RUBRIEK VOOR ONZE JEUGD stbtl Raadsels (Deze raadsels behooren niet tot den wedstrijd, maar zijn alle ingezonden door jongens en meisjes, die „Voor Onze J'eugd" lezen. De namen der kinderen, die mij vóór Don derdagmorgen oplossingen aenden, worden in het vol gend nummer bekend ge- maakt). 1. ^Ingezonden door G. Hamer). Vier koningen regeeren hiér gelijk. Dat is, denkt gij, gewis een rust'loos rijk Zij zijn wel traag, maar als zij zich verroeren, Geschiedt dat slechts, om samen krijg te voeren. 2. (Ingezonden door Hubertus Bank) Welke overeenkomst is er tusschen een olifant en een trekpotje 3. (Ingezonden door Betsy Delhi kamp). 1 2 3 7 is een vogel. 5 10 2 3 7 is een viervoetig dier. 7 9 is een deel van een schip. 1 4 8 9 6 is een deel van een visch. Het geheel is een straat in Haar lem. 4. (Ingezonden door Harri Rien- gtra). A AAA A B D D S E E E E E E E EGHIIJKLL MNNORRR R R S U U Z Z Z z Nevenstaande letters zóó te rang schikken, dat zoowel de liggende als öe staande middenrij den naai» eener zee noemt, terwijl de overige acht regels het volgende vormen De tweede regel een begroeting. De derde regel een steensoort. De vierde regel een rivier. De zesde regel een stad in Holland. De zevende regel een stad in DoitscMand. De achtste regel een dier. 1 5. {Ingezonden door Martina Bruijn). Mij krijgt men nimmer bij den staart, Al kon men vleugelen leenen. Veel sneller ga ik don een paard, En toch heb ik geen beenen. 6. (Ingezonden door Annie de Zaai j er): Zoek uit onderstaanden zin een be graven vogel Piet huilt, hij is ondeugend.' 7. (Ingezonden door Cornelis Ra de-maker). Waar .is-niets onecht? 8. (ingezonden door Anton de Kam). Mijn geheel bestaat uit zev<?n let ters en is de naam -^an een Vrucht. 3 2 5 is een mensch. 1 6 3 is een dier. 2 7 zit aan een kar. 14 3 zit aan eon automobiel. 9. (Ingezonden door Dirk Boeré). Zoek uit onderstaanden zin een be graven plaats Wie van de trap valt, is gauw be neden. 10. (Ingezonden door Dina Vester). Zet zes meisjesnamen zóó onder el kaar, dat de beginletters ook een meisjesnaam vormen. De oplossingen der raadsels van de vorige week zijn 1. H RAT KAARS HAARLEM DELFT NEL M 2. Olst. i i 3. Riga. 4. Marie Arie. 5. Steenkool. 6. De koopman in zeven. 7. Wij he. 8. Rubriek voor onze Jeugd. 9. Het eerste is uitgemaakt, en het tweede is ingemaakt. 10. Leiden. I Raadseloplossingen ontving ik de ze week van Zus Duursma 9. Marie Kolk 7. Gerard en Beppie Meyer 8. A. van Westerhoven 8. J. Geijlvoet 5. Hendricus Netze 5. Dirkje Moll erna 6. Anton en Grada van den Bo- gaardt 9. Nanne Nauta 10. C. Sluimers 8. G. Kwantes 10. Wilhelmina Itjeshorst 9. Cath. Kwak 6. Henri Ackermann 10. Wilh. Marinus Heyl 10. Martina Bruijn 10. Jan en Gé Noé 8. Gorry Matla 8. Rina v. d. Wel 4. Marie en Annie van Zutphen 10. Frans en Jo van Egmond 9. Sieger en Tinus Bonke 8. Anton Koomen 10. Inzending zonder naam 10. Anna Ploeg 3. Mina van Egmond 10. Nico Twisterling 5. Bram van Niel 10. Van de vorige week ontving ik nogA 11 Corry Matla 8. G. Kwantes 10. Bina v. d. Wel 8. WedsSrifdinzenditigeffl. Wedstrijdinzendingen ontving ik deze week van Inzending zonder naam. D. Heijligers. Frieda Vorstman. Anna Elizabeth Ploeg. M. F. Hellingman. Martinus Bonke. Jan Noé. Thomas van Waveren. Arie van Westerhoven. W. L. Bouwman. Anton de Wit. Catharina Kwak. Piet Mossinkoff. Mi entje de Zaaijer. Annie de Zaaijer. Nanne Nauta. Hendrik G. Groeneveld. TliómaS van Beem. Hubertus Bank. Cornelis v. d. Haak. Dirk Boeré. F.duard Boeré. Abraham van Niel. Jan Geijlvoet. Frans Geijlvoet. Karei Gerardus v. d. Has Anna Dahlhaus. J. Schotman. J. W. de Rijk. Martinus van Waard. Gerard Jolian Stap. Wilha. Freda. Itjeshorst. Betsy Kruiver. Piet Takken. H. G. Takken. Jansje Velthuizen. Dagboek van Cesar. Door Suzanne S. de Lange. 6 Februari. lk verkeerde van daag waarlijk in een hoogst onaan gename positie. Als ik nu nog be denk, hoe mijn jong, gelukkig hon denleven in gevaar heeft verkeerd, slaat, me do schrik om het hart, en ben ik toch zoo blij, er zoo goed af gekomen te zijn. Louis, Jo, Henk en ik waren aan 't wandelen, tusschen bouwland en tuinen van de mén- schen, die hier wonen. We sloegen links-af en gingen een laantje in ik holde, zooals gewoonlijk, vooruit, en duwde met mijn snoet het hek van een tuin open, om het spoor van een haasje te volgen, liet leidde naar ecnige boerenkool-planten. Ik snuffel de ijveriger dan ooitde afdruksels van kleine pootjes stonden in de aarde. Daar zag ik een boerenkool blad bewegen, ik sprong er op. Toen voelde ik zoo iets als het touw van den baas om mijn poolen klemmen en viel er een strik, van ijzerdraad, om inijn hals. Daar zat ik nu gevangen Ik huilde en rukte en jankte hoe «neer ik trok, hoe vaster de strik om mijn hals klemde. Dat bemerkte ik eerst niet, de strik snoerde vaster en vaster totdat ik geen geluid' meer kon geven Mijn oogen puilden uit de kassen en ik liet den kop op zij hangen in mijn vreeselijke benauwdheid. Daar hoorde ik flauw, hoewel ze dicht bij waren, de jongens praten. Met een laatste krachtsinspanning richtte ik me op en stiet een ge smoord gehuil uit. Daarna werd me alles donker voor de oogen, en weet ik nergens meer van, dan dat ik la ter, toen ik bijgekomen was, uit liet verhaal van de jongens kon opma ken. Een doek met iets zuurs en lcouds werd me tegen mijn neus gedrukt. Toen deed_ik mijn oogen open, en zag allen over me heen gebogen, met angstige spanning op het gelaat. Verschillende uitroepén van vreug de werden er gehoord, en ik kwispel staartte flauwtjes. De vrouw streelde mijn kop. „Arm dier, wat kan ik je nu geven, waarvan je opknapt Suze informeerde „Waar is Stieri, Moe „Even een boodschap doen." „Daar is ze net." Suze snélde de gang in; „O, Stien, toe, ga gauw even wat karnemelk halen voor dien armen Cees, je zult zoo wel hooren Stien kwam even later terug, Suze haalde mijn bak en de vrouw goot er een straal van het witte, schuimende vocht in, dat me deed watertanden, en waarvan ik mijn baardje likte. Stien beklaagde me „Och, guussie, arme hond, wat is er toch met je gebeurd De karnemelk had me waarlijk op geknapten toen vleide ik-me, met een gevoel van veilig-zijn en geen strikken in de nabijheid, neer. De baas ging ook zittent stak een sigaar op en zei „Toe, jongens, vertel jelui me nu eens, hoe alles gebeurd is." En toen was me dat ineens een ge ratel en gesnater „Hij zat in een hazenstrik." „Nee, 't was een strik voor mol len „Ben je nou suf, voor mollen zetten zo een val I" „En er mogen geen strikken gezet worden „Ja, weet ik 't „En dan, mollen om dezen tijd van het jaar 1" „Nou, 't kon best, met het mooie weer I" De baas strekte afwerend beide han den uit. „Och, jongens, alsjeblieft, je ver scheurt mijn trommelvlies Suze minachtte „En jullie hebt nou altijd zoo'n praats, dat wij, meisjes, zoo kakelen. Ik wou, dat nu Jo en Kitty eens hier waren I" De baas hernam „Eén tegelijk, alsjeblief." Toen was er weer edelmoedige her rie.. wie vertellen zou. Louis beweer de Henk was 't meest welbespraakt, Jo kon 't grappigst vertellen. Grappig kwam hier niet te pas, vond Jo. De baas, die zeker bemerkte, dat het gesprek op die manier nog wel eer. poosje kon aanhouden, maakte er een eind aan, door glimlachend te be- „Nu, Henk, als jij dan zoo welbe spraakt bent, vertel jij dan maar." En Henk begon. „We waren zoowat aan het eind van de beukenlaan, u wéét wel, tus schen de tuinen toen we ineens, achter ons, Cees vreeselijk hoorden huilen en janken, verscheidene kee- ren. Wij zoo hard we loopen konden terug een eindje, overal rondkijkend, maar er was niets van hem te bespeu ren. Nog stonden we even te beraad slagen, toen we in den tuin vlak bij ons, wéér, maar nu flauwer, het ake lig gehuil hoorden. Wij den tuin in, en half onder boerenkool-struiken verborgen, lag Cees net alsof-ie al dood was. Een oogenblik stonden we beduusd van schrik. Toen zei Louis „Sjé, jongens, een strik, gauw, je messen, en snijdt maar raak, al scheer je den hond ook half kaal." Onze messen warén nu juist niet erg scherp, we hadden ons net een paar eikenhouten knuppels gesneden, zoo dat het een heelen toer was, door het nogal dikke ijzerdraad te snijden. Maar na een poosje zagen", gelukte het ons toch. Wij dachten, dat hij op zou springen, alsof er niets gebeurd was, maar mis hooi', hij viel als een blok op zij. Louis ging gauw in zijn pet water uit het kanaal halen, dat we hem in zijn hek lieten loopen, en toen dat niet hielp, bliezen we hem tegen zijn neus, iets, waar hij anders heelémaal niet tegen kan. Dat alles hielp mets,' eri toen hebben we hem maar gauw opgenomen en hier gebracht. Ik heb nog nóóit zoo'n angst uitgestaan. Zie Louis eens, hij ziet er bepaald nog wit van. Ik ge loof niet, dat hij het nog Jang had uitgehouden, wanneer we hem niet net bijtijds bevrijd hadden." En ik ben zoo blij over mijn red ding, dat ik hu niet meer schrijven kan. In mijn mandje ga ik alles nog eens stil overdenken. Brieventas (Brieven aau de Redactie van de Kinder-Afdeeling moeten gezonden worden aan Mej. M. C. van Doorn, Wagen weg 88, Haarlem). BRAM VAN N. Gelukkig, dat je teekening nog net op het nippertje klaar komt I Veel pleizier op het aan staande feestJa, ik vind ook wel, dat de kaarten duur zijn, maar het zal dan zeker ook wel een heel mooie uitvoering zijn WILHELMINA I. De teekening is goed aangekomen. Moet je Maan dag weer naar school toe Ik ver lang er al naar te hooren, of je ver hoogd bent. PIET T. Het doet me pleizier, a u je in je schik was met je premie. Leuk, dat jullie weer allebei aan den wedstrijd hebt meegedaan SIEGER en TINUS B. Wat ziju jullie aan het vinden geweest I Is de zilveren broche ook al weer aan de eigenares terug bezorgd Ik wil wel gelooveu, dat het hier met leeren een heeleboel anders gaat dan in Vlaar- dingen. Waar vonden jullie het pret tiger De groeten voor Cato en voor jullie zelf. MAR IE K. Ik ben blij, dat je het hoekje aardig vondt. Is de school al weer begonnen Ja, zoo'n vacantie gaat gauw om, hè JOHAN I. 'Nee, nu zul je het wel te druk krijgen, om nog dikwijls aan de raadsels en de wedstrijden mee te doen. Wanneer ga je naar het kan toor toe? Wat heerlijk, dat je toch nog een mooi boek hebt gekregen Heb je 't al uitgelezen MINA VAN E. Ja, stuur de re bus maar ik zal dan wel eens kij ken, of ik haar gebruiken kan. De uitslag van den teekenwedstrijd komt de volgende week in de courant te staan. THOMAS .VAN B. Het speet me te hooren, dat IJda ziek is. Ligt ze in bed Wensch haar maar beterschap van me, hoor Ik hoop, dat ze gauw weer opknapt GERARD en BEPPIE M. Jam mer, dat je geen tijd hadt de teeke ning af te maken. Hebben jullie een prettige vacantie gehad ARIE VAN W. Het raadsel is goed ik zal het bij mijn voorraad doen. RINA v. d. W. Ja, de vorige week kwam je brief to laat, om je htiom nog in de courant te vermel den. Je raadsel zal ik plaatsen. HENDRIK T. Jullie teekeningen zijxi goed aangekomen, zooals je zeker al bij de wedstrijdinzendingen gezien hebt. -Jullie houdt zeker veel van tee- kencn, is 't niet ZUS D. Wat grappig, die toepas selijke paascheieren Leek het por tret van je hondje goed en vondt hij het zelf niet erg gewichtig, om zijn portret op een ei te zien staan F. G. Ik vind het erg aardig, dat Jan's broertje nu ook mee gaat doen. Het komt er niets op aan, dat jo met potlood geschreven hebt, hoor iMaar vertel je me nu ook nog eens even. hoe je voornaam is, want die stond niet in jo brief HUBERTUS B. - - Dat Jcan ik me best begrijpen, dat je do piano het allermooist vindt uit de heele kamer. Maar het was, denk ik, nog moeilijk genoeg, om daar een mooie teekening van te maken Wat een prachtig paaschei heb je gekregen Dat was een heerlijke verrassing, hoorJe hebt gelijk, dat je aan het kleine nichtje mijn groeten maai' vast eens gedaan hebt. Dat zal ze zeker wel erg gewichtig vinden 1 Hééft mevrouw H. je beloofd, dat je eens mee uit mag ook Wat een prettig vooruit zicht, hè Als het nu maar gauw mooi weer wordt Waar gaat de tocht dan naar toe Of weet je dat nog niet NICO T. lk zal de teekening voor je omruilen en de eerste voor je be waren. 't Was gelukkig nog niet te laat. Bedank Moeder maar voor haar briefje, wil je Is je broertje ook mee geweest naar het kinderfeest, .en heb ben jullie veel pleizier gehad LENA H. Met veel pleizier wil ik je ook een boek leenen. Kom Woens dagmiddag maar, tusschen 1 en 2 uur. Ik wil wel ge-Iooven, dat je een beetje moe was van die lange wan deling Houd je veel van wandelen V DINA H. De volgende week wordt de uitslag van den wedstrijd bekend gemaakt, dus tot zoo lang zul je nog geduld moeten hebben Waaruit de nieuwe wedstrijd bestaat, hoor jc daarna wel. JAN G. Wat een mooie stempels hebben jullie gekregen Was dat ter eere van de Paaschvacantie Ik vind het flink, dat jé zoo mooi je best hebt gedaan op' de teekening. 't Raad sel is goed. MARIE en ANNIE VAN Z. Ik vind het erg best, dat jullie maar weer gauw aan 't werk moet. Van zoo'n lange vacantie word je maar ondeugend Stoute kinderen, om mij zoo voor den gek te houden met die heel lange vacantie Ik zal je krijgen, hoor Dank je wel voor de raadsels. GRIETJE K. Ja, de Vorige week kwam je brief jammer genoeg te laat! Gelukkig heb je dezen keer beter op gepast De volgende week zul je „het" nooren WILHELM H. Nog gauw even een briefje aan jóu, om je eens even te bedanken voor die mooie brief kaart I Ik ben er erg blij mee, en ik wist heusch niet, dat er in Utrecht zulke mooie plekjes waren 1 Veel gioeten en nog eens hartelijk be dankt ENKELE BRIEFJES zijn deze week blijven liggen. De volgende week zal ik jullie antwoorden M. C. VAN DOORN. Ik was nog niet in staat tö ant woorden. toen Nel binnentrap, rood als een gekookte kreeft en blazende als een bruinvisch. Zij gaf mij mijn tegenwoordigheid yan geest terugik liep op haar toe en riep - Tante Nelje klem was goed het wild is gevangen, ik word je neef. iWijlen de vrouw van Loth kon niet Stokstijver gestaan hebben als tante Nel bij het hooren van deze tijding. Klaas moet van de hoeve, zei De Wilde, maar ik riep Vader, doe dat niethijheeft soe den kortsten weg helpen wijzen, en zpnder hem had het nog lang kun nen duren. De macht der Tonen. Het was in de eerste dagen van de lento. Do lucht was weer helder en Mauw geworden. Overal zag men te Parijs bloemen ontluiken, op de plei nen, in de tuinen en op straat, waar se op kleine wagentjes te koop waren gesteld. Alles scheen vroolijk en mooi. Be musschen, de straatjongens der voorsteden, maakten in de boomen, .waaraan de knoppen open sprongen, een heidenscn kabaal. Alles verheug de zich in de ontwakende natuur en in den helderen lentedag. Lolotte zette het venster van de woning wijd open. Zij woonde met hare moeder, mevrouw Biggart, we duwe van een in den oorlog gesneu veld kapitein, aan de binnenplqfxts van een van die reusachtige huur kazernes, waarin de huurders ver scheidene jaren deur aan deur kun- hen wonen, zonder elkaar te ontmoe ten, zonder met elkaar te spreken, selfs zonder elkaar te zien. Zij leidde daar een kalm bestaan. Zij vroeg niet naar de buitenwereld, 3>ekommerde zich niet om het leven in de groote stad en kwelde haar imooie blauwe oogen met fijne werk jes en met het maken van haren uit eet. Van de zorgen der huishouding zocht ze slechts afleiding aan hare piano, want zonder het te weten was eij een begaafd speelster, een geboren yirtuose, zonder ooit ernstig gestu deerd te hebben. Haar uitzetWanneer ze er maar aan dacht, moest ze wel glimlachen... Het was baar alsof prins Millebeau tan zelf zou komen, wanneer zij het ♦indelooze werk gereed had. Prins MillebeauAch, het was geen eerzucht, geen trot9, geèn' dom me of slechte ijdelheid, dat zij dacht aan den koninklijken bruidegom. Zij had er nog niet eens over nagedacht, of hij rijk zou zijn, of jong, of schoon.... hij was heel eenvoudig, de man, dien haar klein hart beminde, zonder hem te kennen.... en zij wacht te geduldig op hem, omdat zij in het geheel niet op de gedachte kwam, dat hij niet zou komen. Don betrapte zij er zichzelf meer malen op, hoe zij de oogen van haar werk opsloeg' en haar droom voort zette. Dan sloot zij plotseling het raam weer en zij zag zich weer ver plaatst in de werkelijkheid, moest om zichzelf lachen en verdiepte zich weer in het werk. Op zekeren morgen verbrak plot seling, terwijl zij rustig zat te werken, de melancholische, klagende klank van een violoncel de gewone stilte van de groote binnenplaats. De kunstenaar, zeker een buurman, speelde uitstekend. Hij speelde met eene eigenaardige uitdrukking, liet zijn instrument met diepen ernst klinken en Lolotte had het gevoel, als of hij zijn ziel er in legde. Het was de Andante uit de Serena de van Beethoven. Zoo zuiver speelde er zoo schoon nuanceerde hij, dat men zou kunnen meenen, dat hij weende en leed.... Eiken dag op hetzelfde uur begon de onbekende opnieuw en ging met dezelfde virtuositeit, dezelfde zeker heid van uitvoering en het diepe, aan grijpende gevoel van de eene melodie op de andere over en deze afleiding van de eentonigheid van het dage- lijkscli werk wierp een straal gezonde vroolijkheid in het treurig bestaan van het jonge meisje. Werktuigelijk ging zij aan de piano zitten, opende die en speelde zacht mee. Het deed haar zoo onuitspreke lijk veel genoegen, hem te kunnen begeleiden, zonder dat hij het mis schien zou hooren. Langzamerhand werd zij driester. De toetsen sloegen sterker op de sna ren en eens begeleidde zij een geheele romance. Daarna werd haar moed gvooter en zelfs op een middag begon zij het eerst te spelon. Zij hoorde hoe de kunstenaar een oogenblik aarzelde en blijkbaar een punt zocht, waar hij zich bij haar spel kon aansluiten, daarna begon hij te begeleiden met veel gevoel. Den volgenden morgen zag Lolotte over het plein en schrok, terwijl zij bet venster opende. Aan het venster van het tegenover liggend huis stond een jongmensch. Dat was hij. Hij had een ernstig gezicht, maar de trekken waren, voor zoover zij dat kon onderscheiden, regelmatig en fijn. Hij beviel haar en zij had het gevoel, alsof zij hem zich steeds zoo had voorgesteld en niet anders. Doch waarom hield hij de oogen steeds naar den grond gericht, waar om keek hij niet naar den overkant Dat was toch te bedeesd. Het jonge meisje zou hem willen toeroepen Ik ben het, uw hegeleidster, de vertrouwde uwer gedachten. Twee of drie keer zag zij hem zoo, maar nooit sloeg hij de oogen op naar haar. Lolotte was geprikkeld door deze onverschilligheid en om hem te straffen liet zij hem alleen spe len en opende het raam niet meer. Ik haat hem zei ze. Haar piano bleef stom. Zij maakte zich echter een verwijt van hare boos heid en vatte nieuwe hoop, begeleid de hem weer en het was haar alsof hij een gevóel van dank legde in zijn melodie. Inniger ruischten nog de to nen door de stille lucht. Lolotte werd verliefd op den onge- naakbaren violoncelspeler. Eindelijk kon ze het niet meer uit houden, zij moest weten wie hij was. Zij wilde haar moeder in kenni9 stel len met deze gedachte. Zij was alleen naar huiten gegaan, om een paar boodschappen te doen. Terwijl ze de portierswoning voorbij ging, vroeg ze aan de vrouw, die in de deur stond, zoo onschuldig' moge lijk Wie is toch die heer, die zoo mooi violoncel .speelt Lolotte dacht dat het hart haar moest breken als ze hoorde, waarom hij niet naar haar wilde kijken. Och, antwoordde het goede mensch op meelijdenden toon, dat is een arm blind mensch en de muziek is zijn eenige troost. Lolotte ging heen en dacht niet meer aan hem, haar liefde was voor- bi,) DAMRUBRIEK. Verantwoordelijke redacteuren: H. E. Lantinga, C. E. Visse, C. H. B. Tollenaar. Oplossingen in te zenden aan den heer H. E. Lantinga, Barendsestr. 41. PROBLEEM No. 49. Damclub „HAARLEM". Ingez. door den Heer A. T. 1. o BUILENPEST-EPIDEMIE. Een der groote Londensche bladen verneemt uit Washington, dat in La Guayra, dc Venezolaansche haven, een ernstige builenpest-epidemie woedt. De Venezolaansche autoritei- ton zouden veel moeite doen om den toestand geheim te houden. Het be richt behelst nog, dat reeds honder den aan de ziekte zijn bezweken en dat do hospitalen vol liggen. 46 47 46 49 50 Wit WIT: 21 35 40 43 47 50. ZWART: 9 10 18 20 25 37 en dam op 3. EEN SCHANDAAL TE TOULON. In 1906 werd bij de oefeningen de soldaat Chanareille, van het 8ste re giment jagers te paard, door een slag van een paard gewond. Hij werd naar 't hospitaal gebracht, doch men stelde een noodzakelijke operatie steeds uit. Hij bleef ronddwalen in de verschillende hospitalen, waar hij van het kastje naar den muur werd gezonden tot de doctoren hem ten slotte voor ongeneeslijk verklaarden, en hij voor pensioen werd voorgedra gen. Op zekeren dag werd hij uit het hospitaal te Toulon, waar hij den laatsten tijd in verpleging heette te zijn, eenvoudig op straat gezet, om dat hij terstond het pensioen wensch- te te ontvangen, waarop hij, als in en door den dienst ongeschikt gewor den, recht had. Men legde hem op een draagbaar, bracht hem naar den boulevard de Strasbourg en liet hem daar aan zijn lot over. Sedert dien zagen de inwo ners van Toulon hem steeds door de straten zwerven en bedelen, of aan de poort der kazerne staan om vroe gere kameraden om soep te vragen. Maandag was de ongelukkige daar weer en werd hij door een 9teeds aan groeiende, medelijdende menigte om ringd toen de commandant van de wacht buiten kwam, en hem ruw toe sprak, werd deze uitgejouwd en moest hij snel in do kazerne terug- keeren, waar hij de gendarmerie waarschuwde. Dinsdagmorgen werd Chanareille op straat aangehouden, wegens het onwettig dragen van uniform en naar het commissariaat van politie gebracht. De menigte jouwde de agen ten uit. 's Middags werd hij naar het bur gerziekenhuis gebracht en heeft de burgemeester zich eindelijk zijn lot aangetrokken. VREEMDE ZEDEN. Ter wille der onpartijdigheid be hoort. hier te worden melding ge maakt van enkele rechtszaken op het gebied der Franselie ongevallenver zekering, waaruit blijkt, dat door Fransche collega's in het openbaar dingen kunnen worden bedreven, die hier nauwelijks denkbaar zijn. De behandeling van bedrijfsongevallen wordt in Frankrijk vergoed door den patroon of door een maatschappij, waarbij deze zich heeft verzekerd. Nu hebben eenige groepen van genees kundigen „onafhankelijko volksklinie ken" opgericht, waar arbeiders met ongevallen, luidens aanplakbiljetten en rijkelijk verspreide prospectus, „gratis" worden behandeld. En als zij dan gratis" zijn behandeld, dient de volkskliniek de rekening in bij pa troon of verzekeringmaatschappij. Deze nu weigeren te betalen, omdat de gratis-behandeling was beloofd, en in twee zulke gevallen is het tot een proces gekomen. De rechters hebben verschillend beslist: de één was van oordeel, dat de patroon niet tot schul denaar kan worden als den werkman kostelooze behandeling is aangeboden en verstrekt: de ander meent, dat de patroon daardoor niet van zijn wet telijke verplichting kan worden ont heven. (T. v. G.) EEN NIEUWE UITVINDING. Prins Heinrich van Pruisen, 's Kei zers broeder, heeftt een uitvinding op automobielgebied gedaan, waarop hij patent denkt tc nemen, en die zeer zeker voor vele chauffeurs van groot nut zal zijn. De uitvinding is hoogst eenvoudig. Twee beweegbare caout- choucbanden bevinden zich aan weerskanten van het schutraam. Met één enkele beweging kunnen, ze in werking gebracht worden en bevrij den dan in enkele seconden het raam van het stof, dat, vooral op groote tochten voor den chauffeur zeer hin derlijk wordt, omdat liet hem 't uit zicht. belet. DE KOUDE VOOR HUISELIJK GEBRUIK. In de stad Kansas City (Am.) be staat sedert eenigen tijd gelegenheid voor particulieren zich te abonneeren bij een fabriek van koude, welke door eene speciale fabriek wordt geleverd en door een stelsel van buizen in de vertrekken wordt, gebracht. De abon- nés zijn slagers, bloemisten, hande laars in boter, eieren, groenten, fruit; voorts hotels, restaurants enz. EEN ZOLDERING INGESTORT. Vrijdag is te Milaan een ernstig ongeluk gebeurd. Men was bezig een nieuwe vleugel te houwen tot uitbrei ding der groote magazijnen van de Coöperatieve Vereeniging-, die behoo ren tot de rijkste en grootste onder nemingen in Italië. Dien dag beproefde men de "zolde ringen en bezwaarde ze met 500 zak ken zand. Plotseling hoorde men een ontzettend gekraak en stortte onge veer de geheele vleugel ineen. Som mige werklieden hadden zich nog kunnen redden, maar vijftien hunner werden onder het instortend puin be dolven. Een algemeene paniek ontstond in de nevenstaande magazijnen en een aangrenzende kerk, waarin juist een dienst werd gehouden. Het reddingswerk werd terstond ter hand genomen. Een ingenieur met half verpletterd hoofd werd reeds naar het ziekenhuis gebracht.. Verdere berichten ontbreken nog.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1908 | | pagina 13