mij op Er bestaat verband tusschen den geheimzinnigen put en do ploegde misdaad. Een andere zeer bezwarende getui genis voor dein jongen Goutier was de verdwijning van bet pakje bank biljetten, waarover hll tot de rech ters gesproken had. Men nam na tuurlijk aan, dat de jongeling, na zijn oom vermoord te hebben, het geld bad meegenomen. Van de verzoening tusschen oom en neef was ongeluk kig niemand getuige geweest. Mevrouw Land eau had uitgespro ken toen zij echter de hoop uitte, dat de ware schuldige nog gevonden zou Worden, mompelde ik binnensmonds „Zoek den schuldige daar, waar de .voordooien der misdaad worden noten." Zoo zacht had lk echter niet gesproken of de dame verstond mij hare oogen schitterden en zij behoef de mij niet te zeggen, wlen ook zij voor den dader hield. Een oogenblik hevig opgewonden, scheen zij Ie willen spreken, maar spoedig daarop keerde haar bedaard heid terug en na nog eenige beleefde woorden gewisseld te hebben, ver liet ik haar. Nochtans wist ik nu zeker, dat mijn vermoeden werd ge deeld. III. Twee dagen later moest ik naar ■sen bal en miste bij het kleeden een knoopje voor mijn boord ik nam eer. vaas van den schoorsteenmantel, waarin ik van allee bewaarde, schud de ze op de tafel leeg en bemerkte tus- èchen allerlei snuisterijen een in vie ren gevouwen blad papier. Nieuws gierig deed ik het open en zag lange fijem cijfars, maar plotseling duizel de ik, toen mijn oog viel op net eind cijfer. Dat was juist het bedrag der verdwenen som gelds, en dit papier bevatte de nummers der bankbiljetten die de borgstelling voor Johan Gou tier uitmaakten. Welk een vondst 1 Ik had echter geen tijd tot naden ken, stak het kostbare stuk bij mij en begaf me naar de onderprefectuur, waar ik dien avond intusschen ver van plezierige gast was. Ver strooid dwaalde ik door de zalen, toen ik in een der kamers dr. Gran deau zag zitten kaartspelen. Hij ver- Ik was verraden, minder. IV. Langs een groot-en omweg, om mijn gedachten to verzamelen, begaf ik mij naar huis en b3zocht dienzelf den avond, zoodra de straten veria ten waren, het hoofd der politie om hem met mijn ontdokking in kennis te stellen. De waardige man hoorde mij ern stig aan en verklaarde, detn volgen den dag terstond zijn maatregelen te nemen. Vreest ge dan niet, dat hij dezen nacht zal ontvluchten vroeg lk. Neen, klonk het antwoord. Ver goot niet, dat dr. Grandeau de kracht uwer bewijzen volstrekt niet kent. Van de bankbiljetten en de lijst, die gij gevonden hebt, weet hij niets, en onder deze omstandigheden zou een vlucht een bewijs zijner schuld zijn. waarvan hij niet vermoedt, dat wij het reeds in handen hebben. maar hij nW ming zóu zijn, maar 'Anderson, dié mei Nu ward ham nil.. d„u.iiu, I zich om zulke kleinigheden niet. Hij wist, dat er flink betaald was aan zijn j reeders, door iemand, die beschreven werd als „excentriek", hij wiBt, dat de boot voor twee weken was gehuurd. Meer had hij niet noodig. Welkom op de „Thetto", zei hij, I rëisï mooi op tijd, hé kapitein? I Ja, meneer. Wilt u de boot dade- Ik moest dit toestemmen en maak-1 jjjjj ])ekiiken of wachten tot te mij gereed, huiswaarts te keeren, 7Aft mij op eeus toen do commissaris vroeg Waar gaat ge heen? Naar huis natuurlijk, antwoord de ik. Maar beste vriend, hebt ge dan het varstand verloren of ziet ge vol strekt geen gevaar meer Dr. Gran deau kent u thans als zijn ergsten vijand en ge wilt rustig gaan slapen ln een huis, waartoe hij zich reeds eenmaal op zoo geheimzinnige wijze toegang heeft weten te verschaffen Ik stond verslagen en verbaasd over mijn eigen onvoorzichtigheid. Luister, hernam de ambtenaar. Ik houd mij overtuigd, dat dezen nacht het grootste gevaar u dreigt zijn pet afnemend voor het paar. Dank u, meneer, zei Griggs, ver heugd over zulk een hartelijke ont vangst. Dit is mijn vrouw, we zijn j vanmorgen pas getrouwd. Wel gefeliciteerd. Mijn vrouw vond, dat 't heerlijk rustig zou zijn aan boord van een f schip. - ""«i Griggs lachte en zijn vrouw bloosde, d!e«> .?enk,end' Na viJf mniulen had O H nrM j hij zijn plan van actie gereed. Er u, aenrii stond maar één weg open hij zou 't Nu, t is best hoor.... We zijn onschuldig bedrog volhouden, dan liever zijn vrouwtje op haar huwe- lijksreisjo verdriet aan te doen. Hij we naar I zou den kapitein gelasten, hen te lan- 1 den te Margate, onder voorwendsel, dat hij daar kennissen wilde bezoe- akelig beleefd was. oipnm aistueiu van aapiiem ai Hij voelde zich als een misdadiger I son en slapten in de politieboot. 0p Hij, die met biljetten van 82 shilling I de pier werden zo verwelkom^ door genoot van de luxe, door Iemand be- A:~ taald met 650 pond, een som. die hij waarschijnlijk nooit in zijn levon zou bezitten. En 't was zijn huwelijks mis I De stem van zijn vróuw deed hem ontwaken. Henry, wat ben je bleek en naar. Doe toch die akelige papieren weg. Griggs stopte den vrachtbrief in zijn zak. eene volksmenigte, die dé beruchte Otley's wilde zien. Verscheidene ca mera's werden goricht op het paar. Griggs luef trotsch het hoofd op, engu» *uu toen een oudo juffrouw hem begroet-1 genegenheid? te als „schurk", boog hij beleefd. ik zal dit Ze bleven in het politiebureau tot de man uit Londen kwam. Twee mi nuten later waren ze vrij. Later konden ze lachen om die hu welijksreis, maar op dat oogenblik Dat geeft een zeer harmonisch hm Vel ijk, zei hij, zonder vooroord ee» len, zonder illusie's! Charmant! U wilt dus in vollen ernst Om uw hand vragen, Anna? Z6* ker! Het vooruitzicht op een huwelijk met u bevredigt mij in elk opzicht. _0o!c ztm<^er bezit van mijy dit bezit trachten te verovei y. "viijuuiuio, luaui uy uai oogen oaTiït TH S, ,amvd' fk Sa even I vonden ze 't allesbehalve grappig, aan dek. Jij blijft zeker zoolang hier 1 - Ik kom gauw terug. Griggs stapte het dek op en neer, i«n rtpnl.-onrl Ma i. („L. C.") zee gaan? Zooals u wilt. I ken. Eenmaal aan den walvaar- -Nu, dan is het misschien beter, te wj)1 dan i Thells- v00r allij(, Hij ging naar de brug en vertelde den kapitein, dat hij voor den avond te Margate aan wal wilde gaan. Heel goed, meneer, zei Ander son, we kunnen er in twee uur zijn. Als u er niet tegen is, zou ik u liefst in een boot aan wal laten brengen. Zooals u wilt, kapitein. En wat zijn uw orders na Mar gate wachten tot we op de rivier zijn. Hij wees hun een paar gemakkelij ke dekstoelen. Wanneer vertrek u, kapitein? Ik dacht zoo vau dadelijk. Maar de andere passagiers? De kapitein lachte. U zult het rijk alleen hebban, Och kom! zei Griggs; ik had wel gehoord, dat 't slap was tegenwoor dig; maar zool Nu, des te beter. Ver-1 denk Ostende of Bordeaux (dit Ik ben nog niet vast besloten ik beeld je, lieve, met z'n tweeën. W emoésten nu maar van wal I do eenige havens op het vasteland, die Griggs te binnen schoten), mijn! maar tevens, dat we waarschijnlijk I steken, meneer, meende de kapitein; I vrouw en ik zullen vanavond beslis- loorzijn gelaat was hoogrood ge kleurd, en gemelijk wierp hij juist een biljet van duizend franks op tafel. Schijnbaar vol belangstelling voor het spel, booo; ik mij over den schou der van een tegenspeler om hem iets aan te wijzem, en wierp tersluiks een blik op het nummer van het bankbil jet. Zoodra lk mij goedschiks kon verwijderen, snelde ik naar huis, ont vouwde de lijst een der eerste num mers, die mijn aandacht trokken, was dat van dr. Grandeau's bankbiljet. Ik had zekerheid. Hij on niemand anders was de moordenaar? Maar het bewijs Van buiten kon niemand zijn bin nengekomen. Hoe dan? En weer kwam de gedachte bij mij op, door den put, die juist op zoo geheimzin nige wijze leeg was, toen de moord werd gepleegd. Den volgenden morgen bogaf ik rnij naar het stadhuis, om de archie ven te doorzoeken. Bestond er onder- aardsche gemeenschap tusschen twee huizen van het stadje, dan moest dit hier of daar uit de geschiedenis blij ken. Dagen lang zocht ik vergeefs, en reeds begonnen do monschen ta pra ten over mijn drukke archiefstudiën, toen mij een passage onder de oogen kwam, vreeselijk in haar duidelijk heid. Elf yijandelijke grenadiers, in een der laatste oorlogen voor de woede der burgerij gevlucht in den tuin van een der huizen ln de bovenstad, wer den daar ontdekt, gedood en hunne lijken in een put geworpen, die zich in den tuin bevond.... Dein volgenden gelegenheid zullen hebben don misda diger op heeterdaad te betrappen. Zeg aan uw dienstbode, dat ze de achter deur van uw huis openlaat. Ik zal met eonigen mijner mannen naar binnen trachten te sluipen zonder op zien te baren. We verbergen ons dan in den kelder en wachten af, of de dokter niet een tweede maal zal trach ten den man, die hem in den weg staat, onschadelijk te maken. Hebt ge een revolver Ja. Houdt haar dan gfreeü en nan- del volgens mijn raad. Ik zag in. dat dit Inderdaad de beste weg was, en ging naar huls, niet weinig in spanning omtrent de dingen, die dezen nacht zouden ge beuren. Nauwelijks betrad lk mijn woning,uee of Monica snelde mij tegemoet en riep J noem(je met angstige stem O, mijnheer, de put Nu, wat is er Hetzelfde geluid als toen mijn heer Honoré vermoord is I bracht ze met een bevende stem uit. Ilc opende de kelderdeur an inder daad, daar weerklonk het klagend als u mij noodig hebt. kunt u mij vin den op de brug. Uitstekend! X11J muesi nu ÜOk tegen zijn goed- De kapitein ging en tiei liet ecïit- vertrouwend wijfje de comedie vol- paar alleen met hun verbazing en vol- houden. doening over dat alleen-zijn. Met een opgewekt, nonchalant De chef-hofmeester, een man van begon hij De Goudzoeker. Door P. PURMESTER. Ik vraag u verlof, freule, uw pa pa morgen mijn opwachting te mogen maken. Mot welk doel, meneer de graaf? Zonderlinge vraag, waar ik reeds veertien dagen achtereen mijn best doe om uw gunst te verwerven! Al veertien dagen? Dat is werke lijk al een heel lange tijdl -— Mij lang genoeg om te kunnen constateeren, dat we een zeer verstan dig paar zouden vormen. Dunkt u dat? 't Is mijn beslist eovertuiging. U weet dus niet, dat u me tame lijk onverschillig bent? Tamelijk! Ziet u wel, dat is al Haar oogen begonnen te (likkeren, u bent inderdaad dapper, me neer do graaf, antwoordde ze met eeffl' lichten zweem van spot, en daar ik de dapperheid in een man acht u de Bedachte van mijn vrouw te worden niet meer geheel en vL°of?ymPathi6l<! U g<,e" me dus 1101 I irAm',* Werd P'o'seling zeer ernstig Haar lippen waren stijf op elkaar ge- Uemd .een lichte schaduw lag lus- .Chen haar wenkbrauwen, de wan gen schenen een weinig in te vallen, er ouder "it dan straks. Men scTatteT nU g"USt °P de"lg Onderzoekend en somber rustte haar MA een tijdlang op den knappen, ©enigszins geblaseerden man naast haar. Toen knikte ze even en stond Die arme Griggs had m zijn beele leven nog niet zooveel leugens ver-| teld. Hij moest nu ook tegen zijn goed- op. De graaf nam haar hand, kuste vluchtig haar vingertoppen, en wilde met haar naar de balzaal gaan. Maar plotseling stond hij weer stil, liet haar arm langzaam uit den zijne glij den en zei: - Je kunt je woord nog terugnemen, "*l Anna. Ik heb zeer veel schulden, die een bekentenis, die heel wat waarc ZOudt moeten betalen. Ik handel dus geheel en al uit egoïstische over wegingen. En als we later toch eens den weg tot wederzijdsch begrijpen niet mochten'vinden - elegant voorkomen kwam zijn instruc ties vragen. Wat heeft u aan boord? vroeg Griggs. Welke wijnen, bedoelt u? U bent bescheiden, O neen! Nu doet u me bepaald on recht aanl U bent ten minste in dit opzicht bescheiden. En waarom denkt u, dat Zc wierp het hoofd achteroi Verbeeld je, zeg I De kapitein zetI we een zeer verstandig paar zouden! antwoordde scherp: Hm. wat onzeker. De hofmeester rammelde een lange lijst af van louter fijne merken, na men die Griggs noch zijn vrouwtje ooit hadden gehoord. Geef maar de laatste, die ons te Margate af en zegt, dat df.ar tot morgen kunnen blijven O, hoe leuk wat een aardige man Dat vind ik ook. Zeg, we hebben vormen? Wel, omdat we beiden een zekere solide wereldbeschouwing hebben, omdat we geen overdreven eischen I ja, antwoordde Griggs iet-I onze bagage noodig, dus je moet dataan élkaar zouden stellen, omdat we i1 omdat we te verstandig zijn om on gelukkig te worden. Dus een verstandshuwelijk! Hij knikte. En waar blijft het hart? Wel natuurlijk ben ik door uw bekoorlijkheden geheel geënchan- j teerd, freule. weten I komen, dat de Goed, meneer. De hofmeester was het met den ka pitein eens, dat liet een raar spanne tje was voor menschen met zooveel geld. Zie je, aan ding maar weer inpakken. Toch niet alles Ja, kind. Je kunt nooit Er kon wel eens slecht weer en dan kon 't wel gebeuren, boot niet op ons wachtte. Daar kwam de chef-hofmeester waarschuwen, dat liet diner wachtte in het eetsalon. Voor Griggs en zijn vrouw was dit maal een ware beproe ving het Fransche menu, do lange lijst van wijnen en de ijskoude def-1 bedenkelijk! tigheid der bedienden overbluften Je zei immers zelf, dat ik geen illusie s had! Kom mee! Dit zeggende nam ze zijn arm en liet zich door hem in de zaal brengen. De graaf en zijn vrouw waren se dert veertien dagen op hun huwelijks reis. Het was in Parijs, Ze hadden aan de table d'hote van hun hotel het diner gebruikt en begaven zich nu naar hun kamers, ten einde zich voor de opera te kleeden. Voor Anna's deur gekomen, vroeg Een hartstocht, die in vreemde I ^aai' echtgenoot op ernstigen toon: woorden wordt uitgedrukt, ia nog niet ^fld;-rm,wIafrd8 ?riggS hen' en er'vvas geen sprake van een geluid, waarvan ik de "oorzaak" pa^ beetjeroyïai doen.°S' ze j^zoo be* I _ö,riggs ko? niita eten; had leeren kannen da handelen. had loeren kennen, de oorzaak maar ook de vreeselijke beteekenis. Kort na elkander kwamen de po- Iitie-beambten binnen en nadat Mo nica zich ter ruste had begeven, ge rustgesteld door de aanwezigheid van vijf krachtige mannen daalden we in den kelder af em wachtten. Nooit hebben de uren mij zoo 'ang toegeschenen. De diape stilte en de zwarte duisternis deden vergeten, dat. er nog anderen hier warende nood zakelijkheid, zelfs den adem in te houden, drukte mij als aan looden ka)dit ln wit lak en goud, met crème last, en reeds begonnen mijne krach- s^'®erIng- ten mij te begeven, toen ik kon Gri6g3 toonde teekenen van verras- mij te begeven, toen ik kon nauwelijks een kreet weerhouden een flauw schijnsel van licht uit den put op den muur viel. In de vreeselijkste spanning wacht- |was ten we, hoorden een zacht schuren I ja meneer, antwoordde de rangs den steenen putwand. het licht Dlechtihc,(meester eerbiedig. De werd helderder, eindelijk, daar ver-1 zijn vrouw peuzelde een beetje. 't Was een opluchting, toen ze weer naar het dek konden. Daar kreeg hij van zijn vrouw weer een vriendelijk standje, omdat hij 't zoo royaal deed, en ze legde hem uit, dat ze wel een tien ftuffet c.n een mooi Brusselsch tapijt kon had kunnen koopen voor het geld, dat hij te veel besteedde au.n de huwc- De jongelui bleven boven, tot de lijksreis. Ze wist zeker, dat die hem Thetis" bijna Southend Pier voorbij meer kostte dan hij wilde bekennen, was toen verzochten ze, dat men Nu ja, er zijn een paar extraa- hun hut zou wijzen. De chef-hofmees- tjes maar breek daar je hoofdje niet ter geleidde hen naar een prachtige mee. De pier van Margate raakte in 't zicht en de „Thetls" begon te minde- Zij vond dat ook. Een bediende kwam met het bestel-1 de en accepteerde als fooi den halven I kroon, dien Griggs hem gaf als beta- ling voor den wijn. Deze kostte tien shilling de flesch, maar hoe Griggs dat weten sing zijn vrouwtje nam alles op als van-zelf-sprekend. Dit is toch onze hut niet vroeg de passagier, die nu geheel verbluft Een vrouw, waarop men razend verliefd is, trouwt men ook niet. Zoo? En waarom niet? Omdat zoo'n blinde, hartstochte lijke liefde als een stroovuur is, freu le. Een huwelijk wordt beslist geluk kig, wanneer de liefde zich uit het 8a- menloven ontwikkelt, dan wanneer 't. samenleven op de liefde wordt ge bouwd. U philosofeert nog dus bent u nog niet heelemaal verloren. Ze antwoordde niet dadelijk, sloeg de oogen neer en een donkere blos kleurde haar wangen tot aan de sla pen. Ik heb onlangs iets zeer leelijks ren in spoed. j ÜV0r u gehoord, meneer de graaf. Meneer, zei de kapitein, de brug ITI. afkomend, daar komt een boo* naar I spitste de ooien, ons toe met twee heeren. Misschien zijn dat uw vrienden. 't Was een politieboot, en dat wist do kapitein heel best. de goudzoeker. dag vond Nicolas Hubaud, bewonerl wal. Het was dr. Grandeau. Nog éen dpr hf>np>dAn<;ffld h^f water van ziin I OOKCnblik de hooswichf at.nnd nn Han scheen éen hoofd boven d^n steenen ®ch®.1 is rechts' aIs u lets noodig|de fa($? Griggs keek angstig naar de vreem der benedenstad, het water van ziin put rood gekleurd van bloed... Mijn verdere ontdekkingen begrijpt de le zer. Ik had eeai tweede bewijs iri handen. Hoe echter kon de moordenaar door de onderaardsche verbinding, die toch vol water moe3t zijn, mijn woning bereiken Dat was een moei lijkheid, die ik nog moest oplossen, pn vastbesloten de geheele zaak tot klaarheid te brengen, begaf ik mij op een uur, dat de dokter zijn visites maakte, naar zijn woning om te trachten het geheim te ontdekken. Het huis lag verlaten en weinig moei te kostte het mij, ongemerkt den tuin gegevens, aan het archief ontleend, de put zich moest bevinden. Inder daad zag ik daar een steenen rand, ruim een halven meter boven den grond uitstekend, en mij over den but heenbuigend, trachtte ik hot ge heim te ontdekken. Ik zag een staaf boven het water uitsteken, waarvan lk de bestemming niet begreep. Bij mijne pogingen, om ze te bewegen, drukte ik de staaf onwillekeurig om laag en zie nadat ik ze ongeveer een halven meter naar beneden duwd had, begon het water te borro- Fen, het niveau daalde langzaam hef raadsel wa3 opgelost. Blijkbaar had ik door middel van een soort duiker een tweede onder aardsche gang geopend, waardoor 't .water wegstroomde, vermoedelijk naar de kleine rivier, waaraan het stadje lag. Maai- hoe kwam dan do put weer vol? Natuurlijk door do bron, die hier ontsprong en voor de beide putten het water leverde. Mijn doel was bereiktik trok de staaf weer omhoog en beschouwde bog eenige oogenblikken de wanden oogenblik de booswicht stond op den rand van den put, toen plotseling wij allen op hem aanvielen, en de com missaris den kouden loop van zijn revolver op het voorhoofd van den indringer plaatste. Een oogenblik stond deze als ver slagen. Toen zag hij rond. herkende mij en sprak met een cynisch lachje Goed gespeeld, vriend. Ik heb verloren. En zonder tegenstand liet hij zich boeien en wegvoeren. Den volgenden dag haastte ik mij de in vrijheidstelling van den on schuldig veroordeelde te bewerken binnen te sluipen, waar volgens deJ.BiJ een onderzoek ten huizo van dr. Grandeau vond men een groot deel dor borgstelling voor Goutier terug. Terwijl de moordenaar op do galei en Johan's plaats innam, vond deze bij zijn Julia vergoeding voor het heeft. Hij verdween. Wat ben je toch een goede Jon gen, Henry zei mevrouw Griggs ver rukt wat een verrassing ik had geen Idéé van zoo iets Kijk, Henry, alles in zijde Je hebt mij gefopt, hoor Dit reisje kost veel tneer dan 32 shilling retour. Deugniet. moogt k Heln Andefson mij zoo met voor den gek houden 11 - - Beken nu maar Heury protesteerde flauwtjes. Hij leek te droomen en keek verwezen om zich heen. Te vergeefs zocht hij ver band tusschen deze weelde en den prijs, dien hij betaald had voor de biljetten. Heb Je naar het nummer op de deur gekeken, lieve vroeg hij einde lijk. Laat mij de kaartjes nog eens zien. Mevrouw Griggs haalde de hut nummers uit haar beursje. Nrs. 61 en 62, las zij luid. Griggs opende voorzichtig de ka- boot Ik zal er maar niet op wachten kapitein. Ook goed. We zullen een voor u aflaten. Doch eer de Loot gereed was, kwam de andere langs zij, en weldra waren twee detectives aan dek. De een vroeg naar meneer Otley en *~!tein Anderson wees op Griggs. Otley, zei de politieman, ik *»•- resteer u wegens \erduistering. moet met die jonge vrouw dadelijk mee aan land. Griggs zweeg. Wat u zegt! Men noemt Hij boog even. Uw openhartigheid is zeker al uw uitstekende eigenschappen de schitterendste, freule. Ik begrijp u. U bent bijna even oprecht als ik. Geheel zoo! Ik maak er geen ge heim van, dat ik mijn hart het zwïj- Mag ik mee binnengaan? Hij zag niet, hoe haar oogen plot seling, maar slechts voor een oogen blik, schitterden. Toen zc het schoo- ne, bleeke aangezicht achteloos naar hem omwendde, zagen die oogen weer even vermoeid en onverschillig als al tijd. Als je mij wat belangrijks te zeg gen hebt De kleine salon, welke ze samen binnentraden, getuigde vau een bij zonder goeden smaak. De zorgemk hand der jonge vrouw had aan do luidruchtige hotelweelde een persoon lijk, voornaam karakter gegeven. Do kristallen lichtkroon, glinsterend en fonkelend, goot den koudon stroom an het electrïsch licht (loer het ge heel e vertrek tot in de uiterste hoek jes. Anna nam plaats op den sierlijken, inaar ongeinakkelijken rococcostoel, die voor den haard stond, en speelde inet haar waaier. De graaf bleef bij de tafel staan en sloeg haar van daar gade, terwijl hij, als om zich te kalmeeren, in een hoop photografieëa "zocht. Eindelijk zei liij met een gedwongen kalmte: Het is merkwaardig! Zoo pas was gen zou opleggen zou moeten opleg- j esn al vroolijkheid en geest en nu Kom, meneer, riep zijne vrouw, ees niet dwaas W ij heeten geen I wees Otley hij is Griggs wij zijn pas van morgen getrouwd, niet waar, Henrv 9 ^Houd je bedaard, kind fluistèr- gen wanneer u een arm meisje waart. Ziet u, ik heb niets geërfd dan mijn naam en de eischen van mijn U stand. Dat is het talent waarmee ik moet woekeren. Maar gelooft u, dat ik zulks kan doen zonder een rijk huwe lijk te sluiten? Mijn geld i3 dus in elk geval de hoofdzaak voor u? Pardon slechts een noodzake lijk kwaad. Overigens maken we bei de Griggs, 't is niets. Maak je niet geón slechte zaken, mevrouw de ongerust. Wij moeten ons netjes hou den. - - 0 I luistdèur en keek aan den bulten- doorgestane leed. Drie iveken na don E nlets van een nomraer vreesoliiksten nacht Tan mijn leven I fVt word hot huwelijk dor Jongelieden Ite ontaekKci. voltrokken ik behoef niet te zeggen, wie aan het brullofsmaal de eere plaats Innam. (Hzg.j Een Zeereisje. Henri Griggs en zijn aardig vrouw tje, mot wie hij pas twee uur was ge trouwd, dachten dut ze op weg waren naar Scarborough. Ze hadden 't mis. Door een licht ver klaarbare vergissing waren ze op de verkeerde boot geraakt. Griggs kon het niet helpen; hij had geen verstand van schepen, lloe kon hij het onder- Vreemd zei hij, de deur weer sluitend. Kort daarop werd er geklopt, was de hofmeester. De complimenten van kapitein Het Mevrouw Griggs echter stampvoette van ongeduld en opgewondenheid Dit maakte Griggs plotseling vastbe raden. Ik zal alie3 hij uit. Pas op waarschuwde de detec tive. en verpraat je niet. Wacht lie ver, tot je voor de rechtbank staat. De rechtbank jammerde het bekennen, barstte gravin. Ik vrees toch, dat u mij te veel bevoordeelt, meneer de graaf. Ze keken elkaar aan en lachten bei den luide en vroolijk. In een gezellig hoekje van de bal- we alleen zijn lijkt je gelaat weer ver steend. Bijna onmerkbaar trok ze de onder lip tusschen de tanden eer ze, hem aanziende, antwoordde: Zooeven amuseerde ik mij koste lijk nu verveel ik mij. Wel ik moet zeggen je bent oprecht! Een eigenschap, welke je vroe ger boven alle andere in mij wist te waardeeren, antwoordde ze vinnig. Toen was je nog niet mijn vrouw. Toen leek mij jouw openhartigheid origineel toen beschouwde ik je enkel en alleen inet de oogen vau den goudzoeker Hij stond thans slechts eenige schreden van haar af en slingerde zaai was dit merkwaardig gesprek ge-1 haar de woorden haastig en met een Anderson en dal u den vrachtbrief P rouw^e- u weten wilt, kunt vinden in de lado van de schrijf- tafel een klerk van de reederij heeft hem gisterenavond gebracht. Hier Is de sleutel, meneer O, dank u, dank u zeide Griggs nerveus. Mevrouw was zóó druk bezig met zijn, kunt u vragen bij onzen domi nee en bij meneer Potter, en.... Mevrouwtje, lachte de detective, u is inderdaad kostelijk. Maar laten I we geen tijd verbeuzelen. Kom mee j U zult zoo niet tegen mijn vrouw I spreken, lk zal er rapport van ma llet uitpakken van haar valies, dat zc kö« "ep Griggs, nu werkelijk boos. den blik van ontsteltenis in haar ega's I gelaat niet kon zien. Zij vond 't zaakje geheel in orde. Haastig opende Griggs de aangewe zen lade en haalde er een groot cou- cert uit, geadresseerd aan „W. H. die ik maar al te goed ksnde, sprak Goeden dag, mijnheer. Verward beantwoordde ik den groet en stamelde een verontschuldi ging, die dokter Grandeau echter kort afsneed met de woorden Maar beste heer, er is geen spra ke van onbescheidenheiddeze put is Inderdaad uw belangstelling waardig en ik neem u die volstrekt niet kwa lijk. Zijn vriendelijkheid belette mij ech ter niet, den dreigenden blik op te Vangen, dien hij onwillekeurig op mij wierp, toen we afséheid namen. kustboot jacht van 2000 ton en een van 3000? De schuld lag waarschijnlijk aan don koetsier, die hen naar het ver keerde duk ..:iü gereden en aan de drie zeelui, die zo op don steiger von den en die heel hulpvaardig de baga ge hadden afgeladen. Griggs volgde hen en aan de loop plank vond hij kapitein Anderson, wachtende op de twee geheimzinnige passagiers, die de „Thetis" hadden afgehuurd. Hij had nog geen Instruc- Zonder aarzelen scheurde hij het open en doorvloog den inhoud. Het was een overeenkomst tusschen de North Coast Stoomboot Maatschappij Ik heb de braceletjes (hand-1 beoien) hier, als je dat maar weet. 't Kan mij niet schelen, wat u, hebt. Waarom wilt u mij niet laten uitspreken Nu, vertel dan maar op En Griggs bekende stoutmoedig de .eschiedenis hunner vergissing. In de oogen zijner vrouw las hij vergeving. De detective begreep, dat deze suk kel niet de man kon zijn, die heel voerd. Bloeiende camelia's, laurier- boomen met dichte kronen en palmen stonden daar om een sierlijk vergulde bank, waarop men zijden kussens van lichte kleur had Een lamp met een robijnrooden bal lon goot haai* gedempt licht daarover uit. Een Indische shawl met schrille kleuren diende als portière voor den ingang, ze was half opgenomen vergunde een blik te slaan op het hel-1 j. ongewone heftigheid in het gezicht. De gemoedsbeweging dreef hem het bloed naar 't voorhoofd en in zijne oogen schitterde de gloed, waarin haat en liefde gemengd zijn. Zij bemerkte dat, en een aangena me rilling ging haar door de leden. Maar toch zei ze met de metalen stem eener verbitterde vrouw Toenmaals heb je me vernederd vernederd voor mij zelve. Zonder vooroordeelen, zonder illusie's Zoo zonden we naast elkander voortleven, hebt liet zelf gezegd. Welnu ik dore licht in do (lanszaal en het ge- j ben bezig het programma uit te voe- woel der dansenden. Anna leunde onverschillig achter over in den conen hoek van de bank, de graaf in den anderen. ren. Hij liet zich bedriegen. De harts tocht maakte hem blind en doof. Hij zag alleen haar marmerwit gelaat, hij hoorde alleen den koelen, harden Bet schoone, niet meer zoo lieel klank van haar stem. Het trillen om jonge hoofd was op den slanken hals haar mond bemerkte hij evenmin, een weinig voorovergebogen. Zwart Zeer goed f Zeer goed riep hij als het tot een zwaren wrong gevloch- h&ar j0e> ^1, dus kwaad met tis" werd verhuurd voor twee weken, alles, ook wijn, inbegrepen. De „The tis" zou aanleggen in welke haven de huurder verkoos, mits niet meer dan zevenhonderd mijlen van Londen. Zoodra. men den Theemsmond be reikt had, zou den kapitein de be stemming worden genoemd. Toen hij dit gelezen had, sloeg ties, welk ehaven de naaste bestem- Griggs de oogen in wanhoop ten ne en den heer W. H. Otley, waarbij aan Londen had verbaasd door een stou- dc-zen voor 950 pond sterling de „The- ten diefstal van 20.000 pond. Hij bc- Ho" wurH v«»".»rfi «"f-- raadslaogde met kapitein Anderson, en toonde hem oen telegram Scotland Yard politiebureau Otley en vrouw vertrokken 10 uur met stoomjacht „Thetis". Zullen Margate passeeren tegen één uur sein te stoppen en arresteer hen. Ma- sewel komt met eersten trein. U ziet wat mijn orders zijn. De zaak werd nu uitgelegd aan ien haar, waren haar oogen. De lin- karhond rustte achteloos in haar schoot, de rechter leunde op de leu- j ning van de bank. De graaf was een man van tusschen j de dertig en veertig. Van het dunbe- kwaad vergelden en mij de vernede ring betalen met interest op interest. Maar vergeet niet, dat dc toestand veranderd is. Ik ben je man Pardon Je man vopr de wet, al weiger je mij ook alles. En al heb ik ook bij haarde, fijn gemodelleerde hoofd en voorbaat afstand gedaan van 't recht. de oogen, die zoo kalm-voow^am kon den kijken, tot op do uitstekend on derhouden handen en de smalle voe-jj, lep was hij op ende op een cavalier. om een soort van genegenheid van jo te vorderen, zoo moet en zal ik toch van je eischen, dat je den echtgenoot in mij respecteertTk verbied je ooit weer den eersten den besten lafbek

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1908 | | pagina 12