Een vreeseiijk Avontuur
Land en Tuinbouw
tragisch! Maar wat doet het er toe?
Laat hooren, wat uw inzet zal zijn!
Niet voor ik uw woord van eer
heb!
Ge hebt het!
Zoo luister dan, senor, en gij,
aanwezigen, zijtgetuigen!
Wij iuisterent schreeuwden de
omstanders door elkander.
Vooruit dus! riep de stierenvech
ter ongeduldig.
Wint gij, dan zal de wreker ai-
zien van uw bestraffing; verliest ge
echter, dan onderwerpt go u aan de
punalada! -
Een kreet van schrik ontsnapte aan
de lippen der omstanders. Het was
den meesten hunner bekend, waarom
de vroeger onafscheidelijke vrienden
vaS elkaar vervreemd waren. Ze
wisten, dat do 'capataz de punalada
slechts voorstelde, omdat hem door
de .stervende Manuela was geboden
wraak 'te oefenen. Aller oogen richt
ten zich op den toreador.
Zijn gelaat was in het eerste oo
genblik doodsbleek gewórden.' De be-
teekenis van het woord punalada was
hem immers bekend het was een
bijna zekere dood.
Hij moest in een tweegevecht zijn
lichaam ongewapend prijsgeven aan
den wreker, die hem drie dolksteken
mocht toebrengen; hij moest een voet
op den kampsteen plaatsen en mocht
ter bescherming om -don linkerarm
een- wollen serape, een Indiaansche
deken wikkelen.
Zijn brein werkte met koortsachti
ge haast. Zou hij inwilligen? Of zou
hij lachend den vijand den rug toe-'
keerén? Neen, dat kon hij niet lie
ver het leven verliezen dan den naam
yan stoutmoedig man, die-voor niets*
terugdeinsde. Hij zou vertrouwen op
zijn behendigheid. Waarvoor was hij
anders matador? Hoe dikwijls had
hij reeds oog in oog tegenover een
van woede snuivenden stier gestaan
en nog altijd was hij als overwinnaar
uit dén strijd te voorschijn gekomen.
De inzet was ook de moeite waard.
Had hij zich aan de punalada on
derworpen, dan was zijn misdaad ge
boet en geen Mexicaansch rechter zou
het'dan nog wagen hem ter verant
woording te roepen. I
-Het zij, zooals het u belieft, zei
hij eindeiijk schouderophalend.
Uit de rijen zijner aanhangers klon
ken hem jubelende bijvalskreten tege
moet
'Hoeveel keer wilt ge werpen, së-
»or matador?
Zooals gij verkiest geheel zoo
als gij verkiest, senor capataz!
Dan zullen we driemaal gooien.
Twee gelijke steenen telt dubbel!
Ik vind het goed.
Bijdeze woorden haalde da stieren
vechter een' leeren dobbelbeker uit
zijn zijden sjerp en reikte dien, ter
wijl hij glimlachend boog, met twee
dobbelsteenen aan zijn tegenstan-,
der óver.
De Steenen zijn in goede handen.
Na u, senor, als het u belieft.
Paredes schudde den beker en
wierp de dobbelsteenen op de tafel.
De eene wees zes, de andere vijf oo
gen.
Zijn vrienden jubelden luide, ter
wijl van de lippen v. capataz aanhan
gers een gemompel van leedwezen
klonk.
Bedaard legde don Florenos de dob
belsteenen in den beker, dien hij, bij
na zonder te schudden, omkeerde.
Hij had een één en een twee gewor
pen.
De kreten uit de menigte, die nog
ineer nieuwsgierigen lokten, klonken
opnieuw.
De stierenvechter nam opnieuw den
beker, Weer schudde hij dien zorgvul
dig, eer hij de dobbelsteenen op de
tafel liet rollen. Hij wierp twee vij
ven.
Juichend riep hij: Ah. senor Flore
nos, een en dertig oogen in twee wor
pen! Ge zult u moeten inspannen om
dat te bereiken!
Wie het laatst lacht, lacht het
best! antwoordde de aangesprokene
met somberen blik. Onverschillig liet
hij de steenen weer uit den beker rol
len. Ze wezen drie en vijf oogen. De
capataz keek er nauwelijks naar,
maakte een buiging voor zijn tegen
stander en zei schouderophalend: het
"geluk dient u, senor! De dooden zul
len naar het schijnt ongewroken blij
ven!
Nu komt het slot, zei de toreador,
terwijl hij haastig naar den lederen
beker greep. De dobbelsteenen rolden
op de tafel: hij had drie oogen gewor
pen.
Eerst schrikte hij, maax weldra
riep hij juichend: vier en dertig tegen
elf! Nu, senor capataz, toon, wat ge
kunt!
Gooi een dubbele zes! riep een
der mijnwerkers.
Ja, een dubbele zes doet u win
nen, senor Florenos! schreeuwde een
ander.
Afwachten, senores! mengde zich
een haciendro in den woordenstrijd.
Natuurlijk, een dubbele zes op
commando! spotte een andere aan
hanger van den stierenvechter.
Rede en tegenrede van de weder-
zijdsche aanhangers had de aan
dacht van den catapaz afgeleid.
Ongemerkt verwisselde hij de dob
belsteenen tegen andere.
Hij haalde diep adem en antwoord
de, terwijl hij voor de hacienderos
boog:
Zooals gij wenscht, senores! Een
dubbele zes op commando!
Bedaard keerde hij den beker om
de steenen wezen twee zessen aan.
De mijnwerkers schreeuwden vol
geestdrift.
De hacienderos zwegen en wierpen
bezorgden blikken op hun bedreigden
vriend.
Met een handbeweging gebood de
capataz stilte. De hemel is met mijl
zei hij, terwijl hij den stierenvechter
veelbeteekebend aanzag. De punala
da zal dus plaats hebben.
Deze haalde minachtend de schou
ders op.
En wanneer belieft het u, senor,
u aan de punalada te onderwerpen?
vervolgde Valerio Florenos.
Fobiano Paredes keek naar den
stand der zon. Morgenochtend, ant
woordde hij.
En waai' en op welk uur?
In den krater van den Busa bij
de kerk de los Remedios, bij zonsop
gang.
Aangenomen, senor, ik zal ter
plaatse zijn!
De catapaz nam zijn breedgeran-
den combrero groetend af en verliet
met zijn vrienden de speeltafel.
Kort na middernacht reeds begon
er een ware volksverhuizing naar de
kerk do los Remedios, welke op een
plateau aan den kant van den gedeel
telijk ingestorten kraterwand van den
uitgedoofden vulkaan Busa. stond.
De tijding van het gebeurde was
spoedig in Zacatecas verspreid en wie
maar eenigszins kon, was bijtijds op
ds been om zich het zeldzame en prik
kelende schouwspel van een punala
da niet te laten ontgaan. De stem
ming was zeer verdeeld. De mee9ten
beschouwden den stierenvechter als
een dood man. Men twistte er over,
de hoeveelste dolksteek hem 't leven
zou kosten. Tallooze weddenschappen
werden aangegaan.
Vele der nieuwsgierigen verbonden
bet aangename met het nuttige: ze
wandelden niet langs den zigzagvor-
migen weg naar het overal in den
omtrek bekende kerkje, maar kropen
op de knieën naar boven om zich zoo
doend? een vrome boetedoening op te
leggen.
Fabiano Paredes had tevens besloten
den berg op de knieën te beklim
men. Maar eer hij nog met zijn boete
doening kon beginnen hij was pas
bij het begin van den zig-zagvormigen
weg gekomen hield een vaguero,
dié hem uit de stad achterna was ge
reden, met zijn paard voor hem stil
en berichtte: de „prairiedüivel" is
ons ontvlucht, senor matador!
Wat de „prairiedüivel"? Hadt
je dien dan werkelijk gevangen?vroeg
de stierenvechter opgewonden:
_^—_Zeker, senor! Gisteravond ber eik-
re zijde van den Bufa en
Ên daar is hij je ontsnapt?
""p* Zoo is het!
Maar hoe kon je hem laten ont
snappen?
Een lasso scheurde stuk; wij
konden het dier daardoor niet meer
in bedwang houden.
Jammer jammer! Ik zou den
duivel der prairiën graag eens in de
arena tegenover mij hebben gehad!
Waar, dunkt je, is hij thans?
Dat weten we niet, senor! Eerst
vervolgde hij ons, toen we zoo snel
mogelijk langs het dal reden. Maar
later hoorden we hem den berg op
stormen; de lasso aan zijn pooten
schuurde langs de lavablokken!
Dan zullen we elkaar misschien
óp den Bufa ontmoeten!
Dan moge de Lieve Jonkvrouw u
een vaste hand en een langen degen
geven! Maar vergeef me een vraag,
senor. Wat wilt gij en al de mannen
op den berg?
Ik onderwerp mij aan de puna
lada!
De punalada? Ge onderwerpt
u aan de punalada? stamelde de va-
giiero verschrikt. Dan zij de hemel uw
ziel genadig! Ik zal u vergezellen, se
nor, en voor u bidden!
-- Doe dat! Ik héb het uoódig.
Ze waren thans bij de berghelling
gekomen, waar de zigzagweg begon.
Fabiano Paredes en zijn metgezel
wierpen zich op de knieën om met de
vrome boetedoening te beginnen.
De capataz en zijn begeleiders daar
entegen maakten geen gebruik van
den zigzagweg, maar beklommen de
helling langs een korter binnenpad,
dat direct naar den krater leidde.
De vrienden van den capataz sloe
gen met oen houweel een plat stuk
van een bazaltachtig gesteente af en
legden dat als kampsteen in 't mid
den van den voormaligen krater,
welks bodem nagenoeg cirkelvormig
en volkomen vlak was.
D eopstijgende randen van den kra
ter waren reeds geheel met toeschou
wers bezet.
De béide tegenstanders kozen uit
hun vrienden ieder een secondant en
dezen werden het eens over den
scheidsrechter, die de leiding van en
het toezicht óver het tweegevecht zou
hebben.
De scheidsrechter gaf het teèken,
dat de nog in 't rond staande toe
schouwers het strijdperk moesten ont-,
ruimen.
De stierenvechter riep: wie leent mij
zijn serape?
Tien, twintig handen met wollen
dekens in allerlei kleuren werden
hem toegestoken. Zonder nader on
derzoek nam de matador die, welke
het dichtst bij hem was. Het was een
bijna nieuwe, helroode serape. Hij
vouwde die op eri liet ze door; zijn
secondant stevig om zijn linkerarm
winden, doch zoo, dat nog ongeveer
een halve meter van de deken Yrij
naar beneden hing.
De scheidsrechter beval de strijders
op hun plaatsen te brengen.
De torero nam zijn plaats in op
den kampsteen, waarop hij gedurende
den strijd met zijn linkervoet moest
blijven staan. De capataz, vvien een
plaats op ongeveer tien pas afstands
van zijn tegenstander werd aangewe
zen, wierp zijn kort leereh buis en
zij nbreedgeranden^sombrero óp den
grond en stroopte toen de mouw van
zijn rood flanellen hemd op. Uit de'
hand van zijn secondant ontving hij
een breed Mexicaansch ines met dik
houten heft.
Terwijl de scheidsrechter en zijn
beide helpers zich terugtrokken, spra
ken de beide strijders een stil gebed.
Onder de toeschouwers was de op
gewondenheid tot denhoogsten - graad-
gestegen; het aantal weddenschappen
werd voortdurend grooter, maar de
inzetten op de overwinning van den
stierenvechter steeds kleiner.
^Voorwaarts nu!
Onmiddellijk naderde de capataz.
zijn tegenstander, die hem in onver-,
schillige houding op den kampsteen
afwachtte.
Valerio Florenos hield het mes met'
de rechterhand ter hoogte van de
borst
Dé oogen dér beide tegenstanders
zochten en ontmoetten elkander; hét
was, of zij de bedoeling van den vij
and in zijn blikken wilden lezen.
Op het oogenblik, dat de capataz
dicht genoeg bij zijn vijand gekomen
was om hem met den uitgestrekten
arm te kunnen raken, liet hij bliksem
snel bet mes uit de rechter in de lin
kerhand glijden en wiei'p zich, ter;
wijl hij met den linkerarm een zij-
waartsche beweging maakte, op de
onbeschermde rechterzijde van den to
reador. Maar deze was nog vlugger
dan zijn aanvaller, hij sloeg hem met
het neerhangende deel van de serape
in het gezicht en greep, met de rech
terhand naar het mes.. Ofschoon hij
zich daarbij aan den handpalm ver
wondde, bereikte hij zijn doel. Hij
had den pols gegrepen van de hand,
Waarin zijn vijand den dolk hield en
hic-ld dien als in een ijzeren schroef
omklemd.
Tevergeefs beproefde de mijnwer
ker zich los te rukken: de, stierenvech
ter was sterker dan hij en hield hem
vast. Ook een herhaald overbrengen
van het mes uit de linker in de rech
terhand wist Fabiano Paredes te ver
hinderen. Zijn eigenlijk doel echter,
den Yijand den pols te breken, of den
arm te ontwrichten, bereikte hij niét.
Zoo stonden de beide mannen hij
gend en elkaar heen en weer scheu-
mando van den onpartijdige hen
scheidde.
Valerio Florenos ging tien passen
achteruit. Zijn oogen fonkelden. Zou
Paredes de wraak ontkomen? Hij
gend ging zijn borst op en neer.
Op het sein om den strijd te hervat
ten, sprong de mijnwerker dadelijk
weer op zijn tegenstander los, maar
eer hij deze bereikte, sprong hij op-
der 't loopen naar links. Het mes
flikkerde door de lucht, de hreede
klinge boorde door de serape en raak
te het bovenbeen van den stierenvech
ter, die- den aanval van dezen kant
niet verwacht had en dus te laat ge
pareerd had.
Weer klonk het „uit elkaar, seno
res!" van den scheidsrechter en 'weer
trok de capataz zich op zijn plaats te
rug.
Hadden de inzetten van de wedden-
den op de overwinning van den ma
tador als een tegen tien gestaan, vóór
de strijd begon, na den eersten ver-
geefschen dolkstoot van den capataz
stegen ze tot drie tegen tien en de
tweede vruchtelooze aanval deed ze
tot zes tegen tien rijzén.
De mijnwerker, die inzag, dat zijn
tegenstander hem in behendigheid de
baas was maakte gebruik van allerlei
kunstgrepen. Nu kwam hij van links,
dan van rechts aanspringen; ook
recht van voren beproefde bij zijn ge
luk, maar de torero gaf. hem geen ge
legenheid voor den doodelijken stoot.
De ongelijke strijd, waaraan de ca
pataz geen einde waagde te maken,
had misschien wel reeds een halfuur
geduurd, toen plotseling van dien
kant der berghelling, welke van de
stad was afgekeerd, een dof snuiven
werd gehoord. Maar niemand lette er
op. De beide strijders hadden genoeg
met zich zeiven te doen en de afwis
selende strijd hield de opmerkzaam
heid der toeschouwers volkomen ge
boeid.
Daar verscheen het volgende oogen
blik in een opening van den krater-
wand een reusachtige stier. Toen hij
de vele menschen zag, stond hij even
stil. Misschien was hij wel omge
keerd, maar juist op dit oogenblik
zwaaide de torero spottend zijn tegen
stander met de roode serape Yoor de
oogen.
Dit maakte het dier woedend, het
brulde luide en vloog naar de beide
strijders. -
Eerst thans bemerkten de toesohou-
wers den stier. Ontzet schreeuwden ze
verward door elkaar.
Maar boven alle stemmen uitklonk
die van den vaguero, die den torero
het bericht van de ontvluchting van
't gevreesde dier had overgebracht.
Vlucht, om 's hemelswil vluchtl riep
hij, het is de „prairiedüivel!"
Het geschreeuw der menigte, die
vol angst op de vlucht sloeg, had het
dier in zijn loop stil doen staan. Het
stond zijn flanken met den staart te
zweepen en keek de beide mannen,
die niet gevlucht waren, aan met oo
gen» welke met bloed waren beloo-
pen.
De beide strijders, welke eerst door
het geschreeuw tier vluchtende menig
te onm ikzaam gemaakt waren op 't
gevaar, dat hen dreigde, wisten in 't
eerst niet, wat ze moesten doen.
Red je, vriend! riep eindelijk de
stierenvechter. Geef mij het mes, ik
dek je aftocht!
De capataz mat snel de ruimte,
welke den stier van hem én zijn vij
and scheidde.
Eerst moet ik voldoening héb
ben, mompelde hij grimmig.
Op dit oogenblik gaf de matador, .die
zijn opmerkzaamheid tusschen zijn
dierlijken en zijn menschelijken tegen
stander verdeelde, zich onvoorzichtig
bloot.
Bliksemsnel flikkerde de dolk van
den mijnwerker. Fabiano Paredes
ware verloren geweest, als hij zich
niet achterover had laten vallen.
De stier sprong bij de beweging-
vooruit. Maar hij hield ook- weer in
zijn loop op, toen plotseling de torero
uit zijn gezichtsveld verdween en met
dezen de helderroode serapé, welke de
ervaren torero onder zijn lichaam
schoof.
De blikken van den capataz en den
stier troffen elkaar over den gevalle
ne heen.
Valerio, vlucht! fluisterde de
stierenvechter. Werp. mij het mes toe
anders zijn we beiden verloren!
Nog draalde de capataz.
Eerst toen de -toeschouwers,die' er
nog waren, hem van alle kanten het
zelfde toeriepen, wat Fabiano Pare
des hem geraden had, keerde hij zich
om ten einde te vluchten.
Maar het was te laat.
De stier bereikte den vluchteling
mét weinige sprongen. Hij raakte
hem even met zijn horens en wier'p
hem op zij, zoodat hij ruggelings' op
den grond viel. Daarbij was de dolk
aan zijn hand ontvallen.
De toreador, die nog altijd onbe
weeglijk op den grond lag, had op
merkzaam nagegaan, wat er gebeur
de. De stier draaide zich langzaam
naar zijn overwonnen tegenstander
om en toen was deze opgestaan en
hinkend naar den kraterwand vlucht
te, maakte hij zich gereed om hem te
volgen.
De toreador, vvien de stier den rug
toekeerde, sprong op, snelde naar de
plaats, we ar de dolk lag, raapte" dien
op en vloog het dier achterna. Hij
"kwam nog juist bijtijds om hem een
steek in den rechterachterhiel te ge-
vén.
Brullend keerde het dier zich thans
hem in' beweeglijke houding afwacht
te. Maar op het -oogenblik, dat de
stier den kop boog om den toreador
met zijn horens te doorboren, sprong
deze behendig, de serape zwaaiepde,
op zij en bracht hem in 't voorbij-
.gaan een messteek in de flank toe.
Nn- eenige sprongen bleef de stier
staan, stiet een woedend gebrul uit,
draaide zich om en vloop opnieuw op
Fabiano Paredes los.
Toen hij, den kop gebogen, weder
om den matador naderde, zette deze
zijn rechtervoet tusschen de horens
Wipte met een stouten sprong op den
rug van den stier. In wilden loop
rende het dier nu in de natuurlijke
arena rond. Don Fabiano Paredes
nam ondertusschen den dolk iü den
mond. en bevrijdde zijn linkerarm
van de serape, welke hij op den grond
liet vallen.
Thans, nu de vermetele ruiterbei
de armen vrij had schoof hij voor
zichtig op den breeden rug van den
stier, terwijl hij zich met beide han
den vasthield, zoover vooruit, dat hij
bij den nek kwam te 'zitten. Hier
zocht hij met de linkerhand naar de
plek, waar de rugwervels en de hals
wervels aan elkaar grenzen, en boor
de den dolk diep in den nek.
De stier hield plotseling in zijn .wil
den ren op. Als door den bliksem
neergeveld, viel hij op den grond.
Bij den val van zijn log rijdier
kwam de torero, die door zijn strijd
met mensch en dier ten doode toe uit
geput was en bovendien door bloed
verlies veel kracht had verloren, on
der het levenlooze lichaam van den
stier te liggen.
Van alle zijden kwamen de toe
schouwers aanrennen om hem er on
der weg' te halen.
Fabiano Pafede9 was bewusteloos.
Vlug maakten de mannen uit de boom
stamachtige bloemstengels van den
Yucapalm, uit lasso's en serapen een
draagbaar, waarop ze den bewuste-
looze naar beneden naar Zacatecas
droegen.
Naast de baar liep Valerio Florenos,
die op het gezicht van zijn vriend zijn
eigen sombrero bad gelegd om het te-'
gen de zonnestralen te besehermen.
Toen men bij de eerste huizen
kwam, gebood de capataz de dragers
halt te houden. Hij snelde het eerste
huis binnen, waaruit hij weldra met
een kruik water terugkeerde. Hij
wiesch den bewustelooze de wonden
uit, sprenkelde hem het verfrisschen-
de nat in het door de zon verbrande
gelaat en goot hem eenige druppels
in den mond.
De bewustelooze sloeg de oogen op
en keek verbaasd om zich heen. Waar
ben ik? vroeg hij verwonderd.
Valerio Florenos drukte hem harte
lijk de hand. Je bent onder vrienden,
Fabiano. Je hebt mij het leven ge
red en daarom willen we ook weer
vrienden zijn.
Met een ruk richtte de torero zich
overeind. Ah, ,je erkent dus, dat ik
het laatst lach?
Zeker, en daarmee lach je het
best.
Jou revanche heb je nu gehad,
maar nu ben je mij nog revanche
schuldig.
Hoe dat?
Voor het dobbelspel, dat je giste
ren gewonnen hebt, antwoordde de
torero.
Gisteren weigerde je mij oen par
tij monte. Vandaag ben je niet meer
aan je gelofte gebonden.Daarom moet
je nu dadelijk de partij monte met
mij spelen.
Per dios je bobt haast! Maar
't zij zoo! En wat zal de inzet zijn?
Een feestmaal voor ons en onze
vrienden!
Het volgende oogenblik begonnen
de twee nu weer verzoende vrienden
te spelen, terwijl ze de draagbaar als
speeltafel gebruikten. Nieuwsgierig
en lachend verdrongen zich hun
makkers om hen heen, die zich nu
reeds verheugden in 't vooruitzicht op
het lekkere maal.
(N. v. 't N.)
(Vrij naar liet Engelsch.)
■Jack Fay bracht zijn wintervacan-
tie in de uitgestrekte wouden vun
Louisiana door. Zijn vader had daar
een nog bijna niet gebruikten zaag
molen gekocht en een groote hoeveel
heid zeer geschikt timmerhout. Jack
dacht het een kapitaal idee, dat hij
mr. Casey, den machinist, die met
een aantal arbeiders' de werkzaamhe
den had aangenomen, zou meehel
pen. Al had hij echter ook al niet ge
dacht aan een gemakkelijk leventje in
de wouden, na een verblijf van vier en
twintig uur had hij reden te over, om
zich zelf te verwen schen, dat hij niet
lekker thuis gebleven was, want in
dien korten tijd had hij reeds een on
dervinding opgedaan, die zelfs het
moedigste hart zou kunnen doen' tril
len en welke gebeurtenis wij. hier wil
len verhalen.
Het. was in dat seizoen vochtig en
onplezierig in de wouden. Een moe
rasdamp, vol miasmen, besmette de
lucht en de zware regens hadden den
grond in poelen herschapen. Zulke
nadeelén als de-ze waren echter voor
Jack slechts kleinigheden'. Hij sterkte
den invvendigen mensch met een goe
de dosis kinine, wierp zijn lichte
schoenen weg en trok een paar ge
bruikte gummilaarzen aan. Weinig
vermoedde hij., toen hij, zeer in zijn
schik met dezen ruil, zijn voeten nog
eens bekeek, dat deze laarzen hem wel
nx iVyjogovodr aoudert brengen,
maar hém toch ook zouden redden
van dén vreeselijksten dood.
De machinist en zijn arbeiders wa
ren den eersten dag reeds begonnen
stoomketel en machinerieën te zuive
ren. .Zij maakten daarmee zulk een
voortgang, dat den volgenden dagmr.
Casey zijn mannén verdeelde in twee
groepen en hen met zijn vertrouwden
naar het dichtste gedeelte van het
woud zond, om rapport uit te brengén
waar zich speciaal best timmerhout
bevond.
Nadat de arbeiders vertrokken wa
ren, begon hij met Jack's assistentie
dé machine op stoom te brengen.
Nauwelijks begon het water te bor
relen, of een der arbeiders kwam te
rug met de boodschap aan mr. Casey
dat zij tot nu toe wel timmerhout, had-
den gevonden, doch. niet van het bes-
te, en of hij dus mee wild© gaan om-
te onderzoeken, waar zij het fijnste
konden hakken.
Om die reden verliet, hoewel een
weinig aarzelend, mr. Casey den mo
len. Het zou op z'n meest niet meer
dan twintig minuten gaans zijn en
overigons had hij alle vertrouwen in
Jack, die zijn jeugd in de ma
chinewerkplaats had doorgebracht en
reeds een getuigschrift van bekwaam
heid had verworven.
Jack was niet weinig trotsch op het
vertrouwen in hem gesteld en nam
gaarne alle verantwoordelijkheid op
zich. Hij had nog eenigen arbeid bui
ten;.nu en dan ging hij. even naar 't
vuur kijken, dat helder brandde, en
wierp er af en toe een weinig brand
stof op. Spoedig zou hij met zijn ar
beid gereed zijn, waarna hij voort
durend op de machine zou moeten
letten. Nog échter was hij niet klaar,
toen opeens 'n licht kloppend geraas
zijn aandacht trok. Vlug liep hij naai
de deur der machinekamer en keek
naar binnen. In de weinige minuten,
die er sedert mr. Casey's vertrek wa
ren verloopen, was er iets bijzonders
gebeurd. De stoom had zich spoediger
ontwikkeld dan hij gedacht had en de
trillende meter toonde reeds een druk
king vair 110 L. B. Jack herinnerde
zich, dat mr. Casey gezegd had, dat
de weerstand van den ketel slechts 100
L. B. was, en hij erkende, dat uit de
zen stand van zaken eene inder
daad dreigende ontploffing kon
volgen. Bij die gedachte sprong hij
snel door de geopende deur de ma
chinekamer binnen, maar gleed uit in
zijn groote gummilaarzen en viel
lapg uit op den vloer. Zijn uitgestrek
te hand gaf de deur een stoot en tot
zijn schrik hoorde hij niet slechts het
dichtslaan der deur, maar ook het
scherp tikken van het springslot, dat
hem tot gevangene maakte.
Er waren geen vensters in de ma
chinekamer, een olielamp verlichtte
slechts schaars de ruimte, waaruit
geen ontsnappen mogelijk was.
Er was geen levende ziel in den om
trek, anders zouden zijn jonge, ster
ke longen hem een goeden dienst be
wezen hebben, wanneer althans het
geraas van den stampenden en stoo
tenden ketel zijn meest schérpe kre
ten niet had gesmoord.
Zijn eenige kans op behoud was de
veiligheidsklep. Al zijn moed bijeeh-
rapend, naderde hij den brullenden
ketel en keek naar de klep geen wolk
je stoom ontsnapte daar.
Een ontzettende gedachte kwam bij
hem óp indien door een of ander©
oorzaak de klep weigerde te werken
Gelukkig, een ladder stond tegen den
ingemetselden ketel, vlug klom hij
naar boven, doch welk een afschuwe
lijk tooneel deed zich in het. half
duister aan zijn oog voor
Ineengekronkeld als een spiraal, lag
daar, gekronkeld om de veiligheids
klep»- eèü donker glinsterend voor
werp, dat hem weldra bleek een. enor
me ratelslang te zijn. Met een ijselij-
lcen kreet liet Jack zich bliksemsnel
langs den ladder afglijden, doch het
bloed stolde hem in de aderen, toen
hij, eenige stappen doende, op een
glibberige zachte massa trapte, en
daarna rondom zich kijkend, was het
SI flikkering wat-hij zog.
De slangen waren uit do muren van
den in langen tijd niet gebruikten
molen gekomen, waar ze liaar winter
kwartieren haddeil. De hitte van het
vuur had ze doen ontwaken uit de
sluimering, waarin zij gewoonlijk de
koude maanden passeeren. Thans wa
ren ze hongerig en boosaardig uit
haar schuilplaats gekropen en lagen
geen. el van Jack verwijderd op den
vloer, den zwarten, kop, met vlam
mend groene oogen, dreigend opge
richt. Eón oogonblik en een slang, de
dichtst nabijzijnde, sloeg onverwacht
haar scherp tongetje in Jack's been.
Indien hij 't echter niet met eigen
oogen gezien had, zou hij het niet ge
loofd hebben, want hij gevoelde geen
Pij ar
Eerst wist Jack niet waaraan dit
zonderlinge feit toe te schrijven, dan
echter ontdekte hij met vreugde, dat
zijn-gummilaarzen de oorzaakdaar
van waren de gummi was ondoor
dringbaar. Indien hij nu maar een
of ander wapen had, dan zou hij zich
spoedig van die ongewenschte casten
vorlost hebben. De tijd drong, dé ma
chine raasde en brulde hoe^ langer hoe
harder.
't Is dan nog beter in duizend
deelen uiteengescheurd te worden bij
de këtelontploffing, dan dat mijn
bloed vergiftigd wordt en het leven
verstikt door den beet van deze wal
gelijke reptielen, dacht Jack.
Instinctmatig strékte hij zijn hand
uit en tot zijn geluk vond hij een
ijzeren staaf, die tegen den muur
stond. Jack huiverde, toén hij voorbij
den ketel kwam, de grond daverde
onder zijn voeten, zóó groot_was de
trilling, een volgend oogenblik ech
ter was hij zichzelf weer meester.
De slangen kronkelden zich om
hem heen, hem bedreigende met den
vreeselijksten dood, maar Jack zwaai
de de staaf in'de lucht en liet ze met
kracht op de slangen neerkomend Iede
re seconde bracht dèn dood aan zoo'n
dief .De moedige jongen wist echter
wel, dat het eigenlijke gevéetit eerst
zou beginnen tusschen.liem en de
slang om de veiligheidsklep.
Deze slang was als razend gewor
den door de steeds toenemende hitte
van haar eerst zoo aangename rust
plaats en toen Jack haar naderde,
maakte zij zich, onder vervaarlijk ge
sis, gereed, haar venijn op Jack uitte
storten, snel ontwönd zij eenige kron
kelingen en wierp zich op hem, doch
Jack wist haar gelukkig te ontwijken.
Vruchteloos beproefde hij het ondier
den genadeslag toe te brengen, de
slang liet er hem den tijd niet toe.
Ieder oogenblik werd het zelfs moei
lijker het gevaarlijke heest te nade
ren. Kronkeling na' kronkeling ver
liet zij de veiligheidsklep, waarom zij
zich geslingerd had, voortdurend op
eigenaardige wijze met den afschuwe
lijken kop in de lucht stootend.
Elk oogenblik bracht Jack dichter
bij den dooddoor vergif of ontplof
fing. Het was niet langer meer een
strijd, tusschen Jack en de slang,
neen, het werd een krachtproef tus
schen de slang en den ketel en dege
ne met het, meeste uithoudingsvermo
gen zou den strijd"winnen. De slang
was nu bijna van de veiligheidsklep
afindien het Jack gelukte haar er
geheel af te krijgen, zou het wellicht
mogelijk zijn een ontploffing te voor
komen. Jack wierp een blik op den
meter en zag, dat thans de stoom-
spanning- reeds tot 120 L. B. gestegen
was.
Bijna maakte zich de vertwijfeling
van hem meester. Met al de kracht
zijner ziel onderdrukte hij echter zijn
angst, en ontwierp een plan, dat hij
oogenhlikkelijk uitvoerde. Langzaam
en voorzichtig naderde hij weer de
slang, haar moedig kwellende met zijn
staaf, dan weer oogehschijnlijk zich
zelf daarmee slaande. Deze tnktieli
had een goed gevolgde slang kwani
op hem af en de veiligheidsklep raak
te vrij. Snel sloeg Jack toe- en het
ondier viel zwaar getroffen op den
vïqer, maar daarna richtte het zich
bliksemsnel op, om zijn aanvaller
den doodelijken beet toe te brengen,
doch als een dorschvlegel kwam nog
eenmaal de staaf op het ondier neer
en" verpletterde zijn kop.
Toen de slang van de veiligheids
klep verwijderd was, vloog deze open,
uitgang gevende aan een dikke wolli
van stoom, die in een oogenblik de
ruimte vulde en door de openingen
in het dak een uitweg zocht.
Niet zoodra zag mr. Casey de stoom
wolk uit het dak opstijgen, of hij liep,
vreezende dat er een ongeluk met de
machine gebeurd was, als een razen
de terug naar den molen en trapte de
deur open.
Daar vond hij zijn jongen vriend,
bewusteloos, mét enkele brandwonden
op aangezicht en handen, op den vloei
liggen, naast de doode lichamen val
zes enorme ratelslangen.
Jack Fay had sedert dien nog vele
avonturen in vreemde streken, maar
hij herhaalde altijd, dat het gevaar
lijke kwartier, toen hij met de slang
vocht voor de bevrijding der veilig-
heidsklep, het meest vreeselijko waf
van zijn leven.
WATERHYGIëNE ÓP BOERDE-
RIJEN.
Nkar aanleiding van een schrijven
van den directeur-generaal van den
landbouw „aan belanghebbenden" in
zake de waterverzorging op-de boer-