BIJBLAD VAN HAARLEM'S DAGBLAD
#120 PER 3 iAANDEN
m 10 CENT PER WEEK.
Rubriek voor Vrauwen
Natuurhistorische
Wandelingen
De Schijf des Dcods.
FEUILLETON
25e Jaargang
MAANDAG 3 FEBRUARI 1908
Nok754ï
DE ZATERDAGAVOND
HAARLEM'S DAGBLAD KOST
ADMINISTRATIE GROOTE HOUTSTRAAT 55.
DRUKKERIJ ZUIDER BUITENSPAARNE 6.
IN HAARLEM'S DAGBLAD ZUN
ADVERTENTIËN DOELTREFFEND,
ONZE ANNONCES
WORDEN OPGEMERKT
Huisjaponnen. M«atinée's-
Kiwierjurloan.
Hot winterseizoen in de mode na
dert zijn1 einde, alhoewel nog nie
mand onzer aan de voorjaars garde
robe denkt zoolang- 'Itagelbuiic-ai en
stortregens eiken dag afwisselen. Het
is daarom voor onze huisvrouwen de
aangewezen tijd, om voor datgene te
zorgen, "wat minder door de mode be
ïnvloed wordt; zooa's de huisjapon
nen en de kinderkleeding.
Reeds meermalen wees ik er op,
dat het aangenaam, practisch en ecor
Bcfmisch is om, wanneer men van de
wandeling thuis -komt, van toilet te
veranderen. Het is een goede gewoon.
Ie, die eerstens eene weldadige rust
geeft na een vernloeiendem tocilit en
ten slotte onze wandel- on visite-toi
letten ontzaglijk spaart, zoodat men
ze des te langer benutten kaai, door-
,da!t ze langer den glans van nieuw
heid behouden.
Een huistoilert moet, om aan het
doel te beantwoorden, doelmatig zijn
.ingericht. Men verwarre het haiistoi-
let echter ndet met de morgenjapon,
die men slechts tot na het eerste ont
bijt -draagt.
Een correcte vrouw ri-oM hare hui
selijke bezigheden zoodanig in, dat zij
behoorlijk gekleed aan de koffietafel
kan verschijnen. Als man en kinde
ren in het middaguur thuis bomen,
stemt het hun aangenaam, waEtaear
de vrouw des huizes hen. behoorlijk
.gelkleed ontvangt. Men ban dieze huis.
vjapomnen van soepel flanel, gr ova
aijde of katoen fluweel vervaardigen.
.Vooral in flanel en fluweel brengt
men mooie kleuren en allerliefste
dessins. Tte rokken, die gewoonlijk
slepend «-emaakt worden, zijn zon
der gamee-ring ze worden met ruim
te aan den bond genaaid of wed met
in gestikte hleupp looien ingericht.'
Voor de matinée's bezigt men bij
jvoorkeur het .genre empire" met lan-
|ge basques. Do halzen worden rand
lof viei-kanit uitgesneden eau met 'eon
farzet van kant of borduursel iinge-
jvuld. De verdere garneering bestaat
luit band-fluweel, een weinig borduur-
(sel of galon. Naair verkiezing kunnen
(die matiné's ook in den. Tapanschen
tvorm worden ingericht.
De reformj a.poainen mieit korten bo-
jléro, en princesse-robes kunnen even
eens als gek leed e (huisjaponnen dienst
kloenze zijn echter zonder onder
scheid van tamelijk langen sleep
jvoorzien.
De kinderjurken voor den leeftijd!
Van dirio tot vijf jaar zijn weinig of
niet 1aan de wisselingen der mode on
derhevig. Mien kleedt de kleintjes bij,
voorkeur in witte waschjurken, vani
piké of batist. Het piké garneeoTt men'
met borduursel a l'anglaise, batist
met valencienne kantjes. De rechte
Engelsche hangjuirben en de baske
modellen maken voor de kleintjes de
jeenige keus uit. Sommige moeders
houden er van de kinderen een cein
tuur te laten dragen, omdat de hang-
jurben dan kleintjes bij het spelen
vaak hinderlijk zijn, daar de ruimte
bij het bukken te veel voor die voetjes
bomt, waardoor gevaar voor vallen
ontstaat.
De meeste kin-derjurken worden
aan den onderrand met een gebor-
duurden strook gegarneerd, daarbo
ven naait men eenige ojpnaa'sels of
lingerie-plooitjes, die als verlenging
kunnen gebruikt worden en tevens
een aardige versiering uitmaken. De
ruitoe lijfjes worden met een inslag
aan de rokjes genaaid, het aanzetsel
door een ceintuur bedekt. De mouw
tjes bestaan uit korte ballonnetjes,
die met een schuifje zijn ingericht-
Moeders, die met een talrijk kroost
gezegend zijn, zullen de witte jurken
slechts gebruiken, wanneer de kleón-
jtjes uitgaanvoor in huis geven zij
.echter oe voorkeur aan wasohbaar
flanel, daar dit minder bewerkelijk
.is met strijken. Het z.g. „vyeltla" is
vooral eene aianbevelensw aardige
kwaliteit, daar het niet krimpt, noch
.verschiet of ruig wordt en tegenwoor
dig in alle lichte en donkere kleuren
gebracht wordt.
De manteltjes voor ons -kleine volk
je zijn van luine des Pyrenées, plu-
(Chette, gevoerd cadhemire, laken of
.bont. Manteljasjes behooren tot het
yerloden en men geeft tegenwoordig
de voorbeur aan losse rechte model
len, die met een dubbele knoopenrij
zijn ingericht en een schouderkraag
gegarneerd. De mouwtjes worden, met
passende handiboordjes ingericht.
CORRESPONDENTIE.
Mevr. d» B. v. V. Als de a. s.
jbruid een mooie slanke taille heeft,
joinder bepaald lang te zijn, kan ik U
,,de robe orinoeSse" voor het bruids-
toilet ten zeerste aanbevelen. Het is
zeer nieuw, de japon met een smal
le voorbaan in te nichten, en aan die
Jünkervoorzijde die sluiting op on
zichtbare wijze aan te brengen. Een
inzet en mouwen van geborduurde
tulq, afgewerkt met entre-deux en
oranje-bloesem .gegarneerd, vormen
een mooi geheel. Het aangewezen ma
teriaal is ivoor-kleurig,o liberty zij
de en tule of kant voor den bruids
sluier. De rok van het kleed behoeft
geeauerlci garneeriiag.
MAREE VAN AMSTEL.
De weg naar Bloemendaal boodi al
voldoende, om met mist en koude vre
de te sluiten. Toen links af, den weg
achter het iBloemendaalsche (boson
om.
Wat was die prachtig. Daar stan
den zij in lange rijen geschaard, de
boomen, met hunne nu niet meer
naakt-strakke armen. N/iet somber
zagen zij er xneer uit. Natuur scheen
medelijden met hen gehad te hebben.
Zij sahonk voldoening voar dein verlo
ren zomertooi In 'betoovenende ge
heimzinnigheid' had zij den weg ver
anderd in een stralenschietende gang
uit eendroornenpaJeds.
Geen wteemoedlgediadhten wekten ai}
meer op, de anders zoo sombere talk-
ken, zwaar torsende nu hun. edelen
last van fonkelend edelgesbeent, maar
ook geen doordringend jeugdgevoe]
doorstroomde mij
l Want geen Lentegeruisdh deed de
twijgen zacht deinen, geen helder op
klinkend vogelgezang kwam uit teer
groene blaadjes. Het was geen jonge
voorjaarsschdrttering, bijna dwingend
tot juichen en «dartelen,
j Deze praal Was eene, die bewonde
ring en eerbied' afdwong, die ons deed
gevoelen onze eigen kleinheid:,
i .Schitterend' twarem d)e altijd groene
heesters in het nieuwe Meedl.
I De aan twee zijden geplaatste naal-
(den van den Taxoiis waren afgezet
met fijne kristallen, waamdb-or die re-
IN EN OM HAARLEM.
CC,
„Bror... wat een weer, het is om
ziek te worden. Ga je nu, terwijl het
zoo koud en damjpig is, nog een wan
deling maken?"
Deze weinig opwekkende woorden
werden mij. toegevoegd door een mij
ner kennissen, dien ik juisit ontmoet-
jlte, toen ik op weg igirag, om enkele,
.mij zoo lief geworden plekjes, in: den
omtrek van Haarlem, in hun ongelwio-
nien tooi te gaan bewonderen..
Genoemdie kennis liep met opgetrok
ken .schouders en omhoog geslagen1
kraag, terwijl zijn handen diep in de
zakken waren verborgen.
Dit alles vond ik heel gewoon, maar
dat hij1 de zooveelste was, die zilch
wieinig scheen te bekommeren om het
mooie, dat nu buiten te zien was, zie,
dat vohd! ik te betreuren.
Wisten de meesten dan niet, dlart,
terwijl de boomen langs straten en
grachten zoo'n sprookjesachtig kleed
aan hadden, wisten zij niet, dat «Ut
buiten nog veel beter uitkwam, waar
aililes meewerkte om het effect ite ver-
hoogen?
lik geloof het wel, maar ik geloof
ook, dat de meesten zich de moeite
van een wandeling niet wilden ge
troosten.
En tooh, ik zelf 'heb weer ondervon
den, dat de moeite ruimschoots werd
beloond.
I Na het korte gesprek was ik flink
j doorgestapt
„Waar was de wandeling naar toe?'
vraagt ge. Waar zou men anders
heen gaan dan naar den duinkant roet
zijn schilderachtige glooiingen, ro
zijn afwisseling van hooggeboomte en
laag struikgewas?
j Zoo spoedig mogelijk wilde ik daar
om in Bloemendaal zijn. De „electri-
sche" wist daar raad op en binnen
weinige minuten was ik „buiten".
gelmatige bouw nog beter uitkwam.
.De isltékehge iwiib-hoomaJchltiige toüaidt
randen van den HujLst waren schuld
gegaan onder een kortstondige omi-
zoomiing van Me ine schdtrtieirvoinikjes.
De eigenaardige golving dtar blade
ren kwam dies te heter uit}, hieit don
kere groen wernd leendgszins gjehnolkem
door de Witte 'omiijiuiing. De takjes bo
gen.' een iweanig door.
•Wat woniderüiijlk toch! (Diile schijn
baar zoo broze twijgen nijgdien nn.
slechts eiven ondier «Den kostbaren last.
Zij. schenen en iwefl. op bemekeoidi, die
Steeds 'aangroeiende, fomked-iprilsma's
tie dragen. iSdedhit® het maaksel van.
1 dlerni menschi, hot over heel de stad
gespannen warwair-net van dp^dleh
was niet sterk genoeg voor een. zoo
j schitterend! gewicht. Het' leek bijiuai
een waarschuwing, om niet tie hoog-
moedig te zijn,, om ndiet te Veosmierteü1
ziich heer der schepping te noemen.
Zoo mijmerend was ik aan den steil
oploopenden, weg naar /Koningi'nue-
.duiin" gekomen.
I Wed was m'ijh geringe moeite en
weinige dJooaxzetitiingskiwM .genoeg
i beloond, maar toch, ik verlangde mog
meer.-
j Een uitzicht van hlet hoogste punt
af beloofde mog veel.
En wehkelaj/k Een. nog majestueuzer
beeld '\"ertoonde zich aan mijn oog,
I toen. ik van dezen duintop af het rein;
witte landschap, voor zoover die nevels
het toelieten, overzag.
'Ben oogenblak hadJ ik het op mijn
wandeling jammer gevonden', dat de
zon niet aide® met hare gouden stau-
len overgoot, dat zij niet aides deed
tintelen.
Nu echter vond ik tiet beter zoo.
Het was meer bij tiet indrukwekken
de van (het landschap passend', dat de
liichtgrijzende dampen het geheel wat
versomberden
Zij hingen zoo plechtig st*d tusschen
die boomgroepen, zij verwaasden tiert
verschiet, dat onzichtbaar vervloeide.
'Dichtbij, daar in die diepe vallat,
groepeerden zich enkele sparren,
waarvan de langzame buiging dier tak
ken nog heter uitkwam. Zij werden
geflankeerd door dun gertwijjgde ber
ken dia (zdoh met hare lichtgrijze
stammen thuis voelden in die witte
omgeving.
Enkele kleine zanigers als mee2an,
boomkruipertjes en ee>n enkel wfln-
terkjonankje vlogen van struik tot
struik. Zij schenen liever maar die
naakte takken te zien, daar het moei
lijk te bereiken voedsel nu bijna ge
heel verborgen was
Nog enkele oogenblikken bleef ik,
staan. Diepen indruk had het op mij-
gemaakt, dat geheimzinnige in de zoo
wondervolle natuur. Waarvoor was
dit alles gevormd?
1 Zou alles een doel hebben?
I Waarvoor dan deze ééndagsschat-
fen?
J. STURING.
VRAGENBUS.
I Den Heer V. te H. Uiw vraag
kreeg ik te laat voor de vorige week,
dus daarom nu. Wat dat door U ge-
i vraagde werk betreft, dat bestaiait
niet, 't zou ook te duur worden,
j Wel iis er ean werkje: Onkruid wan
den heer v. Eeden, waarin omtrent
de wilde Flora om Haarlem heel wat
te vinden is. Neemt u daarnaast een
geïllustreerde f'lora van Heuikels,
dan bereikt u al voor een groot ge
deelte uw doei. En mocht u omtrent
deze of gene plant twijfelen, dan zal
de Redactie van Haarlem's Dagblad
met hare medewerkers u wel helpen.
Wat uw tweede vraag betreft, voor
het verplanten van Toorts; Idlart gaalt
zeer goed1. Hoe voorzichtiger de plant
gerooid' woirdlt, hoe heter ze zal bloeien
Den Heer H. te H. «Uit uw brief
zag ik, dat u nauwkeurig een en an
der uit den vorigen brief hebt nage
gaan. En uw vraag in verband met de
er bij' gevoegde omjstandighedd om
trent het nieuw samenpakken van
sneeuw beneden 't vriespunt, deed
me zien, dat u over «een en ander 'hebt
nagedacht ook. Door het samendruk
ken zouden iwe sneeuw zelfs «kunnen
laten smelt/eau.
(Aan die met rijp bezette takken nu
gaat de afkoeling verder en de in de
lucht zwevende waterdamp (ook bij
lagere temperatuur) zet zich daaraan
laf, op deaelfde wijze zooaflis die eerste
waterdamp het aan de takken dieed.
Ze vriest er dus eigenlijk aan vast
zoo als de ijskristallen, die zich op de
«oppervlakte van het waiter aan elkaar
hechten.
J. STURING.
Het gebeurde ten tijde van Olivier
Cromwell.
Zijn protectoraat was een der
glansrijkste tijdstippen in de gesel
idenis van Engeland, maar, alvorens
heerschar te worden, week Olivier
Cromwell, zoo bekwaam als eerzuch
tig, niet terug voor de wreedste straf
fen, die hij personen deed ondergaan,
die hem den minsten tegenstand durf-
dlen bieden.
De kolonel Mayfaüd was de jongste
officier van dien graad in het leger
der republiek; hij was slechts dertig
jaren oudhij maakte verschillende
veldtochten mee zijn moed en zijne
dapperheid deden liem de achting
van allen uturnenhij moest gelukkig
en trotsch. wezen. Wat is hem dan
overkomen Waarom die droevige
en neerslachtige gelaatsuitdrukking?
Het was winterde nacht was ge
vallen buiten heerschtem storm en
duisternisbinnen eene weemoedi
ge stilte. De kolonel en zijne jonge
vrouw, hand in hand voor het ka-
mervuur -ezeten, hadden het onder
werp van hun verdriet uitgeput. Zij
hadden samen gebedien en nu bleef er
hun .slechts éen ding te doenwach
tten. Niet heel lang. ongetwijfeld. De
Vrouw beefde wanneer zij daaraan
dacht.
Zij hadden slechts één kind., een
klein meisie, Abbv. zeven iaren oud.
hunne lievelinge. Zij kwant, als alle
avolnden vóór het slapen gaan, hare
ouders omhelzen.
Drogen wij onze tranen uit lief
de voor ons kind;, had de kolonel ge
zegd. Dat zij niets merke.
Een lief klein, blond meisje, met
krullende haren, keek al glimlachen -
d)e door de op 'n kier staande deur
naar binnen en. blii hare ouders te
zien, kwam het huppelende naar hen
toe. Zij klauterde op die knieën baars
vaders, die, haar tegen den boezem
drukkende, 'haar hartstochtelijk
kuste.
Vader, vader, kus mij zoo nöet,
gij doet mij pijn
Zij wilde wegloopen, maar haar va
der hield haar in zijne heide ar
men, zeggende
Neen. neen, ga niet weg, blijf op
mijne knieën. Ik vraag u vergiffenis
voor 'de pijn, die ik u onbewust deed.
Wat moet ik doen om die te beko
men
In een ooigjwenk was het kind we
der vroolijk en lachte. Met haar
hoofdje de wang haars vaders druk
kende, vroeg zij hem eene vertelling.
Luistert
De ouders hielden hun adem in en
luisterden. Ondanks het huilen van
den winxi. hoorde man in de verte
voetstappen, die naderbij kwamen,
nog dichter, zwaarder, lichter en ein
delijk wegstervend.
De kolonel en zijne vrouw ademden
diep als warenzij een gevaar ont
snapt.. Dan zeer rustig
Gij vraagt mij eene vertelling,
Abby, eene zeer vroolijke zeker?
Wel neen, vader, vertel integen
deel eene droevige, zeer ware ge
schiedenis. die ons «dóet beven als
ware zij echt. Moeder, kóm wat «lich
ter en geef mij uwe IhJamd. Begin nu
maaT, vader.
Eens waren er drie kolonels. Tij
dens een veldslag hadden zij een in
breuk op de tucht gedaan. Men had'
hun 'bevolen een aanval te veinzen op
eene sterke vijandelijke stelling, ten
einde de tegenstrevers langs een kant
op te houden en liet republikeimsche
leger tijd te verschaffen om den af
tocht te blazen. Maar in hunne geest
drift leverden de drie kolonels wer
kelijk slag en overwonnen. De opper
generaal, hun geluk wensehende,
was echter zeer verstoord over hunne
ongehoorzaamheid. Hij beval hun
naar Landen te komen, waar zij zou
den gevonnisd worden.
De oppergeneraal, dat is Croïro
well, niet waar, vaider?
Ja.
Ik ken hem wel, ik heb hem al
gezien. Wanneer hij voorbijrijdt op
zijn .groot paard, aan het hoofd zij
ner soldaten, zijn de liederr bang,
maar ik niet, (hij blikt meit goedheid
op mij neer.
Lieve kleine ekster 1.... De koQó-
nels zjm dus te Londen, gevangen op
hun eerewoord; men bet hun toe
hunne familiën een laatst vaarwel t'e
«wenjschen.
Luistert!....
Zij luisterden 1 Nog voetstappen....
Dezen keer noig verwijderden de voet
stappen zich. De moeder legde het
hoofd op den schouder van den echt
genoot, om hare bleekheid te verber
gen.
Zij kwamen dezen morgen...
De oogen van het kind sperden zich
wiid open.
Maar vader, het is toch eene wa
re geschiedenis
Ja, liefste.
Ohhoe gaarne zie ik u, veder.
Vertel maar voortMaar moedor, gij
weent, waarom dan, zeg
Niets, niets, mijne kleine, ik
dacht aan... aan kle arme famiMën.
- Ween toch niet, moeder, hert zal
wel goed eindigen, gij zult het rien
Eb don, vader, waar zijn zij deze*
morgen "-eweest
- Eerst werden zij naar den To
wer (geleid, alvorens men hun toeiiei
nog eei\s naar huis te gaan. In desn.
Toweir nebben dë rechters hun on
dervraagd en schuldig bevonden,
waarna zii alle drie. ter dood verwe
zen werden.
- Hoe boosaardig. Lieve moeder,
gij weent no(g. Ween niet, wanrt zij
zullen niet sterven, gij zult zien. Maar
vertel ons nu bet laatste gedee3Ce*
vacüer.
Ik moet eerst nadenken.
Dat is niet noodig, gij kent im
mers die eeschiedeniSi Kent gij ook de
drie kolonels
Ja. kleine.
Ik wilde ze ook wel kennen ik
zie gaarne kolonels. Zij zouden "Wei
Willen, dat ik hem olmhtelsde, is
niet, vader?
Eén hunper zou dat zeker gaar
ne willen, antwoordde de kolonel mei
stokkende stem. Omhels mij voor
hem.
Ja, en ook voor de twee anderen,
want wanneer ik hem zag, zou ik
hun zegjgesiMijn vader is ook een
zeer dappere kolonel, dlie juist het
zelfde zou gediaam hebben als gij, dat
is geen schande. Gij hadt volkomen!
gelijk, ziedaar.
„Luistert!.... Luistert!...
De wind Neen
In naam van den lord-generaal,
opent
Vader, het zijn soldaten, Laat
mij, laat mij', ik ga ze doen binnen
komen.
Zij liep sniel naar de deurdie zij
igacnsch openwierp, roepende
Komt binnen, komt binnen
Vader, vader, het zijn grenadiers.
De soldaten kwamen binnen, met
opgestoken wapens de officier groet
te, de kolonel rechtstaande, gaf d'eöi
groet weer. Zijne arme vrouw, roaasl
hem, heel bleek, verborg zooveel mó
gelijk haar verdriet. Het kind nag
toe,, verwonderd'.
De vader omhelsde langdurig zijmte
vrouw, dan zijne dochter.
Naar den Tower, voorwaarts,
marsch
Dan verliet de kolonel liet huls,
vooraar de soldaten.
Oh moeder, wat is vader schloon,
wat glaat hij goedDus, hij begeeft
zach naar den Tower, hij gaat btj
ben, hij....
Arme kleine, kom in mijn» ar
men1, kom.
Des anderen daags "e morgens wai
de arme moeder niet in staat haajr
bed te verlaten. De kleine Abby, be*
bevel ontvangen hebbende buiten te
spelen om hare moeder niet te wek
ken, kwam op straat, vermaakte zich
e enigen tijd op den drempel en dachÉ
dan dat zij goed zou doen haar va
der te gaan verwittigen wat er te
huis gedurende zijne afwezigheid
voorviel.
Een uur later was de krijgsraad
ver«eenigd in tegenwoordigheid vaa
den lord-sreneraal.
Wij hebben hun gevraagd, zeida
eecn deur rechters, hem te kiezen, dia
sterven moet, maar zij weigerden.
Het gelaat van dien. protector ver
somberde.
Zij zullen niet allen sterven,
sprak hij. Het lot zal beslissen- Haal#
ben, en ^laatst ze in die kamer, zij
aan zij, met het gelaat naar den
muur, de handen op den rug. Ver-
Naar bet DuitscV,
Ik verzoek u alles walt ik zei, pre
cies op te volgen, zei Dr. Rolling tot
juffrouw Hartung.
Opstaand keek hij naar de deur
ivlak tegenover bet bed. Op den drem
pel stond een vrouw, een lange, slan
ke gestalte in 't zwart gekleed met
een bleek angstig gelaat.
Bij het zien van die zwijgende ge
stalte ontglipte den arts een uitroep
■van verbazing. De bedroefde oogen
der vrouw waren met een smeekende
uitdrukking op hem gericht, een uit
drukking die men niet verkeerd kon
■verstaan,
Trevor keek hem verwonderd aan.
Hij had zijn groote ontroering opge
merkt.
Wat heb je, Julius vroeg hij.
Ik niets. Ik zalg alleen daar
ginds aan dè deur een dame, mis
schien de moeder van bet kind.
Trevor ging de woonkamer binnen.
Ja, bet was Harma Lyndon met een
gelaat nat van tranen.
Stel u toch alstublieft gerust,
mevrouw'riep Trevor, Alles gaat
goed. Julius verzekert, dat de kleine
over eenige dagen al heelemaal beter
zal zijn.
üoddank snikte Hanna. Ik kon
bet henoden niet meer uithouden, ik
moest hooren, wat die arts gezegd
had. Wil u hem zeggen, dat ik hem
van ganscher harte bedank.
Mevrouw kan verzekerd zijn, dart
ik blij ben haar «ean dienst bewezen
te hebben, zei Dr. Rolling luid van
den dnemnel af.
Ha una Lyndon snelde naar de deur.
Dr. Rollins- stond op het donkere por
taal. Het volgend oogenblik had zij
de 'hand van Dr. Rolling gegrepenen
(haar in hevige ontroering tegen haar
lippen gedrukt.
Ja, morgenochtend: zal ik tegen
acht uur nog eens naar de kleine ko
men zien. Om negen uur ga ik weer
naar 'Londen terug. 'Goeden nacht,
mevrouw
Ook Trevor nam afscheid van me
vrouw Lyndon met die onaangename
overtuiging, dat na het herstel van
het kind zijn omgang mat de sdhoo-
na zangeres weer uit zou zijn.
Nu, Julius, begon hij, zoodra zij
het huis verlaten hadden, hoe denk
je over haar?
Zij is heel mooi. Meer kan ik
na zoo'n korte ontmoeting niet zeg
gen, Het doet mij van harte leed;, dat
zij zoo verlaten en zonder bescher
ming in de wereld staat, maar...
Maar wat?
Naar mijn idéé is het verstan
digste, neem het «enigste, wat je
doen kunt haar te vergeten.
NooitWaarom zou ik haar wil
len vergeten, Julius
Omdat alle omstandigheden er
op wijzen, dat zij geen geschikte
vrouw voor ie is. Een zoo bekoorlij
ke vrouw zou zeker zoo'n terugge
trokken leven ui et lijden ik spreek
niet van haar loopbaan als zange
res want het is heel natuurlijk, dat
een vrouw met zoo'n mooie stem be
gaafd', dat beroep kiest, als zij ge
dwongen is, haar brood te verdienen
als zij er geen bepaalden reden
voor had om zoo de Wereld te ont
vluchten. misschien wel een of an
der droevig geheim uit haar verde
den, of wei een niet weer los te ma
ken band die haar verhindert nieu
we betrekkingen aan te knoopen. Zij
weet, dat jij een flinke, goedharti
ge man bent, rijk en onafhankelijk
en haar bijna slaafs genegen, en tooh
wil zij van ie aanzoek niets weten.
Dat zou zij nooit- doen, als zij vrij
was. Geloof mij, daar steekt ietjs ach
ter, iets, dat je onmogelijk uit den
weg kunt ruimen". Laat je waarschu
wen, Gottfried, «nu het nog tijd is.
Ik zag je voor een beter men-
schenkeriner aan, Juli us ik zali
nooit van deze vrouw afzien.
Je Wilt mijn raad, en ik geef je
dlie, kalm. zonder vooringenomen
heid miin verstand, niet mijn ge
voel, wees mij daarbij den weg. De
ze vrouw heeft blijkbaar een minder
mooi geheim te verbergen, en jij bent
niet de man om zoo iets over het
hoofd te 7ion.
Ik zal haar nooit voor minder
goed en edel houden, dan zij mij op
dit oogenblik toeschijnt 1 Wat brengt
je er toe te vermoeden, diat haar ver
leden een minder waardig geheim
zou verbergen
Nog eens, Gottfried, laat je
waarschuwen, trouw geen vtrouw,
van wie ie zoo weinig weet als van
Hanna Lvndon.
Je meent het goed met mij boste
vent, daaraan tijfel ik niet, maar als
zij er morgen in toestemde mij to
trouwen zou ik mijzelf gelukkig prij
zen en trotsch zijn op de g-roote on
derscheiding.
Terwijl Dr. Rolling den volgenden
morgen naar Hanna Lyndon ging,
ging Trevor naar het station, om
hem daar af te Wachten.
Tk was al hang dat je den trein
zondt missen. Julius, zei Trevor, toen
zijn vriend nog juist op tijd aan
kwam. Nu. welk nieuws breng je
De kleine Lydia is beslist op
den weg van beterschap.
Ik vroeg je niet naar het kind.
Zeg mij liever, hoe je vandaag over
de moeder denkt.
Precies zooals gisteren; zij is
een mooie vrouw, maar haar verle
den wordt door een treurig geheim
verduisterd.
En blijf je mij nog altijd voor
haar waarschuwen
Nog altijd Heb medelijden met
haar, dat haar zoo'n moeilijk lot is
beschoren, maar mijd haar gezel-"
schap
Je bent een edelmoedige raads
man riep Trevor met een bitter
lachje. Je bezoekt vandaag geheel
overbodig het kind om de moeder
nog eens le zien, en komt bij mij
met een' gezicht zoo bleek als het
verraad zelf.
Gottfried
Omdat ik overigens je «waar
schuwing niet ter harte denk te ne
men, is zij zonder (beteekenis voor
mij.
De trein stond op 't punt van ver
trekken en Dr. Rolling nam plaats
in een coupé tweede klasse.
Neem het mij niet kwalijk, Ju
lius verzocht. Trevor, je moeit mijn
woorden vandaag niet zoo precies
nemen.
De trein stoomde weg. Trevor whs
heel ontevreden op zichzelf.
Hij heeft misschien gelijk, rei
hij tot zichzelf, maar waarom bSeei
hij zoo lang bij haar em waarom zag
hij er zoo ontroerd em peinzend uit,
toen hij hier aankwam
HOOFDSTUK Vin.
De toestand van Damkraar Wilburg
was er niet op verbeterd. Het alge
meen verval van krachten was al
zeer toegenomen, voordat de erige*-
zimüge, oude man kon besluiten cc
eten deskundige van op de hoogte te
stellen.
Een poosje na'dat hij den raad va*
Dr. Rolling had ingewonnen zat da
zieke iederen avond voor den haar*
em vertelde van zijn jeugd en aïler-
ltei "ondervindingen uit later jaTc*1,
maar nooit van .zijn op de wereld
rondzwervenden zoon. Toem kvram
er een tijd. waarop de oude main ziek
te zwak voelde zijn slaapkamer t»
verlaten.
De zomer had voor de lente plaat*
gemaakt en in de Shadrackstraa#
en haar omgeving was 'het onver
kwikkelijker dan ooit. Voor Dr. Rol
ling was het een groot genot het kali-
me, koele spookhuis te bezoeke*
(WoTdi varvotgd).