RUBRIEK VOOR ONZE JEUGD 33®» ?i:: Kaatiseïs Raadseloplossingen WedstfijdiïïzendifsgeCo Hoe het woord „Kenper" in d@ wereld kwam. Zomersproeten. De Engel en hel schreiende kind. Brievenbus OAMRUBRIEK. (Deze raadsels zijn alle ingezonden* door jongens en meisjes, die „Voor Onze Jeugd lezen. De namen der kin deren, die mij vóór Donderdagoch tend goede oplossingen zonden* wor den in hel voleend nummer Wekend gemaakt). 1. (Ingezonden door J. van Vendeloo). Ik ben een vrucht en besta uit 11 let ter's. 10 11 is een maat. 4 7 8 is een dier. 5 1 is een deel van een wagen. 6 9 2 en 8 is een insect. 2. (Ingezonden door Gretha Kuyper.) Mijn eerste gedeelte Is de naam van een visch. Mijn tweede is een gerecht, Dat heel smakelijk is, Maar niet om te knabbelen. Mijn geheel is een woord, Dat nooit uit den mond Van een vrek werd gehoord. 8. (Ingezonden door Beppie Meyer). Welke vogel legt geen Bieren? 4. (Ingezonden door Sietse Roelof Beinema). Zoek hieruit een begraven plaats-in Ierland-: Cor kan altijd zijn lossen. 5. (Ingezonden door Naane Nauta). Wie gaan er op hun kop de kerk in? 6. (Ingezonden door Dina Compiet. Mijn eerste en tweede is een werk woord, mijn derde houdt het water tegen en mijn geheel is een plaats in Nederland. 7. (Ingezonden door Arle van Wes terhoven). De 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 18 14 15 16 17 18 19 zijn zeer nuttige dingen, want als er 1 2 3 4 5 is, zou da 9 10 11 3 5 16 al te 6 3 2 zijn, als er geen 12 13 14 15 16 17 18 19 waren, om de 1 2 3 4 5 te 6 7 8 9 9 10 11 18 19. De 12 3 4 19 18 4 komen dan met 7 3 14 15 16 2 9. Zij klimmen in het 11 8 13 9 en spoedig is het eevaar gewe ken. 8. (Ingezonden door Martina Bruijn). Welke mannen worden overal ver slonden 9. (Ingezonden door Dirk Boerö). Zoek hieruit een begraven rivier. Is dit jonger dan deze plant 10. (Ingezonden door Marie en Aan- nie v. Zutphen. 1 2 is een verkorte meisjesnaam. 3 4 is een rivier in Italië. 5 7 7 8 verdient men. 5 6 8 2 is een meisjesnaam. Mijn geheel is een beroemd veld heer en keizer uit den vroegeren tijd. De oplossingen der raadsels van de vorige week zijn 1. Schoorsteenmantel. 2. De klok. 3. Dominée's kinderen. 4. Katwijk. 5. Matras. 6. Kiel. '7. Roermond. 8. Archangel, appel, ram, citroen, door jouw beminnelijkheid te doen gelooven, dat ik mij ongestraft laat beleedigen Zij sloot de oogen. Op haar gelaat kwam een glans als van zalige ver rukking. Hij had haar den rug toege keerd en liep met haastige schreden door de kamer. Dat klinkt werkelijk als ja- loerschheid, zei ze met een lichten glimlach een man zonder vooroor- deelen en illusies moest toch verheven zijn boven deze fout van de groote massa, 't Heeft werkelijk iets van fijngevoeligheid Toen men je nog „de goudzoeker" noemde Noem mij ook thans zoo viel hij haar op levendigen toon in de red?. Ik ben nog altijd de goudzoeker t Een ware koorts heeft mij aangegrepen, de échte goudkoorts het verlangen Haar een rijkdom, waarbij de schat ten van je vader slechts een ellendige bedelaarsfooi zijn. Ze begreep hem niet of wilde hem niet verstaan. Blozend om de hatelijk heid van haar woorden, zet ze Het spijt me zeer, dat il< je toe- nemendèn gouddorst niet kan bevre digen. Dat werkte als een slag in bat aan gezicht. Anna1 Welk een macht van gevoelens lag in dit eene woord l Deze kreet had Zich uit zijn -ziel losgewrongen en met één slag zijn gansche binnenste ont huld. Zooals hij daar nu stond en de bekoorlijke gestalte zijner vrouw be kijkend, was het hun beiden, alsof de machtige klank van zijn stem Dog altijd door de kamer trilde, duizend voudig herhaald slechts heel lang- r.aam wegstervende als een echo in 'c- bergen. De gravin stond op. Ze wilde spre ien, maar kon het niet. Ze bleef in :c-n hoek der kamer bij een klein ta feltje van rozenhout staan en'blader- t\> in een boek. Als ze hem maar niet '(•hoefde aan te zien thans niet, nu ":n gelaat zoo verwrongen was. Hij volgde haar en sprak over haar chouder heen, zoodat zijn adem angs haar wavg- streek. Het zij zoo En verneder ik mij nog dieper voor je je zult vol ledige voldoening hebben. Den rijk dom, waarnaar ik smacht, welks droombeeld me dag en nacht ver- yolgt, ook dien kun Ja schenken. Deze goudkoorts, welke mijn levens- kraoht verteert, heet liefde Gevoel de gansche macht., waarover je beschikt en misbruik- .-He macht t Ik weet thans, dat ik mijn geluk voor goed verloren heb, dat voor mij de toover- formule verloren I*. Hij wilde zich omdraaien om heen gaan Hamburg, abrikoos, noot, gar naal, Edinburg, Leeuwarden. 9. Bergen. 10. Een rivier. Goede oplossingen ontving ik deze week van Gretha Kuypex 5. Nanne Nauta 9. Nico Twisterling 6. Gerard en Beppie Meyer 10. Marie Kolk 10. Zus Duursma 8. Dora van Steen 8. Hendrik Versteeg 4. J. Kloos 6. Betsy Kuyper 5. E en T. Frölich 10. Frans en Jo v. Egmond 10. Arie Noorloos 10. Wilh. H. Heijl 9. Truus v. d. Linden 10. Sieger Bonke 10. Cato Bonke 10. Frans Geylvoet 7. Jan Geylvoet 7. Wilh. H. Heijl 10 (van de vorige week). Wedstr ij din zendingen ontvange n van Jo Versteeg. Johan Carl Bosman. Anthonie Jansen. Dirk Scholten. Elizabeth Frölich, Ruurtje Aarts. Truus v. d. Linden. Johanna Ploeg. Door Suzanna S. de Lange. (Vervolg.) „Maar alle gekheid op een stokje, we kunnen jullie bést gebruiken. Kan je dichten Frits raapte het blad pa pier, dat Wilhelm haa weggegooid, op, scheurde het In twee deelen en gaf Gerrit en Emil ieder 'n helft. „Hier, je dicht maar over Dick, Dirkje en Jaap, wat je In je kop komt maar vooral over Dirkje, die je de „kopere" moet noemen. Snap Je? Emil aarzelde. „Nee, dat doe 'k lie ver niet, over Dick tenminste. Hij heeft me er laatst zoo fijn uit gehol pen, toen Pa zoo boos was, dat 'k wit te muizen gekocht had in plaats van cahiers." „Daarom is 't niet je bent lóf, je durft niet", antwoordde Frits scherp. Toen stoof Emil op: „leelijke klop- hamer, moet 'k je 's op je kóp klop pen Dan ben 'k klaar, hoor „Niet noodig", antwoordde Frits, kortaf. „Da's nommer twéé al, die niet mee doet. Maar 'k zal 't wel ont houden." .,Toe, maken jullie nu geen ruzie op Zondagmorgen", kwam Eduard er tusschen. „Jij, Frits, moet niet zoo hanig zijn en maak jij dan alleen ge dichten op Dirkje, EmiL" „Goed, dat wil 'k wel doen", ant woordde, Emil bereidwillig. „Frits is zeker 'n beetje boven z*n theewater" meende Wilhelm. „Nee dat is Wlmpie alléén maar" merkte Frits ironisch op, Wilhelm Daar viel het boek uit haar hand, daar keerde ze zich om en stond plot seling oog in oog tegenover hem. Welk een verandering in haar gan sche wezen. Een jeugdige frischheid was over het gansche lichaam ultge- foten, dat beefde van blijde opgewon- enheid. Haar wangen bloosden, haar oogen schitterden t Als een juichkreet klonk het van haar lippen eindelijk („N, 't N.") zeer onaangenaam in herinnering brengend, dot hij eens dol geweest was van een glas bier, dat hij „stie kem" had gekocht. Eenigen tijd werd nu niets gehoord dan het ritselen van papier, of 't ge zucht van een, die niets meer wist". Frits was de eerste, die de stilte ver brak. „Jongens, we zullen wel ge noeg hebben, dunkt me. Geef me jul lie papier maar. Dank je." Toen las hij, schrapte door, en haalde één groot vel wit papier, waar hij alles opschreef. Plechtig stond hij toon op, en las een gedicht voor van den volgenden Inhoud „Aan Keupere Dirkje. Wat kan dan toch keuperder wezen, Wat lean dan toch lcenperder zijn. Dan bij keup're Dirkje te wezen, Dan bij keup're Dirkje te zijn Jaap zei laatst eens „wel vergeef me. Wat zijn toch die boonen zout. Kan je niet wat water nemen 't Is nét of je pekel kauwt." Dirkje zei,,ga je mee wat loopen Langs meineer Duitgenius?" „Nee", zei Emil, ,,'k zie je loopen, We gaan langs Glesius." In de hei gekomen zijnde, Was ze dra het loopen moe; Ze stootte geducht heur schenen, „Lieve hemel nog is aan toe." Dick zei eens„ik laat mien scheren, Is hier geen gelegenheid?" „Ja", zei Wilhelm, ,,'k zal probeeren, Of-ie kón om deuze tijd." Wirn ging toen naar keup're Dirkje En zei tegen de keup're meid „Dick wil zich eens laten scheren, Is hier geen gelegenheid Keup're Dirkje ging niet henen. Maar zei eerst nog tegen Dick „Wel, wou uwes je laten schéren? J'hebt net zoo min 'n snor als ik Dlok was toen in woede ontstoken, Vloog op keup're Dirkje aan, Zeidat laat 'k niet ongewroken. Ik zal jou tot pul vér slaan Dirkje, ook zeer vlug ter been. Ging snel naar de kachel heen, Nam een pook al In de hand, Zei strijdvaardig: „tand om tand". Maar Dicks bloed was ai bekoeld, Hij zei kalm ,,'k wil me niet wreken, 'k Had het heusch niet zoo bedoeld, 'k Zal je later nog wel 's spreken.- Dirkje ging toen in haar keuken Maar weer werken wel gemoed. En ze zei zoo bij zlchzelve „Wat is jongeheer Dick toch goed I" Luitenant Frits Yan Haaften dacht iu 'don beginne, dat hij aan zenuw koortsen leed, maar toen de kinine die de stafdokter hem In groote hoe veelheden toediende, zonder eenige uitwerking bleef, bemerkte hij, dat het de liefde was, die hem in zoo erge mate had aangetast.... de ware Uefde, die steeds litteekens en brandplekken nalaat, wanneer het vuur gedoofd wordt. Hij wachtte zich wel de vlam men te blusschen. Het was zoo won- der-heerlijk, de lieve zon en de zachte meisjeshand te voelen. Deze liefde scheen hem zoo begrijpelijk, dat elk woord daaromtrent overbodig zou zijn. Zoo dacht Frits van Haaften, Èleonora KL had een andere raeening.- Waarom verkiauü hij zich toch niet Morgen zijn de heerlijke dagen van inkwartiering weèr voorbij de oude gewoonten in zijn garnizoen be ginnen wéér en langzamerhand zal hij mij vergeten.... Allerlei dwaze gedachten kwamen bij haar op, toen zij dezen laatsten avond hulpeloos naar de bleeke maan opzag. Misschien vindt hij mij niet mooi genoeg.... Ja, zeker, dat zal het zijn Laatst nog had hij hei over sneeuw witte, zijde-achtige huid.... en ik heb ontelbare zomersproeten. Vlug liep zij ln het slaapkamertje van haar broeder. Ben je nog wakker, Willem Jaik heb te veel maagpijn, om te slapen..... Zeg eens, heb je niet een middel om vutle vlekken op teekeningen of in opstelschriften onzichtbaar te ma< ken Ja, dat heb IK.... —Is dat goed Verbazendalleen een beetje scherp.... Zou je het mij een oogenbllk wil len leenen Jawel, neem het maar. Het (Naar het Engelsch). Hier is een fabel. Begrijpt gij er de beteekenia van „Lief kind", sprak de engel, „waar om schreit gij zoo wanhopig „O, o het is ook zoo vreeselijk I" zeide het kind. „Alle narigheid komt op de vensterbank. Maar zeer weinig gebruiken, hoor. Èleonora daoht een oogenhlik na, maakte een donkere potlood vlek op een wit Yel papier, bevochtigde het met de als water zoo heldere vloeistof en ziezij was inderdaad verdwe nen. Toen beproefde zij het met de kleine, geelachtige vlekken, die haar zacht gelaat ontsierden.... eenigszlne gerust gesteld en Vol hoop sliep ie eindelijk ln. Bij het krieken van den dag sprong ze den volgenden morgen uu haar bed. Reeds vijf uur I Om zeven uur zouden ze uitrukken Toen ze voor den spiegel haar gol vend haar zou borstelen, deinsde se van schrik achteruit. Op haar gelaat was geen zomersproet meer te zien. maar ontelbare zwarte punten. Zij zag er verschrikkelijk uit. Zoo kon ze onmogelijk in het openbaar verschij nen, nog veel minder kon ze zich aan hem vertoonen, dien zij liefhad. Op haar roepen kwam eindelijk haar moeder en beloofde haar groe ten te zulle» Overbrengen, paorop zou er dadelijk een dokter komen. Wat kunnen ln zulke gevallen groe ten en dokter uitrichten. Èleonora lag met het hoofd stijf ln het kussen gedrukt te weenen,... Dof hoorde ze het kletteren van de hoeven der paarden en den klank van de stemmen der scheidenden. De eerste smart verborg zeEen oogenblikje later zag het Jonge frtsscke kamer meisje met bloeznd gezicht om den' hoek van de deur. O... is de jongejuffrouw ziek, mag ik vragen, hoe het met u gaat? Jawel, Lize, kom tpaar binnen. Ik heb hier iets voor de jonge juffrouw. Be luitenant heeft het mij gegeven. Hij heeft aldoor naar de deur gezien of u nog niet kwam... ten laatste is hij naar boven gegaan en heeft hier iets voor u opgeschreven.,. Met kloppend hort las Èleonora zijn laatsten groet. Hij was geschreven op een in haast van een courant afge scheurd stuk papier, waarvan hij den witten ramd gebruikt had... lij ge voelde er zich gelukkig door. Een én kel kort woord stond er op: „Niet ver geten." Zij drukte het papier aan haar lip pen en lachte door haar traaem 'Als of dat mogelijk waal... Het papiertje ontgleed haar en vtel op den grond. Toen zij het opraapte sperden haar pogen zleh ai wijder pn wijder open... Zij werd bijna ppunish. achter elkaar, liè CORRIE B. Hartelijk gefelici teerd met den goeden uitslag van je examen I Ik ben erg blij voor je, hoor I Ben jo nu flink aan 't genieten van ja vacantie J. C. B. Ik vind hot heel gemak kelijk dat Je do woorden alphabetisch gerangschikt hebt. Ja, ik wil heel graag een stukje van je hebben voor onze rubriek. Heb je het al af, of moet je het nog schrijven Stuur het me in ieder geval maar, dan zal ik met veel aandacht doorlezen. hèt ook bij elkaar t En het komt allemaal j weer mee gaat doen. Ie Trijntje ziek omdat ik zoo graag goed wou zijn i geweest of eau ander zusje En heb- Ik wil veel liever slecht zijn dan ben jullie al vacantie Ik hoop, dat had Ik al dat verdriet niet I" je Donderdag veel plelzier hebt ge- „Ja, dan zou het misschien noghad en dat het Dinsdag ook leuk zal veel erger zijn" antwoordde de en-zijn I Wat een prettige dagen vlak gel. „Maar verlel mij eens, wat is er toch gebeurd „Kijk sprak het kind. „deze knot wol gaf mijne Moeder mij om op te winden en ik heb beloofd, dat ik het doen zoumaar Vader vroeg mij even een boodschap te doen, en het was bijna tijd om naar school te j gaan. En toen wilde ik de boodschap gaan doen, en loopende mijn les leeren en tegelijk de wol opwinden maar nu ben ik ln de wol verwara geraakt en 't wordt hoe langer hoe erger, en ik kan niet meer voor- of achteruit, en o, ik weet geen raad meer I" „Ga zitten sprak de engel. „Maar het is tijd om naar school te gaan", zei het kind. „Ga zilten sprak de engel nog maals. „Maar Vader zond mij om een boodschap", zeide het kind. „Ga zitten sprak de engel, en hij nam het kind bij de schouders en zette het neer. „Nu, zit stil en hij begon geduldig en langzaam de klu wen te winden. De draad zat vol lcnoopen en was wanhopig verward om de handen en voeteft van het kind het was bijna niet los te krijgen maar eindelijk was het klaar en de engel gaf het kind de kluwen. „O, ik ben u zoo dankbaar", zei het kind. „Maar ik was immers niet on deugend „Ondeugend niet, maar wel dom en dan gaat alles dikwijls even ver keerd". „Maar ik deed toch dingen, die goed waren zeide het kind. „Maar gij deedt ze op een verkeerde wijze t" sprak de engel. „Het is goed om een boodschap te doen en het is ook goed om naar school te gaan, maar wanneer ge een kluwen hebt te winden raoet ge stilzitten." i«n Bmtddfg Imae tadPMiaoi- (Brieven aan de Redactie van de Kinder-Afdeeling moeten gezonden worden aan Mej. M. C. van Doorn, Wagen- tveg 88, Haarlem). 'ANNIE en MARIE VAN Z. Ja, ik denk dat, die de meeste woorden ge schreven en het netst geschreven heb ben, de prijzen wel zullen verdienen. Zoo, vond je de optocht mooi Ik ook, hoor. Wat leuk, dat je ook nog naa? de bioscope geweest bent! Wat zal dat vreemd zijn* als je nu na de vacantie alleen naór school gaat, hè Nee, van Albertus Wagenaar heb Ik nog steeds niets gehoord. Dank je wel voor de raadsels 1 ZU9 D. Nee, je hebt gelijk, den laatsten keer waren er niet veel kin deren, die de raadsels hadden opge lost, maar dat komt omdat het va cantie is dan zijn er altiid zooveel kinderen uit de stad. Is je zusje al naar Drachten vertrokken Wat leuk dat jij er pok nog naar toe gaat 1 Veel plelzier, hoor I E, en T. F. Ik was blij, dat Ik weer eens wat van jullie hoorde en ik Vind het natuurlijk heel goed, dat je de oude dokter en beval koude, natte doeken op het heete hoofd te leggen en zware kleiomelagen op het ont stelde gericht, opdat de leelijke zwar te vlekken zich zouden oplossen. De heeren uit de buurt wanen een stemmig van oordeel* dat er met Èle onora Klaassen iets verschrikkelijks, iets hoogst ernstigs moest rijn ge beurd, Tegen haar sloegen zé dan ook niet meer den ouden, vriendelij ken toon aan. Zij was eenvoudig naar bed gegaan, toen luitenant Van Haaf ten vier weken later hun een bezoek was komen brengen* had den geheelen winter niet gedanst en wlldo eigen lijk, wanneer haar moeder niet zoo slecht van gezicht was geweest, met de aanstaande inkwartiering tegen Pinksteren op reis gaan. Hij sol het wel 109 inrichten, dat hij naar een andere plaats gaat, troost te zij zich. Maar hij riohtte het niet zoo Toen aij met haar moeder hem be groeten ging, stond hij voor baar... zog haar mét zijn goede, teedene op- gen vragend aan én stak haar de hand toe. Zij legde de bare er ntet in. Aan tafel sprak bij zonder tus- schenpoozen en liet zich zijn glos on ophoudelijk vullen. Zelfs toen WJ op stond en op aller verlangen een iled aanhief hield zij zich goed. Het was een buitengewoon treurig lied, waarin zijn smart, ten had. Zij verdroeg bet niet langer in de kamer. Duiten het park wierp zij zich !fc het frissche, jonge gras onder de bloemtrossen ran een gouden re gen. Nieis zten, niets hoorén.., had hem immers nte* kunnen vergeten, hoeveel moeite üj daartoe ook had gedaan. Toep zij zich na «en poos oprichtte, stond hij vóórhaar. Maar, Nora, Wat ié e# nu ge beurd? vroeg hij ssaeeW*, Heeft een ander mij ontnomen wat ik too toker Tie te bezitten? Snikte m hernam daarop* Oeen ander d$n gtj ftett hoeft daaraan schuld, tk houd wel van een grapje... moAr een afscheidsgroet had flaarvon tftj moeten Wijven. taW Sf,1j JAN SCH. Mijn beste gelukwen- schen met je examen Wat heerlijk, hè 't Was zeker een echte opluch ting, toen je hoorde, dat je er door was, 13 't niet? HUBERTUS B. Heb jo vandaag vacantie gekregen en is het rapport moot Ik ben erg verlangend om daar wat van te hooren f Ik vind het heel best, dat je Woensdag komt, maar ik zelf za! waarschijnlijk niet (huis zijn. Maar een boek kun je toch in leder geval wel krijgen, als je dat graag wilt. Wel, dat had ik nu heele- maal niet gedacht, dat je daar in de bergen wintergoed zou moeten aan trekken Jij wel Maar zeker zal dat na al die warmte wel zijn om een beetje op ie frissehen Wat zal het leuk zijn, als je voor het eerst een brief van kleine Annie krijgt, hè ELIZABETH S. Het speet me, dat ik je briefkaart de vorige week te laat kreeg, want toen kon ik je niet meer antwoorden. Ik denk wel, dat ik eens plaats zal hebben om je opstel in de courant te zetten dan wordt het dus gedrukt en kun je een gedrukt exemplaar aan je Tante stu ren. Vind Je dat niet nog veel aardi ger GERARD II. Nu moet ik jou toch ook nog feliciteeren met je examen. Ben je nog geëxamineerd, of ben je zonder toelatings-examen toegelaten Veel plelzier in de vacantie JAN G. Wel, jongen, wat een heer lijke dagen heb jij gehad I En nog zoo'n mooien prijs gewonnen ook Hoe doe je dat eigenlijk fiesch sprin gen Is dat erg moeilijk Kun je een Japansche vlieger net zoo oplaten als een gewone en hoeveel touw heb je er bij De groeten aan Frans. GRETHA K. Nu, je hebt een paar prettige dagen in 't vooruitzicht, hoor! Ben je al eens meer in Artis ge weest Pas maar goed op je hoed, als je bij de apen komt, anders kom je nog zonder hoed thuis I Vond Anton het boek niet mooi De groeten aan het nichtje I NANNE N. Ja, ik vond den optocht heel mooi. Had jij ook loo'n medelij den met die mannen, die den zwaren draagstoel moesten dragen? En vond staande. Hier staat het... Van uw hand: „Niet vergeten" en op de an dere zijde de gedrukte waarschuwing: ...„dat een met zomersproeten gespik keld gelaat een aanblik is, die bewon dering eu liefde doodt." Nora! riep hij. En je hebt kun nen gelooven, dat ik deze woorden in dal oogenbllk gelezen heb? ?ij knikte. Spr»k dat niet vanzelf. Ik kle het vandaag voor het eerst, mijn woord daarop... Nu moest Ik je eigenlijk den rug toekeeren. Maar *00 Irotech ben ik ntet... Ik houd te veel van je. ik bemin je te vurig. En een hartelijke kus bezegelde htm verloving. R. N. je die oudenveLschê fiet.-cti niet aar dig? Ik wens oh Cor en jou een prol- tige vacantie NICO T. M- L Herman ook mee de winkels gaan kijken Vrijdagavond? E11 h'V' laat zijn jelui toen wel naar bed - -aan? Je vond den optocht ze ker erg mooiMoest je niet hard loopen, om hem wel drie keer te zien? Hoe oud jijn de kuikentjes nu al Ik heb jo 2 weken gemist. Kom jo Woens dag weer eens aan? GERARD en BEPPIE M. Neen. Bep, zóó gauw ben ik gelukkig niet boos. Je'loopt in den zomer zeker meer bui- ton, dan dat je in huis zit te lezon Wat ga jij loch keurig schrijvenJe doet er zeker altijd erg jc best op 1 DORA VAN S. Je raadsel is heel goed en ik zal het plaatsen. Als je mooie raadsels weet, mag je ze altijd inzonden, maar ik kan niet beloven, wanneer ik ze plaatsen zal. HENDRIK V. Ja, ik ben ook wel eens in Zaandam geweest en ik viud het erg aardig. Ga je er voor één dag naar toe, of blijf je er logeeren ANTHONIE J. Je inzending heb ik ontvangen en 't werk ziet er heel net jes uit. Als je eens een boek te leen wilt hebben, moet je Woensdagmid dag maar eens tusschen 1 en. 2 uur komen. Ik hoop, dat je een prettige vacantie ln Amersfoort zult hebben RUURTJE A. Je inzending heb ik ontvangen, "t Is heel net werk, hoorl Ik vind hot best als je voortaan ook met ons mee doet. SIEGER B. Wat zijn die uitstap jes met de klasse toch heerlijk, hè. Sieger Was je wel eens naar Spaarn- darn gewandeld, of zag je het nu voor het eerst Ik ben nieuwsgierig naar je Inzending de volgende week. Is 'J'i- nus weer thuis? en hoe ziet hij er uit Jammer, dat die tijd om is, viud Ja niet, Tinus? CATO B. Ik vind het best, dat je het boek nog een week houdt. Vind j<» het mooi Ja, 't is veel gezelliger, als het heelo troepje weer bij elkaar is Ben jij ook wel eens een keer mee ge weest naar Zaadvoort ARIE N. Ja, ik vond den optocht prachtig en ik heb hem goed gezien, want hij kwam voorbij. Ik kan me best begrijpen, dat je de uitspraak van 't Fransch moeilijk vindt, muur I als je goed je best doet, zal het toch wel lukken. FRANS en JO VAN E. Wet. wat j heb jij een bttel gekregen op je ver jaardag Is je album al haast vol E11 wie stuurt Je toch al die ansichten? i Heb Je het boekje al uitgelezen en is i het mooi WILH. H. Je eerste brief was te 1 laat gekomen en daardoor blijven i liggen, maar nu is hij beter op tijd, hoor 1 lk ben biij, dat je het boek zoo mooi vindt. Kom je iu do vacantie nog ln Haarlem dan zie ik je dus mis schien wel I M. C. VAN DOORN. rla hij verteld© yan zijn leed, rt, hoé lij tam gihtal verge. Verantwoordelijke redaoteuren: H. B. LantLnga, C. E. Visse, C. H. B. Tollenaar. Oplossingen ln te zenden aan den heer B, E. Lantlnga, Barendsestr. 41. PROBLEEM No. 01. Ingezonden door aen heer J. L. Yeide te Overveen. Goed opgelost door de heeren J. F. Spanjaard, F. M. v. d. Werf, C. Serodini, Th. S. Germans, R. C. Broekmeijer, Ha J Velde, Overveen W. H d«> 1 ^.!)en- daalB. Th. Kr-.f uenua M. o P. J. Oostwouder, m n ■-n..,"-' Vijfhuizen; W. A. Z. en 11 D. Rührort. Wtt W» 85. SS, 86 aa dam of 19. OPLOSSING PROBLEEM No. W OP EEN LUCHTBALLON GESCHOTEN. Te Bratleborough moosi _r da gen een boer zich wegens u_-u zeker ntet alledaagsche aanklacht verant woorden. Hij zou op een luchtbalion geschoten eu deze op twee plaatsen» beschadigd hebben. De boei verdedig de zich met te zeggen, d.-n hij nooit couranten leest en derhalve :ii-ets wist van de jongste vorderingen der lucht scheepvaart. Hij had den ..ullon voor een kinderballonnetje gehouden eu vond het een aardig mikpunt. De rechters wilden van déze verdediging niets weten en veroordeelden den schutter tot zes maanden. „De ont wikkeling der luchtscheepvaart, meen de de rechter, is nog in haax begin eu daarom moet de schieterij op ballon nen dadelijk krachtig onderdrukt wor den." EEN EIGENAARDIGE STRIJD. De wandelwedstrijd tusschen een vleescheter en een vegetariër te Ko penhagen is een nederlaag voor de planten-eterij geworden. De vleesch eter was na den eersten dag ook des nachts doorgewandeld, aldus 90 K.M. in één stuk afleggende. Hij sliep ver- dor overdag eu wandeUL in de nach telijke koelte. De ouder, die den eer sten nacht al dadelijk een heel stuk achter was, bleef er bij, dat de mensch bestemd is, de3 daags alleen te wer ken. De eerste dogen haalde hij tel- fcons den ander bijna in, voordal deze de» avonds weer opstond. Zij schenen |aan elkaar gewaagd. Maar na 2 1/2 dog gaf de pltmteneter hot halverwege geheel op. Zijn algemeone toestand was goed, maar hij had zijn voeten hopeloos doorgeloopen. De btefstuk- eter voltooide den tocht in bijna 5 dagen, gedurende wélken tijd hij hei op een gemiddelde snelheid van ruim 70 KM. per dag bracht. Hij legde due bijna 14 uren gaans per dag af. Dé rereenlgde slagers van Kopenhageü £od*a hem e*a zilver©» eerebokaai

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1908 | | pagina 13