BIJBLAD VAN HAARLEM'S DAGBLAD FEUILLETON Thamar Wandelingen 25e Jaargang MAANDAG 15 JULI 1907 No. 7376 DE ZATERDAGAVOND HAARLEM'S DAGBLAD KOST f120 PER 3 MAANDEN ®F 10 CENT PER WEEK. ADMINISTRATIE QROOTE HOUTSTRAAT 55. DRUKKERIJ ZUIDER BUITENSPAARNE 6. IN HAARLEM'S DAGBLAD ZIJN ADVERTENTIËN DOELTREFFEND, ONZE ANNONCES WORDEN OPGEMERKT. Rubriek voor Vrouwen Het versieren onzer k-lee- -dieren. ,.D© lust tot versieren is ieder mensch en vooral iedere vrouw aan geboren en wij' bunnen ons nauiwe- lijlks een voonw-erp -denken, waarbij' aan. dezen drang tot versieren op gee- nfcrü'é wijize is Uoegegdven." E(enie stelling, die ik gaarne onderschrijf en die een lezenswaardig artikeltje in het iMaandlbteud der Ver. tot Verb. der Vrouiwenibleeki'inig voorafgaat, dat ib (belangrijk genoeg vind om daaraan' (heit een en arid-er te ontleenen. Eene allereers'te vereiscibite voor versiering, betoogt de schrijfster on der meer is, dat men leere zich te be- peiibien. Niet iedere stof ban versiering ver dragen. Wanneer een stof uit zich zelf rijk genoeg is, is veilsiering over daad; en zal allsdan de schoonheid en rijkheid der stof venninlderen in -plaats van vertooogen,. iZoiO' hijv. bij fluweel, d'aimast en bro- caatstoffen is in he't weefsel' reeds de versiering aangebracht en wordt. ma- (ti-gtoeti-d bij verdere bewerking ver- ei scBit. Verder is het van veel belang zich er rekenschap van 'te gclven. \Vslke (stoffen mien bij. elkaar brengt. Bont te versieren met kant is het toppunt, maar ook oip minder grove wijze wordt deze fout veelal begaan. Dan komen de kleuren. Wat kan het te za- enen brengen van twee goed gekozen kleuren niet een mooi geheel geven. lEen te helle kleur kan getemperd- een dloode kleur verlevendigd worden, door toevoeging van een andere, mits deze in juiste hoeveelheid en ter ju-is- fter plaatse worde aangebracht. De1 allies doordringende confectie-geest heeft gelijke saaihieid gebracht in de Ikleekling van stadsdiaan-es en boeren- mieiisjies, ,,-de mio'de", dat tooverwoord, ■waarvoor alles buigt, die verbiedit een eigen kleed te dragen waarin men izich thuis gevo eJ-t. (Maar gelukkig is er een kentering ten goeide merkbaar. Reeds bij velen Uileeft het woord „mode'' zijn toover- fmacht verloren: er is een streven om ook in de kieeddng eenvoudig en waar 'te zijn, en men ziet hier en daar een .terugkeer naar de versiering van ou de tijden, nl. versiering naar den aard dier stof op de stof zelve. Wijl nu het alleroudste weefsel, dat zijn (oorsprong had in het vlechten, het kinnen weven was nl. het één op één neer, van den inslagdraad door den ketting, ligt helt voor de hand, dat ook de eerste versiering uit dit Weefsel voortkwam.- Men ihad niet dadelijk toestellen, om stoffen van een en twee meter breed ite waven, dus was men genoodzaakt dikwijls naden in toet goed te maken en in plaats van die naden angstval lig te verbergen,, werden ze veelal met een afstekende kleur duidelijk zichtbaar aan elkaar genaaid. Soms ging men nog verder en werkte aan beide zijden van dat naaisel een aar dig randje van kruissteken. Wat men voor de naden deed, deed mien ook voor de iziooimen. D'e zoom werd heel eenvoudig naar de buitenzijde omge legd, en door versiering bevestigd. Mo,ai niet waar? Denken wij nu eens aan onze platgeperste naden en ga-- door Maryll'e Markovitch. (Naar het Fransch). Destraatjes van het aoul, zoo smal dat twee mannen elkander nauwe lijks konden passeeren, waren over vol. Mehemet-Amin moest er van af zien, de menigte op toet plein toe te spreken, daar dit te klein wals, om allen te bevatten. Alzoo heesch men hem juichend hoven op den ringmuur, waar hij den geheel en* dag het woord bleef voeren. Mét veel welsprekend heid wees hij de mannen op het ge vaar, hetwelk hun boven het hoofd hing, verhaalde van de wonderen door Schamyl verricht en spoorde hen aan tot een wanhopigen tegenstand e i tot een gemeenschappelijk optre den ter wille van het algemeen be lang. Aan den zoom van het woud geze ten, met de voeten in het hooge gra:s, luisterde de menigte, aandachtig toe. Ton einde het gesprokene beter te kunnen verstaan, hadden isomnvgien lonnetjes om zoomsteken te bedekken! (Wanen die vrouvfen geen sierkun sten ar essen, ook al kenden zij het oord niet? En wat is er op (dietse ba sis voortgaande niet ontzaglijk veel te bereiken! Zie eens (de mooie oude ■jakjes, gelijk zij nog heden ten dage n Oostenrijk gedragen worden, van wit linnen met zwarte of gekleunde zijde in kruis- en bolbeinsteken be werkt. En zie het blauwe linnen over kleed met, Omderjak'je op de tentoon stelling van oude weefwerken te Haar Jem, hoe prachtig rijk doet die een voudige 'Versiering en met hoeveel oordeel is ze toegepast. Zoo'n afwer king van een split is toch wat mooier dan onze lhföcllen.daagsche drmkiknioop- •sluiting! Zonder direct na te bootsen kunnen we van die oude kleecliing- st ukken veel Jee ren. We leven in een anderen lijd, en Sn andere levmsomlst aardigheden, imaar wat die (dingen zoo mooi maaikt. en zoo blijvend' mooi, is het zuivere beginsel waaruit gewerkt is, en juist dat as liet. Wat bij onze kleeddngver- siering te vaak ontbreekt. Alle onder- (dieelen dioo.r kleur en versiering te doen samenwerken 'tot één barmo- nitecifr geheel, een logisch samenstel 'en een logische versiering. Hieruit blijkt dus, dat vorm, kleur en versie ring van een kleed tegelijk moeien ge dacht worden, en zeker iu'igt er nog een {prachtig arbeidsveld open,. Voor wie ■oog heeft voor lijn en kleur. iD-e versiering met de naald is eerst hier recht op haar plaats, wijl ze le deren stof naar haren aard versieren (kan, en ieder ruimte geeft naar eigen -smaak en behoefte zijn kleed eren te versieren. Met is daarom dat ik mijn geachte lezeres-sen reeds vroeger in over.we- g- gaf, hare kleederen met hand borduursel-, of eigen gehaakte kant -te versieren. 'Vrouwen -en meisj-es die eenige vaar digheid in het teefcenen hebben en (zich de behandeling der kleuren ei gen maakten, kunnen mats zij goede smaak bezitten, ook de schilderkunst bij het versieren van hare kleederen te "pas brengen. (Klein© in kleuren geborduurde ,of geschil-dorde motieven, op kragen en mouw-opslagen kunnen reed-s een ver rassend effect te weeg brengen ter wijl ze (zeer zejke-r een oraigemeerae, gedistingeerde versiering uitmaken. ■MIAJRJIVE VAN AMSTEIL. Natuurhistorische IN EN OM HAARLEM. CLXX/IT. ■De dagtaak is volbracht; de zon is inlog niet in 't Westen ondergegaan, -daarom gaan we no-g een uurtje ge nieten en trékken een der vele wegen folp, die van onze stad naar alle wind streken loopen en wat m'eer zegt, meest alle heerlijke» wandelwegen zijn, izoo rijk in afwisseling, als er zeker bij- weiniig steden in ons vaderland gevonden zullen worden. Wil men ■min of meer gezellige drukte van rij tuigen en wawMlaars, of bosch- en iparkwandel'ingen, of langs akkers en ■bouwland, of langs lage weiden, geen nood; de Haarlemmer kan te keur gaan.! Kiezen we thans de Leidsche vaart, om ons een half uurtje zuidwaarts te bewegen. H-oe lang de zonïerteiiipera- tuur overdag ook ail is beneden het gemiddelde, 's avonds kan het soms waarlijk kil zijn, zoodat men zich 'volstrekt niet behoeft te schamen, nantel of demi aan te schieten. Is een vaart 'gelijk aan zoovele in Hollands polderland. Vlak en nog nog eens vlak is al liet land ter weers zijden van de vaart bot Leiden, toe-, alleen bij iiet station Vogelenzang brengt een duinuitlio'oper waf afwis seling. Bosch ontbreekt dan ook gere geld langs de boorden en wat niet wei nig de eentonigheid in de hand werkt is het kaarsrechte van zoo'n kanaal. den aanleg worden dan ook gere geld al wed wig hinderpalen ontmoet. Ma-ar 't is ook de weg zelve niet al leen. die ons genot schenkt, "t zijn de landerijen, de weilanden rechts aan den achterkant door de begroeide -zijde der duinen begrensd, of de wei landen link-s, echter niet zoo breed, maar slecht sreikeulde tot den Wa genweg of zooveel korter als de ver schillende huizen met tuinen toela ten. Het eerste eind, een mensch is al- Itijd geneigd zijn weg in brokken af te ■doelen, het eerste eind is juist zoo breed als nooddg is voor den rijweg, Ide beide tramwegen en gereserveerd voor de voetgangers is er niets, toch blijft ér nog wel een stukje over. 'De 'sloOt rechts biedt alleen een 'weinig natuur, links heeft een be schoeiing de plantengroei weggeno men. Rechts dan vinden we een wat (vuile sloot ondiep met een weeken, moididerdgen bodem, maar d'aaroan niet minder geschikt voor tal van planten. Pijlkruid heeft thans de over hand. Is het niet een eigenaardig blad, net zoo'n langgerekt en tuin- schoffel, met een min of meer drie kantige steel beneden in het water -reikend. En busschen zoo vier tot zes -bladen vertoeft zich- de bloemstengel met de jrnoOie witte bloemen, waarin d-e meeldraden en stampers niet ge meenschappelijk dezelfde bloem be wonen. •Een enkele stengel van de zwane- bl-oieim veitiieft zich nog hier en daar, eigenaardig as toet, hoe wei nig de smalle lintvormige bladeren van de zwanebloem in 't oogvallend. Heel wat jonge botanici kennen ze in 't geheel niet. Voegen we hierbij nu nog wat plan ten, die aan den stoffigen kant -groeien, en een enkele boterbloem of -verge:et-m ij.-nliet aan den rand der -weide, dan -zijn we spoedig bij de Sclhouwtjesbrug. E-en heel dorp ont stond hier en meer en meer breidt het aantal woningen zich uit, niet m-eer enkel beperkt tot den hoek van v-aart en laan, maar ook verder op. En op (Bosch en Vaart 'oveneents. Spoedig •zijn we de remise van de E. N. E. T. gepasseerd en krijgt de vaart opnieuw toaar landelijk karakter. Thans is ook links de walkant flank begroeid en nemen de waterplanten -zoo langzamerhand 12 M. van den wal af in beslag. De familie der grassen plaatste hier eenige van hare vertegenwoordigers en als wist ze, dat ze met andere planten een hard-en strijd hadden te strijden, vaardigde ze er eenige ba rer kracht,'igiste kin-deren op af„ die (dan ook niet nalieten die overhand te krijgen. Aan de pluimen herkennen da takken- der hoornen heklommen en overstelpten den redenaar v-an deze verheven zitplaatsen met him toejui chingen. En telken-s als ler weder nieu we grocpern kwamen opdagen, begon de luitenant van den imam zijn toe spraak, welke de dichtstbijzijnden aan hen, vier oor de gesproken woor den niet had kunnen opvangen, over brachten, weder van voren af aan. Toen de avond eindelijk begon te vallen, hadden twaalf honderd man besloten den imam ter hulp te snel len. Nog dien-zelfden nacht_ zouden zij vertrekken, want de weg is lang van- de oe-Vers a'an den Kouban af tot aan de a-erre bergen, waar Schamyl ,oene wijkplaats had gezocht. Enkelen evenwel bleven achter. Niet omdat zij den strijd a;reesden, doch vast beslo ten hiun eigen bergen tot toet uiterste te verdedigen, a'oeldlen zij zicli niet verplicht zoo a'er A'an huls aan den oorlog te gaan deelnemen. Ruw en ongedisciplineerd als zij waren, kon den zij de noodzakelijkheid van een concentratie vara strijdkrachten niet inzien en vertrokken 'legen, het vallen van den avond, bevreesd bij hun thuis komst het zonder verdediging achter gelaten dorn reeds door de op den loer liggende Russen v-erwoekt te zul len ariraden. Twaalf honderd bleven echter, en maakten zich gereed om bij toet eerste signaal op te breken. N-a bun wapen te hebben schoongemaakt, sliepen zij eenige uren op het zachte mos in de schaduw der -pij-nboomen, Avaarop zij zich aan het afscheidsmaal vereenig- den. Reeds Idles morgens had Thamar hc-den maa-r de omliggende dorpen ge zonden oan levensmiddelen in te zame len. Thans waren a-rouwen en kinde ren bezig geheele geiten en schapen beven ontzaglijke a-uren te braden, terwijl anderen in groote ketels rijst pn visch kookten. Toen het maal gereed Avas, veree- niigjdiera idle mannen zich -in -giroepen op liet dorpsplein en op de open plaatsen aan den zoom A'an het Avoud', waar de a i ouwen hen bedienden, vier aan vier op een gelooide schaipenliuid de ge braden dieren aandragend. De aan voerders sneden deze met hun pon jaarden behendig aan stukken en reikten ieder der manschappen hun deel toe. De kinderen knaagden de beenderen af, waarbij zij onder aller- le! luchtsprongen om de vuren dans ten. Toen de mannen a^erzadigd waren, wienschte de hek, schoon blind, zijn huis te a'erlatem, om zich in hun midden te beAvegen. Daar de duisternis reeds gevallen was, ivoren de harstoortsen, welker weifelend schijnsel de grijsaard nog grooter deed schijnen, ontstoken. Ge lijk een stroom zilver golfde de lange baard over zijn borst; met de hand we reeds dat rietaclit-ig zwenkgras, iu (Sierlijke bocht hangen de trossen om laag; rechtop staan de zoo zeer afwis selende trossen van het rietachtig ka- nariegras, meer of minder rood aara- geloopen, meer of minder uitgespreid, J naar den tijd: voor tijdens of na ■'den bldei. Daarbij voegen zich man- ras, vlotgras en verreAveg het -sterkst is liet riet. De dikke, witte wortelstokken voe len zich in ons drassig landje spoe dig overal thuis en meermalen zagen we in weilaniden, zelfs in bouwlan den dat riet als een krachtig onkruid optreden. Die breeder, zvvaarcKvormige blade ren zijn'afkomstig van de Iris, d'e gele Lisch. Thans uitgebloeid, zullen we spoedig de varkentjes terugvinden uit onze kinderjaren. Met béhulp toch van enkele luciferstokjes wisten Ave die langwerpige doosvruchten om te too,veren in varkentjes, althans onze fantasie zag die er in, en ik kan raust zeggen, dat die overeenkomst a'aa-k grooter is, dan tussohen echte ■arkens en de in hout nagebootste uit sipeeigoeddoozen. Zie, daaT hebben ze al, het dunne bloemsteeltj-e buigt thans onder den zwaren last. Aan dien top vinden Ave nog een restanije, A'an AVat d'aax eenmaal bo ven op stond. Daar al Avee-r zoo'n partij planten bijeen; maar als we even beter toe zien, diara zijn da-t bladen van wat donkerder kle-ur, en ook die zijwaarts gerichte, groene bloeik-olven, ze hel pen ons spoedig uit de verwarring, t is n.l. kalmoeis, waarvan we ons nog duidelijk de geurige wortelstok her inneren, die of gekauwd, of in stukjes gesneden, dienst deed als prop in on zen proppenschieter; zoo'n echte, ei gen gemaakte proppenschieter uit den een of anderen vüerstok. iZiie die vergeet-mij-niet eens voor uitdringen naar 't midden van 't. wa ter, t werd dat nietige ding zeker te benauwd tusschen al dat hooge goed je. Hoe vriendelijk straalt dat blau we bloempje, hoe aamliokk-end en toch tooe onbereikbaar. Daar di-e rooide., 'hé, daar lieb j:e de andioorn weer, die we een deT vorige malen onder struik gewas vonden. Heelem-aal juist is het echter niet; 't is nl. de moeras-an- dooni, m-et zittende bladeren en wat later bloeiend. Tussctoen de twee k'ornt tevens nog eien kruising voor, die van beide ou ders wat overnam. 't Waren zéker de insecten, di-e het stuifmeel uiiit die ILpvonmige bloem kroon onwetend medenamen en over brachten. 'En insecten, zijn die hier? J-a, kijk ma-ar, slakken bij de vleet. Mlaar slakken zijn geen insecten. Ze zijn ge bonden aan "t water. Vochtige 1-ucht en water zijn nooddg voor de ademha ling. die biji die» weekdieren d'o-or kieu wen plaats grijpt. Ook de wrattebij- ters, en de kleinere, slanke li-béllen treff-en we hier aan, al is 't ook niet zoo aoI op als op den warmen zomer middag. Geen wonder, dat wij1 ze hiier vind'en. als larve t-och leefden ze in 't water, en nu moet hét volwassen dier eerst weer iederera leggen, voor 't. den eigen dood sterft of valt in den hek an den een of anderen slokop. En die v-ldégen luier genoeg. Zie die vlug- ige awal-uw met sierlijken zwaai vliegt .zij even omhlo-og en daarna cKic-ht langs den waterkant terug te keeren en daar bij de brug hetzelfde te doen. t Begint anders zoetjes-aan tijd te worden, dat ze gaat. slapen, in haar (moorddadig wenk opgevolgd door de vleermuizen. Ook wij- zoeken langs Wagenweg of Binnenweg de stad weder op, 't gon zen af en toe van een mestkever doet ons het hoofd ter zijde bud-gen, om niet zOo'n logge vlieger tegen 't hoofd te krijgen. J. STURING. VR-AGKN-BUS. A-an den Heer v. D. te H. Gaarne voldoe ik aan uw verlangen om de volgende week eens naar uwe rozen te komen zien. Dat niet of wei nig bl-oeien zal Avel zijn oorzaak vin den in te weinig licïit. 't Kon echter ook zijn, d'at ze te sterk groeien. Aan mevr;. K. te II. Die lee- lijike bladluizen, schrijft u, bederven hét genot van heel wat schoo-ns. Ze zijn het best te bestrijden door die plan-ten eerst goed nat te sproeien en Id'aarna a\-at tabaiksstbf te stroolien •diaar waar de bladluizen zitten. Ook zeepwater, vooral van groene zeep, is een probaat middel. Men moet echter bedenken, dat bij een weinig gunstig weder de verme nigvuldiging zoo groot is, da-t bet g( zegde: „Waar men één doodt, komen tien terug," bij deze dieren ten volle waarlheid bevat. Benige malen volge houden, overwint men echter spoedi J. STURING. steunde hij: op den schouder van-Tha mar, boA'en Avie hij met zijn geheele hoofd uitstak. Zijn beide zonen en Mellcmet-Amin volgden hem. Met uit bundig (gejuich werden zij door de manschappen ontvangen. Dronken van geestdrif en enthousiasme hieven de mannen zich van hun zitplaatsen op en klapten allen tegelijk in de handen, hetgeen te midden der plech tige kalmte van den avond als een ratelende doraderjslag door den verren echo van het gebergte werd terugge kaatst. Vader, zeide Thamar, die sedert twee dagen nog onuitgesproken plan nen met zich omdroeg, vader, ik ge- veel, dat het land ook mij oproept. Laat mij met deze mannen mede gaan. Zij had het bekoorlijk gelaat naar hem opgehevien. Verwonderd wendde de grijlsaard zijn "oogera zonder licht naar haar toe. Gij, mijn kind, mi] verlaten? Ja, vader, doch gij behoudt uav nichtje Aïssa. Zij is als een zusterv-oor mij, als een dochter aroor u. Zij telt thans reeds tien jaren en kan u vol doende ter zijde staan. Laat mij dus met deze mannen \-ertrekken voor de A'f rdedigi-ng van. Kaukasië en van de vi i jh-eid. ÏTe weg is lang en moeilijk van bier tot Weden, mijn kind. Bovendien Prins Cantacuzene. Dóór Fr. O s k a r K ii h'n e Met een a'erclrietig gezicht slienterde een goedgékleede jb-mge man langs de Avenue Columbus i-n New-York. Plotseling schrikte hij even. Hallo, Matthew 1 riep men hem föe. Twee handen werden hem toe gestoken. Ben jij liet. WérkelijkJe komt in elk geval als geroepera mijn pad kruisen. Waar heb je zoo lang gezeten Matthew liet zich de handen schud den, m-aar keek, eer hij antwoordde, eens haastig achterom. Ik was een poosje over 't groote water, Todd. Eerst in Londen, toen in Parijs. Goedé zaken gemaakt Tamelijk, Todd. Zeer middelma tig. En de Avinst is al weer weg. -—Je bent dus ook platzak? Ja. En dus, als ik je goed ken, in een stemming, om wat groots uit te voe ren Matthew knoopte zijm gékleede jas ios en weer dicht. Wat -groots? Nu ja, dat zou aa el gaan. Maar zeg, Todd, het mag niet te gevaarlijk zijn. Ik zou den zo mer liever aan 't 'strand doorbrengen dan in Sing Sing. (De gevangenis te New-Yoik). Newport, jia, daar blijv-era Ave dan den zomer door tot onze ontspanning. Wie denkt er niu ook dadelijk aan fle gevangenis 1 Todd stak zijn arm door dien van zijn vriend, keek op zijn beurt haastig achterom en begon -te fluisteren. Het zaakje, dat ik bedoel, is volkomen on gevaarlijk. Matthew. Werkelij-k. Het komt er alleen maar op -aan, dat men handig optreedt. Zoo op de manier van een volmaakt man A'an d'e wereld. Welnu, dat is i-m-m'ers jouw speciali teit 1 Wij moeten naar Washington, vonwaar ik hier dri'e uur geleden ben gearri\'eerd. Alles is tot in de puntjes uitgevischt Als ik de Fransche taal maar een beetje machtig \yas, had ik met ondergeschikte hulp het Averk zelf verricht. Maar nu moest ik nog eerst eens naar New-York en dacht onder weg aan den mooien Jocelijn. Wat die kan, kan ik zeker even goed. Je kunt zelfs nog meer dan hij Daarom ben ik immers ook, zoodra ik 's zag, op je toe komen vliegen-, en Wat zaakjie is liet eigenlijk, Todd? Todd floot zachtjes door de tarnden e»"» keek Aveer -achter zich en ook rechts en links. Een rijtuig mot gummibanden om d wielen, waarin achter een jonge dame zat, snorde langts den rijiwegder aArenu'e. Matthew, wat is zoo'n' d-arne, ik bedoel een der rijkste, ais ze op een avondpartij gaat, wel avaard? Ik be doel zoo wat ze aan en om zich heeft-, Matthew. Een komieke» vraag. Hij -scheen te rekenen. Denk aan de edelgesteenten iu het toaar, MaJtitihew, en aan die, wfelke in haar ldeine ooren bengelen. En daarbij nog de parelen om haar hals en de schitterende ringen aan haar kleine -vingertjes. -Dat" is met .-elkander een heel aardig -kapi taal,Todd'. Zie» je, daarmee ben jij, die je bij voorkeur in fijn g'ezelschap beweegt, even goed op de hoogte als ik. Jawel. Maar - Geen maar. AI a t the w Het zaakje zal spelend in orde gebracht kunnen aa arden. Daarvoor staaf de gelegen heid en de truc, dien ik heb bedacht, mij borg. Ik zal je beide verraden en dan deelen vve gelijk op. Afgespro ken Afgesproken. Todd keek o-p zijn horloge. Het is nog een kleine twice uur voor den middag. OnT2 uur 10 moeten we New-York verlaten en zijn dan om 6 uur 30 in Washington. Ëen bijzonder pak, dat vve noodig hebben, ligt. met allerlei dingen, die (er bij hehooren, gereed in een koffer, Avelke-n ik in mijn hotel aldaar heb achtergelaten. Het zal je stellig wel pa-ssen. En man keert er een kleinigheid aan, dan breng ik mijn vroeger beroep van kleermaker weer in eere en rnaak dat a'lug in orde. Hoe ik aan de spullen be-- gekomen, kun je avc! denken. Hij lachte even. Het is de inhoud var een koffer, dien ik heb buitge maakt. Bij het uitpakken zag -ik dade lijk in, welk ©en nuttig gebruik er van te maken zou zijn'. Maar één ding ontbreekt nog de ster van een rid derorde. Wij: moeten zoo'n ding, en zoo mogelijk een echte, trachten te loenen. Ik meen te weten, vvaar AVe zco'ii ding kunnen krijgen. Laten avg een rijtuig nemen, Alat-theAV. De nade re instructies geef ik je dan, terwijl wo in den trein zitten. zijn de ooren van ATOuwen meer schikt om de woorden der liefde op te vangen clan het gehuil van een veld slag. Blijf daarom bij uav ouden vader ea wacht met hem de1 terugkomst van oi ze dapperen af. Vader, ik smeek u er om, geef mij u-w toestemming. Ook Fathima beeft immers de haren Aderlaten, om baar broeder Schamyl te volgen laat mij handelen evenals Fathima gehan deld heeft. Mijn moeder en hét va derland bevelen het mij, ik hoor hun (stemmen in dera nacht. -- Welnu, ga dan, mijn _kind 1 Ik, nuttelooze grijsaard, zal hier alleen "n het verlaten aoul achterblijven ga "n dat Allah met u zij Toen de fijne, zilveren sikkel dei- maan aan het uitspansel begon te schitteren, begaven de Tsclierkessen zich op mnrsch. Zwijgend defileerden zij voorbij het aoul, hetwelk otnder de hoede a'an den, ouden hek en aTan eeni ge moedige Aierdedigers Averd achter gelaten, en reeds lang was de colonne in dé duisternis verdwenen, toen de grijsaard, haar vara de berghelling af nastarend, nog steeds zijn armen >n -een laatste zegening naar haar uit strekte. JI. 'öp den Gounfb-Dagh. Dagen en dagen verliepen. Door Al.v geleid bij bet door-trekken vara- dat on- De ATeeinde mogendheden zenld'en naar de hoofdstad der Vereenigde Staten- alleen zulke gezanten, die een» groot. a'ermogen bezitten. Het leven stelt daar aan die gezanten bijzonder hooge eiischen, alleen reeds doordien ze moeten wonen in gezantschapspa- leizen, dfe wel op kasteelen gelijken. Het Avas heden de eerste Woensdag in Juni. Een gewichtige dag voor de diplomatieke wereld in Washington. Hij was immers, olis elke eerste Woensdag van de maand, de ontvang dag van ridder Von Wolfeiiseolc. den dcyen van het corps diplomatique te Washington, Geen der aldaar geves tigde ambassadeurs, gezanten, con- teuls-, diplomatieke gevolmachtigden fii agenten van de landen der oude en nieuwe wereld, zo-u dien avond verzuimen. Maar ook de hoogste ambtenaren van Washington, de daar aa'onende of toevallig a-er'toevionde geldkomi-ngen waren altijd voltallig aanwezig. Bo- ontAA-arbaar doolhof a'an wouden, het- welk de hellingen van den Kaukasus bekleedt, vorderde de (roep snel. Inde dorpen, die men! toevallig op zijn weg ontmoette, had men paarden en muf!- ezels weiten te bekomen. Deze dieren, alle in liet gebergte geboren cn groot gebracht, waren volkomen betrouw baar en gewoon a-ara de oneffenheden van den bodem en de a'cvraderlijk los latende steenen, -lie onder den voet Avegrold-era, om een gapende ruimte achter te laten, a\-u,ar zich eerst een steunpunt bevond. Thans allen van rijdieren voorzien, réisden zij, zich op het onfeilbaar instinct van hun chef verlatende, ouder liet bleeke schijnsei der maan; 'cTen geheelen nacht door, de bekerade paden en de dorpen zorg- ATildig vermijdende. In deze laatste zou men Aveliswaar levensmiddelen en -een- onderdak, doch tevenjs verraad en Arerde-rf hebben ge vonden, Avant de Rusisen Avarera over al. Half waanzinnig vara angst, had den ele bcAvoners der vlakte zich aan de ATeemde heerschappij onderwor pen, waarop anen, verschillende mili- te ire pos-ten in hun cüorpen had opge richt, terwijl -mobiele colonnes de bergbewoners, stoutmoedig genoeg om zich tot aan den zoom A'an het Avo-id te Avagen, hardnekkig bestookten. (Wordt vervolgd!'

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1907 | | pagina 1