HAARLEM'S DAGBLAD. TWEE^..B,.^D„. Binnenland Onze Lachhoek, FEUILLETON s, Eindelijk gewonnen Haarlemsche Handelsvereeniging bij Kon. Bes!. T»n 12 Nov. 18S9 De Haarlemsche Handelsvereeni» ging hier ter stede, opgericht 10 Mei 1892, heeft, in den loop van den tijd wel haar recht van bestaan bewezen. In zeer vele gevallen, zaken van ver schillenden aard betreffende, is zij opgetreden en dikwijls met groot succes. Jammer echter, dat men alge meen niet meer blijk geeft, dit te waardeeren, door als lid der Vereeni ging toe te treden. Er zijn wel meer dan 600 leden, maar dat is niet vol doende. Elk handelaar, neringdoen de, ja zelfs particulieren, moesten lid worden, om tenminste te laten gevoe len, dat men het werk op prijs stelt, dat de Haarlemsche Handelsvereeni ging steeds opneemt, als doende, wat hare hand vindt om te doen. De voordeden, die de Vereeniging buiten hare bemoeiingen van ver schillenden aard, haren leden aan biedt, zijn zeer vele en zeer groote tegenover de geringe j aarlij ksche contributie van f 3.50, die gevraagd w ordi. De Haarlemsche Handelsvereeni ging bemoeit zich in de eerste plaats ei' mede, de belangen van hare leden te bevorderen, door onwillige beta- lei's voor hen tot betaling aan te manen en information voor hen in te winnen. Bovendien hebben de leden het recht, het hun gratis te verstrek- ken advies van den rechtsgeleerden adviseur der Vereeniging te vragen, die ook in proceduren en faillisse menten gratis voor hen optreedt, na tuurlijk alleen voor zaken betreffende den handel en het bedrijf der leden. Rechtsgeleerde adviseurs der Ver eeniging zijn de heeren Mrs. Th. de Haan Hugenholtz en A. H. J. Merens, Spaarne 94, alhier, die voor de leden eiken werkdag van 24 uur des na middags zijn te spreken. Plet bureau der Vereeniging is ge vestigd Janswég 11. Voor incasso's door bemiddeling der Vereeniging wordt een vast recht van 5 pet. der vordering bere kend. Bovendien moet 10 cent voor port steeds worden bijgevoegd, bij inzen ding van vorderingen door bemidde ling der advocaten te innen. De kosten van -jfiformatiën naar buiten de stad woonachtige personen bedragen 60 ets. per informatie, plus. vijf cents porto-vergoeding. Informa- tiën naar binnen de stad wonende personen worden gratis verstrekt. Pretentiën op buiten de stad wo- 1 nende personen worden niet behan deld, wanneer niet 10 ets. voor porto vergoeding is toogevoe_gd. Ruim 1748 information en rechts geleerde adviezen werden in het afge- loopen jaar gegeven. Voor het vereenigingsjaar 1908/9 kunnen nu reeds nieuwe leden toetrer den, die alsdan tot 1 Mei a.s. alle voorrechten genieten als gewoon lid. ïn Februari en Maart 1908 zijn 57 vorderingen tot een bedrag van f 2579.33 betaald 12 vorderingen wor den afbetaald, 16 vorderingen zijn uit gesteld. Men wordt geraden alvorens te le veren aan A. L. Corver, Kennemer- plein No. 3, J. van Kammen, Leid- scheplein 47 rood, ook wel adres op gevende Van Kranenburg, Schouw tjeslaan 25, N. Wiebes, vrachtrijder, Bloemendaalsche Weg 209, Bloemen- daal, Mejuffrouw De Rooij, Lange Lakenstraat 7, D. J. Bekaar, hoofd commies der Posterijen, Johan van Vlietstraat, zich om inlichtingen te vervoegen aan het kantoor. Volgens art. 7 dient het geheim der lijsten van wanbetalers ongeschon- I den te blijven. Alle brieven, aanvragen, reclames IJ of wat ook, moeten worden geadres- seerd aan het bureau, dat geopend is dagelijks van 's morgens 9 tot 1 uur en 's namiddags van 2 tot 4 uur, waar dan ook verdere inlichtingen W zijn te bekomen. "H1 Het Bestuur heelt bemerkt, dat men soms meent, dat men, hoewel geen I lid der H. H. V., toch van haar infor- n atiën kan bekomen, en brengt nu I nogmaals en uitdrukkelijk ter kennis, dat alleen aan leden der Vereeniging 8 informatiën door haar worden ver strekt, en dat voor informatiën op hier ter stede woonachtige personen nooit betaling mag worden gevor- 1 derd. IS HET BESTUUR. PARIJSCHE BRIEVEN. XXVI. Er zijn mensehen, die dol zijn pp re- organiseeren. Die voortdurend, aan houdend en gestadig reorganiseeren. Die van de eene reorganisatie in de andere vallen. Die zoodanig van het hondje der reorganisatiewoede zijn gebeten, dat zij hun eigen reorganisa ties na verloop van eenigen tijd reor ganiseeren, zoodat te langen leste desorganisatie er het gevolg van is. Mensehen, in wier brein het begrip niet schijnt te kunnen post vatten, dat op incidenteele reorganisatie rustige organisatie dient te volgen. Ik heb tamelijk veel lieden van dat slag gekend. De goê-gemeente pleegt hen voor energiek te verslijten; in waarheid zijn zij echter gemeenlijk niet anders dan eerzuchtig en onrus tig. Tot die lieden behooren ook de hee ren Messager en Broussan, de nieuwe directeuren van do Groote Opera. Zij doen alle mogelijke moeite om hun directie te doen verschillen van die van hun voorganger, den sympathie ken, schoon ietwat zorgeloozen Pedro Gaiihard. Gaven zij een paar maanden gele den ettelijke duizenden francs uit voor het opnieuw, naar (hun) nieuwe inzichten monteeren van Gounod's ou de opera „Faust"een vernieuwing', waarvan niet. slechts Gounod, doch te meniger plaatse ook Goethe vreemd zou hebben opgekeken thans heb ben de supra-reorganisaties Messager en Broussan ons verrast met het af schaffen van de claque. De admini stratie van de Groote Opera ruimt nu geen plaatsen. een veertigtal was het ongeveer meer voor de claquers queurs in. Of met dien maatregel de claqueurs in voornoemd gebouw, van de baan geschoven zijn? Geen denken aan. Een eeuwenoude instelling ver dwijnt zoo maar niet in een vloek en een zucht, zelfs niet met een penne- streelc van directeuren. In Holland, waar het theaterleven nog steeds zeer achterlijk is en in sommige opzichten een schijn van waardigheid ontleent aan het wezen van onverschilligheid, kan men zich bezwaarlijk een voorstelling vormen van de dienstigheid der claque in een stad als Parijs. Twee stellingen dient men in het oog te houden. Primo: de artiest ltan niet buiten applaus. Secundo: het groote publiek is mee- rendeels te timide om op tijd te ap plaudisseeren; het wacht doorgaans, op het sein van den een of anderen durver. En als er geen durvers zijn? Welnu, dan wordt van dat durven een beroep gemaakt. Die beroepsdur- vers zijn de claqueurs. Zij worden door de directie bezol digd en verkrijgen de noodige-aanwij zingen, wanneer en in welken graad zij hebben te applaudisseeren. Simple comme bonjour. Zij worden bezoldigd, schreef ik hierboven. Eigenlijk wordt alleen dé chef der claque bezoldigd, welke chef dan tevens de beschikking heeft over een zeker aantal zetels, gewoonlijk in het parterre. Die zetels worden gedeeltelijk bezet door vaste, bezoldigde onderdanen van den chef. De overige plaatsen worden geschonken of tegen vermin derde prijzen verkocht aan onbemid delde amateurs, onder de bindende voorwaarde, dat ook deze occasionals op de door den chef aangegeven sei nen applaudisseeren. Heel eenvoudig Zijt ge verlegen om tussehen de be roepsklappers plaats te nemen wel, dan zijn er nog wel eenige afzonder lijke plaatsen te krijgen; ge zijt dan een „solitaire". Maai', „solitaire" of niet op tijd applaudissee ren moet ge. Om daarvan zeker te zijn, laat de chef den „solitaire" soms eerst den vollen prijs der plaats be talen; heeft de afzonderlijke zich naar behooren van zijn taak gekweten, dan ontvangt hij na afloop der voor stelling van den chef het verschil in prijs terug. Er moet te dien opzichte nog nooit een oneerlijkheid gepleegd zijn. Het is bij de claque zuiverder spel dan bij véle bankinstellingen. Als nu de claque niet al te veel ijver betoont, in dezer voege hijvoorbeeld, dat ze den geregelden gang van het stuk verstoort door te langdurig hand geklap, dan wel oorlogje speelt tegen spontane, eerlijke uitfluiters onder 't betalend publiek welk kwaad richt ze dan uit? Waartoe schaften de hee ren Messager en Broussan ze af? Waartoe den artiesten een illusie en tevens het groote publiek een min of meer didaktisclien leiddraad de aanwijzing van mooie gedeelten te ontnemen? Waartoe een zoo benepen reorganisatie? Intusschen: is de claque in de Groo te Opera eigenlijk wel afgeschaft? Ik verzeker u, dat de claqueurs er nog telken avond geregeld aan het werk zijn. Alleen: nu worden ze dooi de artièsten betaald. Wat daarvan het treurige gevolg is? Dat slechts de rijke of hoog bezoldig de artiesten zich de wèelde veroorlo ven, eiken avond 'n 100 francs of meer aan claqueurs uit te geven. Gevolg daarvan: naijver, nijd, haat. Zoodat deze reorganisatie der nieuwe directie ten slotte niet op een verbetering, maar op een verergering uitloopt. Oók: simple comme bonjour. Chef de claque!... Een doorgaans winstgevend baantje. Nestor Roqueplan, die ongeveer een halve eeuw .geleden directeur van de Groote Opera was, zei eens tot den iooneelschi'ijver Ernest Blum„Ik wacht, totdat ik als directeur genoeg geld heb verdiend om miilioimair te worden als chef de claque Waar schijnlijk dacht hij toen aan wijlen Fournier, den chef de claque, die zijn weduwe en kinderen millioenen ach terliet. Overigens geloof ik, dat, a-lthans in deze tijden, schatrijke chefs de' claque- even legendarisch zijn als steenrijke bedelaars. Er' mag eens een onder door loopen..... Is men tegenwoordig rijk, dan speculeert men in Ameri- kaansche sporen, mijnbouwaandeelen of iets van dien aard. Men blijft dan noch bedelaar, noch chef de claque. Een anecdote Een schouwburgdi recteur beklaagde er zich bij zijn chef de claque over, dat deze niet in staat was om ook maar een enkel stuk van twijfelachtige waarde te.redden. „Hoor eens, meneer", was 't merk waardige bescheid, „daar is niets aan te doen, zoolang er in de zaal nog aterlingen van betalende menschen zijn." Dat soort van logica hebben veel za ke nmensch en, niet Zou ik het vertellen Zou ik het durven vertellen Ik hen ergens geweestErgens, waar voorheen o.a. Alfred de Musset, Heinrich- Heine, Henry Mürger, Gé nard de Nerval, Alexandre Dumas père, Theophile Gautier, zijn geweest, en waar nu nog, le hooi en te gras, min of meer bekende en beroemde menschen komen. Illuster gezelschap genoeg dus. En toch, en tochEen mensch is gewoonlijk behept met een tamelijk groote dosis valsche schaam te en mallen trots. De. oprichting van dat „ergens"' dagteekent van 1777. Ge zijt nog even ver, vermoed ik. Het volk noemt dat „ergens" den spijker, „le clou". De studenten en de bohémiens betitelen het met den lief lijken naam van „ma tante". Jawel, edelachtbare, nu zijt ge er. „Ma tan te", dat is in het Hollandsch oome Jan. Ik ben hier dan eens, neen, twee maal in den Mont-de-Piété, in de Bank van Leening geweest. Ik zou u kunnen vertellen, dat ik hét gedaan heb uit nieuwsgierigheid, uit repor tage-lust of iets van die drukking. Doch dan zouden de geesten van alle bovengenoemde schrijvers meesmui len en dat verhoede de hemel Het is zeer opmerkelijk, hoeveel groelscher, gerieflijker, zindelijker en practischer de banken van leening hier zijn ingericht dan in ons landje. Ook, hoeveel sneller men hier wordt bediend. De renteberekening is hier veel la ger en de staantijd twee maal zoo lang. Alleen is men in Holland gul ler ten opzichte van de schatting der in pand gegeven voorwerpen. Doch geen nood! Er zijn'hier te goeder naam bekende huizen, die openlijk pandhuisbrieven inkoopeh tegen 20 pet. tot 40 pet., met „facilité's" van wederkoop. En ik ken hier een Hol lander, die er aardig geld mee ver dient. Een baantje als een ander. In de zaal der inpandgevingen ziet men doorgaans triestige gezichten. Ik heb er uit alle standen waargeno men. Opmerkelijk is ook de angstval ligheid, waarmede sommigen na lang dralen het gebouw binnentreden. Vroolijker is de aanblik in de zeer ruime zaal der inlossingen. Ik zag er eene aristocratische dame, die haar vreugde niet kon verbergen, toen zij het kostbare kleinood weder in han den kreeg. Het was een gouden me daillon, met edelgesteenten omzet toen zij het securiteitshalve opende, zag ik er een haarlok in. De tranen schoten me in de oogen. De banken van leening te Parijs brengen 30 a 40 millioen francs jaar lijks in omloop. De winst wordt ge stort in de kas van de „Assistance Publique". Wat is de mensch toch een zonder ling wezenIk heb ook wel eens geld gedeponeerd o, niet veel, maar toch, voor mijn doen.... in het Crédit Lyonnais. Dit gebouw trad ik vrijmoediger binnen dan het andere... In het andere had ik toch beroemde voorgangers, en wie weet, welke los- Joopende dieven er onder mijn rnede- depositarissen in het eene waren.... Dat Dumas père, ofschoon hij zeer veel geld met zijn romans verdiende, niettemin af en toe zijne toevlucht moest nemen tot de bank van leening, behoeft geen verwondering te baren. Hij was bijzonder goedgeefsch. üpeen goeden dag kwam iemand met een .biddersgezicht den beroem den schrijver bezoeken. Mijnheer Dumas, ik weet, dat u een soort van groot-aalmoezenier van Frankrijk bent, en dat geeft mij den rnoed, om een verzoek tot u te rich ten. Spreek op. Wat is er Ik ben een oud-deurwaarder, me neer Dumas. Een van mijn vrienden, oud-deurwaarder evenals ik, is giste ren in de grootste ellende gestorven. Mén zit er over in, hem een behoor lijke begrafenis te bezorgen. Mag ik u dus om vijftien francs bijdrage ver zoeken, opdat hij tenminste fatsoen lijk begraven kan worden Dumas opende een lade, haalde er gold uit en sprak Hier zijn dertig francs. Begraaf er liefst twéé deurwaarders meê. OTTO KNAAP. ONDERSCHEIDINGEN. Bij Koninklijk besluit is, ter beloo ning van eenig personeel der Konink lijke Paketvaart-maatschappij in Ne- derlandsch-Indië, dat deelgenomen [hééft aan de expeditie naar Celehes in 1905: 1 .benoemd tot ridder in de orde van Oranje-Nassau, de gezagvoerder A. Smits, en .2-. bepaald, dat bij afzonderlijke dag orders, zoo in Indië als in Nederland, eervol zullen worden vermeld de eer ste stuurlieden K. J. Wester.of en r. W. J. G. de Vries, alsmede de eerste machinist R. Tannenbaum. (St.-Ct.) ONBEVOEGD UITOEFENEN DER ARTSENIJKUNDE. Men meldt aan de L. Gt.: In een dorp in de gemeente Tietjerk steradeel is dezer dagen iemand over leden, die onder behandeling was van een onbevoegde (welke onbevoegde ve le patiënten schijnt te hebben) en diens medicijnen gebruikte. Het gerucht wil, dat, misschien niet door het gebruiken der medicijnen, maar dan toch door het niet-tijdig inroepen van bevoegde geneeskundige hulp, de dood is ingetreden. De zaak is in onderzoek. DE VERLICHTING VAN DE SCHELDE. Reuter seint uit Brussel, dat de Belgische Kamer de overeenkomst van 's-Gravenhage omtrent de ver lichting van de Schelde heeft goedge keurd. TUCHTSCHOOL TE AMERS FOORT. Door het Rijk is van mevr. Roos Vlasman aan den Utrechtschen weg, even buiten Amersfoort, een terrein aangekocht om daarop een tucht school te bouwen. De school komt te midden der bosschen en heidevelden tussehen de spoorlijn Amersfoort Utrecht en den straatweg. HAARDSTEDENBELASTING. Een resolutie van den Minister van Financiën betreffende de haardste- denbelasting bepaalt: Pijpen of buizen tot geleiding van I stoom, warm water of verhitte lucht, jdeel uitmakende van zoogenaamde .centrale verwarming, behooren in vertrekken, waarin geen radiatoren j aanwezig zijn, niet als warmtegelei- ding in den zin van art. 14 der .wet op de personeels belasting te worden aangemerkt, wanneer zij zoodanig zijn geïsoleerd, dat zij geene warmte van eenige beteekenis kunnen uit stralen. 'N GEVAL VAN VERVUILING. De „L. K." meldt Sinds verleden week Zaterdag kam peert in d6 open lucht, op een terrein bij de z.g. Bleekerij te Maastricht, eene reeds bejaarde weduwe, van Bel gische afkomst. Dien dag, in hef. vroege ochtend uur, verschenen in hare woning twee maréchaussées, een deurwaarder, twee sjouwers en een namens de hu's. eigenares handelend persoon. Met den „sterken arm" zou de vrouw op straat worden gezet, niet wegens wanbetaling, zooals zij zelf aan ieder een vertelt, d>'e het hooren wil, doch wegens vervuiling, voortspruitende uit een soort van verza meimanie. De maréchaussées posteerden zich in en aan de woning, en oiider hevig .protest der vrouw begon men haar boeltje de straat op te dragen. Den heelen voormiddag waren bei de sjouwers ijverig in de weer ge weest, doch in dien chaos van vuil kwam geen einde. In den namiddag assisteerden nog twee personen bij het uitdragerswerk, en eerst tegen den avond was de Augiusstal" gerei nigd. Achtereenvolgens lagen in den mod der aardappelen, stroo, steenkolen, hout, potten, pannen, flesschen, oude emmers, oude schoenen, (83 stuks), ,oud ijzer, meubeltjes, beddegoed, zuurkoolpotten, hakbijlen, twee em mers, beschimmelde l'aecaliën, stuk ken van een fiets, prikkeldraad, enz. Karrevrachten vuil waren in de twee kamers, die de weduwe tot hare be schikking had, opgehoopt. De vrouw, die dergelijke tooneeltjes reeds had meegemaakt te Smeermaas., Biesland, en op het Fort, waar zij Weleer hare tenten had opgeslagen, schikte zich ten slotte in het onver mijdelijke en droeg zorgvuldig den rommel tot onder de boomenrij, waar zij zich begon te installeeren voor den nacht. Behulpzame handen hielpen de vrouw en bin nep weinig tijd stonden er palen in. den grond,, waarover lap pen doek gespannen werden. Die tent dient, de vrouw tot heden, voor wo ning. die geflankeerd is door bergen oud-roest envuil. Als post voor het geweer hij den ingang fungeert 'n oude kachel', die evenwel dag aan dag dienst weigert te doen, daar de pijp door kwajon gens met de oude schoenen wordt vol gepropt. Den-lieelen dag zit de vrouw druk aan het poetsen en aan het..,, schelden en vloeken. Vooral beide Paaschdagen had de vrouw veel bekijkshonderden nieuwsgierigen verdrongen zich om't kampement, dat met puntdraad is af gesloten. Grappenmakers hadden Dinsdagmid dag aan een der hoornen aangeplakt, dat dien middag publieke .verkooping zou plaats hebben. Talrijke kooplusti gen kwamen opdagen. De vrouw maakte van die gelegenheid gebruik hout, aardappelen, ledikant en ande re zaken verwisselden van eigenaars. De vrouw, die door de buren steeds als eene zonderlinge werd beschouwd, komt niets te kort. Paascheieren. bo terhammen, warm eten, heeft ze meer gekregen, dan ze kon verwer ken. Enkele goed ingewijden meenen zelfs, dat zij niet onbemiddeld is. Toen dit ruchtbaar werd, daalde de vrijgevigheid der buren aanmerke lijk. Voor de rustige bewoners der buurt "waar den ganscben dag opstootjes plaats hebben tussehen de vrouw en de jeugd, die hare vacantiedagen op „aangename wijze" doorbrengt, door de vrouw te sarren en te plagen, wa re het evenwel te wenschen, dat de politie onverwijld maatregelen nam ,om aan de stuitende tooneelen een einde te maken. De vrouw, duchtig van den tongriem gesneden, uit haar woede in bewoordingen, die zelfs voor ouderen afstootend zijn. EEN ANDERE MEENING. De heer Van Stuiven (boos tot zijn vrouw). Er kan onmogelijk iemand in de wereld zij», wien het meer spijt dan mij, getrouwd te wezen. Mevrouw Van Stuiven. Dat zou >k maar niet zoo rond beweren, zoo lang je mijn meening daarover niet hebt gehoord. ZIJN CLIêNT. Advocaat. Is het soms een scliuld- eischer of een cliënt, die op inii wacht Knecht. Zeker een cliënt, me neer, want toen ik binnentrad wilde hij juist uw horloge, dat op tafel lag-, in zijn zak steken. UIT DEN KINDERMOND. Fritsje (lezend) George de Derde van Engeland heeft zestig jaren op den troon gezeten, „maar niet waar, hij ging er tusschenbeide toch ook wel eens af EEN KLEIN VERSCHIL. Een braaf mijnwerker uit Mansfeld 'eek bijzonder veel op den oud-rijks kanselier vorst Von Bismarck en was hierop niet weinig trotsch. Op een avond in den kring zijner kameraden piaald; hij ook wer met die gelijke nis en wees er op, d«t hij precies de- zelnle gestalte had, precies dezelfde giootie, denzelfden baard, denzelfden vorm -v an gezicht a'leen was hij 'wee pond lichter<lan Bismarck. Een collega antwoordde droogjes Nu ja, die twee pond ontbreken natuurlijk aan je hersenen. DE ONTVLUCHTE APEN. De heer Mollenkainp, naturalist in de v. Oldebarneveltstraat- te Rotter dam zou te Antwerpen ..in ontvangst nemen van een schip, dat van deh Congo kwam, 5 groote opën, waaron der één chimpansé. Door een tot nog toe onbekende-oorzaak waren de vijf dieren losgebroken en de stad inge vlucht- De heer M. heeft den geheelen dag met de politie Antwerpen doorkruist en het is hem gelukt, vier exempla ren weer te bemachtigen. De cliim- Spansé bleef echter zoek. De 4 apen, dien hij terugkreeg, j hadden intusschen door het vernie len van ruiten en gordijnen in cafê's èh andere huizen een groote schade aangericht, die de heer M. had te vergoeden.. (N. R. Ct.) EXAMEN NOTARIS. De Minister van Justitie besluit: lo. te bepalen, dat het voorberei dend examen bedoeld bij het 4e lid Ivan art. '13 der wet op het notaris? anm voor net jaar 1908, voor zoovc-c het mondeling gedeelte betreft, zal worden gehouden te 's-Gravenhage. 2e. te benoemen tot lid en voorzit ter der Staatscommissie bela.st met het afnemen van genoemd examen, mi'. S. Gratama, raadsheer in den Hoogen Raad der Nederlanden te 's- Gravenhage. MENSCHLIEVEND HULPBETOON J Bij Koninklijk besluit is, als blijk van goedkeuring en tevredenheid, de bronzen eerepenning voor mensch- lievend hulpbetoon en een loffelijk getuigschrift toegekend aan: 1. W. A. Morehouse, gezagvoerder, en 2. E. van Daires, tweede stuurman, heiden' van het Britsche stoomschip Ottoman wegens de door hen in gemeenschap, met levensgevaar verrichte redding van de opvarenden van het Neder- landsche schoenerschip Anna op 19 October 1907. (St.-Ct.: UITVOER HOOI EN STROO. Tot 2 Mei eerstkomende is de in voer van hooi en stroo in Pruisen uit Nederland toegelaten, onder voor waarden, terwijl doorvoer is toegela ten indien zij plaats vindt per spoor zonder overlading en zonder onder breking der reis. GEZINSVERPLEGING VAN WEEZEN. Uit Almelo meldt men aan de N. R. Ct.: In .verband met het aan de tegen- Uit het Engelsch. 27) Wel zeker, zei hij, en kreeg eau kleur van genoegen, en daarop keek hij ernstig naar haar, of zij ook rni,=- schien een onwillekeurig teeken van instemming of afkeuring zou geven. Maar liaar gelaat verried geen van beidenen nu begon hij zich weer over liet mislukken van zijn werk te verontschuldigen. U kan begrijpen, dat de tijd voor mijn werk niet bijzonder goed gekozen was. Wij kregen niet heel veel slaap en dan is men altijd wat minder helder in het hoofd. Verder kregen wij voortdurend zee over boord de golven sloegen over het dek en dus was het zaak er voortdurend bij te zijn, om het water weg te ve gen. En als de watervloed je eenmaal te pakken heeft, dan is alles voorbij. De geheele romp van het schip ver dwijnt en je ziet niets dan het fok zeil, dat uit een woedende, kokende imassa groen water naar boven steekt. Natuurlijk moet de Ode nog eens goed doorgewerkt worden. Plotseling scheen dit onderwerp voor hem afgehandeld te zijn en zijn portefeuille nog eens te voorschijn halend ging hij voort Dus uw inkomen beloopt.... ik heb indertijd, toen ik zaken met War-. riner deed, aanteekeningen gemaakt over uw bezittingen die komen mij nu goed te pas. Hij vond de getallen, die hij zocht en rekende op een hoekje iets uit. Miranda lette niet op 't geen hij deed. Iedere opwelling van medegevoel was geheel verdwenen. Zij legde het boek op de bank en stond op. Wilbraham hield even op met zijn berekening en keek haar, met de puint van liet potlood tussehen de lip pen, levendig en onderzoekend aan. Zij liep een paar stappen naar het hek, dat de Almeda begrensde. Wilbraham legde dadelijk zijn no titieboekje met het potlood neer en stond op.- Miranda leunde met haar armen op de borstwering. Het vol gend oogenblik voelde zij zich heftig bij de ellebogen gegrepen. Zij keerde zich om en keek in het doodelijk ver schrikt gelaat van Wilbraham. Dat had ik wel gedacht, riep hij hefti? uit, toen ik begreep, waarheen u mij_ wilde brengen Hij'schudde haar bij den arm heen en weer. Wat had u wel gedacht, vroeg Miranda, zich boos uit zijn handen loswringende. De volgende beweging van Wilbra ham gaf een antwoord op die vraag. Want hij ging haastig tussehen baai en het hek staan, terwijl hij een veelbeteekenenden blik naar beneden in den afgrond wierp. Maar dat zal u niet doen schreeuwde hij. Al ééns ben.ik op die manier bedrogen uitgekomen. Ik zal er voor zorgen, dat het niet weer gebeurt Hij ging met zijn rug tegen' het hek staan leunen en ging' voort Het zou ook al te onzinnig zijn, want.— en hij maakte met het hoofd een beweging- naar den afgrond, want u zou er al spijt van hebben, eer u nog beneden was aangekomen. U weet immers heelemaal nog niet, hoeveel ik hebben wilIk zal u niet te gronde richten; die fout heb ik al eens begaan. Ik had een zeer be langrijk geheim in mijn bezit, ver volgde mijn man door twee wereld- deelen heen en toen ik hem eindelijk had, was ik dwaas genoeg hem te veel te willen aftroggelen ten minste dat veronderstel ik, want 's nachts schoot de kerel zich een kogel door het hoofd, en ik ging met leege handen weg. Met steeds grooter wordende ont zetting keek mevr. Warriner hem aan U hebt dus een mensch ver moord, zei ze langzaam. Laten wij niet over woorden twisten, zei Wilbraham onverschillig. Miranda liep naar de bank terug zij vond het niet noodig Wilbraham te vertellen, dat hij haar beweging verkeerd had begrepen. Haar eenige gedachte was nu zoo spoedig moge lijk van hem bevrijd te zijn. Hoeveel wenscht u te hebben? vroeg de jonge vrouw. U hebt drie duizend pond ster ling jaarlijks, antwoordde hij, en ik neem aan, dat Warriner daar een groot deel van krijgt. Miranda kreeg een kleur. Mijn echtgenoot heeft, sinds de „Tien Gebroeders" verdwenen is, geen cent meer van mij verlangd, hij heeft ook nooit weer wat gekregen, zei ze haastig. Een heel onverstandige opmer king, zei Wilbraham. Ik kon er door bewogen worden mijn eischen te ver- hoogen. In elk geval mag u hem in dat opzicht niet verdenken. Wilbraham keek haar schuin van ter zijde aan. U is zeer nobel, zei hij mei) eer lijke bewondering. Ik zal mijn eischen veel hooger stellen. Miranda nam door woord noch blik l eenige notitie van dit complimentje. Zij stond met een stroef, bleek gelaat tegenover hem. Laten wij zeggen zevenhonderd pond jaarlijkSj zei hij kortaf, ik zal het zelf ieder kwartaal komen halen. Ik zal het u wel zenden, zei ze. Neen, ik wil het liever zelf komen halen, zei hij dan kon hij zijn adres voor haar verborgen houden en toch dicht in haar nabijheid blijven. U mag Ronda ook niet voor een week verlaten, zonder dat u mij het doel van uw reis berichtVandaag wensch ik het. eerste kwartaal te ont vangen. U hebt zeker wel geld op de bank van Ronda; daarom is een cliè- que voldoende. Als u hier wil wachten, dan zal ik u de cheque brengen. Twintig minuten daarna kwam zij met het papier in de hand naai' de Alameda terug, waar zij Wilbraham met zijn Horalius in de hand nog op de bank vond zitten; hij legde met een linksche beweging het boek ter zijde en stond op. Men kon aan hem zien, dat het aannemen van de chè- que hem onaangenaam was. Maar Miranda lette er niet op. Eenige se conden bleef hij besluiteloos met het blad papier in de hand staan, toen zei hij plotseling Ik begrijp niet. dat een vrouw als u het nog de moeite waard vindt, zich over Ralph Warriner bezorgd te ma ken. Ik zou hem in uw plaats kalm laten loopen en geen cent betalen om hem in bescherming te nemen. Miranda hield haar redenen voor zich, evenals zij de reden van haar terugkeer naar Ronda niet verraden had. Zij wachtte tot hij heen zou gaan en langzaam ging hij weg. Na twintig schreden ongeveer bleef hij staan, keerde zich om hij had zijn Horatius op do bank laten lig gen. Met een zonderlingen, bijna smeekenden blik op Miranda nam hij het boek op, maar zij bewoog zich niet, en wachtte onverbiddelijk tot hi$ vertrokken zou zijn. Wilbraham trok ongeduldig de schouders op Ik heb alleen vijanden Zou ik dat verdienenriep hij boos uit, toen verdween deze gelukzoeker uit haar oogen. HOOFDSTUK IX. Het was een week na het vertrek' van Wilbraham uit Ronda. Tanger was in de duisternis van den nacht gehuld. Op het marktplein even bui ten de stadspoort wierp een enkele electrischo booglamp van haai' hoci- gen paal een vaal licht op het plat getrapte gras. (Wordt vervolgd;.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1908 | | pagina 5