RUBRIEK VOOR ONZE JEUGD .'.V. :-"T H V a mjPa M wfm Raadsels Raffia-werk en Riet- vlechten. Mnizsnpret ges to 3rd. Brievesbus Robert's liefde. DAMRUBRIEK. nit (Deze raadsels behooren niet Lot den wedstrijd, maar zijn alle ingezonden door jongens en meisjes, die „Voor Onze Jeugd" lezen. De namen der kinderen, die mij vóór Donderdag morgen oplossingen zendien, worden in hel volgend nummer bekend ge maakt.) 1. (Ingezonden door Dirk Boeré). Mijn eerste is een windstreek. Mijn tweede is nat. Wat is mijn geheel 2. (Ingezonden door Harri Rienstra.) Zeg, lezer, mij eens vliegensgauw Wie is 't, die zonder wraakge- dachten En zonder smart of rouw, Zijn eigen vader kan zien slachten? 3. (Ingezonden door Nanne Nauta.) De barbier schoor laatst den ko ning. Zoek uit bovenstaanden zin een be graven plaats. 4 (Ingezonden door A. Koomen.) Het geheel bestaat uit 15 letters en is een bergketen in Zwitserland. 5 6 15 8 9 2 is een stuk land.c 1 10 11 3 7 groeit op den akker. Met een 13 14 15 schrijft men. 1 14 4 12 is een rivier in Limburg. 5. (Ingezonden door Adriaan Boiler man.) Nu met. honig, dan met gif/ Ben ik gevuld, naar dat ge wilt. Zonder wapens wordt door mij Menig zware strijd gestild. Niemand heeft mij ooit gezien, Toch maak ik kenbaar de gedach ten :fe Ben <nü ruw, dèn zacht, dêm schoon, Toch zal mij niemand ooit ver achten. 6. (Ingezonden door Johanna Reyer.) Een stad in China ben ik; Maar neemt men mijn hooofd weg. Dan verschijn ik als, een jongens naam. Geloof maar, wat ik zeg. 7. (Ingezonden door Sieger Ronke.) Zet onder elkaar Een stad in Nederland. Een stad in Gelderland. Een stad in Spanje. Een gebouw in Haarlem. Een eiland in de Zuiderzee. Een stad m Rusland. Een land in Amerika. De voorste letters vormen een plaats in Duitschland. 8. (Ingezonden door Johan Wammis.) Een kalf en anderhalf kalf half, dit door drie gedeeldwat is het 3de deel. 9. (Ingezonden door Jo van Egmond.) Wie jokt als hij stilstaat? 10. (Ingezonden door Cornelia Rond.) Hoe kan men schapenvleesch het langst bewaren? Goede oplossingen ontving ik deze week van Hendricus Netz 6. Grietje Kwantes 9. Piet en Frans Bolle 7. Nico Twister ling 3. Anton en Grada van de Bogaardt, 7 Lena Heintzberger 6. Frits en Constant Poppe 9 (van de vorige week). Catharina Kwak 8. Wilhelmina Itjeshorst 4. Zus Duursma 10. Henri Ackermann 6. Frits Poppe 7. Nanne Nauta 10. Beppie Meyer 6. Marie en Annie van Zutphen 8. Betsie Kruiver 7. Dirkje Mollema 8. Marie Kolk 6. Mina van Wijngaarden 7. Sieger en Tinus Bonke 9. De oplossingen der raadsels dar vo rige week zijn 1. Waalwijk. 2. Het bed. 3. wolf. olie. lier. ferm. 4. Vaasen. 5. Rubriek voor onze Jeugd. 6. Een trommel, want men moeter op slaan, wil zij antwoorden. 7. Een pijp. 8. Ka-na-rie. 9. De mottenzij vreten gaten. 10. De twee zoons gingen eerst over. Aan den anderen kant gekomen stapte de eene uit. De andere voer toen terug en liet zijn vader over gaan. Deze aan den anderen kant ge komen, stapte uit. Nu ging de zoon1, die al over was, met liet bootje terug om den andere te halen' en zoo kwamen zij zonder ongelukken alle drie over. UITGELEENDE BOEKEN. De boeken, die ik bij mijn verzame ling nog mis, zijn Een lief gezin. Albertine. Nanny Klimop. Onder zeeroovers. Zouden de jongens en meisjes, die ze geleend hebben, ze eens terug wil len brengen? Eenvoudige geïllustreerde handlei ding ten dienste van fröbel-on- derwijs en huisvlijt, vrij naar het Engelsch be werkt door Gerar- da Lely. Uitgave van P. Noordboff, te Gro ningen. Een tak van huisvlijt, die tot nu toe in Holland nog weinig beoefend werd, is het raffia-werk en het riet- vlechten. Het boekje, waarvan ik hierboven den naam heb overgeschre ven, konit dezen nieuwen tak van huisvlijt bekend maken. De vele plaatjes in het boekje laten ons zien, welke alleraardigste voor werpen van raffia en riet te vervaar digen zijn. Met weinig moeite en oefening kan een bloemenhangertje of een tafelmatje gemaakt worden, en het plaatje van het keurige pan toffeltje van raffia wekt dadelijk den lust bij je op, je heele familie van dergelijk schoeisel te voorzien. Dit wat het raffia betreft. Het grootste gedeelte van het boek je is echter aan het rietvlechten ge wijd. Hoeveel verschillende aardige voorwerpen van dit riet wel te ma ken zijn, is niet met een paar woor den te zeggen. Tafelmatjes en waaiers, tafels en stoelen voor de poppenkamer, "alle mogelijke soorten kleine en groote mandjes, matten kloppers, rammelaars, prullenman den, poppenwiegjes, dit alles kan van riet vervaardigd worden, en voor iemand die een klein beetje fantasie heeft, zijn deze voorbeelden gemak kelijk met nog een groot aantal te vermeerderen. 't Is werkelijk wel de moeite waard, met dit handige boekje ken nis te maken de prijs is f 1.50, of in linnen gebonden f 1.90. Met behulp van deze handleiding kan men zich de kunst van het raffia en. rietvlechten met weinig moeite eigen maken ook vernemen wij, dat de schrijfster, mejuffrouw Lely, gaarne bereid is in Haarlem te ko men les geven in raffia- en rietvlech ten. Nadere inlichtingen kunnen ver strekt worden door mej. M. C. van Doorn, Wagenweg 88. Men heeft dan meteen de zeker heid, dat voor de eerstvolgende jaren een bijna onuitputtelijk aantal ca deautjes vervaardigd kan worden. Voor kinderen boven de zes jaar, zoowel meisjes als jongens, kan deze nieuwe soort van Handenarbeid uit stekend geschikt genoemd worden. Animeerend is dit handwerk lo. omdat de voorwerpen degelijk en bruikbaar zijn en handelswaarde bezitten 2o. omdat het aantal der vlechtpro- ducten talloos is en het werk dus altijd nieuw blijft 3o. omdat men slechts weinig oefe ning behoeft om reeds aardige, een voudige dingen te produceeren. Bovendien is de grondstof goed koop. Wie niet weet wat hij voor zijn ver jaardag moet vragen, zet nu maar dit boekje over raffia-werk en riet vlechten op zijn verlanglijstje. Wan neer de goede gever er dan nog een bos riet of raffia bijdoct, kun je on middellijk aan het werk gaan Vier muisjes op een rijtje, Die gaven een partijtje Ze droegen hooge boordjes, Tot aan hun spitse oortjes, En grijze jasjes, net en fijn, Daaronder vestjes van satijp. Ze huurden eerst een zaaltje, En hielden toen een maaltje Van kaas en bötramkorstjes, Ook kleine, vette worstjes, En tot dessert een vleeschpastei Dat was dus wel een smulpartij Toen deden zij een dansje, En één, een vroolijk Fransje, Floot lustig op een strootje, En nam zijn maats in 't ootje De muizen hadden groote pret En wilden lang nog niet naar bed Daar -plots'ling door een kiertje, Zag^ Poes naar het pleziertje Wat schrikten toen de muisjes Ze holden naar hun huisjes, En lieten alles in den steek, Alleen, omdat Poes naar hen keek HERlVIANNA. (Brieven, bestemd voor de Redactie der Kinder- af de el in g, moeten gezon den worden aan Mej. M. C. van Doorn, Wagenweg 88, Haarlem.) NANNE N. Ja, 't is heel goed, dat je het boek de volgende week komt ruilen, hoor NanneZus D. raadt nu, dat Nanne zeker een Friesche naam isdat kon ze wel eens niet mis hebben, hè? Leuk, dat je ook aan den opstellenwedstrijd meedoet. Heb je al een onderwerp uitgekozen? De grbëten voor Cor en voor jezelf. BEPPIE M. Word je al ongedul dig? Ik zal heusch je raadsels plaat sen zoodra ik er ruimte voor heb Prettig, dat het spel goed ging en dat de boeken mooi waren HENRI A. Je mag het opstel over Michiel de Ruyter net maken zooals je zelf graag wilt. Weet je van dien bepaalden tocht zooveel te vertellen Doe 't maar, hoor, dat mag best. LOUISE D. Ja, ik vind het natuur lijk uitstekend, dat je ook aan den wedstrijd meedoet. Ik hoop, dat je er wat moois van zult kunnen maken - Het opstel mag net zooveel bladzij den lang worden als je zelf wilt, de bedoeling is alleen, dat je het papier maar aan één kant mag beschrijven; had je dat niet goed begrepen Je hebt mooie plannen voor fietstochtenl Maak nu maar dat je het gauw leert JOHAN E. 't Is jammer, dat je geen tijd meer hebt om geregeld de raad sels op te lossen, maar daar is niet veel aan te doen, hè - Misschien gaat het latei- wel weer beter ZUS D. Of ik ook dikwijls naar het Kopje gewandeld ben? Ja zeker, maar jij bent er wel een heeleboel dichter bij dan ik't is voor mij een heele wandeling, dat begrijp je wel Leuk, dat het portret mooi gewórden is. Je hebt er nu zeker al wel een netjes opgeplakten afdruk van gekre gen, is 't. niet HUBERTUS B. Ik had al in de courant gelezen, dat het kleine hond je prijzen verdiend had op de ten toonstelling. Wat aardig, hè Was je er niet erg blij om Wat zul je in de groote vacantie genieten in Zand- voortMisschien kom ik er wel eens, en dan zal ik naar je uitkijken, lioor, dat beloof ik jeWie of er gauw jarig is, vraag je? Ja, dat weet ik ook nietdat moet je me maar eens vertellen, hoor, want ik kan 't niet raden Wist je niet. dat ik zoo erg dom in "l raden ben Ik denk ook wel, dat bet in de bergen heel mooi zal zijnik verlang er al naar om er wat van te hoorenPrettig dat je gauw weer eens bij me komttot de volgende week dus, hè? Dag Huber- tus WILHELMINA I. Wel, hebben jul lie op Vaders verjaardag veel ple zier gehad Dat was me een feest dag, hè? Denk jij er maar eens goed over welk onderwerp je voor je op stel zult uitkiezen, hoor; je hoeft je er heelemaal niet mee te haasten. NICO T. De eerste brief met inkt ge schreven, zag er keurig uit, Nico Flink zoo Ja, ik vond het ook jam mer, dat je geen prijs verdiend hadt maar misschien lukt het dezen keer wel beter, hè Heb je al eens over het opstel gedacht? LENA H. Dat zijn twee verjaarda gen vlak na elkaar, hè Is je broer tje jonger dan jij Ik ben nooit boos als je mij een kort briefje schrijft, hoor; je brief aan mij mag altijd net zoo lang of kort zijn als je zelf wilt. 'En als 't voor je verdriet was, hoefde je mij ook heelemaal geen brieven te schrijven, begrijp je wel? ANTON en GRADA v. d. B. Heer lijk dat jullie allebei verhoogd zijn. Nu maar weer met frisschen moed in de nieuwe klas begonnen, bè Moet ik nu voortaan maar geregeld op jullie brief rekenen? Ik vind het best, hoor MINA VAN W. Ik wil je heel graag weer een boek leonen kom Woens dag maar weer, tusschen 1 en 2 uur, en op dat uur mag je 't altijd komen ruilen ook SIEGER en TINUS B. Neen, als je naar den dokter moest, kon je moei lijk de boeken komen ruilen. Twee dingen tegelijk doen, gaat nu een maal niet, hè Leuk, dat jullie al leen 's Zondags, in 't nieuwe boek leest. Die theepot tot besluit was prachtig, hoorJe dacht zeker aan dien olifant met een lange snuit, die 't verhaaltje uitblies Maar in- plaats van een snuit was 't nu een tuit! Van zoo'n rijmelarij zou je haast draaierig worden BETSY k. Met je raadsels ben je niet heel gelukkig geweesthet eer- ste heeft al eens in de courant ge staan en het tweede vind ik niet heel geschikteen volgenden keer beter, hè? FRITS P- Daar vond ik je briefje verleden week te laat om nog te be antwoorden Dat was jammer, hè Wat dacht je wel, toen je daar heele maal geen antwoord in de courant vondt Dacht je, dat ik je vergeten had En 't was nogwel zoo'n lange brief, dien je me geschreven hadtIk ben erg blij, dat je oog weer zoo flink beter begint te worden. Het boek dat je met je verjaardag gekregen hebt, ken ik ookik vond het altijd erg mooiWat zal dat heerlijk zijen, als kleine broer over zes weken weer met jullie kan loopen Dat zal een feest zijn, hoor! Wil je Moeder wel bedan ken voor haar briefje? Het raadsel achtige verdwijnen van den 'brief is nu opgelost, hè Heb ik het nu met dezen langen brief weer goedge maakt? MARIE en ANNIE VAN Z. Het was een heele bibliotheek, die jullie daar opnoemden Ja, ik ken er ver schillende boeken van, en ik weet ook wel, dat er mooie bij zijn, die je ze ker graag eens een paar maal over wilt lezenZullen jullie mooie op stellen maken voor den wedstrijd catharina k. Zoo, word je Woensdag 13 jaar? Dan mag ik wel beginnen met je eens hartelijk te feliciteeren, al is het nog een beetje vroeg. De volgende week is het te laat, dus dan is nu maar beter. Ik hoop, dat je een erg prettigen dag zult hebben Verlang je er niet ver schrikkelijk naar? MARIE k. Natuurlijk vind ik bet goed, dat je het boek nog maar een week gehouden hebtIs het mooi Speel rnaar prettig met het spel. en tot slot veel groeten. M. C. VAN DOORN vier-en-dertig-duizend francs terug konden brengen, als het verlorene voor het eind van Februari gevon den werd. Loisel bezat achttienduizend fres., welke zijn vader hem had nagelaten. Het overige moest hij leenen. Hij vroeg den eerste om duizend francs, den volgenden om vijfhon derd hier een om vijf louis d'or, ginds iemand om drie. Hij onder- teekende wissels, nam geld op van allerlei woekeraars, deed zaken met allerlei geldschieters. Hij zette zijn gansche toekomst op het spel en plaatste zijn handteekening zonder te weten, of hij het geld ooit zou kun nen betalen. En. ontzet voor de drei gende spoken der toekomst, voor de sombere ellende, welke hem nu wachtte, voor de lichamelijke ontbe ringen en zielek walen, ging hij het nieuwe sieraad halen en legde zeven en-dertig duizend francs op de toon bank. Toen madame Loisel haar vriendin het kostbare, kleinood terugbracht, zei deze eenigszins boos Je hadt het mij eerder terug moeten brengenhet had immers kunnen zijn, dat ik het had moeten gebruiken. Ze opende het kistje niet, zooals haar vriendin gevreesd had. Als ze de verwisseling bemerkt, wat zou ze dan wel gedacht hebben Wat zou ze gezegd hebben Zou ze haar niet voor een dievegge hebben gehouden Madame Loisel leerde het vreese- lijk leven der armen kennen. Ze droeg trouwens haar lot van het eer ste oogenblik af met heldenmoed. Deze vreeselijke schulden moesten betaald worden. Men schafte het dienstmeisje af, men ging verhuizen naar een dakkamertje. Ze deed zelf het ruwe huiswerk, het onaangename werk in de keuken. Ze haalde zelf als een vrouw uit de volksklasse haar vleesch en groenten en koloniale waren en verdedigde haar geld tot op den laatsten 'cent. Haar man hield 's avonds de boe ken van een koopman bij en copiëer- de dikwijls des nachts voor vijf sous de bladzijde. Dit leven duurde tien jaar. Toen was alles afbetaald, zelfs de woekerrente en de intex'est van den interest. Madame Loisel was verouderd. Het haar was slecht gekamd, haar klee- ren zaten haar slordig om 't lichaam, haar stem was luide en ruw. Maar soms, als haar man naar het bureau was, ging ze voor het venster zitten en dacht aan den avond van het feest waarop ze zoo schoon was geweest en zoo bewonTlerd werd. Wat zou er ge beurd zijn, als zij het kleinood niet verloren had Wie weet Het leven is zoo vreemd en wisselvallig. Hoe weinig is er noodig om iemand te gronde te richten of te" redden Op een Zondagmiddag, toen ze in de Champs Elysée ging wandelen, om zich te ontspannen van het dage- lijksche werk, zag ze plotseling een dame, die met haar kind wandelde. Het was madame Forestier, altijd nog jong, schoon en aantrekkelijk. Madame Loisel was ontroerd. Zou ze haar aanspreken Ja, zeker. En thans, nu alles betaald was, wilde ze het haar zeggen. Waarom niet? Ze ging naar haar toe. Goeden dag, Jeanne De andere herkende haar niet en verwonderde zich, dat een klein burgerlijke vrouw zoo vertrouwelijk tot haar sprak. Maar.... madame Ik weet niet ge moet u vergissen. Neen. Ik ben Mathilde Loisel. De andere slaakte een kreet van verbazing. O.... mijn arme Mathilde, hoe ben je veranderd Ja, ik had moeilijke dagen, se dert ik je niet meer gezien heb, en veel verdriet, en dat alles om jou Om mij.... Hoe dat Je herinnert je nog. het diaman ten collier, dat je mij geleend hebt, om op het feest bij den minister te kunnen gaan Ja. En wat verder Welnu, ik had het verloren. Verloren Je hebt het mij im mers teruggebracht. Ik heb je een ander gebracht, dat er precies zoo uitzag. En sedert tien jaar betalen wij het af. Je be grijpt, dat was niet gemakkelijk voor ons, die niets hadden. Nu, thans is er een eind aan gekomen en ik ben zeer, zeer tevreden. Madame Forestier was blijven staan. Je zegt, dat je een diamanten halssnoer hebt gekocht als vergoe ding voor het mijne Zeker. Nu Je hebt het in 't ge heel niet gemerkt. Zoo precies leken de steenen op de andere. En ze glimlachte met naïeve en trotsche vreugde. Madame Forestier vatte ontroerd haar beide handen. O, mijn arme Mathilde Mijn halssnoer was immers niet echtHet was nauwelijks vijf honderd francs waard (,,N. v. h. N.") Juffrouw Louise Gootens heeft al les, wat haar hart begeert. Zij is twintig jaar oud, een lieve verschij ning en de eenige dochter van haar ouders, die haar bij haar huwelijk nog een net sommetje zullen meege ven. Papa Gootens is gepensioneerd ambtenaar en bovendien niet onbe middeld. Hij woont op een kleine villa even buiten Leiden en zijn tuin is zijn lust en zijn loven. De bloem perken staan prachtig, dank zij de goede zorgen van den gepensioneer de zelf, die het grootste deel van den dag met tuinieren doorbrengt. Het geluk van Louise is ten top punt gestegen, toen zij ten huwelijk werd gevraagd door Robert Ver- schooren, een knap jongmensch, wien zij blozend en schuchter haar jawoord heeft gegeven. Robert is klerk aan een der minis teries in Antwerpen, een schoone positie met goede vooruitzichten. Wel is waar is hij onbemiddeld, maar dat doet er niet toe, I.ouise heeft toch haar bruidschat. Sedert een paar dagen staan de rozen in den tuin te verdorren onder de verzengende stralen der zon, maar toch blijft de gieter van papa Gootens onaangeroerd liggen in de schuur, terwijl de anders zoo trouwe verzorger van den tuin nu woedend in zijn kamer heen en weer loopt. Een groote ramp heeft hem getrof fen. Tot hiertoe had hij zijn vermogen in solide papieren belegd, die een matige doch willige rente afwierpen; maar het ongeluk heeft gewild, dat hij in aanraking kwam met een beursman met gladde tong en Goo tens heeft gespeculeerd. O eerst maar een bagatel, een duizend gul den, voor de aardigheid zijn midde len veroorloofden hem wel die te wa gen. Won hij, dan was het meegeno men, verloor hij, dan zou hij er nog niet aan dood gaan. En hij won. Hij speculeerde weer, won nog maals en dit herhaalde zich eenige malen, altijd slechts met geringe be dragen, totdat zijn makelaar bij hem kwam met een schitterende zaak Amerikaan sehe Sporen, die een winst van millioenen beloofden. Gootens liet zich overhalen, hij verkocht zijn solide papieren en kocht daarvoor een bundel Amerikaansche Spoorwegaandeelen, maar sinds een week loopen zij terug en de koers is zóó laag, dat nu zelfs aan geen ver- koopen meer te denken valt. Zoo goed als al zijn geld is naai de maan en toen hij zijn makelaar wilde opzoeken, was deze verdwenen, naar het buitenland gevlucht. Louise heeft veel geweend. Ook haar bruidschat is verzwolgen en zij vreest, dat er van haar huwe lijk niets zal komen. Tevergeefs tracht mevrouw Gootens haar te troosten Robert heeft haar toch lief, hij zal toch wel met haar trou wen, al brengt zij niets meer mee maar het leven is in de residentie duur, wanneer men een stand moet ophouden, en.... Louise wanhoopt aan de totstandkoming van haar hu welijk. Papa Gootens is naar den ouden heer Verschooren geweest en heeft hem alles eerlijk verteld. Robert was voor een paar dagen de stad uit, hij moest zelf beslissen, zijn vader wilde daarop geen invloed uitoefenen. Als hij weer in de stad kwam, zou de familie Gootens zijn besluit ver nemen. Hij komt niet terug, jammerde Louise. Maar Robert kwam wel terug. Na zijn thuiskomst was zijn eer ste tocht naar zijn verloofde alles bleef bij het oude. Hij had Louise lief om haar zelf. Het ongeluk, dat haar vader had getroffen bracht daar niet de minste wijziging in. O, wat was Louise gelukkig en trotsch, toen haar aanstaande zoo sprak. Hoe dankbaar was zij hem. Zij zou bijna geneigd zijn het verlies van haar bruidschat als een geluk te beschouwen, want nu wist zij zeker, dat zij bemind werd, oprecht be mind. En het geluk kwam niet alleen. Den volgenden dag ontving papa Gootens een brief van eeü notaris te Kamerik, die hem meldde, dat daar een verre neef van zijn vrouw gestor ven was. De overledene was vrijgezel, en had zijn geheele vermogen, ongeveer 50.000 gulden, nagelaten aan 'zijn nichtje Louise. Met van vreugde stralend gezicht deelde Gootens dat aan de jongelie den mede, en, terwijl hij zijn aan staanden schoonzoon op den schou der klopte, zeide hij Zoo ziet ge, mijn jongen, dat uwe onbaatzuchtigheid toch nog be loond is. Ik verheug mij er alleen in, pa pa, antwoordde de jonge man, om dat ik nu spoedig met Louise zal kunnen trouwen, want zonder dit fortuintje had ons huwelijk nog een paar jaar uitgesteld moeten worden. En in de volgende maand trouw den zij. Na een heerlijk huwelijksreisje langs den Rijn had het jonge paar eene keurige woning in Antwerpen betrokken, niet ver van bet ministe rie, waar Robert werkte. Robert is naar zijn bureau en Louise is voor het eerst alleen in het huis, waar zij nu meesteres is. Zij heeft een dienstbode, maar de kamer van haai' man wil zij zelf schoon houden, daar mag niemand aankomen en zij is dan ook met plu- meau en stofdoek druk in de weer geweest. Daarna opende zij de kleerkast om te zien, of er niets aan zijn kleeding ontbrak, of misschien ook ergens een knoop af of een naadje los was. Eensklaps ziet zij uit den binnen zak van een overjas een brief ste ken. Nieuwsgierig neemt zij den brief er uit en leest het gedrukte hoofd „M., notaris te Kamerik." De notaris van neef. Wat kon die notaris aan haar man te schrijven gehad hebben Deze brief maakte de belangstel ling der jonge vrouw gaande en ver ontrustte haar tevens. Zou zij hem lezen Haar hart klopte snel en het pa pier beeft haar in de hand. Maar de verzoeking is haar te sterk. Het is slecht, wat zij doet, dat voelt zij wel, maar zij kan aan haar zucht om te weten, niet langer weerstand bieden. Een zin uit dezen brief brandt haar in de oogen en treft haar in het hart „Uw inlichtingen zijn juist „wijlen de heer Leeman heeft iri- derdaad zijn geheele vermogen, ..dat na aftrek van alle kosten „ruim 50.000 gulden zal bedra- „gen, vermaakt aan Mej. Louise „Gootens." Dus, Robert is pas teruggekomen, toen hij wist, dat zij toch nog een bruidschat kreeg. Deze ontgoocheling deed tranen op wellen in de oogen van mej. Louise. Haar verdriet week echter spoedig. Zij schikte zich in het onvermijde lijke. Op het schrijfbureau van haar man stond een doosje lucifers, zij streek er een aan en weldra bleef er van den ongeluksbrief niets over dan een hoopje asch, dat ze opveegde en uit het venster wierp. Toen glimlachte zij weer en voelde zich getroost. Haar echtgenoot was allerliefst, vol voorkomendheid tegenover haar. Zich met moedwil ongelukkig te maken zou niet verstandig zijn.... en mej. Louise is verstandig. Zij weet, dat men in het leven niet veeleischend mag zijn, dat men het geluk moet nemen zooals het is, en neemt zich vast voor, nimmer weer hieven van haar man te lezen. Verantwoordelijke x-edacteuren: H. E. Lantinga, C. E. Visse, C. H. B. Tollenaar. Oplossingen in te zenden aan den heer H. E. Lantinga, Barendsestr. 41. Damclub „Haarlem". Fantasieprobleem no. 51, ingezonden door H. L. Jr., D. Ruhroi't. Zwart 46 47 48 49 50 WIT: 14 19 33 35 36 41 46 48 en dam op 24. ZWART: 11 21 26 32 34 37 en dam op 1. Oplossing Probleem no. 48. Inz. A. T. is: 10 - 14, 14 3, 3 20, 42 - 37, 5 46. Goed opgelost door de Heeren: J. N. Arendsen, G. P. Heck, C. Serodi- ni; J. M. v. d. Werf, en P. M. v. d. Sluijs, allen te Haarlem. J. L. Velde, te Overveen. P. J. Oostwouder, Vijfhuizen, Haar lemmermeer. W. H. de Klerk, Bloemendaal. W. A. Z. en H. L. Jr., D. Ruhrort. W. C. Faas, Overveen. Probleem No. 46 goed opgelost door den heer J. L. Velde, te Overveen. EEN NIEUWE UITVINDING. De bekende Deensche uitvinder llans Knudsen heeft, volgens den Londenschen coi'respondent van Poli- tiken, een nieuwe uitvinding ge daan en met den besten uitslag te Londen voor een gezelschap geleei-- den, technici en financiers vertoond. Door middel van draadloozc- telegra fie laat hij nl. een gewone zetma chine werken. De verslaggever schrijft bv. zijn bericht op een schrijfmachi ne, waarvan de toetsen overeenko men met en draadloos telegrafisch zijn gestemd op die van de zetma chine. 't Gaat haast even snel als dat zij op de gewone wijze wordt be diend. De proef gelukte met verras sende nauwkeurigheid. Zij werd ge nomen met de twee toestellen binnen één' lokaal, maar over drie weken zou Knudsen zijn uitvinding in Londen toepassen op een afstand van ten minste 10 K.M. van het Hotel Cecil, dat zijn eigen draadloos-telegraafsta tion heeft, naar een ander hotel aan den buitenkant van de stad. Volgens Politiken is er al een Engelsch-Ame- rikaansch syndicaat gevormd om de uitvinding in gebruik ie brengen. Men denkt, dat een schrijfmachine f 1200 zal kosten. EEN RUSSISCHE FIRMA IN MOEILIJKHEDEN. Betreffende de betalingsmoeilijkhe den, waarin sedert kort de firma G. C>. Charchonienko Sohn te Kiew verkeert, meldt men nog het vol gende De firma gold tot dusver als buiten gewoon rijk in het Dnjepper-gebied bezat zij 84.000 dessjatinen land en elf suikerfabrieken. Bovendien be stoud nog een aantal andere suiker fabrieken, slechts dank zij de voor schotten van genoemde firma. De ban ken willen een algeheele „krach" der firma voorkomen en hebben derhalve besloten, de wissels te proIongeerenN Het grootste crediet was der firma verleend door de Russische Staats bank, met 5.000.000 Roebel, dan vol gen de Russische Bank für auswarti- gen Handel, met circa 4.000.000 R. en de Petersburger Internationale Han delsbank, met ongeveer 2.000.000 R. De banken hopen zonder verlies er uit te komen, daar het vermogen der firma, volgens de laatste balans, op 25.000.000 R. werd berekend. EEN OUDE BRIEFKAART. Op 4 September 1884 heeft eene firma te Groningen per briefkaart eene bestelling gedaan aan een fa brikant te Rotterdam. De briefkaart is dienzelfden dag tusschen 10 en 12 uur namiddag aan het postkantoor te Rotterdam ontvangen. Zondag nu, den lOden Mei 1908, dus ongeveer 24 jaar later, heeft de bovenbedoelde Groningsche firma haar op 4 Sep tember 1884 verzonden briefkaart uit Rotterdam terug ontvangen, met de mededeeling, dat de geadresseerde fabrikant niet meer bestaat en naar Amerika is vertrokken. Bijna een kwart eeuw heeft de posterij te Rot terdam dus de briefkaart bewaard.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1908 | | pagina 15