veil dien vergat men nooit de pers en vertegenwoordigers van kunst en we tenschap uit te nooddgen. Zooals op alle vroegere avonden werd ook nu in het prachtige paleis, hetwelk door Von. Wolferseck werd bewoond, een groote weelde ten teen gespreid. Vooral de toiletten en de sieraden der dames grensden aan het wonderbare. Ja, de damesHier sprak de gema lin van den Braziliaanschen gezant, een schoonheid met vurig» oogen, wier teint glansde als dof goud, op Jovendigen toon met de doohiter van een Zweedpch diplomaat, een lief meisje met blauwe oogen en wangen als melk en bloed. Daar hing de gemalin van een Ja- pansch attaché, veel geljjkend op een sierlijke pop, aan den arm van een j.fesche" Weenerin, gravin Priskavon Gelfersheimb, een nicht van den heer 'des huizes. Twee even zelfbewuste als nieuws gierige millionairsdochters uit New- York luidden zich zeer geïnteresseerd voor de eenigszins bedeesde gemalin van een Chineeschen gezantschaps secretaris, die tin nationaal costuum was verschenen, en vroegen, haar maar telkens weer naar allerlei din gen. De hoeren vestigden de aandacht op zich door ide uniformen. De ov'errijk met goud en zilver geborduurde di plomaten-uniformen der oudere ge zanten, trokken overal de blikken tot zich. Daarbij kwamen cle meestal don kerblauwe uniformen der jongere hee- ren van de gezantschappen. Doordien "de militaire attachés in de uniformen van hun regimenten waren versche nen, had men een staalkaart der uni formen van de élite-regimenten van alle staten en door de marine-atta- ché's een soortgelijke staalkaart van alle oorlogsvloten mooi hij elkaar. Vergulde en verzilverde dolken, sa bels en degenknoppen schitterden, sporen rinkelden, de erdeieekeneu glinsterden op liet gekleurde laken, breede, bonte orde-linten verhoogden het effect. De Amerikaansche lieeren met hun eenvoudige zwarte rokken maakten in 'deze schitterende omgeving een- bijna hinderlijken indruk. In de spiegelzaal hadden de dame en de heer des huizei? van zejs tot acht uur de honneurs bij de ontvangst ge maakt. De eerste begaf zich nu naar tl-, roodc zaal, waar na de eerste paar uien de gehuwde dames bij voorkeur samen plachten te komen. De laatste ging naar de gobelinzaal, het door de overlevering gewijde ontmoetingspunt voor de hoofden der politieke wereld. Deed de president der Vereenigde Sta ten den gezant de eer aan om op den ontvangavond te verschijnen, dan gaf hij ook de'voorkeur aan het parket van die zaal. Wat waren op dat spiegelgladde vlak at geen zeer gewichtige overeenkom sten tot stand gekomen door onge dwongen samensprekingen Wat wa ren hier niet reeds door vriendschap pelijke handdrukken, door een vrien delijk op den schouder kloppen mis- veistand, oneeniighcid en twipt tus- schen verschillende natiën uit den weg geruimd of beslecht In eenige o-p Engelsch'e manier ge stoffeerde neven vertrekken ontmoet ten elkaar de siterren van de twee Ie grootte, de oudste legatie en ge- zantschap'sradendikwijls vertegen woordigers en vertrouwelingen van 1 un chefs, ten einde altijd bij de hand te zijn, als dezen de eene of ancLero inlichting noodig mochten, hebben. In de met een prachtig geschilderd plafond versierde terraszaal, zoo genoemd, omdat men daaruit on een ti rras kan komen, vanwaar een dub- b?l bordes naar een tuin aan de rivier 3e Pontomac leidde - - .varen de jon gelieden bijeen. Dat is typisch Amerikaans ch. Bij allo groote partijen scheiden de jon gt lieden zich, als de ruimte het maar tcelaat, zoo spoedig mogelijk van de ouderen af. Dat de voorname jonge dames en h* eren gaarne in de laatste zaal bij eenkwamen, lag ook mede hieraan, dat hier na negen uur steeds een gezellig, dansje werd gemaakt. Ook heden zou dat weer zoo worden. Eedïenden snelden toe en namen Ie tafels en stoelen uit het midden der zaal weg. Onder het geschilderd plafond, dan sende elfen voorstellende, die in liet clectrische licht wonderschoon uit kwamen, zweefden nu weldra de paar tjes rond. De diamanten en andere edelgesteenten, waarmee de kostbar* japonnen der dames rijkelijk warei versierd, de diamanten in het haar, de parelsnoeren om de halzen, de 'diamanten aan de gordels, en op de gespen der schoenen, wedijverden ln glans en schittering met het goud en zilver aan de uniformen der hee- ien. Het paleis van den Rumeensclien ge zant te Washington bevindt zich m c' Observatory Avenue. Daar ver lengde, ongeveer op hetzelfde oogen blik, dat ridder Von Wolferseck .o zijn paleis van de ontvangzaal naar di gobelinzaal ging, een heer binnen gelaten te worden, die gehuld was in een nieuwerwetsche paletot, welke hem tot aan de enkels hing. De por tier weigerde hem echter den toe gang. Maar ik mo»l den gezant 'in ee 1 dringende zaak spreken! Zolfs wanneer het daarvoor de tijd was, zou u het niet kunnen doen. Baron Vakareskoe is ziek. Ach De vreemdeling stopte den portie'* een biljet van vijf dollars in de hand Maar er zal toch wel een plaat .vervanger zijn? Zeker. De bureauchef Boreskoo. Hij woont op de derde verdieping. Is hij thuis Wilt ge .mij bij hem aandienen Het helpt niet, sir. Bedenk todi 'eens hoe laat het is. Al over achten 1 Nu, dan zal ik wel geduld moete i hebben tot morgen. De heer ging heen en mompelde on- dertusschen Todd heeft wezenlijk gelijk. Zoo'n bureauchef, die tot de middel ste categorie van ambtenaren behoort, kan niet deelnemen aan een van de meest gezochte diplomaten-avonden. Maar ik moest er toch eerst zeker van zijn. Op den eeitd volgenden hoek eener straat wachtte een knecht, die hengets en eenige warme kleedingstukkei over den arm droeg. De teemde bleef bij hem staan. Alles in orde, Todd, zei hij. Het kan er nu op los gaan. De knecht maakte een buiging. Beiden sloegen den weg naar de ri vier in. De Pontomac, waaraan Washington ligt, is tot boven de stad voor groote zeeschepen bevaarbaar. De stad is weliswaar meer een ambtenaars- dan een handelsstad, maar toch is hel aantal langs de kade der rivier lig gende schepen, die ladingen lossen f innemen, altijd zeer aanzienlijk. De piaatselijke behoeften van de stad mei haar half millioen inwoners en de in dustrie van haar achterland brengen dat mede. Aan de kade liggen tusschen de vj achtschepen ook steeds een aantal motorbooten. Ze zijn meest het eigendom van on dernemers, die ze voor pleziertochtjes op de Pontomac of naar de Cliesapea- kebaai verhuren. De heer tin de lange palotot en zijn knecht gingen naar 'het huisje van zoo'n bootenverhnurcter. De eerste ver langde een boot voor bepaalden tijd, zoo ongeveer tot elf uur. Iiij wilde beven de stad hengelen. Het hengelen bij maneschijn is n Washington een geliefkoosde soort sport. De verhuurder vond dus niets bijzonders in 't geval. Ook hierin, dat de heer rondweg- weigerde een sohip- per voor het bedienen van de motor mee te nemen en zeide, dat hij daar voor zijn knecht had. Dat de bedoelde knecht het vak keu d*daarvan werd de verhuurder reeds overtuigd door den. blik, waarmee de knecht zich overtuigde, hoeveel J>en- zine er in het reservoir was, en door do wijze, waarop hij den hefboom van d.* motor bewoog. De heer was bij het roer gaan zit ten. Veilig schoot de boot tusschen de vrachtschepen door. In T vrije vaar water gekomen, nam men den koers stroomopwaarts. De stad bleef rechts liggen. Toen men ter hoogte van het c.T-zaiitCchapspaleis was gekomen, dat ii. het helderste licht straalde,anaak- 1° de knecht weer een beweging met den hefboom en zeide een enkel woord. De boot draaide bij en wel in zulk een grooten boog, dat ze, toen demu- nreuvre was uitgevoerd, dicht bij den steilen muur lag, welke den tuin van het gezantschapshotel begrensde. Op een punt daarvan hingon de takken van een robinie heel ver over den muur. Dicht bij dat natuurlijke prieel hield de motor met werken op Langzaam .gleed de boot onder de tak- ken door. De heer en de knecht waren in ge bogen houding gaan zitten en fluis terden met elkander. Onmiddellijk daarop begon de motor weer te werken. Men hield denzelfden 1-a ers en bleef dicht bij den oever. Toen men bij een steenen trap (kwam, die naar een straat voerde, legde rnen aan. De heer overtuigd© zich, dat er van Leven niemand naar hen keek, ver wisselde voorzichtig zijn laarzen met een paar verlakte schoenen, liet zich r.og een smal pakje geven, dat in. een binnenzak van zijn paletot, ve'rdwceo, er, stapte op de trap. Dus over een uur fluisterde hij den knecht toe. Deze kuüTcte, lichtte het roer uit Je vingerlingen, daar'hij het niet tegelijk met de motor kon bedienen en deed d< boot weer naar het midden van de siroom gaan, waar alias in duisternis gehuld was. De heer ging de trap op en stapte h j de dichtstbijzijnde staanplaats van vj gel antes in een rijtuig, dat na een korten rit voor het gezantschapspaleis stil hield, waar de gezelligheid juist haar toppunt had bereikt. Lakeien kwamen aangesneld >ai haastten zicfi het "portier open ledoen. anderen namen den laten gast in de garderobe hoed en paletot af. Wat nu zichtbaar werd was echter geen kleeding, waarin men gewoon ,s des nachts met een motorboot uit hen gelen te gaan. Het was een elegante' diplomaten-uniform, blauwe rok, en een onberispelijk witte pantalon mei breede gouden bies. Op de borst van den gast fonkelde een ster van bril lonten en aan zijn zijde hing een .sier lijke diplomat endegen met gouden gieep. Een lakei, die mei de gewoonten der jongere diplomaten vertrouwd scheen te zijn, had reeds liet smalle pakje uit den binnenzak der paletot gehaald, dat een driepuntigen ste-x bleek te bevatten, of, zooals men n Amerika schertsend zegt, een water- weegschaal. Zulk een voorwerp be hoort bij de uniform, maar komt bij ert jongere diplomaten, die ze gewoon lijk samenvouwbaar hebben, zoo go :i ais nooit op hei hoofd. Ook de jonge diplomaat klemde de driepunt onder den arm, overhandig de een der lakeien met een onver schillige beweging zijn visitekaartje en radbraakte op zijn Engeüsch Dien mij aan bij Zijne Exceller- tie 1 De heer des huizes kwam spoedig daarop in de ontvangzaal. De jonge diplomaat ging hem tegemoet, richtte zich flink rechtop en stelde zich thans, ia een gebroken Fransch voor. Prins Mtirko Cantacuzene. Va.i- daag als -attaché geplaatst bij dènRu-: imeenschen gezant. De oude heer reilde hem beide han den. Welkom in mijn huis, prins De laatste vervolgde Vergeef me, Excellentie, dat ik fen eerste zonder voorafgaand bezoek ci ten tweede, zoo laat bij u in huis val. Maar ik ben eerst vanmorgen met de „Hungaria" dn New-York gekomen. Mijn chef, die helaas de kamer moet houden, drukte mij op het hart zoo spoedig mogelijk in onze kringen de betrekkingen, die hij tengevolge zij ner ziekte tot zijn leedwezen had moe ten verwaarloozen, weer nauwer aan te lcnoopen, en meende dat daartoe geen betere gelegenheid was dan dc ontvangavond van Uwe Excellentie. Daarom Maar dat is een kranig stuk werk. van u. prins! "sMorgens ln New-York aangekomen en 's avonds al in de zaken zitten. Beiden lachten. De oude heer schoof zijn aim on der dien van zijn jongen gast en bracht hem naar de roode zaal, waar hij hem met verscheidene dames van cis gezanten in kennis bracht. Deze zouden het interessante nieuwe lid van het gezelschap gaarne in beslag bobben ogenomen, maar de oude heer liet zijn arm niet los en voerde hem vtrder naar de gobelinzaal. Nadat hij hem ook hier aan ver schillende rersonen had voorgeste!! liet hij eindelijk zijn aim los en wenkte een heer met een witten baard, die reeds stond te wachten. Mijn plaatsvervanger, legatie- raad baron Hohenberg prins Can tacuzene, die aan het Rumeensohe ge zontschap is geplaatst wees zo a goed, prins mij voorloopig te excu- soeren gij, waarde baron, zult wel zoo goed wallen zijn onzen wolkomen gast behulpzaam te wezen om verder bekend te worden. Mijn eerbiedigen dank, excellen tie Geen dank, geen dank. Terwijl de oude heer zich tot een Am'erikaansclien senator Wendde, gingen de prins en zijn nieuwe gelei der naar de Erngelsche kamers. De eerste wierp een vlucbtigen blik over de aanwezigen en vroeg een wei nig' verbaasd of de jongere heer en uit. dc diplomatenwereld te Washington niet op dezen ontvangavond kwa men, Wel, natuurlijk, Uwe Doorluch tigheid En de jonge dames ook. Ah! Kom mee. In de terrassenzaal zul len wij ze allen bij elkaar vinden. Luister, men danst juist een gavotte. Volg mijn raad en neem ook deel aan de volgende dansen. De legatieraad maakte met hem een rondgang door de zaal en stelde hem voor aan de dames, die op 'i oogeu- blik niet door cavaliers in beslag' wa ren genomen en die hij kende. De prins bleek daarbij een vol maakt man van wereld te zijn. Plotseling stond hij stil. Wat een schoonheid ontsnapte het hem en in zijn donkere sprekende cogen be gon het te lichten. De legatieraad volgde de richting van zijn blik en glimlachte. Kom, als 't u belieft mee, zei hij. Hij maakte een beweging met de hand om hem te laten voorgaan, maar die tegelijkertijd ook moest be- leekenen, dat hij hem wel aan haar wilde voorstellen. De bedoelde jonge dame was gra vin Priska von Gelfersheimb. Haar vader was consul-geiïeraal in Rio Ja neiro. Z© vertoefde reeds een half ja ai* in liet huis van haar oom, den heer des huizes, als gast, daar het klimaat in haar woonplaats niet gezond voor haar was gebleken. Ze zag de beiden naar zicüi toeko men. Een weini'gje nieuwsgierigheid kwam er in haar bevallige trekken. Wat voor een nieuw exemplaar bracht de goede Hohenbeig daar? Nu zag ze de uitdrukking van ver rukking in cle oogen van den prins. Onwillekeurig zette ze zich in pos tuur. Daarbij schoten er letterlijk stralen naar alle kanten van haar uit. Haar hoofd was getooid met een diadeem van saffieren van onschat bare waarde, aan beide rose oorbel letjes hingen prachtige saffieren en om haar blanken hals slingerde zfc'h een heele snoer van dezelfde edelge steenten. O ja, d'e gravin kon zich niet al leen wat bevalligheid betreft met al le aanwezige jonge dames meten, maar ook wat betreft haar kleinoo- d'iën. En dat be teekendie wat in dit voorname gezelschap Prins Cantacuzene, geplaatst bij liet Rumeensohe gezantschap gra vin Gelfersheimb stelde cle raad voor. Hij boog beleefd voor beiden en trok zich toen terug daar bij meende be gevoelen, dat hij nu overbodig was geworden. Gravin, ik ben verrukt over Ame rika, begon de prins en de zonderlin ge glans en flikkering in zijn oogen werd sterker. U hebt dus behagen gevon den in de Nieuwe Wereld? Ik vertoef eerst sedert vanmor gen <>p haar bodem, maar, zooals ik reeds zei, ik ben verrukt. Ze moest wel lachen, en door de beweging, welke ze daarbij maakte, veroorzaakten (haar saffieren een waar snelvuur van blauwachtige blik semstralen Maar er was iets ge dwongens in haar lach en dat kwam, omdat de prins haar met zijn zonder linge oogen letterlijk scheen te wil len verslinden. De muziek zette een dans van Sousa in welke men op de manier van de Washington Post" kon dansen. Hij maakte een buiging. Gravin, wilt u mij de groote eer bewijzen Als ze hem niet wilde beleedigen, moest ze hem een toestemmend ant woord geven. Ook schoot haar, een diplomate'nkmd, te binnen, dat Ho henberg, de raadsman van haar oom, hem bij haar had gebracht. Met op zet? Misschien moest ze ter bevorde ring van een hooger doel lief tegen 'hem zijn Welnu, men zou zich in haar niet bedrogen hebben. Ze schonk hem een genadig knikje. Hij scheen daardoor zeer gelukkig. Ze 'hadden nog maar enkele passen gedaan, toen ze reeds wist, dat hij een uitstekend danser was. Toen de muziek zweeg, liet hij haar arm niet los. Overal wandelde men in de zaal op en neer. Zij echter zwenkten als toevallig naar den uit gang. die naar de terrassen leidde. Het was haar opgevallen, dat hij, een Rumeen, dien specifiek Ameri ka an sohen dans reeds kende, en ze vroeg hem er naar. Gra-vln, antwoordde hij, de Washington Post is tegenwoordig overal in de wereld de modedans. Bo vendien heb ik, toen ik naar Washing ton werd geroepen, er nog afzonder lijk les in gc-nomen. Ze waren nu bij den uitgang ge komen. Buiten op het terras stonden rechts en links laurierboom en en bladplanten zoo gegroepeerd, dat ze dichte, gezellige hoekjes vormden. Gravin, begon hij weer, ik ben een groot vriend van rozen. Op mijn bezittingen bij Krajowa houd ik mij, voor mijn vermaak met de teelt van rozen op groote schaal bezig. Daar door ben ik, ziooals ik zelf wel mag zeggen, een tamelijk goed kenner van rozen geworden. Ik vertel u dat, op dat u zult begrijpen, hoezeer ik ver baasd stond, dat ik in de korte oogen - blikken, die ik in Amerika ben, reeds een mij geheel vreemde roos heb ont dekt. Daarbij een roos, gravin, wier aanblik mijn hart sneller doet klop pen. Had ik dus van mijn standpunt straks zooveel ongelijk, toen ik zei, dut ik over Amerika verrukt was? Ze keek hem met groote oogen aan. Waarop zinspeelde hij Was zij de roos, waarmee hij dweepte Ze was inwendig verstoord over zijn stoutmoedigheid. Maar daar liet hij ook reeds haar arm los het was juist voor den In gang van het eerste verborgen hoekje aan de rechterzijde van het terras eai nam uit den linkerborstzak van zijn diplomaten rok een stuk zijdepa pier, dat hij openmaakte. Een won- derschoone gele rozeknop kwam te voorschijn. Ze laa.t helaas het kopje al droe vig hangen zei 'hij op een toon vtam beklag. Zij deed zich zelf verwijtingen, dat zie hem zonder roden had verdacht. En wat het wonderlijkste bij der- ze bloem is, gravin, vervolgde hij op levendiger toon, ze heeft niet den geur van een roos, imaar van ©en an jelier. Men zou het niet gelooven Men moet trouwiens, orn het waan' te nemen, den geur krachtig opsnuiven. Probeer het eens, als 't u belieft. Maar flink snuiven, gravin Belangstellend nam ze de bloem en deed, zoo als hij gezegd had. Ben lichte zucht ontsnapte haar. Daar de muziek echter juist, met een wals was begonnen, hoonde dat niemand en liet viel ook niemand op, dat hij snel zijn arm onder den haren schoof en haar nog dieper in het natuurlijke prieel tje drong. Een minuut later kwam de palus daaruit alleen weer te voorschijn en slenterde eenige schreden over het ierras. Als terloops keek hij eens om zich heen. Niemand was in de nabij heid. Hij verhaastte zijn schreden, sing de rechter bordestrap af en liep door de tuinpaden, tot bii den robinie die zij'n takken over den tuinmuur tot in 't water liet hangen, was geko men. Aan den tuinkant was de muur niet hooger dan de borst van een man. Hij trok zich er op en liet een^ ge dempt gefluit, hooren, dat door een gefluit van beneden beantwoord werd. Voorzichtig klauterde hij naar beneden. Todd, juichte hijfc het is de moei te waard, geweest. Wij zullen den ganschen zomer als twee millionaixs uit de Wulistreet aan het strand van New-port kunnen leven Je bent een baas van een vent, Matthew Dadelijk 'daarop hoorde men het klapperend geruisch van een motor boot, die in beweging was gebracht. Het stierf weldra midden op den stroom weg. Gravin Priska richtte zich in haai hoekje op uit een rieten stoel, waar in ze was neergevallen. Wat was diat zoo pus geweest Was ze bewuste loos geworden Wat stak het haar in het hoofd Ze tastte na'or blaar voorhoofd. He mel, iivaar was blaar diadeem? Ze voelde naar die zijden van 't hoofd. De •oorhangers verdwenen En ook het halssnoer Ze dreigde opnieuw bewusteloos te worden. Maar nut inspanning van alle krachten wist ze zich te beheer- sahen ze werd zich pok maar al te spoedig bewust, dat ze het slachtoffer van een oplichter was geworden. Maar .zo durfde voor geen nog zoo veel alarm maken. Ze haastte zich over het terras naar een neveningang van het ge bouw, die naar de particuliere ver trekken van Wolferseck leidde, en liet dezen roepen. Nadat hij van den eersten schrik was bekomen, alarmeerde Wolfer seck per telefoon de politie. De gele rozeknop lag nog in het stille hoekje, dat door luurierboomen en bladplan ten gevormd werd. Het onderzoek bracht aan het licht, dat er op kun stige wijze een met chloroform ge drenkte prop watten in verborgen was. Maar dat was ook alles, wat men ontdekte. De plotseling op het too- neel verschenen gezantschaps-attadié die door Amerika zoo verbazend spoedig in verrukking was gebracht, was en bleef verdwenen. Gedurende liet badseizoen trokken te Newport twee jonge Italiaansche aristocraten, die veel geld uitgaven, bijzonder de aandacht. Het waren dan ook werkelijk fijne lnl- (N. v. 't NS De Scheepsbrand (Vrij naar het Duitsch). Zoover het oog reikte gingen de golven van den onmetelijken stati- gen Oceaan. Heel in de verte zag men de in de laatste schemering van het avond rood scherp afgeteelcende kust van Biscaye. Op de golven danste de trotsclic romp van een fregat: van haren grooten mast, waaide de koninklijke wimpel, van hare gaffelra de bloed- roode Deensche vlag met het witte kruis. Van het dek f.ot aan de boven- slebramsteng was het schip met zij ne zeilen bedektmaar het zwakke koelfje hield ze nauwlijks gevuld en slechts langzaam bewoog het schip zich naar de van verre wenkende kust. „Atalanta" zoo was de naam van het söli'p. Uit de verlichte vensters klonken nu en dan de woorden van een op vroolijken toon gevoerd ge sprek. dat van de tafel van den ka pitein kwam, ddc zijne officieren aan een vroolijk banket om zich heen ver zameld had. Nu liet zich het zilveren fluitje van den opperbootsman hooren en dade lijk daarop werd het levendig op het dek. Van alle kanten kwam de be manning aangeloopen en verzamelde zich aan bakboord van het midden dek. Hier stelden zij zich in dc voor- gesclireven orde op, overal acht man om een schotelnadat deze gevuld was, begaven zij zich naai* de hun aangewezen plaatsen en toen werd de avondmaaltijd in de volmaaktste rust gehouden, terwijl de matrozen het nauwelijks waagden den naast- bijzittende eene opmerking of zoo iets te maken. Een half uur verliep op deze wijze. Andermaal yeerklonk het zilveren fluitje van 't ©ene eind van het schip naai* 't andere. Het tafelgereedschap werd vlug- weggehaald en langzaam en zwijgend begaven de matrozen •zöcQi naar het middendek. Aan den grooten mast hadden zich al reeds de marinesoldaten opgesteld; zij schouderden het geweer en keken onverschillig voor zich uit. De laatsch© schemering van het avondrood was reeds voorhijde maan ging op. Nu kwamen ook d'e officieren uit de kajuit en begaven Kich naar bakboord van 't achter kasteel de marine-officier richtte zich naar die soldaten, de adelbor sten naiar de matrozen. Eindelijk be treedt de kapitein het dek. Op een teeken, van den' marine-officier rof felden die trommen en de soldaten pre- senteeren het geweer. De kapitein neemt den 'hoed af en dankt zwij gend. De klok luidt tot het gebed. Plechtig scharen allen zich nu om den scheepsprediker, die het gebrui kelijke gebed uitspreekthij beveelt het schip en die bemanning in die be scherming aan van Hem, die de win den bélieerscht en den verslindenden golven toeroeptTot hiertoe en niet verderHij verheft de handen ten zegen en de ruwe zeelieden bul- gen onwillekeurig het hoofd. Daar komt bleek en geheel buiten adem een matroos van het lazaret aanstormen, diringt door. den kring der biddenden heen en schreeuwt op hartverscheurenden toon Brand, en zinkt bewusteloos ineen. Brand Een kreet van ontzetting stijgt opde prediker verstomt en de matrozen verspreiden zich in alle richtingen. Ook de soldaten aarzelen, hunne knieën knikken, de geweren gaan naar beneden maar het ijzeren eorrnmndio.woard houdt ze in be dwang en hoogopgericht staan zij in gesloten gelid. De officieren omringen hunnen ka pitein, terwijl de adelborsten den be- wusteloozen matroos oprichten en eenigszins trachten op te monteren. Vlug, heeren, laat een van u gaan zien, wat waars er aan de zaak is en de overigen zich gereed hou den, dadelijk de krachtigste maatre gelen te treffen. Het was de kapitein, die dit zedde en de bemanning maakte plaats voor die officieren. Men behoefde niet lang nazoek te doen, want toen de dienst doend» officier aan den ingang van het lazaret kwam, drong hem een verstikkende rook tegemoet. Het gekerm dor zieken was hart verscheurend. Volg mij, volg mij riep de dap pere officier en drong de plaats des onheils binnen. Eenige moedige ma trozen volgden hem en ontrukten hunne ongelukkige kameraden aam, den vuurdood. Met de zieken op den rug verschenen zij half boven de luiken uit en legden hunnen last zwijgend op liet dek neder. Omidertusseben hadden de officie ren met groote omzichtigheid blusc/h- maatregielen getroffen. De scheeps pompen waren in volle werking en een dichte waterstraal schoot in het lazaret naar benoden. Andere brach ten in emmers en wat er ook maar voor de hand lag water aan en hiel den onafgebroken het dek van 't eene ednde naar het andere nat. Twee onverschrokken adelborsten werden naar de kruitkamer gezonden om nauwkeurig toe te zien, dat alle vooraorgsmaatregelen genomen wer den om deze te beveiligen. Twee an dere begeleidden den proviandmees ter naar beneden met de opdracht, zoodra het noodig was, alle brandba re voorwerpen te verwijderen en als 't niet anders kon, over boord te werpen. Zij gingen de duistere ruim te binnen om te kunnen zien moes ten zij de deur open laten en nu ver schafte hun de weerschijn van het vuur voldoende licht. Maar aan het andere einde der kamer waren de luchtkleppen geopend de wind kreeg een vrijen doortoohi en deed 't vuur aanwakkeren^ wild kletterden de vlammen en lektan de balken van het dek. Over boord met de rum en de brandewijn schreeuwde de provian- m'eester builen zLchzlelv'en en rolde een vat voor rich uit om het van het dek af overboord te werpen. Dade lijk was er krachtige hulp bij de hand er werd een touw neergelaten en het vat omhooggeheschenhet touw was echter niet sterk genoeg, kon de zware la^t niet verdragen en knapte af. Het vat stortte naar beneden en plofte uit elkander het vuur werd door het naar alle kanten heemstmo- mende vuurwater ruimschoots van. voedsel voorzien en brandende gol ven klotsten tegen de beschotten van 't tusscbendek. I-Iet bericht van het nieuw ongeluik drong spoedig tot het dek door. De officieren wendden het gezicht ver- bleekende af, de kapitein scheen e'ch- ter alom tegenwoordig te zijn em wekte met kalme vastberaden woor den de bemanning tot nieuwe, krachts inspanning op. Reeds lang waren de zeilen vastge maakt en het schip aan de golven overgelaten nu had ook het zwak ste windtoehtje opgehouden en de at mosfeer was onbeweeglijk. De maan scheen zacht en helder en enkele ster ren glinsterden vriendelijk boven de plaats des onheils. Ver in 't Westen was echter eenige verandering merk baar en eene dichte wolkenmassa steeg uit de diepte der zee op. Zoo de schepelingen nog op iets anders hadden kunnen letten dan op de vlammen, die in 't binnenste van 't schip woedden, dan zouden zij ge zien hebben, dat een tweede element zich tot hunne ondergang toerustte. Döodelijk vermoeid lieten de ma trozen de armen hangen de officie ren vuurden ze met bemoedigende woorden aan en verkwikten ze met krac'htigen wijn. Opnieuw toog men ean den arbeidt de wanhoop verleen de hun bovenmenschelijko kracht en elk oogenblik schemerde hun eene bedrieglijke hoop voor oogen. Plotse ling sprongen met luid gekraak de luiken uit elkander, de vlammen ste gen steeds hooger, omarmden den fokkemast en bereikten het touwwerk er van, van de onderste sport, tot aan den wimpel met razende snelheid zich verheffenide. De booten De booten Redt de booten klonk de algemeene roep en allen hielden op met 't nuttelooze •bl u ssohings werk Nauwelijks raakte de eerste boot den waterspiegel en de tweede zou volgen, toen de donkere wolken, die uit den afgrond opstegen,, hun hoog ste punt bereikt hiadiden. Een luide donderslag weerklonk, een sissende bliksemstraal ging door het lucht ruim en de storm wierp zich huilend op het ongelukkige schip. Langs die stengen, die van den fokkemast naai den grooten mast voeren, kroop het vuur als een slang naar boven en in een oogenblik stond ook deze in de vlammen. Een dichte vonkenregen viel op de raas en stengen van den bezaansmast neder. Daarbinnen woedde 't vuur voort en het naderde al meer en meer de kruitkamer. De kapitein had eone korte beraadslaging met zijn© officie ren gehoudendeze- gingen uit elkan der en de bevelhebber sprak met lui der stem „Deensche mannen Wdj wijken voor het noodlot! Het schip is niet meer te redden, dus wil ik u redden Wij dalen af in de booten f Blijft bij elkander en Wees kalm en bedaard De fluitjes der bootslieden weer klonken, maar ze werden door het fluiten van den storm overstemd en luide verhief zich van alle kanten het geschreeuw In de booten In de booten Redde zich, wie kan Alles spoedde zich naar dien kant heen, waar de reeds uitgezette boo ten door de opgezweepte golven op en neer geslingerd werden. Tever geefs trachtten de officieren orde in de troep te brengentevergeefs wa ren al hunne bevelen. Hals over kop stortten de matrozen ziclt in de naastbij liggende barkas en toen deze overvuld w-as, stieten ze van het sdhip af. Een knalNieuwe ontzetting De reeselijke liitte heeft de kanonnen aan stuurboord van 't voorkasteel doen ontbranden, ze gaan Manzelf af: het eerste schot sterft ver weg in den stoiimachtigen nacht; daarop volgt een tweede en een derde. De barkas, door den wind heftig bewo gen, vliegt over het wiaier, de kogels suizen sissend door het opspattende nat, zij dringen in de zijwanden van net vaartuig, liet zinkt in de diepte en hartverscheurend klinkt boven het bruischen woeden der golven, 't angstgeschreeuw der zinkenden uit. De kapitein maakte zich dit voorval ter nutte, dat op de ruwe gemoederen dei matrozen een diepen indruk scheen te maken, hij springt op een kanon en omgeven van vallen,de von ken, roept hij uit Dat is de straf der ongehoor zaamheid De arm Gods tuchtigt de verraders, Wanneer idle arm der men schen 't niet meer vermag. Gehoor zaamt, of gij deelt 13et zelfde lotDc sloep langs zij Maar Verstijfd van -schrik stonden daar de mannén over het nieuwe on heil, dat zich aan hunne oogen voor deed. De vuurgloed straalde over cl? oneindige zee-pn verguldde de wit schuimende koppen der golven. De in •ie diepte sluimerende haai schrikt? uit zijn slaap op het scheen hem toe alsof het dag geworden vap en i-, morgenzon haar gouden licht over de zee wierp. Spuitend en snuivend kwa men de zeemonsters met wijdgeopende muilen aan de oppervlakte en zwom men om het brandende schip, hoog© waterstralen tegen den nachtelijken hemel spuitende, terwijl de kanonne aan bakboord ontbrandden en als ver verwijderde donderslagen Wegstier ven. De zucht naar levensbehoud zege vierde hier was zekere ondergang, daar een kans op redding. De matro zen, de bevelen hunner officieren ge duldig opvolgend, stegen in de sloep ah Deze was vol en trachtte zich nu van liet brandend schip te verwijde ren e« buiten het bereik der kanon nen te komen, die nog miet alle onth eien waren. De tweede sloep kwam langs zij en de officieren verlieten nu het dek, dat met ieder oogenbidk hee ler werd en geen langer verblijf toe- etend. De kapitein was de laatste. Toen allen beneden waren zette hij den voet op de wiegelende ladder, doch plotse ling stapte hij .terug en riep Waar zijn de adelborsten, die naar de kruitkamer geaoniden wer den Geen antwoord Uit de sloep echter klonk de onge duldige aanmaning, dat de kapitein toch niet langer moest talmen. Niet van de plaats af, riep hij tot ik mij zekerheid heb verschaft over het lot dezer ongeluMcigon En met deze woorden snelde hij door rook en vlaimimen naar de kruitka mer, die al meer en mieer door 't vuur bedreigd werd. Daar vond hij ze. Uitgeput door den inspaimenden, Vergeefschcn arbeid wals de jongste reeds bewusteloos neergezonkende oudste trachtte vruchteloos hem bij kennis te brengen en met zich voort te trekken. De kapitein greep den bewusteloo- zen adelborst beet en droeg hem met sterke armen onder een eindeloozen vuurregen op het dek, terwijl de an dere hem volgde. Met luide vreugdekreten werden zij door de officieren ontvangen enin d- sloep gebracht, die door eene golf aan gegrepen en een eind van het schip geworpen werd. De sloepen stuurden nu, vergezeld door hongerige haaien, naar die richting, waar de kust moest zijn, ter wijl zii in 't eerst slechts er op be dacht waren, zoo snel mogelijk budten het bereik van het schip te komen.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1907 | | pagina 2