Ie uren beperkt. Gisteren nu, toon ze voor de torste maal in Berlijn zou zingen, had hij hatar in haar beroep gezien- Zijn Claire tusschen ai net bonte tooneelgew-oel. Zijn vriend Bo des was tooneelartshij kende maar il te goed de intrigues, welke bier eiken dag in deze schitterende wereld .an schijn werden afgespeeld, 'tV> onmogelijk, dat ze in die woroldbleef! Hij was wel blind gewtaostdie ge dachte had veel eerder bij hom moe ten opkomen! Na een slapeloos door- gebraebten nacht had hij zijn besluit genomen. Claire moest uit liefde voor hem haar beroep opgeven en wel dadelijk. Het zou oen harde strijd zijn. Maar de liefde zou zegevieren en Cl aire zou ?ijn zin doen. Ja, de liefde heeft bente vleugels nog altijd klonken hem dae spottende tenen in de ooren. ^1 je gerust, zei hij nu op koe ren, toon. we zullen jouw karakter hier met ontleden. Ik herhaal je nog eens- ik wil geen operazangeres tot vrouw. iu nnjii positie en in mijn vaderstad •-< dat eenvoudig onmogelijk. E>at moet je toch wel inzien, Cloire vü 2?^ 36 }lom niot verstaan t.11 ZIck woer in haar leunstoel ichterovor vallen en zweeg. Vreemd, zei ze na een poosje, en ipte haar zijden schoentje op en neer rvJVn.1J dat 81 11161 lan^ iiebt ge zegd. Dat ik mijn kunst nooit zal Itzeggc'n- J® inch een jaar geleden even goed als nu? b.6dön nog niet-vroeg .^>cnl niet door een contract Je, J,ebt ,l«er slechte op P*"?6? 8»spe«öld. Hoe gemakkelijk te 1 je thans nog terug te trekken. \vZé' T !«T 20 op, pekton toon. •22» vl» 200 zeker? Daar op de ..TT ,llgl c-en engagements-contract rÜfjS? keferl,lJke °Pei'a te Weenen Cen pennestreek van mijn hand, or <v neb een schitterend contract ze haalde van onder verwelkt© bloe- Ier?OnM?0ldo couranten oen Siï^t Tl da£ en hield het tri- mfantelijk omhoog. ,yV.E" dit contract aan, zoo vaar afe ik CJairo WiuHer hoot aaine-dat zui i£°£ier.Scha?6r logde 1115 bewerend ijn hand op haar schouder en keek iaar smeekend in de oogen. Zij aarzelde. Vooral nu niet zwak SliS™-,!, ze nu 1o"?a'- was ze ™or tmjd aan een prozaïsch leven inden rrng zijner bloedverwanten cebon- doraeSdë 5fT iT™1'"'' r">ar k™st nch »I> «ten duur zoo ■ewillis laten kerkeren 't Wm waar kir1 harte. Een jaar ^edm nas hij in Hamburg voor het 1 m6t haar in nauwere aanraking ■TeihteTad ,T0?S WPÖ- geworden Jn J ™TOe M<i® genoten, dn t'Pbstandigc man met utliik tJf dn' kS08®11: hnia' bear da- utJtjk bij de eerste ontmoeting. Zeivas .^?,ker:on"'tlvl,1ÜB iaar- maar nog ■ooit had ze voor iemand zulk eene ïc-rtelijke genegenheid opgevat als voor dan jongen dokter, die aan het hppendorfer ziekenhuis als asstetent- rte werkzaam was. Dat hij toen reeds nKWensch en de flauw hoop Koesterde haar van het tooneel afkeo- rig te miaacem, verraotedJdJe ze niet. Ze de verste verte niet aan g©- Jacht, dat ze met den stap, welken ze wenechte te doen, haar kunst zou moe ien opgeven. Hij zou zijn beroep hal>- !>«n, evenals zij het hare. Dat was bij- mar vrouwelijke collega's ook zoo. «van iets andters had ze niet gedacht, «r stroomd,e kunstenaarsbloed door !?ar aderen. Haar moeder was in Pa- njs een gevierde zangeres geweest en van haar jeugd af was ze zelf vol geestdrift geweest voor het tooneel en 1 daarmee in verband stond, gisteravond had ze weer zoo duicle- 'jk gevoeld, hoe onontbeerlijk detoo- anel-atmosfeer voor haar was Hier wenkten haar in 't verschiet lauwe ren en roem, daar, ion het kleine, een *ame nest zou haar naam verdwijnen 'n de ma&sa en de gerimpelde golfj'e= ,a? een zedig familieleven zouden *ich over haar sluiten. Zou ze dat op den duur kunnen verdragen Noodt't Was of er een spook voor haar uit den grond oprees df ?iefde maar bemin- ie Kurt haar dan werkelijk oprecht i 4hGflr dadelijk het eerste ver wek, dat ze hem deed, kon afslaan En zonder liefde o, er zou nog eens een vreerselijk einde komen aan dat erve lende teven Dat zij zelf degene was, die zich niet wilde schikken «Jaaraan dacht ze niet. Had Kurt riclx met eene zangeres verloofd, dan moest hij ook de gevol gen daarvan op zich nemen. Kurt, die haar scherp gadesloeg, heif teihaaJd ovtnvinniii£ le heb- Niet «jac, schat, je meent het niet in ernst? vroeg hij op leederen toon. Maar, mijn lieve vriend, op wie ben je indertijd dan toch eigenlijk verliefd geworden Je hebt me toch or de eerste maal op een liefdadig Dan is alles uit! Had Kurt de<ze woorden gefluisterd, f verbeeldde zo het zich maar Langzaam koorde ze zich om. Ze was alleen. Ilem achterna vliegen, hem terug roepen maar neenHij had volko men gelijk, zo hadden elkander niets meer te zoggen. Diep ademhalend klemde ze de han den in elkaar en keek naar buiten naar do grijze NovemberluctiL De re gen sloeg nog altijd tegen de ruiten. Ziet de liefde er zóo uit Daar viel haar blik op den brief van een schouwburg-intendant uit W es- nen. Koppig wierp ze het hoofd ach terover «n onderteokendo het con tract. De liefde «sloop bedroefd hoen en een groot verlangen naar roem ver vulde liet hart der kunstenares. In haar nieuwen werkkring werd zeeeai gevierde ster. Het publiek juichte haar toe en verafgoodde haar en ze werd weldra de verklaarde lieveling van al len, die verstand hadden van kunst. Met bloemen en kransen overstelpte dr scluyir bewonderaars de groot e" Winkler en tal van briefjes vonden dagelijks hun weg naar dé woning der gelukkige. Was zo gelukkig? Ze wist het zelf niet. Met volle teugen genoot ze hei vrije, schitterende leven, dat haar kunst haar schiep. Met van geluk stralende oogen boog ze zich des avonds voor de menigte, die haar toe juichte. Was ze gelukkig? Gloeide daar on der de aisch nog niet een klein vonkje waarvan het. trotsche hart zich niet had kunnen bevrijden, en dat zelfs do luidruchtigste triomfen niet in staat waren uit te dooven Was ze tevreden Had haar uiter lijk zoo 'schitterend beroep, dat tege lijk zoo rijk aan doornen was, haar werkelijk volle bevrediging geschon ken? Was het offer van haar liefde waard gewieeöt Zoo vroeg ze zich menigmaal «af in de weinige stille uren, welke men haar liet. Maar haar verstand vilde 'haar geen antwoord geven. En haar hart? Ze had in die laatste jaren verleerd haar hart te vragen Stil en dood.' wals het daarbinnen in stille uren. De liefde treurde buiten. Claire Winkler was nu vijf jaar in Weenen. Duitscbland'is bodem had ze niet weer betreden. Maar des zomers, nis do schouwburgen gesloten waren, vluchtte ze naar de stille, reine Al pen wereld, om rust te zooken voor haar stem en een tijdlang niet door u© mensch en lastig te worden geval len. Het was m Juni. Daar werd op zekeren morgen de muziekwereld in Weenen zeer veront rust door een telegram „De lieveling van het Weener „publiek, die beroemde Claire „Winkler, heeft op dJe snoeuw- velden hevig kou gevat «en ligt „met een ernstige longontsteking „in hot hospitaal te N. Volgens „geruchten wordt het ergste voor „haar stern gevreesd." rneer van, maar ispon zich steeds die per in de herinneringen in. Zoo rijpte bij haar in stille dagen hot besluit om aan hem te schrijven Aan het oude adres te Wismar. De brief zou hem zeker vinden. Het was een zonnige namiddag in den na-herfst. Het bonte loover en de donkere dennen omkransten het schil derachtige bergmeer, dat als oen blauw, ernstig oog naar den helderen hemel keek. Zilverwitte wolken, sluders omhulden «den top van don Foldberg en het bim-bani van de klok je.-; der koeien klonk door de vredige stilte. Claire zat op oen bank bij 't water. Ze had schrijfgereedschap mee naar buiten genomen en vouwde een vel vrit papier open. Maar, wat zou ze hem nu toch eigenlijk schrijven? Hoe moest hem aanspreken? - Geachte meneer de dokter? Neen, neen, veel ie stijf het papier fladderde in duizend stuk jee over het getrouwde man Misschien zou hij te, eene oude jongejuffrouw te wor- eijn vrouw den brief laten zien en <ien. Zonder bruidsohat zal toch nie- dan zouden ze mot hun beiden spot- nuand aanzoek om mij doen. En het ergste kwam, het ergste. Wat eien kunstenares in haar vak kan overkomenClaire genas, maar haar heerlijke stem, haar kostbaarst kleinood had ze verloren. Slechts langzaam en onder de zorg vuldigste verpleging genias ze. Zeieed zeer naar de ziel. Toen de dokten? haar voorstelden zich te gaan vestigen in een klein, eenzaa.m bergdorpje in het Zwarte Woud, stemde ze werktuiglijk alles toe. Uien lang kon ze aan het kalme donkere meer zitten ondier eten reus achtdgen denneboom en droomon. Haar trots was gebroken, baar phantalsie verlamd. Met moede oogen. tuurde ze in de verte, volgde de gol vende lijnen van de grijze bergketens aan den horizont en legde dan dik vs ijls zuchtend de hand boven de bran dende oogen. Ze weende veel. Haar mooi gezicht was bleek geworden, en er lag een droeve trek om de roode lippen. Alles weg, alles dood. Eerst had het noodlot haar de liefde ontnomen, nu greep het met wreede hand naar den eenigen schat, welken ze bezat, en ontroofde haar de !stem, die zoo zoet kon zingen van het „geluk zonder be rouw". hetwelk ze toch zelf nooit haar eigen had genoemd. Eens kwamen er rondreizende mu zikanten in het dorp. Er was een bruin meisje bij, dat klapperde met de castagnetten, en zong er een hartig lied bij. Claire moeet zich afwenden. Ze dacht weer aan haar Carmen en de noodlottige avond van voor zes jaar stond Levendig voor haar ge* 'tWas toch eigenlijk vreemd, dat 7 e nooit weer iets van haar vroegeren verloofde had gehoord. Maar hij zat natuurlijk in Wismar en ging in dat kleine nest in zijn practijk volkomen op. Hij was altijd een ernstig plich n.eer. Lieve -Kurt zou hii het ook kwalijk nemen? En eensklaps had ze den draad gevonden en nu schreef ze met gloeiende wangen bladzijdieua bladzijde, en vertelde hem alles, wat za in de laatete jaren beleefd had. vreugde en leed, teleurstelling en sue cèc in bonte afwisseling waar is thans de trotsche Winkler? Nog voor niet meer dan een half jaar zou :khet onmogelijk hebben geacht, dat *k is eens kon terug roepen. Maar de een zaamheid heeft een ander mensch van me gemaakt, en dan het berouw o Kurt, als er nog een vonkje van -de oude sympathie voor mij in jouw hart leeft, stoot mij dan niet terusr. i:< zie immens nu in, dat ik toen de schuldige was Kun je vergeten Ik wil Wat was dat? Klonk daar niet een angstkreet Ze keek op een oogen- blik toen vloog de brief in 't trras. en Claire was naar het meer gevlocen Fen flinke groen en in het volg?nie oogeriblik hield ze eten vochtögen last in haar armen. Een klein, blond meisje, dat zeker aan den oever had gespeeld, maar door Claire, die zoo ijverig bezig was, niet was opgemerkt. De kleine moest uitgegleden zijn. ter wijl ze bloemen wilde plukken. Daar dreven nog de blauwe sterren. Claire zette het weenen de kind or de bank en streelde het de wan.e*n waar het blonde haar tegen aan was geplakt- Lief, klein ding, je bent nog met den schrik vrijgekomen. Van wie zou ae> zijn Daar hoorde ze ook reed's haastige voetstappen achter zich en geruisch van yrouwenkleeren. Een elegante, jonge dame sneldie naar Claire eai stax haar de beide handen toe. U hebt mijn kind geTed, lieve juffrouw; hoe zal ik u danken! Eu de ontroerde, kleine moeder snikte van blijdschap. Ik zag het vanboven ai, maar kon niet zoo spoedig bij de helling neerkomen -eter het ongeluk ge beurde. Mijn lieveling, mijn schat hoe gelukkig ben ik Ze nam de kleine op den schoot eu kuiste en koosde het. C li aire stond er ontroerd! bii. Stel u voor, lieve juffrouw, ver volgde de levendige dame, we rijn pas sedert gisteren hier. Ik vermoed de natuurlijk niet, dat mijn kind hier iUs kwaads kon overkomen. We zaten daar boven heel kalm en rustig. Evaatje zocht bloemen en maakte jacht op vlinders. Daar hoorde ik plotseling een gil en zach we-*r naar het kind buigend, je hebtb-ch nergens pijn, lieveling? Nu, 't ismair goed, da«t we een dokter bij ons heb ben, niet waar? O, ben je daar al, Kurt? riep ze dien heer toe, die na-Ier kwam ik geloof, dat haar niets man keert. Maar Kurt Schaffer hoorde haar niet. Als aan den grond gena.ge'i bleef hij staan. Was het een droom beeld of werkelijkheid? De slanke gp- slalte, het bruine haar, de fijne, blee kc handen maar dat wais ;m mers? Claire had zich over het kind ge bogen, zoodat hij haar gezicht niet kon zien. Toe.n ze den naam „Kurt" hoorl schrikt© ze onwillekeurig. Ze hief het hoofd ot>. Hun blikken ontmoetten e:- kaar. Voor seconden slechts. To sir e— 7» haar oogen neer. bewust van hsnr schuld, wanhopig. De kleine, bezorgde moeder ver moedde niet, dat hier hiet slot van een dtama begon. Ze ging geheel op in den angst voor haar lieveling. Kurt, kijk toch eenk?Het schijm toch heel goed te zijn gegaan. Ze is volkomen opgewekt. Maar wil je haar niet eens den pols voelen? Thans ontwaakte eindelijk de broer- uit zijn verdooving. Terwijl hij zich vormelijk voor Claire boog, ging hu naar het kleine meisje, om dat te on derzoeken. Van dit oogenblik maakte Claire gebruik. Met enkele haastige ■woorden, voorwendende, dat ze een afspraak had, nam ze afscheid van de irmira ai© haar nog- teud lachen om de phautostische ideeën van een ondergegane opeiru- j ster. Die .gedachte «was onvterdragelijk. Zo moest spoedig handelen. Maar hoe Het was niet waarschijnlijk, dat de brief ongemerkt was blijven liggen, en toch wilde zij denzelfden weg nog eenmaal gaan. Misscliien had een ge lukkig toeval Nee»n, de plek was ledigden geen spoor van den brief! Hij was «dus gevonden. Door wieai Deze \raag hield Claiite den gau- schen nacht becig en met brandende oogen ontwaakte ze laat in den mor gen na een korte, onrustige sluime ring. Toen zij haar gewone wandeling iWüde doen, kwam haar bij de tuin deur de kleine, blonde dame tege moet, zichtbaar opgewonden en wat verlegen. Lieve, beste juffrouw, gelukkig, dat u daar bentIk heb .u reeds in alle hotels e>n pensions tevergeefs ge zocht- Ee<n brief, die u gisteren moet zijn ontvallen, brandt me in den zak. Het was me zeer onaangenaam hem te moeten opbergen, maar u waart reeds weg, toen we liean vonden, en ik moest met de kleine naar het hotel. Als 't u belieft, hier is hij, eindigde ze ©enigszins verlegen, schoof Claire een verzegeld coucert in de hand en snelde na een 'vluchugen groet heen. Verwonderd staarde de achterge blevene op den zonderlingen brief. Was d-at haar eigen schrijven En de lakstompel K. S. Hij had dus den brief -gelezen en luam zelf teruggezonden. O, ze wilde haar verschrikkelijk schrijven nooit meer zien en het couvert onge opend verbranden Terwijl ze tusschen «de bloemper ken door weer naar huis ging. dacht ze eensklaps aan het verlegen glim lachje, waarmee de jonge vrouw ge komen en gegaan was. Zijn wouw O, wat haatiie ze haarNatuurlijk had ze om den brief gelachen, wel ken zij met 'haar 'hartebloed had ge schreven! Walt belachelijks stond daar dan toch in Ze wilde toch eens zien half werktuiglijk ver brak ze het zegel en nam den inhoud uit liet couvert, ze las en las In den tijd geurden de laatste re seda's om de blauwe herfstasters zoemden de bijen, teere zilveren dra der waren over den weg geweven, en in het zonnige Septemberlioht stond Claire «en las. „diat de blonde vrouw niet de vrouw van dokter Schaffer, maar zijn zuster was, dat Kurt haar trouw was gebleven al die bange j ar ren eai dat ze nu gelukkig wilden zijn, o zoo gelukkig En toen ze alles geleaen had, vond1 ze het volstrekt niet «vreemd, dat de kleine tuindeur knarste en Kurt Schaffer tusschen de bloeiende herfst bloemen stond.. Hand in hand gingen zo met blij gelaat in een laat, stil geluk. (N. v. 't N.) heids-concert gehoord en gezien sn 1 tcn-mèmsch geweest Maar niét alleen honderden malen heb je mij verzekerd ^„t. Met heiligen geestdrift had hij dat je mijn kunst hoog schat. Dat wil zich aan zijn beroep gewijd. Ze had j° nu toch niet ontkennen Mijn ta- hem om die reden steeds bewonderd, lent voor het tooneel. mijn schoone y0u hij ook gehoord of gelezen heb- stem zouden wegkwijnen in het alle- ben. dat ze nooit weer zou zingen? ir\9 daagsche leven, waarin men geen kunst kent? Kurt. dat kun je nietver- langpn. En, geloof me, ik zou je veel minder begeerenswaard schijnen, als :k mijn geheel© individualiteit Zeker dacht hij nooit aan haar. Df hoogstens in toorn of zonder belang stelling misschien? Ach, het was haar ten slotte alles om het eren, ze wilde volstrekt met plotseling op zij wilde zetten er>zedig n-denken. Hoe ver lag dat achter en vervelend wilde gaan leven als de ,br,ar. ver. ver, 't scheen haar een srhoonen van uw stadje. Kurt, ze nienschenleeftiid dacht er niet aan, dat ze hem zou kunnen verliezen wees niet boos. En dan zuchtte ze weer. Op een anderen keer zag den krm, zet een vriendelijk gericht. En'postbode naar het kleine over één twee maanden gaan we tiouwi Ze omhelsd© hem en kuste hem on stuimig. Ongeduldig maakte hij zich los. Zijn gezicht stond zeer ernstig. - Je ontwijkt mijn vraag, Claire. jonge schoone vrouw, die haar noe J ,-v™ mn damkbe- rnaals met een stroom van tu\gingen overstelpte. In haar kamertje gekomen, barstte Ciaire in een wanhopig snikken uit. O. hemel, welk een weerzien Haar hart klopte alsof het zou barsten- haar gedachten woelden dooreen. Hi was hier, had haar herkend, woonde misschien in 't aangrenzend© huis -- maar dat alles was nog met zoo r~< als dit ééne. Hij war? hier met zijne vrouw F©n razende jaloerschheid maakt© znch van het opgewonden meisje meester. Met zijn elegante, jonee vrouw en een allerliefst dochtertje' Dat was zijn wereld, men, waar zij bij eenvoudige men-| Getrouwd dus! Hij had haar ver- schen een kamer bewoonde. Reeds uit Ppten, eerder vergeten dJain rij hen -- hieli Du ze was zoo dwaas geweest van 'nog aan rijn trouw te gelooven, ha: -"i-nia,". T/K-trhor, 'iverte wenkte ae oude man en een brief omhoog Juffertje, wat voor u *t Gebeurde zelden, dat Claire brie ven ontving. Z© was nu al drie maan de lieve vrienden verdwenen. Van wien kon de brief zijn? Van je bent mij nog altijd een antwoord den hier en met het geluk waren ook schuldig, zei hij op afgemeten toon 1 1 1 A Zij fronste het voorhoofd. Maar. lieve hemel, uit alles, wat hem Ik gezegd heb, blijkt toch duidelijk. Op hetzelfde oogenblik, dat ze dit dat ik mijn besluit niet verander. Het dacht, schrikte zo ook. Hoe dwaas, contract neem ik vandaag nog aan I zoo iets to denken. Hij wist immers Claire, is dat je laatste woord? 1 sedert vijf jaar niets meer van .iaar Er lag een gnenzenlooze angst in Natuurlijk was de brief niet van dr. rijn toon. Schöffer, maar van den advocaat, die Zij was naar het venster gegaan, ir Weenen haar belangen behartigde. Werktuiglijk ontbladerde ze een der Ze betrapte rich echter toch vaker, bloemen uit haar gordel en knfkte dat ze aan haar vroegeren vriend slechte. dacht. En woldra schrikte ze daar me: een weerzien willen voorbereiden Hoe goel, dat ze don brief maar waar was do brief? Had z© hem dan niet m haar schrijfportefeuille gelegd Neen. hij was er niot in. Dan had ze hem on derweg verloren. Ze bedacht rich, neen, in haar zenuwachtighedd had ze hem laten vallen, daar op de hel ling hij moest dus nog bij d© bank liggen. Het bloed steeg "haar naar de wan gen. Als hij hem eens had gevonden. Ze moest er niet aan denken llieve Kurt Natuurlijk zou hij hem le zen. Maar dat ging toch niet_Wat moest hij van haar denken, hij, de Dochter en Zoon Uit het Hongaarsch van ARMTN RCXNAI. Hetrmjine is tvvlee ien twintig jaar oud, schoon en statig, opmerkelijk «mooi van gestalte en «inidrukwakkiend in haar optreden. Wanneer zij langs de straat loopt, kijkt men haar be wonderend na. In de voorname ki in gdn is zij Welbekend en 4ii0t men (haar gaarne. Ov«eral wordt zij goed ontvangen; want zij is van deftigen huize, heeft eene zorgvuldige opvoe- 'ding genoten en zou ongetwijfeld reeds lang zij«n gehuwd, wanneer bij al da voordeelen harer maatschappe lijke positie en haar uiterlijk voorko men ook nog eene belangrijke hiuwe llijksgift had die kunnen worden ge rekend. Daaraan ontbrak het haar evenwel, en «daardoor was het hare moeder tot dusverre ook nog niet ge lukt. (hare schoon© dochter ,in da haven van den echt binnen te lood- wat zij met het oog op de toe komst reeds lang had gewenscht. Gedurende het laatste seizoen had zij weer nieuwe hoop gekregen. Een heer, die het blijkbaar ernstig meen de, werd verliefd op Hermine. Even hij beet niet toe. In den eersten tijd der kennismaking had hij zich niet tegenover haar verklaard, en nu, terwijl de zaak reeds overal bekend geworden was. toonde hij rich voort durend meer gereserveerd. De wereld sprak, hij niet De toestand begon eenigszins pijnlijk te worden. Wel wa ren de pretendenten voor de hand van de schoone en trotsche Hermine niet zoo heel groot in aantal, maar «allicht zou toch de een of ander aan zoek om haar hebben gedaan, indien men er zich niet zoo algemeen van overtuigd had gehouden, dat de plan nen van Barwald vast stonden en dat de verloving wel spoedig publiek zou worden gemaakt. Op het bal, dat bij den redhter aan buis was gegeven, scheen iets te töjn voorgevallen. Het was aan de scherp ziende oogen der moeder niet ont gaan, dat Hermin©, aan d© piano ge zeten, onrusifcig en vaisch speelde, ter wijl de heer Barwald heel verstrooid de bladen van het muziekboek om sloeg. Nauwelijks waren zij thuis ge komen, of mama nam har© dochter dan ook onmiddellijk in verhoor. Wel, heeft hij zich eindelijk ver-1 klaard? Hermin© draaide zich om en zuchtte: Och, het is beter, daarover maar niet te spreken." Wat zeg je? Spreek toch duide lijk! Wat geeft het... er Is toch niets aan te veranderen. Haar toon werd voortdurend bitterder. Ik zal mij ver trouwd moeten maken met de gedach- Wat praait je daar nu toch voor onzin? Meisje, laat mij nu toch einde lijk eens weten, wat er is voorgeval len. Ik heb gezien, dat Barwald met je heelt gesproken. Je zult toch tegen over je moeder wel geen geheimen hebben. Komaan dan, 'vertel op! Wat iheeft hij gezegd? O, mama, dat is «tocöi zonder na ren uitleg gemakkelijk te radan. Barwald bekende mij, dat (hij mij 'liefheeft, reeds sinds langen tijd. Welnu, en? Dat hij zonder mij niet leven kon Maar d'an is de zaalk in orde, Hermin©. Ja, ik héb Barwald altijd wel voor een gentleman gehouden. Dat is hij ook wél, mama. Maar hij voegde er nog aan toe, dat helaas groot© hinderpalen onze verbintenis Sn den weg staan. Wat een lummel! Wat voor hin derpalen d'an wel? Barwald deelde mij mede, dat bij geen vermogen bezat, maar toch gewoon was op grooten voet te leven. Hij wist. dat ik ook arm wras, en toch ook, krachtens mijne opvoeding, ge woon was mij in de voornamere krin gen te bewegen. Kortom, al zou het hart er hem «ook ran broken, zonder oen belangrijken bruidschat kon hij niet aan 'een huwelijk denken. Hij •vroeg mij ook, of er niet misschien een oom was, of iemand anders... Wat een brutalteit! riep de moe der vertoornd uit. Jk was natuurlijk eerst danig in dg war door hetgeen hij zeide. Maar daarop vroeg ik hem, waaraan hij hot recht on/tleende om op dergelijke wijze tegen mij te ^preken. Vanwaar hij dein moed had. zich om mijne fi nancieel© 'omstandigheden te bekom meren, eai dé onbeschaamdheid, te- gein mij van liefde te spraken. In éèm woord), ik heb hem zoo duidelijk mijn meendng gezegd, dot bij geheel en al beschaamd wegsloop. Dat was flink van je!... Begrij«p m<u toch eens, w«at een onbeschaamd heid! Hij moest Mij zijn, in zulk «een familie door een huwelijk te kunn-en worden opgenomen, en dan stelt hij nog voorwaarden. Wanneer je broe der dat te weten komt, dan zal hij het hem stellig betaald zetten. Een heel jaar je het hof te rniaken, je overal heen volgen en, als 't er eindelijk van Ikomien zal, leerfcst vragen: Juffrouw, thoeiveel geld heeft u? Nu, let maar op. Hendrik «zal het bom wél inpeperen! Henmine liet zich in een steel val- llen bedekte baar gezicht met dé han den, en weende bitterlijk, U heeft goed praten, mama, zei lde zij tusschen. haar tranen dioor, maar ik héb ©en gevoel alsof het hart anij breken zal. Maar Hermin©, je moét idat zoo tragisch niiet opnemen. Wees onbe- aorgd, j«e zult toch wel niet blijven ritten. Dat zal ik wed, mama want ik •zal nooit tiouwten. Dat is toch immers onzin de rechte Jozef zal nog wel komen. Do rechte Jbizef? riep Hermin© :als buiten «zich zelve. Wat bent u toch kortzichtig, moeder! Hij was immers voor mij do rechte Jozef! Dien man heb ik liefgehad; voor hem zou ik tot 'allies in staat zijn geweest. Nu trouw ik nooit nooit... Luister eens goed naar mijne woorden, mijn lieve kind, zeide de moeder met liefdevollen ernst. In het leven van een meisje bestaat er geen nooit. Toen jouw vader zaliger aan zoek deed om mijn «hand, heb ik hem gezegd: Wanneer u, mijnheer, eene trouwe, toewijdende en opofferende echtgenoot© wilt hebban, dan zult u die in mij vinden. Rekent u evenwel daarbij ook nog op een grooten bruid sohat, dan moet ik u onmiddellijk be kennen, dat ik behalve mijne goede opvoeding en mijne oprechte bedoe lingen niets mee kan brengen in het huwelijk. Daarop kusto je vader mij de hand en zeide: Lieve juffrouw, ik zoek eene goede vrouw; het geld. dat wij noedig hebben voor een onbe zorgd bestaan, zal ik wel weten te verdienen Daarop trouwden wij ern wij werden bovenmate gelukkig. je. Hormine, zoo spreekt man van eer. een man, die karakter heeft. Maar iemand wiens gevoelens ondergeschikt zijn aan materieel© toestanden, zoo iemand noem ik een •nioGswaardiige. En nu wil ik je er meteen nog wel bij zeggen, wanneer die mijnheer Barwald toch nog over je denkt, en je het 'hof blijft maken, dan zal ik hem vierkant de deur wij zen. Terwijl de moeder zoo tegen hare dochter sPrak, was Hendrik, de broe der van Hermane, ongemerkt binnen gekomen. Met sohittermde oogen stond hij te luisteren naar de woor den zijner moeder, en toen deze haar speech ten einde had gebracht, sprong hij op haar toe, omarmde haar 3n bedekte haar gelaat met kussen Bravo, moedertje!' risp hij ver rukt; u heeft volkomen gelijk. U heeft daar gesproken als eene vrouw, wier zi3l vervuld is van de verhavenste idealen. Ik ben trotsch op mijn moeder en gelukkig, o mama, zoo onuitspre kelijk gelukkig. Zie je wel. Hermine. sprak de moedor, trotsch en gevleid, ook je broer denkt er zoo over als ik. Niet waar Hendrik, di© man verdient het in het geheel niet, dat een fatsoenlijk meisje zijn vrouw wordt? In ieder goed gezelschap moest men hem de deur wijzen, riep Hen drik met overtuiging, men moest hen (boycotten, iyndhen. Het is mijns in (ziens wel zoo laag mogelijk, het meis je zij.ner liefde i«n den steek te latem eenig en alleen, omdat rij geen huw© lijksgift meebrengt. Stel je dus maar gerust, Horinien-I tja, zeide de moeder -en streek de doch- ter liefkoozend «over de haren. Je zied nu, dat Hendrik en ik het hieromtrent! Jvoknlaatót eens zijn. Maai' het lijds ©ok geen twijfel of ieder mensch «mei gezond verstand moet over die zaak net zoo denken als wij. Zeer zeker, en Hermine zal in de ae gedachte ook haren troost vinden. Ik moet overigens wel bekennen, lieve mama, ging Hendrik luchtigjes voort dat ik mij niet ter wille van Hermin* alleen er over verheug, u die mee ning te hooren verkondigen, maai (ook om mij zeiven. Hoe moet ik dat begrijpen? Och, mama, begon Hendrik met) de welbespraaktheid, gelukkigen men- schen eigen, u moet weten, dat ik tot ■Hog toe altijd bang ben geweest dat u over het huwelijk en alles wat daar zoo mee samenhangt, net zoo nuch ter en materieel zoudt denken als aJ de «andere moeders. Weet u, zooals rij die niet vragen: Hebben rij elkander Hoef? maar: Hoe groot is de bruid schat? Hoe kon ik toch zoo slecht van u denken? Waarachtig ik moet u wel duizendmaal om vergiffenis vragen, dat ik zoo aan u héb kunnen 'twijfelen. - Boe zoo dan toch? w,al voe,l ik me gelukkig, nu ik weet, dat mama er niet het minstel bezwaar tegen (hebben zal! Maar waartegen dan? Mei, dat ik m«et KJara trouw. Met Klara? Meen je Klara Heoh-i. Ier, de -dochter van den directeur? o, neen! Klara Baoh. d.it scfioo- me maar «t ia waar antie moisje, dat. bij onze bank in betrekking is. I>e moeder Meld het hoofd mot de '«banden vast en vroeg neciomaaj out- daan: Wat zeg je, Hendrik? jonge man geraakte geheel en al in Vervoering e«n bemerkte in het geheel niets van de eigenlijke uitwer- 'Mng, di zijne woorden tengevolge (hadden. O, mama, ik wou, dat u haar kende! Klara is een war© engel. Reeds sedert zes maanden zijn wij het met 11 elkander eens; ik heb tot heden even- wel den moed niet gehad, er iets van 11 te zeggen. Ze is zoio goed, zoo fat soenlijk en ijverig en zoo degelijk op gevoed! De domes uit onze voornam© klingen kunnen wat kennis betreft bij Klara in de schaduw niet staan. Van s morgens tot 's avonds w«erkt zij met stalen volharding en onder houdt dan ook al sinds langen tijd Z'idh «zeUve en hare moeder. Zij is een schat, lieve mama. En wanneer u het goed vindt, zal ik haar bij u brengen, opdat u haar kunt loe ren kennen en ons uwen zegen geven. I Nu had de moeder begrepen hoe de v ork in den steel zat. En op ruwen toon zeide zij: Bij mij brengen? Waartoe? Op dat ik haar de trap afwerpsn, of met den bezem de deur uitjagen zal? Wat zijn dat toch voor praatjes, die je daar opdischt? Hoe héb je je toch zoo kunnen vergeten sn al mijn© ver wachtingen zoo plotseling vernieti gen? Noodt, hoor je, nooit met mij ne toestemming ten minste niet. Hendrik stond daar alsof hij het te 'Heulen hoorde donderen. Het was «hem niet mogelijk, rijns moeder te begrijpen. Maar, lieve mama, wat heeft u dan tegen Klara in te brengen? Wat ik in te brengen heb? Vraag je dat nog? Ja, heb ik daartoe dan een vermogen geofferd voor je opvoe ding en je vorming, dat je de eerste de beste meid van de straat tot vrouw neemt een bedelmeisje, waarvan je de familie ook nog zult moeten on derhouden? Heb je daarvoor je zoo ingespannen en zoo hard gewerkt, om nu ter wille van dat bedelvolk in ie der beter gezelschap te worden geme den? Heb je dan geen geweten? Heb je dan geen oogenblik aan mij en aan je zuster gedacht? Je hebt eene prachtige carrière voor je, eene schit terende toekomst wacht je en nu wil j© dat alles wegwerpen om een gril? Wal je nu dat meisje zonder jeld. zonder naam huwen, waar je toch aanspraak zoudt kunnen maken op de voornaamste verbintenissen, waardoor je in de rijkste familiën kan worden opgenomen? Geen woord meer daarover Hendrik, daar kan nooit of te nimmer iets van komen; zet je die dwaze gedachte uit het hoofd. Het zou wat moois zijnl Wanneer die juf frouw, die machineschrïjfster, een man noodig heeft, laat ze dan den kantoorknecht trouwen, die zal haar ook zonder bruidschat wel nemsn, als hij er zin in heeft. Hendrik keek, verstijfd van schrik, naar zijne vertoornde moed sr. Maar, lieve, goede mama, riep hij en sloeg de handen ts zamen, nog maar een paar minuten geleden hoor de ik U toch heel andsrs spreken. Hier op deze zelfde plaats zeide u, dat het in uw oog een nietswaardigs was, die alleen op rijkdom, op den bruid schat ziet, wanneer hij trouwt... Natuurlijk, antwoordde de moe der op een toon van onwrikbare over tuiging, toen was er sprake van mij ne dochter. Nu evenwel betreft het mijn zoon. En dat is iets heel anders...

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1907 | | pagina 12