NIEUWS- en ADVERTENTIEBLAD.
Een Vraag ter Beantwoording.
Buitenlandsch Overzicht
Stadsnieuws
25e Jaargang. No. 7641
Verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen.
MAANDAG 27 JANUABI 1908
HAARLEM S DAGBLAD
ABONNEMENTEN
PER DRIE MAANDBNt
Voor Haarlem1.20
Voer de dorpen in den omtrek waar een Agent gevestigd is (kom der
gemeente)130
Franco per post door Nederland1.65
Afzonderlijke nummers0.02 H
Geïllustreerd Zondagsblad, voor Haarlem0.37 H
de omstreken en franco per post 0.45
Uitgave der Vennootschap Loarens Coster. Directeur ti. PEEREBOOM.
ADVERTENT1ËN:
Van 1—5 regels 50 Cts.; iedere regel meer 10 Cts. Buiten het Arrondissement
Haarlem van 1—5 regels ƒ1.—, elke regel meer ƒ0.20 Reclames 30 Cent per regel.
Bij Abonnement aanzienlijk rabat
Advertentiën van Vraag en Aanbod, hoogstens zes regels, 25 Cts. per plaatsing;
50 Cts. voor 3 plaatsingen a contant.
Redactie en Administratie: Groote Houtstraat 55.
intercommunaal Telefoonnummer der Redactie 600 en der Administratie 724.
Drukkerij: Zuider Buitenspaarne 6. Telefoonnummer 122.
Tot de plaatsing van advertentiën en reclames van Öüiter het Arrondissement Haarlem in dit blad is uitsluitend gemachtigd het Algemeen Binnen- en Buitenlandsch Advertentie-Bureau D. Y. ALTA,
Warmoesstraat 76.78, Amsterdam. Telephoon interc. 6229.
Naar aanleiding van de roekeloosheid van kinderen en
opgeschoten jongens om zich, in weerwil van herhaalde
waarschuwingen, toch op het zwakke ijs in de grachten
te wagen, stelt Fidelio in zijn Zaterdagavondpraatje van heden
(zie derde biad) de vraag
Mag of moet de rader ran een gezin,
die tegenorer dat gezin plichten te rerrntlen
heelt, zijn leren wagen om een roekeloozen
jongen te redden?
Antwoorden op die vraag kunnen worden geadres
seerd aan de Redactie van ons biad, Groote Houtstraat 53,
en zuilen in een der eerstvolgende nummers, zonder ver
melding van de namen der inzenders, worden medegedeeld.
Van ongeteekende antwoorden kan evenwel geen notitie
worden genomen.
DE REDACTIE.
DIT NUMMER BESTAAT UIT
VEERTIEN BLADZIJDEN.
EERSTE BLAD.
AGENDA
ZONDAG 26 JANUARI.
Vereenigmg: BemedüeamTus Domino,
Juibillé-Conoert, 8 uur.
Brongebouw: Vereendigde tooneelMis-
tem: Genoveva van Brabant, 8 uur.
De Kroon: BioscoopvoorsteLLing Fa-
tfhé Frèrea, 8 uur.
KI. Vereaniging: .Specialiteiitemvoor-
etellling. 1\ uur.
MAANDAG 22 JANUARI.
Schouwburg: Italiaansdhe opera:
Cao-men, 8 uur.
De Kroon: Bdoscoopvoorateillliihg Pa-
thé Frèrea, 8 uur.
OM ONS HEEN
No. 681.
De Werkloosheid ia vroeger
tijden.
n.
We hebban in het vorige artikeltje
gezien, dat werkloosheid in den ouden
lijd en iin de middeleeuwen., zij het
flam ook om verschillende redenen,
wel degelijk aanwezig was. Toen in de
zestiende eeuw in Engeland een laken
industrie ontstond, die sued toenam,
ging daarmee al spoedig een belang
rijke werkloosheid gepaard. De lamxL-
hêeren vonden het namelijk voordee-
liger om schapen te houden, dan den
landbouw te beoefenen. Waar vroeger
talrijke boeren bun brood gevonden
hadden was nu één schaapherder vol
doende. „De schapen", zoo Waagt
Thomas Morus, die in diezem tijd leef
de, „zijn ran zachtmoedige dieren
verscheurende beesten gewonden, die
zelfs mensohen verslinden en velden,
buizen en dorpen opeten of ontvol
ken."
Natuurlijk in figuurlijken zin.
Hierdoor werden bijvoorbeeld tij
dens de regeering van Hendrik VIEI
50.000 hiuunboeren van het land ver
dreven an daar zij in de steden niet
alen als arbeiders in de nijverheid
werk konden vinden, werden zij bede
laars of dieven. De laatsten wenden
zonder veel omslag opgehangen, de
eersten waren er weinig beter aan
toe, daar tegen hen een ware bloed
wet werd ingesteld, die hen strafte
voor een verandering van levensom
standigheden, die zij niet zedf gewild
hadden, maar die men hun aange
daan had-
Van de «es-tiende tot de achttiende
®euw was het kwaad der werkloos
heid ernstig, hoewel het op 't vaste
land meer voortsproot uit de ontaar
ding van de gilden, dan uit de ont
wikkeling der industrie. Eigenaardig
is het wei, dat men nog altijd den
werklooze aks een misdadiger bleef
beschouwen. In 1777 werden krachtige
mannen, die arbeiden konden en zes
maanden lang geen werk hadden, met
galeistraf bedreigd en in Polen wer
den werkioozen, die geen geneeskun
dige verklaring van ongeschiktheid
konden overleggen, eerst vier weken
gevangen gezet en dan tot openbaren
arbeid genoodzaakt, waarbij hun lede
ren Vrijdag bovendien nog vijftig sla
gen met de roede werden toebedeeld.
Uit deze krasse maatregelen kan
overigens wed afgeleid worden, dat tal
van. werkloozara. tot bedelarij en land-
looperij vervielen en daardoor een ge
vaar werden voor de openbare wen
ligtheid.
Imtussdhem. nam de vrijheid' van ar
beid niet, zoo als men gehoopt en
verwacht had, d/e werkloosheid' weg.
Dat vond zijn oorzaak in de catastro-
piben of crisissen, wanneer het name
lijk onmogelijk bleek te zijn, de ge
produceerde waren tot die daarvoor
bepaalde prijzen te verknopen, of het
bedrijf in zijn ouden omvang voort te
zetten. Fabrikanten en kooplieden le
den diaardoor zware verliezen, go?
raakten zelfs wel tot faillissement, in
eülk geval rawest de productie beperkt
worden, waardoor duizende arbeiders
buiten hun scihiuild' uit (hun betrekking
geraakten.
Het zou mij te ver voeren miee te
deeflen, wat in het Handwörten-
buch der Staatswissen-
schaft en, waaraan ik verschillen
de van de vermelde bijzonderheden
ontleende, bovendien nog over 't ont
staan en verloop van een dergelijiken
crisis wondt meegedeeld. Een enkel
woord noig over de zoo-genaamde sei
zoen-werkloosheid, waarmee wij op
dit oogenbiik in Haarlem hebben te
doen, de werkloosheid ondier de bouw
vakarbeiders. Toen in vroegere eeu
wen de steden nog klein waren en dus
het aantal arbeiders in de bouwvak
ken gering, bestond de seizoenwerk-
loosheid ook wel, maar had een ge
ringen omvang. Toen de steden zich
uitbreidden en legers van bouwvak
arbeiders noodig waren, werd dte
plaag van gebrek aan werk in den
winter evenredig grooter,
We zien dus hieruit, dat de werk
loosheid' geen verschijnsel *s van den
iaatsten tijd, zelfs niet van de laat
ste eeuw, maar dat zoolang als er een
samenleving bestaat, de werkloosheid
daarvan een schaduwzijde is geweest
Althans van het oogenbiik af, toen
de menschen niet meer den grond be
bouwden voor hun eigen onderhoud.
De stelling kan dus aangenomen wor
den, dat met handel en nijverheid
werkloosheid1 altijd gepaard is ge
weest, al zijn in verschillende tijden
de naaste oorzaken van de werkloos
heid ook weer andere geweest Waren
het vroeger de oorlogen, die verwoes
ting stichtten era daarmee werkloos
heid ten gevolge hadden, thans be
staat deze reden niet meer, want het
ïs inderdaad waarschijnlijk, dat door
zijn vreeselijke gruwelijkheid de oor
log tussehen beschaafde volkeren ei
genlijk niet meer mogelijk Is. Maar
daarvoor zijn andere oorzaken in de
plaats gekomen en het is dus zeker
geen al te stoute conclusie, dat ook
in de toekomst werkloosheid zal blij
ven bestaan, zooals ze tot dusver be
staan heeft We mogen nog maar ho
pen, dat ze zich tot de seizoenwerk-
loosheid bepalen zal, want wanneer
een crisis ontstond, zooals ik die hier
boven noemde, en waardoor ook de
industrie een deel van haar arbeiders
moest ontslaan, zou de ellende nog
heel wat grooter worden
Wat den arbeid in de bouwvakken
betreft staat het er dezen zomer even
min gunstig voor. De domme specula
tie in Amerikaansche fondeera, waar
aan grooten en kleinen zich in het
laatste halfjaar iin Nederland ver
gaapten, heeft de koopkracht en de
kooplust zeer benadeeld. Zelfs wrie
persoonlijk niet getroffen werden,
neigen tot voorzichtigheid m hunne
uitgaven en gevoelen allerminst lust,
om villa's of landhuizen te laten bou
wen of zelfs maar belangrijke veran
deringen aan hunne huizen te laten
brengen. Hoe de geschiedenis der sa
menleving zich in hoofdtrekken her
haalt, kan blijken uit wat op het
laatst van de achttiende eeuw in onze
stad! plaats had. „Ook toera warrem
er," zegt Henrietta Roland Holst in
haar boek Kapitaal en Ar-
'bei d, „vedem, die gaarne wiMera
werken, maar geen arbeid vonden..."
En in 1789 sprak de stedelijke regee
ring van Haarlem, opwekkend' tot mil
de gjiftera aan bu/i/tengewone koltókten,
van het dtroevig gebrek en de armoe
de, waarin zooveel honderde personen
en huisgezinnen met hun kinderen
zich bevinden."
Op de vraag, wat dan moet worden
gedaan om de treurige gevolgen van
•werkloosheid te keer en, moet geant
woord' worden met een vingerwijzing
naar de verzekering tegen werkloos
heid. Bij zijn Nieuwjaarsrede heeft de
burgemeester onlangs een daartoe
strekkend voorstel aangekondigd. Een
ieder begrijpt licht, dat het daartoe
dan ook komen moet. De uitfceeringen
I van geld, die op dit oogenbiik woav
den gehouden en waarbij zeer zeker
zooveel mogelijk de behoefte in aan-
I marking wordt genomen van hen., die
er aan deelnemen is een nood-maatre
gel en kan ook niets anders zijn, dam
dat. Als durende bestrijding der gevol
gen van werkloosheid kan een derge
lijke uitkeering nooit ernstig in
aanmerking komera. Waarom raiiet laat
ziali begrijpen. Henrietta Roilandl
Holst geeft er een antwoord op door
te beschrijven, hoe in de achttiende
eeuw werkioozen uit de hand werden
onderhouden. iZij citeert daartoe uit
het weekblad' de Borger van 1778
een en ander:
„Het werkvolk raakte buiten arbeid,
liep Ledig, verviel tot gebrek en bood
van alle zijden de treurigste en aan
doen li jkste tafereeilen vara' behoeftig
heid era ellende aan. Hunne rijke me
deburgers waren te goedhartig en mio-
dedioogzaam, om hen -in dezen jam
merlijken toestand te laten. Maar
reedis aan genietingen zonder arbeid'
en leegzitten .gewoon kozen zij (na
melijk de rijken) wederom den gemak-
ikelijksfteu weg era zoodanig een wijze
van bijstand, als t minst hun lieve
rust en gemakkelijk leven verstaren
kon."
j (En 't gevolg? De gesteuinden „ver
kazen welhaast het sober bestaan, dat
zij met niets te doen uit de bedeeün-
gen konden trekken, boven het ruime
bestaan, dat zij zich met werken zou
den hebben kunnen bezorgen. Ook zij
hielden grootendeels op met werken
en werden, evenals de rijken, die er
hun beide door voorbeeld en onder
stand den weg toe baanden, enkele,
doch armoedige verteerders'.
Zelfs kwam het zoover, dat er ten
slotte geen handen waren, die lust
hadden om dien arbeid die dringend
noodig was, te verrichten,
j Onze tegenwoordige toestanden zijn
natuurlijk anders, maar het gewaar
voor verslapping van den arbeider,
die uirt de hand wordt onderhouden,
is van alle tijden. Iedereen, van wel
ken rang of stand ook, die voortdu
rend van gaven leeft, verliest daar
door èn zijn fierheid èn zijn energie.
Lk weet, dat er onder hen, die thans
gesteund worden, velen zijn wien het
tegen de borst stuit, dat rij dden on
derstand wel moeten aannemen. Het
woord: „ik heb nog nooit de hand
opgehouden", klinkt als een pijnlijke
verzuchting van protesteerende on
macht.
Voor hen zelf en in haar eigen be
lang moet de samenleving hen om
hoog houden. Daarom is de verzeke-
ring tegen werkloosheid een dringen-
de eisch van dien tijd. Ze is ons aan
gekondigd, we wachten haar met
spanning, in de hoop dat ze 8 p e-
d i g verschijnen zal en aldius, nu dé
werkloosheid zelf niet te ontgaan is,
althans hare gevolgen zullen kunnen
bestreden worden op een wijze, <Jie
den arbeider niet schaadt ln rijn ener
gie, noch in zijn gevoel van eigen
waarde.
J. C. P.
VAN DE DERDE RUSSISCHE
DOEMA.
De werkzaamheid der Russische
Doema draagt niernands tevreden
heid weg. In de bijeenkomst van voor
zitters der Doem a-commissies, onder
lei'ding van den Doem a-president
Chomjakof, sprak deze zijn afkeuring
uit over de langzame wijze van wer
ken, waardoor niets tot stand komt.
Een soortgelijke klacht uitte Chomja
kof in een onderhoud met een mede
werker der „Nowoje Wremija". Hij
gaf de schuld er voor aan de onver
schilligheid der Doema-leden, die de
vergaderingen van de comin'ssies of
van de Doema niet of zeer ongeregeld
bijwonen. En dat waar een berg wets
ontwerpen behandeld moet worden
de begrooting, de rechterlijke hervor
ming, de uitzonderi ugswtertten, een
voorstel ter uitbreiding van het bud
getrecht der Doema, en alle Agrari
sche wetten, door de Regeeriug uit
gevaardigd die, naar Chomjakof op
merkte, niets waard zijn en geheel en
al moeten worden omgewerkt. Behal
ve deze wachten 510 wetsontwerpen
op behandieling.
Zelfs wat afgedaan is blijft liggen.
Geen der elf ontwerpen;, door de
Doema behandeld, kam naar den
Rijksraad worden doorgezonden, om
dat de Commissie van redactie, die
die ontwerpen moet doorzien, nog
geen enkele maal vergaderde. Op die
wijze acht Chomjakof werken miiet
mogelijk.
DOEM A-ONTBINDING
De beide eerste Doema's, die wel
werken wilden, werden hiertoe niet
in staat .sresteid, en ontbondende
derde Doema, het, troetelkind van de
regeering. overstelpt met wetsont-
j werpen, blijkt niet in beweging te
krijgen Moet ook deze Doema omtbon-
den worden
De „Roess" verwacht het: „Zoo de
Doema het onaannemelijk vloot.plan
der TCgeering, dat zelfs in reaction-
naire kringen wordt afgekeurd! ge
tuige de bekende woorden van Poe-
risjkewitz. door de Doema wordt ver
worpen, dan is (haar lot beslist. Sto-
lypin heeft het geteekende ontbin-
dingsbesluit in zijn portefeuille.
meldt het blad.
Ook de Octobristenleddér graaf
Uwarof verklaarde officieus verno
men te hebben, dat de Doeana zal wor
den ontbonden als de vlootvoordracht
verworpen wordt. Toch besloten de
Octobristen tegen die voordracht te
stemmen. De Kadetten hebben zich
daarvoor hij de Octobristen aange
sloten.
In Ruslland is een Doema nooit ze
ker van haar bestaan, schrijft het.
HET PORT-ARTHUR-PROCES.
Niet alleen generaal Stössel staat
terecht wegens zijn houding tijdens
het beleg van Port-Arthur, ook zijne
vrouw is als beschuldigde in hechte
nis genomen. Op aaniklacht van de
vrouw van kapitein Rutzki is me
vrouw Von Stössel gearresteerd, ver
dacht van verduistering van koeien,
die aan het hospitaal te Port-Arthur
behoorden. Zij had die koeien aelf in.
eebruik genomen, de melk voor een
roebel per liter verkocht en heit geld
gehouden. Na het einde van het be
leg had mevrouw Stössel getracht de
koeien te verkoop en.
UIT DE FRANSCHE KAMER.
In de Kamer interpelleerde de lieer
Jaurès over de Fransche staatkunde
in Marokko en de instructies, giege--
ven aan -generaal d'Amade. Jaurès
verzocht der Kamer Frankrijk te be
vrijden uit het gevaarlijke avontuur.
De beide Sultans hebben zich beur
telings verheugd in de gunst van
Frankrijk, daar wijlen dr. Mau-
champ aan Jaurès had geschreven,
dat hij de officieuse tusschenpersoon
was tussehen den minister van bui-
tenlandsche zaken en Moulay Hafid.
Minister Pichon ontkende en zedde,
dat Frankrijk voor geen dier Sultans
partij mas' kiezen en zich moet bepa
len tot bescherming der havens door
Europeesche schepen, zonder in het
binnenland door te dringen.
Toen de heer Jaurès een toespeling-
maakte op de door Delcassé gespeel
de rolvroeg deze het woord.
De hoer Jaurès kwam verder op te
gen de geheime overeenkomst tus
sehen Frankriik en Spanje, waarhij
Marokko wordt verdeeld. De heer RL
bot bestreed de oplossing van Jaurès.
Frankrijk moet, zonder zijn posities
op te geven, voortgaan met het be
schermen van landgenoot en vreem
deling, zonder tussehen beide Sul
tans oartii te Wezen. Hij vroeg op
heldering aangaande het gerucht van
een Marökkaansche leaning ten be
drage van 150 millioen. De heer Del
cassé verklaarde de geheele verant-
i woordelijkheid van de Marökkaan
sche quaestie op rich te nemen.
Frankrijk mocht niet toelaten, db£
andere mogendheden zich daar ves
tigden, wat een bedreiging voor Al
giers geweest zou zijn. Frankrijk kan
op zich zelve vertrouwen. (Levendige
toejuichingen.) De heer Delcassé ver
klaarde zich te verheugen over de
conferentie van Algeciras, want daar
door zijn gelukkige wijzigingen, ge
komen in den toestand van Europa-
De heer Delcassé werd geluk ge-
wenscht met zijn rede.
Ma and aét voortzetting.
DE TOESTAND IN iLAROKKO.
In antwoord op de afkondiging van
dien heiligen oorlog door MouLey Ha
fid, komen diageliiks groote afdeel in-
gen soldaten Marakesch binnen uit
Tafilalet era uit Zuid-Marokko.
Woensdag zijn te Tarager brieven
aangekomen van Moulay Hafid era
zijn stadhouder in Fez, waarin aan
den vertegenwoordiger van den Sul
tan, El Torres, de troonsbestijging
van Moulay Hafid wordt aangekon
digd, met het verzoek, dein nieuwen
Sultan ook in Tanger te proclamee-
ren. 4 v
De hooajere ambtenaren en notabe
len belegden hierop een vergadering,
waarin besloten werd, rioh eerst te
verzekeren van de neutraliteit der
mogendheden in deze binnenlandsche
aangelegenheid.
Een telegram van generaal d'Ama-
die zegt, dat de Fransche bezetting
van Bouz-nika voeling heeft verkre
gen met de voorposten van den
Makhzen te Kasbah-Siira.
De generaal spreekt in 'het telegram
niet over het weder bezetten van
Settat door de mehallah van Moulay
Rechid.
HET PROCES-NASI.
Het krachtige en voortvarende op-
treden van den President heeft liet
proces-Nasi tot eera gewoon proces te
ruggebracht, waaraan voor het pu
bliek niets aantrekkelijks meer is. De
tribunes zijn haast leeg. Het is te
voorzien diat het spoedig afgeloopen
zal zijn de verdedigers mogen niet
meer interrompeeren. Nasi trachtte
tevergeefs den gang van zaken te on
derbreken. <le President belette hem
eenvoudig te spreken, zegigiende, dat
hij zijn advocaten zijn opmerkingen
moest laten maken, waarop de oud
minister antwoordde „Dan moesten
wij meer in elkaar's nabijheid zitten"
de beschuldigde zit rad, op een ta-
meliik grooten afsitandJ van zijn ver
dedigers.
Ook het Openbaar Ministerie Werd
door den heer Manfredi beleefd ver
zocht zich voorloopig niet in cl)e be
handeling te mengen later zou hij
de heeren wel aan het woord laten.
Het getuigenverhoor werd ook af
gehamerd. Voor de pleidooien wor
den twee dagen berekendwaar
schijnlijk zal 8 of 9 Februari het von
nis worden uitgesproken.
Museum van Kunstnijver-
heid.
Het Museum van Kunstnijverheid
ontving ten geschenke van de firma
Wefers Bettink te Utrecht, verschil
lende jaargangen van een aantal bui-
tfr.landsche tijdschriften, op het ju
weliers-, het rilversmids-, het kick
en horlogemakersvak, betrekking heb
bende.
Daar de boekerij op bovengenoemd
gebied nog weinig werken bezat, en
dergelijke werken veelvuldig werden
aangevraagd, voorziet dit geschenk in
eene bepaalde behoefte. De directie
van het Museum is dan ook zeer er
kentelijk voor de belangrijke bijdra
ge, die zij ten behoeve der boekerij
mocht ontvangen, en hoopt, <lat het
gcede voorbeeld van de firma Wefers
Bettink navolging moge vinden.
NAAR HET CONCOURS.
Aan het dat jaar, einde Juli1, te
Baarn te houden, nationaal concours
voor Harmonie- en Fanfaregezel-
schappen, zal door het muziekkorps
Laurens Jansz. Coster" alhier war
den
EEN GOEDE MAATREGEL.
Bij den dikken mist dier laatste dia
gen had de Electrische Spoor bij de
overwegen en kruisingen tussehen
HaarlemSloierdijk waohter6 ge
plaatst.
Baden.
In het douchebadhuis aan den Kou-
deDhorn zijn in de afgeloopen week
genomen 613 baden; in dart. aan het
Leiidscbe Plein 608.
MIST.
Sedert Vrijdagavond komen de trei
nen in vertraging. Tal van telegraaf
draden riin gebroken en seintoestel-
len buiten werking.
Jubilé Concerten.
Vrijdagavond1 was de groote taal
van de Sociëteit Vcreemigirag gevuid
met een groote schare belangstellen
den in 't jubilé-comoart, dat daar ge
geven werd ter eere van tiet gouden
priesterjubilé van Paus Plus X. In do
zaal was nauwelijks eera plaatsje meer
te vinden. Op het podium had zich
een sdbarae zangeressen era zangers
van 280 personen opgesteld, leden vara
het zangkoor Benedicamus Domino,
waarvan hert initiatief tot deze feest
viering was uótgegaan, versterkt met
andere goede zangers en de beste so
pranen en alten, die in de R. K. fa-
mihën van onze stad te vinden zijn.
Vóór hert podium prijkte een groot
portret van den Paus.
De directeur van Benedicamus Do
mino, de heer P. J. van Kessei, be
klom het podium en deelde aan de
toehoorders mee, dat verzonden was
bet navolgende telegram:
Aan Zijhe Heiligheid Pius X.
Rome.
Nu dit jaar de vijftigste ver-
jaardig gevierd wordt van Uw*
opneming in het Priesterschap,
brengt hert zangkoor Benedicamus
Domino van de H. Antonduskenk
te Haarlem, Diocees Haarlem
Holland;, met instemming van
Zijn Door]. Bisschop Mgr. Augus-
tinus Cal 11 er, door eene openbare
en- feestelijke zanguitvoering aam
Uwe Heiligheid zijn betuiging-era
van liefde en stuurt vurLee gebeden
op tot God den Almachtige, voor
het welzijn vara Uwe Heiligheid.
(w..g.) ROYAKKESS,
Pastoor."
Daarop wend het navolgende oratt-
woord ontvangen:
„Eotw. Heen- Royakkers, Pas
toor van St. Antonius, Haarlem
Holland.
Zeer aangenaam is den Aller-
heiligsten Vader de door het zang
koor Benedicamus Domino toege
zonden betuiging van ki'ndierliijlke
liefde en Hij zegent U en die ge-
loovigan van ganseher harte,
(iw.g.) CARD. MERRY DEL VAL.
Deze telegrammen werden met Idla^
verend applaus begroet. Onmidldeldljlk'
diaarop verscheen, levendig toege
juicht door publiek en uitvoerenden,
de feestdfirooteur, dé lieer :Phiilii(p
Loots op de plaats van den dirigent
en begon door het versterkt. Haar-
lemsöh Muziekkorps (o.a. speelde de
öieer Kriens zelf altviool mee) de in
troductie tot de Piu® X Hymne voor
koor, orkest en harp. woorden van
G. A. A. L. en muziek van. Philip
Loots. Een frisch werkje van rijkera
klank, diat door hst koor inert toewij
ding werdl gezongen en bij de toe
hoorders een welverdiend succes ver
wierf.
Het hoofdlnummer van de muEtókuit-
voering was evenwel een ander werk
van onzera talentvoll en stadgenoot
Loots, namelijik: Tafereelen uit hert
Leven van Pius IX, waarvan de woor
den zijn gedicht d"oor eera anderen
stadgenoot, den heer Frans Vos.
Dit uitgebreide werk i)s, naar de
muziekliefhebbers weten, reedis vroe
ger in dezelfde zaal opgevoerd. De
dichter heeft door eera tekst vol afwis
seling, ook in den vorm, dén compo
nist gelegenheid! gegeven tot het
scheppen van een werk vol kleur en
afwisseling era de heer Loots heeft
daarvan dan ook ruimschoots partij"
getrokken. Mannenkoor, gemengd
koor, klein solo-koor wisselen elkan
der af era een plaats, zij het ook geen
groote, is 'ngeruimd aam sopraan-en
alt-solisten. Aam Mevrouw Rebalüo
Siewe van Rotterdam en Mej. de
Bruijn uit Keulen, waren deze par
tijen opgedragen. Belangrijker rol is
in het werk toebedeeld aan tenor en
bariton; de man voor wien de tenor
partij blijkbaar geschreven is, cfe
heer Rogmans, nam ook nu weer op
het podium plaats, terwijl een jong
zanger uit Arasterdam, de heer Karei
Butter, met de soli voor bas was be
last.
In de pauze kwam de heer Vara Kes
sei, aan 't hoofd van het bestuur van
Benedicamus Domino, op het podium
en sprak daar componist en dücfetar
hartelijk toe, waarna bij den heer
Loots, onder uitbundige instemming
der aanwezigen, een fraaien lauwer
krans aanbood.
Van de uitvoering kan niet (rodere