HAARLEM'S DAGBLAD. T ADQÜSTU81808
Stadsnieuws
Uit de Omstrekec
Binnenland
FEUILLETON
KERMISVIERDERS.
IL
.Weer met m'n kiek-toestel op hot
pad, om moment-opnemingen ta ma-
ken...
Nog eens brengen we een bezoek
aan bet theater op de Botermarkt, en
bewonderen de twee metrmeel-lnge-
w r even-mamnen, die als wasson-beel-
den dienst doen...
Nu ia 't avond en hebben eommlge
kermlsvierders wat Schiedammer
paar binnengewerkt en zijn in echte
•kermlspret-stemmtag gekomen..,
Daar nadert zoo'n collectie Jeugdige
pretmakers, die vol bewondering naar
,4e wit-gemaakte mannen kijken... Tm
begrijpen de „mop" en overleggen,
boe ze 't best en „aardigheidje" kun
nen uithalen... Een sluipt weg en
komt terug met een zak met 25 één-
eente-ollebollenl
Nu beginnen de pretmakers de was
senbeelden met oliebollen te bekoge
lden t— 't lijkt veel op het bombarde
ment van Port-Arthur!,.,
De Jongelui kunnen ook goed mik
ken, want telkens belandt een olie
bol In 't gezicht van een der beelden.
'<t Ging maar; klitsL. klitsL, klits...
25 keerl.w
De arme beelden hebben wat te ver-
lÜurenl..,
Hun mooi wit meel gezicht druipt
«an vettigheid.
En 't leelijke van de zaak is, dat ze
•bun rol als wassen beelden moeten
uitspelen... niet mogen wegloopent...
geen pijnlijk gezicht zetten!...
Daarbij komt, dat de schare kijk-
Justigen voor de tent natuurlijk ver
maak ln 't geval krijgen en braaf
lachen...
Lachen mochten de wassen beelden
ook al niet, maar... daar hadden ze
ook geen behoefte aant...
ORGELBESPELING
in de Groote of St. Bavokerk te Haar
lem, op Dinsdag 11 Augustus 1908,
des namiddags van 1 tot 2 uur* door
den neer W. Ezermam
Programma
No. 1. Preludium „Eroica"* G. B. v.
Krieken.
No. 2. Andante (1ste Symphonic),
Beethoven.
No. 3. Sonate, Ch. Fink\.
a. Allegro moderator
b. Andante.
c. Allegro risoluto.
No. 4. Marsch uit Jephta, H&ndel.
No. 5. Die Ehre Gottes, Beethoven.
HET KASTEEL DUIN- EN KRUID-
BERG.
De correspondent von do N. R, Ct.
)e Santpoort schrijft;
Kennemerland is een kasteel rijker
geworden. Het bezit van oudsher het
#lot Marquette, tusschen Heemskerk
en Gastrlcum, sinds 1612 aldus geh-ee-
ten naar Daniël de Hertaing, „heere
van Marquette in Henegouwe", als
mede het Blot Assumburg, gelegen
„binnen den Heemskerker banne om
trent te midden tusschen Beverwijk
en Uitgeest". Thans is, op een kwar
tier afstand van de veelbezochte ruï
ne van Brederode, bij Santpoort, op
het landgoed Duin- en Kruidberg een
nieuw kasteel verrezen.
Duin- en Kruidberg is geep nieuwe
buitenplaats. Het eene deel ei' van:
Do Kruidberg (Cruytbergh) was inde
Zeventiende eeuw eene bekende „hof
stede", welke in 1681 in bezit kwam
Van „Zijne Hoogheid den lie ere Prin-
»e van Orangie", die blijkens den
verkoopbrief en de (vier) qui tan ties,
Aanwezig in het Rijksarchief te 's-Gra-
.venhage voor f 30.000 eigenaar
werd. Het lijdt geen -twijfel of de
haam Kruidberg doelt op „de groote
verscheidenheid van schoone en aan
gename bloemen en kruiden, welke in
deze btreeken groeijen, en die ook het
deel van dit Bergje zullen geweest
zijn, voor dat de kunst zich te veel
met hetzelve bemoeid had." (Loosjes,
Hollands Arkadia, 1804). Reeds bij hei
•leven van den prins (stadhouder-ko
ning Willem III) kreeg de hofstede
een tweeden naam, welks beteekenis
duidelijk 1st 's Prlncenbosch. De
overlevering zegt dat Willem III er
dikwijls hooft vertoefd en dat Z. H. er
gaarne verblijf zocht. Hij hield er
geheime raadplegingen, „uithoofde
van de onmogelijkheid om er beluis
terd to kunnen worden" en besloot er
(zoo wordt beweerd) in zeker klein
vertrek tot den overtocht naar Enge
land (1688), Constantijn Huygens, de
zoon, 's Prinsen secretaris, schreef
eens in zijn journaal:
Ao. 1682 October. 8 Sat.: Ging S.
H. ooer den eten om op de Gruyt-
perg te slapen; mij belastende
doen al voor de tweede moed dat
tegens maand soude maken te
Soestdijk te wesen.
Met dien dood van Willem III (1702)
verging de glorie van den Kruidberg.
Het jachtverblijf verloor zijn vorste
lijk huisraad en raakte allengs meer
ln verval. In 1812 is het nog domein
(dat is te zeggen; staatsdomein) en
wordt dan bewoond door den Amster-
damschen heer J, G. van der Melden,
die in de stukken wordt genoemd;
„fermier d'une maison de campagne,
ayant appartenu a la maison de Nas
sau". Na 1845 komt de Kruidberg, dan
87 bunder groot, ln handen van mi
nister mr. F. A. van Hall, die reeds
bezitter Is van den Dulnenberg, Van
het oude buis van den Kruidberg is
thans weinig meer over dan een
mooie eikenhouten trap en één© ka
mer. Nu en dan komen vrienden van
geschiedkundige bijzonderheden dit
overschot bezien.
De Dulnenberg, het andere deel van
het tegenwoordige landgoed, reeds
voorkomende in eene acte van 1625,
wordt in het bekende en merkwaardi
ge werk van Yan Nidek: Het Zegen-
pralent Kennemerlant, vertoont ln 100
Heerelij ke Gezichten van doszelfs
voornaamste Lustplaetzen, adelijke
Hulzen, Dorp- en Stedegebouwen"
(1728) aldus aangeduid:
„Dulnenberg, de boschrijke lust-
plaetze van den heere Willem Hen
drik Kerckerinck, gelegen aen de hoo-
go Zantduinen, nevens het weleer be
ruchte jaght- en lusthuis, de Kruit
berg genaemt, dat sedert den doot van
zijne Brittannische Majesteit, Wilhem
den derden, zijnen luister geheel en
al verloren heeft, en genoegzaam ver
laten legt."
Ook dit Duinenberg heeft een tijd
van verval gekend. Als de latere ei
genaar mr. Van Hall in 1841 besluit
tot een nieuwen aanleg, dan Is er
niets dan eemig geboomte bij eone vin-
kebaan. Den bouw van een nieuw
huis en den aanleg der partijen
draagt de minister op aan een Engel-
scben architect. Een paar jaren later
koopt hij den Kruidberg aan, voegt
dit oude jachtverblijf bij den herboren
Duinenberg en geeft aan het geheel
den passenden naam van heden: Duin
en Kruidberg.
Do tegenwoordige eigenaar, de heer
J. T. Cremer, oud-minister van kolo
niën, heeft vlak tegenover het in 1841
gebouwde huis, aan den voet der dui
nen Ln reaaissance-stijl eene huizing
doen verrijzen, welk© den naam van
kasteel ten volle verdient. Het indruk
wekkende gebouw, dat vóór cf op 1
April 1909 geheel voltooid inoet wor
den overgeleverd, is ontworpen door
de Haagsche architecten J. J. en M.
A. van Nieukerken.
Boven bosch en duin verheffen zich
de beide torens. De hoogste van beide
•reikt tot dertig meter boven den
grond. De andere, de zoogenaamde
diensttraptoren, met lift, is 21 meter.
Een paar cijfers geven een indruk
van de afmetingen van dit rijk kas
teel. De frontbreedte bedraagt 47 me
ter. De hal is 9.50 bij 8 M., de eetzaal
9.70 bij 7 M., de blllardzaal 15 bij 7.70
M, Langs boudoir, salon en blllard
zaal loopt, ter lengte van 29 M., een
9.50 M. breed terras, met trappen, die
naar den vijver leiden. Er zijn onge
veer zestig kamers, zalen en vertrok
ken. Naar de elschen van dezen tijd
zijn in het kasteel aangebracht: ïieete-
luchtvorwarming, warm- en koud wa
terleiding, electrlsche verlichting,
clectrische stofzuigmachine, liften,
telefooncel enz. Door electrische be
weegkracht wordt het water uit Nor-
tonpompen beneden bi bet bosch op
gewerkt naar de reservoirs ln het hoo
gs duin, vanwaar het, gezuiverd, af
geleid wordt naar het kasteel, de
moes- en bloemtuinen, de grasperken
en de fontein. Zoodra de bouw, die
reeds anderhalf jaar aan tal van ar
beiders werk geeft, ls voltooid, zal de
aanleg van de buitenplaats naar de
opvatting van den tuinarchitect L. A.
Springer, uit Haarlem* worden ver
anderd,
In de omgeving van Haarlem ver
blijden zich velen over het ontstaan
van dit kasteel, dat van Kennemer-
land «en sieraad zal boeten en onder
ds grootsche buitenverblijven in Ne
derland <ter dego zal mieetellen, De
heer Cremer, die, evenals zijn ambt
genoot en voorganger, minister Van
Hall, veel van het buitenleven houdt
en als deze een zeer werkzaam leven
leidt (ook nu weder'als president van
de Nederlandsche Handelmaatschap
pij), vertoeft jaarlijks zoo lang moge
lijk op Duin- en Kruidberg. Met name
des Zaterdags geniet hij er volop van
het stille, wijde duin. Algemeen ver
wacht men dan ook, dat hij en zijn
gezin, thans officieel woonachtig te
Amsterdam, zich hier later duurzaam
zullen vestigen. Ook vertrouwt men,
dat de vrije wandeling op het, door
herhaalde uitbreiding, 500 hectaren
groote landgoed zal blijven bestaan.
Aan wie zich voorneemt de fazanten
niet op te jagen, van de aangegeven
paden niet af te wijken en geen stroo-
perswork te verrichten, wordt op ver
zoek door den secretaris gaarne een
wandelkaart afgegeven. Een bezoek
aan Duin- an Kruidberg is zeer aan
te bevelen: om den zeidzamen (eigen)
weg naar de zee, om de heerlijke, be
groeide duinen, om de bloemen en die
ren in het duin, en nu voortaan ook
om het kranige huis, bet nieuwe
kasteel in bet mooie Kennemerland.
Wie het oude huis van minister Van
Hal nog eens verlangt te zien, heeft
den tijd tot het volgend jaar, maar
niet langer. Want is het kasteel dooi
de iamilie Cremer betrokken, dan
wordt het nu door baai* bewoonde
huis van 1841 afgebroken.
Majesteit zich inlicb-
DE KONINGIN-MOEDER OP DE
TENTOONSTELLING.
Woensdag heeft Koningin Emma
een bezoek gebracht aan de tentoon
stelling „Voor het Kind" te 's-Graven-
bage.
Begeleid door den voorzitter van de
commissie van uitvoering, den beer
J. D. Ros en mej. A. G. Dyserinck,
ving de Vorstin een rondwandeling
door de verschillende zalen aan, een
rondwandeling van ruim anderhalf
uur, want het bleef niet bij het wer
pen van een vluchtigen blik op het
tentoongestelde, maar tot bijzonderhe
den liet Hare
ten.
Bij haar binnentreden in de con
greszaal werd Koningin Emma ver
welkomd met vroolijk kindergezang.
Eerst zongen de kinderen onder lei
ding van den heer Van der Laan bet
Wilhelmus van Nassau we en daarna
vertolkten de kleinen in hun gezang
dat, hoe prachtig ook de vacanüe is,
zij gaarne hier naar toe waren ge
gaan, omdat de arbeid, hier gedaan,
bet heil der jeugd beduidt
Ten slotte zongen de kinderen Hare
Majesteit een welkomstliedje toe.
De Vorstin was blijkbaar zeer inge
nomen met de alleraardigste verras
sing.
Op de binnenplaats woonde de hoo-
ge bezoekster een openbare gymnas
tiekles bij. De stokoefeningen van de
meisjes en de vrije oefeningen van de
jongens schonken der Vorstin, die
met Haar gevolg op bet bordes had
plaats genomen, veel genoegen, en
vriendelijk glimlachend dankte Zij de
jongelui voor hun driewerf herhaald
hiep, hiep, hoera I
Later, in een der bovenlokalen volg
de KoningLn Emma met belangstel
ling een les ln handenarbeid in de
practijk, door leerlingen van de scho
len van de heeren Ligthert en Van
der Laan.
Zooals gezegd, óveral legde H. M.
de grootste belangstelling aan den
dag. Vooral ook de leermiddelen enz.
in het belang van het achterlijke kind
trokken in hooge mate Hare aan
dacht.
Na zich na afloop nog eenige oogen-
blikken in 4e bestuurskamer met de
commissieleden te hebben onderhou
den, verliet H, M. het gebouw.
Bulten stond een talrijke menigte,
niet wachtensmoede* om Haar harte
lijk toe te juichen.
ONDANKBARE PATIëNT.
Ongeveer 14 dagen geleden werd,
zoo meldt de „Tel." een Dultscher,
ernstig ziek, opgenomen in de R.-
Katholieke Ziekenverpleging te Am
sterdam, Hij werd natuurlijk met
veel zorg verpleegd, nacht en dag
werd bij zijn sponde gewaakt, tot hij
eenige dagen geleden door den dokter
genezen word verklaard en ln zijn
huiskleeren in den tuin mocht wande
len.
De Dultscher nam er een goed leven
van, liet zich door wijn en Lekkere
schoteltjes aansterken, tot... bij plot
seling den aftocht blies, zonder ie
mand vaarwel te zeggen. En het erg
ste, hij vergat blijkbaar nog onder
den invloed van zijn ziekte de re
kening te vragen.
's Avonds miste men hem eerst op
bet appèl. De le klasse patient heeft
sedert niets moor van zich laten hoo-
rent
EENHEID VAN TUD.
Naar aanleiding van de a.s. invoe
ringvan eenheid van tijd voor het ge-
heele land komt een correspondent
van de „L. Crt." er aan herinneren,
dat men lot nu toe op het platteland
ec aan gewoon is. voor ieder dorp
een eigen tijdregellng op na te hou
den. Deze regeling is gewoonlijk ge
heel overgelaten aan den klokkenist.
Dewijl sommige torenuurwerken niet
secuur loopen, heeft men vaak ln
plaatsen, die vlak bij elkaar liggen,
10 30 minuten tijdsverschil. Wan
neer nu binnenkort de Amsterdam-
scbe tijd als eenheid van tijd inge
voerd wordt* ware het zeker wensche-
lijk, zegt de correspondent, dat de
plaatselijke tijden vervielen.
NEDERLAND OP DE BELGISCHE
TENTOONSTELLING.
De oud-minister De Marez Oyena
bracht in zijne kwaliteit van commis
saris-generaal van Nederland voor de
Belgische tentoonstelling in 1910, een
bezoek aan Brussel.
Z. Exc. was vergezeld van den
heer W. Kromhout Czn., architect te
Amsterdam, en den heer J. A. Frede-
rlks, lid van de Rijkscommissie tot
het opmaken en uitgeven van een in
ventaris en eene beschrijving van de
Nederlandsche monumenten van ge
schiedenis en kunst.
Het doei van dit bezoek was, naar
men ons mededeelt, de terreinen,
waarop de Belgische tentoonstelling
zal verrijzen, te bezichtigen en eene
keuze uit de nog onbesproken terrei
nen voor het Nederlandsche paviljoen
te doen.
De heeren Werden ontvangen door
den hertog van Ursel, den commissa
ris-generaal van België en den graaf
Adrian van den Burch, directeur-ge-
neraal van do tentoonstelling, welke
heeren de Holiandsche zaakgelastig
den verder begeleidden en voorlicht
ten, Er werden namens de Nederland
sche commissie twee terreinen bespro
ken. De afzonderlijke Holiandsche af-
deeling zal 10.000 M2. beslaan. Hier
onder is dus niet begrepen de plaats
ruimte, door de Nederlandsche fa
brikanten in de afdeeling machine
rieën en werktuigen in te nemen.
LEERT UWKINDEREN ZWEMMENI
Veroorlooft ons een paar woorden
te zeggen naar aanleiding van het
diep treurig bericht in uw nummer
van 27 Juli aangaande het verdrinken
van twee jonge me&schen in het Eeans
kanaal.
De natuur la wreed in vele geval
len; soms schijnt zo slechts wreed te
zijn en is de schuld toe te schrijven
aan kortzichtigheid, niet van de toe
vallige slachtoffers, maar van de
groote massa, of liever van diegenen,
die de groote massa moeten leiden.
Voor zoover mij bekend, kan elk vier
voetig dier zwemmen; met eenige
moeite en leiding kan ook de mensch
zich dat spoedig loeren. Maar, is het
niet heusch een groote schande, dat
in ons w ater 1 Eind meer dan 75
misschien wel 90 van alle men-
sohen niet kan zwemmen? En Is het
niet een allertreurigst iets, dat b.v.
bij de eohlppersbevolking vaak met
eenige trots fl) wordt geconstateerd,
dat men mei het natte element niet
vertrouwd is?
Aan wie de schuld van zoovele kost
bare levens? Aan lichamelijke onge
schiktheid ligt het zeker niet, maar
hebben niet de meestsu van ons Hol
landers watenrees? (vaak in den
meest ultgebreiden zin van 't woord).
Van hun prilste jeugd af moet de
kinderen het groote nut en de drin
gende noodzakelijkheid van te lemen
zwemmen, worden ingeprent, In elk
geval behoorde men alle soldaten
grondig zwemonderrlcht te geven,
maar van nog veel meer belang en
nut zou het zijn, indien men, even
als in Zweden, school-zwem-cur-
sussen ging instellen. Groote kapita
len zijn daarmee niet gemoeid en het
nut is onschatbaar.
Elk kind moet leeren inzien, dat 't
een schande is niet te kunnen zwem
men, maar eerst moeten dan de ou
ders Inzien, dat het een onvergeeflij
ke nalatigheid is, hun kinderen geen
gelegenheid te geven en hen niet te
dwingen, zich aan het natte element
te gewennen. Ieder moet begrijpen,
dat de Zweedsche zwemspreuk: Zwem
kunst geeft gezondheid, kracht en
moed, waarheid bevat. En dan, welk
een goed ding, ons volk aan waterge
bruik te gewennen.
Waar zijn diegenen, die zich deze
hoogst gewichtige zaak, waarop merk
waardig genoeg, bijna nooit de aan
dacht wordt gevestigd, ter harte wil
len nemen?
(P. Gr. Ct.)
DE HAAGSCHE POLITIE-
QUAESTIE.
De burgemeester van Den Haag
heeft (gelijk we reeds meldden) den
hoofdinspecteur van politie F. R. N.
Lelyveld, wiens naam in den laatsten
tijd vaak genoemd is in verband met
dien van vrouw Führop (Duitsche
Greet), met ingang van gisteren uit
den politiedienst ontslagen.
„Het Vaderland" merkt naar aan
leiding. van dit blijkbaar niet eervol
ontslag op
„Na de bij de jongste troebelen be
kend geworden gedragingen van de
zen gewezen hoofdambtenaar, was
hij in het politiekorps niet meer te
handhaven. Dat eerst nu ontslag volg
de, nadat te voren een mildere straf
van twee maanden inhouding van
traktement was opgelegd, kunnen wij
ons alleen verklaren uit een verlan
gen van den burgemeester, om de re
sultaten van het gehouden justitieel
onderzoek af te wachten vóór aan de
gepleegde misdragingen definitieve
gevolgen te verbinden. Blijken moet
nog, of het politleschandaal met de
zen maatregfl zal zijn afgedaan."
BLOEMEN OM HET DAM-
MONUMENT..
Naatje Eendracht komt ln d'r bloe
mentuin.
Vanmorgen is er een begin ge
maakt met het aanbrengen van deze
Idyllische versiering aan juffrouw
Eendracht's 6teenen voet.
Tot twaalf uur was er één kruiwa
gen aarde en een halve kruiwagen
bloempotscherven in het bekken ge
stort, waarin voorheen bij Hoogst
feestelijke gelegenheden het water uit
de leeuwenkoppen neerklaterde.
Is de vruchtbare bodem er eenmaal,
dan worden er palmen en bloemen
geplaatst. Maandag zal deze versie
ring gereed zijn.
Nu men op deze wijze den Dam gaat
verfraaien, krijgen de prijsvraagin-
zondere, die op het Damplein bloe
men en perken en een standbeeld bo
ven op tramwachthuisjes ontwierpen,
mogelijk kans, dat hun curieuse
denkbeelden nog ten uitvoer gebracht
worden, maar met dat al heeft Naatje
Eondracht haar verloren arm nog
niet terug.
EEN ZONDERLINGE SCHRIJFFOUT
In het publicatiekastje van een der
gemeenten in N. Br. kan men de na
volgende „bekendmaking" lezen: „Do
Burgemeester van... maakt hekend,
dat onderstaande verlofgangers op
den len Augustus overgaan naar de
landweer en herinnert hen hierbij om
zich ter secretarie aan te melden voor
15 Augustus e.k. en hunne z a k-
D o e k j es mede te brengen.
Onze Lachhoek.
GALANT.
Schoenhandelaar, bij wlen een
mooie, Jonge dame een paar laarsjes
heeft gokoéht: „Kan Ik u misschien
nog met een andere kleinigheid die
nen?"-
DE GRENS.
„Neen," zei de hoofdredacteur, „we
kunnen uw verhaal niet gebruiken.
Het ls te oorspronkelijk."
„Wat", zei de schrijver, „ik dacht
Juist, dat dit een aanbeveling was."
Jawel, maar wij trekken de grens
bij de spelling."
KOST NIET VEEL.
„Deze japon past niet bij mijn
teint, ik moet een andere hebben.''
„Alweer meer uitgaven, die toilet
ten zullen mij ruïneeren."
„Domoor, ik bedoel niet een andere
japon, maar een ander teint".
ONGEWONE UITLEGGING.
„Tijd is geld," zei de student en
bracht zijn horloge naar de lommerd.
UIT DE KAZERNE.
Onderofficier; „O zeker, iedere sol
daat draagt de maarschalkstaf ln den
ransel, maar het pootsgocd vergeet
de stommerik in te pakken,"
BLOEDVERGIFTIGING.
Te Zundert is aan bloedvergifti
ging .overleden de heer Pillot, wijn
handelaar, broeder van don burge
meester van Zevenborgen. Bij hei
openen eenerflescb, had hij zich aan
de hand verwond.
EMIGRATIE NAAR CANADA.
De Minister van Buitenlandsche
Zaken brengt ter kennis van hen, die
naar Canada zouden willen emigree-
ren, dat aldaar op dit oogenblik
slechts behoefte is aan ervaren land
bouwers, die eene hofstede kunnen
betalen of land koopen, alsmede aan
vrouwelijke dienstboden.
Naar spoorwegarbeiders is geduren
de dit seizoen geen vraag meer.
BARBAARSCII.
Te Warmond is oen ongehuwde
moeder, de 20-jarige C. Heemskerk,
gevankelijk naar Den Ilaag vervoerd,
omdat haar pasgeboren kind is ver
dwenen. De 25-jarigo V. aldaar
wordt verdacht het kind in een
kookfornuis te hebben verbrand. Hij
werd ook door den rechtcr-commissa-
ris gehoord.
HENGELAARS.
De Friescke wateren worden in de
zen tijd weer druk bezocht door
vreemdelingen, vooral door amateurs-
visschers. Ditmaal komen de heeren
niet bedrogen uit, wanneer ze zich
veel hadden voorgesteld van de visch-
rijke Frlesche wateren.
Te Grouw werd zelden zooveel baars
met den hengel gevangen als in de
laatste dagen. Zoo zag men Zondag
ICO stuks, die twee personen in 3 uur
tijds hadden bemachtigd. Dat getal
zou ongotwijfel veel grooter geweest
zijn, indien het den visschers niet aan
het noodige aas had ontbroken de
voorraad wormen was verbruikt.
Een paar heeren uit Arnhem, daar
logeerende, vingen in twee dagen 270
baarzen.
De aangehaalde voorbeelden zijn
slechts twee uit vele. Verhalen over
emmers en netten vol hoort men bij
menigte eu er is meestal geen over
drijving in het speL
NEDERLAND EN VENEZUELA.,
Reeds vaak is sprake geweest vaar
deai brief van onzen minister-resident
Do Reus, in het orgaan van „Hou en
Trouw", waarin de president van Ve
nezuela aanleiding tot do uitwijzing
van den heer' De Reus vond.
Deze brief luidt als volgt
Caracas, 0 April 1908.
Mij refereerendo aan uw schrijven
van 26 Februari j.L, spijt hot mij
uwe vereeniging te moeten melden,
dat tegenwoordig wel allerminst de
tijden iiier gunstig zijn voor den
handel. Het regeringsstelsel van
den tegenwoordige», sedert 1899 vrij-
wol dictatoriaal heerschonden presi
dent, dat economisch op het schep
pen en naderhand op grond van al
lerlei spitsvondigheden op 't vernie
tigen van monopolies uitdraait, heeft
het land zoo goed als geruïneerd. Do
eenige lichtstraal ln deze duistere tij-
Naar het Engelsch,
door
Krthur W. Marchm'öht.
281
Purvis was een duivelachtige
schurk, vervolgde de heer Ringrose,
en was voortdurend bezig mij allerlei
verhalen op te disschen, om zijn eigen
misdaden te verbergen.
Illj zweeg even om na te denken.
•—Ja, toen kwam de crisis. Er werd
©en groot bedrag aan geld uit mijn
kantoor gemist tusschen twee- en
drie honderd pond en ik moest mij
daardoor heel wat ontzèggonhet
was in die dagen voor mij een groot
verlies. Ik ondervroeg iedereen, en
zwoer, dat ik een vervolging zou in
stellen, totdat Ik het geld terug nad.
Ik herinner mij, dat Parmentor in
dien tijd uit was, en Purvis stelde mij
;voor, alle lessenaars van de klerken
na te snuffelen. Ilc deed het en vond
ongeveer twintig dertig pond ln ^én
lessenaar van Parmenter verborgen.
Juist op dat oogenblik kwam hij bin-
non en werd zoo bleek als een doek,
toen hij mij in zijn lessenaar zag kij
ken en ik hield hem dadelijk voor
don dief. Natuurlijk deed ik dat. U
begrijpt, er was zooveel reden voor.
Niet waar vroeg hij, als wilde hij
zich nog tegenover Olive excuseeren.
Ga voort, als 't u belieft, mijn
heer Ringrose, riep Olive, bleek en
zeer opgewonden.
Wees niet bang, kind. Uw vader
had er niets mee te doen gehad. Het
was niets dan een vergissing van mij
en een schurkenstreek van Purvis.
O, Goddank I
Parmenter beweerde, dat hij on
schuldig was, en zei, dal hij alleen
geschrokken was, omdat er brieven in
zijn lessenaar waren, die hij niet
graag in handen van anderen wenBch-
te te zien. Ik geloofde hem nieten
omdat ik er niet in kön berusten, het
geld te verliezen, gaf ik hem de keus,
om terug te geven wat hij genomen
had, of voor de rechtbank te ver
schijnen. Hij deed dien dag zijn
uiterste bes£, achter de waarheid te
komen en kwam 's avonds bij mij, om
mij te vertellen, dat het hem niet ge-
lukt was.
Hij kon zijn onschuld niet bewijzen,
en smeekte om tijd, er bij voegende,
dat hij het geld zou terug botalen, als
hij den dief niet kon vinden. Ik was
hard later heb ik dat Ingezien. Ik
zei, dat lk hem den volgenden mor
gen ln hechtenis zou laten nemen. Ik
deed het niet en geloof niet, dat ik het
ooit gedaan zou hebben, omdat ik hem
wel mocht lijden en in den grond van
mijn hart vertrouwde. Maai' ik heb
hem nooit weergezien.
Ik ben er van overtuigd, dat hij
onschuldig was. Hij was de verper
soonlijking van eer, verklaarde Olivo.
O, dat weet ik nu ook. Die
schurk, Purvis, heeft alles cp zijn ge
weten. Hij bestal mij rechts en links
en eindelijk, toen ik hem vervolgde,
kwam alles uit en hij bekende. Hij
was zoo slim als een vos, en het
laatst, dat ik van hem geboord heb,
was, dat hij weer in hechtenis was
genomen en gestraft werd mét twin
tig jaar dwangarbeid. En hij verdien
de iedere minuut daarvan. De eenige
fout van uw vader was, dat hij ver
zeild raakte in dat slechte gezelschap.
Een paar jaar later schreef hij mij,
nogmaals zijn onschuld betuigende
en hij zond mij de geheelé som, die
was weggenomenen bij drio latere
gelegenheden zond hij mij een gelijk
bedrag. Ik deed alles wat in mijn
macht was, om achter de waarheid to
komen, maar kon niet te weten ko
men, waar hij was.
Ik zou wel willen, dat u meer
succès had gehad, zei Olive, met tro
nen in de oogen. Ik ben er van over
tuigd, dat zijn laatste dagen vergald
werden door die oude zaaken zij
vertelde hem. wat 6* gebeurd was iu
de weck vóór den dood van haar va
der.
Het was mijn schuld niet, dat hij
't niet wist. lief kind, dat verzeker ik
u. En wat het geld betreft, het heeft
altijd apart gelegen, klaar om terug
gegeven te worden, als ik hem ooit
mocht terugvinden. Nu hij er niet
meer is, Is het natuurlijk voor u.
Het bewijs van zijn onschuld is
het beste nieuws, dat ik in dagen ge
hoord heb, yerklaarde Olive, door
haar tranen heen glimlachend en
toen zij de vreemde geschiedenis te
genover Jack en mijnheer Casement
herhaalde, was haar hart lichter, dan
het na haars vaders dood nog ge
weest was.
Zij waren niet geslaagd in hun on
derzoek. Samen hadden zij mevrouw
Merridew ondervraagdmaar zij
was hén met een stalen voorhoofd te
gemoet gekomen, bewerende, dat zij
niets wist van hetgeen men met be
trekking tot Olive nad gedaan.
Bedenk, dat ik niets van haar
leven weet. Ik hoorde of zag nooit
lets van haar tot mijn komst te Bel-
borough, verklaarde zij met een air
van beleedlgde onschuld. Ik vond
haar in moeilijkheden hier ln het sta
tion en stak de vriendenhand naar
haar uit. Integendeel, voor zoover lk
weet, sprak de oude vrouw Tisley de
waarheid en toen de doktoren een
certificaat afgaven, flat «y krankzin
nig was, wat kon ik toen doen? Breng
die vrouw hier en de anderen, die er
bij waren ilt denk, dat een advocaat
als Mr. Mathers gemakkelijk gevon
den kan worden en zij zullen het-
zolfde zeggen als ik. Ik zou nu wel
willen, dat ik de moeilijkheden aan
het station haar gang maar had la
ten gaan.
U zal dat nog vaak genoeg wen-
schen, vóór dat wij met elkaar heb
ben afgerekend* mevrouw, zei Jack
woedend.
Maar mijnheer Casement bracht
hem tot bedaren.
De zaak zal natuurlijk grondig
onderzocht worden, zei hij. Daar is
bijv. het ernstige punt van de valsche
tolegramraen on den zoogenaamden
speoialiteit,
Ilc kan alleen zoggen, dat lk al
les zal doen, wat in mijn macht staat
om u te helpen, was het antwoord,
met de grootste bedaardheid gegeven,
ik was volkomen door de omstandig
heden op een dwaalspoor gebracht.
En ln weerwil dat hij al zijn krach
ten Inspande, mijnheer Casement kon
niets meer doeD. De zoogenaamde
advocaat, de gefingeerde specialiteit
waardoor Dr. Larkhall zich heele-
maal had laten overrompelen en
vrouw Tlaley, ja, zelfs de menschen,
die de kamers zoogenaamd aan me
vrouw Merridew verhuurden, waren
verdwenen en konden niet worden op
gespoord.
Jack noch de notaris twijfelden er
een oogenblik aan, of alles was door
mevrouw Merridew "op touw gezet.
waB te weten gekomen, dat Olive iq
Sheffield zou komen, en had voorut
haar regelingen getroffen.
Maar het was alles zóó slim over
legd, dat haar rol er in volkomen
verborgen was gebleven en toen de
anderen als sneeuw voor do zon ver
dwenen waren, was er absoluut geen
bewijs van haar medeplichtigheid.
Daarom moesten zij voor 't oogen*
blik da zaken in handen van Mr.
Ringrose stellen en stil afwachten.
Ook hadden zij in 't minst geen succes
met betrekking tot den aanslag in de
spoorwegcoupé. De spoorweg-autori-
teiten deden hun uiterste best, om
don man le vinden, maar zonder re
sultaat en het geval werd gevoegd
bij het groote aantal niet ontdekte
spoorweg-mysteries,
Olive echter voelde zich zóó ver-
ruimd, dat de naam van haar vader
was 6choon gewasschen van de be
schuldiging van misdaad, dat zij
nieuwe moed kreeg en tameLiJk on
verschillig was over het mislukken
van Het andere onderzoek.
(Wordt vervolgd).