Ie uren beperkt. Gisteren nu, toon ze
voor de torste maal in Berlijn zou
zingen, had hij hatar in haar beroep
gezien- Zijn Claire tusschen ai net
bonte tooneelgew-oel. Zijn vriend Bo
des was tooneelartshij kende maar
il te goed de intrigues, welke bier
eiken dag in deze schitterende wereld
.an schijn werden afgespeeld, 'tV>
onmogelijk, dat ze in die woroldbleef!
Hij was wel blind gewtaostdie ge
dachte had veel eerder bij hom moe
ten opkomen! Na een slapeloos door-
gebraebten nacht had hij zijn besluit
genomen.
Claire moest uit liefde voor hem
haar beroep opgeven en wel dadelijk.
Het zou oen harde strijd zijn. Maar
de liefde zou zegevieren en Cl aire zou
?ijn zin doen. Ja, de liefde heeft
bente vleugels nog altijd klonken
hem dae spottende tenen in de ooren.
^1 je gerust, zei hij nu op koe
ren, toon. we zullen jouw karakter hier
met ontleden. Ik herhaal je nog eens-
ik wil geen operazangeres tot vrouw.
iu nnjii positie en in mijn vaderstad
•-< dat eenvoudig onmogelijk. E>at
moet je toch wel inzien, Cloire
vü 2?^ 36 }lom niot verstaan
t.11 ZIck woer in haar leunstoel
ichterovor vallen en zweeg.
Vreemd, zei ze na een poosje, en
ipte haar zijden schoentje op en neer
rvJVn.1J dat 81 11161 lan^ iiebt ge
zegd. Dat ik mijn kunst nooit zal
Itzeggc'n- J® inch een jaar
geleden even goed als nu?
b.6dön nog niet-vroeg
.^>cnl niet door een contract
Je, J,ebt ,l«er slechte op
P*"?6? 8»spe«öld. Hoe gemakkelijk te
1 je thans nog terug te trekken.
\vZé' T !«T 20 op, pekton toon.
•22» vl» 200 zeker? Daar op de
..TT ,llgl c-en engagements-contract
rÜfjS? keferl,lJke °Pei'a te Weenen
Cen pennestreek van mijn hand, or
<v neb een schitterend contract
ze haalde van onder verwelkt© bloe-
Ier?OnM?0ldo couranten oen
Siï^t Tl da£ en hield het tri-
mfantelijk omhoog.
,yV.E" dit contract aan, zoo
vaar afe ik CJairo WiuHer hoot
aaine-dat zui
i£°£ier.Scha?6r logde 1115 bewerend
ijn hand op haar schouder en keek
iaar smeekend in de oogen.
Zij aarzelde. Vooral nu niet zwak
SliS™-,!, ze nu 1o"?a'- was ze ™or
tmjd aan een prozaïsch leven inden
rrng zijner bloedverwanten cebon-
doraeSdë 5fT iT™1'"'' r">ar k™st
nch »I> «ten duur zoo
■ewillis laten kerkeren 't Wm waar
kir1 harte. Een jaar
^edm nas hij in Hamburg voor het
1 m6t haar in nauwere aanraking
■TeihteTad ,T0?S WPÖ- geworden
Jn J ™TOe M<i® genoten,
dn t'Pbstandigc man met
utliik tJf dn' kS08®11: hnia' bear da-
utJtjk bij de eerste ontmoeting. Zeivas
.^?,ker:on"'tlvl,1ÜB iaar- maar nog
■ooit had ze voor iemand zulk eene
ïc-rtelijke genegenheid opgevat als
voor dan jongen dokter, die aan het
hppendorfer ziekenhuis als asstetent-
rte werkzaam was. Dat hij toen reeds
nKWensch en de flauw hoop
Koesterde haar van het tooneel afkeo-
rig te miaacem, verraotedJdJe ze niet. Ze
de verste verte niet aan g©-
Jacht, dat ze met den stap, welken ze
wenechte te doen, haar kunst zou moe
ien opgeven. Hij zou zijn beroep hal>-
!>«n, evenals zij het hare. Dat was bij-
mar vrouwelijke collega's ook zoo.
«van iets andters had ze niet gedacht,
«r stroomd,e kunstenaarsbloed door
!?ar aderen. Haar moeder was in Pa-
njs een gevierde zangeres geweest en
van haar jeugd af was ze zelf vol
geestdrift geweest voor het tooneel en
1 daarmee in verband stond,
gisteravond had ze weer zoo duicle-
'jk gevoeld, hoe onontbeerlijk detoo-
anel-atmosfeer voor haar was Hier
wenkten haar in 't verschiet lauwe
ren en roem, daar, ion het kleine, een
*ame nest zou haar naam verdwijnen
'n de ma&sa en de gerimpelde golfj'e=
,a? een zedig familieleven zouden
*ich over haar sluiten.
Zou ze dat op den duur kunnen
verdragen Noodt't Was of er een
spook voor haar uit den grond oprees
df ?iefde maar bemin-
ie Kurt haar dan werkelijk oprecht
i 4hGflr dadelijk het eerste ver
wek, dat ze hem deed, kon afslaan
En zonder liefde o, er zou nog eens
een vreerselijk einde komen aan dat
erve lende teven Dat zij zelf degene
was, die zich niet wilde schikken
«Jaaraan dacht ze niet.
Had Kurt riclx met eene zangeres
verloofd, dan moest hij ook de gevol
gen daarvan op zich nemen.
Kurt, die haar scherp gadesloeg,
heif teihaaJd ovtnvinniii£ le heb-
Niet «jac, schat, je meent het
niet in ernst? vroeg hij op leederen
toon.
Maar, mijn lieve vriend, op wie
ben je indertijd dan toch eigenlijk
verliefd geworden Je hebt me toch
or de eerste maal op een liefdadig
Dan is alles uit!
Had Kurt de<ze woorden gefluisterd,
f verbeeldde zo het zich maar
Langzaam koorde ze zich om. Ze
was alleen.
Ilem achterna vliegen, hem terug
roepen maar neenHij had volko
men gelijk, zo hadden elkander niets
meer te zoggen.
Diep ademhalend klemde ze de han
den in elkaar en keek naar buiten
naar do grijze NovemberluctiL De re
gen sloeg nog altijd tegen de ruiten.
Ziet de liefde er zóo uit
Daar viel haar blik op den brief van
een schouwburg-intendant uit W es-
nen. Koppig wierp ze het hoofd ach
terover «n onderteokendo het con
tract.
De liefde «sloop bedroefd hoen en
een groot verlangen naar roem ver
vulde liet hart der kunstenares. In
haar nieuwen werkkring werd zeeeai
gevierde ster. Het publiek juichte haar
toe en verafgoodde haar en ze werd
weldra de verklaarde lieveling van al
len, die verstand hadden van kunst.
Met bloemen en kransen overstelpte
dr scluyir bewonderaars de groot e"
Winkler en tal van briefjes vonden
dagelijks hun weg naar dé woning
der gelukkige. Was zo gelukkig? Ze
wist het zelf niet. Met volle teugen
genoot ze hei vrije, schitterende leven,
dat haar kunst haar schiep. Met van
geluk stralende oogen boog ze zich des
avonds voor de menigte, die haar toe
juichte.
Was ze gelukkig? Gloeide daar on
der de aisch nog niet een klein vonkje
waarvan het. trotsche hart zich niet
had kunnen bevrijden, en dat zelfs
do luidruchtigste triomfen niet in
staat waren uit te dooven
Was ze tevreden Had haar uiter
lijk zoo 'schitterend beroep, dat tege
lijk zoo rijk aan doornen was, haar
werkelijk volle bevrediging geschon
ken? Was het offer van haar liefde
waard gewieeöt Zoo vroeg ze zich
menigmaal «af in de weinige stille
uren, welke men haar liet. Maar haar
verstand vilde 'haar geen antwoord
geven.
En haar hart? Ze had in die laatste
jaren verleerd haar hart te vragen
Stil en dood.' wals het daarbinnen in
stille uren.
De liefde treurde buiten.
Claire Winkler was nu vijf jaar in
Weenen. Duitscbland'is bodem had ze
niet weer betreden. Maar des zomers,
nis do schouwburgen gesloten waren,
vluchtte ze naar de stille, reine Al
pen wereld, om rust te zooken voor
haar stem en een tijdlang niet door
u© mensch en lastig te worden geval
len.
Het was m Juni.
Daar werd op zekeren morgen de
muziekwereld in Weenen zeer veront
rust door een telegram
„De lieveling van het Weener
„publiek, die beroemde Claire
„Winkler, heeft op dJe snoeuw-
velden hevig kou gevat «en ligt
„met een ernstige longontsteking
„in hot hospitaal te N. Volgens
„geruchten wordt het ergste voor
„haar stern gevreesd."
rneer van, maar ispon zich steeds die
per in de herinneringen in.
Zoo rijpte bij haar in stille dagen
hot besluit om aan hem te schrijven
Aan het oude adres te Wismar. De
brief zou hem zeker vinden.
Het was een zonnige namiddag in
den na-herfst. Het bonte loover en de
donkere dennen omkransten het schil
derachtige bergmeer, dat als oen
blauw, ernstig oog naar den helderen
hemel keek. Zilverwitte wolken,
sluders omhulden «den top van don
Foldberg en het bim-bani van de klok
je.-; der koeien klonk door de vredige
stilte.
Claire zat op oen bank bij 't water.
Ze had schrijfgereedschap mee naar
buiten genomen en vouwde een vel vrit
papier open. Maar, wat zou ze hem
nu toch eigenlijk schrijven? Hoe moest
hem aanspreken?
- Geachte meneer de dokter?
Neen, neen, veel ie stijf het papier
fladderde in duizend stuk jee over het
getrouwde man Misschien zou hij te, eene oude jongejuffrouw te wor-
eijn vrouw den brief laten zien en <ien. Zonder bruidsohat zal toch nie-
dan zouden ze mot hun beiden spot- nuand aanzoek om mij doen.
En het ergste kwam, het ergste.
Wat eien kunstenares in haar vak kan
overkomenClaire genas, maar haar
heerlijke stem, haar kostbaarst
kleinood had ze verloren.
Slechts langzaam en onder de zorg
vuldigste verpleging genias ze. Zeieed
zeer naar de ziel.
Toen de dokten? haar voorstelden
zich te gaan vestigen in een klein,
eenzaa.m bergdorpje in het Zwarte
Woud, stemde ze werktuiglijk alles
toe.
Uien lang kon ze aan het kalme
donkere meer zitten ondier eten reus
achtdgen denneboom en droomon.
Haar trots was gebroken, baar
phantalsie verlamd. Met moede oogen.
tuurde ze in de verte, volgde de gol
vende lijnen van de grijze bergketens
aan den horizont en legde dan dik
vs ijls zuchtend de hand boven de bran
dende oogen. Ze weende veel. Haar
mooi gezicht was bleek geworden, en
er lag een droeve trek om de roode
lippen.
Alles weg, alles dood. Eerst had het
noodlot haar de liefde ontnomen, nu
greep het met wreede hand naar den
eenigen schat, welken ze bezat, en
ontroofde haar de !stem, die zoo zoet
kon zingen van het „geluk zonder be
rouw". hetwelk ze toch zelf nooit haar
eigen had genoemd.
Eens kwamen er rondreizende mu
zikanten in het dorp. Er was een bruin
meisje bij, dat klapperde met de
castagnetten, en zong er een
hartig lied bij.
Claire moeet zich afwenden. Ze
dacht weer aan haar Carmen en de
noodlottige avond van voor zes jaar
stond Levendig voor haar ge*
'tWas toch eigenlijk vreemd, dat
7 e nooit weer iets van haar vroegeren
verloofde had gehoord. Maar hij zat
natuurlijk in Wismar en ging in dat
kleine nest in zijn practijk volkomen
op. Hij was altijd een ernstig plich
n.eer.
Lieve -Kurt zou hii het ook
kwalijk nemen? En eensklaps had
ze den draad gevonden en nu schreef
ze met gloeiende wangen bladzijdieua
bladzijde, en vertelde hem alles, wat
za in de laatete jaren beleefd had.
vreugde en leed, teleurstelling en sue
cèc in bonte afwisseling waar is
thans de trotsche Winkler? Nog voor
niet meer dan een half jaar zou :khet
onmogelijk hebben geacht, dat *k is
eens kon terug roepen. Maar de een
zaamheid heeft een ander mensch van
me gemaakt, en dan het berouw
o Kurt, als er nog een vonkje van -de
oude sympathie voor mij in jouw
hart leeft, stoot mij dan niet terusr.
i:< zie immens nu in, dat ik toen de
schuldige was
Kun je vergeten Ik wil
Wat was dat? Klonk daar niet een
angstkreet Ze keek op een oogen-
blik toen vloog de brief in 't trras.
en Claire was naar het meer gevlocen
Fen flinke groen en in het volg?nie
oogeriblik hield ze eten vochtögen last
in haar armen. Een klein, blond
meisje, dat zeker aan den oever had
gespeeld, maar door Claire, die zoo
ijverig bezig was, niet was opgemerkt.
De kleine moest uitgegleden zijn. ter
wijl ze bloemen wilde plukken. Daar
dreven nog de blauwe sterren.
Claire zette het weenen de kind or
de bank en streelde het de wan.e*n
waar het blonde haar tegen aan was
geplakt-
Lief, klein ding, je bent nog met
den schrik vrijgekomen.
Van wie zou ae> zijn
Daar hoorde ze ook reed's haastige
voetstappen achter zich en geruisch
van yrouwenkleeren. Een elegante,
jonge dame sneldie naar Claire eai stax
haar de beide handen toe.
U hebt mijn kind geTed, lieve
juffrouw; hoe zal ik u danken! Eu
de ontroerde, kleine moeder snikte
van blijdschap. Ik zag het vanboven
ai, maar kon niet zoo spoedig bij de
helling neerkomen -eter het ongeluk ge
beurde. Mijn lieveling, mijn schat
hoe gelukkig ben ik
Ze nam de kleine op den schoot eu
kuiste en koosde het.
C li aire stond er ontroerd! bii.
Stel u voor, lieve juffrouw, ver
volgde de levendige dame, we rijn
pas sedert gisteren hier. Ik vermoed
de natuurlijk niet, dat mijn kind hier
iUs kwaads kon overkomen. We zaten
daar boven heel kalm en rustig.
Evaatje zocht bloemen en maakte
jacht op vlinders. Daar hoorde ik
plotseling een gil en zach we-*r
naar het kind buigend, je hebtb-ch
nergens pijn, lieveling? Nu, 't ismair
goed, da«t we een dokter bij ons heb
ben, niet waar? O, ben je daar al,
Kurt? riep ze dien heer toe, die na-Ier
kwam ik geloof, dat haar niets man
keert.
Maar Kurt Schaffer hoorde haar
niet. Als aan den grond gena.ge'i
bleef hij staan. Was het een droom
beeld of werkelijkheid? De slanke gp-
slalte, het bruine haar, de fijne, blee
kc handen maar dat wais ;m
mers?
Claire had zich over het kind ge
bogen, zoodat hij haar gezicht niet
kon zien.
Toe.n ze den naam „Kurt" hoorl
schrikt© ze onwillekeurig. Ze hief het
hoofd ot>. Hun blikken ontmoetten e:-
kaar. Voor seconden slechts. To
sir e— 7» haar oogen neer. bewust van
hsnr schuld, wanhopig.
De kleine, bezorgde moeder ver
moedde niet, dat hier hiet slot van een
dtama begon. Ze ging geheel op in
den angst voor haar lieveling.
Kurt, kijk toch eenk?Het schijm
toch heel goed te zijn gegaan. Ze is
volkomen opgewekt. Maar wil je haar
niet eens den pols voelen?
Thans ontwaakte eindelijk de broer-
uit zijn verdooving. Terwijl hij zich
vormelijk voor Claire boog, ging hu
naar het kleine meisje, om dat te on
derzoeken. Van dit oogenblik maakte
Claire gebruik. Met enkele haastige
■woorden, voorwendende, dat ze een
afspraak had, nam ze afscheid van de
irmira ai© haar nog-
teud lachen om de phautostische
ideeën van een ondergegane opeiru- j
ster.
Die .gedachte «was onvterdragelijk.
Zo moest spoedig handelen. Maar
hoe
Het was niet waarschijnlijk, dat de
brief ongemerkt was blijven liggen,
en toch wilde zij denzelfden weg nog
eenmaal gaan. Misscliien had een ge
lukkig toeval Nee»n, de plek was
ledigden geen spoor van den brief!
Hij was «dus gevonden. Door wieai
Deze \raag hield Claiite den gau-
schen nacht becig en met brandende
oogen ontwaakte ze laat in den mor
gen na een korte, onrustige sluime
ring.
Toen zij haar gewone wandeling
iWüde doen, kwam haar bij de tuin
deur de kleine, blonde dame tege
moet, zichtbaar opgewonden en wat
verlegen.
Lieve, beste juffrouw, gelukkig,
dat u daar bentIk heb .u reeds in
alle hotels e>n pensions tevergeefs ge
zocht- Ee<n brief, die u gisteren moet
zijn ontvallen, brandt me in den zak.
Het was me zeer onaangenaam hem
te moeten opbergen, maar u waart
reeds weg, toen we liean vonden, en
ik moest met de kleine naar het hotel.
Als 't u belieft, hier is hij, eindigde
ze ©enigszins verlegen, schoof Claire
een verzegeld coucert in de hand en
snelde na een 'vluchugen groet heen.
Verwonderd staarde de achterge
blevene op den zonderlingen brief.
Was d-at haar eigen schrijven En de
lakstompel
K. S. Hij had dus den brief -gelezen
en luam zelf teruggezonden. O, ze
wilde haar verschrikkelijk schrijven
nooit meer zien en het couvert onge
opend verbranden
Terwijl ze tusschen «de bloemper
ken door weer naar huis ging. dacht
ze eensklaps aan het verlegen glim
lachje, waarmee de jonge vrouw ge
komen en gegaan was. Zijn wouw
O, wat haatiie ze haarNatuurlijk
had ze om den brief gelachen, wel
ken zij met 'haar 'hartebloed had ge
schreven! Walt belachelijks stond
daar dan toch in Ze wilde toch
eens zien half werktuiglijk ver
brak ze het zegel en nam den inhoud
uit liet couvert, ze las en las
In den tijd geurden de laatste re
seda's om de blauwe herfstasters
zoemden de bijen, teere zilveren dra
der waren over den weg geweven, en
in het zonnige Septemberlioht stond
Claire «en las. „diat de blonde vrouw
niet de vrouw van dokter Schaffer,
maar zijn zuster was, dat Kurt haar
trouw was gebleven al die bange j ar
ren eai dat ze nu gelukkig wilden
zijn, o zoo gelukkig
En toen ze alles geleaen had, vond1
ze het volstrekt niet «vreemd, dat de
kleine tuindeur knarste en Kurt
Schaffer tusschen de bloeiende herfst
bloemen stond..
Hand in hand gingen zo met blij
gelaat in een laat, stil geluk.
(N. v. 't N.)
heids-concert gehoord en gezien sn 1 tcn-mèmsch geweest Maar niét alleen
honderden malen heb je mij verzekerd ^„t. Met heiligen geestdrift had hij
dat je mijn kunst hoog schat. Dat wil zich aan zijn beroep gewijd. Ze had
j° nu toch niet ontkennen Mijn ta- hem om die reden steeds bewonderd,
lent voor het tooneel. mijn schoone y0u hij ook gehoord of gelezen heb-
stem zouden wegkwijnen in het alle- ben. dat ze nooit weer zou zingen?
ir\9
daagsche leven, waarin men geen
kunst kent? Kurt. dat kun je nietver-
langpn. En, geloof me, ik zou je veel
minder begeerenswaard schijnen, als
:k mijn geheel© individualiteit
Zeker dacht hij nooit aan haar. Df
hoogstens in toorn of zonder belang
stelling misschien?
Ach, het was haar ten slotte alles
om het eren, ze wilde volstrekt met
plotseling op zij wilde zetten er>zedig n-denken. Hoe ver lag dat achter
en vervelend wilde gaan leven als de ,br,ar. ver. ver, 't scheen haar een
srhoonen van uw stadje. Kurt, ze nienschenleeftiid
dacht er niet aan, dat ze hem zou
kunnen verliezen wees niet boos.
En dan zuchtte ze weer.
Op een anderen keer zag
den
krm, zet een vriendelijk gericht. En'postbode naar het kleine
over één twee maanden gaan we
tiouwi
Ze omhelsd© hem en kuste hem on
stuimig.
Ongeduldig maakte hij zich los. Zijn
gezicht stond zeer ernstig.
- Je ontwijkt mijn vraag,
Claire.
jonge schoone vrouw, die haar noe
J ,-v™ mn damkbe-
rnaals met een stroom van
tu\gingen overstelpte.
In haar kamertje gekomen, barstte
Ciaire in een wanhopig snikken uit.
O. hemel, welk een weerzien Haar
hart klopte alsof het zou barsten-
haar gedachten woelden dooreen. Hi
was hier, had haar herkend, woonde
misschien in 't aangrenzend© huis --
maar dat alles was nog met zoo r~<
als dit ééne. Hij war? hier met zijne
vrouw
F©n razende jaloerschheid maakt©
znch van het opgewonden meisje
meester. Met zijn elegante, jonee
vrouw en een allerliefst dochtertje'
Dat was zijn wereld,
men, waar zij bij eenvoudige men-| Getrouwd dus! Hij had haar ver-
schen een kamer bewoonde. Reeds uit Ppten, eerder vergeten dJain rij hen
-- hieli Du ze was zoo dwaas geweest van
'nog aan rijn trouw te gelooven, ha:
-"i-nia,". T/K-trhor,
'iverte wenkte ae oude man en
een brief omhoog
Juffertje, wat voor u
*t Gebeurde zelden, dat Claire brie
ven ontving. Z© was nu al drie maan
de lieve vrienden verdwenen.
Van wien kon de brief zijn?
Van
je bent mij nog altijd een antwoord den hier en met het geluk waren ook
schuldig, zei hij op afgemeten toon 1 1 1 A
Zij fronste het voorhoofd.
Maar. lieve hemel, uit alles, wat hem
Ik gezegd heb, blijkt toch duidelijk. Op hetzelfde oogenblik, dat ze dit
dat ik mijn besluit niet verander. Het dacht, schrikte zo ook. Hoe dwaas,
contract neem ik vandaag nog aan I zoo iets to denken. Hij wist immers
Claire, is dat je laatste woord? 1 sedert vijf jaar niets meer van .iaar
Er lag een gnenzenlooze angst in Natuurlijk was de brief niet van dr.
rijn toon. Schöffer, maar van den advocaat, die
Zij was naar het venster gegaan, ir Weenen haar belangen behartigde.
Werktuiglijk ontbladerde ze een der Ze betrapte rich echter toch vaker,
bloemen uit haar gordel en knfkte dat ze aan haar vroegeren vriend
slechte. dacht. En woldra schrikte ze daar me:
een weerzien willen voorbereiden
Hoe goel, dat ze don brief maar
waar was do brief?
Had z© hem dan niet m haar
schrijfportefeuille gelegd Neen. hij
was er niot in. Dan had ze hem on
derweg verloren. Ze bedacht rich,
neen, in haar zenuwachtighedd had
ze hem laten vallen, daar op de hel
ling hij moest dus nog bij d© bank
liggen.
Het bloed steeg "haar naar de wan
gen. Als hij hem eens had gevonden.
Ze moest er niet aan denken llieve
Kurt Natuurlijk zou hij hem le
zen. Maar dat ging toch niet_Wat
moest hij van haar denken, hij, de
Dochter en Zoon
Uit het Hongaarsch van
ARMTN RCXNAI.
Hetrmjine is tvvlee ien twintig jaar
oud, schoon en statig, opmerkelijk
«mooi van gestalte en «inidrukwakkiend
in haar optreden. Wanneer zij langs
de straat loopt, kijkt men haar be
wonderend na. In de voorname ki in
gdn is zij Welbekend en 4ii0t men
(haar gaarne. Ov«eral wordt zij goed
ontvangen; want zij is van deftigen
huize, heeft eene zorgvuldige opvoe-
'ding genoten en zou ongetwijfeld
reeds lang zij«n gehuwd, wanneer bij
al da voordeelen harer maatschappe
lijke positie en haar uiterlijk voorko
men ook nog eene belangrijke hiuwe
llijksgift had die kunnen worden ge
rekend. Daaraan ontbrak het haar
evenwel, en «daardoor was het hare
moeder tot dusverre ook nog niet ge
lukt. (hare schoon© dochter ,in da
haven van den echt binnen te lood-
wat zij met het oog op de toe
komst reeds lang had gewenscht.
Gedurende het laatste seizoen had
zij weer nieuwe hoop gekregen. Een
heer, die het blijkbaar ernstig meen
de, werd verliefd op Hermine. Even
hij beet niet toe. In den eersten
tijd der kennismaking had hij zich
niet tegenover haar verklaard, en nu,
terwijl de zaak reeds overal bekend
geworden was. toonde hij rich voort
durend meer gereserveerd. De wereld
sprak, hij niet De toestand begon
eenigszins pijnlijk te worden. Wel wa
ren de pretendenten voor de hand
van de schoone en trotsche Hermine
niet zoo heel groot in aantal, maar
«allicht zou toch de een of ander aan
zoek om haar hebben gedaan, indien
men er zich niet zoo algemeen van
overtuigd had gehouden, dat de plan
nen van Barwald vast stonden en dat
de verloving wel spoedig publiek zou
worden gemaakt.
Op het bal, dat bij den redhter aan
buis was gegeven, scheen iets te töjn
voorgevallen. Het was aan de scherp
ziende oogen der moeder niet ont
gaan, dat Hermin©, aan d© piano ge
zeten, onrusifcig en vaisch speelde, ter
wijl de heer Barwald heel verstrooid
de bladen van het muziekboek om
sloeg. Nauwelijks waren zij thuis ge
komen, of mama nam har© dochter
dan ook onmiddellijk in verhoor.
Wel, heeft hij zich eindelijk ver-1
klaard?
Hermin© draaide zich om en zuchtte:
Och, het is beter, daarover maar
niet te spreken."
Wat zeg je? Spreek toch duide
lijk!
Wat geeft het... er Is toch niets
aan te veranderen. Haar toon werd
voortdurend bitterder. Ik zal mij ver
trouwd moeten maken met de gedach-
Wat praait je daar nu toch voor
onzin? Meisje, laat mij nu toch einde
lijk eens weten, wat er is voorgeval
len. Ik heb gezien, dat Barwald met
je heelt gesproken. Je zult toch tegen
over je moeder wel geen geheimen
hebben. Komaan dan, 'vertel op! Wat
iheeft hij gezegd?
O, mama, dat is «tocöi zonder na
ren uitleg gemakkelijk te radan.
Barwald bekende mij, dat (hij mij
'liefheeft, reeds sinds langen tijd.
Welnu, en?
Dat hij zonder mij niet leven
kon
Maar d'an is de zaalk in orde,
Hermin©. Ja, ik héb Barwald altijd
wel voor een gentleman gehouden.
Dat is hij ook wél, mama. Maar
hij voegde er nog aan toe, dat helaas
groot© hinderpalen onze verbintenis
Sn den weg staan.
Wat een lummel! Wat voor hin
derpalen d'an wel?
Barwald deelde mij mede, dat
bij geen vermogen bezat, maar toch
gewoon was op grooten voet te leven.
Hij wist. dat ik ook arm wras, en toch
ook, krachtens mijne opvoeding, ge
woon was mij in de voornamere krin
gen te bewegen. Kortom, al zou het
hart er hem «ook ran broken, zonder
oen belangrijken bruidschat kon hij
niet aan 'een huwelijk denken. Hij
•vroeg mij ook, of er niet misschien
een oom was, of iemand anders...
Wat een brutalteit! riep de moe
der vertoornd uit.
Jk was natuurlijk eerst danig in
dg war door hetgeen hij zeide. Maar
daarop vroeg ik hem, waaraan hij
hot recht on/tleende om op dergelijke
wijze tegen mij te ^preken. Vanwaar
hij dein moed had. zich om mijne fi
nancieel© 'omstandigheden te bekom
meren, eai dé onbeschaamdheid, te-
gein mij van liefde te spraken. In éèm
woord), ik heb hem zoo duidelijk mijn
meendng gezegd, dot bij geheel en al
beschaamd wegsloop.
Dat was flink van je!... Begrij«p
m<u toch eens, w«at een onbeschaamd
heid! Hij moest Mij zijn, in zulk «een
familie door een huwelijk te kunn-en
worden opgenomen, en dan stelt hij
nog voorwaarden. Wanneer je broe
der dat te weten komt, dan zal hij het
hem stellig betaald zetten. Een heel
jaar je het hof te rniaken, je overal
heen volgen en, als 't er eindelijk van
Ikomien zal, leerfcst vragen: Juffrouw,
thoeiveel geld heeft u? Nu, let maar
op. Hendrik «zal het bom wél
inpeperen!
Henmine liet zich in een steel val-
llen bedekte baar gezicht met dé han
den, en weende bitterlijk,
U heeft goed praten, mama, zei
lde zij tusschen. haar tranen dioor,
maar ik héb ©en gevoel alsof het hart
anij breken zal.
Maar Hermin©, je moét idat zoo
tragisch niiet opnemen. Wees onbe-
aorgd, j«e zult toch wel niet blijven
ritten.
Dat zal ik wed, mama want ik
•zal nooit tiouwten.
Dat is toch immers onzin de
rechte Jozef zal nog wel komen.
Do rechte Jbizef? riep Hermin©
:als buiten «zich zelve. Wat bent u toch
kortzichtig, moeder! Hij was immers
voor mij do rechte Jozef! Dien man
heb ik liefgehad; voor hem zou ik tot
'allies in staat zijn geweest. Nu trouw
ik nooit nooit...
Luister eens goed naar mijne
woorden, mijn lieve kind, zeide de
moeder met liefdevollen ernst. In het
leven van een meisje bestaat er geen
nooit. Toen jouw vader zaliger aan
zoek deed om mijn «hand, heb ik hem
gezegd: Wanneer u, mijnheer, eene
trouwe, toewijdende en opofferende
echtgenoot© wilt hebban, dan zult u
die in mij vinden. Rekent u evenwel
daarbij ook nog op een grooten bruid
sohat, dan moet ik u onmiddellijk be
kennen, dat ik behalve mijne goede
opvoeding en mijne oprechte bedoe
lingen niets mee kan brengen in het
huwelijk. Daarop kusto je vader
mij de hand en zeide: Lieve juffrouw,
ik zoek eene goede vrouw; het geld.
dat wij noedig hebben voor een onbe
zorgd bestaan, zal ik wel weten te
verdienen Daarop trouwden wij ern
wij werden bovenmate gelukkig.
je. Hormine, zoo spreekt
man van eer. een man, die karakter
heeft. Maar iemand wiens gevoelens
ondergeschikt zijn aan materieel©
toestanden, zoo iemand noem ik een
•nioGswaardiige. En nu wil ik je er
meteen nog wel bij zeggen, wanneer
die mijnheer Barwald toch nog over
je denkt, en je het 'hof blijft maken,
dan zal ik hem vierkant de deur wij
zen.
Terwijl de moeder zoo tegen hare
dochter sPrak, was Hendrik, de broe
der van Hermane, ongemerkt binnen
gekomen. Met sohittermde oogen
stond hij te luisteren naar de woor
den zijner moeder, en toen deze haar
speech ten einde had gebracht, sprong
hij op haar toe, omarmde haar 3n
bedekte haar gelaat met kussen
Bravo, moedertje!' risp hij ver
rukt; u heeft volkomen gelijk. U heeft
daar gesproken als eene vrouw, wier
zi3l vervuld is van de verhavenste
idealen. Ik ben trotsch op mijn moeder
en gelukkig, o mama, zoo onuitspre
kelijk gelukkig.
Zie je wel. Hermine. sprak de
moedor, trotsch en gevleid, ook je
broer denkt er zoo over als ik. Niet
waar Hendrik, di© man verdient het
in het geheel niet, dat een fatsoenlijk
meisje zijn vrouw wordt?
In ieder goed gezelschap moest
men hem de deur wijzen, riep Hen
drik met overtuiging, men moest hen
(boycotten, iyndhen. Het is mijns in
(ziens wel zoo laag mogelijk, het meis
je zij.ner liefde i«n den steek te latem
eenig en alleen, omdat rij geen huw©
lijksgift meebrengt.
Stel je dus maar gerust, Horinien-I
tja, zeide de moeder -en streek de doch-
ter liefkoozend «over de haren. Je zied
nu, dat Hendrik en ik het hieromtrent!
Jvoknlaatót eens zijn. Maai' het lijds
©ok geen twijfel of ieder mensch «mei
gezond verstand moet over die zaak
net zoo denken als wij.
Zeer zeker, en Hermine zal in de
ae gedachte ook haren troost vinden.
Ik moet overigens wel bekennen, lieve
mama, ging Hendrik luchtigjes voort
dat ik mij niet ter wille van Hermin*
alleen er over verheug, u die mee
ning te hooren verkondigen, maai
(ook om mij zeiven.
Hoe moet ik dat begrijpen?
Och, mama, begon Hendrik met)
de welbespraaktheid, gelukkigen men-
schen eigen, u moet weten, dat ik tot
■Hog toe altijd bang ben geweest dat
u over het huwelijk en alles wat daar
zoo mee samenhangt, net zoo nuch
ter en materieel zoudt denken als aJ
de «andere moeders. Weet u, zooals rij
die niet vragen: Hebben rij elkander
Hoef? maar: Hoe groot is de bruid
schat? Hoe kon ik toch zoo slecht
van u denken? Waarachtig ik moet
u wel duizendmaal om vergiffenis
vragen, dat ik zoo aan u héb kunnen
'twijfelen.
- Boe zoo dan toch?
w,al voe,l ik me gelukkig, nu
ik weet, dat mama er niet het minstel
bezwaar tegen (hebben zal!
Maar waartegen dan?
Mei, dat ik m«et KJara trouw.
Met Klara? Meen je Klara Heoh-i.
Ier, de -dochter van den directeur?
o, neen! Klara Baoh. d.it scfioo-
me maar «t ia waar antie moisje,
dat. bij onze bank in betrekking is.
I>e moeder Meld het hoofd mot de
'«banden vast en vroeg neciomaaj out-
daan:
Wat zeg je, Hendrik?
jonge man geraakte geheel en
al in Vervoering e«n bemerkte in het
geheel niets van de eigenlijke uitwer-
'Mng, di zijne woorden tengevolge
(hadden.
O, mama, ik wou, dat u haar
kende! Klara is een war© engel. Reeds
sedert zes maanden zijn wij het met 11
elkander eens; ik heb tot heden even-
wel den moed niet gehad, er iets van 11
te zeggen. Ze is zoio goed, zoo fat
soenlijk en ijverig en zoo degelijk op
gevoed! De domes uit onze voornam©
klingen kunnen wat kennis betreft
bij Klara in de schaduw niet staan.
Van s morgens tot 's avonds w«erkt
zij met stalen volharding en onder
houdt dan ook al sinds langen tijd
Z'idh «zeUve en hare moeder.
Zij is een schat, lieve mama. En
wanneer u het goed vindt, zal ik haar
bij u brengen, opdat u haar kunt loe
ren kennen en ons uwen zegen geven. I
Nu had de moeder begrepen hoe de
v ork in den steel zat. En op ruwen
toon zeide zij:
Bij mij brengen? Waartoe? Op
dat ik haar de trap afwerpsn, of met
den bezem de deur uitjagen zal? Wat
zijn dat toch voor praatjes, die je
daar opdischt? Hoe héb je je toch zoo
kunnen vergeten sn al mijn© ver
wachtingen zoo plotseling vernieti
gen? Noodt, hoor je, nooit met mij
ne toestemming ten minste niet.
Hendrik stond daar alsof hij het te
'Heulen hoorde donderen. Het was
«hem niet mogelijk, rijns moeder te
begrijpen.
Maar, lieve mama, wat heeft u
dan tegen Klara in te brengen?
Wat ik in te brengen heb? Vraag
je dat nog? Ja, heb ik daartoe dan
een vermogen geofferd voor je opvoe
ding en je vorming, dat je de eerste
de beste meid van de straat tot vrouw
neemt een bedelmeisje, waarvan je
de familie ook nog zult moeten on
derhouden? Heb je daarvoor je zoo
ingespannen en zoo hard gewerkt, om
nu ter wille van dat bedelvolk in ie
der beter gezelschap te worden geme
den? Heb je dan geen geweten? Heb
je dan geen oogenblik aan mij en
aan je zuster gedacht? Je hebt eene
prachtige carrière voor je, eene schit
terende toekomst wacht je en nu
wil j© dat alles wegwerpen om een
gril? Wal je nu dat meisje zonder
jeld. zonder naam huwen, waar je
toch aanspraak zoudt kunnen maken
op de voornaamste verbintenissen,
waardoor je in de rijkste familiën kan
worden opgenomen? Geen woord meer
daarover Hendrik, daar kan nooit of
te nimmer iets van komen; zet je die
dwaze gedachte uit het hoofd. Het zou
wat moois zijnl Wanneer die juf
frouw, die machineschrïjfster, een
man noodig heeft, laat ze dan den
kantoorknecht trouwen, die zal haar
ook zonder bruidschat wel nemsn, als
hij er zin in heeft.
Hendrik keek, verstijfd van schrik,
naar zijne vertoornde moed sr.
Maar, lieve, goede mama, riep
hij en sloeg de handen ts zamen, nog
maar een paar minuten geleden hoor
de ik U toch heel andsrs spreken. Hier
op deze zelfde plaats zeide u, dat het
in uw oog een nietswaardigs was,
die alleen op rijkdom, op den bruid
schat ziet, wanneer hij trouwt...
Natuurlijk, antwoordde de moe
der op een toon van onwrikbare over
tuiging, toen was er sprake van mij
ne dochter. Nu evenwel betreft het
mijn zoon. En dat is iets heel anders...