RUBRIEK VOOR ONZE JEUGD
.'.V.
:-"T
H
V
a mjPa
M
wfm
Raadsels
Raffia-werk en Riet-
vlechten.
Mnizsnpret ges to 3rd.
Brievesbus
Robert's liefde.
DAMRUBRIEK.
nit
(Deze raadsels behooren niet Lot den
wedstrijd, maar zijn alle ingezonden
door jongens en meisjes, die „Voor
Onze Jeugd" lezen. De namen der
kinderen, die mij vóór Donderdag
morgen oplossingen zendien, worden
in hel volgend nummer bekend ge
maakt.)
1. (Ingezonden door Dirk Boeré).
Mijn eerste is een windstreek.
Mijn tweede is nat.
Wat is mijn geheel
2. (Ingezonden door Harri Rienstra.)
Zeg, lezer, mij eens vliegensgauw
Wie is 't, die zonder wraakge-
dachten
En zonder smart of rouw,
Zijn eigen vader kan zien slachten?
3. (Ingezonden door Nanne Nauta.)
De barbier schoor laatst den ko
ning.
Zoek uit bovenstaanden zin een be
graven plaats.
4 (Ingezonden door A. Koomen.)
Het geheel bestaat uit 15 letters en
is een bergketen in Zwitserland.
5 6 15 8 9 2 is een stuk land.c
1 10 11 3 7 groeit op den akker.
Met een 13 14 15 schrijft men.
1 14 4 12 is een rivier in Limburg.
5. (Ingezonden door Adriaan Boiler
man.)
Nu met. honig, dan met gif/
Ben ik gevuld, naar dat ge wilt.
Zonder wapens wordt door mij
Menig zware strijd gestild.
Niemand heeft mij ooit gezien,
Toch maak ik kenbaar de gedach
ten
:fe Ben <nü ruw, dèn zacht, dêm
schoon,
Toch zal mij niemand ooit ver
achten.
6. (Ingezonden door Johanna Reyer.)
Een stad in China ben ik;
Maar neemt men mijn hooofd weg.
Dan verschijn ik als, een jongens
naam.
Geloof maar, wat ik zeg.
7. (Ingezonden door Sieger Ronke.)
Zet onder elkaar
Een stad in Nederland.
Een stad in Gelderland.
Een stad in Spanje.
Een gebouw in Haarlem.
Een eiland in de Zuiderzee.
Een stad m Rusland.
Een land in Amerika.
De voorste letters vormen een
plaats in Duitschland.
8. (Ingezonden door Johan Wammis.)
Een kalf en anderhalf kalf half, dit
door drie gedeeldwat is het 3de
deel.
9. (Ingezonden door Jo van Egmond.)
Wie jokt als hij stilstaat?
10. (Ingezonden door Cornelia Rond.)
Hoe kan men schapenvleesch het
langst bewaren?
Goede oplossingen ontving ik deze
week van
Hendricus Netz 6.
Grietje Kwantes 9.
Piet en Frans Bolle 7.
Nico Twister ling 3.
Anton en Grada van de Bogaardt, 7
Lena Heintzberger 6.
Frits en Constant Poppe 9 (van de
vorige week).
Catharina Kwak 8.
Wilhelmina Itjeshorst 4.
Zus Duursma 10.
Henri Ackermann 6.
Frits Poppe 7.
Nanne Nauta 10.
Beppie Meyer 6.
Marie en Annie van Zutphen 8.
Betsie Kruiver 7.
Dirkje Mollema 8.
Marie Kolk 6.
Mina van Wijngaarden 7.
Sieger en Tinus Bonke 9.
De oplossingen der raadsels dar vo
rige week zijn
1. Waalwijk.
2. Het bed.
3. wolf.
olie.
lier.
ferm.
4. Vaasen.
5. Rubriek voor onze Jeugd.
6. Een trommel, want men moeter
op slaan, wil zij antwoorden.
7. Een pijp.
8. Ka-na-rie.
9. De mottenzij vreten gaten.
10. De twee zoons gingen eerst over.
Aan den anderen kant gekomen
stapte de eene uit. De andere voer
toen terug en liet zijn vader over
gaan. Deze aan den anderen kant ge
komen, stapte uit. Nu ging de zoon1,
die al over was, met liet bootje terug
om den andere te halen' en zoo
kwamen zij zonder ongelukken alle
drie over.
UITGELEENDE BOEKEN.
De boeken, die ik bij mijn verzame
ling nog mis, zijn
Een lief gezin.
Albertine.
Nanny
Klimop.
Onder zeeroovers.
Zouden de jongens en meisjes, die
ze geleend hebben, ze eens terug wil
len brengen?
Eenvoudige geïllustreerde handlei
ding ten dienste van fröbel-on-
derwijs en huisvlijt, vrij
naar het Engelsch be
werkt door Gerar-
da Lely.
Uitgave van P. Noordboff, te Gro
ningen.
Een tak van huisvlijt, die tot nu
toe in Holland nog weinig beoefend
werd, is het raffia-werk en het riet-
vlechten. Het boekje, waarvan ik
hierboven den naam heb overgeschre
ven, konit dezen nieuwen tak van
huisvlijt bekend maken.
De vele plaatjes in het boekje laten
ons zien, welke alleraardigste voor
werpen van raffia en riet te vervaar
digen zijn. Met weinig moeite en
oefening kan een bloemenhangertje
of een tafelmatje gemaakt worden,
en het plaatje van het keurige pan
toffeltje van raffia wekt dadelijk den
lust bij je op, je heele familie van
dergelijk schoeisel te voorzien.
Dit wat het raffia betreft.
Het grootste gedeelte van het boek
je is echter aan het rietvlechten ge
wijd. Hoeveel verschillende aardige
voorwerpen van dit riet wel te ma
ken zijn, is niet met een paar woor
den te zeggen. Tafelmatjes en
waaiers, tafels en stoelen voor de
poppenkamer, "alle mogelijke soorten
kleine en groote mandjes, matten
kloppers, rammelaars, prullenman
den, poppenwiegjes, dit alles kan van
riet vervaardigd worden, en voor
iemand die een klein beetje fantasie
heeft, zijn deze voorbeelden gemak
kelijk met nog een groot aantal te
vermeerderen.
't Is werkelijk wel de moeite
waard, met dit handige boekje ken
nis te maken de prijs is f 1.50, of
in linnen gebonden f 1.90.
Met behulp van deze handleiding
kan men zich de kunst van het raffia
en. rietvlechten met weinig moeite
eigen maken ook vernemen wij, dat
de schrijfster, mejuffrouw Lely,
gaarne bereid is in Haarlem te ko
men les geven in raffia- en rietvlech
ten. Nadere inlichtingen kunnen ver
strekt worden door mej. M. C. van
Doorn, Wagenweg 88.
Men heeft dan meteen de zeker
heid, dat voor de eerstvolgende jaren
een bijna onuitputtelijk aantal ca
deautjes vervaardigd kan worden.
Voor kinderen boven de zes jaar,
zoowel meisjes als jongens, kan deze
nieuwe soort van Handenarbeid uit
stekend geschikt genoemd worden.
Animeerend is dit handwerk
lo. omdat de voorwerpen degelijk
en bruikbaar zijn en handelswaarde
bezitten
2o. omdat het aantal der vlechtpro-
ducten talloos is en het werk dus
altijd nieuw blijft
3o. omdat men slechts weinig oefe
ning behoeft om reeds aardige, een
voudige dingen te produceeren.
Bovendien is de grondstof goed
koop.
Wie niet weet wat hij voor zijn ver
jaardag moet vragen, zet nu maar
dit boekje over raffia-werk en riet
vlechten op zijn verlanglijstje. Wan
neer de goede gever er dan nog een
bos riet of raffia bijdoct, kun je on
middellijk aan het werk gaan
Vier muisjes op een rijtje,
Die gaven een partijtje
Ze droegen hooge boordjes,
Tot aan hun spitse oortjes,
En grijze jasjes, net en fijn,
Daaronder vestjes van satijp.
Ze huurden eerst een zaaltje,
En hielden toen een maaltje
Van kaas en bötramkorstjes,
Ook kleine, vette worstjes,
En tot dessert een vleeschpastei
Dat was dus wel een smulpartij
Toen deden zij een dansje,
En één, een vroolijk Fransje,
Floot lustig op een strootje,
En nam zijn maats in 't ootje
De muizen hadden groote pret
En wilden lang nog niet naar bed
Daar -plots'ling door een kiertje,
Zag^ Poes naar het pleziertje
Wat schrikten toen de muisjes
Ze holden naar hun huisjes,
En lieten alles in den steek,
Alleen, omdat Poes naar hen keek
HERlVIANNA.
(Brieven, bestemd voor de Redactie
der Kinder- af de el in g, moeten gezon
den worden aan Mej. M. C. van
Doorn, Wagenweg 88, Haarlem.)
NANNE N. Ja, 't is heel goed, dat
je het boek de volgende week komt
ruilen, hoor NanneZus D. raadt
nu, dat Nanne zeker een Friesche
naam isdat kon ze wel eens niet
mis hebben, hè? Leuk, dat je ook
aan den opstellenwedstrijd meedoet.
Heb je al een onderwerp uitgekozen?
De grbëten voor Cor en voor jezelf.
BEPPIE M. Word je al ongedul
dig? Ik zal heusch je raadsels plaat
sen zoodra ik er ruimte voor heb
Prettig, dat het spel goed ging en dat
de boeken mooi waren
HENRI A. Je mag het opstel over
Michiel de Ruyter net maken zooals
je zelf graag wilt. Weet je van dien
bepaalden tocht zooveel te vertellen
Doe 't maar, hoor, dat mag best.
LOUISE D. Ja, ik vind het natuur
lijk uitstekend, dat je ook aan den
wedstrijd meedoet. Ik hoop, dat je er
wat moois van zult kunnen maken -
Het opstel mag net zooveel bladzij
den lang worden als je zelf wilt, de
bedoeling is alleen, dat je het papier
maar aan één kant mag beschrijven;
had je dat niet goed begrepen Je
hebt mooie plannen voor fietstochtenl
Maak nu maar dat je het gauw
leert
JOHAN E. 't Is jammer, dat je geen
tijd meer hebt om geregeld de raad
sels op te lossen, maar daar is niet
veel aan te doen, hè - Misschien gaat
het latei- wel weer beter
ZUS D. Of ik ook dikwijls naar het
Kopje gewandeld ben? Ja zeker,
maar jij bent er wel een heeleboel
dichter bij dan ik't is voor mij een
heele wandeling, dat begrijp je wel
Leuk, dat het portret mooi gewórden
is. Je hebt er nu zeker al wel een
netjes opgeplakten afdruk van gekre
gen, is 't. niet
HUBERTUS B. Ik had al in de
courant gelezen, dat het kleine hond
je prijzen verdiend had op de ten
toonstelling. Wat aardig, hè Was
je er niet erg blij om Wat zul je in
de groote vacantie genieten in Zand-
voortMisschien kom ik er wel eens,
en dan zal ik naar je uitkijken,
lioor, dat beloof ik jeWie of er gauw
jarig is, vraag je? Ja, dat weet ik
ook nietdat moet je me maar eens
vertellen, hoor, want ik kan 't niet
raden Wist je niet. dat ik zoo erg
dom in "l raden ben Ik denk ook
wel, dat bet in de bergen heel mooi
zal zijnik verlang er al naar om er
wat van te hoorenPrettig dat je
gauw weer eens bij me komttot de
volgende week dus, hè? Dag Huber-
tus
WILHELMINA I. Wel, hebben jul
lie op Vaders verjaardag veel ple
zier gehad Dat was me een feest
dag, hè? Denk jij er maar eens goed
over welk onderwerp je voor je op
stel zult uitkiezen, hoor; je hoeft je
er heelemaal niet mee te haasten.
NICO T. De eerste brief met inkt ge
schreven, zag er keurig uit, Nico
Flink zoo Ja, ik vond het ook jam
mer, dat je geen prijs verdiend hadt
maar misschien lukt het dezen keer
wel beter, hè Heb je al eens over
het opstel gedacht?
LENA H. Dat zijn twee verjaarda
gen vlak na elkaar, hè Is je broer
tje jonger dan jij Ik ben nooit boos
als je mij een kort briefje schrijft,
hoor; je brief aan mij mag altijd
net zoo lang of kort zijn als je zelf
wilt. 'En als 't voor je verdriet was,
hoefde je mij ook heelemaal geen
brieven te schrijven, begrijp je wel?
ANTON en GRADA v. d. B. Heer
lijk dat jullie allebei verhoogd zijn.
Nu maar weer met frisschen moed
in de nieuwe klas begonnen, bè
Moet ik nu voortaan maar geregeld
op jullie brief rekenen? Ik vind het
best, hoor
MINA VAN W. Ik wil je heel graag
weer een boek leonen kom Woens
dag maar weer, tusschen 1 en 2 uur,
en op dat uur mag je 't altijd komen
ruilen ook
SIEGER en TINUS B. Neen, als je
naar den dokter moest, kon je moei
lijk de boeken komen ruilen. Twee
dingen tegelijk doen, gaat nu een
maal niet, hè Leuk, dat jullie al
leen 's Zondags, in 't nieuwe boek
leest. Die theepot tot besluit was
prachtig, hoorJe dacht zeker aan
dien olifant met een lange snuit,
die 't verhaaltje uitblies Maar in-
plaats van een snuit was 't nu een
tuit! Van zoo'n rijmelarij zou je
haast draaierig worden
BETSY k. Met je raadsels ben je
niet heel gelukkig geweesthet eer-
ste heeft al eens in de courant ge
staan en het tweede vind ik niet heel
geschikteen volgenden keer beter,
hè?
FRITS P- Daar vond ik je briefje
verleden week te laat om nog te be
antwoorden Dat was jammer, hè
Wat dacht je wel, toen je daar heele
maal geen antwoord in de courant
vondt Dacht je, dat ik je vergeten
had En 't was nogwel zoo'n lange
brief, dien je me geschreven hadtIk
ben erg blij, dat je oog weer zoo flink
beter begint te worden. Het boek dat
je met je verjaardag gekregen hebt,
ken ik ookik vond het altijd erg
mooiWat zal dat heerlijk zijen, als
kleine broer over zes weken weer met
jullie kan loopen Dat zal een feest
zijn, hoor! Wil je Moeder wel bedan
ken voor haar briefje? Het raadsel
achtige verdwijnen van den 'brief is
nu opgelost, hè Heb ik het nu met
dezen langen brief weer goedge
maakt?
MARIE en ANNIE VAN Z. Het
was een heele bibliotheek, die jullie
daar opnoemden Ja, ik ken er ver
schillende boeken van, en ik weet ook
wel, dat er mooie bij zijn, die je ze
ker graag eens een paar maal over
wilt lezenZullen jullie mooie op
stellen maken voor den wedstrijd
catharina k. Zoo, word je
Woensdag 13 jaar? Dan mag ik wel
beginnen met je eens hartelijk te
feliciteeren, al is het nog een beetje
vroeg. De volgende week is het te
laat, dus dan is nu maar beter. Ik
hoop, dat je een erg prettigen dag
zult hebben Verlang je er niet ver
schrikkelijk naar?
MARIE k. Natuurlijk vind ik bet
goed, dat je het boek nog maar een
week gehouden hebtIs het mooi
Speel rnaar prettig met het spel. en
tot slot veel groeten.
M. C. VAN DOORN
vier-en-dertig-duizend francs terug
konden brengen, als het verlorene
voor het eind van Februari gevon
den werd.
Loisel bezat achttienduizend fres.,
welke zijn vader hem had nagelaten.
Het overige moest hij leenen.
Hij vroeg den eerste om duizend
francs, den volgenden om vijfhon
derd hier een om vijf louis d'or,
ginds iemand om drie. Hij onder-
teekende wissels, nam geld op van
allerlei woekeraars, deed zaken met
allerlei geldschieters. Hij zette zijn
gansche toekomst op het spel en
plaatste zijn handteekening zonder te
weten, of hij het geld ooit zou kun
nen betalen. En. ontzet voor de drei
gende spoken der toekomst, voor de
sombere ellende, welke hem nu
wachtte, voor de lichamelijke ontbe
ringen en zielek walen, ging hij het
nieuwe sieraad halen en legde zeven
en-dertig duizend francs op de toon
bank.
Toen madame Loisel haar vriendin
het kostbare, kleinood terugbracht,
zei deze eenigszins boos
Je hadt het mij eerder terug
moeten brengenhet had immers
kunnen zijn, dat ik het had moeten
gebruiken.
Ze opende het kistje niet, zooals
haar vriendin gevreesd had. Als ze
de verwisseling bemerkt, wat zou ze
dan wel gedacht hebben Wat zou
ze gezegd hebben Zou ze haar niet
voor een dievegge hebben gehouden
Madame Loisel leerde het vreese-
lijk leven der armen kennen. Ze
droeg trouwens haar lot van het eer
ste oogenblik af met heldenmoed.
Deze vreeselijke schulden moesten
betaald worden. Men schafte het
dienstmeisje af, men ging verhuizen
naar een dakkamertje.
Ze deed zelf het ruwe huiswerk,
het onaangename werk in de keuken.
Ze haalde zelf als een vrouw uit de
volksklasse haar vleesch en groenten
en koloniale waren en verdedigde
haar geld tot op den laatsten 'cent.
Haar man hield 's avonds de boe
ken van een koopman bij en copiëer-
de dikwijls des nachts voor vijf sous
de bladzijde. Dit leven duurde tien
jaar.
Toen was alles afbetaald, zelfs de
woekerrente en de intex'est van den
interest.
Madame Loisel was verouderd. Het
haar was slecht gekamd, haar klee-
ren zaten haar slordig om 't lichaam,
haar stem was luide en ruw. Maar
soms, als haar man naar het bureau
was, ging ze voor het venster zitten
en dacht aan den avond van het feest
waarop ze zoo schoon was geweest en
zoo bewonTlerd werd. Wat zou er ge
beurd zijn, als zij het kleinood niet
verloren had Wie weet Het leven
is zoo vreemd en wisselvallig. Hoe
weinig is er noodig om iemand te
gronde te richten of te" redden
Op een Zondagmiddag, toen ze in
de Champs Elysée ging wandelen,
om zich te ontspannen van het dage-
lijksche werk, zag ze plotseling een
dame, die met haar kind wandelde.
Het was madame Forestier, altijd
nog jong, schoon en aantrekkelijk.
Madame Loisel was ontroerd. Zou
ze haar aanspreken Ja, zeker. En
thans, nu alles betaald was, wilde
ze het haar zeggen. Waarom niet?
Ze ging naar haar toe.
Goeden dag, Jeanne
De andere herkende haar niet en
verwonderde zich, dat een klein
burgerlijke vrouw zoo vertrouwelijk
tot haar sprak.
Maar.... madame Ik weet
niet ge moet u vergissen.
Neen. Ik ben Mathilde Loisel.
De andere slaakte een kreet van
verbazing.
O.... mijn arme Mathilde, hoe
ben je veranderd
Ja, ik had moeilijke dagen, se
dert ik je niet meer gezien heb, en
veel verdriet, en dat alles om jou
Om mij.... Hoe dat
Je herinnert je nog. het diaman
ten collier, dat je mij geleend hebt,
om op het feest bij den minister te
kunnen gaan
Ja. En wat verder
Welnu, ik had het verloren.
Verloren Je hebt het mij im
mers teruggebracht.
Ik heb je een ander gebracht,
dat er precies zoo uitzag. En sedert
tien jaar betalen wij het af. Je be
grijpt, dat was niet gemakkelijk voor
ons, die niets hadden. Nu, thans
is er een eind aan gekomen en ik
ben zeer, zeer tevreden.
Madame Forestier was blijven
staan.
Je zegt, dat je een diamanten
halssnoer hebt gekocht als vergoe
ding voor het mijne
Zeker. Nu Je hebt het in 't ge
heel niet gemerkt. Zoo precies leken
de steenen op de andere.
En ze glimlachte met naïeve en
trotsche vreugde.
Madame Forestier vatte ontroerd
haar beide handen.
O, mijn arme Mathilde Mijn
halssnoer was immers niet echtHet
was nauwelijks vijf honderd francs
waard
(,,N. v. h. N.")
Juffrouw Louise Gootens heeft al
les, wat haar hart begeert. Zij is
twintig jaar oud, een lieve verschij
ning en de eenige dochter van haar
ouders, die haar bij haar huwelijk
nog een net sommetje zullen meege
ven. Papa Gootens is gepensioneerd
ambtenaar en bovendien niet onbe
middeld. Hij woont op een kleine
villa even buiten Leiden en zijn tuin
is zijn lust en zijn loven. De bloem
perken staan prachtig, dank zij de
goede zorgen van den gepensioneer
de zelf, die het grootste deel van den
dag met tuinieren doorbrengt.
Het geluk van Louise is ten top
punt gestegen, toen zij ten huwelijk
werd gevraagd door Robert Ver-
schooren, een knap jongmensch,
wien zij blozend en schuchter haar
jawoord heeft gegeven.
Robert is klerk aan een der minis
teries in Antwerpen, een schoone
positie met goede vooruitzichten. Wel
is waar is hij onbemiddeld, maar dat
doet er niet toe, I.ouise heeft toch
haar bruidschat.
Sedert een paar dagen staan de
rozen in den tuin te verdorren onder
de verzengende stralen der zon,
maar toch blijft de gieter van papa
Gootens onaangeroerd liggen in de
schuur, terwijl de anders zoo trouwe
verzorger van den tuin nu woedend
in zijn kamer heen en weer loopt.
Een groote ramp heeft hem getrof
fen.
Tot hiertoe had hij zijn vermogen
in solide papieren belegd, die een
matige doch willige rente afwierpen;
maar het ongeluk heeft gewild, dat
hij in aanraking kwam met een
beursman met gladde tong en Goo
tens heeft gespeculeerd. O eerst
maar een bagatel, een duizend gul
den, voor de aardigheid zijn midde
len veroorloofden hem wel die te wa
gen. Won hij, dan was het meegeno
men, verloor hij, dan zou hij er nog
niet aan dood gaan.
En hij won.
Hij speculeerde weer, won nog
maals en dit herhaalde zich eenige
malen, altijd slechts met geringe be
dragen, totdat zijn makelaar bij hem
kwam met een schitterende zaak
Amerikaan sehe Sporen, die een
winst van millioenen beloofden.
Gootens liet zich overhalen, hij
verkocht zijn solide papieren en kocht
daarvoor een bundel Amerikaansche
Spoorwegaandeelen, maar sinds een
week loopen zij terug en de koers is
zóó laag, dat nu zelfs aan geen ver-
koopen meer te denken valt.
Zoo goed als al zijn geld is naai
de maan en toen hij zijn makelaar
wilde opzoeken, was deze verdwenen,
naar het buitenland gevlucht.
Louise heeft veel geweend.
Ook haar bruidschat is verzwolgen
en zij vreest, dat er van haar huwe
lijk niets zal komen. Tevergeefs
tracht mevrouw Gootens haar te
troosten Robert heeft haar toch
lief, hij zal toch wel met haar trou
wen, al brengt zij niets meer mee
maar het leven is in de residentie
duur, wanneer men een stand moet
ophouden, en.... Louise wanhoopt
aan de totstandkoming van haar hu
welijk.
Papa Gootens is naar den ouden
heer Verschooren geweest en heeft
hem alles eerlijk verteld. Robert was
voor een paar dagen de stad uit, hij
moest zelf beslissen, zijn vader wilde
daarop geen invloed uitoefenen.
Als hij weer in de stad kwam, zou
de familie Gootens zijn besluit ver
nemen.
Hij komt niet terug, jammerde
Louise.
Maar Robert kwam wel terug.
Na zijn thuiskomst was zijn eer
ste tocht naar zijn verloofde alles
bleef bij het oude. Hij had Louise
lief om haar zelf. Het ongeluk, dat
haar vader had getroffen bracht daar
niet de minste wijziging in.
O, wat was Louise gelukkig en
trotsch, toen haar aanstaande zoo
sprak. Hoe dankbaar was zij hem.
Zij zou bijna geneigd zijn het verlies
van haar bruidschat als een geluk te
beschouwen, want nu wist zij zeker,
dat zij bemind werd, oprecht be
mind.
En het geluk kwam niet alleen.
Den volgenden dag ontving papa
Gootens een brief van eeü notaris te
Kamerik, die hem meldde, dat daar
een verre neef van zijn vrouw gestor
ven was.
De overledene was vrijgezel, en
had zijn geheele vermogen, ongeveer
50.000 gulden, nagelaten aan 'zijn
nichtje Louise.
Met van vreugde stralend gezicht
deelde Gootens dat aan de jongelie
den mede, en, terwijl hij zijn aan
staanden schoonzoon op den schou
der klopte, zeide hij
Zoo ziet ge, mijn jongen, dat
uwe onbaatzuchtigheid toch nog be
loond is.
Ik verheug mij er alleen in, pa
pa, antwoordde de jonge man, om
dat ik nu spoedig met Louise zal
kunnen trouwen, want zonder dit
fortuintje had ons huwelijk nog een
paar jaar uitgesteld moeten worden.
En in de volgende maand trouw
den zij.
Na een heerlijk huwelijksreisje
langs den Rijn had het jonge paar
eene keurige woning in Antwerpen
betrokken, niet ver van bet ministe
rie, waar Robert werkte.
Robert is naar zijn bureau en
Louise is voor het eerst alleen in
het huis, waar zij nu meesteres is.
Zij heeft een dienstbode, maar de
kamer van haai' man wil zij zelf
schoon houden, daar mag niemand
aankomen en zij is dan ook met plu-
meau en stofdoek druk in de weer
geweest.
Daarna opende zij de kleerkast om
te zien, of er niets aan zijn kleeding
ontbrak, of misschien ook ergens een
knoop af of een naadje los was.
Eensklaps ziet zij uit den binnen
zak van een overjas een brief ste
ken.
Nieuwsgierig neemt zij den brief
er uit en leest het gedrukte hoofd
„M., notaris te Kamerik."
De notaris van neef.
Wat kon die notaris aan haar man
te schrijven gehad hebben
Deze brief maakte de belangstel
ling der jonge vrouw gaande en ver
ontrustte haar tevens.
Zou zij hem lezen
Haar hart klopte snel en het pa
pier beeft haar in de hand. Maar de
verzoeking is haar te sterk. Het is
slecht, wat zij doet, dat voelt zij wel,
maar zij kan aan haar zucht om te
weten, niet langer weerstand bieden.
Een zin uit dezen brief brandt haar
in de oogen en treft haar in het
hart
„Uw inlichtingen zijn juist
„wijlen de heer Leeman heeft iri-
derdaad zijn geheele vermogen,
..dat na aftrek van alle kosten
„ruim 50.000 gulden zal bedra-
„gen, vermaakt aan Mej. Louise
„Gootens."
Dus, Robert is pas teruggekomen,
toen hij wist, dat zij toch nog een
bruidschat kreeg.
Deze ontgoocheling deed tranen op
wellen in de oogen van mej. Louise.
Haar verdriet week echter spoedig.
Zij schikte zich in het onvermijde
lijke.
Op het schrijfbureau van haar
man stond een doosje lucifers, zij
streek er een aan en weldra bleef er
van den ongeluksbrief niets over dan
een hoopje asch, dat ze opveegde en
uit het venster wierp.
Toen glimlachte zij weer en voelde
zich getroost.
Haar echtgenoot was allerliefst,
vol voorkomendheid tegenover haar.
Zich met moedwil ongelukkig te
maken zou niet verstandig zijn.... en
mej. Louise is verstandig.
Zij weet, dat men in het leven niet
veeleischend mag zijn, dat men het
geluk moet nemen zooals het is, en
neemt zich vast voor, nimmer weer
hieven van haar man te lezen.
Verantwoordelijke x-edacteuren: H.
E. Lantinga, C. E. Visse, C. H. B.
Tollenaar.
Oplossingen in te zenden aan den
heer H. E. Lantinga, Barendsestr. 41.
Damclub „Haarlem".
Fantasieprobleem no. 51, ingezonden
door H. L. Jr., D. Ruhroi't.
Zwart
46 47 48 49 50
WIT: 14 19 33 35 36 41 46 48 en
dam op 24.
ZWART: 11 21 26 32 34 37 en dam
op 1.
Oplossing Probleem no. 48.
Inz. A. T. is: 10 - 14, 14 3, 3 20,
42 - 37, 5 46.
Goed opgelost door de Heeren: J.
N. Arendsen, G. P. Heck, C. Serodi-
ni; J. M. v. d. Werf, en P. M. v. d.
Sluijs, allen te Haarlem.
J. L. Velde, te Overveen.
P. J. Oostwouder, Vijfhuizen, Haar
lemmermeer.
W. H. de Klerk, Bloemendaal.
W. A. Z. en H. L. Jr., D. Ruhrort.
W. C. Faas, Overveen.
Probleem No. 46 goed opgelost door
den heer J. L. Velde, te Overveen.
EEN NIEUWE UITVINDING.
De bekende Deensche uitvinder
llans Knudsen heeft, volgens den
Londenschen coi'respondent van Poli-
tiken, een nieuwe uitvinding ge
daan en met den besten uitslag te
Londen voor een gezelschap geleei--
den, technici en financiers vertoond.
Door middel van draadloozc- telegra
fie laat hij nl. een gewone zetma
chine werken. De verslaggever schrijft
bv. zijn bericht op een schrijfmachi
ne, waarvan de toetsen overeenko
men met en draadloos telegrafisch
zijn gestemd op die van de zetma
chine. 't Gaat haast even snel als dat
zij op de gewone wijze wordt be
diend. De proef gelukte met verras
sende nauwkeurigheid. Zij werd ge
nomen met de twee toestellen binnen
één' lokaal, maar over drie weken zou
Knudsen zijn uitvinding in Londen
toepassen op een afstand van ten
minste 10 K.M. van het Hotel Cecil,
dat zijn eigen draadloos-telegraafsta
tion heeft, naar een ander hotel aan
den buitenkant van de stad. Volgens
Politiken is er al een Engelsch-Ame-
rikaansch syndicaat gevormd om de
uitvinding in gebruik ie brengen.
Men denkt, dat een schrijfmachine
f 1200 zal kosten.
EEN RUSSISCHE FIRMA IN
MOEILIJKHEDEN.
Betreffende de betalingsmoeilijkhe
den, waarin sedert kort de firma G.
C>. Charchonienko Sohn te Kiew
verkeert, meldt men nog het vol
gende
De firma gold tot dusver als buiten
gewoon rijk in het Dnjepper-gebied
bezat zij 84.000 dessjatinen land en
elf suikerfabrieken. Bovendien be
stoud nog een aantal andere suiker
fabrieken, slechts dank zij de voor
schotten van genoemde firma. De ban
ken willen een algeheele „krach" der
firma voorkomen en hebben derhalve
besloten, de wissels te proIongeerenN
Het grootste crediet was der firma
verleend door de Russische Staats
bank, met 5.000.000 Roebel, dan vol
gen de Russische Bank für auswarti-
gen Handel, met circa 4.000.000 R. en
de Petersburger Internationale Han
delsbank, met ongeveer 2.000.000 R.
De banken hopen zonder verlies er
uit te komen, daar het vermogen der
firma, volgens de laatste balans, op
25.000.000 R. werd berekend.
EEN OUDE BRIEFKAART.
Op 4 September 1884 heeft eene
firma te Groningen per briefkaart
eene bestelling gedaan aan een fa
brikant te Rotterdam. De briefkaart
is dienzelfden dag tusschen 10 en 12
uur namiddag aan het postkantoor
te Rotterdam ontvangen. Zondag nu,
den lOden Mei 1908, dus ongeveer 24
jaar later, heeft de bovenbedoelde
Groningsche firma haar op 4 Sep
tember 1884 verzonden briefkaart uit
Rotterdam terug ontvangen, met de
mededeeling, dat de geadresseerde
fabrikant niet meer bestaat en naar
Amerika is vertrokken. Bijna een
kwart eeuw heeft de posterij te Rot
terdam dus de briefkaart bewaard.