■weeken grond zeker door het gewoel ite voeren, tot zijl ten laatste smee keend, zei: „ik kan niet meer." Heel correct en formeel boog hij en hij voerde haar in een stillen zijweg. De glimworpjes van glas gaven slechts 'een matten schijn, slechts de maan verlichtte, en dan nog vaag, de beidie menschen, dtoch vol glans tintelde 'r bruine haar met de witte toar grieten, zoodat de man verrast (haar aanzag. Dus toch margrieten... Ze knikte, zachtjes bevend. Zoo als het mij toekomt, liad zij het liefste tegen hem gezegd. De trotsche rozen, die ik vroeger gedragen heb, zijn verdord. Bent u moe? vroeg hiji dadelijk daarop, als al zwaarder en zwaarder haar gang werd. Ze schudde haar 'hoofd en schrikte voor de eenzaamheid om haar. Wij willen omkeeren... Bij deze huizen houdt het park op, geloof ik. Daar is het tennisterrein, m'nheer Von Roden, zeide zij. 'Hiji glimlachte en we4? op een banik, die heel eenzaam achtier de struiken verscholen was. N<og een oogenblikje? Slechts 'n paar minuten, ja? vroeg hij. Zij streefde niet tegen. De sprook- lee&chtige omgeving, de donker* nacht en zijn nabijheid brachten haar in verwarring. Zij vergat den grooten leugen, die nu zou beginnen. Een siddering van geluk ontroerde baar, als zij er aan dacht, dat hij haar in zijn armen zou nemen. Hij dacht daar echter heelemiaal niet aan. Hem was eigenlijk het aan zoek zeer pijnlijk. Hij had het rijke, verwende, anders slechts lachende meisje., dat nu zoo zwijgend naast hem ging, altijd alleen in groot ge zelschap, nooit alleen gesproken. Alls (hij1 het meisje nu maar goed begrij pen' kon.... Wel was hem dat jonge, telkens van uitdrukking wisselende gezicht lief geworden. Maar toch, hij moest altijd vergelijken. Uit zonge- üooze jeugd had hij een gelukkige herinnering in de zorgenwereld me degenomen, sinds zijn ouders diood waren. Dat was het beeld van zijn moeder. Zij was jong gestorven, .en iwas midden uit het mooie leven van 'haar jongen, die haar liefde nog zoo noodig had, heengegaan, plotseling. Het had lang geduurd voor hij dat overwonnen had. En telkens als hij een meisje ontmoette en het was mo- .gelijk dat het tot een verloving ko-' men zou, dan zag hij alijd de oogen van zijn moeder die oogen van liefde en goedheid glanzend. Maar de meisje© van tegenwoordig, die hij tot dusver ontmoet had, waren zeker wel anders opgevoed dan vroeger, zij kenden nauwelijks door 'haar over moed- de beteekenis van woorden als liefde, t\rouiw„ wtaamhedd..^ Ombel te e- fcenende conversatie d-ag in-, dag uit, flirtations zonder einde, d-waa© en zoet, en toch gaande en komende als stroo, door den wind verwaaid-.... Heinz von Roden bleef voor de bank staan, waarop Elsa had plaats genomen. Hij keek naar de te ere, blanke schouders en wenischte stil, dat het meisje -zou lachen. Het was hem gemakkelijker geval len, als ze hem nu lachend een spot ternij had gezegd-, waarop hij weer met een spotternij izou hebben kun nen antwoorden. U maakt mij-.... bijna verlegen... juffrouw Elsa... zei hij. Waar-om lacht u niet? Lacht u mij eens weer zoo hart lijk uit, als pas-geleden.... toen ik ook eens met u alleen wilde zijn, weet u nog? In den tuin van uw ouders, aan het paviljoen. Zij knikte. Hij varttle moed. Ik vind nu zoo moeilijk de juiste woorden. Maar ik heb.... nu ook niet veel meer te zeggen.... U.... U.... zult er zieker al vanzeker al gehoord hebben.... dat.... dat Hij stotterde hevig. Hem kwam al les plotseling zoo hevig belachelijk voor. Zij bewoog het hoofd nauwelijks bij deze woorden. Ja, ik weet. Papa heeft het mij al lang gezegd. Hij zag haar in 't gelaat. En nu, juffrouw Elsa? Zij schrikte. En nog eens herhaald© hij 't woord Elsa. Nu stond hij weer, recht ais een kaars, en hij hield de vingers kramp achtig om den sahelgrieep. Weet u.... wie ook zoo heette? Zij schudde het hoofd. Mijn m-oeder. Zij had bruine oogen, net als u. Mijn blonde haren heb ik van mijn vader. Hij zweeg een- ©ogenblikje, terwijl Öe dansmuziek lokkend van klank tot hem doordrong. 't 'Klinkt toch goedmoeder. Nietwaar Hij sprak bijna tot zichzlelf. Hij merkte niet, dat Elsa' haar handen voor 't gezicht sloeg. Maar twaalf jaar heb ik 't mogen eieggen.... Kort.... 'n korte) tijd.... 't Is de doodslag van alle poëzie en jeugd, als dat ophoudt in je leven. Elsa zat weer rustig eau. verried miet geen enkel gebaar, dat zij naar hem geluisterd had. Vergeef mijik heb u niet idroef willen stemmen. Ik ben heel on handig in veel dingen. Ik word senti menteel, als ik mij op geluk beroep. KGrt en goed.... juffrouw Elsau weet wat ik wil. Ja of neen Dat was kort en kranig in 'den meest correcten luitenants-toon ge- feproken. Zij hoorde dien toon niet. „Moe der", hoorde zij, en altijd weer „moe der", on.... ,,'t is de doodslag van alle poëzie en jeugd, als Idat woord op houdt in j'o leven." Wat bezielde haar plotseling? Waarom moest zij vol vertwijfeling- 'denken „bij mij is dat nooit begon nen, dat woord.... Ik heb maar ge dachteloos „maima" gezegd. Een wa re moeder had nooit zoo voor haar kind gestaan, als mama 'dat heden deed, had 't nooit zoo tot den leugen gedwongen, tot den leugen tot een mensch, die liefde behoefde. En een zware strijd werd in het meisje gevoord. Hem bij zich houden, aan zich ketenen voor altijd door leugen en egoïstisch bedrog of waar te zijn en op te geven ham, dien zij liefhad. De strijd was kort. Elsa zag de blauwe, trouwe oogen onder 't blonde haar, zag -het verlegen lachje om den mond van den jongen officier en -stond langzaam van de bank op U wilt. ja, of neen, mijnheer Von Roden Ik kan geen van beide zonder verdere rnoti vee ring geven. Ik moet u eerst nog iets vragen. Het ging botven 'haar kraoht hem -nog langer aan te zien. Krampachtig verplukten baar vingers blad voor blad van het! struikgewas voor haai'. Wat dan zeide hij- Verbaasd la chend. Als ik nunuheelemiaal niets bezatals papa bijvoorbeeld (hieel arm waszou u dan ook dan ook?.... Hij lachte niet meer. Hij schaamde zich plotseling. Neen, zei 'hij- zachtjes. Zij za-g hem -aan, na zijn eerlijk woord, dat zoo'n bittere pijn deed. Zij kan bijna niet spreken. Het is zoo, mijnheer Von Roden. Papa heeft zijn vermogen verloren.... Allies is schijn, bij onsoan de men schen. Ik.... ik ben heel arm. De man keek, zond-er te begrijpen, in daJfc geheel naar hem gewende ge zicht. Een paar bleéke margrieten wa ren langs 't voorhoofd op de blanke schouders gevallen. Ini de oogen ech terin donkere oogen, een blik, zonde rlinig-zoet en vertrouwelijk- Dat zag er bijna ui-t als-liefde. Heinz voelde, hoe het bloed hem plotseling heet, en gtewddig naar het voorhoofd steeg. Spot u nietzeide hij, wa-t u in deze situatie zegt.... is ongeloof lijk.... en onverstandigin uw be lang. Et kan werkelijk.... Ze viel -hem in die rede. Ik lieg niet. Ik kan u niet voorliegen. Mama heeft 't ine gezegd. Gauw wordt het anders hij ons. Maar uw hand mag u me toch wel geven tot afscheidPapa heeft niets ge daan, wat oneerlijk is. Daarvoor is hij -te correct. En mamaook. We zijn slechts arm, -anders niets. Ik geloof, dat bet geen ongeluk is. En ga nu heen, als 't u blieft. Hij' ging echter niet. Hij kon niet, toen hij het meisje zoo zag. Een zee -van gedachten bruiste in zijn hoofd. Een nieuw, zoet gevoel ontwaakte in hem'. Wat zou hij- doen? Weggaan, voort zetten de jacht naar het rood©, rollen de goud1, op andere banenof hier blijven, en ihet schuw© jonge meisje vol liefde aan zijn hart drukken, het beschutten tegen leed en storm, en h'aar doen lachen, haar ouden lach, „wees de mijne in goede en kwade dagen, we zullen samen sparen en re kenen, kleine Elsa Hij deed het laatste deed het zoo Sterk en dol van vreugde en begeeren, al-s hij het niet voor mogelijk had ge houden. En hij wist, toen bij haar sidderend hield in zijn armen, en baar kustenu was zij „bet-geluk". Een goed Honorarinm Za was een arm, onaanzienlijk, ma- er, klein ding, heel zenuwachtig, eel bang en heel onervaren. Als zij niet zoo erg onterv.a-ren was geiw-eest, zou ze er nooit van gedroomd hebben, ongevraagd een visite te maken bij dien -red-acteur v-an „The New Univer se"; want -het was een voornaam blad •en men kon den redacteur niet nade ren -zonder een geschreven mandaat, een soort toegangskaart. Doch onwe tendheid kent geen vrees. De po-viere, kleine juffrouw Skinner stapte kalm -het bureau binnen en feproJk Ik kom; oan- meneer Hamilton- te spreken. En ieder was hierover zoo verbaasd, dat) men haar de trap op 1-iet gaan-. Nooit van baar leven bad ze -een redacteur igjerilen, noch een novelle te koop aangeboden zij was dift vol maakt kalm. Ze begon Ik beb hier een kleine novelle-, die wilde ik u gaarne voorlezen, dan weet u beter, hoe ze ib. De groot© man- was sprakeloos- van verbazing en dit moedigde haar aan, voort te gaan De lees niet heel best, maar ik schrijf nog slechteru zult er dus meer aan hebben als ik 1-ees. '-t Is ©iver het leven- in Indiëniet heel lang. Zal ik maar dadelijk be- ginaieni? Zij' begon te lezen en hij liet haar begaan. Eerst luisterde hij met verba zing, toen met tegen-zin-, daarna mtet vrees, Werkelijke vrees, die steeg tot angst. Hoe wast -zij al die dingen? Dat verschrikkelijke kleine juffertje, met haar blanke stem, zonder eenige ver heffing, las da ar kalmpjes een akte van beschuldiging tegen baar held1; vertelde, boe hij een massa slechte da den deed' zonder-eenig berouw. Namen iwaren. veranderd en sommige bijzon derheden gewijzigd, maar er viel niet te twijfelen aan de identiteit van den hoofdpersoon. Hamilton's bloed werd koud wer kelijk. Hij had -die gewaarwording niet gehad sedert dien- nacht te Quert- ta, toen hij zagVerschrikkelijk! Zij was n)u aan de beschrijving van het geval. Na tien jaar van vlekkeloos leven in Engeland had Nemesis hean achterhaald in- de persoon van- dit ma gere juffertje. Haar bevende, kleurlooze stem werd vreeselijk voor hem steedte akeli ger. WatZij maakte van dat geval het keerpunt in zijn carrière; in plaats van ontmaskerd- te- worden als een schurk, hield men hem voor ©en held. Hoe wist zij 't toch' Hoe kwam ze er aan? - Ze was nu- klaar met lezen, en liet hot manuscript in- haar schoot glij den. Hij zag hè ar aan, kalm en roer loos. Dat i-s al Ids, zei ze. Ik zou wel graag den Hield hebben doen Boeten voor zijn misdaden.maar 't is oneer overeenkomstig den modernen smaak htem in 't verhaal ongestraft te laten. Wilt u 't van me koopen Hij beheerschte zichzelf volkomen. Hoeveel wilt u ier voor hebben Ik-weet niet.... ik dacht... ik laat bet aan u over. Honderd pond? vroeg hij. Oh! Verrassing en. blij)dsch)a.p fonkelden in hare oogenbij zag, dat ze met minder tevreden zou -geweest zijn, maar hij sloeg niet af. - Ik neem daarmee genoegen, zei juffrouw Sikinner. Hij- schreef een wisseltje, eai zij nam "t aan. -Hij ©tak de hand uit naar het manuscript doch zij aar zelde. Ik heb onder het lezen een paar foutje© ontdekt. Alp u er niets tegen hebt, zou ik het -graag mee naar huis O, de corrector vindt dat wel, antwoordde hij wat stroef. Hij nam het handschrift en liet baar uit. Zij daalde de trap af, zee-r voldaan over de expeditie-. Beneden keken de klerken haar verbaasd aan, en t-om de dag verliep, zonder dat een hunner een groot standje kreeg, begonnen ze te den-leen, dat juffrouw Skinner een voornaam personage -moeSt zijn, die enkel uit excentriciteit zoo po-ver -gekleed ging. Skinnertjie had' begrip van zaken doen. Met haar clhèque in de hand ging zij regelrecht naar een anderen re dacteur. Deze was een aangenïaam, hoffelijk m'an, en zij werd dadelijk tot hem to'egelaten. Hij vond 'ti een beetje grappig, toen ze hem voorstel de, hem een novelle voor te lezen. Hij gaf -er echter d'e v-oorkeur aan, zelf 't geschrift even te doorloopen, endaar- mee was hij in vijf minuten (klaar. 't W-as niet veel bijzonders, maar de goedhartige man, bewogen door bet armoedig figuurtje voor hem, bood drie guineas honorarium en vroeg «of zij die dadelijk wenscbte te ontvangen. ,Z ij vertelde w>at zie gehad had bij „The New Universe" en ziiendë,, dJait zijn ongeloiovigheid een oogenbl-ik zij ne welgemanierdheid in gevaar bracht, toonde zij hem de chèqua. Hij vertelde, dat ze aan „The New! Universe" wonderlijk deden d'a-t hij niet zooveel geld had t!e besteden. De prijs, dien hij 'bood, w'as een ,g©ëdho norarium voor een nog onbekend auteur. Misschien had de redacteur van de N. U. in de andere novelle iets bijzonders gezien. Auteurs konden noioit goed oordeel en over hun eigen werk. Als -ze succes hadden .gehad, kon ze hlooger prijs bedingen mis schien was liet beter,, tot zoolang de rest in de portefeuille te houden. Ma-ar neen juffrouw Skinner wilde nu liefst zooveel mogelijk van de hand doen. De redacteur verklaarde toen, dat hij vijf guineas ■wilde geven, als- zij goed- v.ond-, dat hij haar stuk niet pu bliceerde, v.óór het andere was ver schenen in -de N. U. Zijn vriendelijke manier, van sprei- ken was overtuigender in zekeren aih dan de c-hèque van honderd pand. Zij nam de vijf -goudstukken aan en nam afscheid met e-en zenuwachtig lachje. De redacteur ging Weer aan zijn werk. Hij begreep niet, waarom de N. U. zoo royal was geweest, en twijfel de of de novelle zoo interessant Was. Den volgenden dag sprak hij terloops over het igeval met collega's'-t ver haal deed de ronde, en sommige lui, die Ski-nnertje niet gezien hadden, mompelden van een schandaal; doch eer de -week om was, had zij zieven bij dragen heel goed verkocht. Een -paar dagen later werd zij per briefkaart uartgenoodigd, op 't bu reau van de N. U. te komen. Ze was daar heel blij om, want zij wilde graag weten, wanneer haar novel'le werd geplaatst, aangezien de andle- r-en er op wachtten. Glimlachend trad' -zij binnen bij den grooten man. Juffrouw, begon hij, u heeft mijn chèquo laten zien op verschil lende redactie-bureauxhoor ik? Ja, antwoordde zij, ik dacht, dat ze mij dan meer zouiden betlallen en dat was ook het geval. Vindt u dat geen misbruik, vah vertrouwen Wel neen, u heeft mij nooit ge zegd, dat ik de chèque niet mocht laL ten zien. Ik vond dat nli'et noodig. U hadt het zelf moeten inzien..... U beeft mij.... Hij slikte het Woord, d'at hij zeggen wilde in. Ik wilde hun laten zien, dat ik een goede novelle had1 geisdhtreveni. Sommigen betaalden mij meer d'am ze eerst boden, toen ze- vernamen, wiat u mij hadt betaald. U is 'heel handigen mOtert wel handige stukjes kunnen schrijven. Over dat bewuste zullen we nu malar niet meer spreken. I-k wilde er toch nog iets over zeggen, zei juffrouw Skinner opge wekt. Wanneer denkt u '-t te plaat sen Sommige redacteuren houden 't hunne achter, tot 't uwe verschenen is. Ze vonden, d'at u niet zoo royaal zoudt gewelest zijn, als 't g.een werk was, dat sensatie zou mlaketti. Sensatie maken!.... Hij be- iheerschbe izich weer eni antwoordde beleefd Als een stuk dadelijk wordt ge kocht en betaald, blijft de redactie geheel vrij in het publieeeren. Natuurlijk, natuurlijk Ik wil u niiet dringen, maar ik zou enkel graag w'etbn, wanneer het u gelegen komt Hij stond op in madhtelooze woede. Zoo als 't ware voor dten gek te wor den gehouden in zijn eigen bureau, door een vrouw, een kleih, nietig,, sjofel mensch je 't Was ondraaglijk! Uw manuscript is verbrand! riep hij. O, verschrikkelijkhoe kwam dat? 'n Ongeluk, antwoordde hij nu Weelr kalmer; want hij hoopte Neme sis te misleiden, als hij kalm bleef. 'n Heel ongelukkig toeval, voor mij ook zuchtte -zij. W-at zullen de andere heeren zeggen ,als 'die novel' le nooit uitkomt? Wat moet fik nu doen Ze keek hem verlegen, smeekenÖ aan'. Een ander verhaal voor mij schrijven. - O ja I-laar gezicht klaarde op. Dat kan gemakkelijk. 't Honorarium blijft hetzelfde. O, maar Wet zal misschien niet zoo goed worden. U is al te angstvallig, zei hij be leefd. i A3 wat ik van u vraag is, dat u niiet vertelt wat er gebeurd is, en mij g'een verdere vragen doet. Natuurlijk nietIk zal er geen woord meer over reppen. Neemt u mij ni-ert kwalijkik ben nog nieuw en vreemd in die soort dingen... Ik wik die u niiet lastig rijn... Ditmaal verliet zij het bureau een weinig verlegen en weifelend. Na een veertien dagen kwam zij weer met een manuscript. Nauw was zij binnen, of ze begon Ik voelde mij niet op mijn gé- mak over die tweede' honderd pond. 't Komt mij onbillijk voor, dat ik ze aanneem, 't Is te- veel voor een no velle, die misschien niet zoo goed blijkt als de vorige. Hij liet haar spreken; waar willde zij Ween Een van de heeren, vervolgde- zij, zei, d'at u in dat eens-te manu script zeker iets- merkwaardig© moet hebben gezien, dat ni-ert in de amdene -was. Ik heb er over gedacht en ge dacht en ik heb uw novelle, dié ik mij haast woord voor woord her innerde, overgemaakt. Hamilton voelde een hevig verlan gen opkoimen, Skinnertje de deur uit te gooien maar 'het simpele, bleeke gezichtje zag hem zoo volmaakt on gevaarlijk aan. Hij had' zich bedacht, en antwoordde nu langz-aam Wij denken er over., hert weekblad „Fashion and Fiction" te koopen-, dat. aangeboden wordt. Zoudt u lust hebben, redactrice- er van te worden onder mijn toezicht' natuurlijk Wij zouden u goed betalen-. Ik zal u ge-- heel vrij laten, als u maar niet.... -maar u zult geen tijd hebben- om nio- veit-etjes te schrijven. Wat zegt u er van? Wat ik zeg? Redactrice? Heer lijk Zoo'n 'betrekking ils een uit komst voor mij. Novtelletjes schrijven? Om de waarheid t© zeggen, fik heb er 't land aan. 't Is zoo lastig. Je w!or(dt. suf van het denken om een verhaak tlje bij elkaar te krijgen. En je bent gauw uitgepraat. Neen, ik geef graag a! mijn- tijd aan uw weekblad. Zo© werd- de zaak dan uitgemaakt. „Fashion and Fiction" werd' ge kocht dcxor den eigenaar van .de N. U. en juffr. -Skinner werd redac trice. Ze kocht nu toonbare'japon nen en zag er nitet meer bleek en ma ger uit. Ook 3cWam ze niet hat en vermoeid ©p 't bureau -ais hert vuil wee© was ze nam d'an een rijtuig. Andere menschen' -zorgden eigenlijk v-o©r de copymaar dat hinderde niet, zoolang meneer Hamilton met den gang va,n zaken tevreden bl/eek. Zij werd niet aanmatigend door het succes. Zij w-as nog eenvoudig ten. vriendelijk'. Ze was zeer tegemoet komend voo-v anderen, kocht een ■moeien bouilloir m-ert spirituislamp, om thee te zetten, die ze sdhonk aan jomgle1 schrijvers en schrijfsters, die ha-ar trap beklommen, zoodart ze zelfs bemind werd bij hen, wier bij dragen geregeld' met een woord' van spïj-t werden afgewezen. De tijd verliep prettig voor Skin nertjie. Zij was een persoon van ge wicht geworden. De and-ere redacteu ren, moede te wachtten op de wonder bare novelle in „Th© New Universe", publiceerden de een na den amld/er, w'elke ze -gekocht hadden. Veel suc ces hadden ze niet. 't. Speert daarom juffrouw Skinner volstrekt niet, d'at ze 't novelien- schrijve-n had opgegeven. Et werd e<en klein schandaaltje verzonnen ih verband miert haar plotselinge promo tie maar ze hoorde er nilets van. Ze hoorde daarentegen veel vah den heer Hamilton, redacteur van de „N. U.". Andere lui schenen hem lomp en lastig te vin-den. 't Maakte haai- des te dankbaarder voor zijn merkwaardige vriendelijkheid jegens haar. Dikwijl-s dacht zij er over, ham een briefje töt dankbetuiging te schrijven. Ze -zag hem zeldlen in den beginne wisselden ze vele bood schappen over de redac-tie, van „Fashion and Fiction", doch na een poosje leerde zij het beetje -werk, dart van haar gevorderd w-end, zonder 'hulp doen. Inthsschen. -Verkeerde Hamilton ini voortdurende ongerustheid. Hij had Nemesi-s voor eien po-os bevredigd' nuaar wie kon hem zeggen, wanneer ze nieuwe offers zo-u' e-ischien Ze was nu rustig; maar mogelijk bet- duidde dit wel, dat ze ha-ar tijd ah wachtte. Eiken morgen, als hij op stond, vroeg hij zich af, of ze hem dien dag zou treffenen nooit, gtitag hij naar bed zonder de vraag, of hij den volgend-en menigten nieuws zou- hooren. Zijn) -gezondheid leed er be paald onder. Einde-lijk, toen het uitstel ondrage lijk werdi, bereikte heit gerucht van een -schandaal, voortgevloeid uit het hooge honorarium van juffrouw Sikin ner. zijn oo-ren. Zijn eerste giew'aar- w-oirdrtng was die van opluchtingliet. gerucht bewees tenminste, dart nie mand een flauw vermoeden had van de waarheid. Toen vond hij hert grap pig. 't Was -de eerste miaial, dait hij werkelijk -schik had in een grap, se dert de verschijning vaan dart kleine, magere, ©jofele figuurtje in- zijn bu reau. Daairnia bedacht hij-, dart ze nu niet meer mager of sjofel was, en lotngzamterhiand groeide in hem een gevoel, van- absolute veiligheid'. Er was een middel, waardoor hij haar altijd, tot, zwijgen, kon brengen. 't "Was wel een wanhopig middel maar het gevaar was ook dreigend, 't Bet-te zou zijn Skinner te trou wen. Dit idéé liet hem niet los. Op een avond1, -toen hij dineerde bij eene bevrilende dame,, bego-n- deze te ©preken over het schandaaltje. Er steekt bepaald iets achter, schegttete ziju zouidit niet zooveel doen voor een onbeduidend meisje als zij, zonder goede redenen. Hamilton kwam op den inval', da delijk een goedje redien op te g,even. Ik hoop met haar tie- trouwen-, zei hij. Die dame begon excuses te maken. Juffr. Skinner w-as eigenlijk ni-ert oai- beduidiend. -Soms z-ag ze er heed lief ,uit; ze was beschaafd-, en ofschoon uiet zoo erg, jong meer, i-och jonger dian Hamilton. Oe gedachte leek nitet .zoo otniver- dragelijlk meer, nu hij ze eenmaal in woordten had! gebracht. Den volgendien dag ging hij aan zoek doen bij juffrouw Sk-inne-r. Zij was nooit eerder gevraagd en dius zei ze ja, kalm en bereidvaardig. Hamilton slaakte een zucihit van verlichting; nu was hij, veilig. '9 Middags na hun huwelijk, toen ze noordwaarts stoomden in den -Sdhotschen sneltrein., vlijde mievro-uw Hamilton, zich tegen haar echtgenoot en deed hean een bekentenis, dat zij de gelukkigste vrouw ter wereld was en 't zelf nog niiet kon begrijpen. Ze had nooit durven drootmen van zulk een geluk. Eerst had ze zijn vriende- lijjklheid jegens hJaar ais iets gewoons beschouwd, docii ttoen ervaring haar leerde, hoe zeldzaam, zulk een goied- Qieid was, intrigeerde 't haiar zeer. Nu was echter allies verklaard: hij w,as immers verliefd- geworden op 't eerste gezicht! O!... en haar hand-je trilde ze nuwachtig op zijn mouw, 't was toch miaiar een gelukkige novelle, dite e-'erste! Ik 'had er veel mieer molei-te anee dan miet een van die anderen. Ik wia© dagen bezig met ge/gevjenol en lokale kleur te zoeken in Greet'-s „Studies uit Indië;" Wart! riep hij verbaasd-; wat is dart? De Studies van Greet? Dus... je verhaal berustte niet op feiten? Natuurlijk niet. Ik verzon alles, imet behulp van dat boek. Ik schreef niet o,ve-r; maar ik ontdekte daarin, weflke dingen gedaan konden worden dbior een 'hlan-diig, mia,n zonder .ge moedsbezwaren, en iik maakte, het verhaal- zoo l-evenswaar als- ik, kon. -He,t moet beter geslaagd zijin dan ik dacht, omdat jij geloofde, dat het wiaar gebeurd was. O, die heerlijke novel ie! Ze heeft ons samengebracht. We -zullen ze nooit laten drukken, w-el? Dat zon heiligschennis zijin! Vreemd genoeg, Haaniilton's eerste '-sensatie was geen wioede, wiiji hij zoo gefopt was door zdj-n eigen vrees-, maar een heerlijk© verlichting, daar hij: wist, dat 't vrouwtje geen afper sing had bedoeld'. Ze verdacht hem niet een®! Eln n-u hij volkomien veilig was, trof hem. de hu-mor van 't geval. Er kwam teederheid in zijn oogen, ttoén hij haar vriendelijk gezicht kuste; bij- vond haar nu toch mooi. Nooit zou hij haar zeggen, dat hij niet de held wais, dien zij in hem za-g, noch dat hij haar getrouwd had om andere reden-en dan de liefde, waarin zij. zoo vast geloofde, w-amt dart zou grea ter misdaad zijn dan al die andere, dii© hij- nu veilig vergeten mocht. De Directrice. (Uit het Duitsoh). O, ik weet zeker, dat mij'n trouwjapon snoezig zal -worden; ik hen u er zoo ontzettend dankbaar voor. Met neerbuigende vriendelijlMheid grijpt Ihiet, kleine blonde ding de hand der directrice, en laat er haar ele gante glacé'® een 0 ogenblik op rus ten. 'De freule ka-n er beslist op reke nen, dat alles gemaakt wordt, zoo- als wie 't uitzochten, klinkt het ant woord, terwijl; juffrouw Weiter de bedde dames tot aan de deur van het passalon begeleidt. Erven nog wordt er in den spiegel gekeken, d/an knoopen de dames haar handschoenen di-cht en krijgen haar taschj'es. Freule Ella babbelt maar door, verdiept in een toekomst vol geluk. Haar Hans is officier, na tuurlijk alsof freule Eflla met ie mand anders dan e-e/n officier zou kunnen trouwen; h-aar Hans vindt, dat rij zoo'n aardig figuurtje heeft eigenlijk is zij toch wel een beetje te -dd-k heuach, tante May, echt jia, juffrouw Welter, 'k vind- me bepaald te corpulent! Haar Hans zit zoo bijzonder ele-- ganrt te paard; tweemaal heeft hij bij de rennen dien eersten prijs gewon nen. Maiar dat moet uit zijn; vreese lijk, zoo'n wedstrijd. Haar Hans wil op rijm huwelijks reis naar Ga-pri; maar zij vindt Cor fu veel l-euJker; -haar Hans, haar Hans cn nog eens Hans, en de goede tante May, die een tweede moeder voor haar freuletj© is, lacht en verheugt ïicih over haar geluk. Oe directrice lui-srtert met een zeer vree-mden glans in haar blauwzwar te oogen; een vermoeiden, pijnlijken trek op 't fijne gezicht. Ella vi-ndrt juffrouw Weiter een snoes; echt 'n beschaafde dame; ze (hod nooit gedacht, dart menschen- uit 'n zaak- zóó netjes, zóó def-tig kondien zijn, en de geheel© clientèle van den grooten mode-bazar in de provincie stad is het roerend met haar eens. juffrouw Weltler is een mieasje, waar mi ©ia op tie zeggen vlalt; ze wieet pre cies waar ze staan moet; je kunt een beertje intiemer met haar praiten, al tijd blijft ze. even bescheiden en eer biedig. Nadat ze de deur achiter ihiaar be zoeksters gesloten heeft, vouwt juf frouw Welter de kostbare zijden stof fen op en maakt het 9alon weer op orde. 't Is een mooie verschijning, groot en slank. (Hert zwarte haaT ligt in een zware vlecht om (het hoofd gewonden, en in het bleeke gezichtje schitteren een paar donkere oogen. Vreemd, de oogen er ligt iets -in van verlangen, maar geen verlangen dart de toekomst geldt: neen, liet is iets doodsch; 'n herinnering ui-t ver- Mlogem tüjdem En, terwijl haar haaiden machinaal ttiet werk verrichten-, komen er plot seling tranen in die donkere- sprook- j-es-oogen... Het is de twintigste Mei, heden, Ihaar moeilijke, moeilijkste dag. •Zes jaar is het nu geleden, zea jaar de tijd vliegt voorbij! Was hert slecht, wat zij deed? Haar geweten zwijgt. En als het slecht was, wat dian nog? Ze kon khmer© niet anders; ze moest het immers doen. Éénmaal slechts, éénmaal te, kun nen gedierten, met volle teugen; ze had immers z-oo'n behoefte aan ge luk? Daarna zou alle® weer rijn gang gaan... Nu wist ze beter. Nu kende ze het allergrootste' on geluk gelukkig geweest te rijn. Waarom toch had men haar in Ihaar jeugd srteedlsi zoo verwend vertroeteld? -En dan die rijke, deftl-ge familie... Over de twintig was zei, toen ze uit den roes onitwia.-ak.te en hert leven leerde kennen.... 't leven en haar ei gen omstlandi-ghedén.... boen ize be greep, te beboo-nen tot de armen, die geen aanspraak kunnen maken op geluk.... Toen ging ze naar de hoofdstad, om partdji te trekken van haar ta lent, het modevak. Graag ontving de deftige- familie haar bij zich aan hui© Men zei, dat ze hier studeerde., dart behoorde tegenwoordig tot den „bon ton", was- chic en tante had zelf geen dochters; hert mooie nichtje maakt furore in -haar salons. ■Als ze maar niet zoo -dol veel van hem gehouden had-.... O, zijn oogen, zijin trouwe, mooie oogen, en dian zijn karak/tér, een beetje ruw: e.en beetje iinlksclh, ondanks zijfn uniform: miaar met een hart, een -hart van goud. Op het grootte bal van 't regiment had ze hem voor het eerst gezien. Die geel-zijden japon stond haar uitstekend; tante's diadeem schitter de en fonkelde in het donkere haar. Hij' observeerde haar van verre; graag zou ze met hem- gebabbeld heb ben; jammer, jammer, da.t -al hiaar dansen al verzegd waren. Een paar dagen later, op een intie me soirée, hadden ze nader kennis miert elkander gemaakt. Hoe klopte haar hart... Ze durfde hem niet aankijken, want in haar o-o-gen, d-a.ar kon hij lezen heel haar liefde-, die was als een hoog oplaaien de vlam. Den geheelen avond had hij zich uitsluitend met haar bemoeid, en dat deed bij voortaan steed©, zoo vaak -ze elkander ontmoetten. Hij' zocht haar zocht heit beste wat in haar wae, haar heel© zijn, haar diep ste ziel, en begreep niet., dat alles hem behoorde, van het eens te 0 ogen blik af, dart ze hem kende.... •Hiji was een held een graalrid derAlles moest hij- zich veroveren;, geluk, dat in zijn schoot viel, had geen waarde voor hem. Hoe dikwijls zeide hij niet, dat hij arm- was. Het landgoed,, hemel jia, dat w-as er, maar de tweede zoon zes- kinderen onder hem. Als het toevallig niet samen gaart, uit lief-de, alleen uit liefde kan ik nielt trouwen, zei hij ééns, en k-eek haar aan, bang, vragend... Toen wist ze: A3® hij nu hoort, dat' je arm bent doodarm dan- is het uit; dan zal zijn eer niet ge dongen, d-art hiji zich l-an-ger met je (bemoeit-, het i® immers iets ohimo- gedijlks in onze kringen arm en 'arm —alk en hij1... En nu zoo plotseling afstanddoen., 't geluk voorbij! larten gaan, zonder het tie leeren kennen? O, eenmaal sléchts de armen- om zijn hals leggen, 't hoofd op zijn schouder en zich er veilig en gebor gen weten... één kus van hem... Het weegt immers- op tegen een heel le ven; 't is immers alles zaligheid en vriendschap, en ouderliefde en rust -en vrede al-les! Toen heeft ze gelogen! Niet met wo-orden; toen nog niet. Eie-n lachje, een blik, voorn-aam non chalant, zegt reeds genoeg. Ze wou immers niet hert heele ge luk... d-at was onmogelijk. Slechts o-p den drempel, slaan en z-ien vèr i/n 'rt verschiet.... -Dat ze ook hem moest kwetsen... dat hij haar zou verachten... la-ter., hij h-aaifcte de leugen... Maar ook hij zou hert geluk smalcen en da.n zo-u (hij vergeven.... omdat alles gebeurde uit liefde, uit dwaze, alles vergeten de liefde. En ze loog verder. Hert beslissende woord werd ge sproken. Ze 1-ag in rijn armen; zijn lappen bra-ndclen op d-e hare; hij' noemdle haar zijn één, zijn alles.... Was ze slecht? Haar geweten czweeg. Zie kon immers niet anders; het moesrt. D'e vertooniing liegen. Trotsch ver telde '-ze van hert groote kapitaal, dat ize eens zou erven van 'n onge.hu wden oom.; ze verzocht, hem ndert te laten merken, dalt hiji inert wisrt; ze meende anders thuis, dat ihij' haar om haar geld zou willen.... 'Een dergelijk sprookje vertelde zij (dien ouders van haar aanstaande. (Men geloofde hert. Waarom -ook niet. Hert w-a-s immers doodgewoon..? en wie zou kunnen d-eniben, dart acli-

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1907 | | pagina 2