RUBRIEK VOOR ONZE JEUGD. Raadsels Raadseloplossingen WedsfrijdiozendiDgen De eerste Prijs Brievenbus (Dseae raadsels zijn alle inge- isonden door jongens en (■aeisjes die „Voor Onze Jeugd" lezen. De namen van de kinderen, die mij vóór Donderdagmorgen oplossim gen zenden, wiorden in het volgend nummer bekend ge maakt). 1. (Ingezonden 'door Margretha We®- seltang): Mijin geheel bestaat uit acht letters en komt voor in een sprookjesboek. 1 2 6 ijg een huisdier. 3 4 6 is een viscih. 6 2 1 vindt men aan een boom. 3 4 7 8 woont o>p het land. 1 2 8 is een voertuig. 3 4 G 7 8 eet mien op het brood. 6 5 8 1 woont in Turkije. 2 (Ingezonden door Jaootoa Smiit). Welk gewicht mloet een mensdh heb ben om niet te vollen? 3 (Ingezonden dloor Martina Bruijn) Wie lean van twiee steden een dorp makén? 4. (Ingezonden door Jiansje Vermeer): Vervang in het onderstaande d!e stippen door letters a O O O s Van A maar B is een gebouw wiaar kinderen eiken dag heengaan. Van B naar C. geschiedt in A naar B Van A naar C. volgt op B naar C. 5. (Ingezonden dloor Marlet je von Zoek uit ondersrtiaanden zin een. be graven stad: Ik viel over een emimer, ik schaafde mijn been. 6 (Ingezonden door Guus Wiaiage): 6 7 8 10 is een vervoermiddel 3 5 7 2 is een miedlsjiesnaam. ri 5 7 8 9 is een jongensnaam. 1 8 9 10 is een klein vaartuig. 4 5 is een muzieknoot. 7 (Ingezonden door Marie Perry): -a Mijin eerste is de plant waarvan lin- stien geanaakt wordt. Mijn tweede is een vogel. Mijn geheel is ©en bijizonder soort (van mijn tweede. 8. ('Ingeizantdien door Helena Franken) Wat heeft noch deur, noch venster, en gaat nochtans open en toe? 9. (Ingezonden door Gretiha Kuiper) Voeg tusschen onders'ta'ande ldin- kers op zoodanige wijize de medekiin- cers Ih diat een bekend spreekwoord mitst aat. ooeoeeiaeeei. 10 (Ingezonden door Tip Top) Mijn geheel is een stad in Noiord- le^olland en bestaat uit 9 letters. 2 13 4 vindt men op het schip. 1 8 6 iis een riviertje in Zuid-Bolland 3 4 5 6 vindt ge aan den hemel, 9 8 1 3 i>s een rivier. 7 8 is een meisjesnaam. De oplossingen van do raadsels der Jorige week zijln: 1. Dipjpil. 2. West Kapelle. 3. Jo broer HANS WEERT zich dap- er. 4. Met domino- of dobbel steenen. m e 1 k e z e 1 1 e n a k i a P 6. Handschoen. 7. Do personen zijn Grootvader, Va der en Zoon. 8. Barend, arend. 9. Hellevoetsiuis. 10. E'en maand, want een kwartaal is drie maanden. Goede oplossingen ontving ik deze wieek van: Betjo van Halst, 9 QPIauüme Sarlet, 10 Hutoentus Bank, 9 Hendrik van dier Kaa, 7 'Hein Sipk.es, 9 Jlolhian Wiamnnis, 9 Annie Brons, 9 Lena Bo®, Arie Nhorloos, 9 Marietjie von Satoer, 9 Gijistoertug Seutoring, 7 Willem Bac, 10 Hedenia Franken, 9 Martina Bouytn, 9 Betsy en Trijntjie Frölioh, 9 QVHargi-ertiha Wiesseling, 6 Jiamsje Venmieer, 9 Marie Perry, 9 Willem en Comelis v. d'. Deyl, 8 NleÉlié van der Iiinde, 6 Gato die Boer, 7 Maria Hoefman, 10 Joh. Sdh., 6 Adrdiaan van de Ven, 9 Ainhiie on M'arie van Zutfen, 9 Louis van die Vien 7 Johan Itjieshorst. 8 Raadseloplossingen van de vorige wieek ontving ilk nog van: Biet en Annie van Geelen, 8 iBetje van Halst, 10 Martina Bruyn, 8 Wailllem Bac, 9 Hendrik van der Kaa, 8 Johan Buisé, 7 Annie Prins, 1 ■Hendrik Brake!, 9 Cor.riie van Zadel 8 Jansjie ViermieeT, 9 Heranan de Lagh, 8 Wedisltrijüiuzeniddngen ontving ik nog van: Willem Postma: Jansje Vermeer. Johan Busé. Juaotoius Vermeren. Annr'ie Prins. Jian Gieyllvoet. Genard Stap. Martina Bruyn. Gornedd/s v. d. Dteyü. Goil>a van Dam. Hendrik Smits. Bernard Brouwes. IM/argrekba Wesselitog. Dirk Boeré. Geertruida van den Bosch. Hendrik v. d. Kaa. Wilhelmina Mczenga. Arie Noorloos. Cornelia van Zadel. Jlan Schotman. Theodora van Dam. Piet van der Poel. Wi'llem Koutstaal. Hendrika de Wijs. Altoertus Scherpenihuyizeu. Elilzabeth van der Poel. Willem v. d. Dey'l BEKROOND VERHAALTJE VAN JO DAEMEN. „Z;eg, Bet, weet je al dlat Fini ze allemaal heeft?" vroeg Mies toen ze inert haar vriendinnetje uilt sdhooi kwiam, „ze heeft ime 't beele lijlsfje la ten zien, want ze weet, dat ik niiet mee doe. Ze heeft tze alle zestig!" „Wat, zes'tig?" zed Hettiie verstrooid, terwijl ze druk werk had, haar hoed' vast te houidOn, die telkens verrader lijk werd opgewipt, door 't windje. Ze had Mies maar half verstaan. ,,Och, die raadsels van den wed strijd, natuurlijk. Droom je dan?" ant woordde Mies vr.oolijk. Hetta's ge zichtje betrok. „O, daar dacht ik hiet aan, 't is waar ook. Nu, en?' „Heelémaal geen ,,en", lachte Miies, ,,k wou je dat alleen maar vertelden Nu, adljuus Het, ik moet naar huis, ho'oir!" Met een paar vlugge stappen stale Mies de straat over. Bettie liep langzaam laleen verder. 'Zij1 en Fint waren in 't geheel niet op elkaar gesteld, nu, Fini was ook een kind, dat heel weinig vriendinnetjes 'had op school. Ze was zóó stijf en sitroef, en daar Icwam nog bij dat ze niet® kon vellen, Om 't kleinste plage rijtje was ize kwaad. „VerrveSlend1, dat zij juist alle oplos singen heeft," dJacht Bettie verdrietig. ,,'k Had zóó gehoopt, dat er tenminste op onze sclhool nilemamd was, die er meer had dian iik. Ein nu.Maar 'k zal nog eens mijin best doen op die ééne! 't Zou de eerste keer zijn, dat ik een prijs kreeg, dus nu ik er ai zoo dicht bij ben, moet ik idioen wat ik kan!" "En 's avonds zaït Heltta met De Zaterdag avond voor zich en peinsde tmet haar voorhoofd vol rimpels over 't ééne anoeaetijkle raadsel waarvan ze de op lossing nog nliet wist. Toen sprong ze ineens oip vaar haar* stoOl. „Hoe dom, dat ik d ia t nog rniiet eer- dier hefo gevonlden! Hoezee, nu ben ik nuet Fini gelijk; wat zal Miies zeggen, als ilk morgen mijn lijstje oplossingen laat zien! Hé, Ik ban zóó blij!" Miles wias ook blij, toen ze 't hoorde dien volgenden morgen. „Leuk voor je, Het!" zei ze vroolijk, „iaat eens kijlkem, (die van jou o, je hebt geloof ik, allemaal dezelfde opilossiugen als. Finii! Nu, maar als één van jiullliLe beijdjes 'n prijs krijgt, toen jij hef, want jij schrijft zoo keu rig en Fini nu, dat weet je zelf!" Jla," zei' Betta, denkend aan Fini's (baast onleesbaar schrift,.. ,,U (Zou voor Firni ook haar eerste prijs zijn, nliet?" vroeg ze toen. „Ja., en ze had wel kans ook, al® jij er niet was!" (lachte Miles. ,Wle krijgen 'm mlissclhien geen van toeilden," zei Hetttte, maar ze was in haar hart overtuigd', dat, als er ten minste geen inzendingen kwiaimein, nog toeter dan de hare, zij 't stellig van Fini ®ou winnenEn. Find zelf toegreep ook, dat ze 't tegen I-I'ettde zou moeten afleggen, ze wist vooruit, (dat IHetitlie's inzending er véél netter .uit zou zien dan de hare, kreeg zij izetf niet altijd standjes op sclhool om haar l'eelijk schrift, terwijl Hettie al tijd de prachtigste cijfers (had voor schrijven? En onder die bank kneep Find haar handen in elkaar, „o,.dat ■nare klinid!" fluisterde ze. „Is Fini niet op school?" vroeg Het tie een paar dagen later aan Miies. „Neen, ze is ziek," antwoordde deze ranverschiiMliig, „en 't moet nog al erg zijn ook. Nu, hoe langer ze weg blijft, hoe liever ik 't helb, 't is 'n heele rust, zao'm kwaa'dstootosfcer van school." Hetltiiie zweeg. Ze vond Mies' woor den erg hard voor Fini, en 't was, of ze nu opeens medelijden kreeg met het hinid, dat ze anders niet uit kon staan. ,,'k Zat eens vragen, of ze haar inzen ding heeft afgekregen.," d'acht ze hard op, Zeg Het, je bent toch zoo mal niet, naar dat nest toe te gaan?" zei1 Miies verbaasd, „je weet best, boen zij al alle raadsels had 'en jij nog niet, ze -er plezier in hald, dlat vooral uit te ba- izudJnen, .ze geniet, als ize 'n ancler die oogen uit kaar steken, 't is een spook, in één wioond!" Jia', dat wist Hettie ook wiel, maar toch... „En over diie inzending gesproken," vervolgde Miles, „gisteren morgen zei Fini al, dat ze 'm klaar had', en >nia schoontijd weg zou brengen. Miaak je niiat bezorgd' over haar, toon maar liever, dat je mooier schrijven kunt dan die Fini. Hetb jij je inzending al ■af? -Nu, als je 'im wegbrengt, ga ik irnee. Goed?" „Jla, antwoordde Hetta, maar ze (bracht haar inzending nog niet weg, ofschoon ze zelf niet Wiist, waar ze op wachtte. Wel ging ze aan Fitni's huls vragen, (hoe 't met de izieke wias, en 't dienstr meisje, dat haar open deiedi, antwoord de: „Ee is hard ziek, hoor! Je hent ze- 'kei- 'n meisje van haar sclhool, hè? Nou, je bant de eerste die naar haar 'komt vragen, de anderen geven er otok niet veiefl' onu, of hier 'n vriendin wan, ze half op sterven ldigt!" „Is ze zóó naar?" vroeg Hettie ver schrikt. „Ja!, nogal. Ze hJe;eft harde koorts, en somis praat ze over school, en over raadsels; weet ik veel; mij/n slaapka- imertje is net boven Pirai's kamer, en d!an hoor lik wiel' 's zoo wat. Ze heeft het meestal druk over 'n eerste prijs, hoe ze daar aan komt, weet ik niet, op de school is tocfn geen prijsuildeeling. wel?" „Neen," zeide Hettie, „miaar ze denkt dan' misschien aan een wed- strijid, waaraan ze mee doet." „Nu, 'k mlag llijlden, dlat ze 'n prijs (krijgt", zei' 't dfflensrtmedsje; ,,'t kitad heeft niet veel aan haar leven, niet veel sdhiik, hoor! Nu, dag, jongejuf frouw." Hettitiile ktuikte 't measjie goeden d'ag, en Mep petozend verder. Ze had toch izoio te doen met Fini, en kon niet he- igrijipen, dat ze vroeger /zoo hard over haar dacht. „lAIs mijn inzending er niet wias, izou Fini veel meer- kans hebben, als lik..." Hettie's goed hartje fluisterde Quaai' alerts in, dat haan.* een hooge kleur deed krijgen. „IVioor Fini, die zoo'n hekel aan me heeft," zei ze bij zichzelf, „en, 't zou anijln eerste prijs .zijn... 'k heto nu zoo'n goede kans!" Maar opeens versnelde ■Hetta haar stappen en toen ze thuis wias, nam ze een pen, en schreef de kleiuirige lijlst opktlssingen ovieir, wè'l even netjes, anaar zonder de oplossin gen van een paar der moeilijkste raad sels. Toen bracht ze vlug de inzending weg. 't. Wias twee waken later; de uitslag van den wedstrijd stond in De Zater dagavond, Hettie las, dat Finii, de ee- ailige, die allie zesibiig raadisels goed ha'd opgelost, No. 1 was. Een paar ande ren hadden elk een premie, en zijzelf een eervolle vermelding. „Hietlta's wierk zag er keurig uit, jammer, dat ize slechts 57 oplossingen vonld'," stond er bij. Hettie kleurde weer, toen ze 't las, anaar heel opgeruimd' ging ze naar Fi ni toe. „Goed, dat uwes nou komt," zei het dienstmeisje vriendelijk, „vandaag mag Fibui voor 't eerst iemand vreemds •bij zich hebben. Wil de jongejuffer naar haar toe gaain?' „Graag," zei Hebba,, en liep niaar Fi ni's kaoner. „Fiien, 'k fiedioiteer je w.el, hoor!" zei iz© hartelijk, ,,'eai Ik ben blij, diat je weer wat beter bent!" 'Fiiinii keelc verbaasd op. „Hetta!" „Ja, hoor, 'k ben 't edh't!" lachte Hetta. „Was jij 't dan ook, die zoo dikwijls kwam vragen, hoe 't met me was?" vroeg Filni zacht. „Jia, ook nog uit n/aam van andere meisjes", jiokibe Bettie. „Ben je blij miet je prijis, Fini?" „Ja, natuurlijk, 't is mijn eerste!" (antwoordde Fini. ,,'k Hoop, dat jij er ook gauw den krijgt, Het!" „Ik ook!" lachte Hettie vroolijk. Met een licht (hart ging ze even later heen. Filni heeft noodt geweten, hoe die wedstrijdgeschiedienis iin elkaar zat, izelfs nliet, teen ze Hetta's vriendinne- lt{jie wals; en Hettie óók ai eens een (prijs had gehad! (Brieven aan de Redactie van de Kinder-Afdeeling moeten gezonden worden aan Mej. M. C. van Doom, Wagen- we g n o. 88, te Haarlem). Bet je van H. Wat jammier, dat het met 't kleurplaatj.e zoo slecht is -afgeloapen Nu, je betot hiet niet mis gehad toen je dacht, dat je van daag denkelijk wel een briefje zou krijgenEin nog wel het allereerste ALs het nu nog niet mooi is, dan weet" ik het nietJe bent nu zeker ook wel dubbel en dwars 'tevreden, is t niet zoo? Willem B. Met je a-aadJsels is het ook weer terecht gekomen, zooals jie ziet. Was je 'erg teleurgesteld toen je naam de vorige week niet in de courant stond? Pretti- dat je hoi boek mooi vondtLezen iis toch maar heerlijk, hè, Wim Martina B. Het plaatje kwam goed aan, en hot „praatje" ook. Je bent eon echte babbelaarster, hoor Ga je Zondag weer naar de Haarlem mermeer toe, zeg? Het is zeker een heele wandelingVeel groeten on t ot de volgemie week Johan B. Wat zijn bakwitjes veer bloemen, Johan? Daar heb ik nog nooit van gehoordHoe zien ze er uit Ik zal j,e maar niet vragen, om mij dat plekje, waar ze staan, eens te vertellen, wiarut dat wil je zeker wel liever gehieim houdenJe ziet, dat je briefje toch nog terecht giekomen is, en d'e wedistrijd-inizeindliaig cok. Je raadfsel wil ik graa.o- plaartseni zoodra het aan de beairt is. Een beetje geduld dus T o en Betsie v an W. Zoo, zijn jullie d,aar ook wieer een®. Prachtig, hoorIk dacht nu wel niet, dat ie onze rubriek vergeten had, maar hat h toch altijd leuk weer eons iets van je te hoonen. Zoodra ik weer boeken kan ruilen, zal ik jullie waarschu wen, en- dan zullen we wiel weer iets kunnen vinden, dat j.e nog niet gele- zon hebt. Komt To dan ook weer mee De groeten voor jullie allebei Tip Top. Het Versjie zal ik te ■een van de volgende nummers met die aangebrachte veranderingen opne men. AnnieP. Je raadsel komt ook wel aan die beurt, maar ik weet nog niet wanneer, hoor. Annie! Het nieu we raadsel ife een letterraadsel, en die mag ik niet meer opnemen. Daar hiouden de jongens en meisjes niets vanBedenk nog maar een® iets an der® Heb je van do week prettig met Moeder gewandeld Comelis B. Ik ben blij, dat ie oen prettige vacantie gehad hebt. Bon je nu wieer hard aan 't werk, zeg'? Of moet dat nog beginnen Het zal nu zeker wel he,el wat anders worden dan je tot nu toe gewend geweojst bent, is 't niet. De groetten voor de ande ren? Jansjo V. Het zal nu niet zoo heel lang meer duren of j;e mag weer oen boek komen ruilen, Janlsje! Maar Woensdag nog niet, hoor Heb jk nu niet goed opgepast miet je raadsel, zeg? Ik had nog juist een plaatsje over, en toen ben ik maar eiens goed op je geweestI® 't nu naar je zin J an S. Wat .een' prachtig plan, cm een étagère tie gaan ma.kem He: zal zeker wel een heel werkje zijn, en je zult er heel wat geduld voor noodig hebbenHet wedstrijdplaatje heb :ik gekregen, en we zullen er het beste van hopen Je raadjsels vind ik heel mooi en ik wil ze dan ook graag plaatsen. Dag, Jam C or r i van Z. Daar liggen nu al twee biaeven van Carrie, en het. wordt duls tijd, dlat ik eeris gauw aan 't beantwoorden ga. Goed dat je nog net bijtijds aan de verandering van bert tadres dachtHeerlijk, dat het plaatje toch nog op tijd klaar geko-1 men is, hè Nu ben je zeker ad erg verlangend naar den uitslag! Betz<aï nog een heelen toer zijn om er de mooiste plaatjes uit te zoeken, wil j» dat wel gelooven? A r i e N. Ik hoop, dat ik eens gauw plaats voor een vam je raadsels zal hebben, Arie! Hoe is hot met Frans Hij its toch niet ziek Ik ben blij, dat je zusje weer beter is. Veöl groeten Marïetjevon S. Ja, in den ver- huiist.d is er voor brieven schrijven niet veel tijd, dat heb ik' zelf ook ge merkt Je bont nu niet meer zoo dicht bij je vriendinnetje Louise ails vroe ger, hè Zoodra er weer boeken uit geleend worden, mag je er ook een komen halen, hoor! Je hebt dezen keer prachtig raadsels opgelost A d r i a a n v an de V. Prettig, dat ik weer wat vam je hoorde! En be valt je nieuwe werk je goed? Wat doe je den heelen dag, en blijft 'ar nog tijd over, om de raadsels op te lossen De groeten voor Louis, en ook voor jezelf. Anna van D. Boos Nee hoor. ik ben niet boosDacht je dat 'heusch Ik ben erg verlamgend om den uitslag van de yerhooging te hooren Weet je het al Ik wed, dat Neliy daar bij Zandvoort de gezond heid met lepels eet! Wat zal het heerlijk zijn om in dé, gjroote vacan tie eens naar haar toe te gaan, hè Van de raadsels wil ik er graag, een paar plaatsen. li e i'm a n de L. Ja, zoo'n foto- grafietoestiel is wel een begeerlijk 'ets, maar als je heusch aan het fotogra- feoren wilt gaan, komt er behalve.hot toestel zelf nog een heeletooe! bij, weet je dat wel Ik geloof, dat ik nog wiel een paar raadsels van je heb. Ik zal er eens naar zoeken bij de andere raadsels l Van Lonis 'heb ik er ook nog een paai-. Tot slot stuur ik jullie all'e drie de groeten Hubcrtus B. Wel, dat zou heer lijk zijn, hè Hubertus, om ook naar de zangvereeniging te gaan. Dan moet je maar goed je best doen met zingen, hoor, zoodat ze je ni'et meer missen kunnenWat die andere vraag betreft daar moet je maar niet al te veel op rekenen Ik heb heusch zoo weinig tijd Ik vind het heerlijk, dat een brief aan mij de eerste zal zijn, die je met inkt schrijft! Dat. zal dan zeker wel een prachtstuk woMen, denk je ook niet? Dag kleine Hubertus Anna van G. Eigenlijk moest, ik nu ook schrijven „Piet en Anna van dus nu moet ie maar denken dat de brief voor juJJdie samen is. Wat zijn die gedroogde viooltjes aaMSg Heb ie die in de duinen gevonden Wat jammer, dat het konijntje weg- geloopen isMaar ik kan me toch eigenlijk wel begrdjpiem, dat het ko nijntje hot in de vrije natuur veel plezieriger vond dan in een' klein hokje, jij ook niet? Het zal nu met zijn vriendjes in ■de duinen zeker wel veel pret maken Tot de volgende week Gijsb'ert eh H end,rik B. Nu krijgen jullie samen een brief, want Hendrik's brief is toch ook nog te recht gekoanen! Is Gijsbert weer hee- lemaai beter Nu niet weer ziek wor den, hoor Ik vind 'het gezellig, dat julIdJe voortaan lom de beurt zult schrijven. Maakt Reinier het goed? Zeg hem maar eens voor me goeien dag Dag jongens Hendrik v. d. K. Ja, je moet nu een heel eindje verder loopten om je brief weg te brengen 't is maar goed dat e<en paar flinke bieenen daar niet tegen opzienIk ben erg verlangend te hooren hoe 't met het examen ge gaan is. Weet je dien uitslag ai? Dat was een spannend uurtje, waarin je den brief schreef, hè Henk? Houd je nu maar taai, hoor Enkele briefjes, die deze week nog niet beantwoord werden, komien den volgenden keer het eerst aan de beurt. Willen jullie er vooral allemaal aan denken, dat mijn adn.es niet meer Sophiastraat 22 is, maar Wagen weg 88 M. C. VAN DOORN. 0 leduld nu nog maar een beetje tot P najaar! ie Gelijk vamizelf sprak, gingen van lien middag af Halrtimiann Go. weer ram gewoon' wamdelinigske maken in at plants oen. .j Wat een, geluk, dat zij onize brie- en zóó 'heeft opgevat! zeilde Qhristi- an, erg in' de wii'ek geschoten. Wijl, oudé" ezels, hadden daar jiaiast aardig ©en leeilijken lanig'en 3(teus gehaald, antwoordde Hans; en t&ef een vertegen lactojie zagen zij ©1- aar bieóidlen eens van ter zijde aan. a üermielde wias ook het misverstand j an de laatste maamdiem volslagen uit i en weg geruimd. D In den herfst echter zat bij Halt- j tanu Go., ondanks heit hoogere sa- j-jiris, op juffrouws Helms' voormali- I en stoel een gnurrebaamdiige jonge- V 'E HISTORIE VAN EEN MISDAAD. <j Daar was eetn® in zeker land een ge- «ais. Die heertte „Kresty" (die krui- e au), oirndat ze in kruisvorm' gebouwd ■l ras en omdat (boven den ingang een ruis prijkte. Daar de gevangenissen r zijd .om anensdheu er in op te slua- en, wend in hiet .jaar des Bedil® 1904 te man. genaamd Andreas Roeimdr i tttzef in dietz© gevangenis opgesloten, In zat hij daar en wachtte op de din- en, die komen zonden. De tijd ver- S ffiig en hiet jaar 1905 brak aan zonder at hij voor den rechter van instruc tie geroepen werd of voor d'e nedht- (baink geleid. Toen werd hij ongedul dig en hij schreef een brief aan ,den officier van j'ustirtiie imet die vraag: Waar,om houdt men mij' preventief •gevangen zonder dat ik vertiioiord wordt ein hoe lang moet dat nog du ren?" De officier van justitie vroeg er den rechter vain instructie maar. Deize 'haalde die schouder® op en sloeg zich met de vlaklce hianld tegen het voor hoofd: „Wat is dat vioor een mam, -"te Roemliiantzef? Waar zit die gevangen? Waarvoor i© hij gevangen gezet?Waar is hij van beschuldigd? Sedecrt hoe lang zit hij? Ui weet van niets." En hij begon na te denken. „Voor dien dui vel! Ben .ik rechiter van instructie of rnlet? Welke misdaad heeft die RO'©- mdanizef bedreven, en waarom zit hij sedert 1904 in de gevangenis, terwijl ik toch nitets van hem weet en mij niets van hem herinner? Misschien héb ik het wel geweten, maar nu ben ik het vergeten." Zoo dacht de rechter van instructie, terwijl Ihij op zijn bu reaustoel in zijn werkkamer zat. Roe- miiantzef echter zat in die gevangenis. Maar de rechter van instructie was een conscientious miam, Mj' kwam tot ■die slotsom, dat deze vervloekte misda diger toch. zelf moest weten, waarom Ihiet de jusiitiie behaagd had hem ge vangen te nem'en. Wanneer men dub izenidén mienschen in de gevangenissen laat opsluiten kan mlen toch niet van alle oimtthoudan, waarom dit geschied de, En hij schreef persooulijik een toriief met een groot rood zegel er op en aan den voet Stond 'het adres: Aan dien opzichter der eerste afdeeling van de cellulaire gevangenis te St. Peters burg. Di ibtoief luidde: „Doe mij 't ge noegen Andrieas Roemdantzef, die in oei no. 56 gevangen zit, te veiihooren en hlam te vragen, van welke misdaad' Ihij (beschuldigd wiondt, in welke maand' en op welken dag van 1904 dié müsdiaad gepleegd is en of hij rich miis- sdhlien het nummer herinnert van het dloisSiier over zijn zaak. Bet procosver- (baal van dit verhoor wilt u mij wel toezenden." De opzichter liet Roemiuntzef uit cel no. 56 naar zijin kantoior komien en het. verhiooT begon. „Waiarom' heeft men u gevangen ge- miamieu." Roiemnianiüzef dééd juist zooails ds neahter van instructie gedaan had: hij haallde de schouders op en sloeg zich met de vlakke hand1 tegen het voor hoofd. „Hoe kan ik dit weten. Ik geloof izomdier schijn of schaduw van een re den! Wie wéét, -waarom in dit land ide menschen gevangen genomen wocr- idien? Dat moet u toch beter weten!" ,.-En in welke maand, op welken dag van 1904 heibt gij de misdaad be gaan, wkaarvan noch gij zélf. noch de (officier van justitie, noCli de rechter van instructie iets weet?" „Ik heb geen misdaad begaan. En gevangen genomen heeft de politie mij in 1904. Den dlag weet ik niet meer, ik zit .hier al zoo lang." •/En herinnert ge u het nummer nliet van uw .dossiesr!" „üHleiiliige Moeder'Gods! Ben ik amb tenaar op d'e griffie of zit ik in een cal? Hoe zou ik dat nummer weten? „Hm! .Hm1! IDe officier van justitie weet er niets vam en' wij weten er oiok nliets van. Wij hoopten alleen .nog, dat gij .zelf er niets van weten zoudt. Nu gij er ook niets van weet is dat een Jeelijlke quaetsifrie. De ireohter van in structie kan je dossier niet vinden., want hij weet hiet nummer niet. Gij zult idus zoo lang moeten gevangen- gehouden worden, toitdat de misdaad loaat'dekt wondt, totdat gij zelf het u herinnert of de rechter van instruc tie, of 'de officier van justitie, of goede menschen 'liet zich herinneren. Zonder goede redén heetf men u natuurlijk niiet gevangen genomen en gij zult dus gevangen moeten blijven totdat wij Weten.', W'at gij heibt misdreven." De opzichter bra'cht rapport uit aan den rechter van instructie: „De misdadiger herinnert zich zijn (misdrijf niet, wij weten er ook niet-s ivan." Daarmee was de zaak afgedaan. Het jaar 1905 verliep, het werd 1906, de dagen, weken en maanden rijden zich aaneen', het werd December 1906 en toen brak 1907 aan. Andreas Roeimi- antzef echter zit gevangen ia! dien tijd' en kan zich zijn misdaad niet her- linnieren en den rechter van instruc tie het nummer van zijn dossier niet opgeven. En de rechter van instructie kan zich de quaeStie ook niiet herinne ren en de officier vain justitie ook niet 'en niemand' van de goede menschen. Ro'emdantizef .echter zit gevangen en wacht totdat zijn misdaad ontdekt wordt ingeleid. Hij; zit en waChit 'riu reeds meer (dan drie jaren. Hoelang (Roemdiantzef bij gebrek aan bewijs nog gevangen gehouidlen zal worden weet, niemand. Dit is .zijn geschiedenis. Lacht doar- >om niet! Want biet is geen fabel', die (bier verteld' is, .maar een ware ge schiedenis! AFGEDANKTE OORLOGSSCHEPEN. Bij dien verkoop van afgedankte oorlogsschepen te Chatham werden de vole end e prijzen gemaaktde „Sans- Pareit", eerste klasse slagschip, 26.600 pond, het 3e klasse slagschip „Conqueror" 16.800 pond, de le klas se gewapende kruiser „Undaunted" 14.400 pondl, idle torpedo-kanonneer boot „Alarm" 3650 pond, het stoom jacht Ware" 925 pond, de torpedo-ja ger „Skase" 305 pond. De voorwaarde fe, dat alle verkoch te schiepen binnen twee j aren in En geland gesloopt moeten worden. I BRAND OP DE FILIPPIJNEN. De geheele gemeente Ilo-Ilo op het eiland Panan is door brand vernield, waardoor 20,000 menschen zonder on derkomen zijn. KINDERBESCHERMING IN ENGE LAND. De Bngelsche Regeering heeft een wetsontwerp dngediienld tot ihet tegen gaan van wreedheid' tegenover kinde ren, speciaal met het doel het zooge naamde doodleggen en het gevaar voor kindéren die .aHHeen' gelaten wor den te voorkomen. Dit laatste geeft (herhaaldelijk aanleiding -tot verbran dingen. Dit was onlangs nog geschied imet een kind van drie jaar, en de moe der die door haar gemis aan zorg den dood van. het kind' veroorzaakt had, had aan den rechter niét anders weten te zeggen, (dan dat zij het ai zoo dik wijl® een pak slaag gegeven had, maar d'at het steeds ongehoorzaam (bleef. Zulk een moeder zou dloor de wet gevoeliger getroffen worden don nu mogelijk is. 'Het doodleggen van kinderen die -door de moeders, veeial dronken, bij rich in bed genomen worden, neemt zulke afmetingen aan, dat jaarlijks niet minder dian 3 a 4000 gevallen gemeOld worden.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1907 | | pagina 15