BIJBLAD VAN HAARLEM'S DAGBLAD
f2.20 PER 3 MAANDEN
§F SO CENT PER WEEK.
Rubriek voor Vrouwen
FEUILLETON
Over den Oceaan
25a Jaargang
No. 7«8
DE ZATERDAGAVOND
HAARLEM'S DAGBLAD KOST
ADMINISTRATIE QROOTE HOUTSTRAAT 55.
DRUKKERIJ ZUIDER BUITENSPAARNE 6.
IN HAARLEM'S DAGBLAD ZUN
ADVERTBNT1ËN DOELTREFFEND,.
Modelkleureii. Violet „het al-
lea-Jiiiieimvöt". Effen en ge
streept laken. Dames-vesten.
Fllanialten, laken eai ffluwe.©-
lem blouses.
De modie Sneeft voor elk seizoen haar
ixijiaomdtexe rnjgiemuardiglh-eKlen. Géén:
veaiamderi-mgien 'bremgieai., sou, voor,
baar gelijk staan -mei afstand, dioen
rvian inare willekeurige rechten. Alis
ze de modellen niiiet raidikaal v-euain-
diert, dan traoht ze toch in de be
staande, fullerled vemajideraingein er
wijzigingen aan te brengen, ten ge
rieve van een-e nieouwe caprice, enoni
te kunnen zeggen dlit of diat is de
mode, dte benden allQie anderen zal ze-
geviereri
-Zoo zien we slome mode-Hen dile
■door aeffte gemimig© wijbigiing, welke ze
-ondergingen, een gamsch anderen in-
druk inakien dan (h-et o-orspnon heliijfee-
Voorop stelt zij de kleumen, De nu
ancen van dlit seiilzoen versctbillen
weindg- Van, die -welke mien, het vorige
zag. Zoo iis, bijiv. bet blauw niet meen
„en vogue", d«a.t wil niet zeggen, dat
er geen blauw meer gedragen- wordt
-an dat het totaal verbannen is, doch,
dat uren het vieed mii-nder zad zien;
terwijl gr,oen, hrudm en violet sterk
op den voorgrond treden.
'Men brengt im violet een mooie le
vendige tinit-, die toch niet bard is
en welke men bestempelt met den
maaim-, „violet vatioan" en hetwelk
ons dioet denken aan bet biss-cboppe-
Mj(k purper. Mlen zou daarom zeggen,
dlat hei j.uisiter zou zijn van purper
dan van violet te spreken, diaiar
het eerste ons aan, een roode tint
doet denken., maar de verordeningen
van mevrouw mode worden aangeno
men. docih niimmier bettwist.
'Het. bedoelde violet nu its een prach
tige wanne Lint, dtie zeldzaam is en
bijzonder flatt&uo vo-o-r hot w™, tj-
pe, mats noiet te nnat van gelaatskleur,
daar het -violet op ziöh zelf reelds ver
bleekt.
Het lichter vilodlet wordt niet voor
wan dieltei letten in dit seizoen gebe
zigd, doch -uitsüualtend-. voor gekleed©
risii'-e- en gezekscbapsio-i.let.tenin
•dunne soepele weefsels wo-rdtt dietze
Meur zelfs voor baltoiletten voor jon
ge m.-eisjes als een nouveauté aanbe
volen.
In beedien wordt de nieuwe kleur
bat -allermeest. in toepassing, ge
bracht; men ziet vtotótklieurig vilt
unet witte, zware, gmijize en bruine
struiSveeren gegarneerd1. Meat mia-aikt
■vioiet-kJeurigie hoeden met lidht blauw
op, zeer zeker een gewaagde -combi
natie, welke echter bewdjfet dat het
blaiuiw niet geheel en al' verdrongen is.
Eigen a ardig iis he t ooi op te mer
ken, lioe de ruige, horige eai gevlokte
weefsels uit die mode zijn en men op
het oogenibl'ik zelfs voor taiUieur-toi-
leitten slechts ciachieanairei, dun laken
én offen en gestreept serge bnengt.
Het moderne laiken is milet dikker dan
fijn flanel. De veneeniging van effen
met. een gestreepte stof kam zeer
mooi zijn en tevens van -praktisch-
nut, daar ze de gelegenheid biedt
aan een, reed's gedragen tapet een
nieuw cachet te geven.
Men ziet gestreepte serge en ge-
'streept laken, als gr,oen met zwart,
bruin met beige, violet met grijs enz.
(Deze stoffen worden, als volgt ver
werkt: men neemt den rok, die zeer
mauw om de heuipen aansluit van ge
streepte stof; de lengte der rokken
As nu tot op dien girond bepaald,, diaiar
ONZE ANNONCES
WORDEN OPGEMERKT,
de voetvr.ijie rokken beslist uit die mo
de zijn, 'hetgeen niet w.eg neemt, dat
die -praktische vrouw dile verplicht is
dagelijks uit te gaan, zich zal veroor
loven luier op uitzonde-ring te maken.
Als eanige versiering worden op de
rokken stiksels toegepast.
Bij zulk een rak van gestreepte stof
behoort een jacquet dlat tot aan de
knieën reikt,, van een stof miet eene
g-arueeriing: rin den vorm van kraiag
en totalis van de rakstof. Een zoodanig
ooist/uum is iets zeer ndeuwis en min
der algemeen dlan de oontfeotie-imantell
costumes uit een en dezelfde stof.
vervaardigd!, en men kan het ais „ge
kleed" (beschouwen.
Een' nieuw snufje dat zeeir élégant
ils en tevens practisöb, is het „gilet
cravate", dat is: een apart vest, dat
het model heeft van .een gewoon hee-
ren veert, dtech van voren kruiselings
sluit en- in »een punt valt Daar hot
los iis, kan men het verwisselen en
dus in' diverse 'Meuren hebben, al
naar gelang van de 'kleur van. het
cosituum waahbij mien bet vest wil
dragen. Het alterfSjnste is een vest
van peau de suède ih de kleur der
-streep van de stof; <L w. z. als Kvet
weefsel- zwart is met een groene
streep, dlan behoort het vest van ef
fen groen ieder te zijin.
Ze-e-r verschillend zijn da moderne
ftaiilles; daa rimen- echter bij' wandel
toiletten bij' voorkeur depraktische
Mouse- toepast, steil ik rn-ij vo-or hierop
iaiter terug te komen. De bl-ou-ses wor
den in afstekende of bijkomende Meu
ren gekozen-, al naar gelang van dle-n
persoonlijke smaak der draagster.
'Dte witte en lichtkleurige fianel-
streepjes zijn zeer gediefd, terwijl ef
fen-kleurig laken en gestreept flu
weel eveneens toot blouses verwerkt
worden, Vooral in flu weel wordien dit
jaar allerbieeldiigste kleurcofmibinaties-
gebracht, waarin eveneens prune met
'groen en, tonnmri -met T.uronrt i
mol spelen. Die laatste jaren za'g mien
veel blauw miet groen verwerioen,
doch het is alsof men voor dit sedizoen
ih-e-t blauw door prune h-eefte wüüilen
vervanigen,, want men ziet deze mode-
(tlnt op alle mogelijke -manieren in
teepassdng brengen.
MARIE VAN AMSTEL.
Natuurhistorische
Wandelingeiï
IN EN OM HAARLEM.
QLXXXIX.
Wanneer wij zoo rondom ons zien,
dan bespeuren rwe, dat er op gezette
tijden veranderingen plaatsgrijpen,
die ten- nauwste samenhangen met
de wisseling der jaargetijden.
Trachten- w-ij' die zaiken te verM-a-
ien, dan stuiten we niettemin vaak
op .moeilijkheden, ,-dd ewe in den be
ginne niet vera-ruoedde-n. Heel' vaak
-moeten we ons dan boh,elpen .met hy
pothesen, diile wed is waar erven va/ak
dioo-r anderen wouden omvergewor
pen en om er dan mia-ar af te komen,
verbergen .we onze oriku-ndte vaak
-achter dikke woorden.
Zulke moeilijkheden ontmoeten we
Ibijna. overa.1 in d-e bezielde weredd en
nii-et het minst bij' de vogels.
-Bat aantal .vogels bedraagt voor
ons 'Jlamd in ronde som zoowat 280,
d. w. z. zoovele soorten. Hieronder
zijn een 40-tal, die we nu juist niet
tot omze fauna kunn-en rek-enen-, daar
-ze zilch zoio af en toe ma-ar eens in ons
land verit-oonen. Dus hliijiven er nog
240 soorten over. Deze, wo-rden- vaak
in drie groepen verdeeld: standvo
gels, zwerfvogels en trekvogels. W-at
dat zijn? Wel, dat is niet zoo heel
moeilijk te zeggen.
S.tandvogels zijn die 'vogels., welke
ook gedurende den overigen tijd van
het jaar -op de plaats hl ijlven, wiaar
'ze- weirden uitgebroed en ook ai nijpt
de honger, ,geen giroote tochten on
dernemen om- -aan voedsel tie komen
iZiwerfvogeüfi zijn die vogels, wiefllke
na den knoedtijid gro-oter of kleiner
omzwervingen maken om aan de ei-
-schiem van de steeds hongerige maag
te voldoen.
Van de eerste groep zijn er 17, die
met ons alle Hief en leed' de ei en, van
de tweede 28. Zooais baast van zelf
spreekt, ito de gmen-s tusschen deizie
twee groepen- nu juist niet zoo toeetl
rauijver afgebakend en imioeten isom-
mige- vo-gcis nu ems als silland-, dian
wieer als zwerfwgels wo-rden aange
merkt,
Meer (zuiver scheidt zi'oh de derde
groep af, die trekvoge-ls. Trekvogels
zijn -dtie vogels, die zoo wiat op be
paalde tijden, langs bepaalde w-egen
van de. eene plaats zich naar een an
dere begeven. In de eerste plaats be
boeren daartoe die vogels, die hier
broeden en dan in den. niaizomer ons
verlaten en warmer, zuidelijker stre
ken opzoeken1, zoo-ais zwaluw, nach-
itcgaol, ooievaar, en-z. In het voorjiaar
koeren ze weer terug o-p de plaats,
waar zij broedden of werden u/iitgo-
broeidl
De tweede groep trekvogels komt
tegen het na.j-aar uit noordelijke stre
ken om- hier in ons M-im-aat dien win
ter door te briengten, denlk m/a-ar eens
aan de bonte of grijize kraai'.
'De derde groep bevat tlali van vo-
uls, die in -t najaar op den trek
naar "t zuiden ons1 land passieenen,,
-soms hier een Wieiniiig toevend, om in
eens 't zelfde 'te dioen.
Ho-ogst edgenaardiig is, dat trekken
en tal van hypo1 thesen h-eeft men
reeds opgeworpen en hieel wat stel
lingen er over verkondigd, maar nog
ailtijkï blijlft er veel o ver om- op te hel
deren. W/at de. fei'ten izedve betreft,
zeilden we boven, d-at het trekken ge
schiedt op (bepaalde tijden en langs
bepaalde wegen.
iDöit laatste is zelfs zoo sterk, dia'
er kaarten bestaan, waarop die we
gen zijn aangegeven. Zij- de firming
ook meest van Noordi naar Zuid, toch
'brengen 'allerlei omstandigheden
laierin Ih-eel Wat .aifwiisseiliiing.'Soms zijin-
het de zeekusten, die -gevolgd wor
den; dan weer rivieren, moerassen,
enz., terwijl hooge gebergten slechts
ibij bepaalde passen w'orden overge
trokken, Andere vogels wieer, ear liet
ligt m,in of meer voor de -h-and, dat
de Aviag in wrband m:oet staan met
hat voedsel, Volgen de bebouwde ak
kers en veilden, afgaWiisseld mat hak-
h-out en bosschen; nog wieer andere
hioudlen meer dan' groote vüiakten, j a
■er zijn er zedfls, die voornamelijk dien
weg volgen aangewezen door groote
dennébossebien.
Hoe vinden di'e d'ieren dén lanlgen
weg? Opmerkzame waarnemers -heib-
l>en opgemerkt, dat de vluchten meest
al -staan onder aanvoering va-n. oude
sterke individu's, die den weg reeds
meermalen vlogen, en nu is het voor
dien vogel zeker niet moedilijik van de
luclht uit e.en geheel gebied te owr-
iziiJen en te herkennen. Bij' de hooge
ontwikkeling der zintuigen, vooral 't
gezicht, erni de niiet mindler hoogs/tiaan-
de geestelijke ontwiiikkeling zal lii-et
dien dieren heusch niet moeilijk val-
ieai den rechmen weg te vindien en- te
onthouden.
VHAGENBUfS.
-Mochten er vogels afdwalen, dan
zijn het meestal zwakke vogels
vooral jongen, en dan vaak nog wijf
jes. De eersten kunnen dien troep
niet volgen -en de jongen zijn ook!
meestal niet bestand tegen die verv
moeieniissen, blijven achter «n ver
gissen zich in den weg, di'e ze voor
den eersten keer maken. Wat de wijf
jes betreft, zal bij deze de zucht tot
behoud van de jongen dén doorslag
gegeven hebben om van den rechten
weg af te dwalen. Voor zooverre het
mannetjes zijn, ligt dat vaak aan de
een of au/der weersgesteldheid ails oor
zaak, vooral storm.
Op bepaafllde tijden ontwaakt bij
onze gevleugelde luchtbewoners de
lust om tie vertrekken-. Maig het drek
gend gebrek aan voedsel -ook niet
vreemd zijin aan den trek, 't is toch ze
ker, dat dio zucht ontstaat ver voor
dat er sprake is van te weinig voed
sel. Ja, zelfs vogels, opgesloten in
ruime kooien, voelen in zich datzelf
de, ze worden onrustig, ook al dreigt
daar de honger niet.
Missdhien kan de vogel dodr de in
geademde lucht, die tot door de lop-
gen, tot iln luchtzak-ken en beenderen
doordringt, beter dan wij den in
vloed ondervinden van.-de I'ager wor
dende temperatuur. Hoe het zij, elkl
jaar rweer ontstaat bij dié dieren die
lust, om ons te verlaten, om binnen
korten tijd te verhuizen.
Af en' toe varieert die vertrektijden
ook de tijid van terugkomst wel, maar
ze gaan. Hoeve]en zfen het land hun
ner geboorte niet meer terug?
J. STURING.
Den Heer B. te II. 't Is v-alar, in den
mooi'en, gegJazuurden ,po't ikuhnen-de
?Shnl<A0dtfli!lir'''n-iibt Jéfaakkëlijii'- aan
lucht komen. '1, Ts slechts aan de op
pervlakte der aarde, dlalt 'dte l/uchit
kan binnenkomen. Daarbij komt nog
een tweede bezwaar, n.l. als -men wat'
te veel whter geeft, kan dlat- onmoge
lijk wiegloopen en dan zijin de wor
tels bdsM-st genoodzaakt te sterven-,
daar ze dan in diet geheel niet kun
nen ademen. Zorgt men nu, dat dé
grond niet te vochtig is, vooral bij'
dien witater, dan gebeurt het meerma
len, dat de planten toch -wel goed ge
dijen, -ondanks de slechte kweek
plaats.
Het 'beste was -geweest, zoo'n pllant in
een gewonlen pot te zie.bten en die te
plaatsen in zoo'n sierpot.
Aa|n Mevr. Z. te II. De dooa* U be
doelde begonia heet Gloire de Lor
raine. 't Is een heele toer, om zulke
plantjes langen tijd mooi te houden!
ih huis. Gewoonlijk laten ze spoedig)
de bloempjes vallen, wat erg jammer
is van dat lieve ding, daar toch Meur
van- bloem en blad' zoo iief met el
kaar harmonie-eren. Treft men -ech
ter een exemplaar, dat goed afgehard!
is, dan gebeurt het meermalen, dat'
ze bij goede behandeling lang g-oedl
blijven.
J. STURING.
Aan de Warthe.
VERTELLING VAN CARL
BUSSE.
Bassia Dvorak stond In hei schuitje
overeind. Mia-ar Luceik W'y.rimba was
ha-ar te vlug. Miet een plons wtas het
dier in h-et w-ater geival'len en do-or
den st-rooim. miedege-aleept; t-e vengeefs
trachtte 'het dien oever te be-reiiken.
Met haai" schuitje kwant Bassia. hean
te hulp. Zij roeide zoo hard zij kon,
dbch eer zij hem bereikte kreeg- do
hond een slag met. een riem, diiie hem
deed zaniken.
Dat is voor het pak slaag, dat
,j.e Bogdan h-eiht gegeven! Het andere
rekenen wij nog wel nadar aif!'
In stomme wanhoop staande de
heks eenige oogep/Miikken maar de
plek, wa-ar haar trouwe metgezel ver
dwenen Wais. Toen uitte zij een kreek
Neem u in acht, Lnc ek Wy-rim-
'ha!, riep zij hem op zulk .een vreem-
dien toon toe, d'at Maryla aan den
ver er van rilde.
Als een pijl vloog haar bootte het
zijne voorbij,, zoo- snel. dat de slag
met den z/waren riem, dien zij hem
wiildie t-oeibrengen-, hem ni-et t.ro-f. Hij
naakte enlkel de boot, diie zulk een
-schok kreeg, dat Lucék bijimti, gaval--
len was.
Psta. terew! vloekte hfj ra/zend
van woede.
Bassi'a Dvorak was naar het mdid-
den .geroeid'. Met een paar krachtige
slagen wias de ander in haar nabij
heid.
G-a'j-e eHendlig dter opzoeken!,
brulde hij en zwaaide zijn riem. Doch
in haar doodsangst- had' de heks, on
danks den geweldigen stroom, haar
Schuitje weten af te houden. Hoog
spoot liet wiater op 'dloor den slag
met den riem.
Groote God! klonk het oip het-zelf-
•de oogembiiik aan dien -oever.
Door de 'kracht van den slag was
het awakke schuitje omgeslagen. De
stroom sleepte h-et mee. Even da-ar-
na kwam- de -schipper weer boven.
eg den vtsschen van mij goeden
d/ag, Lncek Wyrimba! ri-ep Bassdia
Dvorak h-onend.
Hij keek naar zijin .schuitje. (Hel
dreef te ver bij- hem vandlaan. Toen
a nen. Dook ook heim. aleurue de stroom
tweemiaal -terug. Zijim kleeren maak
ten het zwemmen nog moeriMjiker.
Ben je wakker, Luoek? Hoor
eens, loet duifje klaagt!
De heks wias naar hean toe geroeid,
i wees lachend- maar de gillende
-Maryla.
Plotseling keerde Luoek zich i-n het
w-ater om en greep naar Ihet bootje
van Bassiia Dvorak. Zijn ha-at was
madh-tiger dan al het andere. :Bn de
(heks zou- met hem verdrinken!
Weg, of ik -sla! iriep zij hem toe',
o.pnteuw dien rilem opheffend.
(M-et inspanning vam, al z-ijme kradti-
ten richtte hij zich op, om met die
hamd 'het bootje te grijpen-. De hek-s
wist, d'at z-ïj verloren wias, als zijn
toeleg geiuikte. En daarom liet zij' met
de snelheid van den bliksem den riem
op zijn hand neervallen, en roeidie
toen weer een eind verderop. Lucek
Wyrimba gaf eem schreeuw. Hij liet
'zijn plan varen en gebruikte zijne
laatste kraChten can naar den oever
te zwemmen. Reedis hadi hij- het stiille
wiater bijmia bereiilct, toen- een golf
hem terugslin-gierde. Vijf minuten la
ter zag men hem niet meer.
Luoek! riep Maryla aan dien oe
ver.
Roep wrat harder! sprak de heks.
Lu-cek!
Zwijg still hij. hoort u ni-et!
isprak de heks. En terwijl de vrouw
-aan den oever zich schreiend in :het
g-ras nederwierp, richtte zij: zich- hoo
ge rin haar bootje op.
Aan de Warthe geboren, aan de
Warthe- verraden, in de Wiarthe ver
dronken! Lucek Wyrimba, God zij.
-uw ziel genadig! sprak zij, en roei
de naar de overzijde, wiaa/r haar hut
s-tend naast den Roovtersberg.
Maryla was aJis krankzinnig door
-den plotselingen dood- van tnaar mian.-
Geheele nachten solvreeuwde zij m/aar
door, on sdio-eg o-m zich lieen en trok
'ri-c-h de baren uit. Zij liep door het
-dorp en klopte aan elke dleiur om te
vertellen dat de heks haar man ver
moord had'. Bassi-a Dvtorak -wervel
idoor den sellout i-n verhoor genomen.
Toen Maryla de gehate vrouw voor
adicb zag, wilde zij op haar aanvlae-
gen. Twee mannen konden haar natf-
•wieJijks vastïioudien. De heks wias on
bewegelijk .blijven staan. Haar oogen
hadlden hun glans verloren, haan ge-
ispie rdJe arm e-n scQienen ni-achtel/oos,
zij- haief ze zells niet op oan ai.ch- te ver
dedigen, to-en Maryla als razend op
baar aanvloog. Zij deelde den soh-out
mede, hoe -aflües zich. had toegedragen,
'Het kind van dien veerman had haar
hond gekwetst, en daarvoor hiad zij
het klappen gegeven. Hierdoor had
zij twist gekregen met Marylia, Lucedc
w-as er bij- gekomen, en had haar
Ihond .in de Wiartlhé gego-oad, en hean
zelf® nog een sllag met den riem giege-
ven, om hem te zakerdler te doen- om
komen. Vol wroiedle had zij ha.ar riiem
tegen Ih-em opgdheveu, do-ch had hem.
riet geraakt. Toen hij v-an zijin bant
hetzelfde wildé doen, wias zijn schuit
je door de kracht van den sohok, om
geslagen en was hij in het w.ater ge
vallen. Ongetwijfeld h-ad hij' naar dien
oever kunnen zwiemmen-, als hij niet
gepoogd hiad[. ha ar scihuit j-e met haar
zelf omver te werpen. Was het (hean
gelukt, den rand- van haar bootje te
grijpen, dan was zij reddeloos verlo
ren geweest. Daarom had- zij als
laatste middel tot zedfverdediging
z-ijin ui-tgeisfnekte harden .weggesüia.-
uevea- te oereiiKen. uocn die zwTare
sfrooming en zijn vermo-eadlliiedd hod-
dén hean dit belet.
-Hier was geen stof voo-r een aan-
lcilJaeht. Baissiia kon dius vrij naar haar
'hut terugkieeren. Haar kracht sahieen
ecliter evenzeer gebroken als dte van
haar rijandin. .Bedde vrouwten sche
nen in een soort van. verstomping te
leven. Bassia Dvorak zat dagenlang
zwijgend in haar woning. Zij had
nu niemand meer: hiaar hond nvasi/m-
mems ook dood'.
En Maryla Wyrimiba had noig wet
haar Bogdan .en- verwachtte spoedig
leen bindy'ie, dooh zij bekommerde
zich om niets meer. Ailtijid zat zij op
-de bank en sta-aaidie naar dé Warthe
naar do plek in de Warthe, wiaar
Luoek verdronken was. Toen het
tweede kindje geboren zou worden,
kocht zij een kruis, een vel papier,
een pen en inlkt, en schreef een hiail-
ven dag aan' een brief, dien zij zorg
vuldig dichtvouwde, verzegelde en
naar stad bracht. Ee/n%e diagen daair-
werd haar een ctood meisje gebo
ren, en- wielldira vo-urwide o-ok Mlaryia dé
handen over de borst, legde 'het hoofd
ziwiaar op bet kussen en slaakte hfaiar
Matsten zuoh-L
Zij word naar het graf gebracht; in
het dorp werd er veel- gesprok-en ov-er
-het ongeluk van do Wyrimibas en ie
dereen oud' hev-t goedi, toen de schout
tot voogd oiver 't. kind wierd benoemd
Die moest maar -weten, wot er met
-dien kleinen Bogdan moest gebeuren.
Op zekeren dag kw-am Bassita bij-
dén schout.
Wat verlangt gij?
Naar het Duitsch van Arthur Zapp.
45)
Maar hoe zou Mr. Bl-edhsmiüh, drie
zeer onaangenaam kon zijn en zij-n
méening niet onder stoelen of banken
stek, hem on tvangen En zou de
echoone Kitty hem vergeven, dat hij
tijdens 'die rampzalige catastrophe
zijn ridderplichten tegenover baan
zoo schandelijk verzaakt had? Kom,
hij zou Cr zich wiel uit radldien. Zijl
zou gtellig wel te verzoenen- zijn, zij;
was immers tijdens die -zeereis- tot!
over beide ooren op hem1,s verliefd ged
weest, Had zij hem niiet op het mo
ment van het grootste gevaar, whar-
op de mensoh zich openbaart zooaiSj
hij ié toegeroepen,,Mr. Rajsch, ikl
heb je lief
Wel had hij gedaan, alsof hij.haar
niet hoorde, en hij zou moeilijk lcuni
nen beweren', dat alleen de angst
voor zijn eigen leven hem doof had'
gemaakt.
Voorzichtigheidshalve won de heer
Rasch eerst inform alles omtrent den
heer Blecbsmifch in. Mén kon toch
niet weten, d'e DuitsohehAinerikaam-
sdhe parvenu had missdhien over
dreven en was heel erna al niet zoo
vexm-ogénidl nis hij altijd had -doen
voorkomen.
Wat. d'e voorm aflig© riddergoédfee-
zitteft' ten antwoord kreeg, was wel
geschikt om hem opgewon-den van
vreugd-e te m-ak'en. De heer Biledh-
smi-llh was inderdaad een 'heel wel
gesteld .rrtanzijn etablissement
bracht, ve.e.1 winist op en 'hij wias om!
zo-o te zeggen, minstens goed voorl
100.000 dollars.
Ki'tty Was zijn een-ig kind en zou'
dus eens een kwart mail-toen maric
erven.
Zoo doemde loonde het wel dé moei
te d-e vriendschap met den „eige
naar" van „.Peoples G-a-rden" weer
aan te knoopen :en de mooie Kitty-
wéér h'et hof te maken. Was hij ge
lukkig, gelukte het hem de /zoo plot
seling verloren positie weer te vem
o veren, dan zou het ten slotte hee-
leonaal' niett noodlig zijn, (bet amu-
samte New-York te verlaten en naar,
het wilde Westen te verhuizen, hoo
rnen te rooien en misschien wel zelf
de ploeg te hanteeren.
De heer Rasch besloot zijn bezoek
aan de familie Bleohsmith nog wat
uit té stellen- en eerst, het tot zekere'
hoogte onzijdige terrein van „Peo
ples Garden" op te zoeken. Daar kon!
hij eens -poolshoogte nemen ihioie Mr.-
BIechsmith en zijne dodhter tegen
over hem gestemd warenals gast
heer was die Duitsch erAmerikaan
immers verplicht zich beleefd tegem/-
over zijn gasten te gedragen.
„Peoples Garden" lag op het druk
ste punt van de toch al rumoerige
BoWery, die lange, breedte veakeers-
Wég, di'e de Duitsche wijk van New-
York in het Westen begrenst. Het
lokaal zelf maalde -geen bijzonder
imponeerenden indruk. Van elegante
decoratie zooals bij de groote loka
len van publieke verrn-akelijkheid in
hot moderne Berlijn, was hier geen
sprake. De inrichting ztelg er eenvou
dig en plomp uit zonder e enigen an
ti stii eken smaak. Daarentegen was't
lokaal ruim en waren er zeer veel be
zoekers. A ah groote en kleine een
voudige houten tafels zaten dé gas
ten, dronken en rookten en keken
daartusschen in in'aar (hiet tooneel,
waar juist toen de h-eer Rasch bin-
nenkwam, een zanger -met laUerLei ge
baren ruw humoristische coupletten
voordroeg.
De heer Rasch -ging voor een onbe
zet tafeltje zitten en luisterde met
bejangsteiïli-nig. 'Het was juist zijn
genre. Wel begreep hij er veel niet
van, want hiet grappigste had moe
ren deels betrekking op plaatselijke
gebeurtenissen en personen.
De pauze, die nu volgde, ma-akte
de heer Rasch zich ten nutte door
in het lokaal rond te kijken. Voor
aan hij den ingang, dien hij eerst in
haast [gepasseerd was, stond een-
groot buffet, waaraan een do-zijn per
sonen op hooge houten stoelen zat.cn
en worst, of koud-'e koeken atem Ook'
stond-en hier eeniigen t'e drinken, zij
leunden tegen de scfbemüvteifeil eni
dronken bier of die zo.ogenaamdie
„mixed drinks".
Van den heer Bl-echsmitlh of Miss
Kitty geen spoor. Op zijn vraag naar
den „directeur" fronste -de buffetlhou-
der alleen even de wenkbrauwen hij:
had de handen veel te vol om 1-anig
aandacht aan hem te schenken.
Een beetje teleurgesteld keerde die
heer Rasch weer naar zijn plaats te
rug, Het volgend nummer was er ookï
niet naar om zijn stemming te ver
beteren. Er t.rad eem goochelaar op,
ma-ar -de z akk enro 11 erskunstj es, die
dleze in eön phantastisdh costuum ge-
kleede toovemaar ten beste gaf, hadl
de hoer Riasch ih Berlijn, al veel be
ter gezien.
Dan wekte de zangeres, die tna den
goochielaar o,p het tooneel (kwam,
meer zijn belangstelling op. De heel'
sterk geschminkte schoone wais wel
niét' jong meer en haar stem niet
mooi, maar izij zong m'et des te meer
gevoel, misschien wel wat te veel ge
voelmaar juist dat maakte indruk
op den niet gemakkelijk ih ontroering
te brengen Duitscher. Toen die zan
geres m-et trillende stem en -met sen-
tiniienteele gebaren oude volksiliede-
re-n voordroeg, kon de groote, sterke
mam zi-ch een levemdige gemoedsbe
weging niet. meer ontveinzen. De oude
liederen, d-iie hij thuis zoo dikwijls
in v rooi ijk gezelschap mét onver
schilligheid had gezonigem, maakten,
hier duizend mijlen vain hét vadem-
land af toch eem geheel anderen
indruk op hem.
Er kwam een weeke, droomenige
stemming over hem. Hij dacht aam'
zijn kindeivjaren terug, toen hij opl
dé schoot -zijner moeder -zittend haar
die liederen had booren zi-ngen. Hij
dacht aam zijn schoolvrienden, aan
zij-n eeri9te jongenslief die toen het
voorwerp -z.ner aanbidding hém die
oude volksmeto-di-e op de pdanio had
voorgespeeld én gezongen-.
Hij voalde zich steeds weeleer eh
weemo-edilger giestem-d, hij sliktie en
isdhraaphe dé keel, maar. hst mocht
niet baten, het diomme water lcwam
hem in de oogem.
Haastig veegde, hij -met de hand!
die lastige tranen weg en koek verj
sahriikt om, of niemand (bemerkt had
hoe akelig zwalc en kinderachtig hij'
zich gedroeg.
Onwillekeurig stond hij op. Een)
paar tafeltjes verdei- zijwaarts zatl
Miss Blöc'hsmilih met eem heer, dié
hém bekeend voorkwam, ai wist hij'
op -het eerst© oogenblik ook niet,
waar hij hém -gezien kon hebben.-
Maar .toen hij nu wat scherper keek,
herkende hij den gladgeschoren, dwan
zen mam met d'em onderkin em komb-
sahen buik. Het was dé komiek, dien
hij evem te voren op ]>ef t-oomeel be^
zlilg had gezien, en die nu in eem Ver
trouwelijk discours was met de doch
ter van dem „directeur". Daarbij zet
te de komiek zulke verliefde oogen en
was zoo uiterst galant, dat de in *ti
geheim alles opnemende Rasch in
weerwil van de komische zijde van
het geheele geval, -toch -eem opwelling
vam jaloezie niet kom onderdrukken.-
Daar keerde Kitty Blechsmith plot
seling het. hoofd om en schnok op
hiet eerste oogenblik, lachte to eni
vriendelijk en gro-ette den heer Rasch]
die snel- opsprong, zondier eenige ver
legenheid alsof zij op het schip in de
beste verstandhouding waren ge
scheiden.
Goddank dacht dte heer Raséh
in stilte, t-oem -hij naar het tafeltje van
(hét ongelijke paar ging. Zij moMnteï
meer.
(Wordt vervolgd).