Humor uit de Handelingen.
Uw „redacteur, belast met het op
sporen van humor in de Handelin
gen van de Tweede Kamer" zit weer
op z'n post! Voor hem ligt een stapel
Handelingen van minstens eenige de
cimeters-hoogte... Ja, want onze Afge
vaardigden praten bij de behandeling
der Visscherij-wet ,veel zeer veel,
haast te veel!...
De heer Reyne komt aan :t woord:
Men zou kunnen zeggen, dat er in
het Regeeringsvoorstel een zekere hu
mor ligt. Stel u voor een jongen van
14 jaar, houder van een hengelakte,
uitgereikt door den Commissaris der
Koningin! De jongen zal dit misschien
zeer gewichtig vinden, maar hij zal
er geen begrplaats voor weten. Een
jongen bergt veel in zijn zakken vol
gens Hildebrand, maar dat daarbij
ook een officieels akte, uitgereikt
door den Commissaris der Koningin,
nog bij kan, wil er bij mij niet in.
Ook de heer Roodhuyzen haalde er
Hildebrand bij:
Er ia psychologisch zeker een groot
verschil tusschen een hengelaar en
peuëraar. Een hengelaar is een on
schuldig mensch, die de buitenlucht
wil genieten en die dan, om niet ge
heel .werkeloos te zijn, hengelt, ter
wijl de peuëraar doorgaans een man
is, die, zeer vaak met verwaarloozing
van zijn huishouden, visch wil opha
len en deze, zeer gearroseerd met
sterken clrank, op de plaats zelf wil
gebruiken.
Dit is een zeer bekende zaak. Nico-
laas Beets heeft ons dat reeds in de
Camera Obscura jaren geleden be
schreven. Wij kennen allen diens be
roemd stuk „De Leidsche peuëraar",
waar hij de vrouw van den peuëraar,
als deze thuis komt, laat zeggen: lui
bak, kom je weer uit je smulschuit?
Zoo is het inderdaad.
De heer De Visser: In 60 jaren kan
veel veranderen.
De heer Roodhuyzen: Maar de men-
schen blijven precies hetzelfde. Dat
xal de heer De Visser wel uit zijn
ambt weten.
Minister Talma later aan 't woord
komende zei: Het hengelen is gelijk
gezegd wordt, een tijdverdrijf, het
welk zoo uitstekend geschikt is voor
nerveuze menschen om tot rust te
komen; maar de heer Schaper zal 't
met mij eens zijn, dat die persoon nog
meer tot rust zou komen, als hij
niet die agitatie had ten gevolge van
het telkens bewegen van den dobber.
De kuur zou dus meer volkomen
zijn, als de hengel een stok was zon
der dat er een snoer aan verbonden
was.
De lieer Schaper: Dan wordt het
verveling.
De heer Talma: Ik moet erkennen,
dat dat een argument is, dat nog niet
in mijn gedacliten was opgeKomen.
De heer Lieftinck poogde er den
Minister tusschen te nemen. De Mi
nister heeft met veiiieffing van stem
gezegd: ik moet weten met wie ik te
maken heb; maar hij steEe er zich
niet veel aangenaams van voor, als
al die menschen hem of zijn ambt
genoot van Justitie gepresenteerd wor
den, die duizenden en tienduizenden,
die, zooals binnenschippers, als ze
stil moeten liggen, niet eens allen
chronische hengelaars zijn, maar
slechts af en toe uit tijdverdrijf een
hengel in de hand hemen.
Wat zullen zich uit die hengelakte-
voorschriften een valsche opgaven
van naam voordoen, hoe demoralisee-
rend voor een volk, dat liegefi.
Is dit een paedagogisch middel om
het volk te veredelen en uit de gevan
genis te houden?
Zoo'n drukte, zoo'n justitie-hand
voor een waardeloos zoodje of plat
zak. En waar moeten de veldwach
ters vandaan komen die bekeuren?
Hierna kwam de heer Schaper aan
't woord:
De heer Tydeman heeft er de Ka-
hinefaten bijgehaald. Ik heb gisteren
die voorouders laten rusten, ik heb
ze nooit gesproken; maar ik heb ook
juist gezegd, met een verwijzing naar
'de onverdeelde markgronden, dat
men geen anarchistische of oercom-
munistische toestanden als bij de Ka-
ninefaten kan laten voortbestaan.
Wat is nu het hoofdargument van
den Minister? De akte dient om te we
ten met wien men te maken heeft, om
te maken dat men niet met 'n onbe
kende te doen heeft. Wanneer jnen
échter zóó iets wil, dan moet men
consequent zijn en doen als bij de
spoorwegen, als men een abonnement
neemt, dan moet het portret er bij.
In sommige gemeenten bijv. is het
verboden op de plantsoenen te loo-
pen. Wanneer ik nu buiten 's-Gra-
venhage kom hier kent men mij
misschien genoeg en op een verbo
den plaats kwam, zou ik een valschen
naam op kunnen geven, de Minister
van Justitie zal dus moeten zorgen,
dat ieder wandelaar een akte in den
zak heeft met zijn portret er op, een
.wandelakte!
Een volgend grapje werd weer door
den heer Reyne gemaakt. Deze afge
vaardigde zei:
De Belgische akte nu geeft wel een
proefje van een signalement, maar
vordert geen portret. Het exemplaar
van de Belgische akte, dat ik hier
voor mij heb, vermeldt alsrberoep: on
derwijzer; ouderdom: 38 jaar; taille:
middelmatig; haarkleur: grijzend.. IK
6tem toe, dit is een zeer ruime om
schrijving, maar wanneer een akte op
'die wijze wordt ingevuld, dan zal een
verwarring van de akte van den heer
Lieftinck bijv. met die van den heer
Schaper toch niet mogelijk zijn.
Nog meer sprekers hebben grapjes
verkocht en moppen getaptl
Voor heden echter genoeg.
Kerk en Schooi
ACADEMISCHE EXAMENS.
Utrecht. Kerkel. voorber. ex.: D. S.
van Veen.
Groningen. Tot arts bevorderd de
heer H. H. van Waning Bolt.
Groningen. Geslaagd voor het aan
vullingsexamen art. 135 H. O. wet de
heer E. G. van Bisselick.
Gemengd Nieuws
ADVOCATEN-LEED IN RUSLAND.
Over de toestanden in de Russische
advocatuur en over de werkzaamheid
van de autoriteiten, die met de hand
having van de rechten der advoca
ten belast zijn, kan de „Petersb. Zei-
tung," sprekende bijzonderheden me-
dedeelen.
De vice-gouverneur van een der
gouvernementen had de onvoorzichtig
heid zijn schulden niet te betalen.
Een zijner groote schuldeischers ver
kreeg een vonnis tegen hem en droeg
een advocaat op, beslag te leggen bij
den vice-gouverneur. Toen de advo
caat met een deurwaarder bij dezen
hoogen heer verscheen, werd hij door
dezen afgesnauwd met de bedreiging,
dat hij hem binnen 24 uur uit zijn
gouvernement zou laten verbannen.
Bij den advocaat, van den vice-gou
verneur kon hij overigens liet ver
schuldigde bedrag gaan ontvangen.
De advocaat vond bij zijn collega
echter niets en begaf zich met den
deurwaarder voor de tweede maal
naar de woning van den vice-gouver
neur. Deze had inmiddels veldwach
ters met geladen geweer voor zijn
deur geplaatst, met last den advocaat
en den deurwaarder te arresteeren
en hen, bij verzet, neer te schieten.
De deurwaarder wees echter op zijn
ambtsketen en op het vonnis, dat in
naam van Zijne Majesteit den Tsaar
gewezen was. De veldwachters durf
den hun last niet uitvoeren, maar.
lieten toch niet toe, dat de advocaat
en de deurwaarder het huis binnen
gingen om beslag te leggen.
De advocaat beklaagde zich over
deze feiten bij den deken, die zijn
houding volkomen correct noemde
maar niet in staat was er iets aan te
doen.
Een ander staaltje is niet minder
kenschetsend:
„Een rechter in een districtsrecht
bank diende een aanklacht in tegen
een advocaat, die, toen de rechter af
wezig was, in diens kamer was geko
men in aangeschoten toestand, en
den daar aanwezigen scHrijv©* Ko_a
lastig gevallen door ironische vragen
en door met grimassen en onnatuur
lijke bewegingen naar de klok te wij
zen. De advocaat moest zich hierover
bij den Raad van Orde verantwoor
den. Hij verklaarde niet dronken te
zijn geweest, geen ironische vragen te
hebben gesteld en geen grimassen
noch onnatuurlijke bewegingen te
hebben gemaakt; hij wees op het feit,
dat er in de kamer van den rechter
zelfs geen klok is, zoodat het geheele
verhaal eiken grond van waarheid
miste. De advocaat kreeg toch een
berisping van den Raad wegens niet
voldoend gereserveerd optreden. En
den rechter, die op losse gronden een
advocaat van onbehoorlijk gedrag be
schuldigde, durfde niemand aan.
Het is onder die omstandigheden in
Rusland zeer moeielijk voor advoca
ten, om hun ministerie te vervullen,
zegt de „Petersb. Zeitung". En be
wondering moet de moed en volhar
ding wekken van de mannen, die on
danks tegenwerking, bedreiging en
gebrek aan steun, toch blijven voort
gaan hun taak waar te nemen, om
ten minste te zorgen, dat het onrecht
in Rusland niet al te schreeuwend
wordt.
HET DRAMA TE GRASSE.
Thans is er meer licht gekomen in
de duistere zaak van den aan stuk
ken gesneden bankier.
Het is gebleken, dat hij vijftien jaar
geleden als bestuurder van de Banque
d'Anjou te Angers, die slechte zaken
gemaakt had, bij verstek veroordeeld
werd wegens verduistering van vele
honderdduizenden francs, die hij on
der zich had. Barré die zeer zwaar
leefde had dat geld geleidelijk opge
maakt. Toen de bom dreigde te bar
sten, veranderde hij zijn uiterlijk
door baard en' snor ai te knippen en
verdween hij naar Luxemburg. Zijn
dochter, die gescheiden te Parijs leef
de, zond hem steeds groote sommen
geld over, die zij van haar talrijke
aanbidders kreeg. Van een oude viien
din van haar familie, wier man, Ju
les Raimbault, overleed, wist zij de
papieren .te verkrijgen, waardoor
haar vade riri staat werd gesteld in
Frankrijk 'als de rentenier Raimbault
terug te keeren.
Wat de misdaad zelf betreft, wijst
'alles er steeds meer en meer op, dat
wel degelijk de dienstbode Laffont de
moordenares moet zijn, hoewel zij be
slist blijft ontkennen.
In den loop van het onderzoek door
de rechtbank zal ook dit gedeelte ech
ter wel spoedig tot klaarheid komen.
EEN ENGELSCHE PARLEMENTS-
EXENTRIC.
Zooals vroeger de Parijsche Kamer
in Glais Bizoin haar onuitputtelijke
bron van leut en jool had, zoo bezit
thans nog het Engelsche parlement
eon ocr-grappenmaker in lord We-
mysz. Hij staat iederen morgen met
een of ander krankzinnig idéé op,
holt naar het parlementsgebouw,
geeft zijn idéé ten beste, en is verrukt
wanneer de hooge heeren zich van
het lachen den doorluchtigen buik
vasthouden.
Onlangs stelde hij met stalen ernst
voor, om ieder bezit tot een paar jaar
te beperkenna verloop van een wet
telijk vastgestelden termijn moets dan
de eigendom publiek bezit en-verdeeld
worden.
Lord Wemysz is 89 jaar, maar zoo
frisch en jeugdig als een hoen, wat
hij bewijst door in het huis der lords
zeer dikwijls in Schotsche Hooglan
dersdracht te verschijnen, in het be
kende geruite pakje en met bloote
been en.
Ilij stuurt zelf zijn auto, en als er
iets niet goed marcheert, kruipt hij
in hoogsteigen persoon onder den
wagen en scharrelt daar met schroef-
sleutels en nijptangen rond als een
jongen van 20 jaar.
Koning Edward heeft een klein
zwak voor den origineelen lord, wijl
deze dc eenige is, die eens de hand
heeft durven slaan aan den zoon van
koningin Victoria.
Het was op een dag, waarop in het
Hoogerhuis zeer vinnig over het een
of ander gedebatteerd werd. Lord We
mysz sprak zóó woedend, dat hij in
het vuur zijner rede plotseling zijn
gebalde vuist op den hoed van een
heer, die voor en onder hem zat, liet
neervallen en dien gloednieuwen cy-
linderhoed vernietigde.
Maar in dien hoed stak het hoofd
van den prins van Wales, thans ko
ning van Engeland.
„Het scheelde maar een haar", ver
telde koning Edward met goedigen
humor, „of die ontzettende Wemysz
had mij de hersens ingeslagen en de
politieke geschiedenis van Engeland
een gansch andere wending gegeven.
DE ZEGEPRAAL DER
HOFFELIJKHEID.
Er zijn al heel wat middelen be
proefd, om de schouwburg bezoeken
de dames te noodzaken hare hoeden
af te zetten. Thans heeft een Lon
den sch thater een nieuwe poging in
't werk gesteld, een zeer beleefde po
ging, die een uitstekend gevolg heeft
gehad.
Voor het scherm stond in reuzen
letters eene dankzegging van de di
rectie aan de dames, „die zoo vrien
delijk waren hare hoeden af te ne
men en het, door deze zeer op prijs
gestelde goedheid, den achter haar
zittenden ook mogelijk maakten, om
de voorstelling ongestoord te genie
ten". De uitwerking van deze dank
zegging was amusant. De dames ko
men binnen met de bekende gevaar
ten op haar hoofden en gaan gemak
kelijk zitten. Onwillekeurig kijken ze
voor zich uit, en daar valt haar blik
op het groote bord met die duidelijk-
leesbare letters. Zachtjes aan gaan
de handen in de hoogte, een beetje
gefriemel, om tusschen dien over
vloed van rozen en veeren de hoede-
spelden te vinden, en een o ogenblik
later, ligt het hoofddeksel op den
schoot der dame. In de geheele zaal
kan men tegenwoordig' geen enkele
dame mét hoed op haar hoofd meer
ontdekken.
Het idee is afkomstig van juffrouw
Lena Ashwell, de pachteres van het
Kingsway Theatre. De andere schouw
burgen hebben het middel natuurlijk
dadelijk nagevolgd.
FOTOGRAFIE.
De vorige week hebben wij mel
ding gemaakt van een nieuw foto
grafisch afdrukproces, dat is uitge
vonden door Donisthorpe, 'n Londe-
naar. Het Geïllustreerd Weekblad
voor Fotografie geeft in de Mei
aflevering daarover nadere, vrij uit
voerige bijzonderheden, welke echter
te technisch zijn om hier ter plaatse
uitvoerig te worden overgenomen.
Vermelden wij enkel, dat het proces
zelf als volgt, nader kan worden om
schreven
„Donisthorpes drukproces geeft ge
trouwe afdrukken van ellrö kleur die
men verlangt, door direct contact
met een negatief, zonder de tus-
schenkomst van het licht. Van één
negatief kan men zooveel afdrukken
maken als men verkiest; zij zijn snel
gereedzij kunnen gezamenlijk ge
heel gelijk zijn, wat de contrasten
betreft, of déze kunnen naar wensch
gewijzigd wordendaar het licht hier
geen rol speelt, kan het negatief zich
op een ondoorschijnende stof bevin
den, in plaats van op glas of cellu
loid men kan voor het drukken ook
vergroot© of verkleinde negatieven op
broomzilverpapier gebruiken. Bij dit
laatste gebruik heeft men het voor
deel dat de structuur van het papier
geen inadeeligen invloed op het beeld
kan uitoefenen.
Het negatief waarnaar men 'druk
ken wil, wordt vijf minuten gebaad
in een vanadiumbad. De uitvinder
roemt dit bad een „hardingsbad",
een bad dus om de gelatine te har
den.
Daarna wordt het gedurende twee
minuten gewasschen en daarna vijf
minuten gebaad in een krachtig
kleui-bad.
Men baadt nu een stuk gelatinepa-
pier gedurende twee minuten^n war
ter, neemt onderwijl het negatief uit
het kleurbad, wascht het af en legt
het, gelatine bovenwaarts gekeerd, op
een stuk glas. Het ingeweekte papier
wordt dan met de gelatinezijde op de
gelatine van het negatief gelegden,
evenals bij den kooldruk daarop
zorgvuldig aangestreken.
Na eenige minuten te hebben gele
gen, wordt het papier voorzichtig
van het .negatief getrokken, een
oogenblik in brandspiritus gelegd en
afgevloeid. Men heeft dan een afge
werkt beeld, dat in vijf minuten
droog is.
Het negatief wordt, nadat het pa
pier er af is gehaald, teruggelegd in
het kleurpad en blijft daarin onge
veer een halve minuut, waarna men
er een nieuw velletje papier op kan
leggen, en zoo verder, zoo lang men
meerdere afdrukken wenscht.
Eén enkele behandeling in het har
dingsbad maakt het negatief geschikt
om er een onbeperkt aantal afdruk
ken van te maken, door middel van
deze hoogst eenvoudige, directe druk.
methode".
EEN KEIZERLIJKE KNOOPEN-
GESCIIIEDENIS.
De Berlijnsche correspondent van
die „Piccolo" weet een aardig histo-'
rietje uit het gezinsleven van het
Duitsche keizershuis te vertellen.
Kort voor het vertrek naar Korfoe
werd voor het prinsesje, waarschijn
lijk voor de reis, een matrozenpak
besteld. Het aanvallige dochtertje
van keizer Wilhelm was in de wol
ken over haar mooie nieuwe pakje,
maar één ding beviel haar nietde
knoopen.
„Zou dat niet veranderd kunnen
worden?" vroeg ze aan de modiste.
„Welzeker, Koninklijke Hoogheid",
antwoordde deze, „niets is gemakke
lijker. IK heb thuis een prachtige col
lectie knoopen, die uitmuntend zul
len voldoen."
„Maar waarom hebt u er die dan
eigenlijk niet. dadelijk aangemaakt?"
„WaaromJa, iedere knoop kost...
een Mark."
Het prinsesje vond dat eigenlijk
heel erg duur. Maar de verzoeking
was zeer sterk, en na eenige aarze
ling zei ze „Goed. ik zal het naden
eten aan papa vragen, en 't u komen
zeggen." Na het diner wachtte de
modiste het besluit af.
En met een pruilend gezichtje
kwam de kleine prinses zeggen:
„Neen, papa vindt 't niet goed. Hij
zegt, dat een Mark voor een knoop
te duur is, en dat men 't geld maar
niet zoo uit het raam kan gooien...."
EEN AVONTURIER.
Te Boedapest is overleden de oud-
generaal Stephan Türr, een der merk
waardigste en avontuurlijkste perso
nen uit Hongarije.
Hij was in 1825 te Baja geboren,
trad in 1842 in Hongaarschen dienst
en nam in 1848 deel aan den strijd
tegen den Italiaanschen opstand.
Doch het volgende jaar ging hij over
in dienst bij de Piemonteezen en
vormde een Hongaarsch legioen, om
te strijden voor de bevrijding van
Italië. Sedert vond men hem overal,
waar voor de vrijheid of onder de
vrijheidsleuze gestreden werd.
Hij vocht met de Badensche insur-
genten\yas in Londen werkzaam
voor de revolutiepartijen m Midden-
en Zuid-Europa, en trad in 1854 bij
het uitbreken van den oorlog in het
Oosten in Engelschen dienst. In 1855
voor den aankoop van paarden naar
de Donau-provincie gezonden, werd
hij te Boecbarest door de Oostenrij
kers gevangen genomen en ter dood
veroordeeld. Dank zij de iussclien-
komst. van Koningin Victoria bracht
hij er echter het leven af, en werd hij
in vrijheid gesteld.
Tijdens den opstand in Italië streed
Türr aan de zijde van Garibaldi, en
maakte hij als commandant, van een
bataljon Alpenjagers den tocht naar
Sicilië mede. Daarna als luitenant-
generaal tot gouverneur van Napels
benoemd, was hij werkzaam voor ds
annexatie van dit. koninkrijk bij
Italië.
Later trad hij aan het hoofd der
maatschappij, die in 188193 het ka
naal van Korinthe aanlegde. Thans
is hij op 83-jarigen leeftijd overïr-
den.
CIIINEE3CHE BOYCOTT.
De Tokiosche correspondent van de
New-York Herald schrijft hierover
het volgende De Japansche regeering
tracht de groote Chineesche koop
lui in Japan, d. z. de kooplui, die den
uitvoer van Japan naar China groo-
tendeels in handen hebben, te bewe
gen, bij hun landgenooten voor Ja
pan tusschehbeide te komen. Dat
zou ook in hun eigen belang zijn.
Maar die Chineezen zijn ten deele
als Japanners genaturaliseerd en
hebben daardoor hun invloed in Chi
na verloren verder zijn die Chinee
sche kooplui geen zakpatriotten. Zij
lijden als tusschenpersonen schade,
maar verheugen er zich over, dat de
-Japanners in hun handel en nijver
heid gestraft worden voor de verne
dering, die hot China heeft aange
daan. Eindelijk zijn velen van de
Chineezen ook boos op de Japansche
regeering. In en na den oorlog heb
ben zij groote sommen voor liefdadi
ge doeleinden geschonken (mild ge
lijk in onze Oost), maar toen er eer
bewijzen, ridderorden enz. werden
uitgedeeld, vergat men hen, en kre
gen Japanners, die veel minder mild
waren geweest, en vreemdelingen
wat dien Chineezen onthouden werd.
Iri Verschillende bedrijven, zegt de
correspondent verder, is de uitwer
king van den ban reeds te merken.
Te Kobe is de Chineesche kolonie met
600 menschen verminderd, die naar
hun land terug zijn4 omdat er zoo
groote slapte was. De Japansche
stoomhooten, die Zuid-China aan
doen, hebben ook veel te lijden. De
Nippon Maroe, op weg naar San
Fr.ancisco, kon te Hongkong geen
Chineesche reizigers noch Chineesche
waren opnemen.
VERKIEZINGS-RECLAME.
In de Vereen igde Staten begint
reeds de Dropaganda voor de verkie
zingen. De aanhangers van Hearst
hebben te New-York hun eerste
staatsconventie gehouden, waar ge
delegeerden werden benoemd voor
de conventie van hun „nationale par
tij", die in Juli te Chicago zal plaats
hebben. De heer Hearst hield een
rede, waarin hij met kracht opkwam
tegen een fusie, hetzij met de repu
blikeinen, hetzij met de democraten.
Gedurende de vergadering verloor
een der aanwezigen een portefeuille
met banknoten. Zij werd gevonden
en van het spreekgestoelte af werd
dit meegedeeld. De Rartij van. Hearst
heeft tot leuze de eerlijkheid in de
Amerikaansche politiek to doen we-
derkeeren, en een groot gejuich ging
dan ook op, toen de voorzitter met de
portefeuille in de hand verklaarde,
dat nooit nog in de geschiedenis
was voorgekomen, dat een verloren
portefeuille op een republikeinsche
of democratische conventie was te
recht gekomen, en aan den eigenaar
ter hand gesteld. „Mijne heeren, dit
is een schitterend voorteeken voor ons
succes
In Canada, en voornamelijk in
Quebec, staken thans 12.000 arbeiders
uit spinnerijen, die met een loonsver
mindering geen genoegen nemen.
Het geheele bedrijf in de provincie
wordt met stilstand bedreigd.
EENE LEVENSVERZEKERING.
Het comité voor feestelijkheden te
Weenen heeft naar een Engelsch blad
meldt, te Londen een levensverzeke
ring gesloten op den Keizer, van 7
millioen kronen, tegen een premie
van 100.000 kronen. Het doel dier ver
zekering is het comité te vrijwaren
tegen de schade die het zal lijden, zoo
de Keizer komt te overlijden, voordat
de feestelijkheden hebben plaats ge
had.
WELDADIGE LANDGENOOTEN!
Herhaaldelijk leest men onder bo-
venstaanden titel in de bladen een
artikeltje, waarbij de liefdadigheid
wordt ingeroepen voor het een of an
der gezin, dat door een ongelukkig
toeval is getroffen.
N u heeft brand have en goed van
een arbeidzaam boertje in vlammen
doen opgaan en hem geheel geruï-
neerd, omdat hij niet tegen brand
schade verzekerd was.
D a n is door hagelslag de verwach
ting van een tuinder geheel vernietigd
en moet eene inzameling van gelden
hem voor kommer en gebrek vrijwa
ren.
Elders weer geraakte een oppassend
echtgenoot en vader, door de duister
nis misleid, te water en ging daar
door de kostwinner van het gezin
verloren.
Tal van ongevallen, men noeme ze
noodlot of iets anders, komen dage
lijks voor en doen in meerdere of
mindere mate het pijnlijke in de ge
volgen voelfen.
Het is verre van ons den strijd aan
te hinden tegen het onbaatzuchtig op
treden van openbare of particuliere
personen om den nood te lenigen van
hen, die door een ramp worden ge
troffen. Integendeel, dit pogen jui
chen wij toe en steeds zal men ons
gaarne bereid vinden om naar ver
mogen bij te dragen, wanneer onze
hulp wordt gevraagd.
Echter hebben wij één beding.
Het zich opwerpen als commissie
tot het verleenen van steun na plaats
gehad hebbende rampen, worde niet
een ziekelijk verschijnsel, krijge niet
iets van een chronisch lijden.
En toch heeft het er in de laatste
jaren wel wat veel van. Maar al te
lichtvaardig en maar al te dikwijls
wordt eene commissie samengesteld,
om te speculeeren op den liefdadig
heidszin van de weldadige landgenoo
ten, ten einde hulp te verleenen,
waar feitelijk straf, althans een kras
se vermaning, op zijn plaats zonde
zijn.
Rampen en ongevallen voorkomen
kan men nietzij zullen blijven
plaats vinden en het mensebdom blij
ven treffen, trots alle voorzorgen en
veiligheidsmaatregelen, die worden
genomen. Maar de pijnlijke financiee-
le gevolgen, die een ongeluk na zich
sleept, zij kunnen in de meeste geval
len wel voorkomen worden.
Daartoe dient de verzekering.
Onbekendheid voor te wenden zoude
gelijk staan met leugentaal. Wie toch
zoude durven beweren, dat de gele
genheid lot verzekering tegen brand
schade, tegen hagelslag, tegen per
soonlijke ongelukken, enz., hem on
bekend was
De directiën der maatschappijen,
hare inspecteurs en agenten, zorgen
steeds met onverminderden ijver, dat
een ieder weet, althan9 weten kan,
hoe en waar hij zich tegen de finan-
cieele gevolgen van mogelijke rampen
kan verzekeren. Onwetendheid op dat
terrein mag dus niet worden aange
nomen.
Onwil dan
Helaas, maar al te veel
Niettegenstaande in prospectus,
brochure, advertentie en vooral bij
persoonlijk bezoek er op wordt gewe
zen, hoe nuttig en hoe noodzakelijk
de verzekei'ing op verschillend ge
bied is, zijn er dikwijls eigenzinnige
menschen, die zich tegen de verzeke
ring blijven verzetten en deze met de
meest onwijze en onzinnige argumen
ten bestrijden.
Wanneer dezulken getroffen worden
door een ramp, hetzij brand, hetzij
hagelslag, hetzij een persoonlijk on
geval, dan mag men medelijden ge
voelen met. den ongelukkige, doch
het gezond verstand spreekt het recht
vaardig oordeel uit, hoe hard dit ook
moge klinken eigen schuld
En het is in strijd met het gezond
verstand, in strijd met gezonde huma-
niteitsbegrippen, alsdan de weldadige
landgenooten te laten opdokken, om
de gevolgen van de eigenwijsheid en
eigenzinnigheid voor den getroffene
te verzachten.
Wij kunnen ons voorstellen, dat het
huisje van een boer in zoodanïgen
toestand verkeert, dat geen enkele
verzekeringmaatscfiappïj tegen brand
schade dit risico wil dekken. Wordt
dit boerenspulletje een prooi van de
lammen, dan is de oproep aan de
weldadige lariclgenöötën zeker op zijn
plaats en elk weldenkende zal gaarne
in zijn beurs tasten om een bijdrage
te schenken.
Wanneer een schippertje, het
voorbeeld is ons bekend zich met
een wrakke turf schuit behelpt, die
niet meer opgekalefaterd kan worden
en wien de middelen ontbreken, om
een ander schip te kóopen, door ave
rij zijn schuit verliest en met vrouw
en kinderen straatarm aan den wal
staat, omdat hij voor verzekering zij
ner oude schuit bij geen enkele maat
schappij terecht kon, dan moeten de
weldadige landgenooten hulp verlee
nen en een oproep aan hen erlangt
onze hulde en steun.
Maar, waar de gelegenheid tot ver
zekering ruimschoots bestond, doch
verkeerd toegepaste zuinigheid, eigen
zinnigheid of misplaatste gemoedsbe
zwaren van verzekering terughielden,
daar mogen de gevolgen eener ramp
niet naar de weldadige landgenooten
worden verplaatst, maar moeten zij
drukken op dengene, die daarvoor
aansprakelijk is en voor zijn verkeer
de zuinigheid, eigenzinnigheid of rnÏ3
plaatste gemoedsbezwaren, zelve moet
boeten.
Geheel in overeenstemming met het
vorenstaande en daarbij volkomen
aansluitend is het volgend bericht,
door ons aan „de Verzekeringsbode"
ontleend
„Een rem tegen collectes.
„Door Gedeputeerde Staten van
Noord-Brabant is aan de gemeente
besturen eene circulaire gericht,
waarin zij -er op wijzen, dat de doo*
hen verleende machtiging tot het hou
den eener collecte in alle gemeenten
der provincie, tot leniging van den
nood der door den hagelslag in den
nacht van 5 op 6 Augustus 1907 ge
troffenen in de gemeenten Son, Lies
hout, St. Oedenrode en Nunen niet
mag geacht worden een precedent te
stellen voor de toekomst. Waar heden
ten dage zooveel gelegenheid bestaat
om zich voor het sluiten van een*
verzekering tegen eventueele schade,
veroorzaakt door rampen van allerlei
aard, te vrijwaren, mag, naar de
meaning van Gedeputeerde Staten,
slechts in den uitersten nood een be
roep op particulier hulpbetoon door
de burgerlijke overheid worden aan
gemoedigd."
Dat toch de gedachte, die aan het
voorgaande ten grondslag ligt, in rui
men kring worde verspreid, dat een'
ieder beseffe, dat men verplicht
is zich door verzekering te dekken"
tegen de gevolgen van rampen, die
ons mogelijk kunnen treffen dat het
in strijd is met de eer, die de mensch
aan zich zelf verschuldigd is, te trach
ten de financïeele gevolgen van een
ongeval af te wikkelen op de schoii-
ders van anderen en cle weldadige
landgenooten te laten opdraaien voor
de ellende en armoede, die het ge
volg zijn van schromelijk plichtsver
zuim, en vooral, wanneer iemand uit
de plaats der inwoning of uit de
naaste omgeving door een ongelukkig
toeval wordt getroffen, hetzij brand,
hetzij een persoonlijk ongeval, dat
den dood of levenslange invaliditeit
ten gevolge heeft, hetzij door iets an
ders, dat dan onmiddellijk allen, die
nog niet verzekerd zijn, er om deb-
ken, dat ook hen zulk een ongeluk
kan treffen en het sluiten eener ver
zekering voor hen dus eert eisch van
dringende noodzakelijkheid is, die
geen dag en geen uur mag worden
uitgesteld. Onder zulke omstandig
heden vooral komt het spreekwoord
ten volle tot zijn recht „Een schip
op strand, een baken in zee.'
(Overgenomen uit „De Eerste
Onderlinge").
Land en Tuinbouw
MOND- EN KLAUWZEER.
Vanwege het veeartsenij kundig!
staatstoezicht, district Zuidholland,
benoorden Maas en Lek, heeft de die-
trictsveearts, de heer J. F. Laméris,
de volgende circulaire verspreid on
der de markt-veehouders en zee-hah-
delaren in het district:
Zooals bekend is heeft he: mond
en klauwzeer in het vorige jaar zoo
danig in Zuid-Holland gewoed, dat
bijna al het vee door de ziekte werd
aangetast, bijgevolg onvatbaar is ge
worden. Toch komt deze ziek
te in den laatsten tijd hier en
daar nog enkele malen in deze pro
vincie voor. Zij werd alsdan in de
meeste gevallen veroorzaak: doordat
vatbaar vee uit andere provinciën, al
waar de ziekte in het geheel niet of
wel minder verspreid voorkwam,
door veehandelaren werd aangevoerd,
en somtijds op hunne stallen of op
marktstallen werd besmet. Het is der
halve in het belang van den veehafi-
del noodig dat de veehandelaren of de
houders van marktstallen de stallen
telkens nadat zij hun vee hebben ver
kocht, en vóórdat zij nieuw aange
kocht vee opstallen, hooi, stroo eS
mest' uit hunne stallen verwijderen'
en de stallen, inzonderheid de stand
plaatsen, voerbakken, troggen, drink-
waterbakken en stalgereedschappen
reinigen en ontsmetten. Het reinigen'
kan plaats vinden door een weinig
soda- of potaschloog in het water op
te lossen, en het ontsmetten door
witkalk met water te vermengen eri
daarmede de bovengenoemde voor
werpen te bestrijken.
StooinvaartbericMen
Het stoomschip Rindjani. van Java
naar Rotterdam, arriveerde 9 Mei te
Marseille en zette de reis voort.
Het stoomschip Lombok vertrok 9
Mei van Hamburg naar Amsterdam.
Het stoomschip Rembrandt, van
Amsterdam naar Batavia, passeerde
9 Mei Gibraltar.
Het stoomschip Oranje, van Ara
sterdam naar Batavia, passeerde 9
Mei Perim.
Het stoomschip Statendam, van
Rotterdam naar New-York, vertrok
9 Mei, des avonds 8 uur 15 m„ van
Boulogne sur Mer.
I-Iet stoomschip Besoeki, van Java
naar Rotterdam, passeerde 8 Met
Ouessant en wordt 10 Mei des voor-
middags te Rotterdam verwacht.
Het stoomschip Solo arriveerde 9
Mei van Rotterdam te Batavia.
Het stoomschip Kediri, van Rotter
dam naar Java, vertrok 9 Mei van'
Suez.
Het stoomschip Lemaire vertrok 9
Mei van Amsterdam naar Java vla
Newport.
Het stoomschip Sloterdijk, van
Rotterdam naar New-York en Phila
delphia, arriveerde 9 Mei voorm. te
New-York.
Het stoomschip Rhein, van Rotter
dam naar Japan, vertrok 8 Mei van"
Suez.
Het stoomschip Prins Willem I ar
riveerde 3 Mei van Amsterdam te
Paramaribo.
Het stoomschip Prins Willem II
vertrok S Mei van New-York naar
West-Indië.
Het stoomschip Sindoro, van Rot
terdam naar Java, passeerde 9 Mei
Kaap del Armi.
Hef stoomschip Kawi, vertrok
Mei van Rotterdam naar JaVS.
Het stoomschip Estonia vertrok 9
Mei van Rotterdam naar New-York.
Het stoomschip Koningin Wilheï-
mina, van Batavia naar Amsterdam,
vertrok 9 Mei van Singapore.
Het stoomschip Vondel, van Java
naar Amsterdam, arriveerde 10 Me!
Ie IJmuiden.
Het stoomschip Pririz Heinrich. van
Rotterdam naar Oost-Azië, arriveer
de S Mei le Colombo.