BIJBLAD VAN HAARLEM'S DAGBLAD ft.20 PER 3 MAANDEN iO CENT PER WEEK. Natuurhistorische Het Lichten der Zes 24e Jaargang MAANDAG 10 JUNI 1907 No. Ï346 DE ZATERDAGAVOND HAARLEM'S DAGBLAD KOST ADMINISTRATIE GROOTE HOUTSTRAAT 55. DRUKKERIJ ZUIDER BUITENSPAARNE 6. IN HAARLEM'S DAGBLAD ZIJN ADVERTENTiËN DOELTREFFEND, ONZE ANNONCES WORDEN OPGEMERKT. Rubriek voor Vrouwen Handschioleiniaa. Beschilder- di© weefsels. AlgiLeirscbe boléro's». Sjokken; voor tweeèrieii doeleinden. AGs er ispra.be is van kofetbare 1110- »des, clan denken we in de' ©erst© plaaitis ai aar die, wélke die lange toaind- schoeimein voorschrijft! Zoodira idle wit te gla.céiliainidechio'enen drie- a vüier- miaal gewasschien zijn, bunnen ze iniieb -meier bij leien geldleed toilet ge dragen) wordenwanneer wie daar nog aan toevoegen, dat die leder-prij- zen 40 pOt, gestegen; zijn, volgt da.ar- ntl. dat lang© glacé hiarndfi'diomen een 1-juitengeiwootn ko'stbaar artikel ■zijn. Hoe ziaïl men betechten* zondieir de glacé hondse bomen kunnen istedflien, de ©enig© dl© Inderdaad élégant zijn? D1 ganen handsicbioem'en zijn leed-ijk en 'net ijs heten- geen korte' mouwen te dragen, wanneer liet. kleedgeld zoo hesc.hiet'dlèfn' dis, dat men van die ka toenen handschoenen een' geregeld ge bruik mdtet maken. Met die lange mouw droleig mem den. tweie- of idrne-knioops handschoen, die zéér billijk ami .prijstis. ■Seldeirt clemigem tijtd bestaat er ech ter een' hulpmiddel, waandloor men zich: op heit ge'bteld dien hamdscihoiemien veel belspanein kan. Lange glacé 'hamd)5chaemeni, waar van die hand' versleten is, .terwijl biet bcvemdétei weinig of niiefe geüiedten ihéeft. kam mem even boven dien pols afknippen en er mdieuwie één-knoops •handlschoiemleiu aamnaaiem in dezelfde kleur, die1 mm voior één gulden of f 1.50 koopt.; wam,ween* biet waaieel goédver zorgd wordt, Vèrdwijmt bet onder de plooitjes, diei zicli, boven dlem pols:vor men. Ecu ondiere manier as eiem onder mouw van kantstof, die boven dien dlboog met een elastiek wordt vaist- gehiowdleh, en waaraan miem eveneens een één-knoops handschoen naait, waardoor mien idem indruk krijgt van een lederen h'ainldfmlom melt kanten manchet. O'p beiidle mamierm n|s het bezwaar, aan die kostbar©, lange'hland- schoemen verbonden, op gelukkige wij ze. oinderviaiwg'm. Een bijzonder mooie nouveauté van bet Seizoen zijn de beschilderd© AVe'-ef- ■siels. Mem brengt gilets Alan beschil derde taffetas of linnen', béscMldterd mousseline' die J'sode voor écharpem, die buitengewoon élégant. kTe'eidiem. Dame- die ©enige vaiardighéiid in het t'eieike- nen en schilderen hebben, kmnfniem haar kunst aan de versiering van haar toilet dienstbaar maken». tMien 'schilldleclt rozen op e©n ivoor kleurig fond, margrieten op mauve. A-e rge et-m i j -nietjes op zacht nose en wild© rozen op een mialt-blauw fond; hetgeen eiem prachtig effect te weeg brengt. Dismies die voor schil dieren geien latent hebben, kunnen zich bie dtenen van igebloeande zijde, genre Pompadourmiem knipt de bloemen uit en inorukteert of borduurt ze op (mousseline idle soie. De écliarpën, het zij beschiilderd of geborduurd, behioo- ren tot de A*oomaamste nouveauté's van het seizoen en' zullen zonder twij fe! dozen zomer A"eel ged'ra.gien w,ov- den. Verder zullen' er een miassa kleine kokette: manteltjes, bolero's en fichu's in guipure en zijde gedragen worden. Opmerking vetridiient de bolero-peleri ne, die naar model gesneden is, en ivvel vaar voren rechtdraads en met een naad in dien rug, of voor en achter zonder naad met een naad onder den arm en op den sehioudter; de mouwen Izijn met de bolério uit één stuik ge sneden. Bet allernieuwste van deze klee- ÖiLngStukken is echter de Algierseibe- (boléro die aeer gemakkelijk te xrer- va.ardigen is. Men. neiemit vier Aiier- 'kanltie lappen ter gbooltte van FEUILLETON zakdoek, voegt ze in dien1 rug samen Idioar imjiiddel van kant motieiven en sluit .ze van voren met een groente fan- itasl©knoop. Aan' de adht .punten wordt ter verdere versiering' passement-ei kels gebiecht. Bet staat zeer chic deze 'boléro's van 'dezelfde stof als bet toi let te nemen'. Vete zijn gesoutadheerd en andere kleur op kleur geborduurd. Verder kan ik melding maken van boléro's, die geheel met gitten of pail letten' bemaald zijn! e.n zoowel in Wit lalis zwart gemankt wouden. Ze zijn bijzonder geschikt om een eenivoudilg ItloiiJielt ©en mlejer élégant aanzien te geven. Dames op zekeren leeftijd', die eir niet van houdien ,,en taMl'e" uit te gaan zijn miet deze' kleedingstukken (bijlzionlder gebaat. Ten slotte nog een' zuinigh eildsmiaat- regel of lilaver gezegd een kunstgreep om één rok voor tweëerlei doeleinden te benutten. De korte rok trotteuse genaamd', is de meest practische dmaahit voor de straat; dioch ze staat nimmer gekleed, te meer nu de mode A"0or geklede' straattoiletten, revkken met korten sleep vorschrijft; men kan izonder grocxt© kosten in l>eide béhoef- Iten voorzien door een los stuk te ma ken bij wijze van een „volant en for me" gegarneerd met fijne plooitjes, ibiiaiis of smiallie volants dile melt drmk- is'luit'ingen op de trottieu.se bevestigd, iwordt. Oip deze wijze Aoorziet men in een dagelijksche behoefte en is naar de modle. zonder zijn garde robe met een toilet te vermeerderen. iDe meest gewilde rokken die uit sluitend als „frotteuse" moeten dienst doen, zijn de plooirokken waarvan de plooien ter hoogte van de knieën zijn doorgestikt. MAROEE VAN AIMiSTEL. 01 MILLI OENEN (Naar het Duiteoh van Balduin Mölfhausen). 76) Zij droegen n.l. leeken ketenen, die om 'de voorpooten geslingerd waren en waardoor zij slechts kleine stap pen konden doen. Daardoor werden zij verhinderd zich aan te sluiten', als misschien mustangs of bisons door een of andor toeval verschrikt in Avilden 'via art voorbijstormden. Op het roepen van Firefly giing Pierre tegenover haar zitten. Zorge loos pratend, spraken zij he't geroos- terde Aiersche vleeschi, dat -een in de nabijlhieid geschoten huffelko© ver schafte, goed aan, toen aan den an deren kant van de: rivier een door den lafsltand gedempt schot weer klonk. Pierre sprong op en keek verbaasd ©veiral rond. Noch in den nacht, noch sinds het aanbreken van den dag was er iets gebeurd, dat aan de nabijheid vam1 mehscihien deed den ken. Wandelingen IN EN OM HiAABLEiM. CLXVII. 't Kolkje, wie zou dat niet. kennen nogmaals voor dear zooveel sten keer ivan dien heerlijken aanblik te genie ten. Die enkele rechtopgaande Itali'- laansclli© populiiier, dat voetpad slinge rend langs dien oever, luier en daar'd e tusschen 't groen doorturende o.pg.an- g©n in het muil© zand, djie enkele pa tten ear planken, ten behoeve der zwem mer®, zijn jiuiist voldoende om den indruk te vedhoogen. Daar staan w© aan clen rand van het heldere water, m;et waterplanten izoo dicht begroeid. Jlaairiijks moeten dan ook heel wat karrevrachten ver wijdend wonden', om te voorlkomien, dat het diicht .groeit, dat de bodem met ©en laagje zw.urt slijk wordt beidiellct door de afstervende planten. Ziedaar die bekende waterpest, hoe heerlijk 'groen is die kleur in dit. bidder© water. iDe toppen de rfMrijike stengels traclh- ten de oppervlakf© te bereiken om te (bloeien. Daar echter de stuifmeel- plant ontibreekfc, komt. er van de zaad- vorm ling noodt iets terecht; geen nood 'echter; de natuur, zoo rijk aan mid- ideleaT, waar hét eene faalt, maakt het op een andere wijze weer goed. Elk talkje, hoe klein ook, groeit ongestoord verder; 't is dan ook eien plantje, uit neimend geisclhdlkt voor een aquarium'. I-Ié, wat zijn die plompabladien hier klein, en wat diunme bO adisteeltjies. Nieem-, hoor; zoiO' is het niet, diat zijn- geen plompen', diie zo'udien wel anders te voorschijn komen, gemoed door het 'voedsel uit dein dikken wortelsltoik. 'Dit is de watergentilaan, die weldra maiast d© nieinvurmage bladen hare gele, stervormige bloempjes zal te ivoorschijn brengen. Wat was dat, ©ear visdh? iBeh maar eve ngöduld, spoedig zal id© geringe troebelimg voorbij zijn, (ear... ziet ge daiar die donkere streep, (onbewegelijk in 't water. Daar staat ©em snoek, luidt die Visschersterm. On- jversltoorflaiaar kalan, thans buiten elk gevaar, liigt hij' op den loer, om als leien eclhltle roov'er te voorschijn t© spniiïgen1, zooida*!a er buit vo'orbijlko'mt. iZijn krachtige staart, ondersteund iddo.r die groente staartvinnen, en te- ivenis door de ver naar achteren welk Haarlemmer zou daar niet •w.andelld, genoten hebben! Naar het Kolkje; het hart der kleinen gaatplaatsite rug- en aiarsvinnen', maakt, dat 'hij een slag ito 't water kan doen. open. als dat als het doel van den tocht wordt meiranelcL iBenvoudag, zonder oplhef, is dat ©en Kurori, waar zand-, en zon-, en beste. Jucihtbaiclen hietis ko'sten, waar slechts ©en weinig betaald behoeft te worden voor de gebruikte consumptie. Die kolk,... als die spreken kon, •wat zou die in den loop der tijden al niet gelhooird hebben; woordieai van liefde en min, luidruchtig© kinder- istemmen, eniz. 'Beschouwen wij tlhians een en ander mil een zo ölogiisch-tbotannsdh oogpunt om eeai's te zien, of alles daar zoo lou|d, zoo afgeleefd is, dat h©t de moisife niet meer loont er eens eeniige uurtjes t© toeiven. Daar staan w© bij den ingang, het rullle zand geeft hii©r dadelijk al een klein voorproefje van- wat het ginds worden zal. Hechts van omg ©ear izwante pio.pell, met zijn losgewoelde wortels, zijn. liggende, ctoor de voetzo len der Miimmiemd© jongens en meis jes glad gescihuurden stam. Dian ee niige passen' verder en voor ons oog ligt de iop als ©en groot© spiegel uit gespreid, gemat iar een lijst van ge noeg afwisseling aanbiedend groen, weerkaatst in dm spiegel zelve. On- wiilefoeu.rijg houdien we even halt, om Plotseling stiet hiiji een vellvven- •schiing uit. Hij merkte op, dat de bi- soms hun staarten opstaken en zich onrustig door elkaar bewogen in twijfel waarheen zich te wenden. Langzamerhand gingen zij op een hoop staan, als zochten zij bescher ming hij elkaar. Weer viiel er edn. schot] Uit de plaats AV/aar een vluchtig rookAVolk- je uit de aard© scheen op te stijgen, maakte Pierre op van waar het schot kwam. Als een donderslag scheen de knail de uit .hun rust opgeschrikte dieren ie dooiririllein en iar wildon vaart voigdm zij hun voorloopers. Bijna tegelijkertijd sprongen uit den regenkloof, waarin zij onbemerkt gekropen waren, zeven of acht rui ters te voorschijn en een wild© jiacht begon. Voor zoover Pierre kon onder- scheiden, waren het inboor] iingcn., die alleen met pijl en boog gewa pend, hun ongezadelde paarden tot den uitersten spoed aandreven. Maar .ook eeai tolahke scheen aan de jacht deel te nemen. Plotseling verdwenen allen voor Kijm blik; cïe buffels hadden n.l. ©en lander© richting aangenomen en kwamen nu recht op de rivier losge stormd. Nu aarzelde Pierre niet langer. Als een soort. A-an barricade, legde hij Izoo 'krachtig, dat 'hij zelden zijn pitooi mitst. Gevoegd daarbij de groo ve bek met hondierden' tandjes, als iwmi'lli'akdn werimnld, geen wonder dius, dat het ©animaal gepakte viisdhj©' inlet weer loskomt en spoedig in den wijlden muil A-erdwijn't. Nu ziet gie hem düfdellijfeeira geen (vim v©ra*o©rt zich. Mleit dartel spel houdt hij zich niet op. Hier en daar komt het gekro'eside fonteinkruid reed® de bloempludmen hoven de oppervlakte uitsteken. We kunn©n er niet bij:, anders zouden Ave trachten eens een en ander van de bestuimih'g vexider waar te nemiem, tot later dus. Kijik, daar zijn de kleine gilmanende knoopjieis ook al, draaiend© ov©r het watervlak. Hoe glinsteren ze, maar nog sterker, zilverkleurig zelfs zijn ze idan, als ze onder water duiken. Het (zijn de kelken/de draaftorrefjies of draaikeventjes. En. daar die Waterloo- peirs, eeai soort wahts m©t d© lange pooltjes 'gemakkeilijk het dunne li- idhiaam bov^en 't waterhoudend en Goopiend als een vlieg op een spi'egel. Bet bootsmianmietjie zien Ave thans ni©t, 'ook die wantsadhfcige komt moest in IbovemgeaiO'eimid gezelschap vooa*. zij.ni bagage opeengestapeld op den o ei ver neer. Steeds meer naderden de opgejaag de kudden de rivier, eindelijk hiad- don de \-ooirsten den oever 'bereikt eai na ©e,n oogenblik van aarzelen sprongen zij in 't. water. Dat veroor zaakte. ©en piassen en opspringen en in een oogenblik scheen het AVia- ter als met een izAVarte massa be delft. De paarden' \W.rdiei'n onrustig 'en Pdicn-e at ion cl u'itenttij;k doodbe daard maair to Oh aoI bezorgdheid met izijn geweer klaar. Pas, toen de voor sten de breed© koppeai met ziwart© manen opttiieven, om zictti tegen den kant op te Averken, sclhioot hij den diöhtstbijizijmden een kogel door den kop, waardoor 'hij verdoofd werd en achterover tuimelde. Vóór er echter een ander in zijn plaats kwam, en de ontstane opeaiiaig weer .sloot, zAvaaiide hij een rood© de- leen heeaa en weer,, terwijl hij dli© bew'egingen van diooirdringeinde In- dia'nenkrebein liet vergezeld gaan. Direct Was Firefly aan zijn zijde en liet ook een deken heen en AVeer •fladderen, terwijl zij met zijn kre ten instemde. Düt had oogenblikkelijik zijtn u.it- wenking. Een gapende afgrond zou de vluchtelingen niet hebben tegen gehouden. maar die waadienide rood© lappen joeg hun de grootste angst Hoe mooi1 staan daar aan die over zijde onize wfiltite ganizéMOemem, die met tal van gekweekt© planten gerust die A'ergelijlkiinig kan. doiorst.aan. Die h'eeriijik witte liinltMO'erapjes, zittende rondbm de gel© builshloempjes. Een allerlieerlijkst plekje, juist uit gekozen als voor een zitje op een war men zomeravond, vinden we aan het eind. Jammer, dat hier niet wat banken istaan. Onder die jonge boompjtes', die hier welig groeien en wier kronen weldra zullen Samensm'elten', groeit thans nog volop gras en tusschen dat gras nog heel wat planten. Hét meest in 't oog valt dit prachtig blauwe lip- toloempj©, het kruipend; zeuegnoem. De jonge Uitloopeiris vertellien ons |t/h|am's idiu'id'ettijlk, waaHom d© naam kruipend gekozen is. Bn daar dat groengele ding met die twee Madien., en die eigenaardige bloemen; 't is een lorchi'dee, en wel de keverorciliils, ook [wel tweéblad' genoemd. Zetten.' we thans onze voeten in het mulle zand om ©enige metiers te stij gen, niet naar d© uitspanning, maar maar het tweeltail .aanduppeHbuiiintji daarboven; dan nemen we weer tal van bijizondedbelden waar. Hier voor eerst bij; deze eiken, waaraan d© ver- (wieflflvte (SltuiiflmledMIoienien 'tihans niog 'hangen en die weldra zullen, afval len. D© slechts met enkele vruchtjes bezette stampeukatjies hebben zich verlengd en vallen tusschen de jonge Maden djuibelijk^n 't oog. Kijik eens, wat ©en opgerolde bladen», wat zou daarin züten: welnu, laten w© eens kijken, en jiawel, het is, zooals we ■vermoedden; een rups, die söhuil gaat ram te verpoppen; de n'aam bladroller is thians volkomen, verklaard. Hé, wat zijn die bladen zilverkleu rig; wellicht al weer van een vernie ler van 'hielt- jonge groen. Zeker; licht dat glinsterend© vliie.sj>e mlaar even op, het is1 de MieurJIoioize- opperttauid van 't bliad, door het vreten van een mine'enups los gegaan van de daar- lOndar liggentd© groene cellen. Daar as de boosdoener al. Nu nog heel eventjes naar de den nen gekeken, waarvan thans de meel draad en stiaimperMocmoai' zicihitlbaar j izijn', dan nog even een blik gewor pen op de kardimaalsmu'bs, maar er j Is van beide zooveel te verbellen, dat we de volgende wandeling daarover ©ens wat meer in bijzonderheden zul len treden. J. STURING. MHAlGENBUiS. lA ia n an. j. G. te H. U vraagt me (of het. nu nlog n/iet te' laat is om (all'erl'ei bloemzaden te zaaien. Ik ver- ivoied, dat u m©t bloemzaden bedoelt: de zadien A7an éénjarige planten, ©r izijn ootti ta,l A-an andere. Voor de eer- et© is het volstrekt nog niet te laat-, zelfs altijd beter wat later te izaaiem, dan is men' steeids zekerder van den uitslag. W©1 zijn de planten dan wat later, maar die opbrengst valt gewoonlijk wel mede, en men heeft later in den» tijd ook nog wat. D e n HI© r K. te 1^. Het dooi u bedioeld© schuim is afkomstig van het scb'Uimbieestjfe, ©en oicadeaclhtig insect,, dat in larveboestamL niet tegen »de zonnestralen kan en zich daarom hult in schuim Strijk zoon hoopje maar eens uit elkaar, dan zult u daarin een groen diertje ontdekken vooral met duidelijke pogen. D n H ie r v. H. te H. U heht goed opgemerkt, de beuken zijn al udt- gelbtto'eüd., de mianrMijlke bloemen al Giamg afgevallen en de vrouwelijke al doorgegroeid, haast tot op volwassen grootte. Die eigenlijke vruchten, dat zijn de beufcenoten, terwijl dat, wat ij als viuchtoanhiuttsel aanziien, de (meegegroeide schutblad»en. zijn, het ©igenlijike nopje. J. STURING. door FRANZ KREID'EMANN aan. De voorste rijen wéken terug en toein volgde er .een onbeschrijflijke ven\var.ri»ng tot zij een plek aan den oelver gevonden hadden, waar niéts hen meer tegenhield. To.em was het gevaar onder de poo len der buffels venmiorseld te wior- dn voor Pierre en Firefly voorbij. Als wij op den anderen oever overnacht hadden, dan zou er niet veel .vaai ons overgebleven zijn, zei Pierre gelaten tot Firefly, die exen- als hij geen oogenblik haar -tegen woordigheid van geest A-erioren'had, maar de duivel hale den ezel, die ons dut tuig op 'het dak gesjbuurd heeft. Zij zagen oais niet. De buffels ttiind'erden 'hen en zij hadden gebrek aan versch vleesch, antwooaidd© Firefly bedarend, e'n ingespannen tuuade zij naar den anderen oever. Als je bruine neven de kudde A"an den anderen kant bestookt hiad- 'den, dan aoud'en wij er geen last van gehad hebben, snott© Plefiiro goedmoedig. Niet allemaal bruine nevdu. zei de jonge Indiaamsdhle op vrool ijken toon, alsof er niets bijizonders ge beurd was. Neen, niet allen, bevestigde Pierre,, minstens éeo blanke ,was er bij. en met hem zou ik Wel ééns een ernstig woordje willen spreken ©A*er Hn lange rijien vlogen de witte sbhui'mlkoippen maar d)en vlakken zoom van 'het zandige strand'. Het geraas, dat deze eindellooize cavalcade veroor zaakte, verslond d© zwakke klonken van de gesprekken der mensdhen. Miidhael izat geruimen tijd' aan het strand en staarde naar het zich» tel kens iiedhlalend© wionlder, dat met volle kracht op hem inwerkte; met donderend© stem verkondigde het Ih'em de begrensdheid en verganke lijkheid van alles, wat van den tmensdh komt, en zij'n ziel iti'lde van eerbied voor de grootheid en de imaclht van majesteit matuur. Toen hij eindelijk oipstond en land waarts ging. wias alle dofheid en eesitiglheid, welke den (horilzont zijner gedachten m.et donkere sluiers hadden bedekt, vian hem genom»en de onmetelijkheid van Ihet elem»ent weerspiegelde zich in hem', de gigan tische rhyitmus weerklonk in hem; de heldere lucht, het zuiver© zand, liet prikkelende van' de zeelucht hadden in hem alles-, wat muf en met stof bedekt was, schoongemaakt-. Hij glim lachte tegen de zon en zou allen, die hem tegenkwamen, gaarne van zfju memsdheniliefde hébben doen genieten Achter zich hoorde hij een zwalk stam metje zeggen: Ik geloof s'tdlliiig, dat hij vandaa; weer komt. iMicihael keek om. Een klein, aller- liefst zesjarig meisje liep naast een bejaarde dame met een verdrietig ge zicht; het had- een eenvoudig iblaux\r jurkje aan, waar de dunne, naakte beentjes ©.ndienuit sitaken; terwijil het het. kopje met de donkere lokken Aveer naar het strand keerde, zei .het weer: Ja, tante, ik geloof het werke lijk och toe, laat mij er toch weer met u heth gaan. IDe dame, op wier gelaat een heel (boosaardige, spokende trék lag, scheen, omdat Michael haar kon hoo- ren, een uitbarsting van- drift te on derdrukken, maar haar ronde, gele oogen zagen toornig op het kind neer en zonder haar dunne, droge lippen te bewegen, snauwde ze het toe: Marga, j,e weet, dat ik je zoo'n dwaze praat streng verboden heb wil je meegaan of nJiet? Twee groette, reime, donkere kin- deixioigen -richtten zich met een wee moedige vraag op het strenge gelaat van de dame, waarin de tijd zijin sporen hiad achtergelaten; daarop ves tigden ze zich op den zandigen bodem dicht© zwarte wimpers bedelden clen helderen spiegel van een gedroomde wereld. In 't voorbijgaan hoorde Mi chael het kind met een mengeling van onderdanigheid en trots zeggen 'Ik zal- wel gehoorzaam zijn, tan te, maar ik weet het to oh. Ihet beeld van de vragende kinderoo- gen achter. Des namiddags slenterde Michael In een behaaglijke saèstastemming met de sigaar in den mond: n aai- m' strand. ■•In een door kLiimrozen omrankte ve randa van een dorpshuis van rood© baksteen, zag hij het kind weer; het zat alleen bij '©en tafel en keek in een boek. Michaöl bleef staaai en glim lachte het toe. Kijk e©ns aan. Je kunt dus ai le zen? Het kinld liét hem het l>oek zien en» zei zonder verlegenheid: Neen, iik ga immers pas sediert Plaischen op school; ik bekeek alleen maar de prentjes van de zee. (Michael nam het boek; glimlachend; liet hij alle bontgekleurde platen door de vingers gldjid'en. Een 'blad, waarop schuimende golven waren afgebeeld, hield hij- vast. Hm, wat mooi. 'Zie je, zoo was bet van morgen aan 't strand. Daar heb ik je gezien. Ik weet het, Met tante. Ze knor de juist. Ja, omldat je zei:-hij' komt x-an- daag weer. (Manga was biji het tuinhek geko men. Met haar groote oogen keek te naar den witBjitauwen zomerhencd. Eten zonnige glans lag op haar pein zend kindergezichtje. En zeer geluk kig zei ze: Dat is waar. Hij- komt stellig. Maar wlie dan? Oom? Of d© groo te broer? Ze keek hem bijna guitig aan er* schudde levendig het hoofd. O neen. Een heel' andere. Papa! Michael nam haar handje en streel de het. Zo'o en nuamia? (Marga zag (hem bedroefd aan en haai- oogen. glinsterden vochtig. Mijn arme mama kan- niet- l :■>- rr.°n die ligt reed's verscne;d-.u ja ren in den grond. Vol medelijden zag Mich cd r p ie kleine Marga neer. Hij gi-'ük haa? pv*r hrar krullebol. —•Arme kleine, Maar, papa, die kan dus komen? Haar bedroefd gezichtje straaldla weer. O ja. Papa kan komen. Vandaag zal hij komen. Zoo? Vandaag? J'a, Omldat vanavond de ze© gaat lichten. Zoo, zoo. Papa is dus miiet ver hier vandaan? De kleine grinnikte van pret. Violsbrtekt niét ver. Maar tante wil niet hebben, dat ik er heenga, als hij komt maar ik ga toch. Uit het huis klonk de knorrige, on welluidend:© stem der tante: Marga, Marga! Kom oogenblik- kélijk ©ens in de kamer. Haastig nam Marga haar 'boek en fluisterde geheimzinnig: I'k ga er vandaag toch heen., Maar niets aan tante zeggen. En weg sprong ze. Tevergeefs trachtte Michael «eni gen samenhang te brengen- in het geen hij gehoord had. Maar het lich ten der zee had het kind juist voor speld. Het xxd't-blauwe van den hemel was voortdurend dichter geworden en daalde des avonds als een dichte, In Michael's ontvankelijke ziel bleef grijze sluier op de zee. Een zondertio- zijn domheid, xx-aavt hij. moet ons toch gezien 'hebben, en evenals Firefly keek hij ook vol inspanning naar de plaats van de dottle jacht. Binnen hun ge®idbtskri<ng Was een Ihialf dozijn bisons, het offer xran ko gels en pijlen geword'en. Daiartus- schien bewogen zich een aantal bijna geheel ongeikleede bruine jngérs, dii© juist hun paarden afgetoomd hadden» en nu bezig waren de gescttioten di.o ren te slachten. Uit den bekenden regenkloof kwam •tegelijkertijd een lange rij Indliaan- eche vrouwen t© x-oorschijn, di© ieder twee of drie beladen paarden met zich voerden. Daarnaast draafden kinderen en hoardenr- ,e©n duidelijk ■toeken, diat men van plan was op goede jachtgronden een leger op te slaan. De grootste aandacht schonk Pier re aan den blanken ruiter, di© naar 't. scheen op hem kwam toerijden. Op den oeverrand bleef 'hij staan. Na ©ven onderzoekend te hébben romd- gekeken, zocht hij een plek uit, wiaiar de buffels de sleenen wat ha,dd'en af gebrokkeld om in de rivier te kunnen afdalen. Hij bereed een A-dortreffe- lijk paard, dat hij met de kalm© ze kerheid be stuurde van iemand^ die zich in den zadel volkomen thuis Aioelt en gewoon is, om in het water den vasten ondergrond Van gevaar lijk drijfzand' te onderschei dén. Slank en Aran moer dan middel ma tige lengt© sprak zij'n houding van kracht en vlugheid. Blond', kruk end haar kwam van onder zijn afgedra gen lcrijzen vilten hoed te voorschijn, Avjiarop twee staartveeren van» den Axdtigeikopw'ien adelaatr», die als (zeld zaam jacMfirophee den nijd van me- r.igein inboorling opwelcten. Een krullend© baard bedekte de onderste helft van zijn gelaat-, Avaar- uit. twee donkerblauw© oogen opge wekt en gelukkig de Wereld inke ken, Hij was gekleed als d© jagers uit het Westen, die miet. vaak geie»- igenbieid. vinden, hun hoofdzakelijk uit leer bestaande kle*«m ti© ver nieuwen. Zijn .verschijnin»g oefende op Pierre een .gunst'igen indcruk uit, iwaimt hoe dichterbij hij kwanv, des t© meer voelde 'hij den toom tegcTi d'en ongeroepen r us fcversitio order ver dwijnen. Met een vroolijken groet dreef de jon,ge- ruiter zijn paard tegen dén oever op, waar hij uit. detn zndoi sprong en Pierre mlét de naast bom staande Firefly kameraadschappelijk begroette. (Wordt vervolgd).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1907 | | pagina 11