BIJBLAD VAN HAARLEM'S DAGBLAD
ft.20 PER 3 MAANDEN
iO CENT PER WEEK.
Natuurhistorische
Het Lichten der Zes
24e Jaargang
MAANDAG 10 JUNI 1907
No. Ï346
DE ZATERDAGAVOND
HAARLEM'S DAGBLAD KOST
ADMINISTRATIE GROOTE HOUTSTRAAT 55.
DRUKKERIJ ZUIDER BUITENSPAARNE 6.
IN HAARLEM'S DAGBLAD ZIJN
ADVERTENTiËN DOELTREFFEND,
ONZE ANNONCES
WORDEN OPGEMERKT.
Rubriek voor Vrouwen
Handschioleiniaa. Beschilder-
di© weefsels. AlgiLeirscbe
boléro's». Sjokken; voor
tweeèrieii doeleinden.
AGs er ispra.be is van kofetbare 1110-
»des, clan denken we in de' ©erst©
plaaitis ai aar die, wélke die lange toaind-
schoeimein voorschrijft! Zoodira idle wit
te gla.céiliainidechio'enen drie- a vüier-
miaal gewasschien zijn, bunnen ze
iniieb -meier bij leien geldleed toilet ge
dragen) wordenwanneer wie daar
nog aan toevoegen, dat die leder-prij-
zen 40 pOt, gestegen; zijn, volgt da.ar-
ntl. dat lang© glacé hiarndfi'diomen
een 1-juitengeiwootn ko'stbaar artikel
■zijn.
Hoe ziaïl men betechten* zondieir de
glacé hondse bomen kunnen istedflien,
de ©enig© dl© Inderdaad élégant zijn?
D1 ganen handsicbioem'en zijn leed-ijk en
'net ijs heten- geen korte' mouwen te
dragen, wanneer liet. kleedgeld zoo
hesc.hiet'dlèfn' dis, dat men van die ka
toenen handschoenen een' geregeld ge
bruik mdtet maken. Met die lange mouw
droleig mem den. tweie- of idrne-knioops
handschoen, die zéér billijk ami .prijstis.
■Seldeirt clemigem tijtd bestaat er ech
ter een' hulpmiddel, waandloor men
zich: op heit ge'bteld dien hamdscihoiemien
veel belspanein kan.
Lange glacé 'hamd)5chaemeni, waar
van die hand' versleten is, .terwijl biet
bcvemdétei weinig of niiefe geüiedten
ihéeft. kam mem even boven dien pols
afknippen en er mdieuwie één-knoops
•handlschoiemleiu aamnaaiem in dezelfde
kleur, die1 mm voior één gulden of f 1.50
koopt.; wam,ween* biet waaieel goédver
zorgd wordt, Vèrdwijmt bet onder de
plooitjes, diei zicli, boven dlem pols:vor
men.
Ecu ondiere manier as eiem onder
mouw van kantstof, die boven dien
dlboog met een elastiek wordt vaist-
gehiowdleh, en waaraan miem eveneens
een één-knoops handschoen naait,
waardoor mien idem indruk krijgt van
een lederen h'ainldfmlom melt kanten
manchet. O'p beiidle mamierm n|s het
bezwaar, aan die kostbar©, lange'hland-
schoemen verbonden, op gelukkige wij
ze. oinderviaiwg'm.
Een bijzonder mooie nouveauté van
bet Seizoen zijn de beschilderd© AVe'-ef-
■siels. Mem brengt gilets Alan beschil
derde taffetas of linnen', béscMldterd
mousseline' die J'sode voor écharpem, die
buitengewoon élégant. kTe'eidiem. Dame-
die ©enige vaiardighéiid in het t'eieike-
nen en schilderen hebben, kmnfniem
haar kunst aan de versiering van haar
toilet dienstbaar maken».
tMien 'schilldleclt rozen op e©n ivoor
kleurig fond, margrieten op mauve.
A-e rge et-m i j -nietjes op zacht nose en
wild© rozen op een mialt-blauw fond;
hetgeen eiem prachtig effect te weeg
brengt. Dismies die voor schil dieren
geien latent hebben, kunnen zich bie
dtenen van igebloeande zijde, genre
Pompadourmiem knipt de bloemen
uit en inorukteert of borduurt ze op
(mousseline idle soie. De écliarpën, het
zij beschiilderd of geborduurd, behioo-
ren tot de A*oomaamste nouveauté's
van het seizoen en' zullen zonder twij
fe! dozen zomer A"eel ged'ra.gien w,ov-
den.
Verder zullen' er een miassa kleine
kokette: manteltjes, bolero's en fichu's
in guipure en zijde gedragen worden.
Opmerking vetridiient de bolero-peleri
ne, die naar model gesneden is, en
ivvel vaar voren rechtdraads en met een
naad in dien rug, of voor en achter
zonder naad met een naad onder den
arm en op den sehioudter; de mouwen
Izijn met de bolério uit één stuik ge
sneden.
Bet allernieuwste van deze klee-
ÖiLngStukken is echter de Algierseibe-
(boléro die aeer gemakkelijk te xrer-
va.ardigen is. Men. neiemit vier Aiier-
'kanltie lappen ter gbooltte van
FEUILLETON
zakdoek, voegt ze in dien1 rug samen
Idioar imjiiddel van kant motieiven en
sluit .ze van voren met een groente fan-
itasl©knoop. Aan' de adht .punten wordt
ter verdere versiering' passement-ei
kels gebiecht. Bet staat zeer chic deze
'boléro's van 'dezelfde stof als bet toi
let te nemen'. Vete zijn gesoutadheerd
en andere kleur op kleur geborduurd.
Verder kan ik melding maken van
boléro's, die geheel met gitten of pail
letten' bemaald zijn! e.n zoowel in Wit
lalis zwart gemankt wouden. Ze zijn
bijzonder geschikt om een eenivoudilg
ItloiiJielt ©en mlejer élégant aanzien te
geven. Dames op zekeren leeftijd', die
eir niet van houdien ,,en taMl'e" uit te
gaan zijn miet deze' kleedingstukken
(bijlzionlder gebaat.
Ten slotte nog een' zuinigh eildsmiaat-
regel of lilaver gezegd een kunstgreep
om één rok voor tweëerlei doeleinden
te benutten. De korte rok trotteuse
genaamd', is de meest practische
dmaahit voor de straat; dioch ze staat
nimmer gekleed, te meer nu de mode
A"0or geklede' straattoiletten, revkken
met korten sleep vorschrijft; men kan
izonder grocxt© kosten in l>eide béhoef-
Iten voorzien door een los stuk te ma
ken bij wijze van een „volant en for
me" gegarneerd met fijne plooitjes,
ibiiaiis of smiallie volants dile melt drmk-
is'luit'ingen op de trottieu.se bevestigd,
iwordt. Oip deze wijze Aoorziet men in
een dagelijksche behoefte en is naar
de modle. zonder zijn garde robe met
een toilet te vermeerderen.
iDe meest gewilde rokken die uit
sluitend als „frotteuse" moeten dienst
doen, zijn de plooirokken waarvan de
plooien ter hoogte van de knieën zijn
doorgestikt.
MAROEE VAN AIMiSTEL.
01 MILLI OENEN
(Naar het Duiteoh van Balduin
Mölfhausen).
76)
Zij droegen n.l. leeken ketenen, die
om 'de voorpooten geslingerd waren
en waardoor zij slechts kleine stap
pen konden doen. Daardoor werden
zij verhinderd zich aan te sluiten',
als misschien mustangs of bisons
door een of andor toeval verschrikt
in Avilden 'via art voorbijstormden.
Op het roepen van Firefly giing
Pierre tegenover haar zitten. Zorge
loos pratend, spraken zij he't geroos-
terde Aiersche vleeschi, dat -een in
de nabijlhieid geschoten huffelko© ver
schafte, goed aan, toen aan den an
deren kant van de: rivier een door
den lafsltand gedempt schot weer
klonk.
Pierre sprong op en keek verbaasd
©veiral rond. Noch in den nacht,
noch sinds het aanbreken van den
dag was er iets gebeurd, dat aan de
nabijheid vam1 mehscihien deed den
ken.
Wandelingen
IN EN OM HiAABLEiM.
CLXVII.
't Kolkje, wie zou dat niet. kennen
nogmaals voor dear zooveel sten keer
ivan dien heerlijken aanblik te genie
ten. Die enkele rechtopgaande Itali'-
laansclli© populiiier, dat voetpad slinge
rend langs dien oever, luier en daar'd e
tusschen 't groen doorturende o.pg.an-
g©n in het muil© zand, djie enkele pa
tten ear planken, ten behoeve der zwem
mer®, zijn jiuiist voldoende om den
indruk te vedhoogen.
Daar staan w© aan clen rand van
het heldere water, m;et waterplanten
izoo dicht begroeid. Jlaairiijks moeten
dan ook heel wat karrevrachten ver
wijdend wonden', om te voorlkomien,
dat het diicht .groeit, dat de bodem met
©en laagje zw.urt slijk wordt beidiellct
door de afstervende planten. Ziedaar
die bekende waterpest, hoe heerlijk
'groen is die kleur in dit. bidder© water.
iDe toppen de rfMrijike stengels traclh-
ten de oppervlakf© te bereiken om te
(bloeien. Daar echter de stuifmeel-
plant ontibreekfc, komt. er van de zaad-
vorm ling noodt iets terecht; geen nood
'echter; de natuur, zoo rijk aan mid-
ideleaT, waar hét eene faalt, maakt het
op een andere wijze weer goed. Elk
talkje, hoe klein ook, groeit ongestoord
verder; 't is dan ook eien plantje, uit
neimend geisclhdlkt voor een aquarium'.
I-Ié, wat zijn die plompabladien hier
klein, en wat diunme bO adisteeltjies.
Nieem-, hoor; zoiO' is het niet, diat zijn-
geen plompen', diie zo'udien wel anders
te voorschijn komen, gemoed door het
'voedsel uit dein dikken wortelsltoik.
'Dit is de watergentilaan, die weldra
maiast d© nieinvurmage bladen hare
gele, stervormige bloempjes zal te
ivoorschijn brengen. Wat was dat,
©ear visdh?
iBeh maar eve ngöduld, spoedig zal
id© geringe troebelimg voorbij zijn,
(ear... ziet ge daiar die donkere streep,
(onbewegelijk in 't water. Daar staat
©em snoek, luidt die Visschersterm. On-
jversltoorflaiaar kalan, thans buiten elk
gevaar, liigt hij' op den loer, om als
leien eclhltle roov'er te voorschijn t©
spniiïgen1, zooida*!a er buit vo'orbijlko'mt.
iZijn krachtige staart, ondersteund
iddo.r die groente staartvinnen, en te-
ivenis door de ver naar achteren
welk Haarlemmer zou daar niet
•w.andelld, genoten hebben! Naar het
Kolkje; het hart der kleinen gaatplaatsite rug- en aiarsvinnen', maakt,
dat 'hij een slag ito 't water kan doen.
open. als dat als het doel van den
tocht wordt meiranelcL
iBenvoudag, zonder oplhef, is dat ©en
Kurori, waar zand-, en zon-, en beste.
Jucihtbaiclen hietis ko'sten, waar slechts
©en weinig betaald behoeft te worden
voor de gebruikte consumptie.
Die kolk,... als die spreken kon,
•wat zou die in den loop der tijden al
niet gelhooird hebben; woordieai van
liefde en min, luidruchtig© kinder-
istemmen, eniz.
'Beschouwen wij tlhians een en ander
mil een zo ölogiisch-tbotannsdh oogpunt
om eeai's te zien, of alles daar zoo
lou|d, zoo afgeleefd is, dat h©t de
moisife niet meer loont er eens eeniige
uurtjes t© toeiven.
Daar staan w© bij den ingang, het
rullle zand geeft hii©r dadelijk al een
klein voorproefje van- wat het ginds
worden zal. Hechts van omg ©ear
izwante pio.pell, met zijn losgewoelde
wortels, zijn. liggende, ctoor de voetzo
len der Miimmiemd© jongens en meis
jes glad gescihuurden stam. Dian ee
niige passen' verder en voor ons oog
ligt de iop als ©en groot© spiegel uit
gespreid, gemat iar een lijst van ge
noeg afwisseling aanbiedend groen,
weerkaatst in dm spiegel zelve. On-
wiilefoeu.rijg houdien we even halt, om
Plotseling stiet hiiji een vellvven-
•schiing uit. Hij merkte op, dat de bi-
soms hun staarten opstaken en zich
onrustig door elkaar bewogen in
twijfel waarheen zich te wenden.
Langzamerhand gingen zij op een
hoop staan, als zochten zij bescher
ming hij elkaar.
Weer viiel er edn. schot] Uit de
plaats AV/aar een vluchtig rookAVolk-
je uit de aard© scheen op te stijgen,
maakte Pierre op van waar het schot
kwam. Als een donderslag scheen de
knail de uit .hun rust opgeschrikte
dieren ie dooiririllein en iar wildon
vaart voigdm zij hun voorloopers.
Bijna tegelijkertijd sprongen uit
den regenkloof, waarin zij onbemerkt
gekropen waren, zeven of acht rui
ters te voorschijn en een wild© jiacht
begon.
Voor zoover Pierre kon onder-
scheiden, waren het inboor] iingcn.,
die alleen met pijl en boog gewa
pend, hun ongezadelde paarden tot
den uitersten spoed aandreven.
Maar .ook eeai tolahke scheen aan
de jacht deel te nemen.
Plotseling verdwenen allen voor
Kijm blik; cïe buffels hadden n.l. ©en
lander© richting aangenomen en
kwamen nu recht op de rivier losge
stormd.
Nu aarzelde Pierre niet langer. Als
een soort. A-an barricade, legde hij
Izoo 'krachtig, dat 'hij zelden zijn
pitooi mitst. Gevoegd daarbij de groo
ve bek met hondierden' tandjes, als
iwmi'lli'akdn werimnld, geen wonder
dius, dat het ©animaal gepakte viisdhj©'
inlet weer loskomt en spoedig in den
wijlden muil A-erdwijn't.
Nu ziet gie hem düfdellijfeeira geen
(vim v©ra*o©rt zich. Mleit dartel spel
houdt hij zich niet op.
Hier en daar komt het gekro'eside
fonteinkruid reed® de bloempludmen
hoven de oppervlakte uitsteken. We
kunn©n er niet bij:, anders zouden Ave
trachten eens een en ander van de
bestuimih'g vexider waar te nemiem, tot
later dus.
Kijik, daar zijn de kleine gilmanende
knoopjieis ook al, draaiend© ov©r het
watervlak. Hoe glinsteren ze, maar
nog sterker, zilverkleurig zelfs zijn ze
idan, als ze onder water duiken. Het
(zijn de kelken/de draaftorrefjies of
draaikeventjes. En. daar die Waterloo-
peirs, eeai soort wahts m©t d© lange
pooltjes 'gemakkeilijk het dunne li-
idhiaam bov^en 't waterhoudend en
Goopiend als een vlieg op een spi'egel.
Bet bootsmianmietjie zien Ave thans ni©t,
'ook die wantsadhfcige komt moest in
IbovemgeaiO'eimid gezelschap vooa*.
zij.ni bagage opeengestapeld op den
o ei ver neer.
Steeds meer naderden de opgejaag
de kudden de rivier, eindelijk hiad-
don de \-ooirsten den oever 'bereikt
eai na ©e,n oogenblik van aarzelen
sprongen zij in 't. water. Dat veroor
zaakte. ©en piassen en opspringen
en in een oogenblik scheen het AVia-
ter als met een izAVarte massa be
delft. De paarden' \W.rdiei'n onrustig
'en Pdicn-e at ion cl u'itenttij;k doodbe
daard maair to Oh aoI bezorgdheid met
izijn geweer klaar. Pas, toen de voor
sten de breed© koppeai met ziwart©
manen opttiieven, om zictti tegen den
kant op te Averken, sclhioot hij den
diöhtstbijizijmden een kogel door den
kop, waardoor 'hij verdoofd werd en
achterover tuimelde.
Vóór er echter een ander in zijn
plaats kwam, en de ontstane opeaiiaig
weer .sloot, zAvaaiide hij een rood© de-
leen heeaa en weer,, terwijl hij dli©
bew'egingen van diooirdringeinde In-
dia'nenkrebein liet vergezeld gaan.
Direct Was Firefly aan zijn zijde en
liet ook een deken heen en AVeer
•fladderen, terwijl zij met zijn kre
ten instemde.
Düt had oogenblikkelijik zijtn u.it-
wenking. Een gapende afgrond zou
de vluchtelingen niet hebben tegen
gehouden. maar die waadienide rood©
lappen joeg hun de grootste angst
Hoe mooi1 staan daar aan die over
zijde onize wfiltite ganizéMOemem, die
met tal van gekweekt© planten gerust
die A'ergelijlkiinig kan. doiorst.aan. Die
h'eeriijik witte liinltMO'erapjes, zittende
rondbm de gel© builshloempjes.
Een allerlieerlijkst plekje, juist uit
gekozen als voor een zitje op een war
men zomeravond, vinden we aan het
eind.
Jammer, dat hier niet wat banken
istaan. Onder die jonge boompjtes', die
hier welig groeien en wier kronen
weldra zullen Samensm'elten', groeit
thans nog volop gras en tusschen dat
gras nog heel wat planten. Hét meest
in 't oog valt dit prachtig blauwe lip-
toloempj©, het kruipend; zeuegnoem.
De jonge Uitloopeiris vertellien ons
|t/h|am's idiu'id'ettijlk, waaHom d© naam
kruipend gekozen is. Bn daar dat
groengele ding met die twee Madien.,
en die eigenaardige bloemen; 't is een
lorchi'dee, en wel de keverorciliils, ook
[wel tweéblad' genoemd.
Zetten.' we thans onze voeten in het
mulle zand om ©enige metiers te stij
gen, niet naar d© uitspanning, maar
maar het tweeltail .aanduppeHbuiiintji
daarboven; dan nemen we weer tal
van bijizondedbelden waar. Hier voor
eerst bij; deze eiken, waaraan d© ver-
(wieflflvte (SltuiiflmledMIoienien 'tihans niog
'hangen en die weldra zullen, afval
len. D© slechts met enkele vruchtjes
bezette stampeukatjies hebben zich
verlengd en vallen tusschen de jonge
Maden djuibelijk^n 't oog. Kijik eens,
wat ©en opgerolde bladen», wat zou
daarin züten: welnu, laten w© eens
kijken, en jiawel, het is, zooals we
■vermoedden; een rups, die söhuil gaat
ram te verpoppen; de n'aam bladroller
is thians volkomen, verklaard.
Hé, wat zijn die bladen zilverkleu
rig; wellicht al weer van een vernie
ler van 'hielt- jonge groen. Zeker; licht
dat glinsterend© vliie.sj>e mlaar even
op, het is1 de MieurJIoioize- opperttauid
van 't bliad, door het vreten van een
mine'enups los gegaan van de daar-
lOndar liggentd© groene cellen. Daar
as de boosdoener al.
Nu nog heel eventjes naar de den
nen gekeken, waarvan thans de meel
draad en stiaimperMocmoai' zicihitlbaar
j izijn', dan nog even een blik gewor
pen op de kardimaalsmu'bs, maar er
j Is van beide zooveel te verbellen, dat
we de volgende wandeling daarover
©ens wat meer in bijzonderheden zul
len treden.
J. STURING.
MHAlGENBUiS.
lA ia n an. j. G. te H. U vraagt me
(of het. nu nlog n/iet te' laat is om
(all'erl'ei bloemzaden te zaaien. Ik ver-
ivoied, dat u m©t bloemzaden bedoelt:
de zadien A7an éénjarige planten, ©r
izijn ootti ta,l A-an andere. Voor de eer-
et© is het volstrekt nog niet te laat-,
zelfs altijd beter wat later te
izaaiem, dan is men' steeids zekerder
van den uitslag. W©1 zijn de planten
dan wat later, maar die opbrengst valt
gewoonlijk wel mede, en men heeft
later in den» tijd ook nog wat.
D e n HI© r K. te 1^. Het dooi
u bedioeld© schuim is afkomstig van
het scb'Uimbieestjfe, ©en oicadeaclhtig
insect,, dat in larveboestamL niet tegen
»de zonnestralen kan en zich daarom
hult in schuim Strijk zoon hoopje
maar eens uit elkaar, dan zult u
daarin een groen diertje ontdekken
vooral met duidelijke pogen.
D n H ie r v. H. te H. U heht
goed opgemerkt, de beuken zijn al udt-
gelbtto'eüd., de mianrMijlke bloemen al
Giamg afgevallen en de vrouwelijke al
doorgegroeid, haast tot op volwassen
grootte. Die eigenlijke vruchten, dat
zijn de beufcenoten, terwijl dat, wat
ij als viuchtoanhiuttsel aanziien, de
(meegegroeide schutblad»en. zijn, het
©igenlijike nopje.
J. STURING.
door FRANZ KREID'EMANN
aan. De voorste rijen wéken terug en
toein volgde er .een onbeschrijflijke
ven\var.ri»ng tot zij een plek aan den
oelver gevonden hadden, waar niéts
hen meer tegenhield.
To.em was het gevaar onder de poo
len der buffels venmiorseld te wior-
dn voor Pierre en Firefly voorbij.
Als wij op den anderen oever
overnacht hadden, dan zou er niet
veel .vaai ons overgebleven zijn, zei
Pierre gelaten tot Firefly, die exen-
als hij geen oogenblik haar -tegen
woordigheid van geest A-erioren'had,
maar de duivel hale den ezel, die
ons dut tuig op 'het dak gesjbuurd
heeft.
Zij zagen oais niet. De buffels
ttiind'erden 'hen en zij hadden gebrek
aan versch vleesch, antwooaidd©
Firefly bedarend, e'n ingespannen
tuuade zij naar den anderen oever.
Als je bruine neven de kudde
A"an den anderen kant bestookt hiad-
'den, dan aoud'en wij er geen last
van gehad hebben, snott© Plefiiro
goedmoedig.
Niet allemaal bruine nevdu. zei
de jonge Indiaamsdhle op vrool ijken
toon, alsof er niets bijizonders ge
beurd was.
Neen, niet allen, bevestigde
Pierre,, minstens éeo blanke ,was er
bij. en met hem zou ik Wel ééns een
ernstig woordje willen spreken ©A*er
Hn lange rijien vlogen de witte
sbhui'mlkoippen maar d)en vlakken zoom
van 'het zandige strand'. Het geraas,
dat deze eindellooize cavalcade veroor
zaakte, verslond d© zwakke klonken
van de gesprekken der mensdhen.
Miidhael izat geruimen tijd' aan het
strand en staarde naar het zich» tel
kens iiedhlalend© wionlder, dat met
volle kracht op hem inwerkte; met
donderend© stem verkondigde het
Ih'em de begrensdheid en verganke
lijkheid van alles, wat van den
tmensdh komt, en zij'n ziel iti'lde van
eerbied voor de grootheid en de
imaclht van majesteit matuur.
Toen hij eindelijk oipstond en land
waarts ging. wias alle dofheid en
eesitiglheid, welke den (horilzont
zijner gedachten m.et donkere sluiers
hadden bedekt, vian hem genom»en
de onmetelijkheid van Ihet elem»ent
weerspiegelde zich in hem', de gigan
tische rhyitmus weerklonk in hem; de
heldere lucht, het zuiver© zand, liet
prikkelende van' de zeelucht hadden
in hem alles-, wat muf en met stof
bedekt was, schoongemaakt-. Hij glim
lachte tegen de zon en zou allen, die
hem tegenkwamen, gaarne van zfju
memsdheniliefde hébben doen genieten
Achter zich hoorde hij een zwalk stam
metje zeggen:
Ik geloof s'tdlliiig, dat hij vandaa;
weer komt.
iMicihael keek om. Een klein, aller-
liefst zesjarig meisje liep naast een
bejaarde dame met een verdrietig ge
zicht; het had- een eenvoudig iblaux\r
jurkje aan, waar de dunne, naakte
beentjes ©.ndienuit sitaken; terwijil het
het. kopje met de donkere lokken Aveer
naar het strand keerde, zei .het weer:
Ja, tante, ik geloof het werke
lijk och toe, laat mij er toch weer
met u heth gaan.
IDe dame, op wier gelaat een heel
(boosaardige, spokende trék lag,
scheen, omdat Michael haar kon hoo-
ren, een uitbarsting van- drift te on
derdrukken, maar haar ronde, gele
oogen zagen toornig op het kind neer
en zonder haar dunne, droge lippen
te bewegen, snauwde ze het toe:
Marga, j,e weet, dat ik je zoo'n
dwaze praat streng verboden heb
wil je meegaan of nJiet?
Twee groette, reime, donkere kin-
deixioigen -richtten zich met een wee
moedige vraag op het strenge gelaat
van de dame, waarin de tijd zijin
sporen hiad achtergelaten; daarop ves
tigden ze zich op den zandigen bodem
dicht© zwarte wimpers bedelden clen
helderen spiegel van een gedroomde
wereld. In 't voorbijgaan hoorde Mi
chael het kind met een mengeling
van onderdanigheid en trots zeggen
'Ik zal- wel gehoorzaam zijn, tan
te, maar ik weet het to oh.
Ihet beeld van de vragende kinderoo-
gen achter.
Des namiddags slenterde Michael
In een behaaglijke saèstastemming
met de sigaar in den mond: n aai- m'
strand.
■•In een door kLiimrozen omrankte ve
randa van een dorpshuis van rood©
baksteen, zag hij het kind weer; het
zat alleen bij '©en tafel en keek in een
boek. Michaöl bleef staaai en glim
lachte het toe.
Kijk e©ns aan. Je kunt dus ai le
zen?
Het kinld liét hem het l>oek zien en»
zei zonder verlegenheid:
Neen, iik ga immers pas sediert
Plaischen op school; ik bekeek alleen
maar de prentjes van de zee.
(Michael nam het boek; glimlachend;
liet hij alle bontgekleurde platen door
de vingers gldjid'en. Een 'blad, waarop
schuimende golven waren afgebeeld,
hield hij- vast.
Hm, wat mooi. 'Zie je, zoo was
bet van morgen aan 't strand. Daar
heb ik je gezien.
Ik weet het, Met tante. Ze knor
de juist.
Ja, omldat je zei:-hij' komt x-an-
daag weer.
(Manga was biji het tuinhek geko
men. Met haar groote oogen keek te
naar den witBjitauwen zomerhencd.
Eten zonnige glans lag op haar pein
zend kindergezichtje. En zeer geluk
kig zei ze:
Dat is waar. Hij- komt stellig.
Maar wlie dan? Oom? Of d© groo
te broer?
Ze keek hem bijna guitig aan er*
schudde levendig het hoofd.
O neen. Een heel' andere. Papa!
Michael nam haar handje en streel
de het.
Zo'o en nuamia?
(Marga zag (hem bedroefd aan en
haai- oogen. glinsterden vochtig.
Mijn arme mama kan- niet- l :■>-
rr.°n die ligt reed's verscne;d-.u ja
ren in den grond.
Vol medelijden zag Mich cd r p ie
kleine Marga neer. Hij gi-'ük haa?
pv*r hrar krullebol.
—•Arme kleine, Maar, papa,
die kan dus komen?
Haar bedroefd gezichtje straaldla
weer.
O ja. Papa kan komen. Vandaag
zal hij komen.
Zoo? Vandaag?
J'a, Omldat vanavond de ze©
gaat lichten.
Zoo, zoo. Papa is dus miiet ver
hier vandaan?
De kleine grinnikte van pret.
Violsbrtekt niét ver. Maar tante
wil niet hebben, dat ik er heenga, als
hij komt maar ik ga toch.
Uit het huis klonk de knorrige, on
welluidend:© stem der tante:
Marga, Marga! Kom oogenblik-
kélijk ©ens in de kamer.
Haastig nam Marga haar 'boek en
fluisterde geheimzinnig:
I'k ga er vandaag toch heen.,
Maar niets aan tante zeggen.
En weg sprong ze.
Tevergeefs trachtte Michael «eni
gen samenhang te brengen- in het
geen hij gehoord had. Maar het lich
ten der zee had het kind juist voor
speld. Het xxd't-blauwe van den hemel
was voortdurend dichter geworden en
daalde des avonds als een dichte,
In Michael's ontvankelijke ziel bleef grijze sluier op de zee. Een zondertio-
zijn domheid, xx-aavt hij. moet ons toch
gezien 'hebben, en evenals Firefly
keek hij ook vol inspanning naar de
plaats van de dottle jacht.
Binnen hun ge®idbtskri<ng Was een
Ihialf dozijn bisons, het offer xran ko
gels en pijlen geword'en. Daiartus-
schien bewogen zich een aantal bijna
geheel ongeikleede bruine jngérs, dii©
juist hun paarden afgetoomd hadden»
en nu bezig waren de gescttioten di.o
ren te slachten.
Uit den bekenden regenkloof kwam
•tegelijkertijd een lange rij Indliaan-
eche vrouwen t© x-oorschijn, di© ieder
twee of drie beladen paarden met
zich voerden. Daarnaast draafden
kinderen en hoardenr- ,e©n duidelijk
■toeken, diat men van plan was op
goede jachtgronden een leger op te
slaan.
De grootste aandacht schonk Pier
re aan den blanken ruiter, di© naar
't. scheen op hem kwam toerijden. Op
den oeverrand bleef 'hij staan. Na
©ven onderzoekend te hébben romd-
gekeken, zocht hij een plek uit, wiaiar
de buffels de sleenen wat ha,dd'en af
gebrokkeld om in de rivier te kunnen
afdalen. Hij bereed een A-dortreffe-
lijk paard, dat hij met de kalm© ze
kerheid be stuurde van iemand^ die
zich in den zadel volkomen thuis
Aioelt en gewoon is, om in het water
den vasten ondergrond Van gevaar
lijk drijfzand' te onderschei dén.
Slank en Aran moer dan middel ma
tige lengt© sprak zij'n houding van
kracht en vlugheid. Blond', kruk end
haar kwam van onder zijn afgedra
gen lcrijzen vilten hoed te voorschijn,
Avjiarop twee staartveeren van» den
Axdtigeikopw'ien adelaatr», die als (zeld
zaam jacMfirophee den nijd van me-
r.igein inboorling opwelcten.
Een krullend© baard bedekte de
onderste helft van zijn gelaat-, Avaar-
uit. twee donkerblauw© oogen opge
wekt en gelukkig de Wereld inke
ken, Hij was gekleed als d© jagers
uit het Westen, die miet. vaak geie»-
igenbieid. vinden, hun hoofdzakelijk
uit leer bestaande kle*«m ti© ver
nieuwen. Zijn .verschijnin»g oefende
op Pierre een .gunst'igen indcruk uit,
iwaimt hoe dichterbij hij kwanv, des
t© meer voelde 'hij den toom tegcTi
d'en ongeroepen r us fcversitio order ver
dwijnen.
Met een vroolijken groet dreef de
jon,ge- ruiter zijn paard tegen dén
oever op, waar hij uit. detn zndoi
sprong en Pierre mlét de naast bom
staande Firefly kameraadschappelijk
begroette.
(Wordt vervolgd).