RUBRIEK VOOR ONZE JEUGD.
<k Kaadsels
(Deze raadsels belhoordn bij den
voor jongens, en meisjes
twaalf jaar en ouder.
üj
Ingezonden door Limtj© Noor-
Zoek u/it oniderstaajnden zin een be-
jraven stad.
ls' Agiatihie, negen en een is tien
B 22. (Ingebonden door Catootje Ne-
Mteft mijn ©orste deel vaart men
f Mat mijn tweede deel rekent men
Mijn gëbeel kost vaak menschen-
r" evens.
23. (Ingezonden door Alida Wij-
Mijn geheel bestaat uit twaalf let
ters en heeft jaren' geleden Veel men-
arm gemaakt.
!- 7 8 9 10 is e.en lichaamsdeel.
Met een 4 5 6 schrijft men.
1 2 3 4 is een bloem,
11 12 is eten maat.
24. (Ingieaoaden door Jan Soiuve-
rein.)
Tweemaal d met p en 1,
I Tweemaal e en tweemaal r
En dan ook nog i en o,
Welk klein plaatsje maakt ge zoo
25. (Ingezonden door Jo en Frans
Elgtmond).
Ik ben een nuttig beest
Niet luoog, maai* rank van leest,
Ook 'houdt men mij voor valsch.
Eén letter in mijn hals
En 'k vorm d'an een kanaal
Gansch waterloos en kaal.
,Ik heb een mond zeer wijd,
I Waaruit van tijd tot tijd
Ik vuur spuw als een zee,
Dat niet zoo gauw bekoelt
Welnu, deel mij eens mee,
Welle woord hier. wordt bedoeld
26. (Ingezonden door Johan Miuntz.)
I Met b ben ik een viervoetig dier
Met d een herstelplaats voor
Echepen
Met f behoor ik op een zeilboot
Met h bejn ik een bergpllaats.
Met k ben ik een vak.
Met n ben ik een deel van het dak
I Met r ben ik een kleedingstuk.
27. (Ingezonden door Henk /vlam der
Kaa).
Mijn eerste twee deden oanhullien
u steeds met warmte en wortdien toch
«door u met de voeten vertreden. Mijn
derde doel is steeds verplicht tot
«dienst gereed te zijn. Mijn geheel
wordt door u gebruikt om u van het
eerste te ontdoen.
28. (Ingezonden door Beltsy en
Trijntje Frölich).
Welken landsman kunt gei in on-
derstaanden zin vinden
De anjelier is een mooie bloean.
29. (Ingeizouden door Rika Wijk
huizen).
Mijn geheel bestaat uit vijftien let
ters en vindt men aan den muur.
10 2 8 15 is een vrucht.
9 8 7 leert mten.
4 7 vindt men aan het wiel vaneen
wagen.
10 11 12 is voedzaam eten.
13 5 4 is een meisjesnaam.
3 14 6 is een omheining.
1 8 5 is een jongensnaam.
30. (Ingezonden door Jan Schot
man).
Ik heb een oog en maak een gat,
en loop zelf door 't gemaakte gat
«maar ben ik er door dan maak ik,het
wteer toege ziet er niets meer van.
Afdeeding voor jongens en meisjes
van elf jaar en jonger.
21. (Ingezonden door Truus Staal).
Mijn geheel bestaat uit elf letters
en dient om uit te wisschien wat
fout is.
3 10 5 11 is e'en gezonde drank.
1 4 10 5 is een «kleur.
3 6 8 vindt men op dien vloier,.
3 2 7 vindt men in het bosch.
8 9 10 5 is een stad in Gelderland'.
22. (Ingezonden door Albertus Wa-
genaar.)
Welke maand is de kortste?
23. (Ingeizondan door Gretha Kui
per.)
Ik besta uit drie lettergrepen.
Mijn eerste is niet nabij.
Mijn dierdle is een deel van mijn
tweede.
Mijn giehleel is een prettige dag.
24. (Ingezonden door Johan Elf-
Iers).
Zoek uit onderstaanden zin een
begraven plaats in Gelderland.
Die lente i's een van de schoonste
jaargetij dien.
25. (Ingezonden door Hubeirtus
Bank).
Ik besta uit vier lettersneemt
ge een letter weg, dan blijft er een
«over. Hoe kan dat?
26. (Ingezonden door Louise
Stibbe).
Miet een s vindt men mij in de
vrucht.
Met eien r ben ik vlug.
Met een 1 ben ik een stof.
Met een. a ben ik een dlixar.
Met eein k bedek ik het hoofd.
Met een n wordt uit mij gedronken.
27. (Ingezonden door Gerard Hek-
keiman).
Mijn eerste twee deelen vormen
samen een meubel, dat men iln iede
re huiskamer vindt. Mijn dlerde is een
lichaamsdeel van een dier. Mijn ge
heel is e«en deel van mijn eerste.
28. (Ingezonden door Lena Bos).
Die Mo-ezel is een zijrivier van den
Rijn.
Zoek uit bovenstaianden zin eienbe-
gravan dierennaam.
29. (Ingezonden door Martllna
Bruyn).
Welke vrouwennaam is omgekeerd
een situlk speelgoed?
30. (Ingezonden door Roelof Bei-
hem a).
Mijn geheel bestaat uit veertien' Iet-
fors en Vertelt onis dten datum.
12 8 9 vindt men tusschen die ber
gen.
6 4 5 7 is een zintuig.
Yan 9 10 13 14 worden schoenen ge
maakt.
1 2 3 10 9 vindt men bij dte voor
deur.
12 10 11 iis een boom.
De nieuwe Wedstrijd
Voor wie graag nog eens hoorten
wil wat de nieuwe wedstrijd is, volgt
de opgave hieronder nog eens
In dézen wedstrijd zijn twee
afdeel,ingen, één voor jongens en
meisjes van twaalf jaar en ouder, en
éen voor jongens en me/Lsjies van elf
j'aar of jonger.
In ieder van deze twee afdieelihgen
zull'en twee prijzen en twee pnemiën
toegekend worden.
In d«e afdeeiing voor jongens en
meisjes van twaalf jaar af ouder be
staat de eerste prijs uit
EEN VERGROOTGLAS OF EEN
SCHRIJFCASSETTE,
en de tweede prijs uit
EEN PLANTENPERS OF EEN
VOUWSTOELTJE.
In de afdeeiing voor jongens en
méisjes van elf jaar of jonger, be
staat de eerste prijs uit
EEN VOETBAL OF EEN
PAAR STELTEN,
en de tweede prijs uit
EEN TEEKENDOOS OF EEN
DOOS POSTPAPIER.
In beidie afdoelingen. zullen dlepre-
miën bestaan uit boeken in pracht
band.
Vandaag vinden de jongens en
meisjes, die aan dezen wedstrijd mee
willen doen, ieder in hun eigen af
deeiing dus tien raadsels, die je pro
beert op te lossen en waarvan je de
antwoorden opschrijft.
Nu zijn er al twee Zaterdagavon
den verschenen, waarin ook tien
raadsels stonden. Zijn die couranten
verloren geraakt en wil je toch graag
«aan den wedstrijd meedoen, dan kun
je aan het Bureau van Haarlem's
Dagblad m de Groote Houtstraat,
nieuwe exemplaren krijgen voor 21/2
ct. per stuk.
De volgende week zul je in den Zater
dagavond ook nog 10 raadsels vin
den, die ook bij den wedstrijd behoo-
ren en die je dus ook probeert op te
Lossen. De geheele wedstrijd bestaat!
dus voor iedere afdeeiing uit veer
tig raadsels, en heb je hiervan nu
zooveel mogelijk oplossingen geivon-
den en ze netjes ander elkaar ge>-
schreven (genummerd, en ieder raad
sel op een nieuwen regel), dan is je
inzending klaar,
De volgende week zal ik je vertel
len voor welken datum de oplossin
gen gezonden moeten worden.
Iedere inzending moet natuurlijk!
zooals gewoonlijk duidelijk voorzien
zijn van naam, leeftijd en woonplaats
van den inzender benevens een me-
dedeeJing of het werk aldeen gemaakt!
is.
Ga nu nog maar eens flink aan 't'
raden, zoodiat je alle veertig die op
lossingen vindt!
Pocbhans.
Er was eenis een jongen, die zich
zelf .al heel flink en heel diapper vond.
En hij daclht het nie,t alleen, maar
ieder imioeist het hoeren ook. ,,0, dat
kan i«k wel otf dat durf i«k wel", was
het telkeins. Maar de vriendjes zei
den onder elkaar Geloof hem niet
Hans is weer aan 't pochen, 't Is
e.en echte Pochhans'Pochen, dat is
een leelijk d'iug, en Pochhans is eon
leelijke naam. Maar gelukkig leende
Hans het pochen af, en tbem verloor
hij zijn Leelijken naam ook weer. Zal'
ik je eens viertellen,, hoe dlat go-
beurdie
Op een dag gaf d(e moeder van zijn
vriendje Tom een buitenpartij. Na
tuurlijk was Hans ook gevraagd, en1
al dagen to voren genoot hij van de
voorpret. Van 's morgens vroieg tot
's avonds laat dacht hij, over niets
anders dan over rooverfje spelen in
de bosschen en over schommelen,
wippen en andere prettige spelletjes
o,p de boerderij.
's Morgens al vroeg, gingen troep
jes jongens en meisjes naar 'het huis,
Waar het rijtuig voor de deur zou
komen 't was «nu druk in de andiers
zoo stilte dorpsstraat.
't Was een heerlijke lit in demgroo-
ten tentwagen. Er werd sepraat en
gezongen honderd uit, en al heel
gauw was de groote trommel met
koekjes leeg.
Zoodra dJe kinderen de eerste hoo
rnen van het bosch zagen, vroegen de
m'eesten al, of ze uit dien Wagen
mochten. Ze wilden om 't hardat loo-
warm van den langen tocht, en het
pen met de sa arden.
Nu, die waren moe en warm
van den langen tocht, en het
duurde niet lang, of de kleine hard-
loopers Waren hun een heel ep I
vooruit. Daar zagen de voorsten al
een lichte plek «door het groen heen-
Hans werd dadelijk in een diroog
pak van den boer gestoken en zoo
vlug mogelijk naar huis gereden.
Daar lag hij al gauw omder de wol
en moest warme kamillethee drinken,
inplaats van pret te maken en te
smullen op de buitenpartijDat wias
n/u het einde van den dag, die zoo
vroolijk vooT hem begonnen was.
Dit lesje had onzen Pochhans wel
een beetje wijzer gemaakt, maan
nog tang niet genoeg. Hoort maar
Verder.
Den paaa* wieken Jatter logeerde hij
bij ziju own in 5cüe"\euingen. Dat
was eerst een pfezaer 1 Van 's mor
gens vroeg tot 's avonds iaat al
tijd kun je Hans op het strand vin
den. Daar bouwde hij, groote forten
v.an zund. Of ook wei maalkte hij
dicht hij d'e zee een bergje, waarop
hij d'en vloed afwachtte, 't Was dan
aoo heerlijk, het frissche water al
hooger en hoogier om de bloote voe-1
ten te voelen kabbelen. Ja, dat was
eerst een leventjeEln Hans voelde
zich heel groot, want meestal speelde
hij. met twee jongere neefjes, die ai-
tijd vol bewondering naai* zijn vterlha-
len luisterden en aALes, wat hij be
dacht, even mooi vonden.
Op een goeden dag, dat ze weer
zoo vroolijk aan het spelen waren,
kwam en* tn eens van achter een rij
badstoelen een paard met ruiter aan
hollen. Hans en de beide kleine jon
gens sprongen verschrikt opzij enke
lken het tweetal na, dat zoo sierlijk
over het vlakke strand galoppeerde.
„Wat een prachtige meneer zei'
ikleime Kees, die nog niet g-aedi pra
ten kon.
„En zoo dapper", zei Willem ver
rukt „wat moet het to'ch moeilijk
zijn, op zoo'n paard te blijven zitten,
als het zoo holt
„Niets aan pochte Hans, „thuis
rijd ik zoa dikwijls op een paard, en
als ik groot ben, krijg ik er zelf e»en."
Dit was niu het tweed# lesje, dat
Hans kreeg en 't hielp nog beter
dan het eerste. Maar iets leelijks af
te leeren. dat is heel moeilijk. En zoo
duurde het nog een heclen tijd, voor
dat Hans een flinke verstandige jon
gen was. Maar dat werd hij toch,
hoorNu schaamt hij zich wél eens
over zijn pochen van vroeger, dat1
weet ik zeker. Als je hem dUs eens
mocht tegenkomen, moet je er maar
niet over praten.
M. HILDEBRANDT.
Brievenbus
Gerard H. Prettig ,dat je ook
nog pkzier in Velsen gehad hebtdat
mocht wel ma het harde werken, hè
Is de school nu wteer begonnen? Ik
iben blij, dat j«e meit dten ndeuwien
(wedstrijd in je schik bent. Het raad
sel is ook goed ik hoop, dat ik er
leans gauw plaats voor heb! Mijn
groeten aan Moeder
Agnes van den B. Ik dacht al,
/wat ziet die brief er bekend uitEn
(ja, hij was ook van een oude ken
nis, dat za«g ik al gauwNatuurlijk
vind ik het heel goed, dat je weer
mee gaait dteen aan de wedstrijden.
Wat ben je netjes, gaan schrijven,
zegIk hoop, dlat je een Treedeiboel
«raadseloplossingen zult vinden 1
Johan W. Wel, ben je Donder
dag weer naar school gegaan, en her
viel het je weer goed Nu maar voor
zichtig zijn, hoor, zoodat die nare
verkoudheid je nifet weer te pakken
(krijgtIk begreep al niet 'hoe het
(kwam, dat ik maar niets van je hoor
de Je schrijft altijd zulke gezellige
brieveni, en ik miste ze erg 1 Vind je
(liet nieuwe boek mooi
Alice D. Heb je de nieuwe boe-
ik ctn gekregen, zeg? Eén er van ge
loof ik zeker 'Wel, dat je erg mooi
izult vindon, je moet maar eens zien
Dat maakt zeker wel, dat je nu weer
heerlijk frisch aan liet werk gegaan/
(hemtJa, 't was jammer, dat het
Iweer in de vacantia niet mooier was,
maar dat was nu eenmaal zoo, en
is maar gelukkig, dat jullie toch ple
zier hebt gehad Dag jongens
Marie en Annie van Z. Ik ben
ei'g verlangend om te hoor en hoe het
met de verhooging is afgeloopon,
maair. dat zul je me zeker wel gauw
sohrij/ven als je het weetHoe gaat
liet met het raadsels oplossen Het
nieuwe raadsel is ook goed, en fk'
zal het zoo gauw mogelijk plaatsen I
Jan S. Wel Jan, wat heb je ïmc een
mooie verzameling raadsels ge
stuurd Dank j© wed, (hoor Met ple
zier wil ik je ook eens oen boek Lee-
nenkom maar op een Woensdag
middag tusschen 1 en 2 uur, dan
zullien w.e iets voor je uitzoeken, dat
je nog niet kent. Smaakten de zelf-
geplukte bramen niet bijzonder lek
ker
Duinroos/je. Het spijt me, dat je je
niet zoo heel erg lekker voelt; wat
scheelt er aan? Hoofdpijn? En heb
je nog tijd gehad om de boeken te
lezen Ik verlang er al maar,, om
/wat over Amsterdam te hooren Veel
groeten
Willem v. d. B. 't Waa eon goed
plan van je, om me weer eens te
ischrijiven Je bolt er bij, dat je nu
nog net aan de afdeeiing voor die jon
geren mee kunt doen Ik denk naet,
dat ik gauw weer uit de stad ga, ten
minste niet voor langen tijd. Ben jij
nog uit logeeren geweest? Die va
cantia van jou duurt eigenlijk veel te
langbegint liet je nog niet te verve-
lien, zeg?
Dina V» DanJk je wel voor de brief
kaart uit Amsterdam, Dina Ben je
nu weer fihuis en heb Je veel pret ge
had?
Jo en Frans van E. Bloemen en
bladeren kun je drogen tusschen
vloei of tusschen watten, en dan in
een dik boek leggen met iets zwaars
er op dan moet je ze een dag of veer
tien zoo laten loggen niet naar kij
ken in diien tijd, lioor want dan be
derf je ze Heei*lijk, dat bet goed
gaat met de raadselsMaar ik mag
er verder niets van vertellen, dat be
grijp je welMijn adres was keurig
netjes gedrukt, Frans 1 Je kunt bet
schemeren. „De beek, de beek 1" rie
pen ze vroolijk, „nu gauw de bootjes
en zeilscheepjes hoera
Hans was een van de eersten. Hij
bolde met zijn scheepje in de hand
tot Vlak bij het water zijn vriendje
Tom kwam gelijk met hiern aan en
liet zich hijgend in liet hooge gras
vallen. „Dat was loopenzucht
te hij.
„Bah", pochte Hans, „ben je nu al
mote Ik zou nog wel tienmaal over
die beek kuntnen springen
„Dat is niet waar!" izei' Tom boos,
j'e kunt het. niet eens éénmaal over
zoo'n hreede."
„Wèl waar", begon Hons weer,
,,'9ieloof ie me soms niet?"
Mientje van den dokter, die ach
ter hen aan was gekomen en alles ge
hoord had, vond het een mooie grap
en riep den kindoren, di'e achtergeble
ven waren, toe „Gauw, gauw. Hans
gaat over de beek springen, dat moe
ten wie zien
Van alle kanten kwamen die ande
ren nu aangeJoopen, en onze Poch
hans kroeg het wel wat benauwd.
Als hij nu niet sprong, zouden ze
hem allemaal zeker uitlachen, en hij
vond de beek in eens zoo erg breed,
en het water leek hem zoo heel nat.
Bit hij rilde er van. Maar hij
had het nu eenmaal gezegd het
moest gebeuren. Vlug ging hij ©enige
passen achteruit, nam een. fliuken
aanloop toen oen sprong en
dn ar lag onze Hans midden, in de
beek.
„Door schade en schande wordt
men wijs", zei Tom's vadetr, die gauw
was komen aanloopen en Hans op 't
droge 'hielp, „haal in 't vervolg maar
(nooit meer zulke kunsten uit."
Kleine Willem keek zijn grooten.'
neef vol bewondering aan. „Laat ons
een,,g zien, hoe mooi je rijden kunt",
aei hij.
„Domme jongen", bromde Hans.
„hoe kan ik nu maar zoo dadelijk
een paard krijgen Later^ als je groot
bent, mag je bij me komen logeeren,
em dan leer ik jou ook paardrijden
en rijden we samen overal «heen,
maar zeur er nu niet' meer o Ver."
„Toe", vroeg Willem nog eens, „zal
ik dien ezeljongen daar even roepen?
Rijd dan eens op een eizel I"
En in zijn ijver wenkte hij een van
de ezeljongens, die dadelijk kwam
aangestapt en den verbaasden Hans
in een oogenblik in het zadel hielp.
Daar zat hij nu, en voort ging het
De ezel liep op een drafje, maar het
leek Hans, of het nog harder gimg
dian de sneltrein. Het werd hem
groen en geel voor de oogen 1 Stijf
hield hij zich aan den ezel vast,
maar het duurde niet lang, of hij
gleed al meer en meer van het zadel
af. En juist, toen hij aan de plaats
kwam, waar zijn heide neefjes vol
verlangen naar hem uitzagen, viel
hij, pardoes, voor hun voeten in liet
zand neer.
Willem lachtie, miaar kleine Kees
Vroeg medelijdend „Heef jou geen
erge pijn
„Wel neenzei Hans knorrig,
„maar lachen hoef je ook niet, kan
ik 'het helpen, da.t die ezel zoo gek
doetmaar hij schaamde zich toch
wel een beetje en was wat blij, toen
hij na een paar dagen weer goed en
wel in den trein zat, die hem naar
huis bracht. Want na dien onglelukki-
gen val werd Hans heel wat geplaagd
door Oom, die uilt de verte alles hadr
gezien.
nf je begrijpit weilk ik bedoelIk
.vind' het erg prettig, dat je me eens'
wilt komen opzoeken als je weer
(heelemaal beter bent, «dan kunnen we
©ens kennis maken Nee, in raadsel
7 is geen fout, je moet de atlas er
maar eens bijnemen, misschien, kun
je dan dte oplossing wel vindenJe
«hoeft alleen maar de oplossingen op
te schrijven, en dan het nummer or
voor, en wanneer je de inzending
moet sturen hoor je de volgende
week. Wat zal het heerlijk zijn als je
weer thuis bent, hè? Dank je wel
voor de briefkaart
Hubertus B. Of ik het niet leuk
■tfind't van die verrassing als je over
gaat Nou, of ik, hoorMaar wan
neer hoor je nu of je overgegaan bent?
Wat heb je me een mooie briefkaart
gestuurd! Erg aardig, hoor! Ja, ik
vind 'het ook jammer, dat hert, weer
miet wat beter wordt en dat je nu de
veldflescli niet kunt gébruiken dat
je de 'v-eldflesch ook mee wilt nemen
als je oens heel ver weggaat, vind ik
natuurlijk erg leukIk weet niet of
je zuster me Zaterdagmiddag gezien
heeftdan moet het wel heel vroeg
geweest zijn, want ik ben uit de stad
geweest. Nu moet je maar eens vra
gen of dat uit kan komenDag Hu
bertus
Boschviooltje. Ik wil best ge
(loiOvon, dat je nu veel meer je best
(doet met het oplossen van de raad
sels heb je al veel oplossingen ge
vonden Je hebt niet goed geraden,
hoorIk bewaar de briefkaarten cn
«dan geef ik ze later aan kleine
vriendjes en vriendinnetjes van me;
Idlaar, nu weet je 'tVind je dat peen
goede Instemming
Hendrik en Gerda Gr. Wat heer- j
lijk, dat het rapport zoo mooi was
Arie en Lientje N. Het raadsel
goed. Vandaag staat er alweer een
raadsel van jullie in d'e courant, heb
je het wel gezien
Gretha' K. Zoo, beviel het je goed
op schoolGelukkig maar, dat je nog
niet alles vergeten was, 'hè Wat eien
ingewikkeld raadsel heb je me nu
Igestuurd daar zal 'heel wat aan te
raden zijn, wed ik
Jo en Betsy P. Ik hen blij, dat je
izoo'n prettige vacantia rgchad hjebt,
(Jo Heeft Beppie jó ïifet gemist all
dien tijd, dat je weg geweest beni?
Wel Jo, je htebt heel wat gezien, en
je hebt goed uit je oogen gekeken
mok 't Was gezellig, dat je zoo van
alles verteld©Bevalt het je goed in
de hoogste klas en weet Bets al of ze
overgegaan is? Je raadsel is prach
tig, hoor! Wat héb je dat mooi be
dacht
Annie, Hennie en Christina B.
«Nu krijgen jullie vandaag met jé
drieën een brief. Ik vind liet heel
goed, dat Christina ook aan den wed
strijd meedoet. Heb je al veel oplos
singen gevonden, zeg? En Annie esn
Hennio zitten nu dus in IJmuident
Wat leuk, dat je daar dit briefje nu
zult lezenWanneer begint jelui
sohool weer? En is de fiets ook mee
niaar IJmuidten Veel groeien voofl
jullie alle drie
Johan E. Ik ben blij, dat je het
boek zoo mooi vondik vond het ook
al'ijd zoo bijzonder aardig! Je mag
het net zoo lang houden tot je het -
hoelomaal uitgelezen hebt en dan mag
je het voor een ander komen ruilèp.
Het is niet prettig, om je met lezen
zoo te haasten, hè In die onder-
aardscfie gang in Valkenburg l>en 'k
ook geweest ma ar met den gids na
tuurlijk. want de grot is zóó groot,
dat je er andors best in zoudt kunnen
vt rdwalen.Het was een gezellige,
lange brief, dien je me schreef
Betsy en Elsje H. Van de raad
sels za,l ik er zeker wel een paar kun
nen gebruiken ik zal ze eens op mijn
gemak nakijken In het geheel moeten
©r veertig raadsels opgelost worden,
e-- de volgende week komen de laat
ste tien. Bi hoop, dat jullie nog een
heeleboel oplossingen zult vinden Ik
wil wel gelooven, dart je niet iedere
week een langen brief kunt schrijven,
maar ik ben met een korten ook wel
eens tevreden, hoor
Aan veel jongens en meisjes. Den
eerstvoigenden Woensdag zal ik tot
mijn spijt geen boeken kunnen rui
len. Willen jullie de boeken, die je
ie leen hebt, dus nog een week lan
ger houden Woensdag over een week
mag je natuurlijk weer koinen.
M. C. VAN DOORN.
mislukte.
Zooals u weet, is 'bij het parlemlent
een regeeringswet aanhangig, die ten
deel heeft de vroeger wegens achter
stallige pacht afgezette pachters op
hunne hoeven te herstellen en daar
voor het noodige land onder dwang
te onteigenen. De wet werd door het
Lagerhuis aangenomen en ging einde
der vorige week naar de lords, dio
haar natuurlijk door amendaties weer
in belangrijke mate verzwakten.
De Iersche landlords waren in
groot aantal opgekomen, om daarbij
een handje te helpen. Eerst werd de
gedwongen onteigening vrijwel onmo
gelijk gemaakt. Een appèl tegen het
besluit der land commissie werd in de
wet gevoegd. De landlords gaven bij
do bepaling der onteigeningssom
zichzelven recht op de onbetaalde
pacht van de afgezette boeren. En last
not leafet behielden zij zich voor, om
bij den afstand van het land het
jachtrecht daarop te behouden.
Togen al die amend'amietnten he ft.
de regeering zich in het Hoogerhuis
hardnekkig verzet, maar zij moest
vi or de overmacht der lords zwichten
en zal in het Lagerhuis al die wijzi
gingen weer uit de wet hebben te lich
ten, met vooruitzicht op een nieuw
conflict] e met de peers.
Lord Ashtown heeft echter geen ze
tel in het Hoogerhuis (de Iersehe
peers kiezen, evenals de Schotsche.
een aantal vertegenwoordigers van
dat huis uit hun midden). Maar hij
is in Ierland actief voor de rechten
der landheeren opgetreden, had op
zijn landgoed strubbelingen met stroo-
pers en turfstekers, en subsidieerde
de Protesfcantsche propaganda al-
temaal dingen, die hem den haat van
den land-league van Ierland op den
hals haalden.
Hij had zich Maandagavond naar
zijn jachtgoed beseven, voor de 12 de
zer aangevangen jacht op korhoen
ders em verbleef in zijn lodge met zijn
jachtopziener, diens wouw en twee
dienstmaagden. Het huis heeft slechts
twee verdiepingen, maar tot mylord's
geluk is de vensterbank van zijn
slaapkamer 18 voet van den grond
verwijderd.
Om tien uur ging hij naar boven en
begaf zich met. zijne huïsgenooten ter
ruiste, terwijl alles veilig scheen en
geen kwaad werd vermoed. Twee uur
na middernacht werd hij door een
hevigon schok uit zijn slaap gewekt,
terwijl zijn kamer door een felle
Straal werd verlicht.
Hij dacht het eerste oogenblik aan
een hevig onwieer. maar beneden het
rinkinken van glas en het neerploffen
van hout hoorende. sprong hij uit zijn
bed, vloog de trap af, en ontmoette
daar zijn eveneens gewokten jachtop
ziener.
Beneden stegen rookwolken van
kruit en petroleum op. De woonkamer
vnerd in brand gjevomden, de ramen
daarvan verbrijzeld, de meubels ver
nield en, weggeslagen en de deur aan
splinters. De vloer der kamer was be
zaaid met gruizelementen. De brand
bleek onfestaan te zijn door in petro
leum gedrenkte zakken, die door de
ontploffing de kamer invlogen.
De tapijten en gordijnen waren
reeds in brand, doch de vlammen wer
den door water snel geblulseht.
En toen bleek eerst hoe groot de
verwoesting waJs en aan welk gevaar
do huisgenoorten waren ontsnapt. Het
schoorsteenmantelstuk was in zijn
lordschaps kamer van den, wand ge
rukt en een eind ver geworpen, zijn
kleedkamer vernield, een zware hou
ten bank in de hal in de eetkamer ge
worpen, en de gehoele boel in het hon
derd, voor zoover niet vernield.
Bij onderzoek bleek, dat het kruit
in een grooten ijzeren pot was ge
plaatst, met lange lonten verbonden.
De pot vloog aan stukjes, die heinde
cn verre verspreid lagen. Gebroken
flesschen, die naar petroleum roken,
werden eveneens gevonden. Het plan
was blijkbaar om de wraak zoo vol
komen mogelijk te maken, eerst door
de ontploffing, daarna door den
brand. Niomiand mocht overblijven om
het gebeurde te vertellen. Het geluk
«diende echter de bedreigden.
De booswichten hadden een ladder
meegebracht, die stukgeslagen werd
gevonden, aan den leant der ontplof
fing. Het ding kan niet langer dan
zes voet zijn geweest, zoodat zij daar
mede het venster van de slaa,pkam«or
van zijn lordschap niet konden be
reiken. Daarom probeerden zij hun
doel te boreiken door den pot buskruit
op de vensterbank van voornoemde
woonkamer t,e plaatsen. Maar bus
kruit is geen dynamiet. En zoo faal
den de moderne Fenians evenzeer als
hunne voorgangers indertijd bij de
poging om alhier de gevangenis van
Clerkenwell in de lucht te laten sprin
gen.
De misdadigers kozen een gunlstig
oogenblik. Door de onlusten te Belfast
waren de meeste constabcls uit de
streek naar het noorden gezonden.
Slechts een sergeant met een enke
len constabel waren hog in de plaats.
zoodat er geen nachtelijke verken
ningstochten konden worden gehou
den.
Voor de rogeering is dit zaakje
even onaangenaam als het voor lord
Ashtown gevaarlijk was. Het is de
culminatie van een reeks agrarische
mesdaden in het zuiden en westen van
Ierland, die de toepassing derdwang-
wetten weer dringend maken.
Tn de buurt van Gal way werd_ 5 de
zer een geboycotte Ier overvallen, be
schoten en aan hand en been gewond,
zonder dat de daders ontdekt, kunnen
worden.
Te Ballyshannon werd een aanslag
op een veeboer gepleegd, met hetzelf
de gevolg.
En wanneer door de snmen'span-
ning der ïorsche boeren de daders van
deze misdaad onbekend en ongestraft
zouden blijven, dan is het voor goed
uit met de veiligheid in Ierland voor
allen, die op de zwarte lijrt van den
land-loaguo staan."