HAARLEM'S DAGBLAD. TWEE^..B,.^D„.
Binnenland
Onze Lachhoek,
FEUILLETON
s,
Eindelijk gewonnen
Haarlemsche
Handelsvereeniging
bij Kon. Bes!. T»n 12 Nov. 18S9
De Haarlemsche Handelsvereeni»
ging hier ter stede, opgericht 10 Mei
1892, heeft, in den loop van den tijd
wel haar recht van bestaan bewezen.
In zeer vele gevallen, zaken van ver
schillenden aard betreffende, is zij
opgetreden en dikwijls met groot
succes. Jammer echter, dat men alge
meen niet meer blijk geeft, dit te
waardeeren, door als lid der Vereeni
ging toe te treden. Er zijn wel meer
dan 600 leden, maar dat is niet vol
doende. Elk handelaar, neringdoen
de, ja zelfs particulieren, moesten lid
worden, om tenminste te laten gevoe
len, dat men het werk op prijs stelt,
dat de Haarlemsche Handelsvereeni
ging steeds opneemt, als doende, wat
hare hand vindt om te doen.
De voordeden, die de Vereeniging
buiten hare bemoeiingen van ver
schillenden aard, haren leden aan
biedt, zijn zeer vele en zeer groote
tegenover de geringe j aarlij ksche
contributie van f 3.50, die gevraagd
w ordi.
De Haarlemsche Handelsvereeni
ging bemoeit zich in de eerste plaats
ei' mede, de belangen van hare leden
te bevorderen, door onwillige beta-
lei's voor hen tot betaling aan te
manen en information voor hen in te
winnen. Bovendien hebben de leden
het recht, het hun gratis te verstrek-
ken advies van den rechtsgeleerden
adviseur der Vereeniging te vragen,
die ook in proceduren en faillisse
menten gratis voor hen optreedt, na
tuurlijk alleen voor zaken betreffende
den handel en het bedrijf der leden.
Rechtsgeleerde adviseurs der Ver
eeniging zijn de heeren Mrs. Th. de
Haan Hugenholtz en A. H. J. Merens,
Spaarne 94, alhier, die voor de leden
eiken werkdag van 24 uur des na
middags zijn te spreken.
Plet bureau der Vereeniging is ge
vestigd Janswég 11.
Voor incasso's door bemiddeling
der Vereeniging wordt een vast
recht van 5 pet. der vordering bere
kend.
Bovendien moet 10 cent voor port
steeds worden bijgevoegd, bij inzen
ding van vorderingen door bemidde
ling der advocaten te innen.
De kosten van -jfiformatiën naar
buiten de stad woonachtige personen
bedragen 60 ets. per informatie, plus.
vijf cents porto-vergoeding. Informa-
tiën naar binnen de stad wonende
personen worden gratis verstrekt.
Pretentiën op buiten de stad wo-
1 nende personen worden niet behan
deld, wanneer niet 10 ets. voor porto
vergoeding is toogevoe_gd.
Ruim 1748 information en rechts
geleerde adviezen werden in het afge-
loopen jaar gegeven.
Voor het vereenigingsjaar 1908/9
kunnen nu reeds nieuwe leden toetrer
den, die alsdan tot 1 Mei a.s. alle
voorrechten genieten als gewoon lid.
ïn Februari en Maart 1908 zijn 57
vorderingen tot een bedrag van
f 2579.33 betaald 12 vorderingen wor
den afbetaald, 16 vorderingen zijn uit
gesteld.
Men wordt geraden alvorens te le
veren aan A. L. Corver, Kennemer-
plein No. 3, J. van Kammen, Leid-
scheplein 47 rood, ook wel adres op
gevende Van Kranenburg, Schouw
tjeslaan 25, N. Wiebes, vrachtrijder,
Bloemendaalsche Weg 209, Bloemen-
daal, Mejuffrouw De Rooij, Lange
Lakenstraat 7, D. J. Bekaar, hoofd
commies der Posterijen, Johan van
Vlietstraat, zich om inlichtingen te
vervoegen aan het kantoor.
Volgens art. 7 dient het geheim der
lijsten van wanbetalers ongeschon-
I den te blijven.
Alle brieven, aanvragen, reclames
IJ of wat ook, moeten worden geadres-
seerd aan het bureau, dat geopend
is dagelijks van 's morgens 9 tot 1 uur
en 's namiddags van 2 tot 4 uur,
waar dan ook verdere inlichtingen
W zijn te bekomen.
"H1 Het Bestuur heelt bemerkt, dat men
soms meent, dat men, hoewel geen
I lid der H. H. V., toch van haar infor-
n atiën kan bekomen, en brengt nu
I nogmaals en uitdrukkelijk ter kennis,
dat alleen aan leden der Vereeniging
8 informatiën door haar worden ver
strekt, en dat voor informatiën op
hier ter stede woonachtige personen
nooit betaling mag worden gevor-
1 derd.
IS HET BESTUUR.
PARIJSCHE BRIEVEN.
XXVI.
Er zijn mensehen, die dol zijn pp re-
organiseeren. Die voortdurend, aan
houdend en gestadig reorganiseeren.
Die van de eene reorganisatie in de
andere vallen. Die zoodanig van het
hondje der reorganisatiewoede zijn
gebeten, dat zij hun eigen reorganisa
ties na verloop van eenigen tijd reor
ganiseeren, zoodat te langen leste
desorganisatie er het gevolg van is.
Mensehen, in wier brein het begrip
niet schijnt te kunnen post vatten,
dat op incidenteele reorganisatie
rustige organisatie dient te volgen.
Ik heb tamelijk veel lieden van dat
slag gekend. De goê-gemeente pleegt
hen voor energiek te verslijten; in
waarheid zijn zij echter gemeenlijk
niet anders dan eerzuchtig en onrus
tig.
Tot die lieden behooren ook de hee
ren Messager en Broussan, de nieuwe
directeuren van do Groote Opera. Zij
doen alle mogelijke moeite om hun
directie te doen verschillen van die
van hun voorganger, den sympathie
ken, schoon ietwat zorgeloozen Pedro
Gaiihard.
Gaven zij een paar maanden gele
den ettelijke duizenden francs uit
voor het opnieuw, naar (hun) nieuwe
inzichten monteeren van Gounod's ou
de opera „Faust"een vernieuwing',
waarvan niet. slechts Gounod, doch te
meniger plaatse ook Goethe vreemd
zou hebben opgekeken thans heb
ben de supra-reorganisaties Messager
en Broussan ons verrast met het af
schaffen van de claque. De admini
stratie van de Groote Opera ruimt nu
geen plaatsen. een veertigtal was
het ongeveer meer voor de claquers
queurs in.
Of met dien maatregel de claqueurs
in voornoemd gebouw, van de baan
geschoven zijn?
Geen denken aan.
Een eeuwenoude instelling ver
dwijnt zoo maar niet in een vloek en
een zucht, zelfs niet met een penne-
streelc van directeuren.
In Holland, waar het theaterleven
nog steeds zeer achterlijk is en in
sommige opzichten een schijn van
waardigheid ontleent aan het wezen
van onverschilligheid, kan men zich
bezwaarlijk een voorstelling vormen
van de dienstigheid der claque in een
stad als Parijs.
Twee stellingen dient men in het
oog te houden.
Primo: de artiest ltan niet buiten
applaus.
Secundo: het groote publiek is mee-
rendeels te timide om op tijd te ap
plaudisseeren; het wacht doorgaans,
op het sein van den een of anderen
durver.
En als er geen durvers zijn?
Welnu, dan wordt van dat durven
een beroep gemaakt. Die beroepsdur-
vers zijn de claqueurs.
Zij worden door de directie bezol
digd en verkrijgen de noodige-aanwij
zingen, wanneer en in welken graad
zij hebben te applaudisseeren. Simple
comme bonjour.
Zij worden bezoldigd, schreef ik
hierboven. Eigenlijk wordt alleen dé
chef der claque bezoldigd, welke chef
dan tevens de beschikking heeft over
een zeker aantal zetels, gewoonlijk in
het parterre.
Die zetels worden gedeeltelijk bezet
door vaste, bezoldigde onderdanen
van den chef. De overige plaatsen
worden geschonken of tegen vermin
derde prijzen verkocht aan onbemid
delde amateurs, onder de bindende
voorwaarde, dat ook deze occasionals
op de door den chef aangegeven sei
nen applaudisseeren. Heel eenvoudig
Zijt ge verlegen om tussehen de be
roepsklappers plaats te nemen wel,
dan zijn er nog wel eenige afzonder
lijke plaatsen te krijgen; ge zijt dan
een „solitaire". Maai', „solitaire" of
niet op tijd applaudissee
ren moet ge. Om daarvan zeker te
zijn, laat de chef den „solitaire" soms
eerst den vollen prijs der plaats be
talen; heeft de afzonderlijke zich naar
behooren van zijn taak gekweten,
dan ontvangt hij na afloop der voor
stelling van den chef het verschil in
prijs terug. Er moet te dien opzichte
nog nooit een oneerlijkheid gepleegd
zijn. Het is bij de claque zuiverder
spel dan bij véle bankinstellingen.
Als nu de claque niet al te veel ijver
betoont, in dezer voege hijvoorbeeld,
dat ze den geregelden gang van het
stuk verstoort door te langdurig hand
geklap, dan wel oorlogje speelt tegen
spontane, eerlijke uitfluiters onder 't
betalend publiek welk kwaad richt
ze dan uit? Waartoe schaften de hee
ren Messager en Broussan ze af?
Waartoe den artiesten een illusie en
tevens het groote publiek een min of
meer didaktisclien leiddraad de
aanwijzing van mooie gedeelten te
ontnemen? Waartoe een zoo benepen
reorganisatie?
Intusschen: is de claque in de Groo
te Opera eigenlijk wel afgeschaft?
Ik verzeker u, dat de claqueurs er
nog telken avond geregeld aan het
werk zijn. Alleen: nu worden ze dooi
de artièsten betaald.
Wat daarvan het treurige gevolg is?
Dat slechts de rijke of hoog bezoldig
de artiesten zich de wèelde veroorlo
ven, eiken avond 'n 100 francs of meer
aan claqueurs uit te geven. Gevolg
daarvan: naijver, nijd, haat. Zoodat
deze reorganisatie der nieuwe directie
ten slotte niet op een verbetering,
maar op een verergering uitloopt.
Oók: simple comme bonjour.
Chef de claque!... Een doorgaans
winstgevend baantje.
Nestor Roqueplan, die ongeveer een
halve eeuw .geleden directeur van de
Groote Opera was, zei eens tot den
iooneelschi'ijver Ernest Blum„Ik
wacht, totdat ik als directeur genoeg
geld heb verdiend om miilioimair te
worden als chef de claque Waar
schijnlijk dacht hij toen aan wijlen
Fournier, den chef de claque, die zijn
weduwe en kinderen millioenen ach
terliet.
Overigens geloof ik, dat, a-lthans in
deze tijden, schatrijke chefs de' claque-
even legendarisch zijn als steenrijke
bedelaars. Er' mag eens een onder
door loopen..... Is men tegenwoordig
rijk, dan speculeert men in Ameri-
kaansche sporen, mijnbouwaandeelen
of iets van dien aard. Men blijft dan
noch bedelaar, noch chef de claque.
Een anecdote Een schouwburgdi
recteur beklaagde er zich bij zijn chef
de claque over, dat deze niet in staat
was om ook maar een enkel stuk van
twijfelachtige waarde te.redden.
„Hoor eens, meneer", was 't merk
waardige bescheid, „daar is niets aan
te doen, zoolang er in de zaal nog
aterlingen van betalende menschen
zijn."
Dat soort van logica hebben veel za
ke nmensch en, niet
Zou ik het vertellen
Zou ik het durven vertellen
Ik hen ergens geweestErgens,
waar voorheen o.a. Alfred de Musset,
Heinrich- Heine, Henry Mürger, Gé
nard de Nerval, Alexandre Dumas
père, Theophile Gautier, zijn geweest,
en waar nu nog, le hooi en te gras,
min of meer bekende en beroemde
menschen komen. Illuster gezelschap
genoeg dus. En toch, en tochEen
mensch is gewoonlijk behept met een
tamelijk groote dosis valsche schaam
te en mallen trots.
De. oprichting van dat „ergens"'
dagteekent van 1777. Ge zijt nog even
ver, vermoed ik.
Het volk noemt dat „ergens" den
spijker, „le clou". De studenten en de
bohémiens betitelen het met den lief
lijken naam van „ma tante". Jawel,
edelachtbare, nu zijt ge er. „Ma tan
te", dat is in het Hollandsch oome
Jan.
Ik ben hier dan eens, neen, twee
maal in den Mont-de-Piété, in de
Bank van Leening geweest. Ik zou u
kunnen vertellen, dat ik hét gedaan
heb uit nieuwsgierigheid, uit repor
tage-lust of iets van die drukking.
Doch dan zouden de geesten van alle
bovengenoemde schrijvers meesmui
len en dat verhoede de hemel
Het is zeer opmerkelijk, hoeveel
groelscher, gerieflijker, zindelijker en
practischer de banken van leening
hier zijn ingericht dan in ons landje.
Ook, hoeveel sneller men hier wordt
bediend.
De renteberekening is hier veel la
ger en de staantijd twee maal zoo
lang. Alleen is men in Holland gul
ler ten opzichte van de schatting der
in pand gegeven voorwerpen. Doch
geen nood! Er zijn'hier te goeder
naam bekende huizen, die openlijk
pandhuisbrieven inkoopeh tegen 20
pet. tot 40 pet., met „facilité's" van
wederkoop. En ik ken hier een Hol
lander, die er aardig geld mee ver
dient. Een baantje als een ander.
In de zaal der inpandgevingen ziet
men doorgaans triestige gezichten. Ik
heb er uit alle standen waargeno
men. Opmerkelijk is ook de angstval
ligheid, waarmede sommigen na lang
dralen het gebouw binnentreden.
Vroolijker is de aanblik in de zeer
ruime zaal der inlossingen. Ik zag er
eene aristocratische dame, die haar
vreugde niet kon verbergen, toen zij
het kostbare kleinood weder in han
den kreeg. Het was een gouden me
daillon, met edelgesteenten omzet
toen zij het securiteitshalve opende,
zag ik er een haarlok in. De tranen
schoten me in de oogen.
De banken van leening te Parijs
brengen 30 a 40 millioen francs jaar
lijks in omloop. De winst wordt ge
stort in de kas van de „Assistance
Publique".
Wat is de mensch toch een zonder
ling wezenIk heb ook wel eens
geld gedeponeerd o, niet veel, maar
toch, voor mijn doen.... in het
Crédit Lyonnais. Dit gebouw trad ik
vrijmoediger binnen dan het andere...
In het andere had ik toch beroemde
voorgangers, en wie weet, welke los-
Joopende dieven er onder mijn rnede-
depositarissen in het eene waren....
Dat Dumas père, ofschoon hij zeer
veel geld met zijn romans verdiende,
niettemin af en toe zijne toevlucht
moest nemen tot de bank van leening,
behoeft geen verwondering te baren.
Hij was bijzonder goedgeefsch.
üpeen goeden dag kwam iemand
met een .biddersgezicht den beroem
den schrijver bezoeken.
Mijnheer Dumas, ik weet, dat u
een soort van groot-aalmoezenier van
Frankrijk bent, en dat geeft mij den
rnoed, om een verzoek tot u te rich
ten.
Spreek op. Wat is er
Ik ben een oud-deurwaarder, me
neer Dumas. Een van mijn vrienden,
oud-deurwaarder evenals ik, is giste
ren in de grootste ellende gestorven.
Mén zit er over in, hem een behoor
lijke begrafenis te bezorgen. Mag ik
u dus om vijftien francs bijdrage ver
zoeken, opdat hij tenminste fatsoen
lijk begraven kan worden
Dumas opende een lade, haalde er
gold uit en sprak
Hier zijn dertig francs. Begraaf
er liefst twéé deurwaarders meê.
OTTO KNAAP.
ONDERSCHEIDINGEN.
Bij Koninklijk besluit is, ter beloo
ning van eenig personeel der Konink
lijke Paketvaart-maatschappij in Ne-
derlandsch-Indië, dat deelgenomen
[hééft aan de expeditie naar Celehes
in 1905:
1 .benoemd tot ridder in de orde
van Oranje-Nassau, de gezagvoerder
A. Smits, en
.2-. bepaald, dat bij afzonderlijke dag
orders, zoo in Indië als in Nederland,
eervol zullen worden vermeld de eer
ste stuurlieden K. J. Wester.of en r.
W. J. G. de Vries, alsmede de eerste
machinist R. Tannenbaum.
(St.-Ct.)
ONBEVOEGD UITOEFENEN DER
ARTSENIJKUNDE.
Men meldt aan de L. Gt.:
In een dorp in de gemeente Tietjerk
steradeel is dezer dagen iemand over
leden, die onder behandeling was van
een onbevoegde (welke onbevoegde ve
le patiënten schijnt te hebben) en
diens medicijnen gebruikte.
Het gerucht wil, dat, misschien niet
door het gebruiken der medicijnen,
maar dan toch door het niet-tijdig
inroepen van bevoegde geneeskundige
hulp, de dood is ingetreden. De zaak
is in onderzoek.
DE VERLICHTING VAN DE
SCHELDE.
Reuter seint uit Brussel, dat de
Belgische Kamer de overeenkomst
van 's-Gravenhage omtrent de ver
lichting van de Schelde heeft goedge
keurd.
TUCHTSCHOOL TE AMERS
FOORT.
Door het Rijk is van mevr. Roos
Vlasman aan den Utrechtschen weg,
even buiten Amersfoort, een terrein
aangekocht om daarop een tucht
school te bouwen. De school komt te
midden der bosschen en heidevelden
tussehen de spoorlijn Amersfoort
Utrecht en den straatweg.
HAARDSTEDENBELASTING.
Een resolutie van den Minister van
Financiën betreffende de haardste-
denbelasting bepaalt:
Pijpen of buizen tot geleiding van
I stoom, warm water of verhitte lucht,
jdeel uitmakende van zoogenaamde
.centrale verwarming, behooren in
vertrekken, waarin geen radiatoren
j aanwezig zijn, niet als warmtegelei-
ding in den zin van art. 14 der .wet
op de personeels belasting te worden
aangemerkt, wanneer zij zoodanig
zijn geïsoleerd, dat zij geene warmte
van eenige beteekenis kunnen uit
stralen.
'N GEVAL VAN VERVUILING.
De „L. K." meldt
Sinds verleden week Zaterdag kam
peert in d6 open lucht, op een terrein
bij de z.g. Bleekerij te Maastricht,
eene reeds bejaarde weduwe, van Bel
gische afkomst.
Dien dag, in hef. vroege ochtend
uur, verschenen in hare woning twee
maréchaussées, een deurwaarder,
twee sjouwers en een namens de hu's.
eigenares handelend persoon. Met
den „sterken arm" zou de vrouw op
straat worden gezet, niet wegens
wanbetaling, zooals zij zelf aan ieder
een vertelt, d>'e het hooren wil, doch
wegens vervuiling, voortspruitende
uit een soort van verza meimanie.
De maréchaussées posteerden zich
in en aan de woning, en oiider hevig
.protest der vrouw begon men haar
boeltje de straat op te dragen.
Den heelen voormiddag waren bei
de sjouwers ijverig in de weer ge
weest, doch in dien chaos van vuil
kwam geen einde. In den namiddag
assisteerden nog twee personen bij
het uitdragerswerk, en eerst tegen
den avond was de Augiusstal" gerei
nigd.
Achtereenvolgens lagen in den mod
der aardappelen, stroo, steenkolen,
hout, potten, pannen, flesschen, oude
emmers, oude schoenen, (83 stuks),
,oud ijzer, meubeltjes, beddegoed,
zuurkoolpotten, hakbijlen, twee em
mers, beschimmelde l'aecaliën, stuk
ken van een fiets, prikkeldraad, enz.
Karrevrachten vuil waren in de twee
kamers, die de weduwe tot hare be
schikking had, opgehoopt.
De vrouw, die dergelijke tooneeltjes
reeds had meegemaakt te Smeermaas.,
Biesland, en op het Fort, waar zij
Weleer hare tenten had opgeslagen,
schikte zich ten slotte in het onver
mijdelijke en droeg zorgvuldig den
rommel tot onder de boomenrij, waar
zij zich begon te installeeren voor den
nacht. Behulpzame handen hielpen de
vrouw en bin nep weinig tijd stonden
er palen in. den grond,, waarover lap
pen doek gespannen werden. Die tent
dient, de vrouw tot heden, voor wo
ning. die geflankeerd is door bergen
oud-roest envuil.
Als post voor het geweer hij den
ingang fungeert 'n oude kachel', die
evenwel dag aan dag dienst weigert
te doen, daar de pijp door kwajon
gens met de oude schoenen wordt vol
gepropt. Den-lieelen dag zit de vrouw
druk aan het poetsen en aan het..,,
schelden en vloeken.
Vooral beide Paaschdagen had de
vrouw veel bekijkshonderden
nieuwsgierigen verdrongen zich om't
kampement, dat met puntdraad is af
gesloten.
Grappenmakers hadden Dinsdagmid
dag aan een der hoornen aangeplakt,
dat dien middag publieke .verkooping
zou plaats hebben. Talrijke kooplusti
gen kwamen opdagen. De vrouw
maakte van die gelegenheid gebruik
hout, aardappelen, ledikant en ande
re zaken verwisselden van eigenaars.
De vrouw, die door de buren steeds
als eene zonderlinge werd beschouwd,
komt niets te kort. Paascheieren. bo
terhammen, warm eten, heeft ze
meer gekregen, dan ze kon verwer
ken. Enkele goed ingewijden meenen
zelfs, dat zij niet onbemiddeld is.
Toen dit ruchtbaar werd, daalde de
vrijgevigheid der buren aanmerke
lijk.
Voor de rustige bewoners der buurt
"waar den ganscben dag opstootjes
plaats hebben tussehen de vrouw en
de jeugd, die hare vacantiedagen op
„aangename wijze" doorbrengt, door
de vrouw te sarren en te plagen, wa
re het evenwel te wenschen, dat de
politie onverwijld maatregelen nam
,om aan de stuitende tooneelen een
einde te maken. De vrouw, duchtig
van den tongriem gesneden, uit haar
woede in bewoordingen, die zelfs voor
ouderen afstootend zijn.
EEN ANDERE MEENING.
De heer Van Stuiven (boos tot zijn
vrouw). Er kan onmogelijk iemand
in de wereld zij», wien het meer spijt
dan mij, getrouwd te wezen.
Mevrouw Van Stuiven. Dat zou
>k maar niet zoo rond beweren, zoo
lang je mijn meening daarover niet
hebt gehoord.
ZIJN CLIêNT.
Advocaat. Is het soms een scliuld-
eischer of een cliënt, die op inii
wacht
Knecht. Zeker een cliënt, me
neer, want toen ik binnentrad wilde
hij juist uw horloge, dat op tafel lag-,
in zijn zak steken.
UIT DEN KINDERMOND.
Fritsje (lezend) George de Derde
van Engeland heeft zestig jaren op
den troon gezeten, „maar niet
waar, hij ging er tusschenbeide toch
ook wel eens af
EEN KLEIN VERSCHIL.
Een braaf mijnwerker uit Mansfeld
'eek bijzonder veel op den oud-rijks
kanselier vorst Von Bismarck en was
hierop niet weinig trotsch. Op een
avond in den kring zijner kameraden
piaald; hij ook wer met die gelijke
nis en wees er op, d«t hij precies de-
zelnle gestalte had, precies dezelfde
giootie, denzelfden baard, denzelfden
vorm -v an gezicht a'leen was hij
'wee pond lichter<lan Bismarck.
Een collega antwoordde droogjes
Nu ja, die twee pond ontbreken
natuurlijk aan je hersenen.
DE ONTVLUCHTE APEN.
De heer Mollenkainp, naturalist in
de v. Oldebarneveltstraat- te Rotter
dam zou te Antwerpen ..in ontvangst
nemen van een schip, dat van deh
Congo kwam, 5 groote opën, waaron
der één chimpansé. Door een tot nog
toe onbekende-oorzaak waren de vijf
dieren losgebroken en de stad inge
vlucht-
De heer M. heeft den geheelen dag
met de politie Antwerpen doorkruist
en het is hem gelukt, vier exempla
ren weer te bemachtigen. De cliim-
Spansé bleef echter zoek.
De 4 apen, dien hij terugkreeg,
j hadden intusschen door het vernie
len van ruiten en gordijnen in cafê's
èh andere huizen een groote schade
aangericht, die de heer M. had te
vergoeden..
(N. R. Ct.)
EXAMEN NOTARIS.
De Minister van Justitie besluit:
lo. te bepalen, dat het voorberei
dend examen bedoeld bij het 4e lid
Ivan art. '13 der wet op het notaris?
anm voor net jaar 1908, voor zoovc-c
het mondeling gedeelte betreft, zal
worden gehouden te 's-Gravenhage.
2e. te benoemen tot lid en voorzit
ter der Staatscommissie bela.st met
het afnemen van genoemd examen,
mi'. S. Gratama, raadsheer in den
Hoogen Raad der Nederlanden te 's-
Gravenhage.
MENSCHLIEVEND HULPBETOON
J Bij Koninklijk besluit is, als blijk
van goedkeuring en tevredenheid, de
bronzen eerepenning voor mensch-
lievend hulpbetoon en een loffelijk
getuigschrift toegekend aan: 1. W. A.
Morehouse, gezagvoerder, en 2. E.
van Daires, tweede stuurman, heiden'
van het Britsche stoomschip Ottoman
wegens de door hen in gemeenschap,
met levensgevaar verrichte redding
van de opvarenden van het Neder-
landsche schoenerschip Anna op 19
October 1907.
(St.-Ct.:
UITVOER HOOI EN STROO.
Tot 2 Mei eerstkomende is de in
voer van hooi en stroo in Pruisen uit
Nederland toegelaten, onder voor
waarden, terwijl doorvoer is toegela
ten indien zij plaats vindt per spoor
zonder overlading en zonder onder
breking der reis.
GEZINSVERPLEGING VAN
WEEZEN.
Uit Almelo meldt men aan de N.
R. Ct.:
In .verband met het aan de tegen-
Uit het Engelsch.
27)
Wel zeker, zei hij, en kreeg eau
kleur van genoegen, en daarop keek
hij ernstig naar haar, of zij ook rni,=-
schien een onwillekeurig teeken van
instemming of afkeuring zou geven.
Maar liaar gelaat verried geen van
beidenen nu begon hij zich weer
over liet mislukken van zijn werk te
verontschuldigen.
U kan begrijpen, dat de tijd
voor mijn werk niet bijzonder goed
gekozen was. Wij kregen niet heel
veel slaap en dan is men altijd wat
minder helder in het hoofd. Verder
kregen wij voortdurend zee over
boord de golven sloegen over het dek
en dus was het zaak er voortdurend
bij te zijn, om het water weg te ve
gen. En als de watervloed je eenmaal
te pakken heeft, dan is alles voorbij.
De geheele romp van het schip ver
dwijnt en je ziet niets dan het fok
zeil, dat uit een woedende, kokende
imassa groen water naar boven
steekt. Natuurlijk moet de Ode nog
eens goed doorgewerkt worden.
Plotseling scheen dit onderwerp
voor hem afgehandeld te zijn en zijn
portefeuille nog eens te voorschijn
halend ging hij voort
Dus uw inkomen beloopt.... ik
heb indertijd, toen ik zaken met War-.
riner deed, aanteekeningen gemaakt
over uw bezittingen die komen mij
nu goed te pas.
Hij vond de getallen, die hij zocht
en rekende op een hoekje iets uit.
Miranda lette niet op 't geen hij deed.
Iedere opwelling van medegevoel was
geheel verdwenen. Zij legde het boek
op de bank en stond op.
Wilbraham hield even op met zijn
berekening en keek haar, met de
puint van liet potlood tussehen de lip
pen, levendig en onderzoekend aan.
Zij liep een paar stappen naar het
hek, dat de Almeda begrensde.
Wilbraham legde dadelijk zijn no
titieboekje met het potlood neer en
stond op.- Miranda leunde met haar
armen op de borstwering. Het vol
gend oogenblik voelde zij zich heftig
bij de ellebogen gegrepen. Zij keerde
zich om en keek in het doodelijk ver
schrikt gelaat van Wilbraham.
Dat had ik wel gedacht, riep hij
hefti? uit, toen ik begreep, waarheen
u mij_ wilde brengen
Hij'schudde haar bij den arm heen
en weer.
Wat had u wel gedacht, vroeg
Miranda, zich boos uit zijn handen
loswringende.
De volgende beweging van Wilbra
ham gaf een antwoord op die vraag.
Want hij ging haastig tussehen baai
en het hek staan, terwijl hij een
veelbeteekenenden blik naar beneden
in den afgrond wierp.
Maar dat zal u niet doen
schreeuwde hij. Al ééns ben.ik op die
manier bedrogen uitgekomen. Ik zal
er voor zorgen, dat het niet weer
gebeurt
Hij ging met zijn rug tegen' het hek
staan leunen en ging' voort
Het zou ook al te onzinnig zijn,
want.— en hij maakte met het hoofd
een beweging- naar den afgrond,
want u zou er al spijt van hebben,
eer u nog beneden was aangekomen.
U weet immers heelemaal nog niet,
hoeveel ik hebben wilIk zal u niet
te gronde richten; die fout heb ik
al eens begaan. Ik had een zeer be
langrijk geheim in mijn bezit, ver
volgde mijn man door twee wereld-
deelen heen en toen ik hem eindelijk
had, was ik dwaas genoeg hem te veel
te willen aftroggelen ten minste dat
veronderstel ik, want 's nachts schoot
de kerel zich een kogel door het
hoofd, en ik ging met leege handen
weg.
Met steeds grooter wordende ont
zetting keek mevr. Warriner hem
aan
U hebt dus een mensch ver
moord, zei ze langzaam.
Laten wij niet over woorden
twisten, zei Wilbraham onverschillig.
Miranda liep naar de bank terug
zij vond het niet noodig Wilbraham
te vertellen, dat hij haar beweging
verkeerd had begrepen. Haar eenige
gedachte was nu zoo spoedig moge
lijk van hem bevrijd te zijn.
Hoeveel wenscht u te hebben?
vroeg de jonge vrouw.
U hebt drie duizend pond ster
ling jaarlijks, antwoordde hij, en ik
neem aan, dat Warriner daar een
groot deel van krijgt.
Miranda kreeg een kleur.
Mijn echtgenoot heeft, sinds de
„Tien Gebroeders" verdwenen is,
geen cent meer van mij verlangd, hij
heeft ook nooit weer wat gekregen,
zei ze haastig.
Een heel onverstandige opmer
king, zei Wilbraham. Ik kon er door
bewogen worden mijn eischen te ver-
hoogen.
In elk geval mag u hem in dat
opzicht niet verdenken.
Wilbraham keek haar schuin van
ter zijde aan.
U is zeer nobel, zei hij mei) eer
lijke bewondering. Ik zal mijn eischen
veel hooger stellen.
Miranda nam door woord noch blik l
eenige notitie van dit complimentje.
Zij stond met een stroef, bleek gelaat
tegenover hem.
Laten wij zeggen zevenhonderd
pond jaarlijkSj zei hij kortaf, ik zal
het zelf ieder kwartaal komen halen.
Ik zal het u wel zenden, zei ze.
Neen, ik wil het liever zelf komen
halen, zei hij dan kon hij zijn adres
voor haar verborgen houden en toch
dicht in haar nabijheid blijven.
U mag Ronda ook niet voor een
week verlaten, zonder dat u mij het
doel van uw reis berichtVandaag
wensch ik het. eerste kwartaal te ont
vangen. U hebt zeker wel geld op de
bank van Ronda; daarom is een cliè-
que voldoende.
Als u hier wil wachten, dan zal
ik u de cheque brengen.
Twintig minuten daarna kwam zij
met het papier in de hand naai' de
Alameda terug, waar zij Wilbraham
met zijn Horalius in de hand nog op
de bank vond zitten; hij legde met
een linksche beweging het boek ter
zijde en stond op. Men kon aan hem
zien, dat het aannemen van de chè-
que hem onaangenaam was. Maar
Miranda lette er niet op. Eenige se
conden bleef hij besluiteloos met het
blad papier in de hand staan, toen
zei hij plotseling
Ik begrijp niet. dat een vrouw als
u het nog de moeite waard vindt, zich
over Ralph Warriner bezorgd te ma
ken. Ik zou hem in uw plaats kalm
laten loopen en geen cent betalen om
hem in bescherming te nemen.
Miranda hield haar redenen voor
zich, evenals zij de reden van haar
terugkeer naar Ronda niet verraden
had. Zij wachtte tot hij heen zou
gaan en langzaam ging hij weg.
Na twintig schreden ongeveer bleef
hij staan, keerde zich om hij had
zijn Horatius op do bank laten lig
gen. Met een zonderlingen, bijna
smeekenden blik op Miranda nam hij
het boek op, maar zij bewoog zich
niet, en wachtte onverbiddelijk tot hi$
vertrokken zou zijn. Wilbraham trok
ongeduldig de schouders op
Ik heb alleen vijanden Zou ik
dat verdienenriep hij boos uit, toen
verdween deze gelukzoeker uit haar
oogen.
HOOFDSTUK IX.
Het was een week na het vertrek'
van Wilbraham uit Ronda. Tanger
was in de duisternis van den nacht
gehuld. Op het marktplein even bui
ten de stadspoort wierp een enkele
electrischo booglamp van haai' hoci-
gen paal een vaal licht op het plat
getrapte gras.
(Wordt vervolgd;.