HAARLEM'S DAGBLAD. spsig ÜSHiï Stadsnieuws Uit de Rechtszaal e^Ln^eelmriws^^ aXle^P~ SS SEKS-sars •S3Ti^,S£r£Z i=?£ir-"s*s Tfe'Sgwf Ë"=ir.-isrl- ajSBg-wws ~saehX;sgMrroort Uit de Omstreken Binnenland Onze Lachhoek* FEUILLETON Eindelijk gewonnen 10LLANDSCHE MAATSCHAPPIJ DER WETENSCHAPPEN. voor de algemeene vergadering van j Hollandsche Maatschappij der We lschappen, die op Zaterdag 23 Mei, is middags te half een in het ge- uw aan 't Spaarne alhier gehou- n wordt en die zeer waarschijn- k weder door een bezoek van Z. K. Prins Hendrik der Nederlanden reerd zal worden is de volgende ;enda vastgesteld: Opening der vergadering door den orzitter, rar. G. v. Tienhoven. Verslag van den Secretaris. Besluit aangaande eene prijsver indeling ontvangen in antwoord op aag I van het Programma van 1 uuari 1908. Voorstel der Commissie van advies 'er het besteden van een subsidie schikbaar voor eenig onderwerp in anthropologic. Voordracht van prof. A. W. Nieu- enhuis over de ethnologische w.e- mschappen, hare beteekenis en haar ut, aan toestanden in den Nederl.- ïdischen Archipel getoetst. Vaststelling van nieuwe prijsvra- in. Benoeming van een binnen- en een |üitenlandsch lid. De volgende prijsvragen worden porgesteld. I. Naar aanleiding der beschouwingen oorkomende in de Verslagen der Ko inklijke Akademie van Wetenschap en te Amsterdam, Deel 14, 1905, b!z. 13, of Archives Néerlandaises, Serie I, Tome XI, pag. 273, verlangt de ïaatschappij nieuwe proeven, of door "oe ven toegelichte onderzoekingen itrent de verschijnselen van sym- ithie of antipathie der uurwerken. De Maatschappij verlangt ec-~ "fstandige en uitvoerige biologische idie over zetmeel, voornamelijk ten ichte der omzettingen, welke deze ondergaat onder den invloed van jymen, dierlijke afscheidingen en ■nicro-organismen. Het verdient aan beveling na te gaan, of, en in hoe- re> eenige voor de menschelij- j&e voeding belangrijke zetmeel-soor- ^en als arrowroot, tapioca- of cassave- il, rijst- en zoogenaamd aard- r. leel, bij het biologisch onder soek verschillen vertoonen. Men verlangt eene nauwkeurige tudie van minstens een tweetal in Jsultuurgewassen parasiteerende Chy- ^pridineen, welker levensgeschiedenis jjiot dusver nog onvoldoende bekend Jis; van de ziekteverschijnselen, ^welke deze zwammen bij de voedster- fplant teweegbrengen, en van de iddelen, die kunnen worden aan gewend om de door haar veroor zaakte ziekten te bestrijden. De Maatschappij verlangt een on- Jderzoek naar de oorspronkelijke be- Iteekenis en de geschiedkundige ont wikkeling der plechtigheden en ge bruiken, die vroeger bij het bouwen van een huis voorkwamen, of nu jnog in zwang zijn, bij voorkeur met jbetrekking tot Nederland. AUTOMOBILISTEN VOOR DE RECHTBANK. Dinsdag 21 Februari was 't zeer mistig, 's Avonds omstreeks zes uur reed op den Wagenweg nabij de bui- ieuplaat-s Bosch en Hoven te Heemste de de uit Leiden komende auto mobiel G 1437. Daar ter plaatse reed ook de bleekersknecht .T. J. Meeuwen oord met paard en wagen, en kwam met de auto in botsing. De aanrij ding was nog al raak ook, het paard I sloeg op hol, de wagen beschadigde, terwijl Meeuwenoord gewond werd. De schuld van het ongeval werd ge- tastoX de automoWel-eigenaar en AmS 8nn Bui'gemeester te Amsterdam stond als eigenaar der omdat de bT ^uu'uugereelit terecht, omdat de auto niet voorzien was van taarns.^1' voorui«"l™de iam .„,D,e ''""'om-echter achtte het hewiis lemlnl met dea chauf" Deze werd uma Va" Ame'erdam. Deze werd wegens het verkeerd uit- wuken veroordeeld tot 14 dagen heS- ™'d» - den"dezelfde" T wer- ««'olfde getuigen als voor 't kan dezelfde lezing X wT fc 'behind? deif het UchT ,inSt!miic- Ze ""rtleel- doende. 61 automob»l niet vol. ea?bldbreUfa®de dcelde dat de eaibid-Iantaaras door de vórst „n ™;"óteaÏÏnM,geVe" 'iCht De voerlieden ontkenden dit. 7e re dtgnf' "f 66,1 kaa-'antarn: en mobiel-lamp^61 ''Cht da" de auto" Meeuwenoord gaf echter toe dat h.i rag Aankomen. °P 6° Als deskundige werd de electririen Het Openbaar Ministerie achtte in daÏÏefbetijsmgLeverdTOsC>nr0Ch'ter' weg niet uaai-ri ov. dezen de auto kort na deWb50n hee,t verkeerden wea-kant °P den „Mn, en weSkant zi&n rijden n0 wagen van Meeuwenoord w den rechierkant van den weg 't Zei? decide voerman Van de/p^ó 00k t teê zaak hrt h St0-ri0 achtte en eischfe et iewijs Seleyerd, gen a charï van de eetai- deeld f?3a, i onbevooroor- Vrijspraak moet f f^ok ,n zaak volgen. deze VERLOF DRANKWET. Door B. L. van Es is aan B. en W. gevraagd om verlof (ingevolge art. 34 dier wet), tot het verkoopen van alcoholhoudenden drank anderen dan sterken drank voor gebruik ter plaat se van verkoop in het perceel Grooie Houtstraat 55. Kiesrecht. De burgemeester brengt ter kennis, dat de met redenen omkleede beslis sing van het gemeentebestuur op het ingekomen verzoek, om verbetering van de kiezerslijst, in haai- geheel op de secretarie der gemeente (1ste af- deeling) voor een iedta ter inzage is nedergelegd, en in afschrift, tegen betaling der kosten, verkrijgbaar is. ZANGWEDSTRIJD. Aan den Internationalen Zangwed- strijd, die op 16, 17, 24, 31 Mei en 7 en 8 Juni a.s. te Amsterdam wordt ge houden, nemen de navolgende Haar- lemsche zangvereenigingeu deel. Proza en Poëzie, directeur de heer H. Pielage, in de tweede aid. man nenkoren. Verplicht koor: DeVisschers van Isr. J. Olman, koor naar keuze: Het lied van den arbeid, van J. P. J. Wierts. Caecilia, directeur de heer* Alb. Hei- lo, in de eerste afd. mannenk. Ver plicht koor: Har aid's Bruid van Fred. J. Roeske; koor naar keuze: Zigeuner leven van F. J. Roeske. Gemengd koor: Polyhymnia, direct, de heer J. Wolterus Grootendorst, in de eerste afd. gemengde koren. Ver plicht koor: Sneeuwklokjes van Isr. J. Olman; koor naar keuze: Pelgrim's Nachtlied, van Richard Hol. Gemengd koor D.I.N.D.U.A., direc teur de heer H. Berghuis, in dezelf de afdeeling met hetzelfde verplichte koor; koor naar keuze: Exaudi Deus, van H. Balthazar Florence. „Onder Ons", directeur de heer Hen ri Pielage, in de superieure afdeeling gemengde koren. Verplicht koor: Psalm 3 van Dan. de Lange; koren naar keuze: „Le Vendredi Saint" van Ch. Gounod en Ilarpzangh van Ph. Loots. Koninklijke liedertafel: Zang en Vriendschap, directeur de heer W. Robert in de hoogste eere-afdeeling voor mannenkoren. Verplicht koor: Jphygenia" van Fred. J. Roeske; ko ren naar keuze: Requiem, Benedictus und Sanctus van H. Zöllner en Ger minal van F. Riga. Derhalve niet minder dan zes veree- nigingen, te zamen ten strijde trekken de met 754 zangeressen en zangers. Mogen hunne inspanning en toewij ding met schitterenden uitslag be kroond worden! DE BLOEMENDAALSCHE SCHET- TERKLIEK. In het Bloemendaalsch Weekblad lezen wij de navolgende verzuchting: Het schijnt, dat, vooral in den laat- sten tijd in het bijzonder Bloemen- daal door straatmuzikanten van ver schillende kleur en lengte en instru mentatie als terrein van werkzaam heid wordt gekozen; aan hun geza menlijk beschouwd geven wij boven staande benaming. Wat een onver poosd, welk een hoofdafmattend, welk een zenuwspamnend getier van geluid is het in de dorpstraat en omgeving zoodra het voorjaar in het land komt. Zooals geheele Zwitsersche en Italiaansche dorpen doen met onze schoorsteen en, zoo doen Joost weet welke nesten en gehuchten in Wur- temberg en Beieren met onze ooren. Al wat daar jong en werkeloos is en geen vak verstaat schijnt naar Neder land te trekken, nu niet om te kee- ren en te vegen, maar om te schra pen en te blazen en om met een zakduitje terug te keeren, waarop dan weder andere Joelioesen of Han sen hunne patagonische wangen hier komen staan opblazen en ontledigen. Eigenlijk hebben wij innerlijk eer bied en genegenheid voor die kleine kereltjes, die op goed geluk van huis gaan, en op goed geluk een instru ment ter hand nemen om er met de alleruiterste inspanning hunner lon gen een broodwinning uit te voor schijn te werken. Maar het gaat zoo niet langer. Men ontgint ons, men beschouwt onze ooren en hoofden eenvoudig als en te verdeelen buit, men vernielt ons; aan de eene zijde een troep in het grijs, aan de andere een in het lichtgroen, ongeacht nog de donkergroene en de échte Beijer- sche kapel daar opzij. Het verzoek van den heer Koolho ven in den raad van gisteren aan den burgemeester om met de vergun ningen voor het spelen niet te kwis tig te zijn, was ons uit het hart ge grepen. De burgemeester beloofde gemoede- lijk-ironisch ze alle op het „plein" voor het raadhuis proeven van be kwaamheid te zullen afnemen, maar daarmede is de zaak nog niet in het reine. Wat nog veel hinderlijker is dan de Duitsehe straatmuzikanten zijn de „stadsorgels". Deze jammeren de grootheden, waarvoor de vogels verschrikt terugwijken naar de bosch- jes in de duinen, ontnemen ons de laatste illusie van buiten te wonen. Hoezeer het waar is, dat er tegen woordig beschaafde orgels zijn, het herhaald hooren (niet-van piano-or gels, maar) van de meest in gebruik zijnde pijporgels op wielen, wordt voor het gehoor allengs een ziekma kend dreinen, bijna even afschuwe lijk als het spel van de harmondcaspe-1 Iers die geregeld met eenige treinen der H.IJ.S.M. reizen. Laat de gemeen te te Overveen en te Bloemendaal ge regeld twee malen per week eenvou dige, doch goede avond-muziekuitvoe- ringen doen geven, om, doortrekken de, beslist goede blaastroepjes zich gedurende een paar uren te doen hoo ren indien geen der bewoners in de buurt daartegen bezwaar maakt, maar laat het uit zijn, dat uit een muzikaal oogpunt niet te qualificee- ren Duitsehe troepjes zich hier vast- nestelen en dat Haarlemsche jammer orgels onze gemeente bij de hunne annexeer en; wat losloopende muzikan ten betreft niets is poëtischer dan een enkele goede dolende zanger en een zuiver spelend onder de hoornen, gezeten fluitspeler. Maar hoe zelden komen die voor. HOFBERICHTEN. H. M. de Koningin woonde Zon dagmorgen de godsdienstoefening bij in de Ned. Ilerv. Kerk te Apeldoorn, onder gehoor van ds. Knottnerus, emeritus predikant te Apeldoorn, die tot tekst gekozen had Colossensen 3 1—4. Gezongen werd Ps. 25 7, Gez. 142 5 en Gez. 27 la, 2b. De Koningin-Moeder heeft te Lei derdorp liet gesticht der Vereeniging van Kinderzorg, „Voordorp" ge naamd, bezocht. GOUVERNEUR FOCK. De „Staatscourant" van Zaterdag avond bracht een bericht, door zeer velen verwacht en door zeer velen gewenschthet bericht namelijk, dat mr. D. Fock, oud-minister van Ko loniën,, is benoemd tot gouverneur van Suriname, in plaats van den heer A. W. F. Idenburg, die, met in- gang van 20 Mei a.s., de portefeuille van Koloniën in het moederland aanvaardt. Wij zeggen, dat dit be richt door velen werd verwacht en gewenscht, omdat het bekend was, dat er tusschen gouverneur Idenburg en minister Fock volkomen overeen stemming bestaat omtrent het in Su riname te volgen beleid, omtrent de bestuursrichting, die daar moet worden gevolgd. Daarom ook zijn in den laatsten tijd uit de kolonie stem men gehoord, die er op aandrongen, dat de heer Fock den tot minister benoemden gouverneur zou opvol gen, omdat men dai\ zeker zou zijn, dat er in het bestuursbeleid geen principieele verandering zou worden gebracht. Het is toch zeer duidelijk, dat het voor den bloei en de ontwik keling van eene kolonie fnuikend is, indien iedere verwisseling van hoofd tevens een verwisseling van denk beelden zou meebrengen, vooral voor een kolonie als Suriname, waarin nog zoo machtig veel te arbeiden valt. Het is merkwaardig, hoe de heeren Idenburg en Fock steeds met elkan der in aanraking zijn gebleven en daardoor gelegenheid hebben gehad, elkanders denkbeelden te toetsen en volkomen te leeren kennen. Eerst waren beiden Kamerlid. Vervolgens werd kapitein Idenburg minister. Bij den val van het kabinet-Kuyper volg de de heer Fock hem op en werd de beer Idenburg, op minister Fock's voordracht, gouverneur van Surina me. En nu wordt de sympathieke oud-minister opnieuw tot den hoog- sten post geroepen en treedt de heer Fock in zijn voetstappen in West- Indlë. Men zou haast zeggen het is stuivertje-wisselen. Maar nog eens voor de kolonie zal het een voor recht zijn, omdat het bestuur van den heer Idenburg daar hoogelijk werd gewaardeerd en zijn opvolger zijn denkbeelden volkomen deelt. Gouverneur Fock. die op nog vrij jeugdigen leeftijd reeds zoovele eer volle betrekkingen heeft bekleed, is in het openbare leven het tegendeel van een „pechvogel" geweest. Men zou hem veilig een „gelukskind" kunnen noemen. Na in Batavia ja ren lang de advocatenpraktijk ie hebben uitgeoefend, vestigde hij zich te Rotterdam. Hij werd daar spoedig tot lid van de Provinciale Staten ge kozen, later tot lid der Tweede Ka nier en weer later tot gemeenteraads lid. In de Maasstad bekleedde hij nog een massa andere publieke func ties en z'n werkkracht is daar dan ook schier spreekwoordelijk gewor den. Toen rnr. Goekoop aftrad als Gedeputeerde van Zuid-Holland, ko zen de Staten hem tot diens opvol ger. Maar deze functie heeft hij slechts kort bekleed, omdat hij na den verrassenden stembus-uitslag van 1905 geroepen werd in het mi nisterie-De Meester als minister van Koloniën. Ook zijn vader heeft het minister-ambt bekleed, in het kabi net-Van Bosse-Fock. Hoewel hij in het begin eenige kleine échecs leed, werd minister Fock in het kabinet- De Meester spoedig een der werk zaamste leden. Zijn begrootingen werden zeer gunstig ontvangen en wat hij in den korten tijd van zijn bestuur voor de intellectueele ontwik keling van den inlander heeft, ge daan, speciaal op onderwijsgebied en door het openstellen van verschillen de ambten, die vroeger voor dien in lander gesloten waren, zal steeds voor hem Mij ven pleiten. En nu hij tot gouvexmeur van Suriname be noemd is, mogen en kunnen we nog veel van hem verwachten. De heer Fock is feruand met een reusachtige j werkkracht daarmee is niets te veel gezegd. Wie hem kennen, weten dat. Hij heeft daarbij een groot talent om I zich in de zaken in te werken en een uitgebreide juridische en economi sche kennis. Wat deze man aanvat,1 slaagt. De eervolle, hoogst gelukkige j loopbaan, die hij reeds heeft afge-1 legd, heeft hem juist door z'n noesten ijver enjveerkracht succès bezorgd. Een eigenaardig kenmerk van gou verneur Fock is nog z'n stalen ge heugen. Steeds improviseert bij, als hij spreekt. Zoo hoorden we vaak parlementaire voodrachten van hem. waarin hij alle jaartallen en citaten uit de „Handelingen" letterlijk uit het hoofd opzeide, tot in de kleinste bijzonderheden toe. Nu gaat hij naar Paramaribo. Een moeilijk werk wacht hem. Gouverneur Idenburg was daar een zéér populaire figuur. Hij won er, evenals hier, de harten door z'n kloeken, sympathieken arbeid. Dien man te vervangen is geen gemakke lijke taak. Maar als we zien hoe gou verneur Fock, in z'n snelle promo- tién, in al de hooge ambten, die hij heeft bekleed, zich steeds door z'n werkkracht en bekwaamheid naar boven heeft geworsteld, dan is er re den om ook hier vruchtbaren arbeid van hem Le verwachten. Dit in ieder geval gelooven wij te mogen zeggen: zijn benoeming zal allerwegen met instemming worden begroet. Er valt nog zooveel te arbeiden in de West gouverneur Fock sla er, evenals zijn voorgangers, Lely en Idenburg, de hand aan den ploeg. De nieuw benoemde gouverneur van Suriname, mr. Fock, zal tegen hc-t einde van Juli naar West-Indië gaan om zijn ambt te aanvaarden. BOEFJES. Te Baarn werden twee jongens uit Utrecht doo de politie aangehouden, de een in het bezit van een revolver, de ander voorzien van een dolkmes. Deze veelbelovende knapen hadden getracht op verschillende plaatsen in de gemeente winkelladen te lichten. IIET PANTSERSCHIP „VAN HEEMSKERCK". Het pantserschip „Van Heems- kerek" verlaat eerstdaags de rede van Amsterdam, om te Nieuwediep zich jereed te maken voor een oefenings- tocht in de Noorsche wateren. WELDADIGHEID. Met bedelaars doe ik zóó Dt vraag hun of zij een gouden tientje kunnen wisselen. Kunnen zij "t niet,- dan krijgen zij vanzelf niet9 en kun nen zij 't, dan krijgen zij natuurlijk" eerst recht niets. GEEN FAMILIE. Zij. -- Hebt ge arme bloedverwan ten Hij. Geene, die ik ken. Zij. Dan soms rijke Hij. Geene, die mij kennen. BELEEDIGDE EER. In de couloirs der Kamer van Af gevaardigden te Parijs gaat het soms nogal heftig toe zoo ontzag een der heeren zich niet een collega hoonend toe te voegen Ge zijt een volslagen idioot 2 Nu, dat kon wel wezen het komt meer voor. Doch de ander was ontslicht en voegde hem toe Zwijg je bent dronkenan ders zou je zoo iels niet zeggen. Wat ik zeg, houd ik vol. Dat ik' dronken ben, is best mogelijk, maar doet hier minder ter zake want morgenochtend ben ik weer nuchter en dan hen jij nog altijd een volsla gen idioot! IN EEN ROES. Gasi (die in zijn roes alles drie dubbel ziet, tot kellner). Hier een gulden.... onder elkander deelen. IN EEN VROUWENVERGADE RING. Voorzitster. Hé, hé, halt, ho Nu is het genoeg, zóó kunnen we niet voortgaan We kunnen niet allemaal te gelijk spreken. Minstens de helft moet den mond houden en toeluiste- 5e MIDDENSTANDSCONGRES. Vrijdagavond werd onder leiding van den heer H. J. Wichere, burge meester van Dordrecht en voorzitter van het eere-comité van het 5e Mid denstandscongres, te Dordrecht een' bijeenkomst gehouden van het Eere- Comité, met de hoofdcommissie en 't bestuur der Dordrechtsche Wïnke- liersvereeniging, ter bespreking van de feest-plannen. In zijn openingswoord sprak de burgemeester de hoop uit dat door ge meenschappelijke samenwerking Dord recht het Congres een ontvangst zou bereiden, die andere steden ten voor beeld zou kunnen zijn. Het bleek dat van het minimum bedrag van 1200 voor de feestelijkhe den noodig, nog slechts een kleine som ontvangen was. Men twijfelde er echter geen oogenblik aan of de ver- eischte gelden zouden gemakkelijk bijeenkomen, gezien het doel en de voordeelen voor Dordrecht. De plannen van de feest-commissie worden besproken. Besloten werd echter de definitieve regeling der feestelijkheden te laten wachten, tot dat men wist over welk bedrag men voor dit doel zou te beschikken heb ben. IN TWEE PARTIJEN VERDEELD De redenen, die tot schorsing van den predikant der Chr. Ger. Kerk, ds. J. van Drunen, te Sliedrecht, heb ben aanleiding gegeven, zijn naar de „Dord Crt." uit goede bron verneemt: 1. gemis aan alle verootmoediging; 2. misbruikmaken van ambts- machts 3. scheuringbewerking in de ge meente 4. in één woord werkzaamheid om alle schuld van zich af te schuiven. Punt 2 houdt verband met het slui ten van eene vergadering van kerke- raadsleden, op welke vergadering min parlementaire uitdrukkingen werden gebezigd. DOOR DEN SCHRIK! Zondagavond had op den Stations- weg te Sliedrecht een ongeval plaats. Een drietal meisjes, dat daar liep te wandelen, schrok voor een paar jon gens, die ter zijde van den weg in het gras lagen en stoven uiteen. De 15-jarige Cornelia van Wijngaarden bleef op eens staan, draaide zich om en viel. Een onmiddellijk ontbonden geneesheer kon slechts den dood con- stateeren. Uit het Engelsch. 41) Zal ik morgen terug komen vroeg hij. Zeker, riep zij uit, ik verheug mij daar al op, en alsof zij de warm te vaD haar toon weer wilde ver zwakken, liet zij er op volgen Ik bedoel natuurlijk, als u niets beters te doen heeft. Bij die woorden keek zij aandach tig naar een bloem en keek toen co quet over haar schouder naar hem, terwijl hij afscheid van haar nam. En weer was zij niet meer de Mi randa van het baïcón, en hij nam het gevoel mee, alsof hem dien dag een vreemde tegemoet gekomen was. Zijn eerste bereidwillige ijver ver anderde in een verlammend gevoel van verwarring. Hij begreep de ver andering niet, die er met haar had plaats gehad. En toen viel hem iets in, wat zijn gedachten levendig bezig hield. Waarom had zij buiten voor de ka merdeur zoo lang geaarzeld, voor zij daarop met gehuichelde verrassing zoo haastig was binnen gekomen Welke uitdrukking zou haar gelaat wel gehad hebben, toen zij zwijgend en onbeweeglijk daar buiten stond Deze vraag nam hem geheel in be slag, want hij meende, dat als hij eens achter die deur had kunnen kijken, het hem gemakkelijker zou vallen haar gedrag te begrijpen en te rechtvaardigen. Geheel vervuld van deze overwe gingen, zette hij zich in het hot^l aan tafel en at wat hem werd voor gezet, zonder eenige aandacht te schenken aan zijne omgeving. Toen hij later in de vestibule een sigaar opstak, was hij daarom niet weinig verbaasd, toen hem plotseling iemand vriendschappelijk op den schouder klopte en hem aansprak met de woorden Wel. amice Is je werk daar ginds in Algeciras al af Wat drijft u nu naar Ronda En wat u vroeg Charnock, ter wijl hij zich tot den niet te vermijden Wilbraham wendde. Ik ben van plan, een jaarlijksch inkomen van zeven Honderd pond te verhoogen tot een van duizend. U ziet wel, ik heb geen geheimen voor u. Maar vertrouwen eischt vertrou wen, nietwaar, amice En zijn oogen glinsterden sluw ach ter rijn brandende sigaar. Ik vrees, dat het een raadsel voor u zal blijven. - Raden is geen prettig gezel schapsspel. Misschien bevalt het mij juist daarom, antwoordde Charnock, en liep tusschen de steenen zuilen de breede trap op. Zonder een enkel teeken van zicli gekwetst te voelen, keek de majoor hem na. Afgepoeierd voor ditmaal, Am brose, mijn jongen zei hij tot zich zelf, terwijl hij vergenoegd het hotel uitslenterde. Vijf minuten later stak Charnock haastig het groote plein over. Wilbraham was juist bezig eene moeilijke plaats in Horatius in zijn gedachten te vertalen, maar zijn handelsgeest was sterker. Hij liet het versleten boekje snel in zijn zak glijden en maakte aanstalten Char nock op een grootën afstand te vol gen. Met een door oefening verwor ven behendigheid liep hij haastig voort, terwijl hij toch de houding aannam van iemand, die voor zijn genoegen wandelt. Ten tweeden male kon men hedenavond het schouwspel tusschen vervolger en vervolgde be spieden, maar ditmaal speelde het zich in Ronda, in plaats van in Tan- ger af en Charnock was niet in de gelegenheid haar met de vorige hem bekende te vergelijken, daar hij in dit geval zelf de vervolgde was. De twee mannen liepen den heu vel af naar de brug toe. Charnock bleef staan en keek over de leuning twee honderd voet diep naar bene den in het water, dat bij de inval lende duisternis den indruk maakte van een streep sneeuw op een zwar ten grond. Wilbraham bleef bij liet. begin van de brug staan. Blijkbaar was Char nock alleen van plan een wandeling te maken. Omdat Wilbraham op dit oogenblik niets belangrijkers te doen had, bleef hij kalm staan en mom pelde een couplet uit zijn vertaling op de maat van het ruischen van den stroom voor zich heen. Het beviel hem niet kwaad. Charnock ging verder over de brug, toen over het groote plein aan den anderen kant en een straat op, tot hij bij een oud Moorsch huis kwam, dat aan de straat zijn kale, gele muur toekeerde, waarin een zware met ko peren spijkertjes beslagen notenhou ten voordeur. Hier bleef hij weer staan en keek peinzend een lange poos naar het huis. Wilbraham begon binnens monds voor zich heen le fluiten. Charnock ging weer verder, bleef toen staan, keek weer naar het huis, alsof hij daar nog een lichtscheme ring zocht. Maar de kaie muur toon de niet de minste opening, niet de smalste reet. Somber, ongastvrij en weinig uilnoodigend zag het front van dat huis er uit. Charnock keerde plotseling terug on Wilbraham had nog juist den tijd de stoep van een huis op te snellen, alsof hij van pian was .daar aan te kloppen, toen Charnock hem al voor bij kwam. Hij zag intusschen den majoor heelemaal niet, en Wilbra ham liep de stoep weer af, om Char nock op zijn terugweg te volgen. Charnock zocht naar de straat, die hij dien middag van den tuin van Miranda uit had opgemerkt, een straat, die zigzagsgewijze van den heuvel af naar beneden liep. Deze straat kwam uit op het marktplein, zooals "Charnock nu ontdekte, hij liep haar af, op korten afstand door Wilbraham gevolgd. De avond viel in, ongewoon donker, maar het was zóó stil, dat Wilbraham zich gedwon gen zag, telkens verder en verder achter te blijven, als het geluid van zijn voetstappen op den vasten, har den bodem hem niet verraden zou. Eindelijk bleef hij zoo ver achter, dat de voetstappen van Charnock heelemaal niet meer te hooren wa ren. Nu liep hij vlugger door, ten slotte draafde hij en toen hij nu een hoek om kwam, zei een man, die daar tegen een helling zat Goedenavond. Die man was Charnock. Wilbraham bezat tegenwoordigheid van geest genoeg, niet te blijven stil staan. Goedennacht, antwoordde hij barsch onder het doorloopen. Hij liep door tot een andere bocht in de straat hem verborg. Toen be klom hij den tamelijk hoogen heu vel, en sloop zoo zachtjes langs de helling terug, tot hij vlak boven' Charnock was. Charnock keek vol aandacht naar de hoogte, en Wilbraham zag, toen hij zijn voorbeeld volgde, vlak voor zich aan den rand van den afgrond een helder verlicht venster, welks geel licht de duisternis er om heen' des te scherper deed uitkomen. Men kon het plafond van de kamer zien en vlak daaronder een scheme ring van licht geschilderde paneelen. Van hier. beneden af gezien leek het venster heel klein. De beide manneö keken naar boven als op een mario nettentheater, als verwachtten zij straks een of andere miniatuur voor stelling. Wat zij zagen, was echter niets anders clan een pantomime van scha duwen, die zich op het plafond af- teekende zonder dat zij er veel uit: konden opmaken zij zagen de scha duw" van een vrouwenhoofd, dat ^rooter en kleiner werd, naarmate» "3e onzichtbare vrouw dichter bij bet licht kwam of er verder af ging. Eeö tweede schaduw, blijkbaar die van een ander vrouwelijk wezen, kwam or bij. Maar geen der beide vrouwen vertoonde zich vóór het venster, en Charnock, die het spel moe was, ging naar zijn hotel terug. (Wordt vervolgd).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1908 | | pagina 5