alle krachten en, wanneer het noodig is, tot de koenste daden. Dat
is het PLICHTGEVOEL, steeds de sterkste en krachtigste drijfveer in
alle takken van zijn geslacht. In den tak waartoe hij behoort, is dat
gevoel altijd zeer krachtig geweest. Het noopt hem als eersten dienaar
van den staat, zooals hij zich gevoelt, het algemeen steeds boven het
een al te vrij uitgevoerde teekening spoedig als grober Unfug be
schouwd en als Majestcitsbeleidigung vervolgd werd.
Toch komt het ons voor, dat dit meer toe te schrijven is aan over
maat van ijver der politie, dan aan den wensch des Keizers. Het is
immers niet aannemelijk, dat een vorst, die zijn waardigheid zoo hoog
stelt en haar zoo ernstig opvat, meenen zou, dat zij beleedigd zou
kunnen worden door een in het bierhuis al te haastig gesproken woord.
groote actualiteit, nu de uitgaven voor marine van het Duitsche rijk
zoo ontzettend hoog zijn geworden.
Het prentje uit Nebelspalter stelt den Keizer voor als bestrijder der
sociaal-democratie, die hij begrijpelijkerwijs niet lijden kan. Stadthagen
heeft hij onder handen en Singer ligt al aan stukken op den grond.
Lak Lak.)
DE OVERPEINZINGEN VAN DEN KEIZER.
„Van Berlijn naar Bagdad!"
En dat de Keizer ook inderdaad breeder denkbeelden hieromtrent be
zit, dan zijn politie, blijkt wel hieruit, dat op zijn verlangen een bundel
caricaturen van zijn persoon, van een Franschen teekenaar, getiteld
Lui (hij) in Duitschland is toegelaten, hoewel de politie den invoer
Lustige Blatter.)
WAT NOG WEL EENS GEBEUREN KAN.
Wilhelm (in Parijs): „Welk een schitterende ont
vangst, mijn waarde Fallières! En wat mij nog 't
prettigst aandoet, is te zien dat jou republikeinen
zoo echt monarchaal in hun gevoelens zijn!
particulier belang te stellen, het heil van Duitschland boven zijn eigen
genoegen, zijn eigen voordeel, zijn eigen leven."
Nu wij deze figuur als gast op Neerlands bodem ontvangen, voor
de tweede maal sedert zijn troonsbestijging, past een woord van welkom!
Angstige zielen mogen mettertijd van Duitschland allerlei gevaren
vreezen, het schijnt in hooge mate onwaarschijnlijk, dat een voorzichtig
en vredelievend vorst als Wilhelm II ooit aan annexatie van
Nederland zou denken. Te zeer moet hij weten, dat het
kleine land hem altijd zou zijn als een doorn in het vleesch.
(Uit: La Silhouette.)
WILHELM AAN ZIJN TOILET.
„Europa houdt het oog op mij gevestigd. Wat voor
'n gezicht zal ik vanmorgen zetten
Bijzonder toepasselijk is het andere plaatje uit hetzelfde tijdschrift,
voorstellende een broodmagere knol waarop Alphonso van Spanje,
Marianne van Frankrijk, Edward van Engeland en de kleine Japanner
zitten. De reis naar Engeland is het bewijs ervan, dat ook Duitschland
op den mageren Rossinant een plaatsje heeft gevonden, al vragen
wij leeken, die van al deze onderlinge allianties niet veel begrijpen,
ons af, of dat treurige beest dat alles wel zal kunnen dragen.
Precies het tegenovergestelde zou men zeggen als in de
caricatuur uit Tokyo Puck. waarop de Rijkskanselier, Von
Bülow den slijpsteen draait en de Keizer maar vlijtig
bezig is, het zwaard te scherpen. Nieuwsgierig komen
Morning I eador).
John Buil: Zeg eens, neef Willem, zouden we
ons zakgeld niet beter kunnen gebruiken dan met
er die dingen voor te koopen?
Veeleer moge dan voortbestaan de goede verstandhouding
tusschen zijn Rijk en het onze, zooals die blijkens het
bezoek bestaat tusschen Koningin en Keizer.
(Tokyo Puck.)
WIE ZAL 'T EERST MET HET DUITSCHE ZWAARD KENNIS MAKEN?
Prins Hohenlohe zei: „Als Duitschland zijn zwaard maar geslepen houdt, behoeft het niet bang
te wezen in zijn eenzame positie."
Het spreekt vanzelf, dat de caricatuurteekenaars door de geheele
wereld heen de figuur van Keizer Wilhelm II bij voorkeur uitbeelden.
Niet alleen, omdat hij als Keizer-Koning vanzelf boven de massa
uitsteekt, zoodat de eenvoudigste zijner daden bekend wordt, maar
ook omdat zijn impulsieve natuur hem af en toe drijft tot handelingen
of uitingen, die een meer gereserveerd karakter niet zou hebben ge
daan. Wij bedoelen daarmee zeker geen afkeuring, maar alleen het
constateeren van een zeer wezenlijk verschil. Dat bijvoorbeeld de
Duitsche Keizer als dichter en als teekenaar is opgetreden, heeft
wekenlang de spotbladen in de geheele beschaafde wereld van wel
kome stof voorzien. Niet minder dan zijn liefhebberij voor marmeren
beelden en zijn neiging om bij verschillende gelegenheden redevoe
ringen te houden over belangrijke onderwerpen van den dag.
Nu moet men in Duitschland met opmerkingen over den hoogsten
persoon des Rijks voorzichtig wezen. Het is waarschijnlijk een gevolg
van het militair régime dat een al te los daarheen geworpen woord,
daarvan al verboden had. Dit teekent de persoonlijkheid des Keizers.
Hij kan tegen een stootje.
Vandaar dan ook, dat wij overtuigd zijn, in geen enkel opzicht te
kort te doen van de sympathie voor den hoogen bezoeker, wanneer
wij hier enkele van de op hem gemaakte caricaturen afdrukken.
Nebelspalter
HET NIEUWE SPEELGOED VAN DEN
DUITSCHEN KEIZER.
Turkije, Engeland en Frankrijk aan den eenen en Japan, China
en Rusland aan den anderen kant, om den hoek kijken.
De fantasie van de teekenaars heeft evenwel haar hoogtepunt
bereikt in het plaatje uit Lustige Blatter, waarop de Keizer
wordt voorgesteld, rondtoerende te Parijs, als de gast van president
Fallières. Het zal inderdaad nog wel een poos duren, voor het
zoover komt, indien ooitZes en dertig jaar hebben de wond aan
Frankrijks ijdelheid toegebracht nog niet gesloten. Mocht het ooit
zoover komen, dat Wilhelm II toegejuicht door de straten van Frankrijks
hoofdstad rijdt, dan zal het misschien tijd zijn om de algemeene
ontwapening te overwegen.
Op de teekening „de stem van zijn meester" wordt de rijkskanselier
Von Bülow voorgesteld met prachtig geteekende verrukking naar de
phonograaf luisterende.
Wij danken deze kleine verzameling aan de welwillendheid van
den heer Vincent Loosjes, uitgever van de Hollandsche Revue.
(K ladder adatsch.)
HET VERBOND DER TOEKOMST.
Wilhelm en Roosevelt: „Als we schouder aan schouder vochten, dan
zouden we dat gespuis wel gauw de baas zijn".
(Nebelspalter.)
DE ALLIANTIES VAN ENGELAND.
Vredelievend Duitschland„Ze hangen allemaal
aan Edward, zelfs de kleine Alfonso ook al. Zou
't nu geen tijd worden, dat ik mij ook eens in
het gezelschap mengde?"
Wij wezen reeds op de teekening, waarbij de Keizer voor een aantal
maskers zit en met een spiegel in de hand overweegt, welk gezicht
hij vanmorgen tegenover Europa zetten zal. Een tweede, waarbij
Koning Eduard aan zijn neef vraagt, of zij beiden hun zakgeld (in
deze het geld van de belastingschuldigen) niet beter zouden kunnen
gebruiken, dan om er schepen en kanonnen voor te koopen, heeft
(Ulk.)
DE STEM VAN ZIJN MEESTER.
De Duitsche Keizer heeft onlangs in een fono
graaf gesproken.