ge drukkende warmte hing boven de ii be grensde watervlakte. - Vanavond wordt het een pracüitig 3'oaten, zeiden de menschen. 'Heel laat nog zaten velen oruder de groote veranda van het strandpavil joen, deed's gezellig koutend en :het wonder der lieMeride zee slecJluts met de oogen opnemende, deels zwijgend genietend met de ziel. Ook Marga's tante was er; ze babbelde met kennis- sen en dronk warme melk. Het gebab bel der oppervlakkige mensdtoexi, het welk het onmogelijk maakte in stem ming te komen, verdreef den fijaige- jvoeligen kunstenaar; lüj ging de trap uj' naar Biet strand, dat in nachtelijk duister gehuld was. Geen ster was aan het uitspansel zichittbaar. Uit het in elkander loopendie onbegrensde donker liepen gr oen-gele vlarnjm en- slangen tot ond'er zijn voeten, dlie in Ihiet natie zand een lichtend spoor achterlieten. Het was doodstil. Zelfs üe andiers onophoudelijk krij'schende sneeuwen schenen dood: Alleen daar ginds rudsetoite en fluisterde het en iStpookaqhltiige lacjhltep 'dwaalden om (die stee non hoofden waarop des daags het vroolijk© ladhen der kinderen ^weerklonk. En Michael ging er heen in den zoe-len nacht, heel alleen, en lette niet op de schuimdroppels, die hem als een regen om de ooren vlo gen. Zijn kunstenaars© og werd ge boeid door de demonische schoonheid der natuur. A.an den voet van een der (hoofden, tegen w-ellks steenen de gol ven de een na de anidcre braken, bleef hij staan. Slechts door zijn zwarte, Strakke lijnen in het ptoosphorusacih' tige licht was het hoofd te onder scheiden. Hier was de bekoring van het lichten 'het grootst. Met korte tusschenpoozen kwamen wapperende vlammen uit de gistende waterkolk en dansten met phahtastische spron gen om. het uiteinde van het hoofd, öe flauwe zeewind was wat krachtiger geworden en streek nu vlug- over de kammen der dansende vuurgoilven. In rulsdheude op- en neergaande be weging begonnen deze nu hun eeu wigdurend wiegelied. Eensklaps tus- ischen twee diepe adieuxihialixigen van het vochtige element, bracht de land waarts gierende wind een geluid naar Michaels oor, dat een herinnering bij tliem wakker riep. Hij luisterde op lettend daar weer een heel zwak stemmetje. Papa bent u daar? Verschrikt herinnerde hij zich de wonderlijke woorden van Marga. Nog meende hij, dat zijn verbeelding hem bedroog. Voorzichtig schreed hij over (de steenen van het hoofd en nu dicht voor hem klonk het verlan gend, smachtend: Och, toe, och toe zeg toch, of u daar bent. •Een koude rilling ging hem door de leden. In de donkeren nacht hurkte" (het kind op de glibberige steenen. Toen Biet zijn roepende stem hoorde, antwoordde het uit de duisternis. Niet aan tante zeggen, dat ik hier ben. Ze meent, dat ik in bed lig. Maar Uk ban stlülöfii'es weggekropen: ik (moest immers op papa wachten. Michael ging naast het kind zitten en nam het in zijn armen. Maar, kindje, hoe kom je er bij? Hier kan je .papa toch niet komen. Ga mei mij mee. Wees lief. Tante zal zich bezorgd over je maken. Miet zacht geweld wiild© hij de klei ne meetrekken, maar ze verzette zich heftig en riep: Neen, neen, ik wil niet. Ik (houd niet van tante: ze is slecht en heeft mij niet lief. Mij heeft alleen papa lief en ik wil hier blijven, tot hij komt. Michael vatte de ijskoude kleine handjes. Maar waar is je papa dan? Mijn papa ligt heel ver daar ginds in 't water. Michaels hart kromp ineen. Hoe kan dat j>© papa J-n, hij was kapitein en is, het, rvorige jaar met zijn schip in de zee verongelukt. Met een bartel ijken d'ruk -hield de jonge man de handen van het kind vast. En waarom geloof je, dat hij (vv,eer hij j'e Icomen kan? Omdat ik hem: laatst bij 't lich ten van de zee duidelijk gezien heb. TI ij heeft miij gewenkt; hij weet, dat tante mij niet lijden mag en dat ik vaak om hem. ween. De laatste maal was zij er bij ,en daarom mag ik des avonds niet meer mee. Maar ik wil (hem vragen, dat hij mij meeneemt. Droevig gestemd streelde Michael de zacBit-roode kinderwangen. Dficht tegen hem aan gedrukt vertelde het (Van zen uva ctobi'gtoald schokkende imeisje van haar jong en groot leed reeds dadelijk na de" eerste jaren van een droomend laven, hadden de ■warme, beschermende moederarmen zich van de teere mien schenk nop los gemaakt en de koude aarde bedekte het beste, wat een kind kan hebben; in de plaats van die door niemand te vervangen moeder kwam de tante. Wie meet wel het stille leed eener kinderziel, welker omhulsel eiken dag door de doorns ivan een liefdeloo-ze plichtsvervulling wordt gewond, ter wij] die ziel verlangt gevuld te wor den met een tee der e liefde. De vader was kapitein; zijn beroep hield hem soms zeer lang van het -'•'hart zijns kinds verwijderd. Toen hij, een slacht toffer der zee, in die zee zijn leven bad gelaten, nam de liefde van het kind toe onder den heeten gloed van een onbedwingbaar verlangen naar de (doode. Zonder zich aan anderen te Storen, wachtte het op de terugkomst ■van den vader; alleen in het met oen •steen bedekte graf zag het één schei- tding tusschen loven en dood. Voor toet ego isme der tweede moeder, die (\joor, helt kind nooit meer dan ee.n (tante werd, bleef zulks verborgen. Ze 'Zorgde fiKinfic voter do huishouding van hiaair zwager, hield door strikte •discipline alles in orde en overtrof in dit opzicht verreweg de overleden jonger zuster. Maar de liefde, die vroeger alle vertrekken met licht en warmte vulde, ontbrak en over alles •lag- de grijize sluier van den plicht. Toen de bloedarmoede oude vrijster op aandringen van den dokter met Marga naar den zeekant was gegaan, (had het gezi'cht van de zee het ver langen van het kind naar haar va der, die op den bodem van het groote Waterbekken rustte, nog doen toene men. Inliet lichten der golven meen de het verlangende kinderoog den vermiste met geopende armen te heli- ben gezien. Toen Michael de kleine vertelde, .diait haar papa reeds lang niét meer daar beneden lag, maar thans .in den hemel' was, ging bet kind bedroefd met hem over het hoofd terug. Nu ze haar lang gekoesterde hoop zou moeten opgeven-, begon ze zacht te snikken. Opeens begon Mar ga's band in die van Midbael te tril len. Die wind was omgeslagen en veeg de met korte, ruwe stooten over bet water. Ze rukte zich los en riep: Hoor je? Dat ig hij nu komt bij. Over het water kwam een dof ge kreun, een klagend gejammer. Een ijskoude rilling liep' Michael dloor de /adjexten. Qinids, aan bét dinde van den steenen dam stak bij bet onzeke re groengele licht der uiteenspatten de golven een zwarte massa af, die izich. mot een krakend geluid op en neer bewo'og, nu op groote, dan op wat kleiner afstand. In een schatte rang van het fluoresceerende water meende Michael de flauwe omtrek ken van een boot te herkennen. Thans nu de schaduwweer verder verwij derd scheen, maakte zich uit die scha duw een lidhtzuil ter hoogte van een wind aan It einde van het hoofd een mSam los, diiie onder 't gehuil van (den wind scheen te wenken. Marga rukltie zich los en riep: Daar is hif"en dat is zijn schip. Hij wil mij halen. I'k ben er, papa, ik ben er. Tevergeefs beproefd© Michael haar te grijpen; in het ondoorzichtige don ker was ze ham ontgleden. Een doo- dielijke schrik verlamde voor een oo- genbük zijn tegenwoordigheid van geest. Te midden van het huilen van den wind en knarsend gekreun hoor de hij weer het fijne stemmetje: Ik ben er. 'En nu was hij weer geheel meester van Zich zelven. Luid roiepend liep hij vooruit en sprong op de steenen van het hoofd. Nu zag hij daar ginds weer. de^ op- en neergaande schaduw en de voor hem uit dansende boot. De angst om het kind knoop hem de keel dicht. Het toenemende rollen van het opkomende water, die huilende wi-nft- stooten verdoofden zijn heeseh ge roep. Struikelend en glijdend haastte hij zidh over de vochtige gladgespoel- de steenen. Een ontzettende angst, als of hij zijn eigen kind moest redden, dreef hem voorwaarts. Reeds kwam hem het water, dat met den vloed op kwam, in de schoenen. Zonder daar- lop te letten, ging hij verder in de richting, vanwaar hot akelig gekreun zijn roiepen van Marga beantwoordde. Daar kwam plotseling voor ham een vlamimenmuur op, waartegen de om trek van een heel op 't eind van den gevaarlijken weg staand kïud' afstak. Het staik die beide uitgestrekte armen den naderenden waterreus tegemoet. Michael kon zich baast niet langer staande houden door do lichtende golf werd het kind o-pgenomou en achter zich in de donkere, kokende kolk geworpen. Daarop dook toet weer op in den lichtvloed, gewiegd door schitterenden glans, om weer t eruggeworpen te wondien in de ver schrikkelijke duisternis. Zijn leven niet achtende, stormde Michael voor uit. De vochtige armen van het be- geerige water grepen naar hem on be proefden hem van den vasten grond weg to trekken. Rechts en links van den smaller, door 't water gespoel- dfen weg gaapte de dieptie. Daar vloog met ©en doften slag oen lichaam naast toom .op de afgebrokkelde steenon. Hij greep er naar; de zee gaf hem hot le ven terug, dat zijn ontwaakt vaderln- stdnct in wanhoop verloren had ge acht. Met een jubelkreet nam. hij hot kind in zijn sterke armen en ging stap voor stap dn weg terug, waarop die dood dreigde, terwijl hij don stil len, dierbaren last liefderijk aan. zijn borst, iborg. Mét een hoopvol klop pend (hart 9neld'e hij naar het dorp. In tien minuten had hij een huisje be reikt, op welks vriendelijk door eten hanglamp beschenen veranda vroolij- ke zomergasten zaten. Bereidwillig en modelijdend ondersteunden ze hem bij <zijn reddingswerk. Op de canapé in do woonkamer lag 't kind; de zware, donkere wimpers wierpen hreede schaduwen op hef in-bleek© gelaat. Diep bedroefd boog Michael ziclh over toet teediere lichaam over hot kus sen., waarop hot hoofd rustte, kroop een smalle, ro-odé streep de strijd imot den waterreus had slectorts en kele seconden geduurd; de zee had het kind lovend aan de wreedero aarde overgeleverd een, harde, scherp© steen had dieze verlangende, droo mend© gedadhtetniworeld verbrijzeld. Maar de glimlachende, zwijgende mond verteld© van een plaats, waar geen smart, geen teleurstelling moer 'k'on doordringen. 'Hot viel M'Muaed niet. gemakkelijk de plaats te verlaten, waaT hij den droovigsiten en diiepsten inidruk zijns (tevens had ontvangen. Nog dikwijls iz-at hij op hiet eind van het tuoofd en keek naar heit spel der door de zou toeschenen golven mot de overblijfse len van een gestrande boot, die (kraakten en kreunden, als de golven or tegen aaai slo.egen. Bier had hij ook met ontbloot hoofd gestaan en 'Zwijgend maar mot een verscheurd (hart de vertrekkende stoomboot nage keken, waarop de M'edno Marga naar haar wjo-omplaats world gevoerd. In macht en licht had do kleine, verlan gende zM den weg naar de liefde des vaders gevonden. De roode Anjelier. Door Al win Römer. Hot toad toom moeit© genoeg gekost, de roode anjelier te krijgen, die hij nu voor hot 'half verwieierdio spiegeltje in het tooeMïouderiskamertj e in het nevengebouw nam dan grootten molen coquet 'in het bovenste linker knoops gat van ziju zamepjas stelle. Hij zat in ai: molenbedtrijf, waar altijd gewelkt werd, ver van de stad, ate in oein ge vangenis, en teer hij dies Zondags in do stad kwam, waren de bloeimleaiwin- ke!s reedt? lang gesloten. Van do anjelieren in den tuin van dein molenaar 'stond nog een enkel©ui bloei en die reeds eondigszans op jaren gekomen sohioolmeiestersdoclitor, die een poit mot heil dler-ro ode anjelieren voor hét raam had staan, was niet te bewegen geweest, hom er een van te schenken, omdat men „daarmee de lief de weggaf', zoo als zij met gemaak te schalksehbeid beweerde. Door de molenaarsknechten, die el- ken idag naar de stad gingen, had hij zich igeone willen laten meebrengen. 011, die vrouw, die boodschappen cleed on alles oververtelde wat zij wist, had 'hij er in 't geheel biet moe durven belasten Wht bioef hom dus anders over dan i p Zal©rdagavondl oer de maan op kwam, over hot hek van don tuin dos houtvester*? te klauteren, en or daar, waar de bloemen in alle stilte waren ontloken, één te stelen Don ouiden houtvester zelven kon hij er niet best om vragen', dlaar ze bij een gesprek over patrijshonden zoo'n- ruzie hadden gekregen., dlat ze elkan der sedert, dien tijd mot éem koelen groet voorbij liopen. Langen tijcl was cl© naburige hout vester swoning zijn troost in de een zaamheid' van deze drukke, maar ook goedbetaalde betrekking geweest. In den gezelligen kring van hot houtvestorsgezin had hij ontspanning, verstrooiing, belangstelling on opge wektheid gevoudleto tot op dien on- geflukkigen dag, van toen, ze bij de punch mot ©akamldiev over die eigen schappen van dos iioutvestoits patrijs- •hrrtd spraken en .elkaar ten slotte onmondig scherpe woorden toevoeg- dien, Waant die houtvester was .eigen lijk volstrekt geen onverdraagzame driftkop ©n Framz Steinmoser bekom merde zich andiers niet veel om patrijs honden. Maar 'die geest van de punch was zeker een beetje, te sterk geweest; mis schien ook was de procuratiehouder van den molen door die aanwezigheid dor oudste dochter van don houtves ter, die mot vacantia van die kost school thuis was, in die war gébracht, of aangespoord oim op liet onderwerp door te gaan, hoe hot. zi j sedert don dwazen woordenstrijd, waarbij de punc.hgla.zeai ton slotte hot dansen "e- iei rd haddenolmdat do houtvast©'' zi-nle gewichtigste argumenten met do vuist op het tafelblad vastnagelde, was hot anders zoo vriendschnppelii- ke verkeer tusschen do buren opge- hcuden. En dat had' ©duidelijk den •braven Franls Sted-nmoseu* op eiigen- aarddige gedachten gebracht, omld'at de voortdurende eenzaamheid op dien moten zijn zenuwen in die war bracht. Hij Wilde tronwien. En daarvoor nu had hij do roodle anjelier no o dig", die hij zich eten vorigen dag nu juist niet langs prijizemswaa.rdiigen weg had toegeëigend. Het moest namelijk juiist een anjelier zijn en wel eetr •roocle, waarmee hij zich die toekomsti ge huisvrouw wilde veroveren. Aan. deze roode anjelier zou ze toeirn toer-- kennen, die tot dusver slechts een paar „post© restante" brieven met hem luad geiwMseld, nadat Fra.nz' Steinmosier had besloten met die „wees inot aangenaam uiterlijk, huiselijke eigenschappen, zacht karakter en niet, onbelangrijk vermogen" nader kennis te maken. En het rendie.zwou,s zou dies Zondags iin de linidon-alleé© van do naburige badplaats Schimmenstem pl a ais vinclen. Deze Zondag wat nu gekomen. De bo'ekhoudler had zijn toetoereidisieilien gemaakt en wa,s nu Maar om naar hiel kleine 'station to gaan, dat tus schen 'de naastbij gelegen dorpen en eten moten was gebouwd. Het hart klopte hem toch wel een weinig, toon hij in den waggon stapte. Men kon niet weten, wat or van de historie zou worden-. En al lag nu ook niet aan heit eind© der Xïnldeniallée dode lijk het bureau van ellen burgerlijken stand, liet wal? toch eenistiap, die mis schien. voor zijn gamsche votgendie le ven- van beteekenlis kon zijn. Juiist, to,en de trein zich weer in be weging wilde zetten. Monk er uitliet kleine stationsgebouw e>en luid ge roep. De conducteur nam hot fluitj'e r og eenmaal van de lippen, en do ma chinist keek vol verwachting maar do deux. Daar kwam, h oogrood door het snol- te loepen, een jonge dam© naar bui ten, d/i© nog mee wildeHot was Hed- wdg van den houtvester, dfe zwijgend getuige vlaai den diwazen. twist was geweest, waardoor hij zich haarvader ti.t vijand had gemaakt. Hij zou haar nauwelijks herkend hébben .zoo mooi leek ze totem helden. Kwam dat van de roode wangen of van hel mooie, lichte zomeirjaporinr- 1,0? Of lag hiet aan de bevalligheid van haar gang, die ook in dit. snelle tempo» niieti? van zijn schoonheid ver loor Haar oogen hackten, reeds vroeger zijiiue aandacht getrokken-, diep lig gend». grijze sterren, die onwiilekeu- r'g vertrouwen inbcfczemdian. Zo had den mot eten sméékeinido uitdrukking aa.n het gelaat toaars vadenjs geluun- gietn, toen deze meer en meer d/tl drift geraakt© ein do vnendfechap scliaaiidie- lijk werd verbroken. Geboeid d'oor haar uiterlijk, dat hem geheel Veranderd scheen, boog hij zich uit' hot half geopend© poiiitaieir- raam, om 'haar acTiiterna te kijken. Maar helaas, 'hot harde ream van het venster zat juist hoog genoeg om een eind te miaken aan hiet- leven van de anjelier. Als een verraderlijk voor wierp dloor liet noodlot gebruikt om zijne plannen t© volvoeren, schoof hot zich dicht achter dm toedienen, kelk, daar, waar deze op toet dunne '-steeltje zat, .ein. sctooidde icte roodlgloea-endo piactothloem er langzaam van af. Toen- hiet laatste tipje van do licht blauw© zomer japon iim een coupédeur verdwieaien was m de trein. zich. lang- zaam in beweging zette, Viol de erg i i niemged/i'ukt© anjelier op do spoor- bs an, e.n toon- Framz Stetnmoister weer cp de kussens achteirover viiel en zijn hand weaktuiglijk naar zijn knoops gat tastte, moest hij tot zijn ontzet ting bemerken, dat. die mot zooveel moeite verkregen roode anjelier af scheid van toom hiaid geaiomon, Alleen ellen steel Vond: hij nog. Zoo'n dfomhieiidbegon hij te pi uittelen. Wat giuig mij -dlat mleibje aanIk blad op mij zelvén mioiéten passen in plaats van dat klein© glatosje van dfen. houtvester achterma te kij ken W-aar krijg ik nu een andere anjelier vandaan? Nu komt .er mis se luiem van dia tooeJe zaak niets Hoogst verdrietig klautfeiulle bij in Schimmoi'istean. nilt dm waggon. Elcu hl'lemieuverkoopster zocht toii tever geefs.. In do voortuinen der sierlijk© villa's bloedde ooik ndetl-, dlat lifem uit de verlegenheid' toiaicl kunnlen helpen. Do éenlge roode .anjelier, welke hij zag, zat" in toet knoopsgat van een e enigszins afgeleefd uiitziendlen fat. d'ie mot. gratie nu miilsschiieu in een avontuur danste, .waarvan hij tot dus ver nog geen vermoedlen had. Misschien ook vvieap do „wees an et lm, aangename uiterlijk" koirltoenaiden liiat eigen toedkenningstleekea wog, als ze dlezen opgedlia-kten fat zag. Maaii' hoe zou hij haar dan nog vin ei en onldelr heit groote aantel jonge-, schoon'© moiisjes, die -in die liimidlen- alléo wanidcldien of op de torrassen clev restaurants hun koffie clronk-feiu "Verdrietig nam hii aan een der on bezette tafeltjes plaats om de wande laars e©i1?t eiens d:e revue to laten pas- sce-re.n. Terwijl hij nadenkend in zijn kcffi© voorde, hoorde toii van helt ta feltje naast hom brokstukken van oen gesprek, hetwelk ddkwiil-s door oe-n uitbundig gelach werd afgcbrokiein. Fieai schaar van ongeveer tien jonge, dames was daar gaan zitten on ver deeld© haar belangstelling tusschen cluocolaidie met vtöel slagroom en cle jonge hoeren, die door de allé© wan delden. Nummer zészeido oen frissche brunette, m'ét kwalijk bedwongen Vroo- liikheid, terwijl haar hliMcen op oen dandy gericht waren., die, vreernd ge noeg, ook al een roodle anjelier im hiet lo'.'ioopsgat hiaid. Werkelijk al weer eenfluis terde een van diiie bliondiinaien, waar van hot heet, dat ze te vte-el ijzer in baar bloed hebben. O, er k-omien nog veel moerJul lie zult het •zienAan twintig hebben wc geschreven. Daarvan, komen min stens vijftien.zed- een zwartkopje, dte zéker van lvaar zaak wais, met oen ZWéieim' van- gebl.a.sielerdheid op haar gezicht en in haar toon. E:en nilerkostelijkste. grap juich te een liehtbloindij-e, nauwieiijks Uit de b alcvischjesj anen Heit wordt nog veel mooter! on derrichtte (hatar to'et zwartje. Jullie moet maar ©ons oppassen, hoe ze elkaar aankijken, als ze elkaar togen- kf.men. Precies, alsof ze elkaar wilden c.pe'ton 'tl? dol leukDaar komt nummer zeVen al! Franvz Steinnuoser wendde hét hoofd cm, teneinde ook nummer zeven m ocigenschiouvv to nemen. Waarlijk, het was woer eien roodie anjelier Plotseling schoot toeirn toiat bldéd naar 't. hoofd. Hij wist <nu op -eenls, dat de weel? mot een aanlgenaaan Uiterlijk en de huiselijk© eigenschap pen, enz. een- nietiswaardiig©1 uitvin- drng van doz'e jomge .meisjes was, die on haar Zondagnamiddag efems een extra gra.p haddJecni willen hebben. Het Mefst was hij nu naar haar to.o gegaian om haar eens ongezouten: do vvaarlioid tic zeggen. Maar dlan toiad- don ze immers geweten, dlat hij eigen lijk „nnmimer acht" was. En clat mocht hij toch niet verraden'. Hij stond daarom toaalstiig op, ©n' nuengd© zich -ondier de Wandel-aars, hartelijk blijde, dat do roocle anjelier hem nog juiist hij tij dl? had vterlaten En daar hot gebeurd wals, toon toii het mooie houtveoterskind zo'o be- l'-ngs'tfel'ltend achterna- toialdl gekeken., gevoeld© hij zich opeerns tot dankbaar heid a-atn het- meisje A%ri>li-chit. Dat schonk hom zeker ook den moed o-m haar vriendschappelijk'als of ©r niet.? gebeurd was, aian. t© Spré ken, toen ze togim op den vvaiïdielweg tesieuikwaim mot ©feu tante, dde zie in Schimmorsiteiin fiiad opgezocht. Een vriend van papa! Istetole I-Ied- w-ig hom voor on bloofede daarbij, als of'hot. oen heel schandelijk bedlrog was, -diat ze daar pleegde. Hij gtimlachte onmerkbaar, maar was zeer tevreden', dat ze mot zooveel tact v'enneed aan die ruzie te herin neren. En nu weid bij' op de koffie uitgcnoodiigcl. Do w-oning van de taailte lag -even eens aan cle liind'en-al'leo en toen- ze an do gezéllige veranda uit naar be neden zagen in hot bont© gewoel der op haar Zonclagsch gekleed© menigte, verd hiet -don -goeden Framz Steinmo- ser zoo good -en behaaglijk towioede, al- diait in lang niet het geval w-a-s ge weest. Deze kleine Hedwi'g wals toch een lief, flrjsch ©ai natuurlijk -schep- sel'lje Eon- ulit-roep van toet jonge houitvés- terski-nd deed hemi ontwaken uit zijn aangenam e overpeinzingen, Kijk eens, tante, hoeveel heen-en- vandaa-g rood© -amjel-iepen dragein zei- de ze. Bloementaalorakelde tante Do rothea. deftig. Hoe dat? vroeg Kediwig, terwij! Steinmoser rood Werd vain Verlegen heid. Dat wil zoovefel Zeggen als ik ben nog je krijgen onderrichtte de oude dam'©. Meneer Steinmoser mag er ook een: ito hiet- knoopsgat stoken, als h-ij wilAchitor in- den tuin .staaf, een lied i>crk vol. Ga eui haal toean -ar een Maar Frainiz Stein-mosor protesteer de hevig. In -geen geval wilde hij dii®n dag voor dl© tweed© maal met een-roo cle anjelier getooid zijin-. U bent dui? intet meer te krijgen plaagde- lie-m tatote Dorothea. Miisbctoilcaigaf hij out wij kernei ton antwoord e-n .keek vluchtig -naar het luou-tivestei'sk'ind, dat in weerwil van haar inspanning in eien géhieel oingeunotiveier.de varlegeaihei-cl ge raakte. Op cle terugreis in eten trein zaten de bedde ZomdiagsreiLzigers in dezdfdc- cc-upé. Hedwijg vcatelde daarbij haar moclep-asfeagior 'hoeveel laaf haar vader er van bad, dat hij nnet toom in on min vvafs gera-akt. En da-ar toij toaar nu aan toet station wachtte, was dlat ©en mooie -gelegenheid om zo-n-dea' vieol woortidon vve-er -vtrelclé t,e Muiten. Nu- begon hij zich zellf te beschuldi gen, dat h-ij zoo'n. dwaas was geweest! den heeten mooien, tijd te verzuimen De vrije weken- zouden nu- spoedig uit zijn Welke weken? vro-eg ze ver baasd. Wol, uw- vacanttewfeken, juf frouw Hödwilg' Maar, monéor Stehimoser, zei ze cp sltr-engen toon, u bezoekt immieds papa Dat was- vrofegelr zoo riep h-ij, f-n keek toaar höel brutaal in blaar plotseling' pu-rpérroo-d' geworden ge-1 zi-ehitje. Als ik nu w-.e'or ko-ni, bekom mer ik mij vooreerst, in 't -geheel niet om den ouden bronubeier, maar Denk aan uwetoekomstige v.T'ouWu mieneer Steinmoserviel ze hom in de redle. Hoe meent u dat? was toot ver baasd© antwoord. Ikten minste voorloop-igdat wil -Zeggen Hebt u straks niet die x-oode anje lier geweigerd, -omdatomdat fluisterde ze verlegen. Och watzeii hij, -hartelijk la chend. Deze verwonlschte roode anje lier U zult weten, too-e die zaak in elkaar zit En toon- vertelde ia-ij toaar alles-. Toen de -trein bij hiet station kwam h-a-d 'hij auoig ju-ilst tijd. om toaar to vragen, of z© lueim niet „zeer belache lijk" vond o-m die bcscha-mende am-je- lierentoistorie. Maar daarvoor had ze natuurlijk een veel te goecl 'hartZe vond het afschuwelijk van de onbedachtzame moisjos tear beklaagde hem zeea*, -of schoon Maar wijl toet portier thans ge-opend e.i hot verbaasde gezicht van don houtvester zichtbaar werd, kon z© dien zin niet voltooien, wia.iut Fraai-z Steliin- mo-ser maakte- dadielij-k van die -gede genheid igóbruiik, eai vroeg zijn voo-r- maligen -tagenbtand-er dadelijk of hij zijn schiOimivader wild© worden. En de 'houtvester zei niete, maar knikt© en slo-eg hom op die schouders d-ait hot. klapte. Een Slachtoffer. Rusisiiscto© schets door S. BAR1NKAY. In d'e witte stad v'an toet Kroml zijn schoon© Is-raëlietisctoe meis je-s in groioten getal-e, met ai dc eigenschappen van toaar ras, di-etoier in oen centrum van het groote' Rus sisch© rijk sterker uitkomen dan er gens elders. Er zijn onder 'haar oo-k genoeg, die bemind worden doo-r do zoons van rijke orthodoxe kooplie den. Hart ©n zinnen slaan geen aöht op politick, partij-, strijd- ©n gods dienst. Maar doze bloemen der liefde tolo-ei- ien heel in 't veitoorgen. Niemand ■weet er iets zekers van. Men flui'Sr t-ectt en praat er o-Ver in ruimereto', Uien glinilaictot en maakt lichtzinnige grappen in enger,en kring. Wel komt toet menigmaal tot eien uitbarsting, tot e'en scèn'e i-n toet ouderlijk huis, tot misdadige aanslagen, die gedeel telijk gelukken ook zelfmoorden heb ben plaats. Maar dit alKeis wordt aan beid© kanteen uit vrees, zij toet o.ofk v-nees om verschillend© redenen, zoo veel mogelijk geheim gehouden. De efenige zoon van den aanzienlij ken fabrikant Mic'haelou handelt an ders. Alexis Mi'cüaelou maakt er geon geheim van, dat zijin hart toebe hoort. aan de buitengewoon s-ctobone L-e-a Menachtem. Leafs vader El-easzar drijft éen- •kLeimen (hlamdol -in edelgesteente n. Hij-is eien zwak vaider en Lea zijn koifklblaarst ju Weel, diat hem boven al les dienha-a-r is en dat h.ij htala-as voor toegeerig'.© oogen niet zoio goje-d kan wegsluiten als zijn edelgeisteenten. En tóch zo-u dat noodig zijn. Want toet meisje bezit de goed'e ei'gen- sötoappen v'an toaar ras in toooge ma te en is daiaa'CHnlboiven betooivéreind edhbion. Het fi-eire van 'haar ras, dat in toaar tiiakkien ligt, dwingt bewon- de-ritog af, rniaar de fijn besneden miond is goeldiig en te-ér en -toet oog earns tig' en' vo-1 uitdrukking. De band, die toaar met Alexis verbindt, wordt eiken dag sharker. Was het ook de bakoorlijktoei-d van toet uiterlijk, die toiem 'liiet eerst aantrok, weldra na men toe-in- toet red'n© gemoted en de rijke geest, welk© hij bij toet meisje opmerkte, geheel gevangen. Hij be minde met zijn gansctoe ziel en werd evenzo© door touar bemind. Eteaszar 'haat de kooplieden met hun schitterende winkels en hun pa leizen van woningen i-n toet bij-zonder. Tegenover Alexis echter is toij toege vend en vriendelijk. Is toet sympu- ttoie v-o-or den jongen man zelven of een gevolg van zwakheid, omda-t de- zie- toet getoeelie hart vaai zijn kind bezit? Wel ziet hij bedden dikwijl-s .met een gevoe'l van angstige be- klem-mdmg aan en zegt zuctotende Zoontje, toet is toet o-ngeluk van jou, van mij en van toet meisje 1 D.e twee gtlmlaolïen dan en zien el kaar dronken van gelukzaligheid aan. Zij geloovien aan geen ongeluk. Ze kennen alleen toet. zalige gel-uk, toet groote, onbeschrijflijk© geluk dér liefde. Vader E-leo.s, niets kan mij en (Leia scheidlen dan d|e do-od-zei Atexiis op vasten toon. Wij moeten gelukkig worden En Zelfs d© dood niet, geliefde! antwoordde hiet med-sje met schitte rende oogen, ten minste niét, wan neer- hij jo-u het eerst wegneemt! Lea volgt je. Ook mét jou sterven ii voor rrnïj een geluk De oud,é man sdhuidt liet 1 uoofd. Do m-ensicto kan immers zelfs niet geb-i© dien over den eforsit volgenden da-g, o-ver toet eerstvolgende uurEn hel leed- komt gemakkelijker d-an de ge- lul-czadiiigiliéiid I Al-ex is wordt op zekeren -morgeii -bij zijn vaid'efl" geroepen, Hij denkt, diait -toet v'oor zaken i-s, want zelden birengt iets arndors lilen samen. Zo .staan vréémd tegenover elkaaa-. Als de gesprekken o-ver cijfers, overwinst en ve-rlijes en ui-twendiige aan'gelcgien- lie-den zijn afgelocupen, .weten z© el kaar niets rnee'r te zeggen. Milssdhi-en komit dat wel omdat e;r ge-en itooéder is, die alis bemiddledaarSte-r tusschen d© twee op-tr'eedt, misschien, omdat er in iuet to-art de-s va-dans geien ha-r- teJiikheid' w,oont. Zijn fabriek, de katofenprijizen, zijin debet en credit, d© miach'-t zij-ner firma, zijn poli-tteike] invloed en de belangen zijner partij nemen hem geöieel i-n beslag. Alexis treedt voocr hem en groet-! ©ven. G-roo-t eai forsCli-, met langen,! witten baard en scherpe oiogen staat 'hij impon-cea-end midden in 'heit ver wek. Hij fix-eeat zijn zoom, di-e ©ven- i'ijizl-g gebouwd is e-n er even intel ligent uitziet, met e(en tro-tsché-n en daarna met eien onvriendel ij ken blik. Beiden gaan zitten. Men heeft mij. verteld', begint Michiaielou zonder e'enig©. inleiding^ -dat j-e in de zachKie boeien van een Israëlietiscih meisje ligt." Daarin-vind ik niet-s-, wiat ik m|et je zou. mioeiten bespreken. Je- handelt als tal vani andere mannen van jouw ouderdom en sltiand. Maar men véntelt mie-, dat je niet -cle no-odjge voorzichitigHuetd in acht a^qem't. Je hebt niet vol doende geheim en verborgen gehou den, wat ito geen geval publiek raag worden, als j© vroeger of later een respectabel huwelijk wiillt sluiten M-c-n noemt aedf-s naimien. Jou-w liefje heet Leai. haar .Vadér Elea:siza.r Meina- öliem is eien uitdrager.... I-s eien juwee'lentoanidel-aar ene-en eerlijk man stuift Alexis op. •M'iöhiaelou glimlacht spotitend-. Het meisje is schoon en bevalt je. Het seilnenkt je luaar l-iefdeen jij nteemt die ein geeft op dé gebruike lijk© wijlz/e daarvoor zijden doeken en edelgesteenten, Maar je bent ver- /plicflifr) ,jou(w{ ziWakihleid op een fati- sio-éuPMel mlamiieir tlei be©lekken. Dat heb- jé nageilaiten--voor zo-o dom h-ad i k j-e niet gehoudenIk verkieer daaro-m in de o-n aangename uo-odz-ar kelijiMuei-d oan mijn vaderlijk© auto riteit. te la-ten gekten in eien zaak, waarover ik liever niet mét j© ge sproken haid. Ga eenige maanden op reis en toon, als je terugkeert, meer tact en wijsheid Alexis is beurtelings xdod en bleek geworden. Nu is hij doodsbleek en d'e tfrilieittcte lippien trachten toivler- gee-fs eten w-ooxvl te vo-xm-ein. Micteef- loax steiékt een si-gaar aan. De zaak is afgedaan, mijn zoon! Je Weet, waaraan je je xxu te houde-n hebt. Maar nu begint de jo-nge man plot seling met heesctoe, ruw© stiean Vader, ge vergist uDe zaak is mii et afgedaan Ik zou binnenkort mét u er over gesproken hebben, al was het dan ook op ©en and-er© ma- n.iér. Ik besch-ouw Lea als mijn ver loofde en ze zal mijto vrouw worden! Miohaelou -draalt liet hoofd plotger ling onxx. Met o-ogen v-ol ontzetting staart hij naar zijn- zooax-, alsof 'toij een kronkz-innige zag. Ma-ax* diens woonden worden dui delijker, vaster. Het is niet dé ©erste maal', dat e;en meisje uit toaar lu'ingen de eicht- genoote van een mian uit aanziieaxlij- ke, m-aar - orthodoxe- familie wordt. Mogen ©r in 't getoieim ein ixx 't openr baar ook ©enig© toinderpalen teovier- Win'n-en zijn, moge o-ok dé: verbazing en toe-t g-eibabbel over 'toet feit g-ro-ot -zijn, dat gaat alles voorbij én ik ben clan in 't bézit van een Wezen, d'at niet alleen schoon is, maar ook al de eigenschappen van hart cax karak ter hieeft, w'elkö ik in mijn- vrouw wenscto. Als gij n-u maar toestem ming geeft De vader staat op en -doet z-ijin steel achteruit vliegen. Ben je ©en soe-t (hansworst) of meen j-e dat ik ar een ben Een plaats in de villa Mamonoiw (krankzi-nni- genigestii-citot) zal ik voor j-e koopen Ik 'heb al mijn-woorden bedaard feil met volkomen overtuiging gespre ken. Ik 1-aat op geen een er van wat afdingen-. D© kamer uit, of ik vergrijp mij -aan je Mieih aélo'u's oogen rollllleu woest 'in 't rond, zijn haxxden omiki'emmie'ix den stoel, alsof ze dien zoo dadelijk ais wapen zullen opheffen. Alexis giaat met langzame schreden de kamer uit. Bij de \ie-ur blijft hij nog eenmaal staan en werpt een hoogst ennsiigen blik o,p zijn vader. Maar die draait hem don rug toie. Al? hij alleen is, barst, bij in ©en onaangenaam gelach uit. Wat heeft hij daar zoocve-n géhoord,? Was 'het éien 'grap gewieest Een mispl-a-afste gmp? Buiten in de fatoiheken 1-oopen' de machinics-, w-axken duizenden han den, rijden de wagetns, hijgeax de paarden hij zelf Tfckent, ondier- zoekt, wikt en weegt, huicbfelt en Icruipt, waar hij veracht wordt, of fert geld on gemak op, spaxit zijn kradhtlen ji'aax* a-lle richtingen ito. Waarvoor'? Voor den glans en den rijkdom en de eer van zijn huisEn dit 'huis zal over ©énige jaren toet huis van zijn ©enigen z-oon zijn', die zijin naam draagtEn dezen naam will die zoon aan zoo'n armzalig meisje geven Met haa-r deel en, wat hij met inspanning gedurende eén getoieel leven heeft opgebouwd en bij eengebracht Bespot niet h©-el Moskou den ouden Mi'ctoaelou Lacht niet iedereen, die hem kent. dat hij zulk eien sukkel van een zjooax bezilt? Zal niet zijn aanzien', zijn partijimadhtverdwijnen als sneeuw vo-oir -dé zon ©n hier en ekleu's niets overblijven don eén vui-

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1907 | | pagina 12