hij be gon al aan de goede gevolgen te twij felen toen het hem eindelijk bij den zesden of zevenden sleutel gelukte het kastje open te maken. Onderzoekend vlogen zijn 1 likken over de kleine 'en groote vakken heen. In oen van de laatste stond het ijzeren kistje. Naar Kellv's beschrij ving te oordieollen moest dit stellig het kloppen. Zoo ging het me onlangs, itoen ik verlof had gevraagd en beko men om eens een uurtje te mogen toe ven op de bouwterreinen van Bosch en Vaart. Door de variatie van grond is 'het daar voor den liefhebber een waar Eden, boomen. en struiken en lage kruidachtige planten groeien daar volop; veenplanlen, zandplanten, zelfs 'tal van waterplanten treft men er aan. 'En wat nog meer is, tal van gekweek te planten, diie thans zoo goed als ver wilderd zijn. Vernieling; nu, 't is meer dan schan de. Tal van struiken en heesters geven dat duidelijk te zien; talrijke kuilen in den grond, afgestoken graszoden, enz. werpen een blik op, wat Mer al is en wordt weggehaald. Geen wonder dan ook, dat er een sterke draadversper ring werd aangebracht, waarschu- wiitngshorden 'werden opgericht, niets ihiieip; de draadversperring hier en daar to'taal verniMd, de palen, waar op dte namen der straten, stukgesne den, omvergehaald1, gebroken, de boel vertrapt, enz. 't Is mieer dan erg. Maar gaan we (luier de verbroken versperring door. Tail van struiken, 'sommige reeds half tot boomen op gegroeid1, hebben die (knoppen reeds ontplooid. it Zijn de eschdoorn en de esoh, die Ihiier zoo dicht bij elkaar staan, de eerste miet groene, de laatste met zwarte knoppen. De eerste reeds in vollen bloei, de laatste, wel reeds in 't blad, maar nog niilet in Moei; een •nauwkeurig toezien doet ons eChter spo'edig de trossen opmerken, dfie reeds greater zijin dan wfe dachten. D'aarniaast idle els met zijin reedis in omvang toenemende propjes, en de wilg, de groengrijze kleur der katjes doet ons zien, dat het de vrouwelijke zijn. Aan den voet, wat een speenkruid en toeterlof, en hiiier en diaar een toe komstige berenklauw, ofschoon ik er aam twijfel of vele planten het tot bloei zullen brengen. Zoo waarlijk begint in dtezen maften bodem ook het iza'ad dter esdhd'oomen reeds te kie men. Hier en diaar een wilg met wdl- geroosj'es, een ontluikende vlder, die aiog niet zoo heel ver heen is, al zeigt Biet volkspraatje ook, dat die in den Kerstnacht reeds begint. Wat heer lijk groen staan daar die mooie vo gelkersen, dte trosjes verlengen zich, nog wat zonnestralen en een nieuw aantrekiklingspumt voor de vernielers. Aam de overzijde der sloot dotterbloe men in overvloed in dat mooie wei land. Doch zoeken we de straat weer wiat op. Zoo af en toe komt hier op idiit open terrein nog de een of andere groente te voorschijn, nu echter zien we nog niets, wiel heiele pollen brand netels, mooie distels met hun sierlijke (Miadrazetten, en. paarse en, witte doo- venefels reeds volop en dan honds draf niet mindter. Langs het draad, wat 'n her diers taschjes, reeds met tal (van vruchtjtes beizelt iem daarmede ge heel hef type vertoornend der cruoi- feren. Ook die familie vertoont al tal wan (hare leden: herderstascbjevroe- geling, ruige en. gewone veldkers, de laatste gewoonlijk pinksterbloem ge- heeften, en zoo waar reeds de eerste blp'emien van het l'oo'k zonder look. 'Een eigenaardige naaimi, diie zich ge makkelijk laat verklarenDe gewre ven bladeren ruiken maar look, uien; look zij wiefen dus de opgenomen pro ducten om te zetten tot die sterkrie- kistje zijn, en hij had het juist te voorschijn gehaald, toen de elpen- heenheks verschrikt uitriep -- Zij komt! Qeen oogenhlik te Ver liezen Nog een laatste blik wierp „Schlos- serjup" op den overigen inhoud van het kistje, toen ging de lantaarn uit en het, volgend oogenblik slopen de beide bondgenoot en terug. Even Voorzichtig slopen zij naar de boot, waarin de elpenbeenheks al had plaats genomen en het kistje in ont vangst nam. Zondter verder een woord te verliezen, legden zij de rie men tusscheiï de met lappen omwon den pennen en voorzichtig afstoot end, lieten zij zich stroomafwaarts drij ven. Slechts zoo nu en dan gebruikte zij even de nemen om in het midden van de rivier te komen. Zoo gleden ze dicht langs den in ham, van waar uit Aufdermauer het op een schaduw gelijkende vaartuig nakeek met een .gewaarwording als had hij in het triómfgehnil van een inboorling d|er Zuidzee-eilanden kun nen losbreken. Zoo langzaam als de boot voort ging onderscheidden de vluchtelin gen eerst, nog het, stalhonden van een rijtuig, dat dadelijk weer wegreed en even later drong de hleftig opgewon den sterft van de bootsvrouw tot hen door. keridie stof, diie anders bijna alleen bij den grooten groep der uien voorkomt: ui, prei, sjalot, bieslook, knoflook, diasH'ook, enz. En toch behoort deze pjlianlt bofaniiisdh niet tot die uien, vandaar die 'bijK'oegiing .zonder loiok". •Ook de paard'estaarten, d. w. z. de sporen voortbrengende stengels van den akkerpaande®taart staan hier bij Ihoopjes Het driietial morellen hier langs dat greppeltje doen ons in ge- (d'adliten de. schutting terugzien, diie- idiit gedeelte zeker eens afsloot, ook izij bloeien bijna. Steken we thans even den weg over. Wat 'n russcSien, Mezen, waarvan te 'Gtoefmuidten en eld'ers een heele indus- itrie tot stand is gebracöit. Deze ech ter schijnen het hier wat erg armoe dig te hebben. Een van voire lokkend wiif, blijkt dichter bij gekomen te be staan uit die uitgebloeide hoofdjes van het klein hoefblad,. Nog wat wiarm te en daar gaan de kleine vruchtjes de lucht in. Verspreiding dus genoeg; d'e plant heeft die echter niet noodiig, het •i«s als wioctelomkruld (wortelstok), al bijna nii'et uit te roeien. Een paar vergeet-mij-<nieten, en tal van andere pleintjes: laronsfeelk, de prachtig blauw bloeiende maagdepalm, hou- dieai ons nog even op. Van de dieren wereld zijn de slakken wiel hei sterkst vertegenwoordigd. J. STTJRING. VRAGENBUS. Aan den Heer v. d. L. te H. Een der volgende keeren hoop ik wat uitgéfo-edidter over Linnaeus te kunnen schrijven. Voorloopig zij venneld.dat Linnaeus in 1707 te Roshult in Zuid- Zweden geboren werd, aan de hooge- sóhool te Harderwijk promoveerde in 1735 tot doctor in de geneeskunde, daarna in Leiden en Amsterdam ver toefde en langen tijd huisvesting en vriendschap genoot van Mr. G. Clif ford, op diens buiten, de Hartekamp. Hij overleed in 1778. Over zijn groote verdiensten later meer. A a n m e v r. v. D. te H. Zieke iof kwijnende planten nog mest te ge ven, zou zeer verkeerd zijn, ook over vloed van water is verkeerd. Het beste is verpotten, waarbij de rottende dee- len moeten worden weggesneden. Men geeft dan eerder een kleiner dan een grooter pot. Den Heer K. te O. U vraagt me om eens de aandadht te vestigen op mooie plekjes, hier en daar in den omtrek. Graag doe ik dat zoo a.f en toe eens, maar verroek dan tevens aan alle liefhebbers die te helpen behou den. Hoe ze ontstaan? Wilde planted zijn. over 't algemeen, door bestuiving, door beschutting, door verspreiding er op ingericht om zich zoo sterk mo gelijk te vermenigvuldigen. Blijven nu enkele planten eenige jaren onaan geroerd staan, dan veroveren ze al licht groote plekken en 't is dan waar lijk somis een aardig gezicht, helpt de Omgeving een weinig mede, dan ont staan door diezelfde wilde planten plekje®, die. gedurende korter of lan ger tijld het natuurschoon verhoogen: Helmbloem, anemonen, enz. hier en daar in den Hout; paarse doovenetel ion hondsdraf langs dijken of wogen; iet maar een® op als ,ge met den trein naar Amsterdam rijdt, of naar Spaarn dam wandelt; dotterbloem aan de Lie- Zij konden niet hooren, wat er ge zegd werdmaar wel ontdekten zij een lichtschijn door het venster van de kajuit, en weldra ook door de an dere vensters. De ontsteltenis van de bootsvrouw en van Monika was groot, toen zij de opengebroken huisdeur en kast za gen en zij werd nog grooter, toen ook de oude Quast vermist werd, maar dadelijk verminderde zij, toen Aufdermauer in zijn oude zeemans- kleeding te voorschijn kwam. Zijn verklaringen voldeden haar maar luttel en zij was juist van plan den thuiskomendien Quast luide verant woording te vragen over het gebeur de, toen Aufdermauer haar ernstig waarschuwde, de buurt niet in oo- schudding te brengen. De boot m'et de drie inbrekers was op dit oogenblik reeds lang in het midden van de rivier en nu ging het met volle tkrachten stroomafwaarts. Als bewijs van hun gevoel van vei ligheid gingen zij nu al stootend ten plassend verder. Zoo diende het als wegwijzer voor een zich dicht langs den oever voortbewegende en mlet zes roeiers bemande kielboot, die steeds op gelijke hoogte bleef m et hlet bootje idler vluchtelingen. Eerst toen het laatste dieper in de stad doorge drongen was en in e(en korten hoog naar den oever stuurde, bleef de kiel-1 de, pinksterbloemen in de weiden, enz. A an me j. v. C. te H. De door u bedoelden kever is beslist' de groote geelgerande watertor, een roover van dte ergste soort, zoowel Ln den larve als in den volwassen toestand. Ik zou u niet. aanraden, idlait dier in een aqua rium te doen. Neen, liever de pikzwar te of spinnende, veel meer een goede Aan mej. v. O. te H. De naam v.an dten bedioel dien boom zal ik u spo e dig mededeelen. De bloemen met. dat roode blad en diie gele spiralen is een lantburi'uan, die gele spiraal is de bloe'kolf miet de' bloemen er op, en dat roode blad, de niet pepeithuisvoi- mige opgerolde bloeischeede. Ge ver moedt thans ook reeds de familie, n.l. die der Aronskelken. De meest alge meen voorkomende is afkomstig uit Zuid-Amerika, de kweekers 'hebben echter ook andere ingevoerd en tal van kruisingen tot stand gebracht, /waarbij het roode blad grooter, soms ook sieolijik gevlekt is. Een heele groep wordt ook als giierbladplanten aangekweekt. Als gij den calla. palus- trés kent, zult ge veel overeenkomst zien. (Niet caltiha palustris, dat is dte gewone Dotterbloem). J. STURING Te Laat Door FRANZ WICHMANN. Weer een blik op bet horloge. De dokter en de secondant van mr Handler zi'en elkaar aan. Onbegrijpelijk. De schreden van den adfvocaat op het gras, dat reeds een bruine tint aanneemt, worden voortdurend haas- tig|eir, Zenuwachtiger. Ook hem ?s dat wachten pijnlijk. En nog onaan genamer zijn voor hem de opmerkin gen, waaruit het ongeduld der beide- anderen spreekt. Hij wil ze niet hoo ren. Met de handen op den rag, in schijnbaar onverschillige houding, gaat hij naar het eind van de open plek in het hout. Daar in het uitge strekte bosch 'hangt nog de nev< Maar boven de boomtoppen trilt een steeds helderder wordend licht, dat de opkomst der zon aankondigt. Kandler staat aandachtig luiste rend in de plechtige stilte van den morgen. Allerlei geheimzinnige ge luiden, geruisch. zacht geknetter kan hij soms hooren, maar niet het gera tel van een rijtuig. Onbegrijpelijk, mompelt ook hij. Bijna -een half uur over den vast gestelden tijd. Zóólang op een beslis sing over dood en leven te moeten wachten is een onverdraaglijke mar teling. Dunne zilveren draden zweven door de telkens doorzichtiger worden de lucht en leggen zich zonder ge- druisch op zijn kleeren. De advocaat glimlacht bitter. Hij denkt aan het geen hem en Rudolf Burger vandaag naar deze plek voert. Een wreed woord van La Rochefoucauld schiet hem te binnen De meeste vriendjen maken, dat men een hekel krijgt aan de vr'end- schap. Moesten ze daarom twintig jaar vrienden zijn geweest om eerst thans deze bittere ervaring op te doen Thans, nu d'e naderende 'herfst reeds zijn koelen adem op 'hun levensdroom wil wei-pen, thans nog die verderflij- ke gloed van den nazomer. Had hij Rudolf nooit met Dina Freimut in boot achter, om eerst weer voort te gaan, nadat de vervolgden ondier een brug, die de beide oevers van een 'kanaal verbond, verdwenen waren. Vóór de monding van het kanaal hielden de vervolgers stil. Zij hoor den hoe de vluchtelingen dn plaats van te roeden, nu hun riemen als af- stoothaken gebruikten, toen er van de brug af een steen naast hun vaar tuig in het. water plofte. ..Muls"! riep Halliger, die den geheimzinnigen tocht, leidde, met ge- dlempte stem. - Hierluidde het niet minder voorzichtig gegeven antwoord. De boot legde naast een kleine trap aa.n, op welks onderste trede Blochner reeds stond te wachten. - Is het gelukt? vroeg Halliger. met zijn eigenaardige kalmte aan den vroegeren tuchthuisboef herin nerde. - 't Kon niet beter, klonk het te rug. 't. Heeft mij d|e laatste paar da gen moeite genoeg gekost, toegang te krijgen. - Zonder argwaan te' wekken - De eerste, de beste verdenking zou mij zeker niet veel goeds gebracht hebben. Waar hebben zij toevlucht ge zocht? Tn het „Blauwe Anker". Kan ik mij daarop Verlaten Ver kennis gebracht, hun vriendschap zou tot aan het einde huns levens be staam zijn gebleven. Maar haar heer lijke oogen konden slechts voor één schitteren. Het drakenzaad der ja- teterscLheid is opgeschoten en heeft hun het pistool in de hand gedrukt. Een onbedacht, onivergeef!ijk woord in het bijzijn van getuigen en men kan niet meer terug. Ze zijn be:den reserve-officieren en voor den fabri kant bleef er niets anders over dan de zaak vow den raad van eer te brengen. Deze vindt het. duel beslist noodzakelijk en neemt genoegen met de krasse voorwaarden kogels wis selen, tot een der partijen niet meer kan. Eon smartelijke gedachte komt plotseling bij den wachtende op. Zal Dinia., alls hij valt, zijn moordenaar haten of beminnen Wie vermag een schoone vrouw in de zorgvuldig ge dekte kaaTton te zien Als hij eens in stilto vertrok. Dit Lelijke half gtefluiisterdie woord, hetwelk hij achter zich) hoort-, doet hem zich plotseling omwenden. Hij weet niet, of de dokter of Paul het heeft gesproken. Maar zijin grijze oogen vlammen van eerlijke verontwaardiging, als bij zo naar helde heeren keert. Mijn tegenstander is een man van eer. Hij komt stellig. Maar het is reedjs half acht, waagt dokter Heider op te merken. Dan zal liem een ongeluk over komen zijn. Alster gaat luisterend een eindje op zij. Stil, ik geloof Gelukkig, eindelijk Mr. Handler haalt verruimd adem. Duidelijk hoort "men hot rollen van een licht rij tuig over den met mos be dekten bodem van het bosch. Bet volgende oogenblik betreden Kudolf Burger en zijn secondant de open plek in bet ihout. Verbaa<sd ziet Kandler naar zijn vroegeren vriend. Zijn verstandig, openhartig gelaat, dat door een vollen zwarten haard omringd is, door de gemoedsbeweging lichtrood gekleurd, I iri de bruine oogen weerspiegelt zich een wanne, vochtige glans. Hij ziet er niet uit, als iemand, die in het, strijdperk treedt, maar als een geluk kig droomende. Do heenen gelieven het mij niet kwalijk te nemen. Burger's stem trilt een weinig. Ik had nog een afscheid te ne men. Men kan immers niet weten. Ik werd langer opgehouden dan ik wil de Paul Aster maakte een buiging. 't T,s goed, alles is in orde. Kandler begrijpt er niets van. Zijn tegenpartij, die als altijd slechts voor vier weken van het land was geko men, had immers geen intiemer vriend in de hoofdstad. Wat. voor een. afscheid kan hij bedoelen Maar er i® geen tijd om daarover verder na te denken. Een gouden gloed kleurt den ooste- lijken hemel, als de duellanten hun plaatsen innemen. Trillende lichtstra len vallen tusschen de boomen door, raken vluchtig het grastapijt en dan sen om het bleeko lila der tijdroozm, die de herfst in het groene tapijt heeft geborduurd. Het voorstel tot verzoening wordt dooi' beide partijen van de luand ge wezen. De secondanten geven het toeken. Alls het commando weerklinkt, beft Burger, dio nog altijd als droo- mend voor zich neer heeft gestaard, plotseling het pistool op. Hij heeft immers het eerste schot. Drommels, dat is ernst. Met een schel gefluit silst het heete metaal diicht aan Handler's oor langs. Nu maakt ook hij zich gereed. De gestrekt opgeheven aim trilt niet, het pistool ligt in de rechterhand', alsof het er in vost is gegoten. Maar ter wijl hij het op de borst van zijne te-' geet niet als je mij verkeerd inlicht is alles verkeken - Hel) ik tot nu toe wantrouwen verdiend - Vooruit dan maar. Voordat het een uur later is, hen ilc daar. Blochner snelde de trap weer op len ging vlug heen. Halliger wisselde eenige woorden met zijn gezelschap: toen ging hij, gevolgd door twee helpers, nok de trap op. De achterbl ij Vonden gingen op zijn bevel het. kanaal in en cte riemen voorzichtig gebruikend, gingen zij langzaam tegen den stroom op. Hij zelf en zijn assistenten gingen langs den koristen weg naaT het af gelegen straatje, waarin Edstein en de olpenbeenheks woonden. Dicht, hij zijn huis gebruikten zij een hoek als schuilplaats en daar behoefden zij niet lang te wachten of er kwamen twee voetgangers, waarvoor d,'p deur van Edstein's woning geopend werd, 'toen weer zachtjes gesloten en nu hieerschtc er wijd en zijd volslagen trust en stilte. Zijn eenen assistent op dragend, dadelijk naar de „Drie Ro zen" te s-aan en daar iederen bin nenkomende nauwkeurig op te ne men, ging Halliger met dien andere zoo snel hij kon langs een omweg naar het kanaal terug. (Wordt vervolgd).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1907 | | pagina 13