BIJBLAD VAN HAARLEM'S DAGBLAD
ADWNKTSiTTE GROOTE HOUTSTRAAT 55.
DRUKKERU ZUIDER BUITENSPAARNE 6.
269 Jaargang
ÏA.TBBDAG 21 JULI 1006
No. T694
DE ZATERDAGAVOND
HAARLEMS DAGBLAD KOST
fl.20 PfR 3 MAARDEN
OF 10 CENT PER WEEK.
IN HAARLEM'S DAGBLAD ZUM
ADVERTENTIËN DOELTREFFEND.
ONZE ANNONCES
WORDEN OFGEMERKT.
Rubriek voor Vrouwen
De huiselijke opvoeding.
Niets wordt doorgaans meer veron
achtzaamd dan de zedelijke opvoeding
der kinderen in huis. De ouders be
kommeren zich dikwijls meer om hun
ne dagelijksche bezigheden dan om de
opvoeding hunner kleinen. Velen zijn
der meening toegedaan, dat wanneer
iij bij ongesteldheden den dokter laten
halen en het kind alles geven wat het
noodlg heeft, zij hun plicht als ouders
hebben vervuld.
Is het kind ondeugend geweest, dan
wordt het hard toegesproken en ge
straft, en dat noemt men dan „opvoe
ding."
Het komt bij vele ouders zelden op
om over de oorzaak van de fouten hun
ner kinderen ernstig na te denken en
te peinzen over de middelen, die zou
den kunnen aangewend worden om
kinderlijke vergrijpen te voorkomen.
En wat zij zeiven niet kunnen, laten
zij dikwijls aan vreemden over en als
zij er volstrekt geen weg meer mee
weten, sturen zij de kindexen naar de
kostschool.
De school moet alles weer goedma
ken, de school moet ze opvoeden. Men
bedenke echter dat vooral op de kost
scholen meer op de wetenschappelij
ke dan op de zedelijke vorming der
kinderen wordt gelet.
Opvoeding en bovenal huiselijke op
voeding is echter geheel iets andere.
Wordt deze verwaarloosd, dan helpt
al de schoolgeleerdheid bitter weinig;
de treurige oudervinding leert het da
gelijks. Menigmaal hoort men de ou
ders dan over de ruwheid hunner kin
deren klagen en dan heet het: „wij
hebben ze zoo en zoolang op school
gedaan." Het komt intusschen niet bij
hen op, dat de moreele opvoeding in
huis verzuimd is en dat men ten on
rechte alles aan de school heeft over
gelaten.
Er heerscht nog maar al te zeer het
wanbegrip, dat do eigenlijke opvoe
ding der kinderen niet voor hun derde
of vierde jaar kan aanvangen. Eerst
wanneer men met het kind kan spre
ken, het duidelijk iets aan het ver
stand kan brengen, zou het in staat
zijn om iets aan te nemen I
Maar opvoeding is toch niet uitslui
tend leeren en onderrichtl Het is voor
al ook ontwikkeling, oefening der
geestvermogens, het leiden der begeer
ten en hartstochten van den kleinen
wereldburger, zoowel lichamelijk als
geestelijk.
Alles, wat men aan het kind ten
koste legt, of nalaat, wat zijn ontwik
keling bevordert of belemmert, wat
daaraan een of andere richting geeft,
behoort daartoe. Gewichtig, zelfs be
slissend voor zijn geheele verdere le
ven is de eerste behandeling, gewich
tiger en belangrijker dan men veelal
meent. Niet het lichaam alleen maar
tegelijk met het lichaam ontwikkelt de
geest en alles, wat in het eerste le
vensjaar aan de gezondheid wordt te
kort gedaan door een verkeerde be
handeling, door slechte gewoonten,
dit alles is van overwegenden Invloed
ook op den geest. Want iedere indruk,
dien de buitenwereld op het lichaam
maakt, plant zich meer of minder
sterk en duurzaam door middel van
bet gevoel en de overige zintuigen op
den geest over en geeft reeds vroegtij
dig aan het zoo teeder besnaarde ziel-
instrument een stemming, die levens
lang harmonische of disharmonische
accoorden doet weerklinken...
Moge een eigenlijk leeren door
woorden, dus „opvoeding" in den wa
ren zin van het woord in de eerste le
vensjaren nog tot de onmogelijkheden
hehooren, zoo is een voorbereidende
behandeling, die een deugdelijken
grondslag legt, zooveel te meer uit
voerbaar; die is zelfs dringend nood
zakelijk, omdat de ontluikende ziel
reeds indrukken ontvangt, die later
nimmer meer geheel zijn uit te wis-
8chen. Zoo menige fout in het karak
ter, zoo menige booze neiging of harts
tocht, die zich eerst later openbaart,
vindt een genoegzame verklaring in
de eerste indrukken en werken op den
zich langzaam ontwikkelenden geest.
En daarom is de eerste ontwikkelings
periode van het kind aan niemand
beter toevertrouwd dan aan de moe
ier.
Wat vermag een verstandige moe
ier niet? Pestalozzi zegt, dat de vor
ming van het kinderlijk gemoed van
de moeder moet uitgaan; op haar
schoot moeten de eerste kiemen ven
zedelijkheid geplant worden, om later
op de school tot rijpheid te komen.
Een onafgebroken oordeelkundig ga
deslaan barer kinderen ia vooral voor
de moeder een dure plicht. De licha
melijke of geestelijke karaktertrekken
der kinderen openharen zich door
schijnbaar onbeduidende ken teekenen
en blijven aan een oog, dat niet voort
durend scherp toeziet, voorzeker ver
borgen.
Ieder weet, hoe gewichtig het ln
ziektegevallen ls, de allereerste symp
tomen waar te nemen; menigmaal is
de ziekte dan nog te voorkomen. Nog
noodiger wordt dit ten opzichte van
de moreele gezondheid der kinderen.
De kiem van menige fout, van menige
ondeugd, ligt reeds in de eerste uiting
van kinderlijke gewaarwordingen ver
borgen. Hierop scherp toezicht te hou
den is de taak der moeder.
MARIE VAN AMSTEL.
Bet Rijke Natuurleven.
Als de avond daalt en de gevederde
vrienden bijna alle een veilige rust
plaats gaan zoeken, als de laatste to
nen van den merel wegged-ragen wor
den op zoele avondwinden, als blau
we nevelen opstijgen boven weide en
plas, dan wordt de lucht opnieuw be
volkt.
D ebontgekleurde dagvlinders rus
ten, de vroolijke zangers slapen, het
licht schuwend leger ontwaakt en ver
laat zijn schuilplaatsen.
Voor ©en gedeelte van het planten
en dierenrijk begint de dag eerst.
Heerlijk geurt nu de kamperfoelie,
de St. Theunisbloem in de duinen
opent de welriekende gele bloemen.
Nachtvlinders gaan honing putten
uit diepe, gevulde kelken, muggen
dansen en dartelen in zorgelooze vroo-
lijkheid, enkele vogels vliegen nog
luid schreeuwend op en verdwijnen
dan in den valen schemer.
Ook de vleermuis ontwaakt. Zij
hing in een donker hoekje, daar in
dat oude huis. Zij verdroomde den
ganschen langen dag, beirlegere van
insecten trokken in haar droom voor
bij. Een dikke mestkever zat op een
heerlijke boktor en hield met de voor-
pooten de groote achterwaarts gerich
te sprieten vast. Voorop reed hij. Het
leger kwam een défilé uitvoeren voor
de vleermuis.
Eindelijk werd „halt" geroepen.
De mestkever reed vooruit tot voor
den troon. Krijgshaftig zag hij er uit
met zijn blauw metalen pantser en
sterke pooten. Allen wachtten eerbie
dig. De aanvoerder begon:
„Machtige verdelger van ons allen,
wij erkennen u als koning, wij reke
nen het als plicht, schatting te beta
len. lederen avond zullen er tien uit
ons midden bij u komen, om door u
verslonden te worden.
Daar traden tien Junikevers naar
voren. Deemoedig, met ingetrokken
sprieten, naderden zij den koning en
gaven te kennen, dat zij het eerst wa
ren aangewezen om als schatting te
worden betaald.
De vleermuis, die nog steeds aan
haar achterpootjes hing, meende nu,
dat het tijd werd, toe te happen.
Zij liet zich vallen maardaar
merkte zij, dat van het beele leger
niets was te bespeuren. Dan maar
weggevlogen. Klaar wakker nu zocht
zij de opening in het dak en fladderde
de straat op en neer. Wat merkte zij
nu goed, dat die droom nog lang geen
werkelijkheid was. Hoe verlangde zij
nu naar zoo'n dikken Junikever.
Onvermoeid sloeg zij de armen op
en neer. Daartusschen en tusschen de
achterpooten is een groote vlieghuid
gespannen, de vingers zijn zeer lang
en doen denzelfden dienst als de ba
leinen in een parapluie.
Zou zij dan niets vinden? Zoo'n
groepje muggen was na een Lucullus-
droom te onbelangrijk.
Eindelijk ontdekt zij een grooten
nachtvlinder. Deze fladdert onge
stoord naai- de kamperfoelie in gind-
schen tuin maar voor hij gearriveerd
is, heeft ons vliegend muisje, dat door
middel van de vlieghuid tusschen
staart en achterpooten heel vlugge
wendingen kan maken, hem reeds
beetgepakt en verorberd.
Nu weer even rusten. Dat fladderen
is zoo vermoeiend. Wat zijn de vogels
toch gelukkig, denkt ze. Na eenlge in
spanning laten zij zich rustig drijven.
Laatst probeerde zij het ook, maar
heel onzacht kwam zij met de straat
ln aanraking. Toen zij de armen even
stilhield zakte het zware lichaam en
had niet de vlieghuid als parachute
dienst gedaan, stellig zouden armen
en beenen gebroken zijn. Gelukkig
was de weg eenzaam. Welke moeite zij
ook deed til kon zich niet meer ver
heffen^
Langzaam kroop zij nu maar met
behulp van het uitstekende duimpje
naar den kant, tot bij een boom. Hier
klom zij tegen op tot op een paar M.
hoogte en liet zich toen weer vallen.
Nu ging het fladderen wel wee r.
Vanavond wil zij dit maar niet meer
herhalen. Haar honger is veel te groot
en de fortuin schijnt heden niet gun
stig. Kijk, daar vliegt een tweede
vleermuis. Hoort gij dat hooge pie
pen?
Stellig is dit het wijfje, want gesta
dig blijft ons eerste diertje in den om
trek fladderen. Spoedig zullen zij in
een gat ln den muur, of ln een don
ker hoekje van den hooizolder een
huishoudentje beginnen. Het wijfje
zal één, hoogstens twee jongen wer
pen en met veel moeite zal zij het
kroost groot brengen.
Nu fladderen zij echter door. De
honger is nog niet gestild. De ooren
worden wijd uitgezet, want hierin en
in de vlieghuid zetelt het tastgevoel.
Bij den hoefijserneus en andere soort-
gonooten doen ook kleine huidlapjes
dienst als tastorganen.
Gij begrijpt nu ook wel, waarom
zoo'n vleermuis, die toch heel gebrek
kig ziet, nooit tegen een telephoon-
draad vliegt. Het fijn ontwikkeld tast
gevoel kan uit de luchttrillingen reeds
alles opmaken.
Daardoor ook kan zij de lnseetem
bemerken.
Zij heeft voor haar levensonderhoud
heel wat noodlg. Zelfs vertelt men,
dat een gevangen vleermuis tien mei
kevers in één maaltijd gebruikte.
Zoo zien wij ook wel in, dat dit dier
voor ons van zeer groote beteekenis
is. In een zomer verslindt het enorme
massa's insecten hetgeen ten goede
komt aan land- en tuinbouw.
„Maar ik heb wel eens hooren ver
tellen, dat vleermuizen spek stti-eii.
hoor ik u al zeggen. Arme diertjes! Zij
worden valsch beschuldigd. In heilige
onschuld en in bet volle bewustzijn!
den boer niets dan goed te hebben ge
daan, blijven zij naast het spek ham-
gen, terwijl de muizen zich er aan j
vergasten. De dieven maken zich uit ij
de voeten, de vleermuis krijgt do
schuld.
Ook is het een leelijk lasterpraatje,
dat de vleermuizen in het baar van
de jonge dames gaan zitten.
Ik denk, dat dit sprookje is uitge
vonden door zorgzame huismoeders,
die bang wansn voor tweebeenlge
vleermuizen en hars dochtertjes maar
liever thuis zagen. Dwaze vooroordee-
len zijn het. De vleermuis voedt zich
louter met insecten en 's winters, als
deze dieren niet meer vliegen gaat zij
rustig aan hear achterpooten hangen,
bedekt zich met de vlieghuid en be
gint nu den langen winterslaap. Let
terlijk eet zij nu zich zelf op. Het voed
sel, dat in den zomer niet voor de ver
branding verbruikt werd, ls omgezet
in vet en hiervan leeft het dier ln den
winter. Doordat zij «til hangt heeft
zij weinig noodig.
Zij koelt af van 85 tot 15 graden, ter
wijl haar lichaamsgewicht tot op 1/6
vermindert.
Gij kunt begrijpen, dat het voor
jaar weer heel wat moet goed maken.
Het duurt dan ook enkele weken,
vóór het diertje weer wat van de uit
putting is hersteld.
H. PEUSENS.
Het geheim van den pnt
St. Julien is een klein stadje in
Bretagne, dat, ondanks stoombooten
en locomotieven, zijn middeleeuwsch
karakter tot op heden heeft behou
den.
Tien jaar geleden werd ik er heen
fezonden als leeraar in do geschie-
enisik had echter deze betrekking
slechts aangenomen om rustig voor
mijn doctor-examen te kunnen stu
deer en.
Weinig vermoedde ik, tot welke rol
ik ln dit stille oord, ver van het ge
woel der moderne wereld, zou worden
geroepen. Op elke andere plaats had
ik kalmer kunnen arneiden dan
daar.
Toen ik te St Julien aankwam,
was mijn eerste zorg een kosthuis te
gaan zoeken. Ik informeerde bij den
eigenaar van het hotel, waar ik een
verblijf had gevonden.
Er is niet veel keus hier, mijn
heer, zei de man, ik kan u op het
oogenblik slechts één gelegenheid
noemen, waar het u wel bevallen zou.
Er is echter een bezwaar. Mijnheer
heeft er misschien op tegen in een
huls te wonen, waar kort geleden een
misdaad heeft plaats gehad
Nieuwsgierig drong ik op bijzonder
heden aan en ziehier, wat da goede
rfian mii .mUaMA
In het begin der vorige maand
kwam een jong ambtenaar der belas
tingen den ontvanger van St. Julien
voor eenigen tijd vervangen. Hij ont
moette in een gezelschap mejuffrouw
Juile Nangon, die een diepen indruk
op hem maakte. Al spoedig waren de
jongelieden verloofd, en het scheen
gauw bruiloft te zullen zijn, toen
de oom van den jongen sumurosEoir
in de wandeling „mijnheer Honoré
geheeten, zich tegen het huwe£t£i
verklaarde. Het wan hem onmagelt; i
den afkeer te overwinnen, dien hij
tegen de aanstaande familie van zijn
neef voelde.
Op zekeren avond was de oude
dienstbode van mijnheer Honoré ge
tuige van een hevigen twist tusschen
oom en neef. Den volgenden morgen
vond zij haar meester gewurgd in
zijn bed en een groote som golds, die
mijnheer Honoré klaar had gelegd
voor de borgstelling van zijn neef
verdwenen. Denzelfden nacht was de
neef plotseling vertrokken. Daar
geen enkel spoor van inbraak het
mogelijk maakte de misdaad aaneen
vreemde toe te schrijven, moest de
verdenking wel op den jongen man
vallen. Het gerechtelijk onderzoek
bracht bovendien een reeks bijzon
derheden aan den dag, die op de
meest verpletterende wijze tegen hem
getuigden hij werd tot levenslange
galeistraf veroordeeld, ofschoon hij
tot het laatste oogenblik zijne on
schuld had staande gehouden en zijn
verleden hem scheen te rechtvaar
digen.
Men meent echter, ging de ho
telhouder voort, dat het laatste woord
in deze zaak nog niet gesproken is.
Menigeen hier in den omtrek denkt
met mij, dat het gerecht op een
dwaalspoor is gebracht en de arme
jongeling voor sen ander moet boe
ten. Niemand, die ïiem vroeger ge
kend heeft, kan aan de mogelijkheid
gelooven. dat hij een dief en een
moordenaar zou zijn geworden. Er
schuilt een geheim onder dat alles.
Ge zult achter de karn er goedköop
kunnen huren, want er zijn niet veel
liefhebbers. Het huis is thans van de
oude Monica die mijnheer Honoré
uertig jaren trouw heelt gediendhet
geld was voor den neef bestemd.
Ik dankte den braven man en begaf
mij naar de oude meid om het huis
eens te zien.
Het was een van dio oude, solide
burgerhuizen, zooais men zo tegen
woordig niet meer aantreft :huizen,
die dooj: hun dikke muren, hun
zwaar solied houtwerk aan trappen
en deuren, hun hooge kamers en ge
duchte sloten bestemd schenen de
eeuwen te trotseeren. Van voren zag
not huis er weinig aanlokkend uit.
De inwendige inrichting was echter
hoogst comfortabel, en er lag een
mooie tuin achter, met een prachtig
uitzicht op het vlakke veld.
Ik besloot dus het huis te huren
over den prijs waren wij het spoedig
eens, en op mijn verzoek was de
oude Monica ook terstond bereid voor
mijn bediening zorg te dragen.
Mijnheer zal echter wel goedvin
den, dat ik 's nachts niet alleen in net
huis blijf. Als ge van huls zijt, ga ik
ook ergens anders slapen. Op mijn
jaren ls men niet gaarne 's nachts al
leen in een huis, waar een moord ge
beurd is.
Welnu Monica, doe, zooals ge
wilt.
Ik had nog verzuimd de keuken en
den kelder te bezoeken in het voor
bijgaan zag ik even rond. Slechts een
enkele bijzonderheid trof mij mid
den in den kelder stond een metsel
werk, ongeveer een meter boven dien
grond en daarboven een koord, dat
over een katrol liep.
Wat is dat rap ft, een. put
Monica knikte.
Een vreemde put, mijnheer. Nu
en dan komen er akelige geluiden
uit, vooral 's nachts. De laatste maal
heb ik ze gehoord op den avond vóór
den dood van mijn armen meester.
Verted mij dat eens nader, ver
zocht ik.
Ik zat in mijn keuken te breien.
Tegen tien uur ongeveer begon het
geluid. Eerst heel zachtjes, alsof er
kat miauwde, daarna al harder en
harder, tot ik van schrik en vrees
naai' bed ging. Den volgenden mor
gen vond Ik mijn meester dood.
Wat een vreemde geschiedenis
En hebt ge na den dood van mijnheer
Honoré het geluid nog gehoord?
Nog eenige uren. Het werd ech
ter voortdurend minder en tegen den
middag hield het op. Het water was
weer gestegen bot xijn gewone
hoogte.
Was het dan eersi gedaald?
O Ja, de emmer schuurde langs
den bodem van den put.
Hoe laat hebt gij die ongewone
doling bespeurd
In den loop van den dag.
Van den dag, die den dood uws
meesters voorafging
Ja.
Dus bhmafci de 24 uren wuü (ie
put ledig en weer vol
De oude knikte bevestigend. Ik zag
echter, dat mijn ondervraging baar
verontrustte en nam daarom ai-
scheid. Maar ik beken, dat hare woer
den mij tot nadenken «temdzn, '£*u
zondarlinff denkbeeld was mij dsor
het hoofd gegaan. En hoe meer ik
trachtte het van mij af te zetten, met
des te grooter kracht drong het zich
aan mij op. Ik voelde oen geheimzin
nig verhand tusschen de misdaad en
de geluiden, die uit dezen put voor-P
kwamen en het voorgevoel, dat ik in
al deze dingen betrokken sou worden
werd maar al te spoedig bewaar
heid.
2k zat op mijn gemak in mijn ka
mer Mijn Installatie wa3 aigeloopen,
en \ij dat al die iruktw achter den
rug was, zette -k mij aan tar'ei. Ter
wijl ik de kookkunst van de oude
Monica alle eer aandeed, luisterde ik
naar haar gezellig gebabbel.
Uw eetlust, zei ze, doet me den
ken aan mijn armen meester. Die
hield ook zooveel van een goede ta
fel. Wie had gedacht, dat het zoo met
hem zou afloopen. En dat men den
armen Johan van den moord zou be
schuldigen I
Hieldt gij zooveel van den jon
gen man?
Wie zou niet van hem gehouden
hebben I
En zijn oom
Mijn meester had hem lief als
zijn eigen kind. Hij heeft hem dan
ook zijn geheele vermogen nagela
ten. Ach, de arme jongen zal er wei
nig voordeel van hebben. Want zekar
zal nu de erfenis wel op den dokter
overgaan.
Op welken dokter?
Wel op dokter Grandeau
Ult Monica s tamelijk verwarde ver
klaring begreep ik eindelijk, dat dr.
Grandeau een volle neef was van
mijnheer Honoré terwijl Johan Gou-
tior, slechts een verre bloedverwant
van den vermoorde, door de recht
bank vervallen zou worden verklaard
van zijn recht op de erfenis, die daar
door in handen van den dokter- zou
komen.
Dr. Grandeau woont hier in St.
Julien, vertelde Monica verder, men
kan van hier af zijn huis zien, dat
aan den voet van de helling ligt,
waarop de stad gebouwd is. Hij is
hier zeer weinig gezien, heeft sinds
lang zijn vaderlijk erfdeel verkwist
en kan van zijn praktijk onmogelijk
levende erfenis van zijn oom komt
hem dus uitstekend van pas om zijn
financiën te herstellen.
Meer en meer boezemde mij het fa
miliedrama, waarvan deze woning 't
tooneel was geweest, belang in. In
dien werkelijk het gerecht zich heeft
vergist? Deze overweging en mijn
half onbewuste sympathie voor den
armen Johan Goutier riepen het ver
langen in mij wakker, de onschuld
van dezen jongeling, waaraan ik
reeds niet meer twijfelde, aan het
licht te brengen.
Den volgenden morgen bracht Mo
nica mij groot nieuws. Mej. Julie Nan
gon, de vroegere bruid van den ver
oordeelde, zou in het huwelijk tre
den met dr. Grandeau. Reeds vóór de
aankomst van den jongen surnume
rair had de dokter, ondersteund door
Julie's moeder, de ham! van het jon-
go meisje trachten to verwerven,
maar vergeefs. Thans echter werd zij,
naar men beweerde, door haar moe
der tot dit huwelijk gedwongen. De
openbare meening werd door deze ge
ruchten juist niet welwillender je
gens den dokter gestemd. Wat mij
betreft, zonder mij aan alles te sto
ren, kon ik mij toch niet ontveinzen,
dat dr. Grandeau groote voordeelen
trok uvt do veroordeeling van Johan
Goutiereen rijke erfenis en de ver
wijdering van een mededinger naar-
Julie's hand, die hij reeds bijna ge
wonnen had.
Den volgenden dag ging ik de da
mes Nangon ©en bezoek hrengen. Ik
scheen mij in het hek vergist te heb
ben en ontmoette de dames in een
laan van het prachtige park, dat de
buitenplaats omgeeft. Het eerste
oogenblik schenen zij min of meer
verschrikt, maar toen ze mijn vergis
sing bemerkten, werd ik uitgenoo-
digd binnen te komen en met de mees
te hartelijkheid ontvangen. De moe
der, een onbeduidende vrouw, klaag
de over haar hoofdpijn en 'zenuwaan
doeningen zij scheen een dier inge
beelde zieken, met wie eon geweten
loos dokter gemakkelijk spel heeft.
Wat de dochter betreft, zil was een
blondine van achttien tot twintig
jaarde trek van droevige berusting,
die over haar gelaat lag, trof mij in
het hartongetwijfeld waa zij het
slachtoffer van een zwakke moeder
en oen laaghartigen Intrigant. Ik
wilde haar helpen, haar beschermen
in de gevaren, die haar bedreigden,
aift.ii* wat kon ik voer haar doen
IL
Het gesprek ging langzamerhand
over in den onheduidenden conversa
tietoon en ik maakte mij gereed te
vertrekken, toen de deur openging en
een bosakker binnentrad. Het was
iexnnad van veertig jaar, wiens awa
re geutalte een buitengewone li
chaamskracht verriedzijn losse,
slordige kleeding bewees, dat hij hier
een dagelijksche gast wa3 ik be-
grtwp, dot ik mij bevond in tegen
woordigheid van die raadselachtige
jKJ'S-eoulijkheid, dl© ik zoozeer ver
langde te koren kennen v&a dr. Gran
deau.
Blijkbaar had hij niet verwacht in
den salon ztfuer aanstaande schoon-'
moeder een *^w<ode aan te treffan.'
Op mij maakte een hoogst onaan-,
geaamen feA-vA si in geaffecteerde
maamwo, lün valsche vleierijen en
gemaal, zachte stem vormden een
schril contrast met den harden trek,'
die om zijn mond lag.
Ik bleef dan ook slechts weinige
minuten. Juist lang genoeg om niet
onbeleefd te zijn en om eenige toe
spelingen te maken op den put in
mijn nieuwe woning, terwijl ik den
dokter scherp aanzag. Waarom ver
schoot zijn gelaatskleur, waarom
trachtte hij vergeefs de verlegenheid
te ontveinzen, die hem beving? Het
was duidelijk, dat mijn los daarheen
geworpen opmerkingen bem veront
rustten j en niet alleen hij, maar
ook Julie Nancon, die tot nu to© on
verschillig h&a toegeluisterd, sprong
op en sloeg de oogen neer, terwijl een
levendig rood haar gelaat kleurde.
Nooit vergeet ik den zonderling drei
genden blik, dien dr. Grandeau op
mij vestigde.
Ik vertrok.
Eenige dagen later bezocht ik me
vrouw Landeau. de weduwe van den
president der rechtbank. In haar huis
hadden Johan Goutier en Julie elkaii
der leeren kennen. Zij vertelde mij
dingen over de beide jongelieden, die'
zij alleen weten kon, omdat beiden
haar in het vertrouwen genomen'
hadden.
Johan was slechts voor een maand
hier geweesthij stond op het punt
ontvanger te worden en had tijdens
zijn verblijf te Saint Julien zelfs zijn'
benoeming reeds ontvangen. Daar hij
geen fortuin bezat, verzocht hij zijn'
oom de borgstelling voor hem te wil
len storten. Mijnheer Honoré had
zich gehaast de noodige gelden los te
maken en de Jonge surnumerair zou'
bij vertrek de som gelds meenemen,
die in den vorin van een pakje bank
biljetten van 1000 en 500 fr. in de se
cretaire van zijn oom berustte.
Eenigen tijd later had Johan Gou
tier op een soirée bij mevrouw Lan
deau zijn© Julie voor het eerst ont
moet kort daarna kwam hij bij zijn
oom met zijn huwelijksplannen voor
den dag, maar stuitte hier op den
hardnekkigsten tegenstand. Mijnheer
Honoré toch had door familie-om
standigheden een sterke antiphatio
opgevat tegen ieder die Nangon heet
te, en hij ging zoover, dat hij den'
jongen man dreigde, hem zijn borg
stelling te zullen onthouden en zelfs
hem te onterven.
Op den avond voor zijn vertrek deed
Johan een laatste poging om zijn
oom tot andere gedachten te brengen.;
Eerst ontstak de grijsaard in hevi
gen toornMonica, die dit gedeelte!
van het zoo hevig gevoerde gesprek
medo had aangehoord, kon niet an
ders dan hiernaar getuigen en beves
tigde daardoor haars ondanks do
verdenking, die op den jongen man
rustte.
Nadat Monica, het vertrek had ver
laten, was mijnheer Honoré echter
voor de smeekingen von zijn neef be
zweken en had beloofd, de zaak nog
eens te zullen overwegen, wat gelijk
stond met eene toestemming.
Te duidelijker bleek dit, toen d«,
grijsaard zijn neef bij zijn vertrek do
6om gelds Yoor de borgstelling wilde
meegeven. Uit een zekere overmaat
van kieschheid, weigerde Johan dit,
zeggende, dat hij de borstelling
slechts wilde aannemen tegelijk met
de toestemming tot zijn huwelijk. Hit
liet intusschen niet na nog voor het
vertrek van den trein zijne verloofdd
in kennis te stellen met de gelukkige
wending, die de zaken hadden ge*
nomen.
Nu echter begon voor den jongen
man een reeks van ongelukken. Bij
het aanbreken van den dag vond Mo>
nica haar meester dood in bed. Men
snelde naar den dokter, maar de ge
wone huisarts was op reis en zoo zag
men zich genoodzaakt den eenigen ge
neesheer te ontbieden, dien het stad-
jo bezat.... dr. Grandeau.
Deze verklaarde bij zijn eerste on
derzoek reeds, dat hier de dood door
wurging was ingetreden. Met de ge
rechtelijke schouwing van het lijk
belast, verklaarde hij verder met do
meest besliste zekerheid, dat de dood
tu8scb©n middernacht en twee uur,
moest zijn ingetreden. Om drie uur:
had Johan 't huis verlaten, om zich
naar het station to begeven en het feit
dat geen der uitgangen van het huis
ook maar het geringste spoor van in
braak vertoonde, deed de verdenking,
dat de Jonge ambtenaar zijn oom ver
moord had, voor de rechters tot ze
kerheid worden. Aan de oude dienst
bode kon niet worden gedacht. Hoe
echter te verklaren, dat Johan hard
nekkig vasthield aan de verklaring,
dat hij om drie uur zijn oom voor hot
laatst had vaarwel gezegd en deze
dus toen nog ln leven was De recht-
bank geloofde hem natuurlijk niet.
Voor mij echter, dio overtuigd wo$
van Johan'8 onschuld, bleef na do,
mededeeling der oude slechts éen uit
weg open een vreomde kan niet van
buiten af, ta het huis zijn doorge
drongen dan moet er nog eon gehei
me toegang tot de woning bestaan,
dien niemand kent. En weer drong
zich met alle kracht de gedachte oaü