RUBRIEK VOOR ONZE JEUGD
(Deze raadsels zijn alls ingezonden
door jongens en meisjes, die „Voor
Önze Jeugd" lezen. De nomen der kin
deren, die mij vóór Donderdagmor
gen goede oplossingen zenden, wor
den in het volgend nummer bekend
gemaakt),
1. (Ingezonden door Jansje Velthui-
21 enj.
5 3 6 7 is een lichaamsdeel,
9 3 8 9 is een ontkenning.
1 3 4 7 is iemand, die gevreesd
wordt.
5 2 4 7 is afval van hout.
Mijn geheel is een plaats in Neder
land van 9 letters.
2. Ingezonden door Martina Bruijn).
Wie is de voorzanger van de kik-
vorschen
3. (Ingezonden door Rika Wijkhuizen)
Zoek hieruit een begraven plaats
De juffrouw heeft een witte veer
en een rood lint om haar hoed.
4. (Ingezonden door Sietse Roelof
Beinema).
Zet onder elkaar:
Een plaats in Noord-Brabant.
Een plaats in Spanje.
Een plaats in Overijsel.
Een plaats in 't Balkan Schier
eiland.
Een eiland in Ned.-IndiÖ.
Een plaats in Frankrijk.
Een provincie in Nedexdand.
De beginletters vormen den nSam
van een plaats in Spanje,
5. (Ingezonden door Johanna Reljer).
Uit ieder der onderstaande zinnen
moet een woord gekozen worden. De
juiste woorden vormen een hekend
spreekwoord.
Moeder beloofde haar dochtertje,
'dat zij met iemand over het voorge
vallene zou spreken.
Alles wat ik u verteld heb, is waar.
De meid moet altijd het zilver in de
kamer afwasschen, wanneer wij ge
geten hebben.
Jan kan maar niet leeren, dat hij
in school moet zwijgen, tot hem iets
gevraagd wordt.
Het is vervelend, dat het zoo regent.
,,Die jongen is goud waard", zei de
boekhouder van den nieuwen klerk.
6. Ingezonden door G. Hamer).
Wie kan de volste kerk ledig ma-
leen
7. (Ingezonden door Willem Hooger-
vorst).
Mijn lsto en 2de vormen den naam
van een viervoetig dier; mijn 2deen
3de vormen den naam van een werk
woord.
Mijn geheel bestaat uit 2 lettergre
pen en is de naam Yan een plaats in
Friesland.
8. (Ingezonden döor A. Koomen.)
Soms heb ik verscheidene beenen,
Soms heb ik er geen een.
Gaan kan ik toch nergens henen,
Mijn huid is gevoelloos en soms
zacht,
Zacht gelijk een schapenvacht.
9. (Ingezonden door Tarri Rienstra).
Wat is het, zonder hetwelk de
mensch niet leven kan, en waarvan
hij toch niet leven kan.
10. (Ingezonden door Nelly vah Opij-
nen-.
Welke zaal is het grootste?
Raadseloplossingen
De oplossingen van de raadsels der
Vorige week zijn
1. De kleuren van den regenboog.
2. T, u, i, 1 tuil.
3. Een sigaar.
4. De letter e.
5. Omdat hij een mol ëeri kruis
noemt.
6. Roermond.
7. Wie tusschenbeide iets onder
vindt leert bovenmate.
8. Dorus en Anton gingen samen
NAAR DEN tuin.
9. Sigarenfabriek.
10. Muntendam.
Raadseloplossingen ontving ik deze
week van
Sieger en ïinus Bonke 7,;
Jetty Boogaard 9.
Dora Steen 7.
Jo en Frans van Egmond 9.
Grietje Kwantes 10,
Jan en Roeland van Vendeloo 8-
Piet en Frans Bolle 9.
Gretha Kuyper 3.
ïlax-ri Rienstra 8.
Wilhelmina Itjeshorst ft.
Hendrlcus Netz 5,
l^anne Nauta 9,
!Zus Duursma 10.:
Frits Poppe 7.
Constant Poppe 7.'
Frans Geylvoet 7.
Jan Geylvoet 7.
Wedstrijdinzendingen ontving ik
deze week van
Johan Faber.
Gerard Hekkelman»
Sieger Bonke.
Jetty Boogaard.
Louisa Dahlhaus.
Barbara Timmer.
Dora Steen.
Catharina Kwak.
Anna Dahlhaus,
Grietje Kwantes.
Jan van Vendeloo.
Roeland van Vendeloo.
Wilhelmina Itjeshorst,
Corry Boekman.
Hendricus Netz.
Henrietta van Beyneri.
Nanne Nauta.
Marie van Zutphen.,
Zus Duursma.
Cornelia Sluimers.
Betsy Hoenderdos.
Guitenstreken v*n vier
ondeugends jongens.
door
SUZANNA S. DE LANGE.
Een avontuur op een mooien
Woensdagmiddag.
(Vervolg).
En het was een ware aanval 1
Onder krijgsgeschreeuw, stormden
zij op de hut aan, en ze trokken de
boerenjongens, die er niet zoo gauw
op verdaclxt waren, aan hun beenen,
aan de broekspijpen, aan hun buizen
het lag-e dak af. Vrij onzacht kwa
men die op den grond terecht. Wor
stelend kwamen ze dan weer op de
been, terwijl ze in blinde woede om
zich heen sloegen, met hun knokige,
sterke armen. Maar al wonnen zij
het in pootigheid en sterkte, ons zes
tal won het in vlugheid en behendig
heid. Snel opzij springend ontweken
zij de slagen en lieten ze de boertjes
zich afmatten met die bijna nutteloo-
ze bewegingen. En toen ze 'n beetje
uitgeraasd waren, en minder fel op
hun tegenstanders aanvielen, lieten
de jongens hen, beentje-lichtend of
met een behendige duw op den grond
tuimelen.
Wilhelm was al druk aan 't rede
neoren „Ziezoo, kereltje, keer je 's
om, op je ruggetje liggen, hè, da's ge
zónd. Nee nee, niet zoo spartelen,
hou je kèlm, en je wéét wel hè, ieder
z'n beurt." Even wachten wip. En
hij ging hem schrijlings op de maag
streek zitten. „En nou zullen wejs
'n appeltje samen schillen. Wat krijg
je 'n kleur, jochie, zit 't eten van
ouwe Aal je dwars door je maag? t
Zal wel, leelijke dief! Moet jij eten
van zoo'n ouwe stakker gappen Je
bent eigenlijk niet waard, dat 'k je
aanraak."
Wilhelm keek hem strak aan, met
booze blikken, welke de Jongen met
dwalende oogen trachtte te ontwij
ken. Toen schoot Wilhelm iets te bin
nen, en hij riep naar Eduard, die
druk aan 't vechten was„Zeg, Edu,
kan jij 'n oogenblik van je vriend
scheiden Kom dan 's even hierheen."
Eduard antwoordde tusschen drie
Stompen door: „Ja dadelijk
Wimpie".
De laatste stomp kwam zoo hevig
aan, dat zijn tegenstander met een
luiden kreet achterover viel. Zonder
meer naar hem om te zien, liep Edu
ard snel naar Wilhelm en informeer
de „En wat is er nu van je dienst,
s&lang
Wilhelm legde hem toen z'n plan
uit.
„We zullen zien, of we die lieven-
tjes niet naar ouwe Aal kunnen slee
pen ze moeten haar dan om verge
ving vragen. Wat zullen ze dè,ar
woest om zijn; «al misschien niet
gemakkelijk gaan maar We zullen 't
tóch gedaan zien te krijgen,"
Eduard haalde twijfelachtig de
schouders op.
Frits is met Henk en Einil z'n
plan aan 't uitvoeren, zo dompelen
de jongens allemaal 'n paar minuten
kopje-onder, ze noemen het do hei
lige doop en vragen nu of zich nu
niet erg gesticht gevoelen,
„Nou, dèt zal wel ndst", meende
Wilhelm, naar Eduarjd opkiikond,,
„ik zou er tenminste heidensch van
zijn, als ze 't mij lapten."
Eduard wees op Wilhelm's slaohtof-
fer, dat hem met wraakzuchtige blik
ken aankeek en zei„Wat heb jij
daar 'n tam konijntje."
„Ja, net geschoten", lichtte Wil
helm in. „Die zal wel gewillig mee
gaan, hè, jochie."
„Toevallig, dat er ook precies zes
van die snoeshanen zijn."
Wilhelm sprong snel óp. „Mis, ko-
mi'ekie, d'r zijn 8r nog maar vijf,
óf jij moest er zin in hebben, dat
jongraensch even terug te halen. Je
hebt hem, geloof ik, 'n flinke peuter
gegeven" en hij wees op Edu's
vriend, die zoo snel mogelijk eenigs-
zins mank voortstrompelde over de
hei. „Laat die maar gaan, zoo'n
half manke heb-je toch niks aan, die
kan je toch niks terugdoen en hij
heeft voorloopig ook genoeg. Onder
ons, mijn ïibbekast doet me ook wel
'n beetje zeer."
„Zoo 'n béétje en Wilhelm
keek onderzoekend naar Eduard's ge
zicht, waar nu en dan een pijnlijke
trek over gleed.
Eduard hernam„laten wij alleen
maar even naar ouwe Aal gaan, la
ten die knullen maar ophoepelen."
Hij keek op z'n horloge, ,,'t Is al vier
uur, om vijf uur thuis zijn weet
je." EU toen tegen den boerenj on gen,
die opgestaan was„alsjeblieft,
scheer je weg, maak je uit de voeten 1"
De jongen keek hen nog eens aan,
met blikken vol haat en vrees, en
zette het op een loopen. Een luid
gejuich deed hem omzien. En daar
kwam het overige viertal, met de
boerenjongens .aan de handen ge
boeid door dikke touwen, terwijl
straaltjes water uit hun geel, piekig
haar langs hun bolroode gezichten
sijpelden.
Wilhelm grinnikte„Dat heb-je 'm
fijn gelapt, zèg
„Ja, hè", triomfeerde Frits, „we
hebben ze tóch lekker allemaal kopje
onder gehad, 't Was een heele toer
ze zóó te krijgen", zei hij, wijzend op
hun geboeide handen.
Eduard ging voor hen staan. „Eerst,
beloven, dat je die ouwe vrouw daar
nooit weer zult gaan bestoken, dan
mag je verder gaan."
Enkelen knikten Loeitemme rul
„Zoo, dat 's goed, maar wee je ge
beente, als we je hier weer aantref
fen."
Hij stapte naar, een der j.ongons
toe en begon de touwen los te knoo-
pen. „Deen jullie nou ook de ande
ren gauw."-
„Hè, dat 's Jammer", betreurde
Frits, „ik had ze zoo met gebonden
handen de feei in willen sturen."
Even later waren allen vrij, en ze
dropen nu langzaam af. Toen ze
echter een eindje verwijderd wai'eai,
schudden ze vuisten, dreigend en
scheldend.
„Gauw, nog even naar ouwe Aal,
jongens, en dan naar huis. Geef me
jullie geld maar voor de melk", zei
Eduard.
Allen doorzochten hun zakken, en
Gerrit kwam verheugd met 'n halfje
aandragen.
„Toch nog wat, en hier heb je 'n
Engelsche postzegel, wil je die ook
hebben
„Graag hoor".
Eduard nam ze gretig aan en be
keek ze met blij gezicht.
„Daar had 'k allang naar gezocht.
Dank je wel. Jongens, ben jullie
nou razend", informeerde hij toen,
laat 's zien hoeveel halfjes 'k nou wel
hebalsjeblieft negentien. Da's acht
cent, veertien, twintig, drie-en-twin
tig, zeven cent van mij d'r bij
dertig. Hó maar, al genoeg."
Ze stapten nu Aals hut binnen.
Het oudje zat weer te breien, met
nog 'n treurige trek op haar geel, ge
rimpeld gezicht. Ze bedankte de jon
gens voor hun hulp, maar Gerrit
wees af„O, dat 's niks, Aal, we
doen 't voor ons plezier, we houden
van zoo'n kloppartijtje,
naar den weg konden vragen. Vier
straten en twee kleine stegen I
„Mijn wegwijzer weet wel raad",
zei Hans Lieber en nam zijn stok, die
aan 't stuur hing. „Hem volg ik zon
der aarzeling."
Hij wierp hem in de hoogte en de
punt wees bij 't neervallen op een
der nauwe steegjes.
„Die loopt dood", verklaarde Lilly.
„Zie maar, een huis verspert den
weg."
Toch gingen ze met hunne fietsen
In de aangeduide richting, maar aan
het huis, dat hun den weg versperde,
was een bord met het opschrift
„Bureau van den burgerlijken
tand."
Hans Lieber zag zijne gezellin aan,
die gloeiend rood was geworden. Nu
was het niet noodig zijn lange toe
spraak te houden.
De wegwijzer heeft een eereplaats
golu-egen in den salon van mevrouw
Lilly Lieber
PORTRETTEN ALS
HUWELIJKSMAKELAARS.
Men weet uit de geschiedenis, dat
menig vorstelijk huwelijk tot stand
kwam, doordat de schilder van het
meisje zulk een geflatteerd portret
maakte, dat de vorstelijke bruidegom
doodelijk op haar verliefd raakte.
Zelfs de beroemde schilder Holbein
heeft eens aan dergelijke bedriegerij
meegewerkt, toen hij Anna von Kle-
ve voor den Interen koning Hendrik
VIII schilderde. De prinses was vol
strekt niet mooi. Maar Holbein ge
lukte het door zijne kunst een por
tret van haar te maken, dat goed ge
lijkend was, maar dat den indruk
gaf van eetn volmaakte schoonheid.
Hendrik VIII was onmiddellijk zoo
verliefd, dat hij hare hand vroeg en
haar met den handschoen trouwde.
Eierst toen zij als zijne vrouw tothean
kwam, zag liij hoe geflatteerd haar
portret was.
Een aardig en prettig pendant van
dit historische voorval is wel de om
standigheid, dat ook de tegenwoordi
ge koning van Engeland door het
portret op zijne vrouw verliefd werd.
De koningin was een bijzondere
schoonheid en bij toeval kwam haar
portret in handen van den toen nog
jeugdigen prins van Wales. Hij hield
aanvankelijk het jonge in een een
voudig wit moeseiinen costuum ge-
photografeerde meisje voor een lan
delijke schoonheid, maar was toch
door haar lief gezicht getroffen en
was niet weinig verrast dat het jonge
meisje de dochter van een Deenschen
vorst was.
Maar ook onder niet vorstelijke fa
milies zijn huwelijken door portret
ten herhaaldelijk tot stand gekomen.
De beroemde Fransche schilder Doré
gaf eens aanleiding tot een huwelijk
zonder dat hij het zelf vermoedde. In
zijn atelier kwam eens een zijner
vrienden en zag de schets van een
meisjeskopje. Hij bekeek langen tijd
het gezichtje en zei eindelijk tot Doré:
„Dat is natuurlijk phantasiezoo
iets volmaakt schoons ziet men niet
in werkelijkheid".
Doré echter antwoordde lachend
„De kop bestaat in*werkelijkheid en
behoort tot een 'ons? m dat hier
naast woont."
Doré's vriend liet zich het adres ge
ven en weinige weken later werd de
jonge dame zijn vrouw.
In Engeland en Amerika is het de
gewoonte bij advertenties voorname
lijk genees- en voedingsmiddelen por
tretten te plaatsen van personen die
dioor dia middelen geholpen zijn.
Er worden echter ook portretten
van mannen en vrouwen geplaatst,
die bij het een of andere geneesmid
del baat hebben gevonden en her
haaldelijk is het gebeurd, dat meis
jes op die wijze een man kregen. Ook
op kunsttentoonstellingen is het voor
gekomen, dat mannen zich zoo door
een portret lieten betooveren, dat zij
alle mogelijke moeite deden om het
origineel te leeren kennen.
Het zonderlingste spel van het toe
val heeft wel vele jaren geleden te
Parijs plaats gehad. Een jong kun
stenaar woonde bij een kamerver
huurster, aan wie hij ten slotte een
zekere som schuldig was. Voor het
verschuldigde bedrag schilderde hij
de dochter der vrouw. De jonge schil
der stierf spoedig daarna en ook de
moeder van het meisje. Daardoor
kwam het portret in handen van een
restaurateur.
De minister van financiën L. kwam
op zekeren dag, door een onweersbui
overvallen, een schuilplaats zoeken
in het restaurant, zag het portret en
interesseerde er zich in die mate voor
dat hij naar het meisje liet zoeken,
en huwde haar toen ze ontdekt werd.
lfJa moest to telefoon aanleggen,
dah kon je direct, wanneer or onraad
was, je hulptroepen telefoneeren",
raackte fgits 'haar oa».
„Ja, dat was niet kwaad, jongeheer.
Och, och, dat had mto mairéialigeir
moeten beleven, 't mooie vaasje, dat
hij me gaf, door zulke rekels stuk
gegooid,"
„Ja, 't is gemeen, Aal," gaf Henk
toe. „Ma«-r, waar is Marietje?"
„Gelukkig dat 't kind, niet thuis Ls,
wie weet wat ze haar gedaan hadden.
Ze is met boer Harms en z'n vrouw,
je weet wel, die zijn zoo gek op d'r,
naar de stad. De jongeheeren willen
nou zeker wel 'n glas melk. Dat heb
ben ze wol verdiend,"
„Ja, Aal, graag, we hebben dorst
en haast."
„Hè, 't lijkt wel of jij kwik" in je
bloed hebt met je haast", pruttelde
Henk.
„Ja, Henkie", lichtte Wilhelm wijs-
geerig in, „jongen, 't is vandaag een
uurtje vroeger étea. En als ik jou
was, zou ik zorgen 'n beetje op tijd
te zijn, hè, je weet wel, je bent gauw
jarig.
„O, ja".
Henk kleurde.
Intusschen had Aai han Heerlijk
schuimende melk voorgezet, welke zij
gretig op dronken. Eduard en Wil
helm pakten toen hun zakken uit.
„Hier, Aal, voor jou en Marietje
ook ieder 'n paar noten en sinaasap
pels."
„Alsjeblieft* jongens."
Frits grinnikte ,,'t is hier bedee
ling", en Eduard glimlachte „de
sinaasappelen zijn een beetje ge
kneusd tijdens het gevecht."
„Nou, jongeheer, dank je nog wel",
zeide Aal dankbaar.
„Aal, je moet niet zoo bedanken",
raadde Wilhelm aan, „dan doen we
nooit weer wat voor je.'
Eduard stond op en wilde Aal het
geld in de hand drukken^ doch Aal
wees af.
„Nee, jongeheer, jullie hebt zooveel
voor me gedaan, dat doe ik nou eens
niet."
„Goed", antwoordde Eduard.
Hij reikte echter achter haar heen
en legde het geld onder haar brei
werk. Toen stapten ze vlug op en het
klonk uit zes monden
„Dag, Aal I"
Jongens, we komen vast te
laai."
„En ik vind het lekker", riep Frits,
„dat we nou eens te laat komen, en
dat pa en moe er ons geen standje
voor kunnen geven I Ik wed, dat we
eerder een belooning krijgen."
„Misschien krijgen we wel rijst met
krenten na", maakte hij zich een il
lusie. En toen vertrouwelijk tegen
Eduard „zeg, zou 't pa en moe spij
ten, dat ze ons geen standje kunnen
geven
„Ben je nou mal, jongen, moet jij
zoo slecht over je vader en moeder
denken
Toen begon Emil plechtig
„Mannen, broeders, géén straf zal
ons deel zijn, het was een welbestede
middag wij zijn nuttige leden der
maatschappij 1"
„En ik heb honger", besloot Gerrit
prozaïsch.
Brievenbus
(Brieven, bestemd voor de Redactie
der Kinder-afdeeling, moeten gezon
den worden aan Mejuffrouw M. C.
van Doorn, Wagenweg 88, Haarlem).
HENDRIK en GERDA GR. Vandaag
zal ik beginnen met jullie eens met
je verjaardagen te feliciteereneerst
Hendrik, die vandaag juist jarig is,
en dan Gerda, die ook gauw zoo'n
gewichtigen feestdag viert 1 Ik hoop,
dat het voor jullie erg prettige da
gen zullen zijn, hoor I Dank je ook
nog wel voor de briefkaart uit Am
sterdam I Erg leuk, dat je daar aan
me gedacht hebt 1 Veel plezier
had?
MARIE VAN Z. Je opstel heb ik
gekregenhet ziet er heel netjes uit,
dat heb ik al vast gezien Zoo, ben
je ook op de bloemenmarkt geweest?
Dan ben je zeker vroeger opgestaan
dan ik 1 Mooie bloemen gekocht ook
Groeten voor Annie en jon
NANNE N, Nee, opstellen makenis
maar niet dadelijk een gemakkelijk
werkje I Ik vind het prettig, dat je
toch meegedaan hebt I Gaan jullie
morgen weer een mooie wandeling
maken
WILHELMINA I. Of vandaag de
uitslag van den wedstrijd al bekend
gemaakt wordt? Nee, dat gaat zoo
gauw maar nietIk moet toch eerst
tijd hebben om alles goed na te zien
of vind je dat ik daarvoor niet veel
tijd noodig heb? De volgende week
zal ik jullie vertellen, wie de prijzen
vexkliend hebben.
CONSTANT P. Zeg, Constant, zul
je nu de volgende week eens. je best
doen om de raadseloplossingen eens
heel, heel netjes op te schrijven? Toe,
laat me eens zien hoe mooi je het .wel
kunt I
GRETHA en CORRIE K, Wel,
Woensdag weer met 't kleine nichtje
gereden Dat vindt ze zeker wol een
heel feest, om met de tantes uit te
gaan 1 'k Was blij, dat er toch nog
een paar boeken voor jullie te vinden
waren. Zijn ze mooi, of ben je nog
niet aan 't lezen geweest 't Raadsel
HENRIëTTE VAN B. 't Papier mag
maar aan één kant beschreven zijn,
omdat het anders niet gedxmkt kan
worden. En nu weet ik wel niet voor
uit of je opstel bekroond wordt, maar
wérd het bekroond en was het papier
aan twee kanten beschreven, dan zou
het niet in de courant kunnen wor
den opgenomen, omdat het dan voor
de drukkerij zoo lastig zou zijn, be
grijp je wel Flink, d«t je ook hebt
meegedaan aan den wedstrijd 1
FRITS P. Ik ben erg blij, dat het
met je oog nu weer heelemaal ln or
de komt. Jullie geniet zeker wel van
't mooie weer, is 't niet? Spelen jul
lie veel buiten en maken jullie ook
flinke wandelingen? En maken jullie
het Moeder niet al te lastig, of kan
dat er tegenwoordig wel zoo'n beet
je mee door Zeg Moeder maar voor
me goeden dag
TRUUS S. Je hoeft heelemaal niet
zooveel verontschuldigingen te ma^
ken, dat is niet noodig, ik ben niet
boos. 't Is maar goed, dat ik jullie
zoo nu en dan eens help onthouden
dat de boeken nog teruggebracht moe
ten worden, hè? Ik wil met plezier
nog eens een boek voor je kïaar leg
gen. Zeg maar wanneer je er iemand
om sturen wilt, dan zal ik het mee
geven.
HARRI R. Wat heb je een mooi
kaartje voor me geteekendIk merk
wel, dat je het flink kunt l Teekenje
op school ook dikwijls kaartjes? Ik
zal het goed bewaren, hoor, dank je
wel I
ANNA D. Ik was blij, dat ik weer
eens iets van je hoorde - ja, ik begon
wel zoo'n beetje te denken, dat-je onze
rubriek vergeten badt I Het verhaal,
dat je me gestuurd hebt, kende ik
nog niethet was erg geschikt om
een opstel over te maken. Een mooie
droom, hè? Heb je vanmiddag veel
plezier gehad, en ook mooie bladeren
gevonden
FRANS G. Zoo, leer je nu ook al
met inkt schrijven? Ilc verlang er al
naar om een brief van je te krijgen,
die met inkt geschreven is 1 Ik beloof
je dat ik er niet om lachen zal, is t
nu goed?
DORA S. Zeker wil ik je ook een
boek leenenkom er maar eens een
halen op een Woensdagmiddag tus
schen 1 en 2 uur. Ik denk wel, dat ik
iets zal hebben dat je mooi vindt I
HUBERTUS B. Ja, ik vind het ook
erg naar, dat Ik je zoo moest teleur
stellen. Gelukkig maar, dat die lange
brief weer alles goed maakte, hè
En gelukkig ook maar, dat juist het
begin van dat lange verhaal in de
courant stondvind je het niet een
nroole geschiedenis 't Is heel best,
dat je mijn groeten aan Mevrouw H.
gedaan hebt; heerlijk om op een
Woensdagmiddag weer eens» naar
Zandvoort te gaan, hè Ik vind het
heel goed, dat je op een Woensdag
middag weer eens bij me komtwat
heb jij voor geheimzinnige plannen,
zeg? Ja zeker vind ik je brieven ge
zellig, anders zou ik je toch ook niet,
zulke lange brieven terugschrijven 1
Dag Hubert us
JOHAN F. Leuk, dat je weer eens
aan den wedstrijd hebt meegedaan;
wat heb je een lang opstel gemaakt 1
Natuurlijk vind ik het goed, dat je
de rest maar op postpapier geschre
ven hebt. Verlang je er al naar den'
uitslag te hooren
SIEGER en TINUS B. Nee, bij dl*
fcocht naar Haaxdemmenneer kwam
van brieven schrijven natuurlijk
niets; ik ben blij, dat jullie er veel
plezier gehad hebt en met moois
bloemen thuisgekomen bent. Ik kan
ine wel voox-steilen, dat Moeder het
heel rustig vindt als jullie, lastpos
ten, maar weer naar school bent't
zal thuis een drukte zijn als jullie
daar allemaal tegelijk aan het leven
maken bentGelukkig maar, dat 't
kleine zusje tenminste zoet is I
NICO T. Nu moet ik je nog eens
even bedanken voor de mooie bloe
men 1 Ik zal ze trouw water geven,
en dan zullen we maar hopen, dat
ze goed zullen groeien, hè? De groe
ten. voor Herman en voor jezelf I
MARIE VAN B. Prettig, dat het je
goed bevalt op schooldie kleine klas
is zeker wel plezierig, is 't niet? Wat
grappig dat je de kleinste van de
klas bentje moet zorgen dat je gauw
wat groeit, hoorEn behalve veel
werken ook veel wandelen en huiten
zijnl Goed aan denken, Marietje 1
GERARD H. Dat was een schitte
rende brief, dien je me daar stuurde
En dan met zulk heerlijk nieuws er
in 1 Ja, natuurlijk, heb je nu een hoe-
leboel te repeteereu't zal allemaal
wol erg druk zijn, maar als je dan
maar eenmaal door je examen bent,;
dan volgt er ook een flinke, lange
vacantie tot belooning I Hoef je mis
schien geen examen te doen Dat
zou nog prettiger zijn, hè? Dank je
wel voor het raadsel; 'k zal 't netjes
voor je vertalen. Gx-oet Moeder ook
voor me I Tot slot bedank ik je nog
wel voor de briefkaart 1
JETTY B. Nu, jij hebt een besten
verjaardag gehad, dat zie ik weL
Heb je de boeken al uitgelezen? En
wat een prachtig postpapierWas
dat de eerste brief, dien je er mij op
schreef
FRANS en JO VAN E. Natuurlij!?
mocht Jo het boek nog wel een week
houdenspeel jij maar buiten, hoor
jongen, dat is gezonder dan in de
kamer zitten lezenVerleden jaar
slecht getroffen met ie bootbocht?
Dan hoop ik dat het dit jaar eens heel
extra mooi weer zal zijn I Als de zon
nu maar schijnen wil
ZUS D. Als je dit leest is het Dulf-
sche nichtje er dus nog en is do pref
dus nog in vollen gang. Wat een
heerlijke tochtjes zijn dat geweest l
In Zandvoort ook veel plezier gehad?
Het was er wél een prachtige dag
voor 1 Ze treft het ook wel erg goed
met al dat mooie weer, hè
JAN G. Ik vind het knap van jé,
dat je weinig fouten maakt, maar
dan moet je „weinig" voortaan ook
met ei schrijven en niet met een ij
zul je daar aan denken? Dat is toch
geen fout, die zoo'n knappe jongen
als jij bent maken moet, vind je zelf
wel?
MARIE GR. Wel gefeliciteerd mef
je verjaax-dag, al ben ik wat vroeg!
Ik hoop, dat het een prettige dag voor
je zal zijn
AAN ALLE KINDEREN. Zouden
jullie deze week inplaats van Woens
dagmiddag, Maandagmiddag tus
schen 1 en 2 uur de boeken willen ko
men ruilen?
M. C. VAN DOORN.
DAMRUBR1EK.
Verantwoordelijke redacteuren: H.
E. Lantinga, C. E. Vis.se, C. H. B.
Tollenaar.
Oplossingen in te zenden aan den
heer H. E. Lantinga, Barendsestr. 41.
PROBLEEM No. 65,
ingezonden door den heer J. L. Velde
te Overveen.
Zwart
12 8 4
w ouder, Haax*lemn>ërmeer, Vijfhui
zen.
De oplossing is 35 - 30, 24 - 30,
48 - 42, 33 - 29, 19 37, 86 7, 41 - 87
46 37.
46 47 48 49 60
Wit22, 31, 32 34, 39, en dom op
50.
Zwart 21, 23 en dam op 10.
Probleem No. 51 ingezonden 'door
H. L. Jr., D. Rührort. Goed opgelost
door de heeren T. M, v. d. Werf, C.
Serodini, G. P. Heck, R. C. Broek-
meijer, Haarlem; J. L. Velde te Over
veen, W. C. Faas, idem.P. J. Oost-
ENGELSCHE KINDERWETTEN.
Bij het Engelsche Lagerhuis is een
wetsontwerp ingediend, dat jeugdige
misdadigers een andere behandeling
wil bezorgen dan volwassenen, opdat
dis straf hun opgelegd, strekka tot
hun verbetering, en dat de maat
schappij tegen recidivisten een nieuw
wapen geeft. Wanneer een jury nl.
overtuigd ls, dat bij een beschuldigde
de misdaad gewoonte is geworden,
zal de men, behalve de tuchthuisstraf
overeenkomstig liet misdrijf, ;iog als
vonnis kunnen krijgen, dat hij gevan
gen blijft zoolang het Zijne Majesteit
behaagt. En hij wordt eerst weer vrij
gelaten, als de minister van Binnen-
landsche Zaken hem voor de vrijheid
weer geschikt acht. Desnoods kan hij
dus levenslang opgesloten worden ge
houden. Na èflooy van de luchthuis-
straf, wordt de gevangene, die in be
waring blijft, overgebracht naar een
afzonderlijke inrichting, waarschijn
lijk op Wight, waar hij meer vrijheid
zal genieten dan in een gewone ge
vangenis.
DE VERNIELDE CHINEESCHE
TEMPEL.
Dezer dagen kwam te Petersburg
eene conferentie bijeen ter onderzoe.
king van eischen om schadevergoe
ding uit den tijd van den Japanschen
oorlog, welke over een heel interes
sant geval moet beslissen. Het ging
om het niet geringe bedrag van
3.000.000 gulden, die door den Chinee-
schen prins Sjissi—FoenLoegwin
opgeëischt werden, daar de Russische
troepen zijn t5ij Moekden gelegen go
dentempel vernield en verbrand» had
den. Deze tempel had reeds daarom
een buitengewoon hooge waarde, om
dat hij zelf tal van eeuwen oud is en
vele stukken van zijn inwendige ver
siering een nog veel hoogeren ouder
dom vertegenwoordigen.
Geheel afgezien daarvan bevonden
zich drie groote en talrijke kleine
echt-gouden godenbeelden daarin,
wier waarde aan goud alleen door
den prins op 1.500.000 gulden wordt
geschat. Deze gouden beelden werden
door de Russische soldaten verduis
terd en zijn tot op heden niet meer
te voorschijn gekomen.
De prins verzoekt de dagvaardiging
van talrijke Chineesche geleerden en
deskundigen, lie het gebouw voor
zijn /srwoesiing v;bben gekend,
maar de commissie besliste afwijzend
op zijn verzoek, terwijl ze hem ver
volgens naar het militaire ressort ver-