BIJBLAD VAN HAARLEM'S DAGBLAD luÉrMsD DRUKKERIJ ZUIDER BUITENSPAARNE 6. ibriek voor Vrouwen FEUILLETON Jaarpa!g MAANDAG 16 MAART 1S08 No. 7683 E ZATERDAGAVOND HAARLEM'S DASBLAD KOST «,20 PER S MAANDEN ®f 10 CENT PER WEEK. ADMINISTRATIE GROOTE HOUTSTRAAT 55. IN HAARLEM'S DAGBLAD ZIJM ADVERTENTIËN DOELTREFFEND ONZE ANNONCES WORDEN OPGEMERKT, Het veranderen van gedragen mantels in moderne kleeding- stukken. Het veranderen van hoeden en het opknappen en modernlseeren van gekleede blouses. it is vooral bij den aanvang van seizoen, dat de meeste verande- gen aan kleederen en hoeden wor- bewerkstelligd. Voor haar die 5 niet besloten zijn, of zij zich al niet iets nieuws zullen aanschaf- of liever eens willen afwachten, ke nieuwe modellen het meest ge- zullen worden, is het verande- van bestaande kleederen het eer- werk. Wanneer men de winter reis gaat opbergen, omdat ze voor tijd van het jaar te zwaar wor- komt men tot de ontdekking dat zomer- of najaarstoiletten, alhoe- cb uitzien en dikwijls min of meer niet versleten, er toch minder de mode geraakt zijn. oor het aanbrengen van tactvolle zigingen en veranderingen, kun- ze echter dikwijls weer voor uw doorgaan en worden althans meer genoegen afgedragen. Wij len daarom eens zien, welke ver- deringen we met vrucht kunnen /erkstelligen. ele vrouwen zijn nog in het bezit 'groote, wijde empire-mantels en irines, die geen van beiden meer modern aanspraak kunnen maken waarin men dus zonder hartzeer schaar kan zetten, om er iets mo- ns uit te vervaardigen, l'ij noemen slechts: de korte lift- jakjes de korte jacquetten, die voren rond weggesneden zijn en hts met één enkelen knoop geslo- worden, of wel de Lodewijk XV itots, die van voren over de buste een dubbelen overslag sluiten om even boven de taille vierkant te rden uitgeknipt; al deze modellen men met behulp van een goed pa in en een weinig goeden smaak uit groote. wijde mantels vervaardigd den. u de mode voor het a.s. seizoen veel mantels brengt, die geheel 'ijken van de stof en kleur van den, werkt zulks de veranderingen weinig in de hand. Zelfs mantels, van gestreepte Emgelsche stoffen vaardigd waren, kan men verande- en óp een effen rok dragen en gekeerd, want men ziet zeer vele ken van fantasie strepen, waarop titeltjes van effen laken, zoowel in grondkleur der rok stof als afste lt - ie kimono-modellen, die uit één k gesneden moeten worden, kun- eveneens uit empire-mantels ver- irdigd worden. In dat geval wordt mouw voor de helft aan het rug- nd en voor de andere helft aan het rpand gesneden; men verkrijgt een naad over den schouder en mouw. die door een galon van 'dborduursel of eenvoudig zijden iband bedekt en versierd wordt. zeer eigenaardig om voor het lieren der kimono-modellen ga- :ie kiezen, die in Oostersche lcleu- bewerkt zijn. Men kan desverkie- ie op reepen laken zelf een een- jlig borduurpatroon uitvoeren en gt dan roode, groene en oud-blau- zijde. terwijl de omtrekken met gouddraad gestikt worden. Ook iliinaaï borduurwerk wordt veel repast en wel voor kragen, revers, en mouwopslagen van man- roote wijzigingen onderging de dmode. De klokmodellen behooren het verleden en de hoeden met gen bol zullen de nouveauté van seizoen uitmaken naast toques, sseurs en charlottes. Werden de rlottes tot nu toe van fluweel, zij- of Engelsch borduursel, slechts door kinderen gedragen, thans brengt men ze met lint en bloemgarnituren versierd voor jonge meisjes en vrou wen. Alhoewel zeer flatteus, zullen de ze hoeden toch het meest tot hun recht komen, wanneer ze een mooi gevormd, frisch en jeugdig gelaat om lijsten. Zij die niet op uiterlijk schoon kunnen bogen, doen beter zich er niet aan te wagen, te meer daar „mada memode" voor een ruime keuze in mo dellen zorg droeg. Dames, die nog in het bezit zijn van zwarte of gekleurde paillc- de riz-hoeden, kunnen deze met weinig kosten laten vermaken. Eene garneering van taf zij de strik ken in zwart, marine of kastanje bruin, maakt deze hoeden zeer ge schikt voor den overgang tot de ei genlijke zomerhoeden. Om zijden blouses, die onder den arm versleten zijn, op te knappen om verder af te dragen, kan ik mijne le zeressen aanbevelen, zich van wollen, linnen of garen kant een bretelle, fi chu- of kimono garneering te maken. Men kan de blouses dan gewoon ver stellen alsof het een ondertaille was, daar de ingezette stukjes geheel door zulk een earneering bedekt worden en bovendien een cachet van nieuw heid krijgen. Kanten blouses, die op dezelfde plaats versleten zijn, kan men afdragen met een kimono-gar neering van dunne pongé, taffetas of liberty. Zeer nieuw staat het op een crème-kleurige blouse eene garnee- ring van bruine zijde toe te passen. De armgaten kan men met smal flu weel galon of wel met grelot franje afwerken. Ook kleine boléro's kun nen aan hetzelfde doel worden dienst baar gemaakt. Hooge zijden ceintu- res kunnen bierbij goede diensten be wijzen. MARIE VAN AMSTEL. Natuurhistorische Wandelingen IN EN OM HAARLEM. CCVIL Het voorjaar komt! Hèt voorjaar komt! We merken het aan alles. Alles krijgt weer leven en kleur. Wat stond bij tal van heesters en struiken op de knoppen duidelijk te lezen, dat het eens weer lente zou worden. De hoop verliet ons dan ook niet; en al wisten wij ook met volslagen zekerheid, dat die hoop eens verwezenlijkt zou wor den, toch lazen we daarnaast nog een tweede woordje „geduld". Mocht het met de donkere Kerstdagen wel noo- dig zijn, een aansporing tot geduld; nu begint het de natuur zelve toch ook te vervelen, want zie eens rondom u, hoe alles op het ontluiken wacht, neen, er reeds mede bezig is. Maar 't gaat ook al weer langzaam; langzaam aan, dan breekt het lijntje niet. Wij ongeduldige menschen beseffen ech ter niet genoeg, wat reuzenwerken daar binnen verricht moeten worden, willen de ingebakerde deelen: tak en blad en bloem, te voorschijn treden niet alleen, maar ook volkomen weer stand bieden aan de gure Maartsche buien, die nog aanhouden tot eind April. Regen en wind, wat pruttelt de mensch daartegen; en toch zijn beide in hooge mate dienstig om 't ontwa ken der natuur bij te staan, te bevor deren, maar tegen te houden tevens en dat is waarlijk wel noodig, hoog noodig, willen al die jonge, teere dee len werkelijk weerstand bieden aan al de onaangenaamheden van ons wisselvallig klimaat. Daarom laten we ons schikken in ons lot en zorgen zooveel mogelijk voor ons eigen lichaam, dat het den meesten weer stand kan bieden aan ons guur kli maat. Overschoenen, paraplu en re genjas doen al veel, want kou vatten mèt al den aanhang van verdere ziek ten wordt» meestal veroorzaakt door natte voeten en natte kleeren. Maar ook onze maag begint haar eischen te laten hooren. Lang genoeg reeds moest zij zich tevreden stellen met ingemaakte groenten, die zooals een mijner Raarlemsche vrienden me eens zeide altijd bedorven waren. Hij bedoelde daarmede, dat de lek kere smaak aan versche groenten ei gen, geheel verdwenen was. En in zooverre had hij gelijk. Het verwondert ons dan ook niets, dat ieder in bet voorjaar en vooral de huismoeders uitzien naar versche groenten; andere soorten groenten om eens wat meer afwisseling te kunnen brengen in het dagelijksch menu. 't Bevreemdt ons dan ook in het ge heel niet, dat de tuinders, de eigenlij ke groentekweekers al het mogelijke doen om vroeg groenten te krijgen, het. ontwaken der natuur een weinig te verschuiven en wel in de richting van den winter. Is men daarin betrek kelijk goed en spoedig geslaagd met .bloemen, moeilijker, oneindig veel moeilijker gaat dat met onze groen ten. Voor 't vervroegen van bloemen ne men we onze toevlucht als vanzelf tot die planten, welke zich het gemak kelijkst daarvoor leenen: hyacinten, tulpen, narcissen, enz., enz., sering en sneeuwbal, gouden regen en blau we regen, rhododendrons en magno lia's, lelietjes der dalen, enz., enz., met betrekkelijk weinig moeite en met wat overleg en wat onkosten aan brandstof, toovert de kweeker het voorjaar eenige maanden vroeger; maar het zou hem verbazend moeilijk vallen datzelfde te voorschijn te roe pen met de eenjarige, met de zaad- bloemen, eoudsbloemen en asters, re seda en nhlox. neen, dat is heusch zoo gemakkelijk niet. Het is de lieve, vriendelijke zonne, die voor ons land in den winter zoo weinig kracht bezit, dat we ons tevreden moeten stellen met datgene, wat zij den vorigen zo mer volbracht en vastlegde in honder den vormen van voorraadschuren, maar óm diezelfde bergplaatsen: bol len, knollen, wortelstokken, bladeren, knoppen, takken, enz. enz., ook gedu rende de wintermaanden te vullen, neen, dat vermag ze niet. En wilt gij 't niet gelooven, geachte lezers en vooral lezeressen, beproef het zelf dan eens, 't is er thans nog vroeg genoeg voor om de te nemen proef totaal te' zien mislukken. Koop voor vijf centen zaad van ra dijs, zaai enkele van die zaadjes uit in een plat bakje, in een bloempot of wat ge wilt en beproef daaruit plant jes op te kweeken. Hoe meer licht, hoe beter, hoor! Dus niet te dicht op een, de plantjes, want dan zou het zeer goed kunnen zijn, dat ze elkaar het beetje licht nog moesten betwisten ook. En plaats het potje zoo dicht mogelijk bij 't raam en toch zult ge zien, dat de plantjes geen spoor van knolvorming krijgen aan den wortel, zullen geen licht genoeg krijgen, er wordt niet genoeg voedsel uit de lucht opgenomen om tot bewaren in den wortel te kunnen overgaan. En salade en kool, zou dat kunnen en worteltjes en Meirapen, geen denken aan. Men kan de noodige tempera- j tuur, om te ontkiemen, te groeien wel aanbrengen, maar het scheikun dig arbeidsvermogen, dat noodig is voor 't bereiden en vastleggen van al dat reservevoedsel, zie, dat kunnen wij onmogelijk aanbrengen. En weet dan eindelijk de tuinman met tal van hulpmiddelen, met heel wat overleg en handigheid groenten vroeg te kweeken, dan kan het na tuurlijk niet anders, of die groenten kosten geld. veel geld; veel meer geld dan de groenten in den gewonen tijd gekweekt. Welke zijn nu die middelen? Er zijn er vele. In de eerste plaats dient de tuinman op de soort te letten. Zoo langzamerhand zijn er van de ver schillende groentesoorten verschei denheden gevormd; die het praedi- caat vroeg verdienen; is soms dat ken merk wat sterk sprekend, dan heet het wel eens allervroegste. Die vroege aardappelen dan bijv. zouden buiten in den kouden grond niet heel veel veranderen, daarom zet de kweeker ze in ondiepe bakjes op een warme plaats op zolder, soms verwarmd door lampen, of door een schoorsteen. Aldus loopen die aard appelen spoedig uit. 't Is nu een hee- le zorg om er voor te waken, dat die scheuten niet te spillig worden, maar sterk en krachtig. Ook het overbren gen in den grond vereischt thans meer zorg. En die meerdere zorg wordt be loond door vroeger opbrengst en een weinig duurder prijs. Voor bloemkolen en andere kool soorten en salade, zaait men reeds vroeg in den vorigen herfst. Die plan ten komen dan in den winter veel zorg vraeen en kunnen het volgende voorjaar spoedig worden uitgeplant om daarna voorspoedig op te groeien. Ook dan nog vragen de planten veel aandacht, vooral om schadelijke ge volgen met nachtvorsten enz. te voor komen.En erwten en tuinboonen wor den vroeg gezaaid, en eenmaal goed gekiemd worden ze spoedig uitge plant; de grond is dan al wat war mer, wat minder nat geworden. Dat verplanten heeft tevens een voordee- ligen invloed op de wortelvorming, maar vereischt niettemin heel wat werk. Spinazie vroeg gezaaid geeft vroeg gewas, en meer van die bladgroenten zijn spoediger klaar dan knol- of vruchtgewassen. J. STURING. VRAGENBUS. Den Heer v. B. te H. De Hazelaar is reeds zoo goed als uitgebloeid, de els begint reeds hier en daar, sommi ge wilgen stooten ook reeds de knop- scbubben af, de eetbare kornoelje staat ook op 't opengaan, de forsythia eveneens en zoo enkele meer. Die heester (aangebonden) met. gele bloempjes is de jasminum nudiflo rum. Een paar mooie exemplaren vindt u achter in den Hout voor het huis' met de beelden. J. STURING. Een moedig meisje Richard Wareham lag op zijn rug op het gras onder een olmboom en, drooinerig een lekkere sigaar roo- kende, was hij zoo dicht bij de verwe zenlijking zijner denkbeelden, als hij maar ooit zou zijo. In het bezit van kapitaal, veel vrijen tijd en een ge voel van Toote tevredenheid over zijne tegenwoordige positie, was Wa reham een gelukkig man. Het half- heeren-, halt-vagebonden-leven, dat hij den heelen zomer geleid had, pas te precies bij hem. Zijn kamers in de dorpsherberg te genover den heuvel waren comforta bel, zijn portefeuille was vol schetsen, maar meer dan alles, duizendmaal beter dan alles, hij had in deze niet druk bezochte, heerlijke streek gevon den wat hij eerlijk meende te zijn het liefste, aardigste en eenvoudigste meisje, dat er ergens onder de zon kan gevonden worden. Of hij haar lief had of niet, ja, dat wist hij eigenlijk zelf niet. Toen hij Dolly Morse voor het eerst zag, was hij verrukt over hare lieve verschij ning, maar anders niet. Eerst toen hij verscheidene bezoeken in Morse's mo len had afgelegd, om er schetsen te maken, begonnen Dolly's mooie oogen hem in ziine droomen te achtervol gen en toen eerst kwam hij tot de ont dekking, dat welken weg hij ook in sloeg, alle, het leek wèl op geheimzin nige wijze, langs den molen en het waterwiel leidden. Als hij vischte, dan ging hij zeker langs den molen als hij schetsen maakte, welk voor werp was er dan schilderachtiger dan het oude gebouw zelf, met zijn nabu- rigen dam, waarover het water in een breeden zilver-helderen stroom afviel Soms sprak hij wel eens met Dolly, soms was ze onzichtbaar en eindelijk begon hij zichzelf te verden ken, dat het van het zien van haar afhing, of de dag voor hem vroolijk .zou zijn of somber en loom. En zoo zou elke vreemdeling, die deze dingen wist, best hebben kunnen raden wat het onderwerp was van Wareham's gedachten, toen hij daar dien zoelen zomermoi'gen, met een si gaar in den mond, op den rug in het gras lag. Maar welke ze ook mochten wezen, long zou hij er niet van ge nieten. Zoo. ben je daar riep een ruwe man, die hem genaderd was. Ik ben je aan t zoeken. Wareham richtte zich op een elle boog op en keek den spreker aan. Hij zag een door de zon gebruind man in een onbeholpen houding, op het hek leunend. Hij was ongeschoren en zijn jas en broek hadden eens betere da- ,gen gekend en droegen thans, juist jniet voor sieraad, franjes. Zijn bloote teenen staken door zijn 'schoenen, zijn hoofd, met de donkere haren, was gedekt door een strooien hoed, waar de rand bij neerhing en z'n vadsige houding, z'n onbeschaafd gezicht, zijn algemeen onbeschoft voorkomen, stempelden hem als be- hoorende tot die categorie van filoso fen, die men gewoonlijk den naam van „landlooper" schenkt. Wareham had hem al dikwijls ontmoet. Soms zag hij hem in de gelagkamer van de herberg, soms trof hij hem aan als hij aan 't visschen was, soms vond hij hem in de schaduw slapende. Hij bad hem maar weinig gesproken, doch hij zag hem aan voor een on- schadelijken nietsnutter. Ik heb je gezocht, herhaalde de man. Dat heb je me al gezegd, ant woordde Wareham, een dikke rook wolk de lucht inblazend. En De menschen In de herberg heb ben me gestuurd om u te halen. Ik zeide hun, dat ik dacht dat u dezen kant waart gegaan, bij den ouden molen. Dat is gewoonlijk zoo, niet? Wat willen ze van me hebben in de herberg, vroeg Richard kortaf. Wel, je paard is niet in orde. Het beest heeft zijn poot gebroken. Wareham sprong onmiddellijk op. Watriep hij uit. Mijn arme BessHoe is dat gebeurd Dat weet ik niet. 'k Denk, dat ze 't zullen moeten doodschieten. Ze wachten slechts op uwe orders. Arrne, arme Bessherhaalde Ri chard, over het hek springend en den man een geldstuk in de hand stop pend. Ik dank je zeer, man, voor je moeite. Kom mee. Ik kan je noodig hebben. Wel. gaat u maar recht door, ik volg wel. ïk heb rheumatiek in de boenen en moet nu langzaam loo pen. Wareham liep met vluggen tred en de ander volgde, langzaam hinkende. Nauwelijks was Richard echter ach ter den heuvel verdwenen, of 'smans wijze van doen veranderde geheel en al. Zijn pijnlijke uitdrukking ver dween, zijn beenen schenen plotse ling nieuwe kracht te hebben gekre gen hij keerde snel om en liep vlug in tegenovergestelde richting, niet naar het dorp, maar recht op Morse's molen aan. Morse's molen stond tusschen de heuvelen, daar waar de straatweg, een sterke kromming makende, recht over den dam gaat. Een beetje verval len en met mos begroeid was het 't schilderachtigste plekje van het land schap. Het zuidelijke deel van het gebouw was door den molenaar voor woning bestemd. Hier had Abner Morse lang met zijne dochter gewoond. De dorpe lingen beweerden, dat hij rijk was. 't Was toch onmogelijk, dat een man, die slechts zoo'n klein gezin te kleeden en te voeden had, en zoo'n uitstekende zaak had als Abner Mor se, anders kon wezen dan rijk, zeiden ze. Die meening werd nog versterkt door de voorzorgsmaatregelen, die ga- nomen waren om het gebouw voor in brekers te beschermen. De eenige deur was van zwaar eikenhout met ijzeren' grendel. De vensters waren van Ijzé- ren staven voorzien. Was het om zijn geld te bewaren, vroegen de men schen, of zijn aardige dochter, dat die maatregelen genomen waren - Om deze laatste reden kon het, ze ker niet zijn, want Dolly werd op geen enkele manier in de vriiheid ha- rer bewegingen bemoeilijkt. Dezen zonnigen zomermorgen zat zij breien de aan de onen deur. Ze leek een le vende schilderij met den donkeren achtergrond van het interieur* van het huis. Ze kon voor een voorbijgan ger niet aantrekkelijker ziin. Ot> ha re wangen lag de blos van gezond heid het warme zonnelicht scheen op heur lichtbruin haarhelderwitte tan den schitterden tusschen hare roode lippen een klein góed-gevórmd voet je kwam van onder heur rokken van daan. In één woord ze vormde het meest aantrekkelijk deel van het too- neel, dat zich aan de oogen van den landlooper vertoonde, toen hij den hoek van den weg had omgeslagen ea in het gezicht van Morse's molen kwam. Zoo, James hen jij 't, vroeg Dol ly, vriendelijk lachend opkijkend, toen de man voor de deur stil hield. Ja, ik ben het, James BilUngs, antwoordde hij droog. Je bent alleen, hé Javader is uitgegaan. Ik weet hetik ben hem op den weg tegen gekomen. Blijft hij lang weg? Neen hij is naar het dorp. Van middag zal hij weer thuis zijn. Dan kun je hem spreken, als je wilt. Misschien, zeide Billings, naar alle kanten kijkende. Dan wendde hij zich weer tot Dolly. Moet moet je hem dringend spreken vroeg het meisje, merkende dat hij niet weg wilde gaan. Wel neenmaar ik heb een ra- zenden honger, Dolly. Heb je niet waC te eten voor me? Wel ia, antwoordde het goedige meisje, natuurlijk heb ik dat. Zonder achterdocht ging zij naar binnen, op den voet gevolgd door den' man. Nauwelijks had zij echter den drempel overschreden, of hij wierp de deur met zijn voet dicht en sprong als een tijger het meisje naar de keel. Zoo plotseling was de overval en zoo ste vig de greep om haar hals, dat zq, noch weerstand kon bieden, noch kon roepen. Bleek van schrik zonk zij op de knieën. Nu, meisje, zei de woestaard, waar is 't geld van je vader Zij wilde spreken en de man, die zag, dat zij 't niet kon, liet haar keel los en greep haar bij de polsen. Als je schreeuwt, zei hij, dood ik' je. Waar is het geld Ik moet d^t heb ben of je leven, mijn lieve Dolly. Verschillende gedachten schoten' Dolly bliksemsnel door het hoofd. Toen de eerste plotselinge schrik voorbij was, zag zij de noodzakelijk heid in alle vrees op zij te zetten en gebruik te maken van al hare vastbe radenheid. Ze was een dapper meis je en bij haar was denken handelen. Naar het Dutfcêöh, Leeft hij, en hier in dit huis zei lila met een zucht, terwijl zij ht aan den man, dien zij eens had lind. Hij ligt op sterven, Hanna- Breng mij hij hem, Julius .Ta, en Lucie moet met je mee- n. Haar aangenomen vader en je n zijn een en dezelfde persoon, ii, er is geen tijd te verliezen. Ir. Rolling bracht haar in de zle- izaal en naar den stillen hoek, ir het bed van Roland Wilburg in lalfdonker stond, door een kamer- ut van de overige bedden ge- eiden. acie ging op een wenk van Julius een stoel aan het hoofdeinde van bed zitten, en keek met een door een verduisterd gelaat naai' de eiende oogen van den stervende. Lucie. kreunde hij, ik dacht, dat niets meer van mij wilde weten, je mij werkelijk vergeven Ach, je weet niet, dat ik je om den deftigen naam van je vader en het je toeko mende vermogen uit lage zelfzucht bedrogen heb I Welk onrecht of u mij ook hebt aangedaan, alles, alles zij u ver geven. Na den dood van je arme moe der kwam je vader, Horaz v. Malden bij mij, nam je op de knie, vertelde je echter niet, aat je zijn dochtertje was en stelde mij voor je aan te nemen en als miin eigen kind op te voeden. Tegen oen behoorlijke schade loosstelling, vermoed ik, zei Dr. Rol ling. De som was niet groot. Hij bezat zelf niet veel, want zijn oom leefde nog. Later zou hij mij met duizenden beloonen. Ik moest Europa verlaten; toen ik terug kwam, hoorde ik, dat hij gestorven was. Waar kan ik nadere inlichtingen omtrent de familie inwinnen Bij zijn vroegeren zaakwaarne mer, Dr. Andly, Lincolns Inn. Vraag bij hem ook inlichtingen omtrent het testament van den ouden Malden. Horaz trouwde voor de tweede maal, maar ik weet niet, of hij uit dat twee de huwelijk kinderen had. Met Judith Pigeon trad hij precies twintig jaar geleden in de St. Jameskerk in het huwelijk. De bloedverwanten moeten de rechten van Lucie zeker erkennen als u in staat is te bewijzen, dat het, kind, dat ik in ons huis in Bond- street bracht, de dochter van Horaz on Judith v. Malden is. Het. scherpe verstand van Roland Wilburg, hoezeer ook door hevige pij nen beneveld en omgeven door de schaduw van den»dood, zag nog dui delijk iedere bijzonderheid en be greep volkomen wat het zwakke punt was in deze kwestie. Er is nog iemand hier, die u wenscht te spreken, uw vrouw, mijn zuster Hanna, zei Dr. Rolling nu. Hanna Hanna knielde neer naast het bed van den man: aan wiens onbegrens- den invloed zij zich eens geheel on derworpen had. Kun ie mij vergeven vroeg hij, haar met die wonderbare oogen aan kijkend, die steeds meer omsluierd \verden. Je bent mijn rechtmatige vrouw, ik heb nooit een ander lief ge had als jou. Ik ontnam je in 't ge heim aan je familie, omdat ik wist, dat men anders naar mij geïnfor meerd zou hebben en dat die inlich tingen niet gunstig geweest zouden zijn. Dat God je moge vergeven, zoo als ik het doe, Roland. Hartelijk drukte de stervende zijn hand op het hoofd zijner vrouw, als of hij haar zegenen wilde. Diep berouw was in hem opgeko men en de bevende lippen prevelden een uit het nart voortvloeiend gebed. Dr. Rolling, zijn zuster en zijn meisje bleven den geheelen dag bij hem, voortdurend vol bezorgdheid voor hem. Als hij na een edel leven in de uitoefening van een heilige plicht gestorven was, dan had men in zijn stervensuur niet opmerkzamer en hartelijker voor hem kunnen zijn. De treurige dag liep ten einde. In de schemering ontwaakte hij uit een kortstondige sluimèring met een luide smartkreet. De Heer zij mij, arme zondaar, genadigklonk het sidderend van zijn lippen .Hij strekte zijn armen uit, viel in de kussens terug en over- overleed. HOOEDSTUK XXXIII. Den dag na den sterfdag van Ro land Wilburg ging Dr. Rolling naar den zaakwaarnemer Dr. Andly en ver telde hem de geschiedenis.' Is het niet. vreemd, zei de zaak waarnemer, dat wij nooit iets van het huwelijk van dien mijnheer Horaz v. Malden gehoord zouden hebben? Dit zoogenaamde huwelijk moet dus vol gens u twintig jaar geleden plaats ge had hebben. U kan zich gemakkelijk van de waarheid van mijn woorden overtui gen, als u het kerkeboek van de St. Jameskerk In Pecadilly eens na wilt kijken. En hoe komt gij er toe mij de eer van uw bezoek te schenken Ik kwam in de overtuiging, dat u als zaakwaarnemer van den overle den Horaz v. Malden den natuurlij ken wensch zou koesteren zijn doch ter in haar rechten te herstellen. Aangenomen, dat ik eens niet ge neigd was aan de verwantschap der jonge dame, uw beschermeling, met de familie Malden te gelooven De jonge dame is mijn ver loofde. O, nu begrijp ik het. Ik ben al sinds bijna een jaar met mejuffrouw Lucie v. Malden ver loofd, maar pas in de laatste weken heb ik het geheim van de afkomst van mijn verloofde ontdekt. Dus is de hoop op mogelijke voor- deelen door dit huwelijk pas onlangs in u opgekomen en heeft geen invloed op uw betrekking tot de jonge dame Zeker niet. Verondersteld, dat het huwelijk, waarvan ik heden voor 't eerst hoor, werkelijk plaats had, dan moet u toch eerst nog bewijzen, dat uw ver loofde een kind uit dat huwelijk is. Ja, dat was het zwakke punt in de kwestie. Daarbij moeten wij steunen op bewijzen, die de omstandigheden toe vallig hebben meegebracht, antwoord de Dr. Rolling. Misschien leeft de kin dermeid van mijn verloofde nog. Hoe oud was het kind, toen die kindermeid het verliet? Ik meen, vier jaar. U meentO, wij mogen alleen met feiten rekening houden. De klei ne moet dus vier jaar geweest zijn, toen de kindermeid haar verliet, en u beroept zich op dat meisje, van wie gij niet eens weet, of zij leeft, als ge tuige voor de identiteit van het vier jarige meisje met uw verloofde. Ik zal nog andere getuigen zien te zoeken. Zooals ik u reeds zei, be woonden de heer Horaz v. Malden en zijne vrouw tijdens de enkele jaren van hun huwelijk een huis in Hol born. Haar Kleine werd daar geboren en vier jaar later van Holborn naar bet huis in de Bondstraat gebracht, waar zij onder de hoede van den ouden heer Wilburg opgroeide. De datum van haar verhuizen uit Hol born zal precies overeenstemmen met den datum van haar aankomst in de Bondstraat, ook zou het al heel vreemd zijn, als wij in Holborn geen menschen konden vinden, die zich hefc plotseling vertrek van het kind nog kunnen herinneren en wien de juiste datum niet ontgaan is. Wat kunnen getuigen al niet be weren U noemde zooeven den naam Wilburg. Is Lij, over wien ge spreekt, zekere Roland Wilburg Neen ik bedoelde diens vader. (Wordt vervolgd}

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1908 | | pagina 11