BIJBLAD VAN HAARLEM'S DAGBLAD
f 1.20 PER 8 ÜAAHDEN
©F iO CENT PER WEEK.
Rubriek voor ¥rouwen
FEUILLETON
Over den Oceaan
Wandelingen
Eer. tragische
geschiedenis.
25e Jaargang
MAANDAG 14 OCTOBER 1907
No. 7454
DE ZATERDAGAVOND
HAARLEM'S DAGBLAD KOST
ADMINISTRATIE GROOTE HOUTSTRAAT 55.
DRUKKERIJ ZUIDER BUITENSPAARNE 6.
IN HAARLEM'S DAGBLAD ZIJN
ADVERTENTIËN DOELTREFFEND.
ONZE ANNONCES
WORDEN OPGEMERKT.
(Hoeden. GOraeering.
pelterijen.
(Die hoed' is eein zoo gewichtig onder
deel van ons toilet, dal ik er zond-er
aarzelen, andermaal op terug durf
(komenEn wa.ar men er za-dfai hoven-
dien, de laatste j'aren op toe schijnt
te legigen die seizoens vooruit te loe
pen, door in de /vroege lente reeds zo
merhoeden te dragen, en dien winter
hoed nog voordat de bladeren vian de
hoornen gevallen zijn zie ik mij1 ver
plicht steeds zoo spoedig mogelijk ge
wag te m-aikien- van al hetgeen voor de
nieuwe seizoen® gebracht zal worden
Het is trouwens in de maand October
niet te vroeg om een nieuwen toajaars-
of winterhoed te dragen, want het
moet gezegd- worden, dat een nieuwe
hoedi ons costuum een vernieuwd en
verfrischt aanzien geeft!
'Ik vertel u niets nieuw® als ik u
mg, dat de mo-diellen zoowel als de
gaimieerang weanliig verschillen van
Idie, wolk'e we in den nazomer op
merkten.
Vele diamies hebben de gewoonte
zich in het begin van elk seizoen een
aardig koket hoedje aan be schaffen,
om d/aarone-de de komende nouveauté®
rustig af te wachten; bovendien is
zulk een hoedje onmisbaar om bij
slecht weer en in de morgenuren te
dragen. Voor gekleed blijven echter
de .groote modellen nog aan d'e orde;
de vormen zijin evenwel zeer verschil
lend.
iMlen brengt groote klokhoedien,
waarvan enkele met ronden rand'; an-
idere 'waarvan de rand van voren
kort, aan weerszijden langer en van
achteren tot in den nek Langt. Men
wil de randen nog gaarne uit het ge
zicht dragen, d.w.z. omgeslagen bij'
wijlze van revers; terwijl nog zeer
veel capelines in de meest grillige vor
men, gebracht worden. Toch hebben
deze groote modellen eene wijziging
ondergaan, want alhoewel de bol van
den hoed over het algemeen groot is,
wieet men de randen zoodanig te bui
gen, dat de sierlijkekapsels geheel tot
hun recht komen en het aanbrengen
van ondulaties, krullen, touffen,
vlechten enz. geen overbodige moeite
genoemd m/ag worden.
(Als zéér Chic gelden de fluiweel en en
zijden hoeden, als „velours panne"',
liberty en taffetas en bovendien de ge
kleurde vilthoeden. Opmerking ver
dienen de volgende kleurcombinaties:
hoeden van turquoise blauw, gevoerd
met violet-, en steenrood met konen-
blauw. Grooten opgang zal dezen win
ter het violet in alle (tinten, maken!
Als garnituur op hoeden brengt men
toog steeds groote panaches van vee-
ren, waarvan sommigen tot op de
schouders afhangen, enorme wieken
in alle mogelijke Meuren, en massa's
fluweelen bloemen, iaJs: kelken, witte
en zwarte leliën, irissen, rozen en
votoral reuzen violen!
Op de meer eenvoudige hoeden gar
neert men .groote strikken van lint,
fluweel of zijde zonder dat deze af
breuk doen aan de groote choux die
dikwijls in drie opvolgende nuancen
worden aangebracht.
Hoe flatteus een mooie smaakvolle
(hoed ook kan zijp, is het toilet voor
den winter toch niet compleet zonder
pelswerk.
De pelterijen zijp dank zij de groo
te bekwaamheid van den tegenwoor-
di'gen bohtweriker, verijl wel onder het
Naar het Duitech van Arrt.hur Zapp.
20)
De drie heer en hebbeto aan haar
zijde plaats genomen', om haar tegen
afvallen te beschermen. Haar toe
stand is hoogst meelijwekkend.
Dr. Hill ebrand heeft haar al van
de druppels gegeven, die hij voor de
zeereis heeft meegenomen, maar de
zieke heeft daar maar weinig heil bij
gevonden. Zij heeft een heel teer ge
stel en de heftige aanval' van zee
zieke heeft daar maar weinig hledl bij
schendJek verdragen ontberingen,
hebben haar in een toestand van
groote uitputting gebracht. Boven
dien beeft zij van de koude, en ook
het harde bed maakt haar toestand
niet beter..
Dr. Hill ebrand staat eindelijk op
met h'et gelaat van iemand, die een
vast besluit genomen heeft. Hij gaat
naar beneden om den scheepsdokter
op te zoeken en hem te verzoeken de
lijdende in1 de sdheepszdekenkamer
op te nemen. Hij moet een kwartier
tje wachten, want de arts doet juist
de ronde, om de patiënten te bezoe-
hereik van iedereen gebracht; daar
iinen er in geslaagd is die allerminste
konijnenvellen zoodanig te pnaparee-
ren diat slechte vaklui het van de
kostbare bontsoorten kunnen onder
scheiden.
'Ik zag deizer dagen een manteltje
van zulk konijnenvel, keurig van mo
del en' 'afwerking voor den. gering en
prijs van zes en dertig gulden.
De nieuwste modellen van moffen
worden eveneens uit deze mdnder-
waardige vellen vervaardigd.
Ads modebont gelden dit jiaar het
kostbare zobel, terwijl ook loutre-, petr-
snaner, nertz en hermelijn gebracht
wordt.
Die modellen der boa's zijn zeer ver-
schallend; men ziet lange smalle échar
pen, die als das worden omgeslagen,
breede, platte boa's, die tot over de
schouders reiken en met een punt tot
in den rug afhangen. Van nertz wor
den deze boa's zóó gemiaakt, dat in
'den rug vier kopj'es en even zooveel
staarten over de buste vallen; twee
lange stola einden zijn ter hoogte van
de knieën wederom met staarten af-
De groote platte moffen worden in
den regel gevormd dloor vier of meer
beetsfljie®, (die naast elkander op een
zijlden fond gewerkt worden' en wel
zóó, dat zoowel klopjes als staarten in
het gezicht komen. De tussciienruim-
iten die bij" de kopjes ontstaan, wordt
veelal met mousseline of kant aange
vuld.
CORRESPONDENTIE
Mej. C. de J. Ldjif en tafelgoed
voor uw uitzet kunt u naar verkie
zing borduren, met de beginletter van
uw voornaam en de beginletter van
familienaam van uw a.s. echtgenoot;
of wel met de beginletters van beider
familienaam.
Mej. M. B. Groene glacé-hand
schoenen als door u bedoeld-, zijn niet
speciaal mode, dtoch bij' een toilet van
die kleur kunnen ze zeer goed gedra
gen worden1.
MARlIE VAN AMSTEL.
Natuurhistorische
IN EN OM. HAARLEM.
GLXXXV.
Aan eiken kant breidt onze, stad
zich uit, miaar toch zeer weinig naar
den kant van de Haorlemmerliede en
Penningsveer.
Als we de Almsterdamsciie poort
achter ons hebben, en links afslaan,
dan hebben we een terrein voor ons
om weer heel wat woningen te ber
gen, misschien wordt dat nog wel bij'
de vuilnisbelt in gebruik genomen.
Onder 't spoor door, do zooveelste
viaduct steaks in onze stad en we zijn
buiten, geheel buiten, vergeten zelfs,
dat we vijf minuten geleden nog bin
nen de huizenmiassia waren.
In de enkele tuintjes links van den
wieg trotseer en de koolsoorten de
natte aanvallen van het najaarsweer,
miaar minder goed die van de rupsen
van het koolwitje. Kijk daar eens
slechte de bladsteel met de hoofdner
ven zijn nog overgebleven. De bloe
men hebben afgedaan met al die nat
tigheid.
(Ën wat mooie dagen er ook nog
komen mogen, ze komen niet weer op
't verhaal. Een enkel rozenknopje nog,
irnaar de meesten zijin ook al weer
aangetast door het „wit", een schim
ken en (Om die zeezieke passagiers
met opwekkende woorden en in de
ergste gevallen met opwekkende mid
delen te hulp te komen. 1
Eindelijk verschijnt hij zelf met een
lijdende uitdrukking op het gelaat.
Wanneer hij die 'daar aan de deur
der kajuit op hem wiacht, zioh als
zijn collega yoorste.lt, heldert het ge
laat van den -scheepsdokter op.
U komt juist op het rechte o ogen
blik, roept hij joviaal, terwijl hij zijn
collegia hartelijk de hand drukt. Voel
mij de pols eens, mij dunkt, ik ben
uw eerste patiënt
Dr. Hillebrand grijpt d'e hand van
den scheepsdokter.
U heeft koorts, collega'zegt hij
Dat schijnt mij ook 'zoo toe. Mij
dunkt, ik ben niiet ver van 39 gra
den af. Ik kan, ternauwernood op
mijn beenen staan. Waarschijnlijk
de gerechte straf voor mijn slemppar
tij van gisteren. Gisteren heb ik met
twee vroolijke heertjes uit de eerste
kajuit een officier en een grondeige
naar op nonactief, ij-s koude ananas
bowl zatteu drinken. Dat is zeker te
kras voor mijn maag geweest. Maar
ik heb nog h-eelemaal niet gevraagd,
wat u hierheen brengt.
Dr. Hillebrand zegt, wat Mem op
het hart ligt. De scheepsdokter zendt
dadelijk om zijn ziekenverpleger en
als deze toegesneld is, zegt hij op zijn
mei, die heel wat planten onder zijn
slachtoffers telt.
Zie 'diat gras een® groen zijn, zoo is
hot in lang niet geweest, want de zo-
tmier mocht al te weinig zonneschijn
en warmte gebracht hebben, te veel
regen is -er zekier niet geweest, er was
zelfs bi-er en daar gebrek en die lage
.Waterstand in die sloo-ten bewijst nog,
dat de plasregens van de laatste week
de zaak nog niet hersteld hebben.
Ofschoon niet zoo goed meer als m
dien voorzomer valt het verschil in
plantengroei aan de bedde bermen van
den weg toch nog wel op, een gevolg
van het groote verschil in waterstand
-en wie een weinig mtet de verschillen
de voedergewassen bekend is, in 't bij
zonder hier met de grassen, ziet spoe
dig, d|at liet 'gras rechts van heel wat
beter kwaliteit is dan- links; een ver
schil, dat men ook n-og duidelijk aan
't hooi bemerken kan. Een enkele roo-
de Maver, en -dito berenklauw bloeien
nog, of liever weer, daar de eerste
bloei vernietigd is dloor het afmaaien.
Rij het gehucht Penningsveer k
mien we meer in de wilgen en het
riet. Dit laatste is echter afgemaa'd
en tot schooven gebonden om dan la
ter verkocht te worden «als dek riot in
de bloembollenstreek of als riet voor
stucadoors, misschien ook hde-r of d'a ar
tot het dekifeen van schuren, ofschoon
daarvoor vaker stnoo wordt gebruikt.
"Water en nog eens water, de ver
binding van de Li ede mlet het Spaar-
ne, maakt, dat hier niet zelden vis-
(scherts komen om' menig vischje te
verschalken, en menig baarsje, voorn
tje, karper of wat dan ook, wordt
hiuit gemiaakt en ook de palingv-is-
schers van Sjpaamdlalm zullen hier
wel hun geluk eens beproeven. W!at
een (bochten in den weg, eerst links
af, d'an recht®, dan weer rechtsaf, 't
is het fort, met de breede fortgracht
die hier dien omweg tot stand riep.
De bergplaats van balken voor af
sluiting van de waterwegen in oi-
loigstij/d staat bier op een ruim terreun
en daar het overige als opslagplaats
menigmaal moet dienst doen, behoeft
het ons in 't geheel niet verwonderen,
Idat hier tal van- planten worden aan
getroffen, die van elders werden aan
gevoerd. Het laaggelegen aardappel
veldje eischt van den eigenaar heel
wat zorg, daar hiji een harden strijd
te voeren heeft met het kweekgras,
een lastig onkruid, welks wortelstok
ken zoo goed als niet te verwijkleren
zijn. Opmerkelijk is de overeenkomst
tusschen kweek- en raaigras, wat be
treft de aren, bij kweek echter zitten
de bloempakjes met twee kelkikafjes
omigeven, met den breeden kant tegen
den stengel aan; bij- het ra-ai-gras is er
maar een kalklkafje en zitten ze met
den smiallen kant tegen den stengel.
(Behalve wilgen- staan hier ook heel
wat esschen, en opmerkelijk is het,
hoeveel zoogenaamde zaadesschen er
bij zijn: een opmerkzame waarnemer
zal toch in 't voorjaar bij nadere be
schouwing van de donkerbruine bloem
pluimen opmerken, dat er drie soor
ten- bloempjes bij voorkomen, èn man
nelijke mlet meeldraden èn vrouwelij
ke met stam,pers, èn eindelijk twee
slachtige bloemen met 'stampers en
meeldraden beide. 'Soms hebben de
ze, dan weer die de overhand.
Wat heerlijk® vergezichten hier, dat
water, dat riet, die enkele molens, dat
vlakke land, isoims overgoten (met een
heerlijk licht. Dan weer gezichten
meer van nabdji, hoekjes met een oude
-collega wijzend
Deze mijnheer is Dr. Hillebrand,
die mij zal vervangen. U heeft zijn
orders uit te voeren alsof het de
mijne waren. En mu, collega, wees
zoo vriendelijk den Ziekenverpleger
naar den kapitein te vergezellen om
hem van mijn ziekte op de hoogte-te
brengen. Later zal u zeker wiel zoo
goed1 zijn eens naar mij te komen
kijken. Ik kruip in mijn kooi.
Dr. Hillebrand volgt dien zieken
verpleger als ito een droom.
Dat alles is zoo onverWalcht en
plotseling gekomen, dat hij zich eerst
met dezen voor hem goeden keer van
zaken vertrouwd moet maken. Hij
vertelt den kapitein den stand van
zaken, geeft hem zijn legitimatiebe
wijzen, die hij in (zijn zak heeft en
wordt als plaatsvervangend scheeps
dokter aangenomen. Daarop laat de
kapitein hean een hut eerste kajuU
voor eigen gebruik aanwijzen.
Dat (alios gebeurt binnen een kwar
tier tijds. Daarop blaast Dr, Hille
brand zich weer naar boven. Hier
gunt. hij zich nauwelijks den tijd; de
hartelijk gemeende gölukwenschen
van zijn vrienden met een kraohti-
gen handdruk te beantwoorden. Het
verschaft hem een groote voldoening,
dat hij nu meteen iip de gelukkige po
sitie is voor 'het jonge, meisje, dat
hem van het eerste oogenibLik af har
boerenwoning tot milieu. Het dorpje
Haarlemmerliede met het kleine kerk
je hebben we spoiedig achter den rug,
en langs een m-ooi weggetje ontdek
ken we weldra aan de rechterhand
het fort aan de Ldetorug. 't lis even
wachten voor 'den trein en als die ge
passeerd is, en (liet gezelschap op de
brug over de Alraiste-rdamsche vaart is
gekomen, komt ier weer een tram aan
gesnord, die ons ispoedig langs den
eenfonigen straatweg huiswaarts zou
voeren; maar een. blik op ons uurwerk
vertelt ons, dat het nog vroeg is, een
'kleine omlweg izal dus geen kwaad
kunnen. We steken daarom den weg
over en volgen een rijweg, die recht
op de Ringvaart aanloopt. En het riet
en de bruine stengels van da water-
zurinig, hier ,en daar een groepje dui
kel aars, don links dat smalle strook
je weiland met boscbjes wilgen en
■e-lzen; neen, izoo'n weggetje biedt veel
bekoorlijks aan-.
Daar stuiten we voor de Ringvaart
en de weg, zelv-e loopt doiod. Voor een
paar centen echter zijto we aan de
overzijde. 'Bij het overvaren eerst be
merken we, hoe breed die vaart is.
Vogels zijn hier weinig, wat kievi
ten en spreeuwen ,en dan die schelmen
onder de gevleugelde (zangers, de m/us-
scheto, waar vinden wij die niet?
Van verre (ruiken 'we reeds den in
houd van gindsche schuit; lange,
dunne wormpjes gelijk, (hebben de
suikerbieten gemakkelijk de suiker af
gestaan en worden thans (door de
(boeren teruggehaald om als veevoe
der in kuilen ite worden opgeslagen,
spoedig omgezet te worden in vleesch,
-of melk of mest.
Dat is voor de boerfen in den om
trek heerlijk wintervoeder en als
•het cboor broeiing in, de kuilen heer
lijk zuur geworden' is, lusten d'e die
ren beft wat graag. De bakjes of
kistjes daar langs den wieg staande
bewijzen ons, dat da boer ook nog
wat anders voedert, n.l. lijnkoeken,
wat mee-r krachtvoeder, ook al ech
ter een afvalproduct, en wel van de
olieslagerij en.
Met opgeheven achterlijf holt öeu
zwarte kortschildikiever over den
weg. Veel heeft '-drift diieg met zijn
korte schilden weg van een larve van
den een of anderien loopkever, maar
totij nadJer toezien is het toch -een vol
komen insect.
De koeien loopen reeds alle met
een diek over tegen die kou 't is an
ders vreemd' zooveel bordeto' men
ziet met „Mond- en Klauwzeer", toch
zijn de dieren er niet erg ziek van,
volgens een landbouwer, dito met juk
en emmers gewapend den weg volgt.
De nieuwe brug over en op Haar
lem af, hier een halm1 oppikkend vato
rogge, daar van kanariezaad, ver-
dier even stilstaand bij de opnieuw
in bloei geraakte grassen raaigrals,
(zwenkgras, maar vooral Icropaax.
Wat zijn die meeldraden daar be
weeglijk, geen wonder dus, diat het
stuifmeel dOtor den wind wordt over
gebracht naar de buiten die nietige
bloempjes uiibsteikendto meeldraden.
Spoedig zijn we de stad genaderd en
gaat elk zijns weegs.
J. STURING.
VRA.GËNBUS.
Aan Mej. P. te H. De dikkle', door
U gevonden rups, is die rups geweest
die men met -den naam liguster-pijl
staart aanduidt. Ze is vrij algemeen,
maar komt to-ch noioit in groot aan
tal voor, en ze voedt zich voorna
melijk1 met die Maldferen van ligus
ter of sering. Aan het hoorntje op 't
achtereind van 't lichaam dankt zij
den naam pijlstaart. Br zijn meer
tefijke sympathie heeft ingeboezemd,
voldoende te kunnen zorgen. Hij be
stelt bouillon, wijn en andere ver
sterkende middelen voor haar.
De halfverlegen blik in haar spre
kende oogc-to, waarmee zij hean be
dankt, verschaft hem een ongewoon
aangenaam gevoel.
Ook voor zijn beide vrienden in het
tusschi. rtdek -doet (hij, wat hij ban.
Als plaatsvervangend scheepsdokter
neemt hij deel aian ide tafel der eer
ste kajuit. Van den overvloedigen
'lunch, waar -heden slechts eenige
heeren aan deelnemen, steekt hij een-
paar goed belegde boterhammen in
zijn 'zak. Het vroolijk schitteren der
oogem, de opgewekte gezichten-, het
gretig eten der beiidle roisgentooten,
die bij don tusschendekskost half
verhongerd zijn, is -voor den jongen
arts een rijk loon voor zijn mensch-
lievendheid.
Zijn plaats als scheepsdokter '"s
hem voor het vervolg dier reis verze
kerd, w-ant een zorgvuldig onderzoek
van den zieken collega brengt aan t
licht, dat hij aan oen heftige maag-
oatarrh lijdt. Zoo is de een zijn brood
de ander zijn dood. Reeds op den
eersten dag maakt die niieuwe scheeps
dokter zich bij de passagiers bc
mind. Vooral de d'ames zijn bijzon
der met hem ingenomen-, want aan
een vertrouwen inboezemende zeker-
van dié pijlstaart-rupsen, die op af
zonderlijke planten leven linde, po
pulier, winde. enz. Evenals die rup
sen komen ook de vlindleTs veel met
elkaar overeen. Ook dto grootste in-
lamdlsche vlinder, d'e doodlsflvoofdVlin-
dtor, behoort er t-oe.
Aan mej. ,B. te H. De takken
van de lampionplamt moet u van de
bladeren ontdoen, door dte vlak bij:
den stengel af te .snijlden. De nog niet
rijipe toppen moeten- ook worden afge
sneden, enkele van de grootste nog
groen zijnde ballons kunnen blijven,
die kleuren nog wel bij.
Door ze omgekeerd op te hangen,
drogen ze voldoende om ze diezen win
tel' te gebruiken.
J. STURING.
(Naar het Engelsch).
Kitty, ik kan het niet langer ver
zwijgen, het is vreeset ijk bepaald
vreeselijk!"
Met dezen uitroep vloog Mevrouw
Thackeray Jellyby de kamer binnen,
geheel vergetende diat haar pleeg
kind, Kitty Maygirove, niet alleen
was. Het jionge paartje, welks samen
zijn zóó wreed gestoord werd, stond
op, niet weinig verrast.-
„O, Mr. Quilter! Ik vraag u inder
daad excuus hoe maakt u het?" En
meteen reikte Mevrouw Jelly by den
jongeman, die aan Mej. May grove's
zijde stond, de hand.
'Beste Wiianniie,'" zeide Kitty, „je
mag niet zoo boos kijken!"
„Kiiitfty-, ,ilk ben zee(r ongelukkig.
(Mr. Quilt-er," ging de opgewonden da
me voort, „u moet 't mij niet kwalijk
nemen, maar ik moet mijn hort voor
Kititjy uitstorten. Zoo'n vervelenden,
naren morgen als die van heden, heb
/ik nog nimmer beleefd. Verbeeldt u,
niets wat ik ook doe of zeg
schijnt Thockera-y meer te interesse e-
ren, sedert hij met zijn nieuw wenk
bezig is. Ik geloof, dat bij niets meer
om miji geeft; ja, dat het hem niets-
ndemerüdal meer zou kunnen schelen
al was ik dood... dood!"
„Foei, Winifred, hoe kan je zoo iets
slechts denken?" zei. Mej. Maygrove,
(berispend.
,,,'Hdj beloofde mij geld om eenige
rekeningen te betalen, maar in plaats
van zijn woord houden, vertrok hij,
zelfs zonder verder om mij te denken.
Ik zond Anna om hem er aan te hel
pen herinneren, en toen hij terug-
ikwam, kon ik niet nalaten te zeggen,
dat het besturen van de huishouding
zoowel, beter aou gaan, wanneer de
huisheer daarvoor maar een Medn
beetje meer belangstelling aan den
dJag legde.Do-ch hij antwoordde slechts
met eene beschuldiging. Ik bad geen
sympathie genoeg voor zijn werk; ik
kon een letterkundige' carrière niet ge
noeg waarideeren. En toen dreigde
hij...."'
„Dreigde?" vroeg Miss Maygrove.
„Jo, hij' dreigde met hierover aan
de „Ti-mes" te schrijven, 't Is vreese
lijk! Ik was door dit alles zóó van
streek, dat ik niet meer uit wilde gaan
En toen ging Tha-ckeray zelf den sla
ger betalen! Hoe vindt u dat?"
iMevr. Jellyby was nu kalmer ge-
avorden.
„O, kon ik maar wat meer belang
stelling krijgen in Thackeray's penne-
Iheid in zijn besluiten paart bij een
bijna vrouwelijke zachtheid en ge
duld, die niet moede wordt om de
dikwijls zeer woordenrijke klachten
der dames aan te hooren, te troos
ten, tevreden te stellen en kalmee,-
rende druppels te geven.
Het gelukkigst van allen voelt zich
Else Kummer door de verandering
van zaken.
Eeni'ge -malen komt Dr. Hilfltobrand
dien dag bij haar. Hij gaat bij den
rand van haar bed zitten, voelt haar
de pols, knikt verheugd en zegt
Zij is al krachtiger, mocgen is
u weer op de been.
Als hij haar dan als liefkoozend
m.et de hond over het voorhoofd'
strijkt, dan klopt haar haat. sneller,
het bloed vliegt haar naar de bleeke
w-a'ngen en zij onderdrukt met moei
te d'e opwelling zijn hand te grijpen,
can haar vol dankbaarheid en ver-
eering tegen haar lippen te drukken.
Een onuitsprekelijk weldadig gevoel
van veiligheid en rust komt over
haar en draagt meer tot (haar gene
zing bij dan alle medicijnen en ver-!
sterkende midi delen.
In de rookkamer blijven in weer
wil van storm en onweer eenige der
heeren tot middernacht bijeen. Luite
nant v. Magdewitz heeft geheel ver
gelen, dat hij zijn vader bij het af
scheid nemen beloofd heeft, de kaar
vruchten, onize verstandhouding zou
veel beter worden."
.Wei, dat is zoo'n bezwaar niet,"
meende Miss Maygrove. „Tracht diat
te doen, dierbare!"
„Ja, diat zal ik. Ik zal luisteren
naar al zijne wondervolle ideeën,
smaak hebben in al zijn versjes, liein
behulpzaam- zijn bij zijn nog niet uit
gewerkte plannen, zelfs zijn dichtwer
ken trachten te lezen."
,Ge zijt eene bewonderenswaardige
vrouw," mompelde Mr. Quilter. „Maar
daar is op de dtour geklopt!"
Het was Anna:, de dienstbode, die
fluisterend tot Mevrouw zeide:
„Daar is iemand om mijnheer te
spreken."
„Mijnheer?" zei Mevr. Jellyby,
toen zij zich de afwezigheid van
haar echtgenoot herinnerde. Mijnheer
is niet thuis. Gaf die persoon zijn
naam niet op?
„'Bill, mevrouw, wel de meest
vreemde naam, die ik ooit hoorde:
zijn naam voluit is Rateliff Bill!"
„Ratcliff Bill!"
„Ja, en hij' zei, dat hij een geheim
onderhoud met mijnheer moest neb
ben."
Op dat oogenbldk trad tot aller
verwondering een groote, flinke man
de kamer binnen, passeerde de dienst
bode en stelde zich zelf aan Mevrouw
Jellyby voor.
„Uw onderdanige dienaar, Mevrouw
Bill Yarrer, meer bekend, althans bij
zijn intiemste vrienden, als Ratcliff
Bill. Ik ben zoo vrij maar binnen te
komen', daar het me niet aanstaat op
de vloecnmat te wachten!"
Mevr. Jellyby staarde verwonderd
-zijne verschijning aan, envroeg on-
geloovig: „Had Mr. Jellyby een af
spraak met u?"
,.Is u Mevrouw Telly, als ik vragen
mag?" zeide de man.
„Ja, ik ben Mevrouw Jellyby,"
„O, dan is het voor mij misschien
beter, om maar niets meer te zeggen.-
Hij' pakte i-ets uit zijn vestjeszak
en haalde een visite-kaartje te voor
schijn, dat hij aan Mevr. Jellyby over
handigde.
„Zoo is 't zeker goed? 't Is een sier
lijke naam en 'n mooi adres, vindt u
n-iet?"
„Ja zeker, hernam Mevr. Jellyby,
nadat zij een vluchitagen blik op het
kaartje had geworpen
„ïndien u ons de reden van uwe
klomst wilt mededeeden...' opperde
iMej. Maygrove, misschien dat wij u
kunnen helpen."
„Misschien kunt u dot, mejuffrouw,'
hernam de man, „doch om gegronde
redenen kan ik mij niet verder uit
laten, zoodat ik maar zal gaan zitten,
totdat mijnheer komt."
En de daad bij het woord voegen
de, nam hij kalm plaats in Mr. Jelly
by's leuningstoel.
(Mevr. Jellyby, ten hoogste verrast,
stamelde.
„Mijinheer Mijmlh..."
„Yarrer eenvoudig Bill Yarrer",
„Mr. Bill Yarrer, het spijt mij u te
moeten lastig vallen, doch ge zult be
ter doen met morgen om half drie b.v.
terug te komen.
„Goed, ik zal natuurlijk komen",
zeide Mr. Yarrer, terwijl hij opstond,
doch nog geen aanstalten maakte oan
weg te gaan. „Mijnheer had mij an
ders •nadrukkelijk op vandaag be-
istteld; en zooals ge weet, mevrouw;
tijd is geld; en dat laatste heb ik noo-
ten, de schuld' van zijn ongeluk, niet
mieer aan te roeren. Op de boot, zoo
denkt hij. kon men daar wel eens een
uitzondering mee maken. Anders zou
men zioh immers dood vervelen
De heer Rasch is er dadelijk voor
te vinden en daar ook de heeren
B'lechsmith en Kalluwcit rniet hun:
goed gevulde beurzon aan het spel
dtodltoemen, neemt het ^pel spoedig
groote afmetingen, aan. Ais het
twaalf uur slaat, maakt de heer
v. Magdewitz er met een winst van'
zeshonderd mark een eind aan. Ter
wijl hij opgewonden door dien wijn
en het spel met moeite den weg naar
zijn hut vindt, zingt hij in de rich
ting der dameshutten knikkend en
van zijn overwinning zeker voor zich
heen
,Een prachfcdiag vandaag I Dubbel
spel gewonnen. Lang leve de „Cha
mSsso
VIL
Den volgenden dag is het beter
weer. Wel slaat er zoo nu on dan
nog een kleine golf over het d'ek,
maar de macht van den 9torm is ge
broken. Onder het ontbijt ziet men'
al weer blij die, vergenoegde gezich
ten. Ja, zelfs zijn eenige dames uit
haar hutten gekomen oan zich scha
deloos te stellen voor die onvrij wil
lige vasten van den vorigen dag.
(Wordt vervolgd.)