veil dien vergat men nooit de pers en
vertegenwoordigers van kunst en we
tenschap uit te nooddgen.
Zooals op alle vroegere avonden
werd ook nu in het prachtige paleis,
hetwelk door Von. Wolferseck werd
bewoond, een groote weelde ten teen
gespreid. Vooral de toiletten en de
sieraden der dames grensden aan het
wonderbare.
Ja, de damesHier sprak de gema
lin van den Braziliaanschen gezant,
een schoonheid met vurig» oogen,
wier teint glansde als dof goud, op
Jovendigen toon met de doohiter van
een Zweedpch diplomaat, een lief
meisje met blauwe oogen en wangen
als melk en bloed.
Daar hing de gemalin van een Ja-
pansch attaché, veel geljjkend op een
sierlijke pop, aan den arm van een
j.fesche" Weenerin, gravin Priskavon
Gelfersheimb, een nicht van den heer
'des huizes.
Twee even zelfbewuste als nieuws
gierige millionairsdochters uit New-
York luidden zich zeer geïnteresseerd
voor de eenigszins bedeesde gemalin
van een Chineeschen gezantschaps
secretaris, die tin nationaal costuum
was verschenen, en vroegen, haar
maar telkens weer naar allerlei din
gen.
De hoeren vestigden de aandacht op
zich door ide uniformen. De ov'errijk
met goud en zilver geborduurde di
plomaten-uniformen der oudere ge
zanten, trokken overal de blikken tot
zich. Daarbij kwamen cle meestal don
kerblauwe uniformen der jongere hee-
ren van de gezantschappen. Doordien
"de militaire attachés in de uniformen
van hun regimenten waren versche
nen, had men een staalkaart der uni
formen van de élite-regimenten van
alle staten en door de marine-atta-
ché's een soortgelijke staalkaart van
alle oorlogsvloten mooi hij elkaar.
Vergulde en verzilverde dolken, sa
bels en degenknoppen schitterden,
sporen rinkelden, de erdeieekeneu
glinsterden op liet gekleurde laken,
breede, bonte orde-linten verhoogden
het effect.
De Amerikaansche lieeren met hun
eenvoudige zwarte rokken maakten in
'deze schitterende omgeving een- bijna
hinderlijken indruk.
In de spiegelzaal hadden de dame
en de heer des huizei? van zejs tot acht
uur de honneurs bij de ontvangst ge
maakt. De eerste begaf zich nu naar
tl-, roodc zaal, waar na de eerste paar
uien de gehuwde dames bij voorkeur
samen plachten te komen. De laatste
ging naar de gobelinzaal, het door de
overlevering gewijde ontmoetingspunt
voor de hoofden der politieke wereld.
Deed de president der Vereenigde Sta
ten den gezant de eer aan om op den
ontvangavond te verschijnen, dan gaf
hij ook de'voorkeur aan het parket van
die zaal.
Wat waren op dat spiegelgladde vlak
at geen zeer gewichtige overeenkom
sten tot stand gekomen door onge
dwongen samensprekingen Wat wa
ren hier niet reeds door vriendschap
pelijke handdrukken, door een vrien
delijk op den schouder kloppen mis-
veistand, oneeniighcid en twipt tus-
schen verschillende natiën uit den
weg geruimd of beslecht
In eenige o-p Engelsch'e manier ge
stoffeerde neven vertrekken ontmoet
ten elkaar de siterren van de twee Ie
grootte, de oudste legatie en ge-
zantschap'sradendikwijls vertegen
woordigers en vertrouwelingen van
1 un chefs, ten einde altijd bij de hand
te zijn, als dezen de eene of ancLero
inlichting noodig mochten, hebben.
In de met een prachtig geschilderd
plafond versierde terraszaal, zoo
genoemd, omdat men daaruit on een
ti rras kan komen, vanwaar een dub-
b?l bordes naar een tuin aan de rivier
3e Pontomac leidde - - .varen de jon
gelieden bijeen.
Dat is typisch Amerikaans ch. Bij
allo groote partijen scheiden de jon
gt lieden zich, als de ruimte het maar
tcelaat, zoo spoedig mogelijk van de
ouderen af.
Dat de voorname jonge dames en
h* eren gaarne in de laatste zaal bij
eenkwamen, lag ook mede hieraan, dat
hier na negen uur steeds een gezellig,
dansje werd gemaakt.
Ook heden zou dat weer zoo worden.
Eedïenden snelden toe en namen Ie
tafels en stoelen uit het midden der
zaal weg.
Onder het geschilderd plafond, dan
sende elfen voorstellende, die in liet
clectrische licht wonderschoon uit
kwamen, zweefden nu weldra de paar
tjes rond. De diamanten en andere
edelgesteenten, waarmee de kostbar*
japonnen der dames rijkelijk warei
versierd, de diamanten in het haar,
de parelsnoeren om de halzen, de
'diamanten aan de gordels, en op de
gespen der schoenen, wedijverden ln
glans en schittering met het goud en
zilver aan de uniformen der hee-
ien.
Het paleis van den Rumeensclien ge
zant te Washington bevindt zich m
c' Observatory Avenue. Daar ver
lengde, ongeveer op hetzelfde oogen
blik, dat ridder Von Wolferseck .o
zijn paleis van de ontvangzaal naar
di gobelinzaal ging, een heer binnen
gelaten te worden, die gehuld was in
een nieuwerwetsche paletot, welke
hem tot aan de enkels hing. De por
tier weigerde hem echter den toe
gang.
Maar ik mo»l den gezant 'in ee 1
dringende zaak spreken!
Zolfs wanneer het daarvoor de
tijd was, zou u het niet kunnen doen.
Baron Vakareskoe is ziek.
Ach
De vreemdeling stopte den portie'*
een biljet van vijf dollars in de hand
Maar er zal toch wel een plaat
.vervanger zijn?
Zeker. De bureauchef Boreskoo.
Hij woont op de derde verdieping.
Is hij thuis
Wilt ge .mij bij hem aandienen
Het helpt niet, sir. Bedenk todi
'eens hoe laat het is. Al over achten 1
Nu, dan zal ik wel geduld moete i
hebben tot morgen.
De heer ging heen en mompelde on-
dertusschen
Todd heeft wezenlijk gelijk.
Zoo'n bureauchef, die tot de middel
ste categorie van ambtenaren behoort,
kan niet deelnemen aan een van de
meest gezochte diplomaten-avonden.
Maar ik moest er toch eerst zeker van
zijn.
Op den eeitd volgenden hoek eener
straat wachtte een knecht, die hengets
en eenige warme kleedingstukkei
over den arm droeg.
De teemde bleef bij hem staan.
Alles in orde, Todd, zei hij. Het
kan er nu op los gaan.
De knecht maakte een buiging.
Beiden sloegen den weg naar de ri
vier in.
De Pontomac, waaraan Washington
ligt, is tot boven de stad voor groote
zeeschepen bevaarbaar. De stad is
weliswaar meer een ambtenaars- dan
een handelsstad, maar toch is hel
aantal langs de kade der rivier lig
gende schepen, die ladingen lossen f
innemen, altijd zeer aanzienlijk. De
piaatselijke behoeften van de stad mei
haar half millioen inwoners en de in
dustrie van haar achterland brengen
dat mede.
Aan de kade liggen tusschen de
vj achtschepen ook steeds een aantal
motorbooten.
Ze zijn meest het eigendom van on
dernemers, die ze voor pleziertochtjes
op de Pontomac of naar de Cliesapea-
kebaai verhuren.
De heer tin de lange palotot en zijn
knecht gingen naar 'het huisje van
zoo'n bootenverhnurcter. De eerste ver
langde een boot voor bepaalden tijd,
zoo ongeveer tot elf uur. Iiij wilde
beven de stad hengelen.
Het hengelen bij maneschijn is n
Washington een geliefkoosde soort
sport. De verhuurder vond dus niets
bijzonders in 't geval. Ook hierin, dat
de heer rondweg- weigerde een sohip-
per voor het bedienen van de motor
mee te nemen en zeide, dat hij daar
voor zijn knecht had.
Dat de bedoelde knecht het vak keu
d*daarvan werd de verhuurder reeds
overtuigd door den. blik, waarmee de
knecht zich overtuigde, hoeveel J>en-
zine er in het reservoir was, en door
do wijze, waarop hij den hefboom van
d.* motor bewoog.
De heer was bij het roer gaan zit
ten. Veilig schoot de boot tusschen de
vrachtschepen door. In T vrije vaar
water gekomen, nam men den koers
stroomopwaarts. De stad bleef rechts
liggen. Toen men ter hoogte van het
c.T-zaiitCchapspaleis was gekomen, dat
ii. het helderste licht straalde,anaak-
1° de knecht weer een beweging met
den hefboom en zeide een enkel woord.
De boot draaide bij en wel in zulk
een grooten boog, dat ze, toen demu-
nreuvre was uitgevoerd, dicht bij den
steilen muur lag, welke den tuin van
het gezantschapshotel begrensde.
Op een punt daarvan hingon de
takken van een robinie heel ver over
den muur. Dicht bij dat natuurlijke
prieel hield de motor met werken op
Langzaam .gleed de boot onder de tak-
ken door.
De heer en de knecht waren in ge
bogen houding gaan zitten en fluis
terden met elkander.
Onmiddellijk daarop begon de motor
weer te werken. Men hield denzelfden
1-a ers en bleef dicht bij den oever.
Toen men bij een steenen trap
(kwam, die naar een straat voerde,
legde rnen aan.
De heer overtuigd© zich, dat er van
Leven niemand naar hen keek, ver
wisselde voorzichtig zijn laarzen met
een paar verlakte schoenen, liet zich
r.og een smal pakje geven, dat in. een
binnenzak van zijn paletot, ve'rdwceo,
er, stapte op de trap.
Dus over een uur fluisterde hij
den knecht toe.
Deze kuüTcte, lichtte het roer uit Je
vingerlingen, daar'hij het niet tegelijk
met de motor kon bedienen en deed
d< boot weer naar het midden van de
siroom gaan, waar alias in duisternis
gehuld was.
De heer ging de trap op en stapte
h j de dichtstbijzijnde staanplaats van
vj gel antes in een rijtuig, dat na een
korten rit voor het gezantschapspaleis
stil hield, waar de gezelligheid juist
haar toppunt had bereikt.
Lakeien kwamen aangesneld >ai
haastten zicfi het "portier open ledoen.
anderen namen den laten gast in de
garderobe hoed en paletot af.
Wat nu zichtbaar werd was echter
geen kleeding, waarin men gewoon ,s
des nachts met een motorboot uit hen
gelen te gaan. Het was een elegante'
diplomaten-uniform, blauwe rok, en
een onberispelijk witte pantalon mei
breede gouden bies. Op de borst van
den gast fonkelde een ster van bril
lonten en aan zijn zijde hing een .sier
lijke diplomat endegen met gouden
gieep.
Een lakei, die mei de gewoonten
der jongere diplomaten vertrouwd
scheen te zijn, had reeds liet smalle
pakje uit den binnenzak der paletot
gehaald, dat een driepuntigen ste-x
bleek te bevatten, of, zooals men n
Amerika schertsend zegt, een water-
weegschaal. Zulk een voorwerp be
hoort bij de uniform, maar komt bij
ert jongere diplomaten, die ze gewoon
lijk samenvouwbaar hebben, zoo go :i
ais nooit op hei hoofd.
Ook de jonge diplomaat klemde de
driepunt onder den arm, overhandig
de een der lakeien met een onver
schillige beweging zijn visitekaartje
en radbraakte op zijn Engeüsch
Dien mij aan bij Zijne Exceller-
tie 1
De heer des huizes kwam spoedig
daarop in de ontvangzaal. De jonge
diplomaat ging hem tegemoet, richtte
zich flink rechtop en stelde zich thans,
ia een gebroken Fransch voor.
Prins Mtirko Cantacuzene. Va.i-
daag als -attaché geplaatst bij dènRu-:
imeenschen gezant.
De oude heer reilde hem beide han
den.
Welkom in mijn huis, prins
De laatste vervolgde
Vergeef me, Excellentie, dat ik
fen eerste zonder voorafgaand bezoek
ci ten tweede, zoo laat bij u in huis
val. Maar ik ben eerst vanmorgen met
de „Hungaria" dn New-York gekomen.
Mijn chef, die helaas de kamer moet
houden, drukte mij op het hart zoo
spoedig mogelijk in onze kringen de
betrekkingen, die hij tengevolge zij
ner ziekte tot zijn leedwezen had moe
ten verwaarloozen, weer nauwer aan
te lcnoopen, en meende dat daartoe
geen betere gelegenheid was dan dc
ontvangavond van Uwe Excellentie.
Daarom
Maar dat is een kranig stuk
werk. van u. prins! "sMorgens ln
New-York aangekomen en 's avonds
al in de zaken zitten.
Beiden lachten.
De oude heer schoof zijn aim on
der dien van zijn jongen gast en
bracht hem naar de roode zaal, waar
hij hem met verscheidene dames van
cis gezanten in kennis bracht. Deze
zouden het interessante nieuwe lid
van het gezelschap gaarne in beslag
bobben ogenomen, maar de oude heer
liet zijn arm niet los en voerde hem
vtrder naar de gobelinzaal.
Nadat hij hem ook hier aan ver
schillende rersonen had voorgeste!!
liet hij eindelijk zijn aim los en
wenkte een heer met een witten baard,
die reeds stond te wachten.
Mijn plaatsvervanger, legatie-
raad baron Hohenberg prins Can
tacuzene, die aan het Rumeensohe ge
zontschap is geplaatst wees zo a
goed, prins mij voorloopig te excu-
soeren gij, waarde baron, zult wel
zoo goed wallen zijn onzen wolkomen
gast behulpzaam te wezen om verder
bekend te worden.
Mijn eerbiedigen dank, excellen
tie
Geen dank, geen dank.
Terwijl de oude heer zich tot een
Am'erikaansclien senator Wendde,
gingen de prins en zijn nieuwe gelei
der naar de Erngelsche kamers.
De eerste wierp een vlucbtigen blik
over de aanwezigen en vroeg een wei
nig' verbaasd of de jongere heer en uit.
dc diplomatenwereld te Washington
niet op dezen ontvangavond kwa
men,
Wel, natuurlijk, Uwe Doorluch
tigheid En de jonge dames ook.
Ah!
Kom mee. In de terrassenzaal zul
len wij ze allen bij elkaar vinden.
Luister, men danst juist een gavotte.
Volg mijn raad en neem ook deel aan
de volgende dansen.
De legatieraad maakte met hem een
rondgang door de zaal en stelde hem
voor aan de dames, die op 'i oogeu-
blik niet door cavaliers in beslag' wa
ren genomen en die hij kende.
De prins bleek daarbij een vol
maakt man van wereld te zijn.
Plotseling stond hij stil. Wat een
schoonheid ontsnapte het hem en
in zijn donkere sprekende cogen be
gon het te lichten. De legatieraad
volgde de richting van zijn blik en
glimlachte. Kom, als 't u belieft mee,
zei hij.
Hij maakte een beweging met de
hand om hem te laten voorgaan,
maar die tegelijkertijd ook moest be-
leekenen, dat hij hem wel aan haar
wilde voorstellen.
De bedoelde jonge dame was gra
vin Priska von Gelfersheimb. Haar
vader was consul-geiïeraal in Rio Ja
neiro.
Z© vertoefde reeds een half ja ai* in
liet huis van haar oom, den heer des
huizes, als gast, daar het klimaat in
haar woonplaats niet gezond voor
haar was gebleken.
Ze zag de beiden naar zicüi toeko
men. Een weini'gje nieuwsgierigheid
kwam er in haar bevallige trekken.
Wat voor een nieuw exemplaar
bracht de goede Hohenbeig daar?
Nu zag ze de uitdrukking van ver
rukking in cle oogen van den prins.
Onwillekeurig zette ze zich in pos
tuur. Daarbij schoten er letterlijk
stralen naar alle kanten van haar
uit. Haar hoofd was getooid met een
diadeem van saffieren van onschat
bare waarde, aan beide rose oorbel
letjes hingen prachtige saffieren en
om haar blanken hals slingerde zfc'h
een heele snoer van dezelfde edelge
steenten.
O ja, d'e gravin kon zich niet al
leen wat bevalligheid betreft met al
le aanwezige jonge dames meten,
maar ook wat betreft haar kleinoo-
d'iën. En dat be teekendie wat in dit
voorname gezelschap
Prins Cantacuzene, geplaatst bij
liet Rumeensohe gezantschap gra
vin Gelfersheimb stelde cle raad
voor.
Hij boog beleefd voor beiden en
trok zich toen terug daar bij meende
be gevoelen, dat hij nu overbodig was
geworden.
Gravin, ik ben verrukt over Ame
rika, begon de prins en de zonderlin
ge glans en flikkering in zijn oogen
werd sterker.
U hebt dus behagen gevon den in
de Nieuwe Wereld?
Ik vertoef eerst sedert vanmor
gen <>p haar bodem, maar, zooals ik
reeds zei, ik ben verrukt.
Ze moest wel lachen, en door de
beweging, welke ze daarbij maakte,
veroorzaakten (haar saffieren een
waar snelvuur van blauwachtige blik
semstralen Maar er was iets ge
dwongens in haar lach en dat kwam,
omdat de prins haar met zijn zonder
linge oogen letterlijk scheen te wil
len verslinden.
De muziek zette een dans van Sousa
in welke men op de manier van de
Washington Post" kon dansen.
Hij maakte een buiging. Gravin,
wilt u mij de groote eer bewijzen
Als ze hem niet wilde beleedigen,
moest ze hem een toestemmend ant
woord geven. Ook schoot haar, een
diplomate'nkmd, te binnen, dat Ho
henberg, de raadsman van haar oom,
hem bij haar had gebracht. Met op
zet? Misschien moest ze ter bevorde
ring van een hooger doel lief tegen
'hem zijn Welnu, men zou zich in
haar niet bedrogen hebben. Ze schonk
hem een genadig knikje.
Hij scheen daardoor zeer gelukkig.
Ze 'hadden nog maar enkele passen
gedaan, toen ze reeds wist, dat hij
een uitstekend danser was.
Toen de muziek zweeg, liet hij haar
arm niet los. Overal wandelde men
in de zaal op en neer. Zij echter
zwenkten als toevallig naar den uit
gang. die naar de terrassen leidde.
Het was haar opgevallen, dat hij,
een Rumeen, dien specifiek Ameri
ka an sohen dans reeds kende, en ze
vroeg hem er naar.
Gra-vln, antwoordde hij, de
Washington Post is tegenwoordig
overal in de wereld de modedans. Bo
vendien heb ik, toen ik naar Washing
ton werd geroepen, er nog afzonder
lijk les in gc-nomen.
Ze waren nu bij den uitgang ge
komen. Buiten op het terras stonden
rechts en links laurierboom en en
bladplanten zoo gegroepeerd, dat ze
dichte, gezellige hoekjes vormden.
Gravin, begon hij weer, ik ben
een groot vriend van rozen. Op mijn
bezittingen bij Krajowa houd ik mij,
voor mijn vermaak met de teelt van
rozen op groote schaal bezig. Daar
door ben ik, ziooals ik zelf wel mag
zeggen, een tamelijk goed kenner van
rozen geworden. Ik vertel u dat, op
dat u zult begrijpen, hoezeer ik ver
baasd stond, dat ik in de korte oogen -
blikken, die ik in Amerika ben, reeds
een mij geheel vreemde roos heb ont
dekt. Daarbij een roos, gravin, wier
aanblik mijn hart sneller doet klop
pen. Had ik dus van mijn standpunt
straks zooveel ongelijk, toen ik zei,
dut ik over Amerika verrukt was?
Ze keek hem met groote oogen aan.
Waarop zinspeelde hij Was zij de
roos, waarmee hij dweepte
Ze was inwendig verstoord over
zijn stoutmoedigheid.
Maar daar liet hij ook reeds haar
arm los het was juist voor den In
gang van het eerste verborgen hoekje
aan de rechterzijde van het terras
eai nam uit den linkerborstzak van
zijn diplomaten rok een stuk zijdepa
pier, dat hij openmaakte. Een won-
derschoone gele rozeknop kwam te
voorschijn.
Ze laa.t helaas het kopje al droe
vig hangen zei 'hij op een toon vtam
beklag.
Zij deed zich zelf verwijtingen, dat
zie hem zonder roden had verdacht.
En wat het wonderlijkste bij der-
ze bloem is, gravin, vervolgde hij op
levendiger toon, ze heeft niet den
geur van een roos, imaar van ©en an
jelier. Men zou het niet gelooven
Men moet trouwiens, orn het waan' te
nemen, den geur krachtig opsnuiven.
Probeer het eens, als 't u belieft.
Maar flink snuiven, gravin
Belangstellend nam ze de bloem en
deed, zoo als hij gezegd had. Ben
lichte zucht ontsnapte haar. Daar de
muziek echter juist, met een wals was
begonnen, hoonde dat niemand en liet
viel ook niemand op, dat hij snel zijn
arm onder den haren schoof en haar
nog dieper in het natuurlijke prieel
tje drong.
Een minuut later kwam de palus
daaruit alleen weer te voorschijn en
slenterde eenige schreden over het
ierras. Als terloops keek hij eens om
zich heen. Niemand was in de nabij
heid. Hij verhaastte zijn schreden,
sing de rechter bordestrap af en liep
door de tuinpaden, tot bii den robinie
die zij'n takken over den tuinmuur tot
in 't water liet hangen, was geko
men.
Aan den tuinkant was de muur
niet hooger dan de borst van een man.
Hij trok zich er op en liet een^ ge
dempt gefluit, hooren, dat door een
gefluit van beneden beantwoord
werd. Voorzichtig klauterde hij naar
beneden.
Todd, juichte hijfc het is de moei
te waard, geweest. Wij zullen den
ganschen zomer als twee millionaixs
uit de Wulistreet aan het strand van
New-port kunnen leven
Je bent een baas van een vent,
Matthew
Dadelijk 'daarop hoorde men het
klapperend geruisch van een motor
boot, die in beweging was gebracht.
Het stierf weldra midden op den
stroom weg.
Gravin Priska richtte zich in haai
hoekje op uit een rieten stoel, waar
in ze was neergevallen. Wat was diat
zoo pus geweest Was ze bewuste
loos geworden Wat stak het haar in
het hoofd
Ze tastte na'or blaar voorhoofd. He
mel, iivaar was blaar diadeem? Ze
voelde naar die zijden van 't hoofd. De
•oorhangers verdwenen En ook het
halssnoer
Ze dreigde opnieuw bewusteloos te
worden. Maar nut inspanning van
alle krachten wist ze zich te beheer-
sahen ze werd zich pok maar al te
spoedig bewust, dat ze het slachtoffer
van een oplichter was geworden.
Maar .zo durfde voor geen nog zoo
veel alarm maken.
Ze haastte zich over het terras
naar een neveningang van het ge
bouw, die naar de particuliere ver
trekken van Wolferseck leidde, en
liet dezen roepen.
Nadat hij van den eersten schrik
was bekomen, alarmeerde Wolfer
seck per telefoon de politie. De gele
rozeknop lag nog in het stille hoekje,
dat door luurierboomen en bladplan
ten gevormd werd. Het onderzoek
bracht aan het licht, dat er op kun
stige wijze een met chloroform ge
drenkte prop watten in verborgen
was.
Maar dat was ook alles, wat men
ontdekte. De plotseling op het too-
neel verschenen gezantschaps-attadié
die door Amerika zoo verbazend
spoedig in verrukking was gebracht,
was en bleef verdwenen.
Gedurende liet badseizoen trokken
te Newport twee jonge Italiaansche
aristocraten, die veel geld uitgaven,
bijzonder de aandacht.
Het waren dan ook werkelijk fijne
lnl- (N. v. 't NS
De Scheepsbrand
(Vrij naar het Duitsch).
Zoover het oog reikte gingen de
golven van den onmetelijken stati-
gen Oceaan.
Heel in de verte zag men de in de
laatste schemering van het avond
rood scherp afgeteelcende kust van
Biscaye.
Op de golven danste de trotsclic
romp van een fregat: van haren
grooten mast, waaide de koninklijke
wimpel, van hare gaffelra de bloed-
roode Deensche vlag met het witte
kruis. Van het dek f.ot aan de boven-
slebramsteng was het schip met zij
ne zeilen bedektmaar het zwakke
koelfje hield ze nauwlijks gevuld en
slechts langzaam bewoog het schip
zich naar de van verre wenkende
kust.
„Atalanta" zoo was de naam van
het söli'p. Uit de verlichte vensters
klonken nu en dan de woorden van
een op vroolijken toon gevoerd ge
sprek. dat van de tafel van den ka
pitein kwam, ddc zijne officieren aan
een vroolijk banket om zich heen ver
zameld had.
Nu liet zich het zilveren fluitje van
den opperbootsman hooren en dade
lijk daarop werd het levendig op het
dek. Van alle kanten kwam de be
manning aangeloopen en verzamelde
zich aan bakboord van het midden
dek. Hier stelden zij zich in dc voor-
gesclireven orde op, overal acht man
om een schotelnadat deze gevuld
was, begaven zij zich naai* de hun
aangewezen plaatsen en toen werd
de avondmaaltijd in de volmaaktste
rust gehouden, terwijl de matrozen
het nauwelijks waagden den naast-
bijzittende eene opmerking of zoo
iets te maken.
Een half uur verliep op deze wijze.
Andermaal yeerklonk het zilveren
fluitje van 't ©ene eind van het schip
naai* 't andere. Het tafelgereedschap
werd vlug- weggehaald en langzaam
en zwijgend begaven de matrozen
•zöcQi naar het middendek.
Aan den grooten mast hadden zich
al reeds de marinesoldaten opgesteld;
zij schouderden het geweer en keken
onverschillig voor zich uit.
De laatsch© schemering van het
avondrood was reeds voorhijde
maan ging op. Nu kwamen ook d'e
officieren uit de kajuit en begaven
Kich naar bakboord van 't achter
kasteel de marine-officier richtte
zich naar die soldaten, de adelbor
sten naiar de matrozen. Eindelijk be
treedt de kapitein het dek. Op een
teeken, van den' marine-officier rof
felden die trommen en de soldaten pre-
senteeren het geweer. De kapitein
neemt den 'hoed af en dankt zwij
gend. De klok luidt tot het gebed.
Plechtig scharen allen zich nu om
den scheepsprediker, die het gebrui
kelijke gebed uitspreekthij beveelt
het schip en die bemanning in die be
scherming aan van Hem, die de win
den bélieerscht en den verslindenden
golven toeroeptTot hiertoe en
niet verderHij verheft de handen
ten zegen en de ruwe zeelieden bul-
gen onwillekeurig het hoofd.
Daar komt bleek en geheel buiten
adem een matroos van het lazaret
aanstormen, diringt door. den kring
der biddenden heen en schreeuwt op
hartverscheurenden toon Brand,
en zinkt bewusteloos ineen.
Brand Een kreet van ontzetting
stijgt opde prediker verstomt en
de matrozen verspreiden zich in alle
richtingen. Ook de soldaten aarzelen,
hunne knieën knikken, de geweren
gaan naar beneden maar het ijzeren
eorrnmndio.woard houdt ze in be
dwang en hoogopgericht staan zij in
gesloten gelid.
De officieren omringen hunnen ka
pitein, terwijl de adelborsten den be-
wusteloozen matroos oprichten en
eenigszins trachten op te monteren.
Vlug, heeren, laat een van u
gaan zien, wat waars er aan de zaak
is en de overigen zich gereed hou
den, dadelijk de krachtigste maatre
gelen te treffen.
Het was de kapitein, die dit zedde
en de bemanning maakte plaats voor
die officieren. Men behoefde niet lang
nazoek te doen, want toen de dienst
doend» officier aan den ingang van
het lazaret kwam, drong hem een
verstikkende rook tegemoet.
Het gekerm dor zieken was hart
verscheurend.
Volg mij, volg mij riep de dap
pere officier en drong de plaats des
onheils binnen. Eenige moedige ma
trozen volgden hem en ontrukten
hunne ongelukkige kameraden aam,
den vuurdood. Met de zieken op den
rug verschenen zij half boven de
luiken uit en legden hunnen last
zwijgend op liet dek neder.
Omidertusseben hadden de officie
ren met groote omzichtigheid blusc/h-
maatregielen getroffen. De scheeps
pompen waren in volle werking en
een dichte waterstraal schoot in het
lazaret naar benoden. Andere brach
ten in emmers en wat er ook maar
voor de hand lag water aan en hiel
den onafgebroken het dek van 't eene
ednde naar het andere nat.
Twee onverschrokken adelborsten
werden naar de kruitkamer gezonden
om nauwkeurig toe te zien, dat alle
vooraorgsmaatregelen genomen wer
den om deze te beveiligen. Twee an
dere begeleidden den proviandmees
ter naar beneden met de opdracht,
zoodra het noodig was, alle brandba
re voorwerpen te verwijderen en als
't niet anders kon, over boord te
werpen. Zij gingen de duistere ruim
te binnen om te kunnen zien moes
ten zij de deur open laten en nu ver
schafte hun de weerschijn van het
vuur voldoende licht. Maar aan het
andere einde der kamer waren de
luchtkleppen geopend de wind kreeg
een vrijen doortoohi en deed 't vuur
aanwakkeren^ wild kletterden de
vlammen en lektan de balken van het
dek.
Over boord met de rum en de
brandewijn schreeuwde de provian-
m'eester builen zLchzlelv'en en rolde
een vat voor rich uit om het van het
dek af overboord te werpen. Dade
lijk was er krachtige hulp bij de
hand er werd een touw neergelaten
en het vat omhooggeheschenhet
touw was echter niet sterk genoeg,
kon de zware la^t niet verdragen en
knapte af.
Het vat stortte naar beneden en
plofte uit elkander het vuur werd
door het naar alle kanten heemstmo-
mende vuurwater ruimschoots van.
voedsel voorzien en brandende gol
ven klotsten tegen de beschotten van
't tusscbendek.
I-Iet bericht van het nieuw ongeluik
drong spoedig tot het dek door. De
officieren wendden het gezicht ver-
bleekende af, de kapitein scheen e'ch-
ter alom tegenwoordig te zijn em
wekte met kalme vastberaden woor
den de bemanning tot nieuwe, krachts
inspanning op.
Reeds lang waren de zeilen vastge
maakt en het schip aan de golven
overgelaten nu had ook het zwak
ste windtoehtje opgehouden en de at
mosfeer was onbeweeglijk. De maan
scheen zacht en helder en enkele ster
ren glinsterden vriendelijk boven de
plaats des onheils. Ver in 't Westen
was echter eenige verandering merk
baar en eene dichte wolkenmassa
steeg uit de diepte der zee op. Zoo
de schepelingen nog op iets anders
hadden kunnen letten dan op de
vlammen, die in 't binnenste van 't
schip woedden, dan zouden zij ge
zien hebben, dat een tweede element
zich tot hunne ondergang toerustte.
Döodelijk vermoeid lieten de ma
trozen de armen hangen de officie
ren vuurden ze met bemoedigende
woorden aan en verkwikten ze met
krac'htigen wijn. Opnieuw toog men
ean den arbeidt de wanhoop verleen
de hun bovenmenschelijko kracht en
elk oogenblik schemerde hun eene
bedrieglijke hoop voor oogen. Plotse
ling sprongen met luid gekraak de
luiken uit elkander, de vlammen ste
gen steeds hooger, omarmden den
fokkemast en bereikten het touwwerk
er van, van de onderste sport, tot aan
den wimpel met razende snelheid
zich verheffenide.
De booten De booten Redt de
booten klonk de algemeene roep en
allen hielden op met 't nuttelooze
•bl u ssohings werk
Nauwelijks raakte de eerste boot
den waterspiegel en de tweede zou
volgen, toen de donkere wolken, die
uit den afgrond opstegen,, hun hoog
ste punt bereikt hiadiden. Een luide
donderslag weerklonk, een sissende
bliksemstraal ging door het lucht
ruim en de storm wierp zich huilend
op het ongelukkige schip. Langs die
stengen, die van den fokkemast naai
den grooten mast voeren, kroop het
vuur als een slang naar boven en in
een oogenblik stond ook deze in de
vlammen. Een dichte vonkenregen
viel op de raas en stengen van den
bezaansmast neder.
Daarbinnen woedde 't vuur voort
en het naderde al meer en meer de
kruitkamer. De kapitein had eone
korte beraadslaging met zijn© officie
ren gehoudendeze- gingen uit elkan
der en de bevelhebber sprak met lui
der stem „Deensche mannen Wdj
wijken voor het noodlot! Het schip
is niet meer te redden, dus wil ik u
redden Wij dalen af in de booten f
Blijft bij elkander en Wees kalm en
bedaard
De fluitjes der bootslieden weer
klonken, maar ze werden door het
fluiten van den storm overstemd en
luide verhief zich van alle kanten
het geschreeuw In de booten In
de booten Redde zich, wie kan
Alles spoedde zich naar dien kant
heen, waar de reeds uitgezette boo
ten door de opgezweepte golven op
en neer geslingerd werden. Tever
geefs trachtten de officieren orde in
de troep te brengentevergeefs wa
ren al hunne bevelen. Hals over kop
stortten de matrozen ziclt in de
naastbij liggende barkas en toen deze
overvuld w-as, stieten ze van het
sdhip af.
Een knalNieuwe ontzetting De
reeselijke liitte heeft de kanonnen
aan stuurboord van 't voorkasteel
doen ontbranden, ze gaan Manzelf
af: het eerste schot sterft ver weg in
den stoiimachtigen nacht; daarop
volgt een tweede en een derde. De
barkas, door den wind heftig bewo
gen, vliegt over het wiaier, de kogels
suizen sissend door het opspattende
nat, zij dringen in de zijwanden van
net vaartuig, liet zinkt in de diepte
en hartverscheurend klinkt boven het
bruischen woeden der golven, 't
angstgeschreeuw der zinkenden uit.
De kapitein maakte zich dit voorval
ter nutte, dat op de ruwe gemoederen
dei matrozen een diepen indruk
scheen te maken, hij springt op een
kanon en omgeven van vallen,de von
ken, roept hij uit
Dat is de straf der ongehoor
zaamheid De arm Gods tuchtigt de
verraders, Wanneer idle arm der men
schen 't niet meer vermag. Gehoor
zaamt, of gij deelt 13et zelfde lotDc
sloep langs zij
Maar Verstijfd van -schrik stonden
daar de mannén over het nieuwe on
heil, dat zich aan hunne oogen voor
deed. De vuurgloed straalde over cl?
oneindige zee-pn verguldde de wit
schuimende koppen der golven. De in
•ie diepte sluimerende haai schrikt?
uit zijn slaap op het scheen hem toe
alsof het dag geworden vap en i-,
morgenzon haar gouden licht over de
zee wierp. Spuitend en snuivend kwa
men de zeemonsters met wijdgeopende
muilen aan de oppervlakte en zwom
men om het brandende schip, hoog©
waterstralen tegen den nachtelijken
hemel spuitende, terwijl de kanonne
aan bakboord ontbrandden en als ver
verwijderde donderslagen Wegstier
ven.
De zucht naar levensbehoud zege
vierde hier was zekere ondergang,
daar een kans op redding. De matro
zen, de bevelen hunner officieren ge
duldig opvolgend, stegen in de sloep
ah
Deze was vol en trachtte zich nu
van liet brandend schip te verwijde
ren e« buiten het bereik der kanon
nen te komen, die nog miet alle onth
eien waren. De tweede sloep kwam
langs zij en de officieren verlieten nu
het dek, dat met ieder oogenbidk hee
ler werd en geen langer verblijf toe-
etend.
De kapitein was de laatste. Toen
allen beneden waren zette hij den voet
op de wiegelende ladder, doch plotse
ling stapte hij .terug en riep
Waar zijn de adelborsten, die
naar de kruitkamer geaoniden wer
den
Geen antwoord
Uit de sloep echter klonk de onge
duldige aanmaning, dat de kapitein
toch niet langer moest talmen.
Niet van de plaats af, riep hij
tot ik mij zekerheid heb verschaft over
het lot dezer ongeluMcigon
En met deze woorden snelde hij door
rook en vlaimimen naar de kruitka
mer, die al meer en mieer door 't vuur
bedreigd werd.
Daar vond hij ze. Uitgeput door den
inspaimenden, Vergeefschcn arbeid
wals de jongste reeds bewusteloos
neergezonkende oudste trachtte
vruchteloos hem bij kennis te brengen
en met zich voort te trekken.
De kapitein greep den bewusteloo-
zen adelborst beet en droeg hem met
sterke armen onder een eindeloozen
vuurregen op het dek, terwijl de an
dere hem volgde.
Met luide vreugdekreten werden zij
door de officieren ontvangen enin d-
sloep gebracht, die door eene golf aan
gegrepen en een eind van het schip
geworpen werd.
De sloepen stuurden nu, vergezeld
door hongerige haaien, naar die
richting, waar de kust moest zijn, ter
wijl zii in 't eerst slechts er op be
dacht waren, zoo snel mogelijk budten
het bereik van het schip te komen.