BIJBLAD VAN HAARLEM'S DAGBLAD
FEUILLETON
Thamar
Wandelingen
25e Jaargang
MAANDAG 15 JULI 1907
No. 7376
DE ZATERDAGAVOND
HAARLEM'S DAGBLAD KOST
f120 PER 3 MAANDEN
®F 10 CENT PER WEEK.
ADMINISTRATIE QROOTE HOUTSTRAAT 55.
DRUKKERIJ ZUIDER BUITENSPAARNE 6.
IN HAARLEM'S DAGBLAD ZIJN
ADVERTENTIËN DOELTREFFEND,
ONZE ANNONCES
WORDEN OPGEMERKT.
Rubriek voor Vrouwen
Het versieren onzer k-lee-
-dieren.
,.D© lust tot versieren is ieder
mensch en vooral iedere vrouw aan
geboren en wij' bunnen ons nauiwe-
lijlks een voonw-erp -denken, waarbij'
aan. dezen drang tot versieren op gee-
nfcrü'é wijize is Uoegegdven." E(enie
stelling, die ik gaarne onderschrijf en
die een lezenswaardig artikeltje in het
iMaandlbteud der Ver. tot Verb. der
Vrouiwenibleeki'inig voorafgaat, dat ib
(belangrijk genoeg vind om daaraan'
(heit een en arid-er te ontleenen.
Eene allereers'te vereiscibite voor
versiering, betoogt de schrijfster on
der meer is, dat men leere zich te be-
peiibien.
Niet iedere stof ban versiering ver
dragen. Wanneer een stof uit zich
zelf rijk genoeg is, is veilsiering over
daad; en zal allsdan de schoonheid en
rijkheid der stof venninlderen in
-plaats van vertooogen,.
iZoiO' hijv. bij fluweel, d'aimast en bro-
caatstoffen is in he't weefsel' reeds de
versiering aangebracht en wordt. ma-
(ti-gtoeti-d bij verdere bewerking ver-
ei scBit.
Verder is het van veel belang zich
er rekenschap van 'te gclven. \Vslke
(stoffen mien bij. elkaar brengt. Bont te
versieren met kant is het toppunt,
maar ook oip minder grove wijze
wordt deze fout veelal begaan. Dan
komen de kleuren. Wat kan het te za-
enen brengen van twee goed gekozen
kleuren niet een mooi geheel geven.
lEen te helle kleur kan getemperd-
een dloode kleur verlevendigd worden,
door toevoeging van een andere, mits
deze in juiste hoeveelheid en ter ju-is-
fter plaatse worde aangebracht. De1
allies doordringende confectie-geest
heeft gelijke saaihieid gebracht in de
Ikleekling van stadsdiaan-es en boeren-
mieiisjies, ,,-de mio'de", dat tooverwoord,
■waarvoor alles buigt, die verbiedit een
eigen kleed te dragen waarin men
izich thuis gevo eJ-t.
(Maar gelukkig is er een kentering
ten goeide merkbaar. Reeds bij velen
Uileeft het woord „mode'' zijn toover-
fmacht verloren: er is een streven om
ook in de kieeddng eenvoudig en waar
'te zijn, en men ziet hier en daar een
.terugkeer naar de versiering van ou
de tijden, nl. versiering naar den
aard dier stof op de stof zelve. Wijl
nu het alleroudste weefsel, dat zijn
(oorsprong had in het vlechten, het
kinnen weven was nl. het één op
één neer, van den inslagdraad door
den ketting, ligt helt voor de hand,
dat ook de eerste versiering uit dit
Weefsel voortkwam.-
Men ihad niet dadelijk toestellen, om
stoffen van een en twee meter breed
ite waven, dus was men genoodzaakt
dikwijls naden in toet goed te maken
en in plaats van die naden angstval
lig te verbergen,, werden ze veelal
met een afstekende kleur duidelijk
zichtbaar aan elkaar genaaid. Soms
ging men nog verder en werkte aan
beide zijden van dat naaisel een aar
dig randje van kruissteken. Wat men
voor de naden deed, deed mien ook
voor de iziooimen. D'e zoom werd heel
eenvoudig naar de buitenzijde omge
legd, en door versiering bevestigd.
Mo,ai niet waar? Denken wij nu eens
aan onze platgeperste naden en ga--
door
Maryll'e Markovitch.
(Naar het Fransch).
Destraatjes van het aoul, zoo smal
dat twee mannen elkander nauwe
lijks konden passeeren, waren over
vol. Mehemet-Amin moest er van af
zien, de menigte op toet plein toe te
spreken, daar dit te klein wals, om
allen te bevatten. Alzoo heesch men
hem juichend hoven op den ringmuur,
waar hij den geheel en* dag het woord
bleef voeren. Mét veel welsprekend
heid wees hij de mannen op het ge
vaar, hetwelk hun boven het hoofd
hing, verhaalde van de wonderen
door Schamyl verricht en spoorde hen
aan tot een wanhopigen tegenstand
e i tot een gemeenschappelijk optre
den ter wille van het algemeen be
lang.
Aan den zoom van het woud geze
ten, met de voeten in het hooge gra:s,
luisterde de menigte, aandachtig toe.
Ton einde het gesprokene beter te
kunnen verstaan, hadden isomnvgien
lonnetjes om zoomsteken te bedekken!
(Wanen die vrouvfen geen sierkun
sten ar essen, ook al kenden zij het
oord niet? En wat is er op (dietse ba
sis voortgaande niet ontzaglijk veel te
bereiken! Zie eens (de mooie oude
■jakjes, gelijk zij nog heden ten dage
n Oostenrijk gedragen worden, van
wit linnen met zwarte of gekleunde
zijde in kruis- en bolbeinsteken be
werkt. En zie het blauwe linnen over
kleed met, Omderjak'je op de tentoon
stelling van oude weefwerken te Haar
Jem, hoe prachtig rijk doet die een
voudige 'Versiering en met hoeveel
oordeel is ze toegepast. Zoo'n afwer
king van een split is toch wat mooier
dan onze lhföcllen.daagsche drmkiknioop-
•sluiting! Zonder direct na te bootsen
kunnen we van die oude kleecliing-
st ukken veel Jee ren.
We leven in een anderen lijd, en
Sn andere levmsomlst aardigheden,
imaar wat die (dingen zoo mooi maaikt.
en zoo blijvend' mooi, is het zuivere
beginsel waaruit gewerkt is, en juist
dat as liet. Wat bij onze kleeddngver-
siering te vaak ontbreekt. Alle onder-
(dieelen dioo.r kleur en versiering te
doen samenwerken 'tot één barmo-
nitecifr geheel, een logisch samenstel
'en een logische versiering. Hieruit
blijkt dus, dat vorm, kleur en versie
ring van een kleed tegelijk moeien ge
dacht worden, en zeker iu'igt er nog een
{prachtig arbeidsveld open,. Voor wie
■oog heeft voor lijn en kleur.
iD-e versiering met de naald is eerst
hier recht op haar plaats, wijl ze le
deren stof naar haren aard versieren
(kan, en ieder ruimte geeft naar eigen
-smaak en behoefte zijn kleed eren te
versieren.
Met is daarom dat ik mijn geachte
lezeres-sen reeds vroeger in over.we-
g- gaf, hare kleederen met hand
borduursel-, of eigen gehaakte kant -te
versieren.
'Vrouwen -en meisj-es die eenige vaar
digheid in het teefcenen hebben en
(zich de behandeling der kleuren ei
gen maakten, kunnen mats zij goede
smaak bezitten, ook de schilderkunst
bij het versieren van hare kleederen
te "pas brengen.
(Klein© in kleuren geborduurde ,of
geschil-dorde motieven, op kragen en
mouw-opslagen kunnen reed-s een ver
rassend effect te weeg brengen ter
wijl ze (zeer zejke-r een oraigemeerae,
gedistingeerde versiering uitmaken.
■MIAJRJIVE VAN AMSTEIL.
Natuurhistorische
IN EN OM HAARLEM.
CLXX/IT.
■De dagtaak is volbracht; de zon is
inlog niet in 't Westen ondergegaan,
-daarom gaan we no-g een uurtje ge
nieten en trékken een der vele wegen
folp, die van onze stad naar alle wind
streken loopen en wat m'eer zegt,
meest alle heerlijke» wandelwegen zijn,
izoo rijk in afwisseling, als er zeker
bij- weiniig steden in ons vaderland
gevonden zullen worden. Wil men
■min of meer gezellige drukte van rij
tuigen en wawMlaars, of bosch- en
iparkwandel'ingen, of langs akkers en
■bouwland, of langs lage weiden, geen
nood; de Haarlemmer kan te keur
gaan.!
Kiezen we thans de Leidsche vaart,
om ons een half uurtje zuidwaarts te
bewegen. H-oe lang de zonïerteiiipera-
tuur overdag ook ail is beneden het
gemiddelde, 's avonds kan het soms
waarlijk kil zijn, zoodat men zich
'volstrekt niet behoeft te schamen,
nantel of demi aan te schieten.
Is een vaart 'gelijk aan zoovele
in Hollands polderland. Vlak en nog
nog eens vlak is al liet land ter weers
zijden van de vaart bot Leiden, toe-,
alleen bij iiet station Vogelenzang
brengt een duinuitlio'oper waf afwis
seling. Bosch ontbreekt dan ook gere
geld langs de boorden en wat niet wei
nig de eentonigheid in de hand werkt
is het kaarsrechte van zoo'n kanaal.
den aanleg worden dan ook gere
geld al wed wig hinderpalen ontmoet.
Ma-ar 't is ook de weg zelve niet al
leen. die ons genot schenkt, "t zijn
de landerijen, de weilanden rechts
aan den achterkant door de begroeide
-zijde der duinen begrensd, of de wei
landen link-s, echter niet zoo breed,
maar slecht sreikeulde tot den Wa
genweg of zooveel korter als de ver
schillende huizen met tuinen toela
ten.
Het eerste eind, een mensch is al-
Itijd geneigd zijn weg in brokken af te
■doelen, het eerste eind is juist zoo
breed als nooddg is voor den rijweg,
Ide beide tramwegen en gereserveerd
voor de voetgangers is er niets, toch
blijft ér nog wel een stukje over.
'De 'sloOt rechts biedt alleen een
'weinig natuur, links heeft een be
schoeiing de plantengroei weggeno
men. Rechts dan vinden we een wat
(vuile sloot ondiep met een weeken,
moididerdgen bodem, maar d'aaroan
niet minder geschikt voor tal van
planten. Pijlkruid heeft thans de over
hand. Is het niet een eigenaardig
blad, net zoo'n langgerekt en tuin-
schoffel, met een min of meer drie
kantige steel beneden in het water
-reikend. En busschen zoo vier tot zes
-bladen vertoeft zich- de bloemstengel
met de jrnoOie witte bloemen, waarin
d-e meeldraden en stampers niet ge
meenschappelijk dezelfde bloem be
wonen.
•Een enkele stengel van de zwane-
bl-oieim veitiieft zich nog hier en daar,
eigenaardig as toet, hoe wei
nig de smalle lintvormige bladeren
van de zwanebloem in 't oogvallend.
Heel wat jonge botanici kennen ze in
't geheel niet.
Voegen we hierbij nu nog wat plan
ten, die aan den stoffigen kant
-groeien, en een enkele boterbloem of
-verge:et-m ij.-nliet aan den rand der
-weide, dan -zijn we spoedig bij de
Sclhouwtjesbrug. E-en heel dorp ont
stond hier en meer en meer breidt het
aantal woningen zich uit, niet m-eer
enkel beperkt tot den hoek van v-aart
en laan, maar ook verder op. En op
(Bosch en Vaart 'oveneents. Spoedig
•zijn we de remise van de E. N. E. T.
gepasseerd en krijgt de vaart opnieuw
toaar landelijk karakter.
Thans is ook links de walkant flank
begroeid en nemen de waterplanten
-zoo langzamerhand 12 M. van den
wal af in beslag.
De familie der grassen plaatste hier
eenige van hare vertegenwoordigers
en als wist ze, dat ze met andere
planten een hard-en strijd hadden te
strijden, vaardigde ze er eenige ba
rer kracht,'igiste kin-deren op af„ die
(dan ook niet nalieten die overhand te
krijgen. Aan de pluimen herkennen
da takken- der hoornen heklommen en
overstelpten den redenaar v-an deze
verheven zitplaatsen met him toejui
chingen. En telken-s als ler weder nieu
we grocpern kwamen opdagen, begon
de luitenant van den imam zijn toe
spraak, welke de dichtstbijzijnden
aan hen, vier oor de gesproken woor
den niet had kunnen opvangen, over
brachten, weder van voren af aan.
Toen de avond eindelijk begon te
vallen, hadden twaalf honderd man
besloten den imam ter hulp te snel
len. Nog dien-zelfden nacht_ zouden
zij vertrekken, want de weg is lang
van- de oe-Vers a'an den Kouban af tot
aan de a-erre bergen, waar Schamyl
,oene wijkplaats had gezocht. Enkelen
evenwel bleven achter. Niet omdat zij
den strijd a;reesden, doch vast beslo
ten hiun eigen bergen tot toet uiterste
te verdedigen, a'oeldlen zij zicli niet
verplicht zoo a'er A'an huls aan den
oorlog te gaan deelnemen. Ruw en
ongedisciplineerd als zij waren, kon
den zij de noodzakelijkheid van een
concentratie vara strijdkrachten niet
inzien en vertrokken 'legen, het vallen
van den avond, bevreesd bij hun thuis
komst het zonder verdediging achter
gelaten dorn reeds door de op den
loer liggende Russen v-erwoekt te zul
len ariraden.
Twaalf honderd bleven echter, en
maakten zich gereed om bij toet eerste
signaal op te breken. N-a bun wapen
te hebben schoongemaakt, sliepen zij
eenige uren op het zachte mos in de
schaduw der -pij-nboomen, Avaarop zij
zich aan het afscheidsmaal vereenig-
den. Reeds Idles morgens had Thamar
hc-den maa-r de omliggende dorpen ge
zonden oan levensmiddelen in te zame
len. Thans waren a-rouwen en kinde
ren bezig geheele geiten en schapen
beven ontzaglijke a-uren te braden,
terwijl anderen in groote ketels rijst
pn visch kookten.
Toen het maal gereed Avas, veree-
niigjdiera idle mannen zich -in -giroepen op
liet dorpsplein en op de open plaatsen
aan den zoom A'an het Avoud', waar de
a i ouwen hen bedienden, vier aan vier
op een gelooide schaipenliuid de ge
braden dieren aandragend. De aan
voerders sneden deze met hun pon
jaarden behendig aan stukken en
reikten ieder der manschappen hun
deel toe. De kinderen knaagden de
beenderen af, waarbij zij onder aller-
le! luchtsprongen om de vuren dans
ten.
Toen de mannen a^erzadigd waren,
wienschte de hek, schoon blind, zijn
huis te a'erlatem, om zich in hun
midden te beAvegen.
Daar de duisternis reeds gevallen
was, ivoren de harstoortsen, welker
weifelend schijnsel de grijsaard nog
grooter deed schijnen, ontstoken. Ge
lijk een stroom zilver golfde de lange
baard over zijn borst; met de hand
we reeds dat rietaclit-ig zwenkgras, iu
(Sierlijke bocht hangen de trossen om
laag; rechtop staan de zoo zeer afwis
selende trossen van het rietachtig ka-
nariegras, meer of minder rood aara-
geloopen, meer of minder uitgespreid,
J naar den tijd: voor tijdens of na
■'den bldei. Daarbij voegen zich man-
ras, vlotgras en verreAveg het
-sterkst is liet riet.
De dikke, witte wortelstokken voe
len zich in ons drassig landje spoe
dig overal thuis en meermalen zagen
we in weilaniden, zelfs in bouwlan
den dat riet als een krachtig onkruid
optreden.
Die breeder, zvvaarcKvormige blade
ren zijn'afkomstig van de Iris, d'e gele
Lisch. Thans uitgebloeid, zullen we
spoedig de varkentjes terugvinden uit
onze kinderjaren. Met béhulp toch
van enkele luciferstokjes wisten Ave
die langwerpige doosvruchten om te
too,veren in varkentjes, althans onze
fantasie zag die er in, en ik kan
raust zeggen, dat die overeenkomst
a'aa-k grooter is, dan tussohen echte
■arkens en de in hout nagebootste
uit sipeeigoeddoozen. Zie, daaT hebben
ze al, het dunne bloemsteeltj-e
buigt thans onder den zwaren last.
Aan dien top vinden Ave nog een
restanije, A'an AVat d'aax eenmaal bo
ven op stond.
Daar al Avee-r zoo'n partij planten
bijeen; maar als we even beter toe
zien, diara zijn da-t bladen van wat
donkerder kle-ur, en ook die zijwaarts
gerichte, groene bloeik-olven, ze hel
pen ons spoedig uit de verwarring, t
is n.l. kalmoeis, waarvan we ons nog
duidelijk de geurige wortelstok her
inneren, die of gekauwd, of in stukjes
gesneden, dienst deed als prop in on
zen proppenschieter; zoo'n echte, ei
gen gemaakte proppenschieter uit
den een of anderen vüerstok.
iZiie die vergeet-mij-niet eens voor
uitdringen naar 't midden van 't. wa
ter, t werd dat nietige ding zeker te
benauwd tusschen al dat hooge goed
je. Hoe vriendelijk straalt dat blau
we bloempje, hoe aamliokk-end en toch
tooe onbereikbaar. Daar di-e rooide.,
'hé, daar lieb j:e de andioorn weer, die
we een deT vorige malen onder struik
gewas vonden. Heelem-aal juist is het
echter niet; 't is nl. de moeras-an-
dooni, m-et zittende bladeren en wat
later bloeiend.
Tussctoen de twee k'ornt tevens nog
eien kruising voor, die van beide ou
ders wat overnam.
't Waren zéker de insecten, di-e het
stuifmeel uiiit die ILpvonmige bloem
kroon onwetend medenamen en over
brachten.
'En insecten, zijn die hier? J-a, kijk
ma-ar, slakken bij de vleet. Mlaar
slakken zijn geen insecten. Ze zijn ge
bonden aan "t water. Vochtige 1-ucht
en water zijn nooddg voor de ademha
ling. die biji die» weekdieren d'o-or kieu
wen plaats grijpt. Ook de wrattebij-
ters, en de kleinere, slanke li-béllen
treff-en we hier aan, al is 't ook niet
zoo aoI op als op den warmen zomer
middag. Geen wonder, dat wij1 ze hiier
vind'en. als larve t-och leefden ze in 't
water, en nu moet hét volwassen dier
eerst weer iederera leggen, voor 't. den
eigen dood sterft of valt in den hek
an den een of anderen slokop. En
die v-ldégen luier genoeg. Zie die vlug-
ige awal-uw met sierlijken zwaai vliegt
.zij even omhlo-og en daarna cKic-ht
langs den waterkant terug te keeren
en daar bij de brug hetzelfde te doen.
t Begint anders zoetjes-aan tijd te
worden, dat ze gaat. slapen, in haar
(moorddadig wenk opgevolgd door de
vleermuizen.
Ook wij- zoeken langs Wagenweg of
Binnenweg de stad weder op, 't gon
zen af en toe van een mestkever doet
ons het hoofd ter zijde bud-gen, om
niet zOo'n logge vlieger tegen 't hoofd
te krijgen.
J. STURING.
VR-AGKN-BUS.
A-an den Heer v. D. te H.
Gaarne voldoe ik aan uw verlangen
om de volgende week eens naar uwe
rozen te komen zien. Dat niet of wei
nig bl-oeien zal Avel zijn oorzaak vin
den in te weinig licïit. 't Kon echter
ook zijn, d'at ze te sterk groeien.
Aan mevr;. K. te II. Die lee-
lijike bladluizen, schrijft u, bederven
hét genot van heel wat schoo-ns. Ze
zijn het best te bestrijden door die
plan-ten eerst goed nat te sproeien en
Id'aarna a\-at tabaiksstbf te stroolien
•diaar waar de bladluizen zitten.
Ook zeepwater, vooral van groene
zeep, is een probaat middel.
Men moet echter bedenken, dat bij
een weinig gunstig weder de verme
nigvuldiging zoo groot is, da-t bet g(
zegde: „Waar men één doodt, komen
tien terug," bij deze dieren ten volle
waarlheid bevat. Benige malen volge
houden, overwint men echter spoedi
J. STURING.
steunde hij: op den schouder van-Tha
mar, boA'en Avie hij met zijn geheele
hoofd uitstak. Zijn beide zonen en
Mellcmet-Amin volgden hem. Met uit
bundig (gejuich werden zij door de
manschappen ontvangen. Dronken
van geestdrif en enthousiasme hieven
de mannen zich van hun zitplaatsen
op en klapten allen tegelijk in de
handen, hetgeen te midden der plech
tige kalmte van den avond als een
ratelende doraderjslag door den verren
echo van het gebergte werd terugge
kaatst.
Vader, zeide Thamar, die sedert
twee dagen nog onuitgesproken plan
nen met zich omdroeg, vader, ik ge-
veel, dat het land ook mij oproept.
Laat mij met deze mannen mede
gaan.
Zij had het bekoorlijk gelaat naar
hem opgehevien.
Verwonderd wendde de grijlsaard
zijn "oogera zonder licht naar haar
toe.
Gij, mijn kind, mi] verlaten?
Ja, vader, doch gij behoudt uav
nichtje Aïssa. Zij is als een zusterv-oor
mij, als een dochter aroor u. Zij telt
thans reeds tien jaren en kan u vol
doende ter zijde staan. Laat mij dus
met deze mannen \-ertrekken voor de
A'f rdedigi-ng van. Kaukasië en van de
vi i jh-eid.
ÏTe weg is lang en moeilijk van
bier tot Weden, mijn kind. Bovendien
Prins Cantacuzene.
Dóór Fr. O s k a r K ii h'n e
Met een a'erclrietig gezicht slienterde
een goedgékleede jb-mge man langs
de Avenue Columbus i-n New-York.
Plotseling schrikte hij even.
Hallo, Matthew 1 riep men hem
föe. Twee handen werden hem toe
gestoken. Ben jij liet. WérkelijkJe
komt in elk geval als geroepera mijn
pad kruisen. Waar heb je zoo lang
gezeten
Matthew liet zich de handen schud
den, m-aar keek, eer hij antwoordde,
eens haastig achterom.
Ik was een poosje over 't groote
water, Todd. Eerst in Londen, toen
in Parijs.
Goedé zaken gemaakt
Tamelijk, Todd. Zeer middelma
tig. En de Avinst is al weer weg.
-—Je bent dus ook platzak?
Ja.
En dus, als ik je goed ken, in een
stemming, om wat groots uit te voe
ren
Matthew knoopte zijm gékleede jas
ios en weer dicht.
Wat -groots? Nu ja, dat zou
aa el gaan. Maar zeg, Todd, het mag
niet te gevaarlijk zijn. Ik zou den zo
mer liever aan 't 'strand doorbrengen
dan in Sing Sing.
(De gevangenis te New-Yoik).
Newport, jia, daar blijv-era Ave dan
den zomer door tot onze ontspanning.
Wie denkt er niu ook dadelijk aan fle
gevangenis 1
Todd stak zijn arm door dien van
zijn vriend, keek op zijn beurt haastig
achterom en begon -te fluisteren. Het
zaakje, dat ik bedoel, is volkomen on
gevaarlijk. Matthew. Werkelij-k. Het
komt er alleen maar op -aan, dat men
handig optreedt. Zoo op de manier van
een volmaakt man A'an d'e wereld.
Welnu, dat is i-m-m'ers jouw speciali
teit 1 Wij moeten naar Washington,
vonwaar ik hier dri'e uur geleden ben
gearri\'eerd. Alles is tot in de puntjes
uitgevischt Als ik de Fransche taal
maar een beetje machtig \yas, had ik
met ondergeschikte hulp het Averk zelf
verricht. Maar nu moest ik nog eerst
eens naar New-York en dacht onder
weg aan den mooien Jocelijn.
Wat die kan, kan ik zeker even
goed.
Je kunt zelfs nog meer dan hij
Daarom ben ik immers ook, zoodra ik
's zag, op je toe komen vliegen-, en
Wat zaakjie is liet eigenlijk, Todd?
Todd floot zachtjes door de tarnden
e»"» keek Aveer -achter zich en ook
rechts en links.
Een rijtuig mot gummibanden om
d wielen, waarin achter een jonge
dame zat, snorde langts den rijiwegder
aArenu'e.
Matthew, wat is zoo'n' d-arne, ik
bedoel een der rijkste, ais ze op een
avondpartij gaat, wel avaard? Ik be
doel zoo wat ze aan en om zich heeft-,
Matthew.
Een komieke» vraag.
Hij -scheen te rekenen.
Denk aan de edelgesteenten iu
het toaar, MaJtitihew, en aan die, wfelke
in haar ldeine ooren bengelen.
En daarbij nog de parelen om
haar hals en de schitterende ringen
aan haar kleine -vingertjes. -Dat" is
met .-elkander een heel aardig -kapi
taal,Todd'.
Zie» je, daarmee ben jij, die je bij
voorkeur in fijn g'ezelschap beweegt,
even goed op de hoogte als ik.
Jawel. Maar
- Geen maar. AI a t the w Het zaakje
zal spelend in orde gebracht kunnen
aa arden. Daarvoor staaf de gelegen
heid en de truc, dien ik heb bedacht,
mij borg. Ik zal je beide verraden en
dan deelen vve gelijk op. Afgespro
ken
Afgesproken.
Todd keek o-p zijn horloge.
Het is nog een kleine twice uur
voor den middag. OnT2 uur 10 moeten
we New-York verlaten en zijn dan om
6 uur 30 in Washington. Ëen bijzonder
pak, dat vve noodig hebben, ligt. met
allerlei dingen, die (er bij hehooren,
gereed in een koffer, Avelke-n ik in
mijn hotel aldaar heb achtergelaten.
Het zal je stellig wel pa-ssen. En man
keert er een kleinigheid aan, dan
breng ik mijn vroeger beroep van
kleermaker weer in eere en rnaak dat
a'lug in orde. Hoe ik aan de spullen
be-- gekomen, kun je avc! denken.
Hij lachte even. Het is de inhoud
var een koffer, dien ik heb buitge
maakt. Bij het uitpakken zag -ik dade
lijk in, welk ©en nuttig gebruik er
van te maken zou zijn'. Maar één ding
ontbreekt nog de ster van een rid
derorde. Wij: moeten zoo'n ding, en
zoo mogelijk een echte, trachten te
loenen. Ik meen te weten, vvaar AVe
zco'ii ding kunnen krijgen. Laten avg
een rijtuig nemen, Alat-theAV. De nade
re instructies geef ik je dan, terwijl
wo in den trein zitten.
zijn de ooren van ATOuwen meer
schikt om de woorden der liefde op te
vangen clan het gehuil van een veld
slag. Blijf daarom bij uav ouden vader
ea wacht met hem de1 terugkomst van
oi ze dapperen af.
Vader, ik smeek u er om, geef
mij u-w toestemming. Ook Fathima
beeft immers de haren Aderlaten, om
baar broeder Schamyl te volgen laat
mij handelen evenals Fathima gehan
deld heeft. Mijn moeder en hét va
derland bevelen het mij, ik hoor hun
(stemmen in dera nacht.
-- Welnu, ga dan, mijn _kind 1 Ik,
nuttelooze grijsaard, zal hier alleen
"n het verlaten aoul achterblijven ga
"n dat Allah met u zij
Toen de fijne, zilveren sikkel dei-
maan aan het uitspansel begon te
schitteren, begaven de Tsclierkessen
zich op mnrsch. Zwijgend defileerden
zij voorbij het aoul, hetwelk otnder de
hoede a'an den, ouden hek en aTan eeni
ge moedige Aierdedigers Averd achter
gelaten, en reeds lang was de colonne
in dé duisternis verdwenen, toen de
grijsaard, haar vara de berghelling af
nastarend, nog steeds zijn armen >n
-een laatste zegening naar haar uit
strekte.
JI.
'öp den Gounfb-Dagh.
Dagen en dagen verliepen. Door Al.v
geleid bij bet door-trekken vara- dat on-
De ATeeinde mogendheden zenld'en
naar de hoofdstad der Vereenigde
Staten- alleen zulke gezanten, die een»
groot. a'ermogen bezitten. Het leven
stelt daar aan die gezanten bijzonder
hooge eiischen, alleen reeds doordien
ze moeten wonen in gezantschapspa-
leizen, dfe wel op kasteelen gelijken.
Het Avas heden de eerste Woensdag
in Juni. Een gewichtige dag voor de
diplomatieke wereld in Washington.
Hij was immers, olis elke eerste
Woensdag van de maand, de ontvang
dag van ridder Von Wolfeiiseolc. den
dcyen van het corps diplomatique te
Washington, Geen der aldaar geves
tigde ambassadeurs, gezanten, con-
teuls-, diplomatieke gevolmachtigden
fii agenten van de landen der oude
en nieuwe wereld, zo-u dien avond
verzuimen.
Maar ook de hoogste ambtenaren
van Washington, de daar aa'onende of
toevallig a-er'toevionde geldkomi-ngen
waren altijd voltallig aanwezig. Bo-
ontAA-arbaar doolhof a'an wouden, het-
welk de hellingen van den Kaukasus
bekleedt, vorderde de (roep snel. Inde
dorpen, die men! toevallig op zijn weg
ontmoette, had men paarden en muf!-
ezels weiten te bekomen. Deze dieren,
alle in liet gebergte geboren cn groot
gebracht, waren volkomen betrouw
baar en gewoon a-ara de oneffenheden
van den bodem en de a'cvraderlijk los
latende steenen, -lie onder den voet
Avegrold-era, om een gapende ruimte
achter te laten, a\-u,ar zich eerst een
steunpunt bevond. Thans allen van
rijdieren voorzien, réisden zij, zich op
het onfeilbaar instinct van hun chef
verlatende, ouder liet bleeke schijnsei
der maan; 'cTen geheelen nacht door,
de bekerade paden en de dorpen zorg-
ATildig vermijdende.
In deze laatste zou men Aveliswaar
levensmiddelen en -een- onderdak, doch
tevenjs verraad en Arerde-rf hebben ge
vonden, Avant de Rusisen Avarera over
al. Half waanzinnig vara angst, had
den ele bcAvoners der vlakte zich aan
de ATeemde heerschappij onderwor
pen, waarop anen, verschillende mili-
te ire pos-ten in hun cüorpen had opge
richt, terwijl -mobiele colonnes de
bergbewoners, stoutmoedig genoeg om
zich tot aan den zoom A'an het Avo-id
te Avagen, hardnekkig bestookten.
(Wordt vervolgd!'