HAARLEM'S DAGBLAD.
TWEEDE BLAD.
naarlemstfie
Bandelsvereeniging
PARIjSCHE BRIEVEN.
Binnenland
FBU5LLBTON
indelijk gewonnen
MAANDAG 26 MEI 1008
O^g.E. Dü «.OB. B"- U
De Hftarlemsche HandelsYereeni-
«ins hier ter stede, opgericht,10 Mei
1898 heeft in den loop van den tijd
wel haar recht van bestaan bewezen.
In zeer vele gevallen, zaken van var-
echillenden aard betreffende, is sft
opgetreden en dikwijls met grtot
euccès. Jammer echter, dat men alge
meen niet meer hUJk geeft, dit to
waardeeren, door als lid der Vereent
ging toe te treden. Er zijn wel meer
dan 600 leden, maar dat is met vol
doende. Elk handelaar, neringdoen
de ia zelfs particulieren, moesten lid
wórden, om tenminste te laten gevoe
len, dat men het werk op prijs stelt,
dat de Haarlemsche HandelBvereeni-
ging steeds opneemt, als doende, wat
hare hand vindt om te doen.
De voordeelen, die de Vereeniging
buiten hare bemoeiingen van var-
schiftenden aard, haren leden aan
biedt, zijn zeer vele en zeer ïr00'*
tegenover de geringe janrlijktche
contributie van f 3.50, die g.vraagd
wordt.
De Haarleiasche Handelsvereni
ging bemoeit zich in da eerst® plaa»
er mede, de belangen van har l«d«n
te bevorderen, door onwillig» beta
lers voor hen tot betaling aan te
manen en informatiën voor hen in te
winnen. Bovendien hebben <le leden
het recht, het hun gratis te verstrek,
ken advies van den rechtsgeleerden
adviseur der Vereeniging te vragen,
die ook in proceduren en faillisse
menten gratis voor hen optreedt, na
tuurlijk alleen voor zaken betreffende
den handel en het bedrijf der leden.
Rechtsgeleerde adviseurs der Ver
eeniging zijn de heeren Mrs. Th. do
Haan Hugenholtz, enA. H. J. Merns,
Spaarne 94, alhier, die voor de leden
eiken werkdag van 24 uur des na
middags zijn te spreken.
Het bureau der Vereeniging is ge
vestigd Jansweg 11.
Voor incasso's door bemiddeling
der Vereeniging wordt een vast
recht van 5 pet. der vordering bere
kend.
Bovendien moet 10 cent voor port
steeds worden bijgevoegd, bij inzen
ding van vorderingen door bemidde
ling der advocaten te innen.
De kosten van informatiën naai
kuiten de stad woonachtige personen
bedragen 60 ets. per informatie, plus
ivijf cents porto-vergoeding. Informa-
klën naar binnen dB stad wonende
personen worden gratis verstrekt.
Pretention op buiten de stad wo
nende personen worden niet behan
deld, wanneer niet 10 cte. voor porto-
vergoeding is toegevoegd.
Ruim 1748 informatiën en rechtsge
leerde adviezen werden in het afge-
loopeo jaar gegeven.
In Februari en Maart 1908 zijn 51
ivorderingen tot een bedrag van
1 I 2579.33 betaald; 12 vorderingen vvor-
Idan afbetaald, 16 vorderingen zijn uit
gesteld.
Men wordt geraden alvorens te Ie-
keren aan A. L. Corver, Kennemer-
I.plein No. 3, J. van Kammen, Leid-
«cheplein 47 rood, ook wel adree op
loevende Van Kranenburg, Schonw-
peslaan 25, N. Wiebes, vrachtrijder,
Bloemendaalsche Weg 209, Bloemen-
daal Mejuffrouw De Rooij, Lange
Lakenstraat 7, D. J. Bekaar, hoofd-
tommies der Posterijen, Johan van
Kietstraat, zich om inlichtingen te
ervoegen aan het kantoor.
Volgens art. 7 dient het geheim der
ijeten van wanbetalers ongeschonden
blijven.
Alle brieven, aanvragen, reclames
it wat ook, moeten worden geadiët-
herd aan het bureau, dat
lagelijks van 's morgens 9 tot 1 uur
l®., namiddags van 2 tot
[ear dan ook verdere inliclittngen
ijn te bekomen.
Het Bestuur heeft bemerkt, dat men
meent, dat men, hoewel geen
11 der H H. V., toch van haar inlor-
Ll" kan hekomen, en brengt nu
- Caals en uitdrukkelijk ter kennis
alleen aan leden der Vereeniging
informatiën door haar wordem var-
strekt, en dat voor informatiën op
hier ter stede woonachtige personen
nooit betaling mag worden gevor
derd.
HET BESTUUR.
XXX.
Er is weer schot gekomen in de ge
lederen van de Académie Frangaise.
Ruim een maand geleden stierf
Emile Gebhart. Kent een mijner le
zers hem? Zoo ja, dan is hij gelukki
ger dan ik, Ik weet niets van dien
ontslapen académicien af. Die onwe
tendheid wordt eendgermate vergoe
lijkt door het fedt, dat ik ettelijke
Fransche letterkundigen ken, voor wie
wijlen Emile Gebhart eveneens een
groote bekende of onbekende groot
heid is.
Dezer dagen ging Ludovic Halévy
voorgoed heeu. Dien académicien ech
ter kende gansch Parijs en zelfs, durf
ik welhaast zeggen, half Europa, al
had hij van 1892 af, dus in 16 jaar,
niets meer geschreven.
Het is moeilijk, van het werk van
Ludovic Halévy te spreken zonder het
Fransche woord „exquis" te bezigen,
dat in ons idioom slechts kan worden
weergegeven door de samenkoppeling
van twee woorden: fijn en smaakvol.
Die exquisiteit, gepaard aan een
spreekwoordelijke bescheidenheid, zat
liem zóó in het bloed, dat hij, staan
de tegenover literaire evoluties en re
voluties, die hij niet begreep of waar
voor hij geen sympathie gevoelde,
voornoemde 16 jaren een zwijgzame
bleef en zich vergenoegde met de rol
van eensdeels opmerkzaam toeschou
wer, anderdeels belangstellend raads
man der beginnelingen. Mij dunkt,
dat het een zeldzaam voorbeeld is,
dat in allen deele navolging ver
dient. Indien bij ons te lande zich een
honderdtal van de verouderde garde
spiegelden aan Halévy, die... niet ver
ouderd is... Doch dat zijn voorshands
vrome wenschen.
Halévy begon zijn letterkundige
loopbaan met 'opérette-teksten te
schrijven voor Offenbach. Lecocq en
Bizet. Meldenswaard is misschien wel
het feit, dat de muziek van „Le doc-
teur Miracle" is gecomponeerd door
o, merkwaardige samenwerking!
Bizet en Lecocq.
Na verder eerst met verschillende
letterkundigen te hebben samenge
werkt, kwam hij ten slotte „en colla
boration" met Henri Meilhac. Dat
tweemanschap gaf, om met Heiman
Gorter te spreken, een nieuw geluid
in de Fransche schouwburgwereld te
hooren. Dat nieuw geluid was: fijne
ironie in gedeeltelijk verzonnen rea
lisme. Halévy en Meilhac bezondig
den zich minder dan Labiche aan op
zettelijke kluchtigheden, bekommer
den zich niet, als Dumas fils, om mo-
reele en maatschappelijke vraagstuk
ken, schreven ongekunstelde^ dan
Augier en minder sentimenteel dan
Feuillet.
Zoo ontstonden, om slechts de be
kendste opérettes te noemen, Orphée
aux Enfers, La belle Hélène( Barbe-
Bleue, La Vie parisienne, La Grande-
Duchesse de Gérolstein, Les Brigands
(alle met muziek van Offenbach); Le
petit Due 'en La petite Mademoiselle
(beide met muziek van Lecocq). Daar
tusschen door meer dramatisch werk:
Carmen (met muziek van Bizet), naar
de novelle van Prosper Mérimée.
Zoo ontstonden ook tallooze too-
neelstukkai en stukjes, vlot van dia
loog, geestig, ironisch. Tusschen die
bedrijven door, in 1869, Froufrou, het
wereldberoemde tooneelstuk, bij welks
einde niemand zijn tranen kan be
dwingen. Vous voy^z, toujours la mé-
me... Mon fils!... Vous me pardonnez,
n'est-ce pas?... Froufrou, pauvre Frou
froul"
In 1881 kwam de breuk tusschen
Halévy en Meilhac, waarna eerstge
noemde, zonder medewerker, achter
eenvolgens schreef: Monsieur et ma
dame Cardinal, Les petites Cardinal,
Mariage d'amour, L'abbé Constantin,
Deux mariages, Criquette, Princesse,
Notes et Souvenirs en Karikari.
De beroemde roman „L'abbé Con
stantin" waaruit Crémieux en De-
courcelle een tooneelstuk hebben „ge
trokken" heeft er het meest toe bij
gedragen, den schrijver een fauteuil
in de Académie Frangaise te verstrek
ken (1884).
Er bestaat van de hand van Fran-
cisque Sarcey een artikel, dat de
breuk tusschen bovengenoemd twee
manschap verklaart en itevens een
eigenaardig licht werpt op de „colla
boration", waarover ik het in een mij
ner vorige brieven had:
„Halévy overkwam met dit nieu
we stuk („La belle Hélène") wat hem
met de andere was overkomen. Zijn
naam werd weggewischt opgeslorpt
door den stijgenden roem van Meil
hac. Men ging wel niet zoo ver, dat
men Halévy als een „quantité négli
gé able" behandelde. Men noemde zijn
naam, omdat de aanplakbiljetten
dien noemden. Maar telkenmale, dat
men het werk had te loven, was het
de naam van Meilhac, die onder de
deze studies schrijft, van zulk een ver
makelij k realisme, is best in staat can
zijn deel in de tooneeistukken van
Meilhac te hebben gehad."
Na „L'abbé Constantin" kwam Ha
lévy, wiens breuk met Meilhac, in te
genstelling met die tusschen Erck-
mann en Chatrian, zonder proces en
zonder schandaal had plaats gehad,
onder den koepel der onsterfelijken.
Meilhac stond er nog buiten.
Dat vier jaar later, in 1888, de poor
ten van de Academie Frangaise ook
voor Meilhac ontsloten werden, had
hij voornamelijk te danken aan
Halévy, zijn vroegeren medewerker.
Zoo'n noblesse is hoogst zeldzaam in
de republiek der letteren.
Ludovic Halévy was de zoon van
den schrijver en dichter Léon Halévy
en de neef (oomzegger) van Firomen-
tal Halévy (eigenlijk Jacques Fro-
mental Elie Heymann Lévy), den
componist van „La Juive" en nog een
paar, minder bekende opera's.
Het dagblad „Le Matin" stelde in
zijn pompeus gebouw een portret van
Ludovic Halévy tentoon, met het on-
pen der journalisten en in den geest i derschrift: „Célèbre auteur et compo-
van het publiek te voorschijn kwam,
Ludovic Halévy was te hooghartig
om zich te beklagen. Hij leed er col
der.
Hij had tot boezemvriend Prévost-
Paradol, die met hem op de school
banken had gezeten.
siteur, qui vient de mourir!
„Le Matin" verkondigt het dagelijks
van de daken, dat het 't best inge
lichte blad is. Dat blijkt, dat blijkt...
Fromental, de oom, stierf reeds in
1862!
„Le Matin" beweert dagelijks met
Op een goeden dag, den dag voor grooten nadruk, dat het „alles zegt",
ik-weet-niet-meer welke première, i Jawel, ook stommiteiten...
kwam Paradol bij me. I Ik kan me best voorstellen, dat men
Luister, zei hij me. Je doet, zon-1 zich achter het oor krabt bij de
der het te weten, Ludovic veel vei'-1 vraag: „Vertel me eens, Emile Geb-
dxiet aan. Je schijnt in je feuilletons hart, wie is, of wie was dat dan
geen rekening met zijn aandeel in toch? Maar ten opzichte van Ludovic
den gemeenschappelijke» arbeid te Halévy!... In sommige opzichten blijkt
houden. Dat aandeel is aanzienlijk. 1 „Le Matin" dan toch niet matineus
te zijn.
OTTO KNAAP.
Stadsnieuws
Ik zie ze beiden werken; ik kan
voor instaan, dat hij op de helft van
het succes aanspraak mag maken."
In dien tijd Liet ik me moeielijk
overtuigen. De werken, die Halévy
alleen /heeft geschreven, waren nog
niet verschenen. Ik was erg verknocht
aan Meilhac, die zich gaarne het leeu-1 „DAMCLUB HAARLEM",
wendeel liet aanleunen. Ik deed wat Donderdagavond 21 Mei 1.1. werd in
Paradol wenschte,, zonder groote over-café „Neuf" de jaarvergadering van
tuiging. de bovengenoemde club gehouden,
Eerst eenige maanden later kwam welke geleid werd door den nieuw
ik vrijelijk op mijn vooruit gevormde gekozen voorzitter, den heer P. Kalb-
meening terug. Het toeval wilde, dat fleisch,
ik, tamelijk ver naar buiten gaande, Uit de verslagen van secretaris en
Halévy in een publiek voertuig ont- penningmeester bleek, dat de club re-
moette. Wij koutten lang en vriend- denen tot tevredenheid heeft, wat aan-
schappelijk: hij, ietwat gemelijk, zoo- j tal leden en wat financieelen toe
als hij bijna altijd was; ik, hem on- stand betreft.
dei-vragende en babbelende. Hij palm-1 Uit de mededeelingen van de com-
de me in. Hij sprak me over hetmissarissen omtrent den uitslag van
tooneel met zooveel kennis van zaken den onderlingen wedstrijd tusschen
opende me zoo origineele gezichtspun- de leden bleek, dat de leden in speel-
ten, vertelde me zulke toepasselijke kracht zijn vooruitgegaan; de heer
anecdotes, dat ik er tegelijkertijd W. B. J. Pippijn behaalde in dezen
wedstrijd den kampioenstitel.
Voor den periodiek aftredende» com
missaris, den heer C. F. Visse, die
zich niet meer herkiesbaar stelde
werd de heer E. Strietman gekozen,
zoodat het bestuur nu als volgt is sa
mengesteld:
P. Kalbfleisch, Voorzitter; W. B. J.
Pippyn, Secretaris; R. C. Broekmeyer,
Penningmeester; H. E. Lantinga ien
E. Strietman, Commissarissen.
Besloten werd, eerstdaags voor
Haarlem en omstreken een sïmul-
taanwedstrijd in het damspelen uit
te schrijven, waaraan ieder damlief
hebber kan deelnemen.
Met een opwekkend woord sloot de
voorzitter de vergadering.
Na afloop van de jaarvergadering
werd de uitslag van den wedstrijd,
uitgeschreven door de „Damclub
Haarlem" tusschen niet leden eener
damvereeniging bekend gemaakt en
werd tot de prijsuitreiking overge
gaan. Als winnaars waren uit het
strijdperk gekomen de heeren: P.
Kalbfleisch, A. Holster, L. T. J. Tol
lenaar, H. A. van Abs en J. Kerskes.
De wedstrijd kenmerkte zich door
den goeden geest onder de deelne
mers, verschillende mooie partijen
werden gespeeld, zoodat deze wed
strijd wel als geslaagd mag worden
beschouwd.
door verblind en bekoord werd.
Hij legde me zeer goed uit, waar
in zijn deel in de samenwerking be
stond. Het was inderdaad Meilhac,
die de pen hanteerde; maar Halévy
was er altijd bij, de fantasie van zijn
medewerker temperend en hem tot de
orde roepend, als hij van zijn onder
werp afdwaalde, hem trekjes van op
merkingsgave aangevend, die de an
der dan in den dialoog inlaschte. Het
was ook bij, Halévy, die voor de mise-
en-scène zorgde en de acteurs drilde,
een gewichtige taak, die Meilhac niet
goed afging.
Het is na den oorlog, dat Ludovic
Halévy begon zijn persoonlijkheid vrij
te maken. Hij schreef, onder een pseu
doniem, A B C, vermakelijke studies
over het theaterleven, die grooten op
gang maakten in het tijdschrift „La
Vie Parisienne". Ze werden door Pa-
rijzenaars genoten; ze verschenen in
1872, verzameld in boekvorm, onder
den titel „Monsieur et madame Car
dinal". Het succes was onmetelijk,
ontzaglijk. Halévy had, spelenderwij
ze, twee onsterfelijke typen gescha
pen, die schreeuwden van waarheid,
doch waarin hij, op de allergelukkig
ste wijze, een greintje fantasie had
gemengd.
Toen was het, dat er in het pu
bliek iets als een terugblik plaats
vond.
Nou maaaM zei men, de man, die
DE KONINGIN-MOEDER OP REIS.
Reuter seint uit Kopenhagen, d.d.
21 Mei: De Koningin-Moeder der Ne
derlanden nam heden deel aan een
familie-diner bij de koningin van
Denemarken.
DE DAM-PRIJSVRAAG.
Donderdagmiddag 12 uur was de
termijn gesloten Yoor de inzending
van antwoorden op de namens het
Gemeentebestuur uitgeschreven prijs
vraag voor het ontwerpen van een
plan van bebouwing van den Dam.
Er zijn ruim 30 inzendingen inge
komen.
De jury, welke de inzendingen zaï
hebben te beoordeelen, bestaat uit de
heeren C. Muysken, J. van Hasselt, J.
Ingenohl, H. P. Berlage Nzn. en A.
Salm G.Bzn.
Na de uitspraak van de jury zul
len de ontwerpen worden tentoonge
steld.
GEEN GELD STUREN.
Voor ons ligt de volgende getypte
brief, met „Rotterdamsche Stempel
fabriek" boven aan den schreeuwen
den, bestempelden kop
„Rotterdam, datum postmerk.
Mijne Heeren,
Naar aanleiding van uw schrijven
op onze annonce, hebben wij de eer,
u uit te noodigen, als agent uwer
woonplaats en naaste omgeving op
te treden, voor den verkoop onzer ar
tikelen, die u vindt genoteerd in de
nevenstaande kolom (grootendeels
eigen fabrikaat), wier plaatsruimte
het niet toelaat, alle artikelen op te
nemen.
Daar wij u een provisie van circa
40 kunnen toestaan, en onze ar
tikelen (vooral naamborden, druk
werken en stempels), zeer gemakke
lijk verkoopbaar zijn, kunt u zich
hiermede een bijverdienste van 8 4 10
gulden 's weeks vormen.
Terwijl wij ook agenten hebben,
die zich uitsluitend met den verkoop
onzer artikelen belasten, en dan 10
tot 15, zelfs 20 gulden 's weeks ver
dienen.
Wanneer u als agent voor ons wilt
optreden, ontvangt u, tegen toezen
ding van een postwissel, groot vijf
gulden
A. Eene monster-collectie stempels
en aanverwante artikelen, ter waar
de van circa f 6.
B. Eene monster-collectie geëmail
leerde naamborden enz., ter waarde
van c\rca 6.
C. Eene monster-collectie drukwer
ken, visitekaarten enz., 'ter waarde
van circa 3.
D. Volledige prijscouranten, vijf
stuks, verschillende stempels, naam
borden, zelfdrukkerijen, hectografen,
enz. Zie verder nevenstaande kolom.
Circa 2, dus totaal een waarde van
circa f 20, tegen toezending van vijf
gulden (als borgstelling).
Verzoeke beleefd geeo postzegels te
zenden, doch een postwissel het re-
gu, dat u aan het postkantoor be
komt, is uw kwitantie.
Indien u wenschf op te houden met
den verkoop, waartoe u te allen tijde
bevoegd zijt, ontvangt u tegen terug
zending der monsters de gestorte
som terug.
Zonder vooruitbetaling der gelden
heeft de zending der monster-collec
tie in geen geval plaats.
Wij nemén de vrijheid, u in het bij
zonder opmerkzaam te maken, dat
onze fabriek alles prima kwaliteiten
levert aan zeer billijke prijzen, waar
door concurrentie onmogelijk is.
Indien u blijken geeft een ijverig
agent te zijn, voorzien u wij van tiid
tot tijd van reclame-middelen, enz.,
welke u dan gratis en franco worden
gezonden.
Verkoopsconditiën.
De prijzen zijn verder na aftrek dei-
provisie netto contant, kleino orders,
welke minder dan 2 ons wegen, wor
den per brief, grootere per postpak
ket verzonden.
Alle orders worden zoo spoedig als
de werkzaamheden dit veroorloven,
uitgevoerd. Stempels kunnen zelfs in
vier uur tijds geleverd worden. De
levering van geëmailleerde naambor
den ongeveer 8 4 10 dagen na be
stelling.
Cliché's, cachetten, koperen naam
borden en andere graveerwerken, in
2 a 3 dagen.
Drukwerken in den kortst mogelij
ken tijd, zelfs in spoedeischende ge
vallen binnen 24 uur.
Aangenaam zal het ons zijn, eenige
referentiën, bij voorkeur te Rotter
dam, van u te ontvangen/
Vertrouwende, dat u op deze gun
stige voorwaarde het agentschap zult
aanvaarden en daurvan uw bericht
tegemoet ziende,
Hoogachtend,
p.pr. De Rotterdamsche Stempel
fabriek,
B. L. v. S. SLUIS.
De heer S. G., Comrnelinstraat te
Amsterdam, stelde in ons bezit een
regu van een op 29 April j.l. verzon
den postwissel, groot f 5, waarop hij
nimmer van de stempelfirma iets
vernam.
11 Mei j.l. stuurde hij toen een
kwaden aangeteekenden brief aan de
geen woord houdende firma. De regu
hiervan is ook in ons bezit.
De heer S. G. heeft echter nimmer
meer iets uit Rotterdam vernomen 1
Men zij gewaarschuwd.
C.Tel.")
INBRAAK MET INKLIMMING.
Donderdagnacht heeft men zich
door Lnklimming toegang verschaft tot
de achterzijde van perceel 74 Haar
lemmerdijk te Amsterdam, waarin de
firma C. Eeuwens Co. een meubel
magazijn gevestigd heeft. Op de bin
nenplaats komt uit het kantoor der
firma. De deur van dit kantoor is uit
gebroken.
De brandkast moest het ontgelden.
Het slot werd geforceerd, doch waar
schijnlijk zijn de dieven gestoord, al
thans niets wordt uit de safe vermist.
Uit het magazijn zijn goederen ont
vreemd. benevens een bedrag aan
geld. Men meent hier niet met be
roepsinbrekers te doen te hebben.
AANRANDING.
Naar het huis van bewaring 6e
Arnhem is overgebracht de 19-jarige
smidsknecht H. E. S., die te Spanke
ren een 11-jarig meisje heeft aange
rand.
ONWEER.
Donderdagmorgen ontlastte zich bo
ven Zevenaar een zwaar onweder.
De bliksem sloeg in het gesticht der
eerw. zusters aan den Didamschen
weg een gat in het dak en een stuk
uit den muur.
Te Bussum heeft het Donderdag
avond zwaar geonweerd; gedurende
een 10-tal minuten viel een dichte bui
van hagelsteenen, zoo groot als knik
kers neder, welke groote schade heeft
toegebracht aan de moestuinen en de
boomgaarden. Vooral de vroegere
aardbeien in sommige tuinen hebbes
zeer geleden.
Na een uur lag de hagel nog op
sommige plaatsen. Van het afgesla
gen jonge groen der boomen zijn vele
wegen bedekt.
Donderdagmiddag werd, tijdens een
vrij hevig onweder boven Groningen,
de electrische centrale getroffen, met
het gevolg, dat de dynamo in het on-
gereede geraakte. Ook werden de ver
zekeringen achter het schakelbord
getroffen, waardoor gedurende een
haif uur geen stroom kon worden rer-
Ook sloeg de bliksem in een boom
aan den Heereweg. Een ruit van een
woning in de nabijheid staande, ge
troffen werd, waardoor de splinter»
terecht kwamen in een pan met eten,
welke pan op een petroleumstel stond
Gelukkig zijn er geen persoonlijke
ongelukken te vermelden.
EEN NOODKREET.
In „Het Volk" vinden we in ee»
ingezonden stuk het volgende
„Aan Mèndels, Van Vorst,
Roland Holst, Ravensteijn,
Vliegen en hoe ze meer mo
gen heeten.
Zou het nu niet eens tijd worden,
om met dat gezeur op te houden en
er naar buiten flink op los te slaan,
in plaats van elkaar de oogen uit te
krabben
Laat toch ieder gelooven wat hij
wil en laat ons allen vast vertrou
wen en gelooven in ons aller eerlijk
heid en goede bedoelingen.
Onze tegenstanders lachen ons nu
hartelijk uit en profiteeren van de
onderlinge kijfpartijen.
Is dal niet ellendig voor ons al
len
Uit het Engelsch.
51)
Er werd op de deur geklopt. De ma-
por schrok op, hij keek van Char-
jöck naar Miranda. Met half open
|ond en wijd opengespalkte oogen,
paakte hij den indruk van een ver-
Jlgd, opgejaagd wezen.
Ü9 deur ging open, de drie men-
:hen in de galerij hielden denhdem
i, maar het was niets bijzonders. De
pstbode had een brief voor Miran-
af gegeven.
- Ik moet weg, zei Wilbraham, ik
(oet weg, hier vandaan. Zoo moet ik
Os nog eens beginnen met de dage-
jjksche jacht op een ontbijt en mid-
femaal
[Op dat oogenblik had zijn gelaat
Mi angstaanjagende uitdrukking,
pn mond was vertrokken, zijn oogea
|ken wild en moordlustig rond. Mi-
bda was blij, dat Charnock bij
kr was. Maar Wilbraham be-
ïèrschte zich. Na eenige oogenblik-
p had hij zijn. vorige kalme hou-
weer aangenomen.
Nu ga ik weer terug naar het
regiment der geluksjagers, mevr.
Warriner, zei hijmijn verloftijd is
voorbij een verlof van vier maan
den ik mag mij niet beklagen.
Hij deed zijn best vroolijk te spre
ken en boog galant.
Vaarwel, zei Charnock.
Miranda zweeg hardnekkig.
En toch noemt men de vrouw
nog het zwakkere geslacht, zei de
majoor.
Een oogenblik nog. riep Miran
da, zonder op die woorden te letten.
De heer Wilbraham heeft nog een
brief van mijn man in zijn bezit, die
(betrekking, heeft op het Deventry-
geschut.
Hij behoort mij, antwoordde de
majoor, hij was aan mij gericht.
Dien brief wil ik van u koopen,
zei Charnock.
Voor duizend dollars?
Neen voor een telegrafisch ant
woord naar Londen.
In iw naam
In mijn naam.
U hebt verstand van zaken
doen, Charnock, zei de majoor, ter
wijl hij zijn portefeuille te voor
schijn haalde. Hij gaf Charnock den
brief keek hem met een eigenaardi
ge» blik aan en lachte zachtjes voor
zich heen. maar zonder iets wat op
spot geleek.
Dus u. wil den redder van Ralph
Warriner worden?
- Dat is juist iets voor u, nu wat
mij betreft.
De majoor keerde zich om, om
heen te gaan.
Het schijnt toch niet altijd uw
gewoonte te zijn, zei Miranda, Mi-
danda kon die opmerking niet voor
zich houden die gewoonte om de
memschen na te sluipen.
Dat was niet mooizei de ma
joor. Dat had u niet mogen zeggen
Miranda kreeg een kleur en voelde
zich beschaamd, toen de majoor de
galerij verliet. Toen stierf het rood
op haar wangen weg, en zij werd
heel bleek, want zij was met Char
nock alleen en nu moest het tus
schen hen beiden tot een verklaring
komen.
HOOFDSTUK XVI.
Miranda stond verlegen op, zij
probeerde te sprekenhet gelukte
haar niet en toen gaf zij aan een
plotselinge opwelling gehattr en liep
weg. Zij kwam echter maar tot inde
woonkamer, waarheen Charnock
haar volgde. Toesn hij binnenkwam,
trok zij zich zoover mogelijk in een
hook der kamer lerug, teekende met
de punt van haar voet figuren' op
den vloer en poogde zooveel moge
lijk een onbevangen indruk te ma
ken. Maar zij waagde het niet Char
nock aan te kijken. Zij hield de oogen j
vast op den grond gevestigd en kwam
zichzelf voor als eon schoolmeisje,
dat haar straf afwacht.
Uw echtgenoot leeft duszei
Charnock ernstig en koel.
Miranda werd des te meer getrof
fen, daar zij veelde, dat koelheid het
minste was, wat zij verdiend had.
Hebt u dat-, zoo ging hij voort,
pas hedenmorgen door Wilbraham
gehoord
Neen, antwoordde zij, en om
dat zij voelde, dat zij haar stem^veer
kon beheerschen, ging zij eigenzinnig
voort
Neen, heer mentor, maar op 't
zelfde oogenblik voelde zij, dat die
luchthartige toon hier niet op zijn
plaats was. Charnock was blijkbaar
nic-t tot scherts geneigd.
Sinds wanneer wist u, dat uw
echtgenoot leeft? vroeg hij verder.
Sinds vijf maanden, antwoord
de zij.
Wie heeft het u gezegd?
Uzelf.
Een oogenblik zwegen zij allebei.
Miranda ging voort met haar zenuw
achtige voetbewegingen.
Pardon, zei Charnock, mis
schien is dat antwoord heel geestig,
maar....
Het Is waar, zei Miranda. Als ik
u om den tuin wilde leidon, dan zou
ik kunnen zeggen, dat de heer Wil
braham mij vanmorgen dat nieuwtje
had meegedeeld.
Dat zou ik niet geloofd hebben.
In elk geval zou u mij het te
gendeel niet hebben kunnen bewij
zen, U zou er geen enkel woord tegen
hebben kunnen aanvoeren.
Zij keek hem bij die woorden uit
dagend aan.
Ja, zei Charnock, dat geef ik toe.
Nu had er met Miranda een ver
andering plaats. Zij kwam uit haar
hoekje te voorschijn en strekte "3e
armen uit boven hef hoofd, als
iemand, die uit de slaap wakker
wordt.
Maar nu heb ik genoeg van* de
comedie Ik kan niet meerriep zij
opgewonden uit. Vraag, wat ge wilt,
ik zal u antwoord geven cn niets dan
de waarheid zeggen. En dat is zeker
waai', u zelf heeft mij verteld, dat
Ralph Warriner leeft en wel op dien
avond bij lady Donnisthorpe.
Ik Op het balcon dan
Neen. vóór dien tijd in de bal
zaal, u gaf mij een beschrijving van
hem, u herhaalde zijn manier van
spreken, u had hem dien morgen
ontmoet. Hij was de vreemdeling,
met wien u in Plymouth dien woor
den strijd had gevoerd.
Och, en uit mijn beschrijving
hebt u hem dadelijk herkend riep
Charnock. Alle woede was uit zijn
gelanf verdwenen, alle koelheid uif
zijn stem. Nu herinner ik mij, dal
u doodsbleek werd, zoodat ik ge
dacht zou hebben, dat u in onmaeht
was gevallen als uit uw oogen
niet zoo duidelijk de grootste wan
hoop had gesproken. Die doodelijke
bleekheid en do diep wanhopige uit
drukking decfen u precies lijken op
het gelaat, dat ik in mijn spiegel
had gezien. O die spiegel en die
boodschap 1 Hij barstte in een
ruw, bitter gelach uit, en terwijl hij
op den rand van de tafel ging zit
ten, sloeg hij zich met den gebalden
vuist voor het hoofd. Een bood
schap, die om hulp smeekte 1 Een
hulpkreetIs er ooit meer z^io'n ere!
op de wereld geweest Ik was zoo
ijdel mij in te beelden, dat onder de
millioenen vrouwen deze eene juist
naar mijn hulp verlangdeen het
eerste, het eenige, wat ik doe, is.
dat ik haar meedeel, dat haar niets
waardige kwelgeest van een echtge
noot nog in leven is, om varder voort
te gaan met haar to kwellen. Een
mooie marnier van hulp verleenenl
Maar mijn vermoeden op dien avond
was toch juist! Ja, ik had een gevoel
alsof ik u iets heel ernstigs had mee
gedeeld,, waarvan u tot op dat oogen
blik niets geweten had 1
fWonü vecvoleö
[I