HAARLEM'S DAGBLAD. TWEEDE BLAD. Stadsnieuws Rubriek voor Rechtsvragen Uit de Omstreken Binnenland Onze Lachhoek. FEUILLETON Jindelijk gewonnen Ni DINSDAG 26 MEI 1908 De Ethnologische Wetenschappen hare beteekenis en haar nut aan toestanden in den Nadelandsch Indischen Archipei getoetst j Wij laten hier het excerpt volgen ;van cle rede, die door Prof. A. W. 'Nieuwenhuis Zaterdagnamiddag in de vergadering van de Maatschappij ivan Wetenschappen is gehouden F Door de ligging tussclien Azië Australië vertoont de Archipel zijne planten, dieren en menschen een groote overeenkomst met beide, ivooral echter met Azië, van waaruit de meeste van dezen zich over de eilandenwereld hebben verbreid. Voor r zoover bekend, zijn de bewoners zelfs lallen oorspronkelijk uit Azië afkom- 0 stig. De ethnografie, de volksbeschrij ving, geeft ons in reisverhalen er •verhandelingen van afzonderlijke ge neelten van dit gebied een uiterst samengesteld beeld van de vele vol- ken te zien, die in Indië voorkomen, en hot zou voor wetenschap en poli - jtiek uiterst moeilijk zijn, daarin naar meer algemeene begrippen een weg 1 ie vinden, ware het niet, dat anthro- iiologie en ethonologie de grondtrek- ien van het bestaan dier vele samen- evingen hadden blootgelegd. De anthropologic, gebruik makende van de lichamelijke kenmerken van Öen mensch, toont ons aan, dat afge scheiden van enkele overblijfselen Van eene waarschijnlijk vroeger be volking van den Archipel, de Taala's in Celebes bijv., twee groepen Ma- jeiers en Papoea's met hunne meng volken moeten onderscheiden wor den, waai'van de eersten verreweg met grootste en voornaamste deel van deze eilanden in het Westen in- fiemen. r De cthnologie, de vergelijkende vol- '•kenkunde, toont verder aan, dat ook laan de zeden en gewoonten, de voor ^waarden van het bestaan, de natuur (beschouwing en het geloof, die de -handelingen dezer volken beheer jschen. algemeene beginselen ten fcrondslag liggen. Toch dient men met betrekking tot hunne beschaving 'onder deze volken twee groote groe pen t.e onderscheiden, die welke zich zelf ontwikkeld hebben, de veelal nog I heidensche volken, en als tweede groep die volken, welke van uit Java als centrum den beschavenden in vloed der Hindoe's en in mindere ma- te van den Islain hebben ondervon den en in maatschappelijke organi- I satie, in ontwikkeling van hun land- 1 jouw, handel en kunst-industrie zich terk van de eerste onderscheiden. I In 't algemeen heeft men zich van le eersten, waartoe de Bataks, Da- i aks, Toradja's en een groot deel der levolking in het Oosten van den Ar- I jhipel behooren, een geheel valsche foorstelling gemaakt, wat hij het ge- I wicht, dat deze volken in den laat sten tijd van ons koloniaal bewind gekregen hebben, hoogst ongewenscht :s. Men weet van hen het best, dat :ij meestal gevreesde koppensnellers :ijn, menschenoffers brengen, soms lenschen eten en beweert, dat hun I gering aantal aan voortdurend onder- Fingen strijd en ondeugden op ge slachtelijk gebied zijn toe te schrij den. Gelukkig is dit beeld even valsch ils dat zou zijn, wanneer men onze foorouders uit de 16de en 17de eeuw Is een woest, wreedaardig volk be- ihreef, omdat zij zelf hunne mede- irgers onthoofden, vierendeelden, [adbraakten, levend verbrandden, jnz. I De zoo slecht befaamde Dajaks op Borneo bieden in dit opzicht een (eerzaam voorbeeld aan. Het zijn weinig talrijke, angstige, gevoelige landbouwende stammen met goeden tanleg, die evenwel onder uiterst on gunstige omstandigheden leven hun lecimeerende ziekten en hun eigen onkunde, waardoor zij van hunne beelderige omgeving geen gebruik weten te maken, en ten slotte hun [erdeeldheid en gebrek aan maat- chappelijke organisatie, waardoor jij machteloos tegenover de Maleiers Haan. Wat hunne dapperheid, bloeddors- .Jgheid enz. aangaat, wete men, dat unne oorlogen en snelpartijen in 31 uipmoord en overvallingen met Co te overmacht bestaan, dat zonen hoofden den voor hen gewensch- n naam van moedig te zijn, v-erwer- !n o.a. door het dooden van elders ikochte oude slavinnen, dat de jon- ilingen in den stam worden opgeno- en onder ceremoniën, waarbij het aanraken van een schedel met een zwaard als daad van moed geldt. Strijden twee stammen onder el kaar, dan is de dood of verwondinj van een man in staat de zijnen op de vlucht te doen gaan. Doodstraf of ver minkende straffen kennen deze stam men veelal zelfs voor moord niet, wel worden vermeende heksen, giftmen gers en gevaarlijke krankzinnigen soms afgemaakt. Hunne gevoeligheid komt in het bijzonder uit bij ziekte hunner familieleden, tegenover het oordeel hunner omgeving, hun weer zin voor krakeelen en schrik voor hef tig optreden, dat onder hen zelf niet voorkomt. Alles, wat hun vreemd is, boezemt hun angst in, ook de Europeaan met zijn groot lichaam, sterke beha ring, hun witte kleur, zoodat hun angst in den omgang met hen veel kinderlijker is dan hun moed. Machteloos tegenover hunne om geving gelooven zij zich dan ook niet boven de dieren hunner omgeving verheven, deze veeleer dikwijls mach tiger dan zij zelf. Hun geloof, dat zij door talrijke overmachtige booze gees ten belaagt worden, die hen reeds hier op aarde voor misdrijven met tegenspoed, ziekte en dood straffen, is evenzoo een welsprekende uiting van hun persoonlijkheid. De wensch oin de booze geesten niet te vertoor nen, en hun hoop op de hulp der ;oede geesten leidden tot een uitge breid stelsel van voorschriften, hoe in bepaalde gevallen te handelen en een sterk geloof in voorteekens, die te samen hun vrijheid van handelen bij na opheffen. Het brengen van menschenoffers en het koppensnellen wordt evenzoo door dezen adat geëischt, als hoogste offer aan de geesten en als bevrediging der sterk betreurde, soms ook gevrees de ziel idea- overledenen. De zwakke natuur dezer menschen en hun ringe aantal is wetenschappelijk daar om zoo belangwekkend, omdat het aantoont, wat er van een mensch onder hoogst ongunstige voorwaar den van bestaan wordt. De aanleg dezer stammen toch is niet ongunstig; waar hunne kleine, op zich zelf staande samenlevingen toe leiden, ontwikkelen zij een groot talent voor talen, kunstindustrie, een sterk geheugen en een goed voorstel lingsvermogen, terwijl zij zich veel strenger aan hunne zedelijkheidsop- vattingen houden dan vele Europea nen aan de onze. De vreedzame en de gewelddadige aanrakingen met deze volken in da laatste jaren geven bewijzen voor de ze opvatting hunner persoonlijkheid. Vooreerst het optreden van den dap peren, intelligenten Christoffel onder de Dajaks en Bataks, waarbij het hem gelukte met geringe opoffering van menschen tot dusver onbereikba re vorsten van aanzien onschadelijk te maken; ook zijne tochten door Flo- res, waarbij ,,525 dooden in onze han den vielen" tegen twee dooden onzer zijds. Alleen zulke volken laten zich ;ils dat van Soembawa door den over ste Swait zonder verzet bijna 112 kanonnen, 2590 geweren, 202 revol vers en 17000 blanke wapens afnemen, waarbij zij zonder vergoeding een goed deel van hunne bezittingen, die zij ten. deele ook tot eigen bescher ming en jacht noodig hebben, moes ten opofferen. Evenmin zou de persoonlijke invloed van den taalgeleerde der zending ds. Adrian! anders het bloedvergieten on der de oostelijke Toradja's bij hunne onderwerping grootendeels hebben voorkomen in scherpe tegenstelling met het westen, waar de kustbevol king de Toradja's tot verzet over haalde. Onder eene dergelijke bevol king is het mij ook alleen mogelijk geweest onder het bijeenbrengen van een groot wetenschappelijk materi aal in Centraal-Borneo een tot dusver geheel onbekend land, 2 maal zoo groot als Nedea-land onder direct be stuur te brengen, zonder een schot fe lossen en met deze bezetting van het binnenland ook het kustgebied, waar het groote Sultanaat Koetei ligt, in onze macht te brengen. Al deze voorbeelden zijn even zoo vele bewijzen, hoe een door de volken kunde aangegeven gedragslijn eener zij ds uitkomsten met geringe midde len kan geven, maar ook dat ver- waarloozing daarvan veel bloed nut teloos kan doen verspillen en een na- menlooze ellende kan veroorzaken. V'aag: Daar ik verluïsd ben van Schoten naar Haarlem, ben ik dan verplicht zelf het verhuisbiljet aan te vragen en weer in te sturen A utwoord: Als u zich ten Raad- hi izj vervoegt, afdeeling Burgerlij ke Stand, dan maakt men op uw verzoek de zaak wel voor u in orde. Vraag: Bij het maken eener boe delscheiding hel-ben alle meerderja- r<vé kinderen een akte geteekend, om den overblijvende in den boedel te laten, zonder uitkeering 'te verlan gen. Verjaart zulk eene akte na ver loop van cenige jaren? Antwoord: Bedoelt, u, dat er eeaie boedelscheiding gemaakt is, muar de bedoelde erfgenamen feite lijk hun aandeel hebben; gelaten aan den overblijvende? Dat kan ieder voor zich doen en het blijft geldit Bedoelt u evenwel dat men juist is overeengekomen om geen scheiding te maken, dan is dat maar voor vijf jaar geldig. Na dien tijd kan de overeenkomst echter vernieuwd wor den. Waarschijnlijk zult u het eerste bedoelen. Vraag: Wanneer een der minder jarige kinderen eene som leent, groo- ter dan het bedrag dat hij uit den boedel te vorderen heeft en daarvoor een contract teekent ook voor die som rente te betalen, heeft deze, dan het recht na verloop van twee jaar, in welken tijd hij van de volle som rente betaald heeft, te zeggen ik be taal in het vervolg alleen rente van het bedrag, dat er na aftrek van mijn erfdeel overblijft, niettegen staande hij leende en teekende na 't rnaken der boedelscheiding? Antwoord: Daar zouden wij ze ker bezwaar ia hebben. De gesloten overeenkomst strekt hem tot wet en wij zien hier twee afzonderlijke za ken, die niet met elkander mogen worden verward. Vraag: Zoudt u mij antwoord willen geven op de vraag, die ik u zond? Wees zoo goed de vraag zelf niet over te nemen. Antwoord: U kunt er beslist niets anders aan doen dan het meis je wegzenden, zonder betaling van meer dan het verdiende loon. Want als u bewijzen kunt met dien brief wat u beweert, dan hebt u eene wet tige reden van weekending. Vraag: Zoudt u mij ook 'ant woord willen geven op die andere vraag, zonder ze over te nemen Antwoord: Men is verantwoor delijk voor de gevolgen van nalatig heid en onvoorzichtigheid en hoewel niemand zich zelf recht-mag verschaf fen, kunt u den loop der zaak af wachten. De kans, dat zij in alles haar zin krijgt, is niet groot. Vraag: Zijn mondelinge over eenkomsten tusschen den chef van het filiaal en den reiziger geldig? Beide personen zijn overeengekomen dat minstens drie stuks per maand verkocht moet worden, wat tot he den ook bereikt is en nu wordt den reiziger de dienst met 8 dagen opge zegd, omdat de verkoop onvoldoende is Wien moet ik eventueel voor den rechter dagen, den patroon of den chef Antwoord: De chef zal wel niet voor zich zelf maar als lasthebber ge handeld hebben. U waart toch zeker niet in zijn dienst; maar dan moet u ook den patroon aanspreken. U moet dat goed weten en bedenken, dat hier slechts sprake is van een mondelinge afspraak, die zeer moei lijk voor bewijs vatbaar is. Vraag: In 1902 heb ik een per ceel gehuurd, mondeling, voor 5 per week. De perceelen zijn in 1904 ver kocht en tot heden word ik nog las tig gevallen om zes weken huur tus- scnen den dag van verkoop en dien van overboeking op den nieuwen eigenaar. Zou de oude eigenaar daar recht op hebben? Antwoord: Vermoedelijk zal volgens de verkoopvoorwaarden de huur tot aan de levering van den vorigen eigenaar geweest zijn en in dat geval moet u ook aan hem beta len. Daarna moest u aan den nieu wen eigenaar betalen. Of u den een of den ander betaalt maakt toch ze ker geen verschil. Hinderwet. Bij Koninklijk besluit is aan de Hol- landsche IJzeren Spoorweg-Maat schappij te Amsterdam vergunning verleend tot uitbreiding van de Cen trale Werkplaats te Haarlem, door 't plaatsen van eene nieuwe Sulzer- stoommachïne van 400 I. P. K. en 2 dynamo's van 235 K.W. Personeele belasting. De burgemeester brengt ter kennis dat het op den 2ten Mei jl. executoir verklaard kohier no. 12 op de perso neele belasting dezer gemeente, dienst 1908, aan den ontvanger der directe belastingen is ter hand gesteld. Gevonden voorwerpen: Een duimstok, een geboortebewijs, een portemonnaie met eenig geld, een zilveren dasspeld, een rijwiel. SANTPOORT. Vrijdagnacht is te Santpoort inge broken in het kantoor van de firma GaJesloot en Co., staande in haar tuinderij aan den Hagelingerweg. De ongenoodigde gasten hebben zich toe gang verschaft op eene wijze, zooals dieu laatsten tijd het meest gebruike lijk, n.l. door het uitsnijden van een ruit. Toen een der firmanten op 't kan toor kwam, vond hij de brandkast ge forceerd en verplaatst in het vertrek. Er is echter niets ontvreemd. DE KONINGIN-MOEDER TE KOPENHAGEN. Reuter seint d.d. 22 Mei uil Kopenhagen De Koningin-Moeder der Nederlan den ondernam hedenochtend een wan delrit door de stad. Om twee uur bracht II. M. met gevolg een bezoek aan het residentieslot. Om 4 uur reed de Vorstin met.de koningin van Denemarken, de prinsessen Thyra en Dagmar en de prinsen Gustav en Hans naar het Rosenborg-museuin. Om half acht vertrok de hooge be zoekster Gver Malmoe naar Stok- holm. HEIDEBRAND. Tusschen Bussum en Hilversum, dicht bij de Crailoosche brug zijn Za terdagmiddag eenige hectaren heide afgebrand. DE DIEFSTAL IN HET POSTKAN TOOR TE APELDOORN. Steeds worden meer zaken bekend omtrent de vermissing van gelds waarden uit de aangeteekende brie ven bij de inbraak in het postkan toor. Er waren brieven bij met be langrijke bedragen-, o. a. een van f4000, waarvan de nos. der bankbil jetten alle bekend zijn. Verschillende brieven konden, hoewel beschadig!, nog worden afgeleverd, terwijl uit een pakket inhoudende 9000 aan ef fecten en francs 300 aan Zwitsersche bankbiljetten, alleen de bankbiljetten zijn medegenomen en de effecten aan den geadresseerde konden worden uitgereikt. Ofschoon alles in de weer is om de daders op te sporen, is nog geen on kel resultaat bereikt. Het totaal be drag' van het gestolene inclusief de aanwezige kasgelden, bedraagt on geveer f10,000. Voor zoover tot heden bekend is, zijn, behalve de reeds opgegeven bankbiljetten, de hieronder volgen de bij de inbraak gestolen 1 bankbiljet van f300, no. A. N. 4715 8 bankbiljetten van f 200, no. B. A. 5284; A. X. 34-43: A. IJ. 3440; A. Q. 1965 A. V. 8225 A. N. 381A. Z. 128A. X. 262317 bankbiljetten van ƒ100, no. K. F. 325: B. Q. 2399; .T. N. 379i M. D. 1494 M. R. 1461 M. IJ. 1167; J. V. 3250; J. G. 5147L. U. 5321 L. N. 3122: R. C. 1900: L. 1269; L. U. 8735; M. B. 4943; R. E. 1090 L. T. 1728R. L. 3586 5 bank. biljetten van ƒ60, no. G. T. 862; R. G. 6764J. G. 5406G. R. 1863K. G. 1560; 4 bankbiljetten van f40, no. M. F. 6454; M. H. 3160; L. K. 5724; M. K. 2120 1 bankbiljet van ƒ25, no. C. C. N. 3118. De wachtmeester-brigade-comman dant der Kon. marechaussee, te Apeldoorn, verzoekt opsporing van genoemde bankbiljetten, en bericht. EEIN KRANIG KERELTJE. Te Nieuwendijk (N.-Br.) geraakte een vijfjarig jongetje te water. Zijn speelmakkertje, een knaapje van nau welijks zeven jaar, nam een bij de hand liggende spade, stak den steel zijn Ln het water spartelend kame raadje toe, die zich aan dit redmid del wist vast te klemmen en met het hoofd boven water kon blijven, tot dat zijn moeder, die op hun angst kreten toesnelde, het reddingswerk kon voltooien. ONWEDER. Donderdagnacht werd A. K., te Nieuwkoop, wakker door het geraas van vallende stukken. Hij sprong uit bed en bemerkte, dat zijn woning in brand stond. Met veel moeite redde hij zijn gezin, en spoedig was ervan het gebouw niets dan een puinhoop overT Bijna niets is er gex-ed. Assu rantie dekt de schade. De brand is waarschijnlijk ont staan, doordat bij het hevige onweer, dat 's nachts hecrschte, de bliksem in het rieten dak sloeg. Men meldt uit Asten, d.d. 21 Mei Bij een onweer, dat hedenvoormid dag boven deze gemeente woedde, sloeg de bliksem in de boerderij van H. van Heugten, op het Laarbroek, alhier. Het vuur breidde zich snel uit, zoodat de bewoners in allerijl moesten vluchten en slechts het vee rnet groote moeite gered kon worden. Een paard, hoewel uit den stal ge weest zijnde, is verbrand, benevens een varken. Ook van de meubelen en landbouwgereedschappen kon zeer weinig worden gered en alles werd een prooi der vlammen. Van deze boerderij sloegen de vlammen over op de dicht daarbij gelegen kapitale boerderij van de Kinderen Van Heug ten. waarvan het woonhuis en stal ling enz. ook afbrandden, doch hier van bleef de schuur gespaard. Ook het vee en de inboedel van de Kin deren Van Heugten konden gelukkig grootendeels gered worden, doch een groote voorraad granen werd een prooi der vlammen. De brandspuiten, hoewel ter plaat se, konden wegens gebrek aan water, niet veel uitvoeren. Beide boerderijen, met inboedel enz., zijn verzekerd, doch laag, bij de Onderlinge Astensche Brandverzeke ring. Het Donderdag boven Zeeland ge woed hebbend onweer heeft hier en daar onheil gesticht. De bliksem sloeg o.a. op den Krij- tenburgschen dijk onder Poortvliet in een boom. Te Boschkapelle werd door het he melvuur getroffen de schuur van den landbouwer A. J. van Vooren. Zij werd spoedig met de daarin zich be vindende landbouwwerktuigen, rij tuig en oogst een prooi der vlammen. Het hoornvee werd met moeite ge red de paarden liepen in het veld. Verzekering dekt de schade. In verschillende plaatsen veroor zaakte de hagel veel schade aan de gewassen. („M. Ct.") Donderdagavond even over zevenen woedde boven de gemeente Dintel- oord een hevig onweer, vergezeld van een geweldige hagelbui, die ont zaglijk veel schade toebracht aan de te veld staande gewassen. Bij som mige landbouwers is bijna de geheele oogst vernield. De schade varieert daar tusschen twee- en zes duizend gulden. DE AANVARING TUSSCHEN DE „NORDSEE" EN „AVOCA". Door resder en gezagvoerder van het voor den Nieuwen Waterweg in den grond gevaren stoomschip Nord- see is legen de eigenaren van het stoomschip Avoca een vordering in- steld van f 740.445, verdeeld als volgtf 660.000 voor het schip, f63.080 voor de lading, f23.365 voor de vracht en 2000 voor den kapitein. Voor dit bedrag is op het stoom schip Avoca en lading, liggende in het gemeentelijk droogdok, beslag gelegd. Het schip zal echter vermoedelijk vrijgelaten worden tegen een cautie stelling van 35.000 pond sterling. INBRAKEN. De boterfabr-ieken in West-Noord- brabant moeten het wel ontgelden. Donderdagnacht is wederom ingebro ken in die te Riel, waar de inbrekers ongeveer 100 KG: boter, benevens ee nig geld wisten buit te maken. De daders zijn nog steeds onbekend. EEN SLIMMERD. A. (tot zijn knecht) \V'at, zit je hier van de ham te eten, die je naar het postkantoor moest brengen De knechtJa, mijnheer, de ham woog meer dan vijf kilo, en nu eet ik*er maar een kilo af. MOEILIJK ZOEKEN. Man Ik kan me maar niet her inneren, waar ik mijn bril heb gela ten. Vrouw Heb je er dan wel eens naar gekeken Man Neen, dat zal ik doen, zoodra ik hem vind, want zonder bril kan ik niet zien bij het zoeken. SNUGGER Aan eeu /liner moest de koetsier, daar de knecht ziek was, aan tafel bedienen. Onder de gasten bevond zich een bejaarde dame, die doof was. De koetsier komt bij haar met een schaal doperwten. Doperwten, mevrouw Geen antwoord. Hij herhaalt het met stemverheffing. De dame brengt haar horen aan het oor en. met de wijde opening naar den bedienenden geest gekeerd, wacht zij op explica tie. De koetsier kijkt verlegen en mompelt - Een rare manier om doperwten te eten, en meteen gooit hij een lepe! vol in haar oortrompet. 'T WAS WAAR. - Pardon, mijnheer, zou ik mogen weten, wat voor een zaak u heeft - Een azijnfabriek, mijnheer - Zoo, dat is ook een zure verdien ste. EEN BLUFFER. A. (bluffend) Nu ben ik oud, maar er is een tijd geweest, dat ik in mijn eigen wagentje reed. B. Ja, ja, dat begrijp ik, en ja moeder duwde het voort. DE FOPPER GEFOPT. Een buitenman wordt in de mané ge geroepen. Een clown treedt op hem toe, vat hem bij den neus en laat den boer een gulden zien. Kijk, vriendje, zegt hij lachende, dien heb ik uit jouw neus gehaald. De buitenman grijpt den clown vast en ontwringt dezen den gulden, zeggende 't Is mijn neus, en al wat je daaruit haalt, behoort mij toe I DE INBRAAK TE 's-GRAVENHAGE. Vrijdag zijn nog door de politie ge hoord de vrouw van Gloude en diens dochter, de aanstaande vrouw' van Visser. Omtrent dit verhoor valt echter niets met zekerheid te melden, daar de politie in deze zaak de groot ste geheimhouding bewaart. Wel kan met zekerheid worden ge meld, dat de laatste dagen geen nieu we arrestatiën plaats hebben, zoodat het aantal tot nu toe gearresteerde personen vijf is, nl. de opkoopers Gloude <en Visser, een der daders van den diefstal, Heskes, en de in het bui tenland aangehouden Maria Feye en haar minnaar. Vooral de arrestatie van deze beide laatsten wordt van ;root belang geacht, omdat daardoor waarschijnlijk ook licht zal komen omtrent de daders van andere dief stallen met braak. Reeds kort na den diefstal bij den' goudsmid Hamme moet de politie vermoedens hebben gehad ten opzich te van Maria Feye. Zij werd toen ee nige malen in verhoor genomen en eenige huiszoekingen hadden in hare woning plaats. Zij bleef toen hardnek kig ontkennen iets van de zaak te weten en moest wegens gebrek aan bewijs op vrije voeten worden gela ten. De heer Aaltsz, hoofdinspecteur, chef der recherche, die met den re chercheur De Brest naar Essen is ge weest, om daar Maria Feije, die het plan voor den inbraak in de Korte Poten beraamde, en haar minnaar Jo sef van Dearsen te arresteeren, is Vrijdagavond uit Duitschland terug- Hij heeft de beide arrestanten in handen der Duitsche justitie moeten achterlaten. Blijkbaar wenschten de ze zich dus niet ter beschikking van Uit het Engelsch. 52) 0, waarom moest ik dat zeggen laar door mijn beschrijving alleen an u die lastige zekerheid, niet ge regen hebben, riep hij ijverig, en jn berouw klampte zich angstig aan ie overweging vastmenschen lij- p in dikwijls op elkaar, en zij hebben eermalen dezelfde manier van spre- in. Daarom kan u dus niet zeker afn uw zaak geweest zijn. U moet pg andere bewijzen gehad hebben, 'e u overtuigden I Ja, dat is ook zoo. En die andere bewijzen kreeg u Joor wien vroeg hij en de toon van *11 stem smeekte om bevestiging. Miranda schudde het hoofd. 7- Ik beloofde niets dan de waar- pid te zeggen. Ook het andere be- ijs kreeg ik dcor u I iji— Neen Neen riep hij heftig. s$at mij toch nadenken Ik vertelde verder niets, dan mijn ontmoeting et dien man en mijn woordenwis- Üng met' hem. Volkomen juist, antwoordde Mi randa. U vertelde mij, hoe u uit den slaap ontwaakte, nadat u juist over Ralph gedroomd hadt en toen mijn gelaat in den spiegel zag. Begrijpt u, wat ik bedoel Dat was immers het doorslaande bewijs, dat de man, die u mij beschreven had, de man, met wien u een woordenwisseling had gehadde man, clie u tot in den droom vervolgde niemand anders was dan Ralph want toen u wakker werd en de droom u nog heel duide lijk voor den geest stond, toen zag u oven duidelijk mijn gezicht in uw spiegel. U kon daar geen verklaring voor vinden want u had sinds ze ven jaar niet het minst meer "aan mij gedacht sinds wij elkaar in Monte Carle even gezien hadden. U kon niet verklaren, waarom juist op dien avond, nadat u van een vreemden man, die totaal geen betrekking op mij had, gedrcomd had, mijn beeld u plotseling voor de oogen stond. Maar ik begreep den samenhang. De ze man, van wien ge gedroomd hadt, stond juist in betrekking tot mij hij was mijn echtgenoot, en de echtge noot bracht u zijn vrouw in herinne ring: er zijn toch eigenaardige, on bewuste gedae.htencombinaties. Maar ik wist immers heel erna al niet dat hij uw echtgenoot was, riep Chamock heelemaal van zijn stuk ge bracht uit. Ik hnd u beiden nog nooit samen gezien, nog sterker, hem heelemaal nooit aanschouwd, voor ik met hem op straat in Ply mouth die woordenwisseling had. Toch wel, antwoordde Miranda op zachten toon. Indertijd, zeven jaar geleden in Monte Carlo Ivas hij bij mij. Wij maakten onze huwelijks reis, voegde zij er met een eigenaar dig zwaarmoedig glimlachje aan toe. Charnock zag de uitdrukking van gelukzaligheid op het jonge gelaat weer voor zich en vergeleek haar met het uiterlijk van de vermoeide vrouw, die hij nu voor zich zag. Was hij bij uriep Charnock verbaasd uit. Ja, zeker. U hebt ons beiden toen vergeten. Daar ontmoette u hem weeru herinnerde zich wel is waar niet, hem ooit te voren gezien te heb ben, maar de herinnering aan hem was niet geheel verdwenen, ja zij bracht zelfs ook mijn beeld weer op den voorgrond. U kon dezen samen hang niet vindenmaar voor mij was zij heel duidelijk Wacht eens wacht eensriep Charnock. Hij had de elbogen op de tafel gezet en zijn handen' vast tegen de oogen gedrukt. U zie ik heel duidelijk voor mij, zooals ik u inder tijd in Monte Carlo zag alsof 11 daar voor mij stond en ik in hetzelf de vertrek naar u keek. U stond iet of wat van de tafel afgekeerd, een paar duim van den croupier aan het einde van de tafel af. Maar Ralph Warriner.... of hij onder de spelers was?... Wacht eens laat mij nog eens nadenken Charnock bleef een poosje zwijgend zitten. Miranda 3loorde hem niet en spoedig begon die scène in de speel zaal hem weer levendig voor den geest to staan. Ik zie de lampen met hun groe ne kappen, begon hij. en ik zie de lichtschemering op de groene tafel onder de lampen. Ik zie de gele lij- nijn op het laken, de drie rijen cijfers in hot midden, alle menschen om de tafel heen, eenige zittend, andere op de stoelen leunend. Maar hun ge zichten? hun gezichten?... Toen gaf hij plotseling een luide kreet A ja, nu weet ik 't hij zat vlak voor u, naast den croupier. U stond achter hem.... Ja, zei Miranda, ik stond ach ter hem. U ging toen dichter bij hem staan. Nu is mij alles duidelijk. Hij draaide mij eerst den x-ug toe en ik zag u eerst, toen onze blikken el kaar ontmoetten. Uw beeld alleen bleef mij in de herinnering ik vex-- gat niet, hoe u daar geheel alleen stond. En zoo zag ik u ook later in den spiegel en bleef iedere bijzon derheid in mijn geheugen hangen, van de bloemen in uw haar tot de punt van uw schoen toe. Later zag ilc u uw hand op den schouder van uw echtgenoot leggen en hij keerde zich naar u om, zoodat ik zijn ge zicht kon zien. Nu komt mij dat al les weer in de gedachte. Ik zag het eerst zijn hand zijn hand, die zich met den inzet over de tafel heen uit strekte. Ik herinner mij zelfs, hoe hij op oneven zette, voor hij zich naar u omwendde. Ja ja, dat klopt. Charnock stond opgewonden van de tafel op en liep met, groote passen een paar maal de kamer op en neer. Het was Ralph Warriner, dien ik in Plymouth ontmoette en door onze belachelijke, onbeduidende woordenwisseling moest juist ik uhet. bexicht bi*engen, dat hij nog in le ven is l Hij bleef voor de schrijftafel staan en keek een poosje zwijgend uit het venster, terwijl zijn handexx zenuw achtig met een courant speelden, die op de schrijftafel lag. Maar ook majoor Wilbraham, begon Miranda, om Charnock zijn zelfverwijt te verzachten, ook Wilbra ham bracht mij, maar een maand la ter, dezelfde tijding. Hij zocht mij hier in Ronda op, vond mij in den Dom en vertelde mij alles. Door hem zou ik het dus ook te weten zijn ge komen. Wilbraham riep Chamock uit. Maar hoe kwam hij het te weten en door wien zei hij op haastigen toon tot Miranda. Miranda werd verlegen en zweeg. Deze vraag had zij niet verwacht en zij probeerde zich aan het antwoord te onttrekken. Hij was het op een of andere wijze te weten gekomen. Hij is im mers zoo sluw. Hij begTeep. dat die ontdekking hem iets zou kunnen ojv brengen, als hij haar.... Maar daarvoor moest hij tocH eerst die ontdekking doen dat ie het nu juisthoe kon hij dat Wat doet dat nu ter zake? zei Miranda. Blijkbaar had hij een of ander aanknoopingspunt gevonden. Charnock merkte op hoe zij aarzel de, hoe zij haar best deed het ant- woord op zijn vragen le ontwijken. Maar wie gaf hem het aanknoo pingspunt Miranda liep nerveus in de kamer op en neer. Hij raapte al zijn scherpzinnig heid bijeen en toeix kreeg hij het er uit, Herhaalde zij. Nu nam zij op denzelfden stoel plaats, waarop Chamock eerst geze ten had. (Wordt vervolgd).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1908 | | pagina 5