Stilzwijgend laadde men die karabij nen. Toen sprongen op een toeken van kapitein Géreanx de man nee over die anfupen op de binnenplaats, aan alle zijden tegelijk, en snelden in looppas op de Arabieren toe. Op hetzelfde oogenhlik wenkte in 3iet Arabische ik&mp Abd el Kader vootr zijn tent gezeten, den laatsteen leven den krijgsgevangene, die te midden zijner ondioafde kameraden zat te mijmeren, tot zich. Vervolgens riep (hij zijn tolk en sprak tot hem. De tolk vertaalde: Hoe beet igij? itoUanfcL Zïyt gij hoornblazer? Ja. De emir wü, dat gij den tarujg- todht blaast voor de kartbiniers, die daar juist den tempel hebben verlaten. Er is geen o ogenblik te verliezen. Ge hoorzaam. De hoornblazer was een jonge man van twintig jaar. Over de lichamen van Duoertre en zijn kameraden heen stappend ging hij zijn hoorn die naast hem gelegen had, balen. Toen hij terug Jawsim, (had zijn ge laat een geheel andere uit drukking aangenomen Hij keek naar de aan snellen! ia karabiniers en terwijl Abd el Kader hem met bliksemde oogen aanstaarde, bracht hij zijn instru ment aan den mond en blies voor die handvol dapperen, in plaats van den terugtocht op luid schetterende toon den aanval. De held leeft nog Van de -vierhon derd vijf en twintig dapperen der af- deeïtng van luitenant-kolonel de Mom- tagnac ontsnapten er elf op wonder bare wijze aan de slachting. Een dezer elf was Holland. Sedert 1847, woont hij, vergeten door de wereld, in een dor*p van Au- vergne. /eer behoedzaam stuurde kapitein van drinken to ooitrien. Een weinig Masters zijn stoonü>oot in de richting lialite wijn met water- -Vericwikto baar van het vreemd© schip, langzaam spoedig. Zij kermdie, dronk nog wat wend de afstand tuBscheui hen minder van het mengsel, en zag op de bewe en de romp üawam in 't gericht. Zij, ginglooze gestalte nadst haar neer. due 7,'ch op de Stooa&oot bevonden, Iets als een efK'elig gekreun ontsnapte konden rien, dat 't een lwuk was, die haar. zeer diep in T water lag en zwaar Roper bukte zich en onderzocht den van den stiann te lijden had geiiad. man, die blijkbaar een moorddadige® Lek geworden, aed de kapitein, (overval bad doorstaan, want erkleef- Ook schijnt het veriaten te zijn, want de bloed aan zijn gelaat en kleeren. ik ik an nergens een levend wezen Naar zijn uitrusting te oordeaten, .ontdekken. Zoo dkvt toet geval is, \v»e i moest hij de kapitein van de bank ge- kan dim die bel geluid hebben? veest zijn. Er was ook niet aan te Sti llig, dat er iemand is, s>r„ j -twijfelen, dat .hij de vader van hot Het geheim van de Mary Rose bVachlt mr. Rojxv in het midden, d:e do bank met zijn kijker carder zocht. Waar vroeg de (kapitein. Aan den achtersteven, sir, hij rit iterrgolnirfct, mei den rug naar ens toe. Hij ziet ons niet. Dun zullen we het hem laien hoaren, zei de kapitein, en zijn hand aan den- mond zettend, schreeuwde hij „Bara, ahoy I" De gedaante aan den achtersteven l>ewoog rich en richtte zich een wei nig ou. Het hoofd werd langzaam naar hen toegekeerd, en zij- ontwaar den den bleek, starend, jongensach tig gariet u. Zij zagen, dat hij bij de sc heepsbei zat, en blijkbaar was hij hét, die bij tusschenpoozen die droef geestige tonen had doen weerklin ken. Zij stonden toe te zien, elk ooglen- blik iVnwaelttende, dat ze hem met een (kreet van vreugde zouden zien Opspringen. Maar hij deed nieLs van dien aard. Hij zat als versuft staarde naar hen, zonder de minste poging te doen om zich op te richten of hun geroep te beantwoorden. .Daar rit Lets vreemds in dat al les, zei kapitein Maaters. Dit is mis se hieat wel het zonderlingste, dat ik ooit op zee heb bijgewoond. Ge moest maar een boot uitzetten, Roper, gaan zien, hoe we dat verklaren moeten. Die knaap aan eten achter steven ginds is misschien in staat u er lots van te vertellen. Roper, oen knap, jong officier met sn innemend gelaat, snélde vam de brug naar beneden e-n maakte haas tig een der sloe pan aan stuurboord zijde Iets. Zich er in af latende, plaate Ste hij zich aan den voorsteven, en werd naar de lek gewordieoi bark ge voerd. Dié naam aan den voorsteven duidde aan, dat liet de Mary Rose" van Glangoor was. Toten die sloep op zij van het vaax- >**£1 Z* lui» kwam, sprong hij aan boord, en ua' ,an' zei de stuurman, toen de ha- MAyA mw hPt. v/ifhtim a™v pitem boven op do brug kwam. Door den mist heen hoorde ik zooeven oen -geluid als„t-o-n-g". aan, Hot gericht van zijn betrokken, iZijn nette, forse he, fiere, vierkante lC-o]-aat. ziin hcrezoniken oneen. snelde over het vochtige, gladde <tek naar achteren. Toen hij den achter steven; bereikte, hief de knaap heft. hoofd op en staarde hem onnoozel meisje was, want haar droefenis was erbarmelijk, zooals hij 'haar daar bleek en roerloos voor ziel» zag De man ademde nog, ofschoon zeer zwak on schier onmerkbaar. Roper wanhoopte er niet aan hem nog te- redden, hoewel de dood nabij was. Hij tilde het hoofd van den vloer op, bevochtigde zijn verdroogde lip pen en goot wat brandewijn doorzijn keel. Ziende, dat de gewonde eeu we» nig bijkwam, verdubbelde hij zijne pogingen, terwijl het meisje angstig naast hem zat en zooveel hulp ver- Leende, als haar mogelijk was. Terwijl Roper aldus bezig was, hoorde hij opeens een beweging drukte op het voorste gedeelte" van het schip. Hij vernam iets als oene verwoede worsteling. Onsamenhangende geluiden, een ■geschuifel en getrappel van voeten, en toen een woeste, ijselijko lach. Wat is dat ito eg hij adem loos Het arme meisje rilde en beefde he vig. Haar oogen rolden van vrees, en zij scheen door aan hevigen sciirik te zijn aangegrepen. O, de mannen, de twee mannen, kermde zij. Wat voor mannen De stuurman en de andere. De stuurman van deze bark. Ja. Roper maakte aanstalten om naar liet dek ie snellen, teneinde* de zaak te onderzoeken, doch het meisje deed wanhopige pogingen, om hem te we r- houden. Ga niet, o, ga miert., riiep -zij. Ze zijn krankzinnig. Ze zullen u doodien. Ze zijn ruw© spiritus gaan drinken, tc-en het -water op was, en dat heeft hun krankzinnig gemaakt. Zij wu rm het.... Daar het geraas aanhield, verliet Roper haastig de kajuit n snelde k-n meer dood dan levend, totdat vijf dig© uitdrukking. Fireihesng hemerkte, vreemde matrozen uit hot ruim ge- dat lüj twee zwarte bakkebaarden kropen waren. Alten droegen de apo- drueg. ren van ©en ruwe behandeling zoo- De man ring voorbij én- Freiberg wiel als van de vroeseflijke ontbeidn- trad haastig eenigie pussen achteruit, gen, die zij verduurd. htuMéiu Ze wc.-1 Zog- eens, vroeg bij Goudsmid, ren Mij'kixitir r»> Inge wijze in be )loM u iemand In iwtrouwem ge- dwong gehouden, ui het uum gadre-Domen «eg ea ukli i's ongeslotennMmo? vroeg Goudsmid Kopers eerste werk was hen van bluft voedsel en drinken te voorzien, want tv>^« de arme 'kerels kwanten van gebrek I - f? d om. Twm begon hij ben te outern-a-lteetoK hobt «^aan ym da gBgÜ» ver gen en vernam -weldra li unite lotge vallen. Do bark, zoo verbaakten ze hem, was op weg naar huis met een lading waarmee u rnii zooevan vereerde j Maai-, 'hioo komt u er bij, r'tep Goudsmid uit. Waar dank j© aan. waarde vriend Niemand behalve wij timmerhout. De schipper, kapitein tweeën heeft er -e©n flauw idee van. COTO-ich, was voor oei, «-«toette eige» AUecn m'J" procuratiehouder Weel naar vair het vaartuig, en het was.*e's van bruianten ring. der bemanning Iwkenii, dat lüj opj Dn hoe ziet die eir uit? deze bijzondere reis een aanzienlijke—Wie? som gelds aam boord had. j Wel. uw procuratiehouder. De stuurman Rankin was een snoe^; Hoe hij er uit ziet? Wel, zooals ver, en de groot© schrik der vreemde SÜ -- zooals ik... De rechtschoipen- zeeliedonhetzelfde gold van dealan-beid in persoonWaar denkt ge aan? gunscheepstdnuneatman, den man metj Heeft hij zwarte bakkebaarden? tvrêen Roper had gevochten. Die twee Wel neen, grijze heeft 'hij wiit- waren dikke vrienden en de matrozen i.o eigenlijk. Maar "hoe komt u er toch hoorden hen een plan beramen, om bij den kapitein te beroove-n, voor zijWat scheelt er aan Hebt u land in zicht kreg«*n. i Iemand -trerieriL dien u verdenM... Zij werden eclvter door een stoim,Ja, een man zooex-cn bij den die oensklagjs opstok in hun plan lantaarnpaal, toen u mij het étui verhinderd. Bijna al d© sloepen wer-overlcandigd'e. Hij aag ctns opmerk- den stuk geslagen, de u rsohamsiugen zaam aan en moet oflis gesprek ge- spoewten \yeg ©n hot schip wend t m boord h^ben. slotte lek j Dan moest hij immers nog te Dagen lang dreven zij hopeloo*. Goudsmid en stak rijn 011 mwal kregen ze hooM raam dc straat Fr^. een %\K>rbijzcilend vaartuig m liet u -iv-as buiten wg. De watervoorraad venminderde, „ïvfl ,.ff ÜUJ^> an de- siuurman en cte timmerman maar er was geen. - drinken. "^nsch te zien I Het zal wel een buurman ge- begonnen ruwe spiritus Zoo onstuimig word hun gedrag te- genover d© bmnanning, dat de mees-'NVeost Z1|n °f eon huisknecht, dl© hier ten besloten het schip in het holst van 'ia"- eT1 nu het huis is den nacht heimelijk te verlaten, on briin«hgcgaan. heit Laatste water meenamen. Goudsmid trok zijn hoofd weer Rankin en zijn forsche makker, du- j «aar binnen, thans in een teestuind rail razernij In elk geval is er niemand ge- verkceidon, overvielen -de vijf nutero-1 wieest, die ons gehoord of gezien zon zen, die nog bttfergebkwen. waren. Zij kunnen hebben. dreven, hm- in hot ruim, waar ze hen Den volgenden dag begon Fredheagi. -- opsloten en -oen tijdlang liepen zoop' zijn reis naar Luoera, via Frankforti met zwar"> bakkebaarden, zoover het verlaten dek te razen en te tic- ©n Basel. In Wiesbaden, -Kreuanach, j mo£ellik van hem verwijderd Tep- en Hamburg bleef hij ©en paar da- Een lange reis lag voor Hum en Toen begaven z© zich naar den ka- gen. Toen nestelde hij rich behaag- j Freiberg had geen enkel wapen bij prtein en oischtefli van hein, dat hij lijk io den hoek van een eouipé eerste-1 rich. Toen hij zijh toestand goed oVer- hun zou zeggen, waar hij het geld klasse van een sneltrein,, die uit dacht, zonk nem het hart in de woggtóloten had. Du zij n weigering Frankfort vertrok. Hij gevoelde zich'schoenen oo iuj Dok rich onwill'ékeu- raelen ze hem op moorddadige wijze daarbij zoo op zijn gemak, als een 1 ri» diep in zijn hoek terug. Zijn blik- .1°°'* eerel<-Maase, ow walgevulda ten mtooetten plotseain® die van ■En Basel lowai-d» hij in de ,,Dria Koningen" en des avonds zat 'Jiij de aangename koelte van een maan heidereu blauwen hemel op hot ter ras van het hotel naar de® Rijn, te kijken. Qnwillek'euirig riet hij vn 't rond on daar bemerkt hij tot zijn grooten schrik plotseling deun man met de zwarte bakkebaarden. Nu maakte ee>n groot© angst riok van Freiberg meester, waarvan hij rich niet kou losrukken. De man had té onverwacht zijn weg opnieuw ge kruist. Alle redenen, waarmee hij zichzelf van d© ongegrondheid van rijn be zorgdheid had trachten te overtuigen werden thans door hem verworpen, op zij geschoven, 't Was duidelijk: die man daar 25at hem op rijn hielen; het stond vast bii hem. Hij mocht rijn wie hij wildé het was zoo klaar als de zon, dat hij van het getheim van den ring afwist. Toeval of opzet moesten hem' op den laatsten avond te Berlijn er mee bekend gemaakt hébbon. Was liet'item reeds eenmaal gelukt, den spion te ontvluchten, hij kon liet een tweeden keer eens proheérein. Bo vendien verlangde hij koortsachtig naar het einde der reis hij wildje van het juweel af zijn. Hij gevoelde zich zeer verlicht, toen liet uur van ver trek was aangebroken, zonder dat hij zijn pijn ger kon ontdekken. Freiberg bleef tot het laatste oogenblik op hec perron en sprong toen met een zucht van verlichting in de coupé. De trein zette rich needs in berwe- •gang toen de deur vaoi de coupé plot seling werd opengerukt, een dienst man ademloos allerlei pakken en kof fers naar binnen slingerde en ©en nog a demi o ozor rei zager de coupé binnenstormde. De deur werd on middellijk -gesloten, de locomotief floot en de trein zette rich in bewe ging, om het station Basel te verla ten. In den eenetn hoek zat de heer Freiberg, in den anderen zat de man gestalte naar dén stuurman wendend. Een scheepsbei soms Ik kan het niet precies zeggen,1 £ir, liét lijkt er wel wat op. Het kan nergens anders vandaan komen, Dat is zoo. gaf de kapitein toe. Ej' ligt hier in den omtrek ge-en licht- bleek igeü'aat, zijn 'ingezonken oogen, ©n holle wangen deden Roper schrik- kien. Het was duidelijk, dat de kleine vreeselijke ontberingen had door- staan:. Zijn haar was aaneengekleefd j van bloed, alsof hij ie>an hevigen slag op het achterhoofd had ontvangen. schip: noen oen ïelteeó. We .ijn een goede twee honderd mijlen n d«, iete Wi -,upite-| - VfttTl"^JnZe^? vroeg dooritli=l-l*<S5rmMX' diCl" Wi StU_ Atlantisdlen Do i(m0e„. hedlt als wezeoloos netu- SSS „oiïS --js het oemge hem- llem up Bn h6t hooié derdeai mijJen \an de Iersohe kust, Kunt -aie nrii niet hoorenvroiee1 toen ©en zware, verblindende mi»tpl0w wiZSniï? ■ihi I 'knwp opondc zijn mond, n, hn'UiiunK.r.Jo. Mot hóif- \oo6s ol> zijn Innzj', 'Waarbij hij tegdlij'k - w r doorheS' een wreemd keclïelmrt lidrt. hoorSl. 'SSÏÏ Si w -'«"«e'-fh MI; „jjj, God, raomDeM6 bn« «m -nanwlettand toerarht werd sU,uiman. - Nu, dnt is ni- heel erg. gehouden1, Ion de atuuimn voor hol Msar teunt .e h wj jaerst het gelui der bel vóór zich' uit voort /boorde em hal aan den kapitein ver-1 ne sjan0ra met h0t hooM Daar kapitein Master's wért, dat J W 'aJlcan boord,? Iiao. 'Vit, w J -- I-W'ujjb. lui c l'. .-.1UJTOC, tuu -t fihOVlU'-IO uiu-euavtl-ivil UI© VOll naar het dék. Daar ontwaarde hij hteer der kajuit, liggen. De stomme b©mis en de beste reisbenoodigdhedeini den anderen reiziger, een plotseling twee mannen.me een schrikwekkend' teaap te de noot vanhet toelaten. (rood Meurde zijn gelaat en sohS «•Sltar^ti kr^1- a «i»« hur voor Frei-dlezeifde uitwerking !6e hebben bij oen OO tot hoSd courant had: doorgeste- den ander. Fretberg haalde ha ast® Waarom, de joi«cn rich later ten de?rtl..f'.nu ™lk.in «JU Baedeker voor den dag en derf ladk had geheid oo zoo'n zwaarmoc- hft «jtum .rondgaan D.t eesehatdde otsof hy z,oh daarm verdiopte de idiilgo manier de bel te tuiden, was onwillekeurig en bij dacht daar- j endere deed direct heteelfde. muled lijk te ze-gigeoi. Misschien kwam, m^r aan dehaften in het Huis j 't Was ©en zeer ouaaaigename po- toe-n hij deui kauitein op den vloer -AL%evaaTCIigden. waanmee luJ sitie an h©t scheen Froiberg bijna on- 1 zich Moewn bezaggeOioudendan' m0selijk in ziin toesteiri te vïïw Ver van eeniig lichtschip of sein1 station Verwijderd wiaren, was hij ge neigd om aan een vergissing te ge- loorwein. Juist toen hij op het punt was aaai zijn twijfel uitdrukking te geven, vernam hij echter een lang, droevig „t-o-n-g" door den mist; het geluid bleef trillend in den zwaren mist hangen en stierf zóó onmerkbaar, weg, dat het schier onmogelijk was te zeggen, waimeer het ophield. Zeer vreemd, mompelde de kapi tein, die blijkbaar door het zonder linge der zaak getroffen was. Ik kan tniat begrijpen, wart. .heit is. Bij d'k •weer alis dit zou een zeilschip zijn misthoorn gebruiken en een Stoom boot haar fluit. Waar denkt ge, dart het geluid vandaan is gekomen, mr, Roperf Ergens vóór den stuurboords boeg, sir, dunkt me, ofschoon het moeilijk precies te zeggen is bij een nevel als dien op het oogenblik. Juist, stemde <te kapitein toe. Gdluiden zijn altijd bedrieglijk bij mist. Men meent aanvankelijk etil, daar hoor ik 't weer. De vreemde, droefgeestige tonen be reikten. weer hun oor, als het' gielui Van een doodsklok. De kapitein en de stuurman keken elkaar aan. Als we niet op 23e© waren, zou ik geneigd zijn te gelooven, dat het een begrafenis af iets van dfen aard was, meende de eerste. Wij moeten te we ten zien te komen, wat het betce- fcent. Vreeaende, dat hen van de voor rijde eon of ander gevaar dreigde, waarvoor de bel hen wilde waarschu wen, verminderde de kapitein den 'stoom tot op een vierde. Het schip gleed dour den mist voort, terwijl de kapitein en dbe stuurman van de brug af scherp uitkeken. De geheel© bemanning, mot uitzondering van de stokers, was op dek. Bij tusschenpoozen regelmatige tusschenpoozen, naar het scheen bereikt- het gelui der klok hun oor. Het scheen telkens en telkens luider te worden. Wij komen er vrij dicht bij, zei 'de kapitein. Het schip als het een schip is moet ergenfe aan stuur boordzijde van ons liggen. Kunt gij het nader verklaren, mr. Roper Neen, sir, nog niet. De mist wordt wat lichter, dunkt mewe moeten het schip spoedig in bet oog krijgen. Ha, wacht. Daar Bgt iets, dat er als een schip uit- riet Uit den wegdrijvende® mist doem de aan stuurboord een schemerachti ge omtrek van masten en touw wenk op. Het verwarde voorkomen van het laatste toonde, duidelijk, dat liet schip belangrijke averij had beko men. De romp was nog voor het oog Verbergen; maar juist op dat oogen blik kwam ergens van hot delk do welluidende klank eexvor bel. woord dan mijn vragen, zoo goed ge kunt. Hij schudde weer het hoofd en. dtuiiid- di „neen" aan, terwijl hij met den vingen' naar omlaag, naar de kajuit wee6. Daarbij lag een verschrikte, doodieilijik ontstelde blik in rijn oogen! Roper verliet 'haastig dén achter steven en. daalde in de kajuit neer. Toen hij er binnentrad,, slaakte lrij een kreet van verbazing en stond stil. Het gezicht, dat hem trof, was schrikwekkend en tegelijk buitonge- ^"oon. Een mam lag in zijn volle lemgto over den vloer uitgestrekt, blijkbaar dood. Naast hem op de knie én lag een meisje, het gebogen hoofd op de handen ru stonde» terwijl heur haar in woeste wanorde om haar heen golfde. Zij verroerde zich niet, noch hief zij het hoofd op. Roper {schreed naar voren en raak te haar scivouder aan. Zij keek op, en oen schok doorvoelde zijn leden, toen hij do uitdrukking van smart, van uaamloos lijden in haar oogen zag. Doch er versclueen een blik van herinner Log in haar oogen, toen zij den vreemdeling voor zich zng, en zij trachtte te spreken, dodh de woor- dui> sclienen haar niet in te vallen, an zij bracht slechts een onduidelijk •geluid uit, een half gesproken, half geweende smeekbede, die, naar hij meende, „water" moest beteekemen. I)o vree-<elijke waarheid drong zich eensklaps bij hem op. Men had ge brek aan water aan boord. Misfcchien was de laatste druppel reeds opge dronken Hij snelde weer naai- het dek, maar ofschoon hij overal zocht, er was nergens water te vinden. Hij ijldo weer naar de kajuit, waar het meisje met de handen voor de oogen zat. - Hebt ge geen water aan boord? vroeg hij. Met een wanhopig gekreun schudde zij het hoofd. Hij wachtte niet lai> gor. In ©en oogenblik was hij weer uit de kajuit, vloog over het dek, en sprong Ln de wachtende sloep. - Vlug naar ons schip terug, riep hij zijn mannen toe. Er zijn men- sehen aan boord, die van dorst drei gen te sterven, wegens gebrek aan •waiter. De slaap schoot vooruit em bereikte weldra weer de zijde van de stoom boot. Roper klauterde aan boord, ver teld© den kapitein haastig wat hij gevonden had en begaf zich toen snel naar de kajuit, om wijn en andere benoodigdhedon te halen. Inmiddels werd een voldoende hoe- veellieid water in de sloep neergela ten, en zondér een oogenblik toevens roeiden 75e naar de bark terug. Taen Roper weer aan boord kwam, hield hij rich even op, om wat water aan der» jongen tc geven, dde hetgTe- tisg verzwolg. Toen haastte hij zich wéér naar de kajuit, om het meösjo voorkomenhun met bloed beloopem oogen, hun hoog gekleurde wangen en woeste blikken havestigden maar al te zeer h it verhaal van het meisje. Ze waren klaarblijkelijk van 't voor ste gedeelte gekomen, waar ze mis schien. dronken geslapen hadden. Toen ze Roper zagen, stonden ze Stil «n staarden hem mot waanzinni ge oogien arm. Toen deed de eerst' dat was de stuurman plotseling een Ispifopg naar hem. Maar Roper was een behendige jonge manhij sprong vlug pp zij, en toen de ander eéaaan, had. zag liggen, in zijn verdoofd brein de j "v wc^ta-uiu. «j vmuiiar- g©ducht© op, bij wijze van begrafenis-; .a?,n ril" reasgenootiem. Daar voelde dén zander tets te doen. Daar viel plechtigheid dé klók te luiden. Hoe hlJ plotseling dat een strakke. Wtok op ham iets in, zooals dat in die haohe- dan oolk, men Kon geen verklaring- 1hö'n rustte. Hij zag ap, en werkelijk Jiji]5S(e ooeenblikken wel eens eébeur uit hem krijgen, waarom lrij zulks £a.t er een man tegenover hem, die de AI wnas hij ni0t lgewaj>elid dm oswwtaaamlMtó toOTl Ul toch dQ&n afsof^T^ het 1 hem met ongewone aaclesLoea. Zoorlira c liem voorbij snelde, gaf hij hem een' verhaal der mannen te heb- grfidesloete, Zoodira deze man merk- j ^evaii was, j>at ko:n misscihien altijd klap achter h t oor, welke hem be-1i>eJl géhoord, koerd© Roper weer te, dat Freiberg hom ook aanzag,.]liei,pen dion mia31 mef -wudteloqs deed neerstorten. j maar de kajiut terug, waar de docliteri weiidde lui zijn blikken af. j 0Warte bakkebaarden misschien wei- In ©en oogenblik viel de ander©'AkaiHtein, Jictene, henime,t een l-renbepg deed hetzellfde, maar dq verooraaakte misschien ©wm nU man, ©en groote, sterke matroos, hem ffMrnla-ch begroette. Dank zij den wijn, 1 rca-sg-enoot hield zijn geilachten toch- g,^ l1an eearis-e uren aan. Bedden grenen elkander vast en «ij vun de stooiuboo-t gebaald nog ©antgen tijd' beziig. Wie was die i,-iKAn kuit - (had, was zij nu vokHoeindie h,or9teld, man, een vl^oem'delilnlc•, of wat was* I vre„selijiv©n blik naai dén te en haar oogen glinsterden van iets hij niet Zijn gelaat kwaim FineibergRemover la ggmdon hoek, toen gihg meer dan danikbaariieidi, teen de kirmp-| niét geheel onbekend voor, rnaar niet Z1-'n aajld m alsof ipe jonge stuurman binnentrad. waar kon hij het eerder gezien heb-1 ,aaa;rT .WJ1 onzachtbare revolver Rij het teruigkieeren der sdoen wd hen Eén eigenaiairdiig gelaat méti?st,t.e- Met €en wane yerruikking nam kapitein Carwi-tch op de baar gelegd lainige zwarte b a klceba ai-den. Eh als' I re.ii>ea'g waar, dat zijn list direct het eil aan boord van hal. tltonm,=ir'hin rrn. un.1 11_-gewenschte Sévolir bad 7!m «*Aiie«xa. in d'e volgende seconde rolden ze bei den woedend over h-t dek. Roper was geheel van huid) Versté ken. wanttaen bij ten tweeden ma le aan boord van de bark kwam, badi hij die sloep naar het stoomschip te ruggezonden, om de medicijnkist van het schip te halen. Hij moest dus alleen mJet dezen eu aan boord van het ytoomschip gc- j mk^rnstr^^oT^faseii^i ^wjen-scMe gevolg had. Zijn redsge- bracht. Alle andeaien werden cyp de- een her:-unerinio- door Freiberg's I f0üt mIde e6rst opspringen, maar iuj «uyact «Lu uufou uw* zelfde wijze overgehracht, waarbij Ro- j br£liinj trok, zich daarna zoo ver mogelijk, reusachtigen, waanzinnigen zeeman 5ei inK0'adertiek( bezangd wals voor I d© mah diaar tegenover kiem was 1,0tl 2500 scheen, in ©en zeer stechfc vechteai, en de strijd wals vreeselijk. j 10 syt.H10I)|c Jessae, di© meer dan ven I dj©in hij hij zijn huis inhumeur m zijn hoek terug. Zoover I v/"Jirh.i 1 r.-'i nn-ij-linn ,iiAi-,iilr /,m V. 1,..,1 JJ. .imn.!» /)nr. r. 11 i ïu.ji 'C1I4 U1CJ 1 IDOTtUJIl. - Z© zwaaiden heiden voor- en achter- voorbijigaanden indruik op hem waarts over het glibberige dék, waar- se^ia ,v"n bij de matroos wainbopige pogingen Do „Dakola nam de bank op sLeep- in het werk stelde, om Roper aan den Jouw en bracht zé veilig in de haven. kant te duinen en hem mr boord te ?a0Jo^.^„he®L™d0''; ™n de bnkikebaarden. Met oen plotselio- weipon. De laatste voedde 'smans oergloon geliouden, niaar Roper s aan- heoten, naar drank riékenden étd-ern dat vi;ij aanzdjenlijk wais, bleief in op zijn wang, zag den wilden glans a fun 11 lie van kapttean Carvvitcb, in diens oog en gaf zich bijna gewon- tef.* ra^!:na 3 m ^^t hu- had Boiiijn hia.d gezien, toén zijn) vriénd hem het étui overreikte. Geen twijfel dat was hetzelfde merkwaardige gelaat, het waren dezelfde o-pvoilen- wedijik met Jessie. Reisgenootea Uit het Duitsch déor H. BURDACH. Mijnheer Bernard! Freiberg was cn goede vijftiger met kalme mande ren en vaste gewoonten. Hij was vrij nen, ofschoon hij de kreten van de menschen aan boord van heit stoom schip hoorde eai een vlucht-igen blik kon werpen oip de sloep, die over haast terug roeide, daar hij door de zen dodieman zou worden overwel digd, alvorens menscbelijke hulp hem kon bereiken. Maar hij was een goed worstelaar, en- dit kwam hem nu goed; te stade. Met oen plotselinge wending van het - Kchaam en een z%sienk van het been, bemiddeld. Hij bekommerde zich wet slaagdé hij er in dm reusachtigen i n*8 om dc mensclien, in 't algemeen, matroos achterover te werpen. 'sMans Hij bad genoeg aan den kleinen achterhoofd kwam met een smok op kring van -vrienden, waarmee hij (het dek neer en bleef Btil liggen. De zeer gezellig oingiug. Ilij kende nau- vai bad hem verdoofd. weilijks zijn buren, ja, hij zou over Roper, die stelt oök zeer geschokt sommigen kunnen vallen, zonder t© was, stond op, juist toen de sloep weten, dat het zijn buuwnan was. langszij kwam. De mannen sprongen Tot <Le vaste gewoonten van mijn- op hiet dek e® maakten zich van de heer Freiberg behoorde ook een jaar- beide zeelieden meester. Ze werden lijksche reis hij ondernam die ech- aan boord van d© /stoomboot gebracht, ter niet, zooals andere menschen, in den zomer, maar steeds in het voor jaar. Ook dit iaar maakte hij zidh weer op don gewonen tijd klaar voor de reis, toen de maand Maart kwam. wan Op den avond voor zijn vertrek ckl- °°^j noerde ziin vriend: Goudsmid bij hem. I Reeds wilde zijn gast zich verwijde ren, toen deze zich even bedacht waar men lien in de boeien sloot. Middelerwijl bleef Roper op debark en begaf zich weer naar de kajuit. Het meisje voelde een groote verlich ting, toen ze hem terugzag, want ze bad in doodsangst gezeten. Zij was nog te zwak om te spreken, of maar een lid te verroeren. Terwijl 'hij op de komst der sloep wachtte, zag Roper onderwijl uit naar de gelepeld?™ een legir te verJ f Jï r,™ v.'ijinlijji'U. waarop de gekwetste man1 tj- '-iL i daar Lucern, niet naar het stoomschip vervoerd kon waar' F"eü>ei«? mi) een genoe- wordem Met dit doel over het dek .en neen, dezen ringj voor mij mee. gaande, hoonde hij tot zijne groote broer woont in Lucern en ik verbazing een gekras, dat uit het me ™e<ls het hoofd gebroken, hoe ruim voortkwam» door drie zwakke,tk ,hef dcn toezenden Be- maar duidelijke klappen gevolgd. kijk dat iniveel eens. \V at een gloed, Hij keerde zich snel in die richting, I m0t waar Hebt u wel ooit zulk rein zich met verwondering afvragend, i water gezien Het is een verbazend! veHce nieuwe verrassing hem nog be- j dure steen ©n ik wist behalve u, nie- reid zou worden. Al Leen hier op het mand. wien ik den ring zou durven pek, was hij geneigd zich een beetje toevertrouwen. Nu, zoo'n klein voor- bijgeloovig te gevoelen, want een blik i werp is niet bezwaarlijk en gevaar op hei ruim bewees hem, dat de lui-j is éi' ook niet bij, daar geen mensch ken gesioten waren. j weet, dat u zoo'n kostbaar voorwerp Het kloppen werd echter herhaald.bij rich dlraagt. U wil mij diat Ditmaal veel luider en bracht hem gen wel doen, niet waar? snel boven het ruim. Voor een vriend doe ik nog heel Hola! riep hij uit. Is hier iémand St, sL klonk het zwakke en ge dempte antwoord, waarmee men „ja" te kennen gaf. Hij haastte zich de luiken te andere d-'ngenverklaarde Freiberg kalmpjes. ?De bedde heeren stonden geduren de dit gesprek aan het open venster van het studeervertrek, waarvan d© jaloezieën toevallig boog opgetrokken wijderen, en er verscheen een hoofd waren; Freiberg deed het étui juist door de oj^ening. 's Mans gelaat was in zijn zak toen zijn blik op de straat blee/k en ontsteld, en hij keek als viel. Op hetzelfde oogenblik ging wezenloos over het dek. voor dat hij juist een man het huis voorbijof.... zich naar buiten waagde Hij werd had hij onder het venster staan luis- dooto een paar anderen gevolgd, al-1 teren Zijn gelaat had een eigenaar- 'gl© beweging: ging Freiberg's hand naar zijn borstzak, waarin het koste bare juweel zich bevond, en bij dieze beweging trof hem de blik van den vreemdeling met een eigen aardige uitdrukking. Toen hii alles eens gfoed had over dacht, waarvoor Freiberg zaoh half góng dus alles goed. Wat moest Frei berg nu edhter doen? Op dit oogen blik) werd hij echter plotseling door 'het schelle flutten der machine opge schrikt. Lieve hemelHij had dan, langen tunnel heelemaal vergeten Ze' -naderden dén tunnel snel. Met éem plotseling©, onwillekeurig© bewe- «li-g zag Freiberg naar de lamp om. Ze was helaas niet aangestoken Di d© v-alVerloren De wildste ge dachten vlogen in razende vlucht óocr rijn breinMet een -gillend ge- doent, waarvoor Freiberg zaoh naif ~J - »-^i^ scluiaimde». besloot hij, even voor) hij ols ^e. .f1", oader oorvendoo- Iff l.fl llflUfflfll ltTl /I CU llllicf Cutnilft ircm. ft n.» vend lawaai in de duisternis van den tunnel. aankwam, nu Di het hotel „Bedlevue' af te stappen in plaats van in de „Zwaan", zooals dat reeds jaren zijn gewoonte was. Toen hij de hotelom- ruitous bestegen had en voor het ho tel stilhield w-as van zijn reisgenoot nriets meer te zien. Van een vaste gewoonte te moeten afzien, valt de meeste menschen zwaar. ITet beviel Freiberg heele maal niet in „Bellevue" en de eend- ge roden daarvoor was déze, dalt hij - niet in ü'iin gewone betel Hij «»a»> de coupe kwam ook bawegipg. mol/lp 7,1 Ah 7evr n-nhplhnjatoiliik en wiac btet vreeseliyk© oogenblik was geko men, de moordenaar zou nu rijn aan val wel doen. In zijn YTeeselijken Elke spoorweg-moord, waarvan Freiberg ooit had geboord of gele zen, kwam in zijn herinnering terug, met alle bijzonderheden daarvan. Een dolle angst maakt© zich van hem meester. Zich zelveh nauwelijks meester trachtte Ihij de deur te ope- ueai, maar ze was vast gesloten. Zijn doen nnoest wel door den ander ge hoord zijn want aan het andere ein- voelde rich zeer onbehaaglijk en was ontevreden met Jan en alleman. Wat voor een ezel was ik toch, zei hij in zich zeiven, van dien man ook maar eenïge notitie te nemen. En terwijl hij zijn namiddag- sigaartje rookte vond hij, toch, dat 't niets -dan pure toeval was, dat hij in denzelfden trein was geraakt met dien manHij heeft rich bepaald niet in 't minst om mij bekommerd, dacht Freiberg. Ik wil slechts trachten, de gedachte aan dien man -kwijt te wor den Toon mijnheer Freiberg rijn sigaar had opgerookt, verwijderde hij zich en ontmoette bij de deur een laten gast, die alleen in de eetzaal had ge dineerd. Hoe schrikte Freiberg ech ter, toen hij zijn reisgenoot herken de, het voorwerp zijner gedachten ge durende den geJieelen middag. Spoedig veranderde Freiberg rijn reisprogrammaen in plaats van zich een -naar dagen in het hotel op t© houden zooals alle jaren zijn ge woonte was geweest, nam hij den vol genden morgen den eersten trein, om een uitstapje te maken naar 'n nabij gelegen station waar een bekend hotel eein prachtig berglandschap te zien gaf. Eerst onderzocht hij echter nauw keurig den trein of hij rijn vervolger niet kon ontdekken en getroost kwam Freiberg in het Alpenhotel aan. Een vriendelijke dag, een rustige nacht in het hotel gaven Freiberg angst Jiet Freiberg riéli op den grond vallen en.... kroop onder een bank. Welk een eindeloozen tijd hij daar, half verstikt en het nauwelijks wa gend te ademen, doorbracht, wist Freiberg met te zeggen. In doods angst hébben we immers geen recht idee meer van tiid. Een plotselinge en ongewone luchtstroom deed zijn hart biina stilstaan, dat dan ©ven wel het bloed weer wild door de ade ren deed vliegen die deur nicest ge opend zijn. 'Er was i-ete geschied Of zou hij, Freiberg, daar misschien uit geworpen worden Zijjn oor kén géén ander geluid onderscheiden dan het rate-Ven en rui- schen buiten, waarmee de tredn door den tunnel vloog. Daarbinnen, was al les rustig. In vreesefliij-.ke opwinding en voort durende verbazing bleef Freiburg steeds onder de bank zitten, tot ein delijk dé hoop bij hem opkwam, dat hij misschien alleen was in de cou pé, en dus gered zou zijn. GeredOp een wonderlijke wijze, hoe, dat wist hij zelf niet. De tunnel bereikte rijn eind, in de waggons begon het licht weer binnen te stroamen. Voorzichtig en lang zaam zag Freiberg onder zijn bank weg. Niemand! De vreeselijk© reisge noot was verdwenen Aan het station, dat op den tunnel volgde, verliet Freiberg rijn coupé, zijn kalmte terug. Hij zag eens wat gmg in «en and-ere coupé tweede rond, bracht nog een nacht in het klasse over, die meer dan vol waa hotel door en ging den volgenden dag Maar dart. -was niets. Ais hij maar ge- naar Basel, de laatste halte vóór Eu-j zeischap had. Weinige uren daarna cem. 1 was bij in Lucern en gaf den ring

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1908 | | pagina 16