Rood Lieht. ate één van hen geweest ben, ant woordde de bezoteker. U? Moore wilde op deal bezoeker los stormen, d'Cdh Wil sea- liield hem te gen. En nu durft u hier komen riep: Moore opgewonden. Ik «al dadelijk' de politie kennis geven.... - Geneer u niet, ainrtwoordd'e de ingenieur. In het belang uwer cliën- tèl'e zal de politie zich verheugen, te vernemen, dat het bediralg, in uw: fctrandhast .voorbanden, slechts1 vijf tig dollars en tochtig cent bedroeg. Juist. "Meent ge soms, dat wij het geld voor cle spitsboeven laten liggen Dat wordt in veiligheid ge bracht.. i Zoo Maai-, waarom houdt u eé dain «00'n solide brandkast ojp na? Ik ban overtuigd, als het bericht be kend wordt, dat het publiek een be»-, storming op uw kas zal beginnen en dat de politie zich niet met uw vert-! ■zekering zal tevreden stellen. Mooie en Wilser wisselden eert .blik. Het genoemde bedrag, ging Smith voort, 'hééft mijn collega tot zich genomen. Ik ben weggegaan zonder een cent. De heeren zullen het dus billijk vindén, als ik verzoek, mij voor het geleden verlies schadeloos te stellen. De compagnons fluisterden even. Toen deed1 Wilser leenigte schreden naai' de deur. 'Halt, riep de ingenieur, geen stap .verder. Ik verzoek den heeren op de sOfa plaats ie -nemen. Bovenidieü waarschuw ik u, dat een vriend van mij buiten op straat op hiij wajcht en- indien ik in eetn half uur niet bene den beu. openit hij 'een' brief, waai-in ik alles heb uiteengezet. Ook hij klopte op zijn aak houd ik fa'ier een revolver met zes loopien voor ge-1 bruik gereed-. Wilser trad haastig terug en bei de chefs -gingen op de sofa zitten, Ik zie wél, merkte Mo ore op, dat wij met een meneer te doen hebben. Smith boog beleefd. Welke som, nam Wilser nu het woord, mogen wij u aanbieden De heeren zullen dertigduizend dol lars niet te veel vinden. Dertigduizend, dat' is een schan-1 daalVloog Moore op. Bedenk, dat indien mijn vriend en ik willen, ge niets ontvangt. Voor dat u In staat is de politie er in te mengen, kunnen wij reeds vefr weg zijn. U ziet,, dat gij ons niet zoo in uw macht hebt, als ge denkt. De ingenieur lachte. vergeet, dat 'het overmorgen de eerste is. U weet, welke inkomsten' die te)rmijn voor u beteekent en dat geld zullen de heeren wel niet in den steek laten. Wilser beet zich op die lippen. Twintigduizend, bood hij. Dertig. Vijf-en-twintig Smith stond op. Zooals u wilt, ik.... Nu vooruit, dertig., haastte Wil- WSarót1; <ïa..,*ti0'°W|\ Jigtfl SP..,,™®: stilzwijgen bewaart. Dat spreekt van zelf. i De heeren schenen voor alle geval leen van geld voorzien te zijn, Want Moore nam een portefeuille uit zijp 'aak en telde de dertigduizend dollars in bankbiljetten op tafel uit. Smith verzocht deu compagnons, zich naar dén meest verwijderden hoek der -taM terug te trekken, toen kwam' hij dichterbij, telde de som eb stak z© in den zak. Gelukkige reis, heeren Haal dé dje, bromde Moore. Zijn gezicht tot het laatste oo.gen- blik voorzichtig naar de heeren ge wend, verliet Smith de spreekkamer. Na een eind te voet gegaan te zijn, piep Smith een rijtuig a'-an. Hij was nu een welgesteld man en kon zich 'de weelde van -eten rijtuig veroorlot- Vijfde Ave/nue 23, riep hij den •koletsier toe. De wagen hield Weldra voor een prachtig huls stil. Is meneer Goldsmith thuis? vroeg de ingenieur een bediende in rijke livrei die open deed. Meneer Goldsmith is wel thuis, maar ik twijfel, of hij te spreken is. Wilt ge hem dit kaartje ovéri h'and^gen Hij overreikte hem eetn kaartje, ha, ér met .potlood iets op geschreven té hebben. M-aneer Goldsmith wacht u, zei de lakei na twee minuten. Kort daarop stond Smith voor den miillfiomair. U wemscht mij in zake deWilser- bank ie spreken en verzekert mij, dat uw medJedéelamg mij: voor een guoot verlies zal bewaren? vroeg de rijke man. Zeker, meneer. U heeft tweehon derd duizend dollars aan de banik in bewaring- gegeven. Wat geeft u mij voor een mededieeli/ng', die voor u twee honderdduizend dollars waard ts? De millionaai' lachte. Zijn tv-" du'zend te veel! Indien dj werk«!ijik die w-aiardé be- zi1 neen. Dan zal ik u vertellen., dat zich in de brandkast van genoemde bank niiet meer dan vijftig dollars tachtig cent bevinden. Hoe weet u dat? Dat is mijn geheim. De directeu ren rijn van plan er van door te gaan en wachten nog slechte dién eersten af om de koimande .gelden •mee te nemen. Hoe kan u dat bewijzen? De ingenieur teldlo den m/ijlionair de dertigduizend dollars voor en zei: Zooveel hebben de heeren mij gegeven, opdat ik vijf 'dogen zou) zwijgen. Opgewonden liep de atndér de kam men dioor. Ik hield do bank voor zoo zeker. Als u d'rect do noodige schre den, doet, kuipt u dé tweehonderddui zend dollars er uit halen. Om het overige te behouden, betalen de hee ren u zeker uit. Indien u niet wilt, ga ik maar dJe andere cl/1 enten. ik lieb de lijst en verkoop mijn ge heim aam llxen. Indien velen komen,, is het de vtraag, of ieder veel' krijgen zal. Betaalt u mij detdenduizend dol lars, dam verplicht ik mijl, verder aam niemand mijn geheim te verra den. Wiat moiet dk doen? Wist ik maar, of ik u kon vertrouwen 1 Geef mij uw eerewoord mij niet te verraden, dan zeg ik u hoe dik het geheten' weet. - Mijn woord v,an eer en ihdeatme- de drukte hij den ingenieur de hand. Dezx vei'telde die geschiedenis vatrc de inbraak. Aha, dat is wat anders ja, dan is het hoog tdjfd. Ik kwam het eerst bij u, omdat u er voor de grootste som in betrok ken is. Dank u. U tzal de tienduizend: .nebben op voorwaarde, diat ge bot heden-avond niemand tets ivaai uw ontdekking laat merken. U 'heeft mijn belofte, mijnheer Goldsaniith. Goed hier is het geld'. Indien ge woord houdt en ilk red 'mijn geld, dan -kunt ge. morgen nog vijfduizend hallen,. ilk aai tndet Ontbreken, mijnheer Gokten idith. Ik dank u en wenscti u succes. .Smith verwijdende "zilch en steeg in, zijn rijtuig. No. 31, riep hij den koetsier toe.1 (Ezel-, mompelde hij,, de lijt&t ma- zieaxde. Denk je, dat ik niet meer ver- dienen wil dan die vijf duizend? In No. 31 woonde Flatters. Deze was voor homderdbwintaigduizend dol lars bij ,die bank geïnteresseerd. ,Smit: liet zich aandiiienien en had, miert' hem hetzelfde gesprek nis met Goldsmith. Natuurlijk was Flatters de ;eerste, dien hij opzocht, natuurlijk verplacht te hij zich er met niemand over ta .spreken. Zeer tevreden nam hij ,hier zes dui zend dollars in ontvangst. Van Flatters reed hij naiar Robin son en zoo van dien een na-ar den an- ck'i 's Namiddags urn drie uur had hij twee en twin,tig bezoeken afgelegd' en buurten de dertig duizend der tank de som, van vijftigduizend in <len zak. Nfu is het genoeg, zei (hij. Ten eerste ben ik uitgeput van het vele werk, ten tweede zon het bericht nu wed eens bekend kunnen zijn en' men mij' in het gezicht kunnen uit lachen, wanneer ik lien verder al's miaL'k'looetjie wilde gébruiken, ten deer de begint de 'grond mij nu langzamer hand ook te lieet te worden. Indien, de heeren merken, dat ik on liet be- lang der arme cliënten' mij niet door hun dollars heb laten omkoopen, zul-j len zij woedend zijn en mij gaan op-' zoeken. 'Bovendien zijn. de overigen' Daarom vlug maar het naaste sta-, tton hedenavond ben ik reedis ver weg-. Eh wel 'als kapitalist en mijn kapitaal is eerlijk verdiend geld. Zoo reed hij naar het station. Wilser en Moore Waren uiterst ver baasd, toten Goldsmith, zich aanmeld de ,doiC'h zij moesten hem, wel bevre diger Daar nladierde- echter reedjs Flatters, dicht achter 'hem Robinson en zoo volgde sctoulidla'iisctoer opsctiuld- •etecibei' en toen dé heeren, omdat zij te talrijk waren, niets meer konden kirijigen, riepen zij de politie te hulp en vóór de houders dier banik- er nog eenig .vermoeden van (haddien, wanen rij li,n ihedhtleniis genomen en .wegge voerd. Allen, Wilser, en Mooae- inde eerste plaate, scihimpben op den inge nieur, do-ch de pers en duizenden kleinere kapitalisten schimpten niét mee, iwant die ingenieur had' (hen door -zijjjf handiglieod ivoor zware ver liezen bewaard'. Het gelukte namteiijfc de plaats te ontdekken, waar Wilser en Moore groote sommen verstopt hadden, „Door inbraak gered!" onder de zen titel gaven dé couranten berich ten over deze aaak. Sirmiith was een reddieir, een welidtoe- netr dier men'sctohed/d (geworden nie mand dacht er aan hem te vervol-' gen of 'hem het geld weder of te ne men. Hij vertrok met. „zijn eerlijk ver diend kapitaal'' naar QaiLLfarnië. Reeds meer dan tien jaar heeft hij zich diaar gevestigd als farmer en mtijnbeizitter, telt onder de. rijfklste ■burgers van het district, heeft een vermogende en bekoorlijke planters dochter getrouwd* is vader van twee allerliefste kinderen en in dén wa ren zin dee woords een gelukkig man-, wiens vermogen op verscheddere hondérddudizendem dollars geschat wordt, en die toert algemeen vertrou wen geniet. (Uit de herinneringen van een machinist). (Naar het Duitsch.) Sindts twee jaren was ik geëxami neerd stoker en reed te zamem, met' den machinist Hausler op den snel trein Berlijn—-Ween en, op het ge- dëelte Berlijn-Falkenberg. Deze trein veria-at om 5.30 's namiddiags het Am- halt erstobion. Ik was op dien dag reeds om 3 uur in de mochineloods, om te zien of de locomotief opge stookt was. Volgens de instructie moest de machinist een uur vóór het vertrek in de machinelo-ods zijn, en gewoonlijk kwam Hausler dan ook precies op tijd. Nu was het echter reeds 5 uur en nog had hij zich niet laten zien. Tk probeerde nu dén Zand strooier en de beide stoompompen, die het water uit den tender in den ketel drij_ ven, zog naarstig naar het vuur, dot in bijzonder goeden staat moest zijn, wilden wij den 91 minuten langen rit in den voorgeschreven tijd afleggen. De volde snelheid loonden wij eerst aannemen, wanneer wij hert station uit en G ro se-Lichterfelde voorbij wo^ ren. Maar dan moesten wij nog bijt- na 150 K.M. in oen stuk afleggen en alleen in de grootere stat'ons mocht de snelheid ©enigermate verminderd wordenHet was dus reeds 5 uur, zonder dat Hausler gekomen was. Ik moest wel aantnetmem, dat bij ziek was, of dat hem een ongeluk was overkomen, en ik wilde reeds naar dein opzichter der loods gaan om hean daarvan melding te maken, toen ik Hausler zag aainkomen. Hij groette mij vliuc'lirtig en Vroeg' slechts Is alles in orde Daarop besteeg hij de locomotief en probeerde zelf alle ventilen. Terwijl hij anders bij deze hoogst gewichtige onderzoeking zeer be dachtzaam was, vond ik hem nu haastig, ja zelfs onoplettend. Hij brak midden in zijn onderzoek af en zette zich op de wenktuigenkast, die op den tender aangebracht is. Wel 5 minu ten lang zag hij star voor zich uit dan stond hij plotseling op en vroeg weer Is alles in orde, Max Jawel, Hausler, zoo antwoordde ik, hert wordt, tijd, dat wij uit de loods rijden, wijl wij nog een paar machines, die voor ons staian, moe-, ten U'i'tzetten, voor diat wij de lijn naar het station vrij hebben. Ja, ja, antwoordde Hauster haas tig, en dan stond hij op en ging, naar het scheen met onzekeren stap, op zijn standplaats. Had ik niet gewe tera dat Hausler een buitengewoon matig menscii wap, zoo had ik kun nen' aannemen, dat hij dronken was; dat echter Hausler aangeschoten in dienst zou komeh, was ondenkbaar. Wij reden zeer langzaam de loods uit en rangeerden zoo voorzichtig mogelijk tussóben de locomotieven door en volgens voorschrift stonden wij tien minuten voor liet vertrek van den trein buiten liet stabion, evenwel nog niet aangekoppeld. Wij hadden goede spanning en uit alle kleppen billies de overvloedige stoom. Hoe gaat het met uw vrouw vroeg ik, om hem uit zijn lethargie te. wekken. Mijn vrouw,, vroeg Hausler ver schrikt, het gaat haai- goed, zeer goéd, zij weet nog van niets. Is u dan iets onaangenaams we dervaren vroeg ik verder. Onaangenaams, mij Neen, ik weet vsn niets. Zei te soms ergens iets van Hét was zoo maar eeai ge zegde van -mij, en mijn vrouw mag daarvan niéts weten. Twee groote tranen rolden plotse-, F lig ovjer Hausler's gezicht; hij wendde zich haastig om, om ze voor mij te verbergen, maar na wéinige o ogenblik ken keerde hij zich weerom en zijn gezicht zag er rustig, zij hét' dan ook somber, uit. Gevoelt ge u niet wel vroeg ik. Ga, antwoordde hij haastig1, ik v TSe-aftrysfe digdetn liet vertrek aan. Het twee maal 'herhaalde fluitsignaal van dén hoofdconclucteur 'gaf okis het hevel om te vertrekken. Hausler ontwa'akte uit zijn voon-( zich-uitstaren, gaf het fluitsignaal en zette dan. geschikt als altijd, «ten trein te beweging. Zonder qponthoud reden wii onze 91 minuten. Juist 7.11 kwamen wij in Falkeribeng aah. Wij werden afgekoppeld en roden' op een, zijspoor; vier minuten' later joeg, de trein verder. Wij voélden onze m,a^ chine eerst naar de waterkraan en vulden voor dien terugrit den ten der dan namen wij koleci in en re den op de draaischijf om de locomo tief voor den terugrit te wenden. Diaarna zetten wij ze op een zij spoor vast en nadat Hausler al zijn plichten als malchimist vervuld had, ging hij naar de wachtkamer voor toet treinpersoneel om daar uit te rusten. Ik m-oest op de machine Mij- ven, maar kon mij echter voor kor ten tijd door een poetser uit de loods latenaflossen om een wer'nlig uit te rusten. Het vuur onder den ketel werd zoo onderhouden, dat toet bi-t uitging, en dat het een half uur voor het ver teelt tot vollen gloed kon gebracht worden. Vooruit gaail kon de machi ne niet, want zij stond op een dood spoor en de spanning na'm weldra' zoo af, dat tk ze zonder zo'ng aian de; •hoede van dien poetser kon' ovaria- ten. Het was een uur na onze aan komst, toen ik naar de wachtkamer ging en in de groote wachtzaal Haus ler opzocht. De wachtkamer voor liet treinper soneel is van tafels, stoelen en enke le Slaapbanken voorzien. Ook is er een kleine bibliotheek, Waarin techni sche werken. Hausler maakte vroeger dikwijls gebruik vaai deze bibliotheek om boe ken over machinebouw, locomotie ven' enz. door be studeereu, en zoo zijn kennis te vermeerderen. Heden hield hij zich bez:g met schrijven. Er waren .buiten hean nog twee mUchinis- tem dn ar, die op d'e sofa's lagen en sliepen. Hausler schreef zeer haaskg wat ik niet van Item gewoon was. Hij knikte mii toe, toen ik binneaitrad en schroef toen verder. Ik meende te be merken, dat in den brief, dien HatiS-1 Ier schreef, en waarvan hij reeds drie groote bladzijden vol had, van groote geldsommen sprake walsook de naam Rothschild" kwam dikwijls voor. Ik vroeg Hausler of hij i'ets wilde gebruiken. Er was een poetser bui ten, die ons in het steG onsrestaurant eten en drinken kom halen. Hausler was, zooals reeds gezegd is, geen verkwister maar een glas bier dronk hij toch wel eens, en ook at hij meest al een kleinigheid, wijl hij eerst des avonds om elf uur naar huis kon gaan. Heden echter weigerde hij en zei: Ik heb -geen' igeld I Ik moet wel verhongeren of .ik wil of niet. Ik kan niets meer eten. Alles is weg, geheel weg i Die manier vain spreken viel m'ij natuurlijk op. Het was niet geksche rend gesproken, want Hausler zager niet naar uit of hij schertsen' wilde. Was het echter ernst, dan moest ik voor ziin verstand gaan vroezen, en de onrust, die zich van mij mees ter gemaakt had, groeide steeds aam. Ilc kon mii in de wachtkamer slechts zoolaing ophouden olm eemj kleinig heid te gebruiken en een glas hier te drinken, dan moest' ik evenwel naar de locomotief terug om het vuur weer in orde te brengen en de spanning te veriioogen. Ik trok hert, vuur uit el kaar, wierp voldoende kolen- op, zoo dart het leven digier 'begotn te branden en had weldra weer' normale span ning. Toen het tijd werd, oan op .de lijn te rijden, waar wii ons weer voor dén Wéener snélt rein zouden zetten, stuurde ik den poetser naar Hausler, wijl deze tegen zijn gewoonte, heden nieit van zelf voor de terugreis ver scheen. Hij beproefde ook niet, zoo als gewoonlijk, (het functioneer en der pom,pen en stoomkleppen, hij scheen ziéh .geheel op mij verlaten te heb ben. De trein liep juist eén weinig voor 9 uur Falkenbeng' binnenen de Ver-, wisseling der machines was zeer vlug volbracht. Ook deze trein was zeer sterk bezet en telde over de vijftig, assen. Tot Herzberg reden wij nomVaalin 12 .minuten. Dan hadden wij tort Jü- terbog vijf en dertig minuten spoaiens. Ik bemerkte oen bestendig' Wassende, opgewondenheid' bij Hausler. Hij sprak voortdurend in zich zelf, stiet toornige woorden uit, die menigmaal als een vloek klonken, gesticuleerde heftig met de armen én scheem ge héél "vergeten, waar wij ons bevon den. Door de dirie tusSchenstaüions tot Jüterbog reden wij met beangsti gende snelheid, zonder matiging van tempo. Ik waagde het irvet Hausler op 'zijn fout opmerkzaam ie maken, daar hij op dit punt zeer kwetsbaar was. Toen wij evenwel voor hlét sta tion Jüberbog hotsignaal „langhaam rijden" zagen en Hausler zich niet het minste om dat signaal bekom merde, tr.ad ik naast hem, en draai de den regulateur een weinig toe. wijl wij anders onmogelijk voor het perron konden stilhouden'. Hausler sloot daarop zelf den stoom geheel af en hield, overeenkomstig het voor schrift, voor 'het perron stil. Om 9.52 reden wij van Jüterbcfe: af en Snelden vee)rfcién minuten later stiil in Luchenwalde. Hausler Was in tegenstelling- met zooevetn, zeer rus tig gewordenmaar zijn gezicht veiv duisterde steeds meer een meer en toen ik kort voor toet volgende ster, tion den regulateur wilde vatten, om dat ik geloofde, dat Hausler nogmaals vergat de snelheid vah den trein té matigen, ontving Ik van hem eten zeer onzaohten stoot, en fijin stam klonk vast schreiend, toen hij mi] toeriep Dat is mijn zaak Wat wilt gJ] Het. oponthoud van ééne minuut in Luchenwalde werd .door mij benut om opnieuw kolen o.p te doen, en dan joegen wij verder. Ongeveer vijftig kilometer, alzoo bijna de. helft, van den afstand,, moes- •j zAn «teik af leggen. Hauslea- bevond zdeto thans op zijn plaats. Plotseling greep hij mij bij dien arm en vroeg Hebt gij hem gezien Wien vroeg ik verbaasd. I Hij keek al in Falkenberg uit de coupé, ze" Hausler, Ihij komt van Weenen en dezen keer heb ik hem Wien -meent gij iiio'eg ik nia- tuuriijk verw'onderd. Rotschild, sprak Hausler weer. Hij komt van Weén-en om het geld te halen. Maar dezen kée-r heb ik hern vast. Wem kolen op, ik heb stoom noodig. Ik opende de deur van den vuur haard en .zag. diat) er nog genoeg, ko len op waren. Eli* behoeven nog geen kolen op, verklaarde ik. Woedend greep Hausler den ket ting, waarmede men, de van zeüf toe vallen,de deur opentrekt en to'ornig. riep hij Schud kolen op, ik heb stoom' noodig. Ik rijd door Berlijn heen di rect to't in de zee. Daar verdrink iki Rotschild 'en da-n moét (hij mijn geld' nog eens afnemen. Wilt zij opschud den of niet Hausler greep plotseling een z|war' ren schroevendraaier eto hief hean om(h,aog, als wilde hij mij neerslaan. Ik wiem kolen op het Vuur tot Hausler mij toeriep Voorloopig genoeg. Maar let op het vuur. Ik raioet zestig utmosphe- ren stoom hebhein. j Wien zou het niet- angstig te moede zijni, wanneer men zich alleen be- vhidit met iemand, bij wien zich plotr seling teekenen van waanzin verton nen En hoe dubbel verschrikkelijk is zoo iets, wanneer men zich mét. een krankzinnige alleen bevindt o'p eén sneltrein-locomotief, dié met een snelheid ran 90 K.M. per uur voort-, jaagt. Ik wil hierbij voegen dolt ikt niet voor mijn eigen léven sidderde, j Maar met schrik dacht ik aan depl.i m. 300 passagiers achter ons in den; trein, die niet de minste gedachten' hadden aan het, gevaar, waarin zij verkeerden. De machinist Wals zon der twijfel krankzinnig en vah plan) onder geen o'mstamdi-ghedetn den trein ,te Berlijn te doen stilhouden, moiar rnet toem door te jagen, d. w. z. een catastrophe te veroorzaken, waarbij- waarschijnlijk meer dan de helft der passagiers hun dood zouden vinden. Wat hiélo 'heb, zoo ik probeerde Hausler van zijn plaats te drtihgen en de locomotief tot staan te brengen? Hij sloeg mij neer, zoodira ik ©eh hand durfde uitsteken'. Ik zag het aan zijn van toom fonkelende oogen, waarme de hij m'ij mistrouwend aanzag. En of ik nu al sohreeuwde en met dé armen zwaaide om de beambten op de tusschenstations opmerkzaam te ma ken, het hielp toch niet, want slechts één kon den trein -tot stilstand toren-1 gen en dat was Hausler, de waan zinnige machinist. In bet eerst was jk als verlamd, daarna zéi ik tot mij zelf, dat heb lafheid was alles verlo gen te geven. Ik had Hausler gaarna .aangesproken, maar ik wist niet wat hem te zeggen. Door tegenspraak hem op te winden, mocht ilc natuur lijk teert doen, en een onverschillig gesprok met hem aan te vangen, dat was iets, waartoe ik mij niet in staat gevoelde.. En toch moest ik wat dolen. ,om zijn onmerkza.amheid van mij af te leiden. Hij toeschouwde mij voort durend met dart wa'nJtr.ouwen, dat al len waanzinnigen éigen is en toevali mij sleéhts nu en dan met korte woor den, kolen op te werpen. Den ijzeren schroevendraaier hield hij steeds valst en iedieren keer als bij mij -bevel bot kolen opwerpen gaf, 'hief hij hem dreigend omhoog. Ik moest protoee- ren zijn opmérkzaamflieid van mij af te leiden, omdiat het mij daarom ta doen w-os, den tweeden gtrooten schroevendraaier, die zich in de weak- tu'lgenkast achter ons bevond, in bé zit te krijgen. Br was géén ondiere mogelij'lvHieldl om den trein en de passagiers te red dert, dart Hausler op een onverwacht o ogenblik neer te slaan. Het viel mij hard, God wéét liet, een man, dien ik achtte en hoogschat te, als een wilid dlier neer te slaan. Maar waar het gold de redding van 300 reizigers, mocht ik niet aarzelen, een andere redding was niet moge lijk. Ludwigsfelde was gepasseerd. Ongeveer 24 K.M. lagen nog voor ons en daarvoor hadden wij nog een tijd ruimte van 20 minuten. Ik zal nooit vergetendat mij, in; weerwil van die verschrikkelijke situatie, de zaak toe- laéhelijk voorkwam, toen (ik Hausler de bemerking maakte Het is hedenavond koeler dlam1 anders. Hausler zag mij Wantrouwig a-oïn- en zweec. Uw vrouw zal u wel aan het sta tion op wachten, zei de ik vervcAtgens, zoo Tustte mogelijk. Dat. hindert niets, vertelaarde Hausler, -ik rijd toch door in eenein keer tot aan de Oostzee. Ik houd niet meer stil. Maar uw vrouw zat ai oh verwlom- deren, spralk ik. Zéker, zei Hausler lachend, malar wanneer zij Rotschild Sn den treiin zd-et niet. meer zij weet, dat ik hem verdrinken |wid. Eh bovendien, rijden wii weer direct terug. Zij heeft maar een half uur te wachten. Grossbeeren was voorbij-gejaagd, zonder ook de snelheid in het minst te matigen. Wij naderden Grosa-Lichterfelde;, waar rich gemakkelijk bij de groote vervroeging; die wij haklden, een Beriijn-er locaaltpettn op de lijn kon bevindën. iD© Itrredn was IntuSSdheai reeds van de voorbij gereden staltions gemeld en het signaal stond op „Wij". In een dichte stofwolk gehuld, dié bij de r.azeh'de vaart omhoog dwar relde, joegen wij door het station. Als' ee.n visio'-em vloog L/ichiterfélde|, met zijn gebouwen voorbij en in volte vaart gin? liet op het Berlijn er ran- geer-emplacemenlt toe, vahi waar ons honderden lichten tegensdhttterden. Ik zag naar rechts vooruit en ge loofde mij niet te vergissentoen ik op verren afstand het rqode licht, het haLtesagmaol \fopr onzen 'trein bfe- merkte. Wij stonden voor de cata strophe en binnen wéinige seconden •u/o a -nJiat. «IticiKtro xY\'JJ-r» lot. Tninini* rvnlk dat der drieiionderd passagiers rich ter ons bezegeld. Duidelijk zag ik liet toaihsdgraaialli voor onzen trein de lijn was ni'etJ vrij. Ik voelde, hoe van schrik mijn haar op het hoofd te bergé rees en ik zelf geraaide als hot ware ook \in e.en soort van waanrin. Met ongedooflijkië .snelheid naderden wij toet hialit-sig- nojal. Ik pakte Hausler's arm ein schreeuwde liem met' een stentor stem. in de ooren Rood licht Hausler staarde mij aan en riep don Rothschild Waar is hij Rood licht, daarvoor schreeuw de ;ik nogmaals met aanweindinlg al ler kracht. Rotschild, daar voorsprak Hausler mij. na. Dan stiet hij plotse ling een gillende schreeuw uit efn. wetokbe zich iop de galerij, ölie langs den ketel der locomotief voert en van eecn hek voorzien is. Hij vermoedde -in rijn wajaaazin, daar .zijn vijaind Rojlhschild, dié hij te lijf wilde gaan. Tic rolde dien giroo- teu sohroevensleulfce.l u-it de Werktui- 'getttkast en sprong' toen op dén lée-' gen 'mactoinisten-standIk. mochjbniet fin eens den stoom afsluiten, anders ischo'of dé trein als- een hrirm-onlca ito elkoiaa' en hét ongeluk Zou niet min der verschrikkelijk zijn. Langzaam: ■draaide ik dén regulateur toe en bemerkte dat cle trein laingzamer liep. Ik opende nu de stoonvldep voor cBé 'Vatouümi-rem en ilioiorde /spoédigi daarop het steunen en knarsen den remklossennu sloot ik den. stoom gehJeel af en'die trein hield ein- del ijk st-'il vlak naast het signaal. i Weder hoorde ik Hausler een kréefi slaken. Ilc Zag. hoe hij zich ophief en: ivam de locomotief sprong. Eeh ocgen- bl'ilc blec-f hij als verdoofd liggen; dan 'sprong hij op 'eh liep gillend en I schreeuwend tusschen de ra'Es wég. |Geen menséh in den trein had oodc in het minst géidacht aajn het gevalar, waarin allen verkeerd hadden. Uit 't station kwam ons de Leipziger suel- trein tégemaat. geileden,, mét dien suel- treiïidie als altijd 's aVofnds, st'eric1 bezet was. zouden wij in hét stlaSaiotol in volle vaarf in botsing igelcomen- zijn. Qn'.zé trein ontving het signalal om: jd'oor te riiden en langzaam reed ik hét station binnen. Wij kwamen tiert minuten te vroeg. De inspecteur en de hoofdconduc teur kwamen dadelijk bij de locomo- taief en wilden ophielderinig heibbetn. Zij Waren verwondend, mij alléén op die machine te vinden, en ik Was zoo! aangegrepen door wat ik in de laat ste minuten d'oorsta'an hack diat ik slechts moeilijk een verklaring kon geven. De vrouw van Hausler was n'altuur- lijk verwonderd, toen zij blaar maml niét zagik kon haar de treurige me- dedeeMng niet besparem dat haar man waanzinnig was. En ik zelf was zóo van streek-, dlalti ik op bevel van don statlonsaris voor meerdere dagen vrij van dienst moest hl'ijven. Toen ik mij na eetnigew tijd Weer aanmeldde, vernatm ik, dat men, nog in denzelfden nacht, dém in waanzin verkeerenden Hausler iep hét ran. geertearein gevangen had eh dm vol géndien morgen naar een kronkzioni. gegéstóicht had vervoerd. De aainlei- ding tot den waanrin was het weatlii^ 1 vaïi zijn gezamenlijke sjpriarpenoia. gen. Hij had die een kleinen bankte toeverirouwd, die met medenjeaniag vain de toevertrouwde géiden, ge. vlucht was Eai op dletn bankier Rotschild had hij zilch nu willen wro leien. DE WIEDER-OPBOUW VAN SAN «FiRlANCISCO. iSirtdiS de 'vreeselajlké. caitaistrophe, iw-ellke ongeveer twee jaar geleden 1$ welvarende hoofdstad van Galifor- naë ver-woestt.e, zijn tot oip heden vaa ide 25.000 liuizen-, wielke- tot aan tien -grond toe vertoran)d|d,e<n[. ow ude 600) weer opgebouwd, f.erwijBi voorts een gioedie 4000 reeds half gereed staian, IDé banlkgebouwien lcioliossert er weer firaims en wagens wielen en ratelen yovetnialls voorheen, door die baéede en herstelde straten, en 't stoelde, b&. ürijvlge verkeer -héersciit er wéder- éiniy als vroeger, net alsof ei' in he*, geheel geen alles vernielende aaiüj beving en brand hadiden. géwoed. Vel is alles er voor 't oogenblkl nog bijtooind'er dluiur, doch, dit zal van ildéverleden wel veramdéren. Tot zeis Ide dlagtooners wilden er 'uitsituitejii tegen overdreven hlcuo-g loon weaken, Voor de soberste, armloedlg gemeu bileerde kamers wo-rden maandielijl- sche h/uurprijiaen van' veertiig tot, vijf tig guild'en gevTaagci. Met pensdoai e: bij worden dié- bedragen ongeve« tachtig, tot negentig gulden. Vooral 't eten in de hotels en café's is budteu- gewoon duur. De C/hineezenwijlk de zer stad 1-igt er thlans weer nagenoeg IgietoeeiL en all. Ook die langstaart® iprofiteereai op sOiinflcsche wijlze van It'ijldJeillijjte dluire levendstandJaa-rd ii iSan- Fnancisco. Uit hum.' koopware wéten, zij ongélOoflijfk 'toooge prij-z® •te slaan. Voorrtamlelijk. voor de min- dergegoeden' is hat te hopen; dat de ze onnatuurlijke toestand slechts van 'Icértein duur zal' zijto., EEN KUNST-UURWERK. Een prachtwerk van horlogema- kerskurtst, dat in meer d'an 20 jaren door den sötorijnwerkeragézel Rot wedder, -te Uhlenlliorst, bij Hamburg, ir. vrije uurtjes is vervaardigd, word! op de thans gehouden kunstuur we ric tentoonstelling van een bekend hor- lcgemaker te Hamburg, vootr de eer- ste ma-al in het openbaar ten tooug» st'ëld. Het geheel e werk is 81/2 voet hooj 5 voet breed en 2 voet dliep. Het or ders! e gedeelte vormt een soort ha!, waarin men een Christus-figuur ziel. met dé discipelen hét avondmaial ge bruikend. De discipelen onderhouden zid o vei' dé mededeeldmg van. Christus, d.nt een hunner he.ni verraden zal Dit onderhoud is pantomimisch vooï gesteld, en door een groote béWee? lijkltxieid en een gecompliceerd meclht n-isme mogelijk geniaakt. In.'hét middém bevindt zich een wij zerplaat, ,met aanwijzing van uret datum en maangestalten. Link-s daarvah is de kruis-iginf rechts de opstanding vah Jeeus vooï gesteld. He-t géi ie el wordt gekroond dooi een galerij, met een aantal nissen waarin de apostelen sta'an. Alle halve en heelé uren gaan tl naar Winnen en komen een paar so c ondén later nit twéé opetrtsiaiaindf vleugeldeuren. Ohjri-stus zegent hen en zij gaan Weer 'in hun nissen riaai EEN LEERiSTOEL VOOR PHOTOG RAPH IE. Naast de 'ïtriaag of phiotegraplil kunst lis, Wan -m)en weiLdr^, de cpcacs tié opwieirpen of ptooitograptolé ooi em vallc, van wéténscb/a pis. Wij, lezei aLttoans- in, de „Nat. Zrtg." dat dt Tedinlisctoe Homgeschool te Dresden éem leeirstoél wenisfcht' in te steil® voor ptootiognapllidë. Zaj: verlangt ecii- ter niet een hioogleera'ar die. enikd vorsc'her en docent is, die ziclb tó taak zou stelLen de weténschappelij- (ke p/hoitiogiraplhie' te ondéirwijaen en te veirtoetecnem, zich zouii wijlden, aas de toepassing -van de photographic 0} sterren-, getoeés- en natuurkunde maar zij wensdht een man van phj sdsclhnscöieikundige eni teclhniiscb voarO'p'l'éid'ing, die in staat is aan ptootographdische nijverheid nieu/W j banen aooor (lTaar. ontiwlkkeilatog openen. Dresden meent op z-ullk een- lieer- stoei reiaht te liébtoeni, omda-t de stad het middenpunt is géwordén van eei zeer belangrijloe pliotographisdhe rij vertoeid. Na-tuurlijk hebiben de ptooto graplhii'scl'ie fabrieken wel eigen ingc nieurs en proef-ateliers, waar niea wé uitvindingen worden ondenzodH of ook wet geid'aian, maar bovendte bestaat ex behoefte -aan een weten schappeillijik-lbechnösch 'oenltiroimi, dai als wegbereider en leider kan opto den. Daarvoor wenscht men een pro fessoroat aan de Teetonisclhe Hoogï 'school en er schijnt kans te zijn dia toet Rijk het zijne zal doen om ddei wensch te helpen vervullen,. EIGEN.AARDTG(E «INiBREKERS. Op (BarléyitlhioirpéMHDafllli, hét jactó stort van laid' Loinisfdlafte, bij Oakhial (Riutlamldidhlirré):, hébben inlbiékietrsi aai dig huisgehioudéto. iZooalLs mien iwed fiis dé eigenaar aian dit slot een zee ,specdialé vriend/ van (keizer Wultoelm ter,wij/1 hiij oak 'andére- hoéggepJiaató peraonem, oinidler zijn intaenie kennis sen mag nékieaieai/. 't Mértkwaardli@ van 't geval nu' .iis, diat dé dleveni zil enkel 'a/an isouvénlirs vargrepen an o.s een gputdén sfigairenlkodcer, een. sdh'etoflc wam dén. Duilsdheax ikeltri mieenamm, terwijl rij 'een koötbai goudlen ibriésvéaiisichaal], ddé er n.ari stertdl, -adlitierlietein. Allies wénd i tend .Tjomisd'a!I]el':s SAudéarloameo*

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1907 | | pagina 2