Kerk en School
üe Folteringen van
Indigestie.
Koloniën
Letteren en Kunst
Stoomvaartberichten
ïerL, die Venezuela 'doormaakt, is de
fnoogero prijs van de cacaodit ia
'échter lang niet voldoende, om de
jrepubllek de toekomst hoopvoller te
gemoet te doen gaan.
Een goed deel van den Importhan-
del een ook export zit ln Venezuela in
de handen van. Duitschers. die hun'
Èuropeesch personeel in Europa,
meestentijds in Hamburg, engagee-
ren. Doze jongelieden komen da' op
een contract voor drie jaren uit, na
afloop, waarvan zij óf teruggaan, óf,
al naar mato van geschiktheid, voor
uitzichten krijgen, om vérder te ko
ren. Deze jongelieden komen dan op
de ook wel Jongelui aan, dat zijn
bijna alleen hier geborenen of Cura-
gaonaars. deze brengen het echter zel
den ver, daa,r het den gTOOten Duit-
ichen firma's er veel aan ligt, steeds
nieuw Èuropeesch bloed in de kanto
ren te brengen, ten einde den geest
van energie niet te doen inslapen.
Ik ken de chefs van do verschillem-
do groote firma's hier bijna allen per
soonlijk. en spreek dikwijls met hen
over zaken ;ik geloof echter niet,
dat, vooral onder de tegenwoordige
omstandigheden, er aan plaatsing
van Nederlandsciie jongelui van Ne
derland uit direct oogenblikkelijk
moet gedacht warden men doet al
les, om de onkosten te verminderen,
en verschillende minder krachtige
handelshuizen, diie vroeger met Èuro
peesch of Amerikaansch personeel
werkten, doen zulks tegenwoordig
met inboorlingen of Curagaonaars,
die met minder tractement tevreden
zijn, ofschoon vooral de eersten min
der presteeren.
Aan den importhandel wordt bo
vendien tegenwoordig een wanhopi
ge concurrentie aangedaan, vooral in
den invoer van alles wat het textied-
vak en galanteriën aangaat, door de
zoogenaamde Turken en Marokka
nen, die een kramerijhandel tot in
de afgelegenste gedeelten der repu
bliek drijven en tengevolge van hun
zeer geringen levensstandaard de
verdiensten zoo klein doen zijn, dat,
om te kunnen blijven staan, de groot
handelaars hunne winsten tot een
minimum moeten neduceeren.
Komt daarbij nu nog de onzekere
politieke toestand, zoowel binnen
lands als buitenlands en de geringe
welvaart, dan is het hier te lande wel
een ieder duidelijk, dat tegenwoor
dig van aanneming van Èuropeesch©
employé's wel weinig sprake is.
Zoolang de tegenwoordige regeering
aan het roer blijft, kan van eene her
leving van handel geen sprake zijn,
want het is niet te verwachten, dat
de tegenwoordige president na de 9
jaren, die hij nu vrijwel dictator is,
zijne wijze van regeer en en zijne po
litiek tegenover het binnenland en
buitenland zal veranderen. Degenen
dan ook, aan wie het niet gelukt,
door bemiddeling van de Hamburg-
sche filialen dei- Venezuela-impori-
huizeu een plaatsing hier te lande te
verkrijgen, en die hopen, alleen op
grond van voldoende tehuis met al
lerlei kennis toegerust te zijn, eene
betrekking alhier door middel van
briefwisseling te verkrijgen, zullen
beter doen, hunne oogen naar andere
landen in Zuid- of Midden-Amerika
te richten, waar de welvaart en de
vooruitgang grooter en de toekomst
helderder is dan In deze republiek.
De minister-resident der
Nederlanden
DE REUS.
Het Hbld. schrijft:
Hoe kwam minister-resident De
Reus er toe zijn brief aan de Veree
niging ,,Hou' en Trouw" te schrij
ven Op die vraag meenen wij een
volledig antwoord te kunnen geven.
In de jaarlijksche algemeene verga
dering van de Vereeniging „Hou' en
Trouw", op Zaterdag 18 Januari 1908
in „Krasnapol8ky" te Amsterdam ge
houden, werd het jaarverslag uitge
bracht. In dit jaarverslag, afgedrukt
in het laatste Februari-mimmer van
de Vereeniging, komt o. m. op pa
gina 9 het volgende voor.
Naar aanleiding van een in de ver
eeniging gehouden voordracht over
het consulaatwezen, besloot de ver
eeniging pogingen in het werk te stel
len om van de regeeringsvertegen-
woordigers in den vreemde 6teun te
ontvangen. Daartoe wondde een der
bestuursleden van de vereeniging
zich tot den heer jhr. mr. v. Panhuys,
den chef van de 2e afdeeling van het
ministerie van buitenlandsche zaken
in Den Haag, wlen hij het doel der
Vereeniging in het algemeen en van
het Informatiebureau in het bijzon
der uiteenzette.
„Hij mocht ln den heer Panhuya
een warm voorstander van ons stre
ven ontmoeten, die dan ook den raad
gaf een request bij Z.E. den Min. v.
B. Z. in te dienen en nog eens schrif
telijk te herhalen wat wij mondeling
hadden besproken.
„Dezen raad volgden wij op en wij
mochten de groote voldoening sma
ken, dat Z.E. de Min. v. B. Z. ons
antwoordde dat hij al onze diploma
tieke vertegenwoordigers (dus ook
onze Consuls-Gen. met diplomatie-
ken rang) in den vreemde, onder toe
zending van een afschrift van onzen
brief had uitgenoodigd aan onze ver
eeniging de door haar gewenschte
Inlichtingen te verschaffen. Tevens
had hij hun verzocht eene dergelijke
aanschrijving te richten tot de onder
hen ressorteerende consulaire amb
tenaren, die naar hunne roetning
daarvoor in aanmerking kunnen ko
men. Z.E. noodigde de bedoelde hee-
ren uit hem op te geven welke consu
laire ambtenaren zij zullen hebben
aangeschreven. Eene volledige opga
ve zoude ons daarvan te zijner tijd
verstrekt worden. Deze opgaye heb
ben wij sedert ontvangen en schre
ven daarop aan de ons genoemde
heeren in denzelfdem geest als onze
brief aan Z. E.
„Daar er slechts enkele antwoor
den op onze brieven zijn Ingekomen,
zijn wij niet ln staat u een algemeen
verslag daarover uit te brengen, wel
willen wij even aanstippen, dat wij
met de:
„Stavanger HandelsforenIng Sta-
vanger,
„Association© degll autichl-Studen-
tl Venetie,
„Stellennachwels fttr K&ufmSnnl-
sche Angeelellte in Keulen ln corree-
Jondentie (retreden zijn of tullen tre
den, die wellicht practlsche vruohtert
kan afwerpen."
Heit ligt dus voor de hand, dat ook
minister-resident De Reus een ver
zoek om de gewenschte inlichtingen
aan „Hou' en Trouw" te verschaffen
heeft bereikt, en dat de heer De Reus,
daaraan gevolg gevend, den bewus
te® brief aan de vereeendging „Hou'
en Trouw" schreef, die hem in het
tijdschrift der Vereeniging deed af
drukken.
De Londensche „Globe" plaatst een
telegram van haar correspondent te
New-York. Deze bespreekt daarin de
weigering der Venezolaansche over
heid, den Nederlandschen kruiser
„Gelderland" toe te staan te La
Guyara verbinding te krijgen met den
vasten wal. De berichtgever van de
„Globe" meent namelijk het volgen
de
„Het is duidelijk, dat de toestand
te La Guyara uiterst delicaat is en,
zoolang de Nederlandsche kruiser er
blijft, Inderdaad gevaarlijk. De zaak
schijnt niet ambtelijk ter kennis te
zijn gekomen van het departement
van Staat (Buitenlandsche Zaken) te
Washington. Op het oogenblik is er
geen rechtstreeksche gedachtenwisse-
ling tusschen de Amerikaansche en
Venezalaansche regeeringén en uit
Willemstad komt geen ambtelijk
nieuws. Mocht de Nederlandsche re
geering van zins zijn om op de een of
andere wijze tegen Venezuela op te
treden, dan is het niet waarschijn
lijk, dat daartegen van Washington
uit eenlg bezwaar zou worden inge
bracht.
Een zoodanige actie Is echter on
waarschijnlijk en. het is zeker, dat
niets zal geschieden, voor dat de heer
De Reus ln de gelegenheid zal zijn
geweest, den staat van zaken aan zijn
regeering uiteen te zetten. Voor het
oogenblik is het eenige gevaar, dat
bestaat, gelegen te La Guyara, waar
zelfs het kleinste Incident zou kunnen
aanleiding geven tot een gevecht tus
schen Nederlandsche matrozen en
Venezolaansche troepen."
BRANDEN.
Te Nieuw-Amsterdam is, terwijl de
bewoners in het veld waren, de wo
ning van den heer J. Huisman afge
brand. Alles werd een prooi der vlam
men. Een en ander was, hoewel laag,
verzekerd.
Woensdagavond is te Weere (N.-H.)
afgebrand de woning van den arbei
der P. Beets. Het omvallen van een
petroleumstel was oorzaak. Niets was
verzekerd.
Terwijl de Vüghtsche kermis in
vollen gang was brandden 2 woonhui
zen, staande tegenover de 's-Hertogen-
bossche machinefabriek van den heer
Henri Grasso, zoo goed als tot den
grond af. Do oorzaak is niet bekend.
De huizen waren tegen brandschade
verzekerd, zoo ook de inboedels, die
voor het grootste deel konden gered
worden.
Vermoedelijk door het in brand ra
ken van een kleedingstuk, dat bij een
gastoestel hing, is aan de Minkmaat-
straat te Enschedé de woning van
den heer G. J. Jansen, toebehoorende
aan den hee» Wagenmaker Ensink,
totaal uitgebrand.
Verzekering dekt de schade.
DOOR DEN BLIKSEM GEDOOD.
Men schrijft uit Veenendaal:
Gerrit Lagerweij en zijne vrouw,
wonende onder Ederveen, werden
Woensdagmiddag beiden dood in hun
huis gevonden, hij achterover liggen
de op de bedsponde en zij vlak naast
hem zittende. Het waren gehuwde
lieden zonder kinderen, die zelf, zon
der dienstbodenhulp, hun klein boer
derijtje' beredderden, waarom de bu
ren, die 's morgens wel bemerkt had
den, dat de deuren dicht bleven en
het vee loeide, dachten dat zij naar
het land waren.
Een der buren had echter daags te
voren met Lagerweij afgesproken,
dat hij zijn ploeg ter leen zou krijgen
en Het daarom op den middag door
zijn dochtertje vragen of hij hem kon
halen. Toen 't meisje echter de deu
ren nog gesloten vond, keek zij eens
door het raam en zag, dat de lamp
verbrijzeld was en splinters hout ver
spreid over den vloer lagen. Het liet
dus geen twijfel meer of er was den
bewoners een ongeluk overkomen,
wat na binnentreden, maar al te
waar bleek te zijn. Men vond de lij
ken blauw gekleurd, de tafel en de
lamp stuk geslagen en een zolderrib
versplinterd tot don voormuur. In
het achterhuis was 't vee gedeeltelijk
losgebroken en liep door elkander
aan allee was te zien. dat door den
noodlottigen slag schrik en ontstelte
nis was ontstaan.
Om welken tijd de ongelukkigen
zijn getroffen is niet met zekerheid te
zeggen, omdat 't onweder van half
één tot vier uur heeft geduurdwel
herinneren zich de buren, dat omtrent
twee uur de felste slagen zijn ge
hoord.
HEiT ATJEH-RAPPORT.
Naar wij vernemen, is het militaire
gedeelte van het Atjeh-rapport van
den gouverneur-generaal Van Heutsz
gisteren door het departement van
Koloniën aan den voorzitter van de
Tweede Kamer toegezonden en is
daarvan aan don gouverneur-gene
raal tedegraphisch mededeeling ge
daan, zoodat de publicatie gelijktij
dig in Nederl.-Indië kan geschieden.
(N. Ct.)
ONGELUKKEN.
Woensdagavond is door de Gooi-
sdhe Stoomtram tusschen Muiden en
Hakkelaarsbrug een tot heden onbe
kend persoon overreden. Volgens ver
klaring van den machinist heeft de
man, die midden op den straatweg
liep, zich bij de nadering van de tram
plotseling voor de locomotief gewor
pen. De ongelukkige werd letterlijk
in stukken gereden. Het lijk is door
dezelfde tram naar Muiden vervoerd
en daar voorloopig in bewaring ge
nomen.
Te 's-Heerenberg werden drie man
nen op weg naar hun werk door den
bliksem geraakt, waarvan één nogal
ernstig.
In het begin dezer week viel zekere
R. te Eisen bij Rijssen achterover van
een wagen met koren. Hij bleef be
wusteloos liggen en ls nu aan de ge
volgen van den val overleden.
Een kind van den schipper J. Hol-
worda te Hooghalen, dat Maandag
middag onder een beladen steenwa
gen kwam, ls overleden.
Te Cuijk aan de Maas ls de 14-jari-
ge zoon van den veerman K. J. bij 't
overvaren te water geraakt en ver
dronken.
MIJNPENNINGJAGER.
Een mijnpenningenjager te Rilland
Bath ls van een slechte reis thuis ge
komen
Bij den publieken verkoop van een
huls schreef hij in voor 800, hoogst
waarschijnlijk met het doel om f 10
premie bij eventueels gunning te ont
vangen. Bij de oproeping kwam er
ecl.ter geen bod meer bij, zoodat de
koop werd toegewezen aan den koog
sten inschrijver.
Nu kwam evenwel de aap uit de
mouw, want, om welke redenen dan
ook, het duurde niet lang, of er werd
bekend gemaakt, dat het perceel op
nieuw geveild zou worden, daar het
niet was toegewezen. Nu begon men
met f 700 op te roepen, zijnde het be
drag, ingeschreven door twee opvol
gende Inschrijvers. Er kwam nog 1
bil en het perceel was verkocht.
Inschrijver nommer één, of liever
hij, die voor 800 inschreef, kwam er
daardoor slecht af, want behalve het
bedrag dat thans minder geboden
werd, dus f 99, moet hij ook nog een
deel der onkosten dragen, in het ge
heel 1108 dokken.
EEN KLAAGTOON,
„De Tel", schrijft:
In de Warmoesstraat to Amsterdam
heerscht tegenwoordig een toestand,
die onzen naam van wereldstad weer
alle eer aandoet. Heel den dag, maar
vooral des avonds, is do ^apache daar
onbeperkt heerschar. En dat vooral
de vreemdelingen van zijne tyrannic
te lijden hebben, spreekt vanzelf. Geen
„miss" of bevallige Francaise komt
ongemoeid dooi' de Warmoesstraat.
Men trekt haar de voiles van 't gelaat,
bevochtigt witte japonnen met een
bruinachtig sap, om nog niet te spie
ken van de liederlijke taal, waarmeê
de heeren bij voorkeur argelooze
vreemdelingen ontvangen.
Het gevolg ls dan ook, dat o.a. de
directie van hét Bible Hotel baar gas
ten den goeden raad geeft, niet van
den uitgang Warmoesstraat gebruik
te maken, en de vreemdelingen deze
buurt hoe langer hoe meer gaan ver
mijden, wellicht er wel toe komen, de
geheele hoofdstad in het vervolg van
hun bezoek te spenen.
Dat een en ander den neringdoen
den veel schade berokkent, behoeft
zeker geen betoog.
Doch er is meer. Wij meldden reeds
dat herhaaldelijk de fatsoenlijke ca-
fó's uit dit kwartier vergeefs muziek-
vergunning hebben verzocht. Door 1
muziek-verbod is het In den omtrek
Dam en Warmoesstraat 's avonds
doodscher dan doodsch. Alleen de
apache, onttrokken aan een voldoend
politie-toezicht, raast en tiert er naar
hartelust. De zaken gaan in de War
moesstraat dan ookalle zonder uit
zondering zeer slecht. Niet alleen door
do slechte tijden, doch tevens door bo
vengemelde omstandigheden. Vele
huizen staan leeg en blijken niet ver
huurd te kunnen worden, alles een
gevolg van het optreden der baldadi
ge rustverstoorders. Ten einde nu te
trachten verbetering te brengen in
de heerschende wantoestanden, zul
len, naar wij vernemen, de bewoners
der Warmoesstraat eene- buurtveree-
niging vormen. De eerste daad dezer
vereeniging zal zijn, het zenden van
een adres aan het hoofd der politie
d. i. ln dit geval aan den waarae-
menden burgemeester met het ver
zoek, door verscherpt politie-toezicht
een einde te maken aan het rijk van
den „apach", en tevens om het mu
ziek-verbod in te trekken.
ZOU HET WAAR ZIJN.
In een der Rotterdamsche bladen
komt een ingezonden stuk voor van
een vader, waarin deze mededeelt,
dat zijn zoon, die bij de infanterie te
Breda dient, 24 Juli j.l. een marsch
meemaakte van 7 uur, waarbij 265
manschappen van het bataljon den
tocht niet hebben kunnen volhouden
en onderweg zijn neergevallen.
EEN DUUR ZAAKJE.
Maandagnamiddag werden op het
stationsterrein der H. IJ. S. M. aan
het station Maliebaan te Utrecht
twee paarden onbeheerd gevonden,
zoodat de dieren aan de politie ter
verdere verzorging werden overge
geven.
Woensdag werden de dieren gere
clameerd door een paardenhandelaar
te Purmerend, die, zooals het wel
meer gebeurt, de rossinanten aan
een hem onbekenden drijver had af
gegeven met de order ze voor vervoer
aan te geven en te verzenden. De
eigenaar spoorde kalm naar Purmer
end ln de gedachte dat zijn dieren
zouden volgen de drijver liet de die
ren echter aan hun lot over. De ge
schiedenis kwam den paardenhande
laar nog duur genoegbehalve dat
hij dubbele reiskosten had, moest hij
nog stalling, boete etc. betalen.
NED. HERVORMDE KERK.
Beroepen te Werkhoven ds. W. de
Lange te Jutpbaas.
Bedankt voor het beroep te Moaxt-
foort door ds. D. E. J. Hupkes te Wad-
dinxveen; te Benthuizen ds. F. Kijf-
tenbelt te WUnis.
ROOMSCH-KATHOLÏEKE KERK
Uit Venlo meldt men ons van 4 de
zer:
Te Veulo beeft heden ln. de Kloos
terkerk der Dominicanen de klooster
gelofte afgelegd Prins zu Löwenstein.
Bij deze plechtigheid waren vele vor
stelijke personen aanwezig, o.a. de
aartshertogin Maria Theresia en An-
nunciata, de hertog en de hertogin
van Braganga, infant Miguel, prins
en prinses Schwarzenberg, de hertog
in Antonie van Parana met hare vier
zonen, de prinsen zu Löwenstein en
verder nog vele adellijke personen uit
Duitschland.
(N. v. d. D.)
DE H. B. S. TE DELFT.
B. en W. van Delft hebben een uit
voerig schrijven tot den gemeenteraad
gericht, naar aanleiding van de mis
sive van den Minister van Binnen-
landsche Zaken over mogelijke in
trekking der rijks-subsidie voor de
II. B. S., bij niet toelating tot die
school van leerlingen buiten Delft
woonachtig.
B. en W. gaan niet mede met den
gedachtengang van den Minister, dat
de subsidie gegeven wordt met het
oog, dat ook zoogenaamde buiten
leerlingen tot de school zouden wor
den toegelaten.
Het motief dat tot het verleenen
der subsidie in 1865 leidde, was art.
94 der toenmalige wet op het M. O.,
waarin werd voorgeschreven, dat aan
de toenmalige Polytechnische School
een voorbereidende cursus moest wor
den gegeven, indien niet van gemeen
tewege eene H. B. S. werd opgericht
toen dit echter geschiedde, werd de
subsidie verleend.
Nimmer ls aan die subsidie eene
voorwaarde verbonden omtrent toe
lating van niet-Delftsehe jongelieden.
Nu echter meenen B. en W., dat
door het in Delft komen wonen van
enkele leerlingen eene splitsing nood
zakelijk is, waarom dan ook wordt
voorgesteld, de verzoeken in te willi-
INGEZONDEN MEDEDEELINGEN
80 Cis. per regel.
Slechte Spijsvertering sieept meer
ziekten Yan verschillenden aard na
dan eenig andere kwaal. Afgescheiden
van de kwellingen die ze de maag
doet ondergaan, hongert ze lichaam
en zenuwen uit en verzwakt ze, ver
oorzaakt Verstopping, Oprisping,
Hartkloppingen, Hoofdpijn en vergif
tigt Uw bloed.
Ge kunt eebter spoedig Uw maag
weer in orde brengen, lever en inge
wanden tot hun natuurlijke werking
terugbrengen, U bevrijden van al de
ze pijnen en ongemakken, Uw voedsel
genieten e® kracht herwinnen door
bet gébruik van Moeder Selgel's Ta
bletten.
Mejuffrouw E. Jansen, wonende
Basstraat 72, den Helder, schreef ons
in dato 4 Juni j.l. als volgt: „Ik heb
gedurende meer dan drie jaren ver
schrikkelijk aan Slechte Spijsverte
ring geleden, gepaard met hevige aan
vallen van benauwdheid en hartklop
pingen, pijnen in de maag, den rug
en de lendenen. Ik voelde mij totaal
afgemat en lusteloos, kon met den
besten wil niet slapen en had zoo goed
als geen weerstandsvermogen meer.
Geen enkel middel scheen ln staat
mij te genezen totdat ik ten laatste
Moeder Seigel's Tabletten probeerde.
Thans zijn al mijn pijnen verdwenen,
ik eet weer met smaak en voel mij
weer- gezond en een geheel ander
mensch."
Hoeder Selgel's Tabletten zijn ver
krijgbaar bij alle Drogisten en bij de
voornaamste Apothekers. Prijs 11.50
per fleschje.
Te Haarlem verkrijgbaar o.a. bij de
tieeren J. J. töppinger, Gr. Houtstraat
147a en K. van Eden, 8paarne 18,
Drogisten.
DE MOOIE ZIJDE DER
KOLONISATIE.
Maurits Wagenvoort vertelt in „Het
N. v. d. D." over het bezoek van eeni
ge vorsten uit het pas-onderworpen
binnenland van Celehes op Java.
„Kapitein Grosse, hun geleider, gaf
mij verlof onze vrienden op hun ont
dekkingsreis in het Rijk der Wonde
ren te volgen, maar ongelukkig nood
zaakte mij een afspraak tot een spoe
dige scheiding. Ik bezocht in hun ge
zelschap een paar Inlandsche scholen,
een blindeninrlchting, enz. Oosterihï-
gen, geboren diplomaten, zijn ge
oefend ln zelfbeheerschinghunne
stalen gezichten verraden geen enke
le aandoeningzij vinden het vulgair
te uiten wat er in hun ziel, ln hun
denken omgaat. Maar wat deze
„aroengs" want dus was hun alge
meene titel ln de laatste veertien
dagon gozien hadden, dat was hun te
veel aan Indrukken, dat moest er uit,
dat konden zij niet verzwijgen. Was
dat niet begonnen met een zeereisje
op een schip, dat van zelf voortbe
woog. den wind lneen schip vol
wonderen; was toen niot dat groote
wonder Soerabaja gevolgd, een stad,
heel en al gebouwd van steenen hul
zen, bewoond door „orang djawa's",
nu Ja, 'maar, met zooveel „orang
blanda's" er in. als zij niet vermoed
den, dat Allah geschapen had Had
den zij toen niet dat wondere licht
gezien, dat op vijftig lampen tegelijk
opgestoken wordt door bet omdraai
en van één knopje aan den wand?
Wat al vreemde dingen ln de toko's
dier stad. Toen was de reis gekomen
door het land van Java. In den vuur
wagen, zóó snel als zelfs de paardjes
van Makassar niet kunnen kiopen:
nu, dit alles was bei werk van den
„orang blanda", den Hollander, den
blanken man, dat wil zeggenzij wa
ren er niet zoo heel zeker van, dat er
niet iets bij was van Sjaïtan, van den
Booze. Maar zij hadden gezien wat
hun als bruine menschen, als „orang
salaam", goed deedzij hadden hun
hroeder, den Javaan, aan den arbeid
gezien in de sawahs, zij haddon het
werk gezien van zijn vernuft, van zijn
vlijt, de bloeiende en bewaterde padi-
velden en zij gevoelde® een groote
achting voor don „orang djawa", die
als landbouwer zooveel hoogeir staat
dan de mannen van Celebes.
Toen bezochten zij ook scholen, de
school onder anderen van zonen van
inlandsche hoofden. Zij zagen, dat de
ovorheei'schers ook van hun land do
zonen der hoofden doen opvoeden tot
menschen, die weten, en kunnen, zij
zagen er met ongeveinsde belangstel
ling en een sympathie, welke zij niet
konden verhelen, ofschoon zij er
moeite voor deden, zonen van Atjoli-
sche hoofden van dat volk, dat toch
nog maar stand houdt tegen de blan
da's maar tevens dat dezezonqn van
Atjeh door de ovëriieerschars met
zorg en achting, met genegenheid
misschien ook, worden opgeleid en zij
beloofden hunne zonen naar deze
scholen te zenden. Zij hadden in het
blindeninstituut de kinderen zien le
zen met hun vingers, en hoe de blin
den er een ambacht leerden, en zij
vergeleken deze ongelukkigen meit die
van hun eigen land. Eindelijk, daar
bezochten^ zij de groote fabrieken der
Staatsspoorwegen, waar 1500 „orang
djawa" zooveel wonderen verrichten
dagelijks, als waarvan de mannen
van Celebes, teruggekeerd, hun ge
heele leven zullen kunnen vertollen,
en het was te veel voor hun zelfbe-
heersohing, zij riepen het uit, dat do
„mannen van Java" heit wel zeer,
zéér ver gebracht hadden, en zij voor
hun eigen volk voor de toekomst het
zelfde hoopten, indien de orang
blanda's hun dit alles wilden onder
wijzen.
Ja, het was te veel wat zij zagen
des avonds ook waren ze moede van
te veel indrukken, zij hadden „hoofd
pijn", Maar het was schoon, deze
natuurmenachen te zien, voor het
eerst, tegenover de wonderen van
het westen. Het was niet enkel
schoon, het was treffend. Voor mij
was het een openbaring van den
heerlijksten kant der kolonisatie,
welke zooveel verfoeilijke kanten
bezit"
DE GENERAAL VAN DAALEN.
Het „Soer. Handelsbl." verzocht
den generaal Van Daalen een onder
houd, bij de vraag om zijne meening
te uiten in zake het verschil van in
zichten tusschen hem en den Gouver
neur-Generaal.
De generaal schreef hierop het vol
gende aan dén hoofdredacteur van ge
noemd blad:
„In antwoord op uw schrijven van
den 19en j.l. zij medegedeeld, dat het
mij thans nutteloos voorkomt, uitvoe
rig aan te toonen aan wien het is te
wijten, dat liet Nederlandsche volk
niet tevreden gesteld is kunnen wor
den met den loop van zaken in At
jeh.
Dat Z.E. de Gouverneur-Generaal
blijkens het te publiceeren rapport op
mij de schuld werpt, is zijn zaak; 'de
geschiedenis zal leeren, wie van ons
tweeën het bij het rechte eind had,
Z.E. of ik.
Mijn verleden en mijn naam zullen
het volk wel voldoende borgen zijn,
dat Ik steeds met inzetting van mijn
geheele persoonlijkheid heb gedaan
en zal blijven doen, wat ik mij tot
plicht heb gesteld.
Ambtelijke eii militaire verhoudin
gen verzetten zich er tegen, dat een
actief dienend staatsdienaar openlijk
tegen de Regeering optreedt, zoodat
het u ook al in verband met 't voren-
gaande, wel duidelijk zal zijn, het
mij noch noodig, noch passend voor
komt, u «en onderhoud over bedoelde
aangelegenheid toe te staan."
's-Gravenhage, 6 Aug. Examens Ne
derlandsche Toonkunstenaars-Veree-
niglng. Van de 5 candidaten zijn ge
slaagd voor piano (lager onderwijs)
de dames: J. A. Collard, uit Kromme
nie; A. J, C. W. Heijmane, uit Utrecht
en P. E. Sluijter, uit Amsterdam.
OPGRAVINGEN AAN DE HUNNE
SCHANS.
Dr. J. H. Holwerda, conservator aan
het Rijksmuseum van Oudheden te
Lelden, schrijft
Ter aanvulling van mijn bericht
omtrent de opgravingen aan de Hun
neschans bij het Uddelermeer, welke
thans geëindigd zijn, diene het vol
gende
In de Saksische schans zejve wer
den de paalgaten van een zestal groo
te woningen van ovalen vorm bloot
gelegd, terwijl van zes kleinere Sak
sische hutten de sporen gevonden
werden. Eenige Ijzeren werktuigen,
een zware bijl en een spade van eigen-
aardigen vorm, in de paalgaten ge
vonden, leverden een aardige illus
tratie voor dezen huizenbouw.
Een ware verrassing was het, dat
er, behalve de reeds in het vorig be
richt genoemde rondbouw uit prae-
historischen tijd nog een tweede, nog
vroegere nederzetting (waarschijnlijk
pl.m. 1000 v. Chr.) op het terrein van
de schans werd aangetroffen. Van
acht hutten werden de in den grond
ingegraven gaten, welke zich met
asch en houtskool hadden gevuld,
weergevonden. En in de buurt daar
van twee diepere kuilen, welke waar
schijnlijk grafkuilen geweest zijn. Be
halve een groote collectie vuursteen
werden er twaalf grootendeels gave
stukken aardewerk, meest zeer mooi
versierd en gelijk staande met de ke
ramiek, die in de Drentsche hunne
bedden wordt, gevonden, uit deze kui
len te voorschijn gebracht. Het ter
rein. waarop thans de schans ligt,
heen dus vier perloden van bewoning
gekend, de vroegste ln den tijd der"
Drentsche hunnebedden, daarna in
de zoogenaamde klokbekerperiode
toen, ha Chr., eerst de vroege Saksers
en daarna de bewoners van de schans
zelve van omstreeks 700—1000 na Chr.
De rijke collectie gevonden voorwer
pen wordt door H. M. de Koningin
aan het Rijksmuseum van Oudheden
te Leidon geschonken.
Gemengd Nieuws
GROOTE BRAND.
Donaueschingen. liet hoofdstadje
van het' Badensche distinct van denr
zelfden naam, ls Woensdag in brand
geraakt. Het plaatsje met zijne 3750
inwoners is vooral bekend om de
bron van de Donau, die op het plein
van het daar gelegen kasteel van
prins Fürstenberg ontspringt-. Dat
kasteel heeft een beroemde boekerij
met 60,000 boekdoelen, 1000 hand
schriften en wiegendrukken, VeMer
kostbare verzamelingen van schilde
rijen, kopergravures, munten enz.
Donaueschinge® is ook een gezochl i
badplaats, waar velen in de daat
yoor bestemde inrichtingen modder-,
stoom- en dennenaalden- en andere
baden komen gebruiken. De brand
brak Woensdagmiddag om 2. uur uit.
's Nachts pin twaalf uur waren al
meer dan honderd huizen, ongeveer
een derde gedeelte van de stad, ver-
wo est en 1500 mensehen zonder dak.
Het raadhuis, het kantongerecht, het
notaris huis,! de spaarbank, de ge
vangenis en andere openbare gebou
wen, waren afgebrand. De brand ont
stond in een huis, dat met spaanders
gedekt was, zooals men er veel in bel
Zuiden van Duitschland ziet. Diezelf
de bedekking is voor het Tirolscha
dorp Zirl zoo noodlottig geweest. Een
sterke wind uit het Zuidwesten deed
te Donaueschingen, evenals te Zirl,
de vlammen overslaan naar de ande
re huizen met spaanderdaken. De
brandweer rukte dadelijk uit, maar
kon geen water krijgen. Dertig brand
weren van elders en een compagnie
soldaten uit Konstans kwamen hulp
verleenen.
Een kinki is gestikt, verscheidene
m9nschen kregen brandwonden, een
vrouw vluchtte met brandende klee-
ren de straat op. Er heerscht groote
nood, daar er gebrek is aan levens-
middelen. De onbehuisden zijn in de
openbare, gebouwen ondergebracht.-
De prins van Fürstenberg kwam van'
de jacht op de plaats van den brand.
Hij gaf dadelijk een 6om van 40,000
mk. 's Avonds kon men in dé huizen
geen licht branden, daar de electri-
sche leiding vernield was.
Het kasteel van de Fürstenbergs
liep nog geen gevaar.
DE SPEELDUIVEL/
Men meldt uit Antwerpen:
De beele stad is in beroering doof
een opzienbarende arrestatie. Op last
van den rechter Godenier, Is in de
bureaux van de firma Staackmann
en Horschitz, place de Meir, in hech
tenis genomen de heer Otto L., kas
sier der firma en tevens procuratie
houder. De heer L., die algemeen
achting genoot, wordt beschuldigd
van de verduistering van een half
millioe® francs ten nadeele zijner pa
troons. Elen vriendin van L., de 35-
jairige Eléonore X. werd bij een koop
man in de Gerard-straat, bij wien zij
in betrekking is, eveneens gearres
teerd.
Otto L. was reeds sedert 9 jaren in
dienst bij de firma Staackmann en
Horschitz, die hem haar volle ver
trouwen 6chonk. In den laatsten tijd
viel het op, dat L. zoo dikwijls afwe
zig was, soms dagen achtereen, En
altijd ging hij in gezelschap van zijn
vriendin op reis. De firma, over de
ze zonderling9 handelwijze veront
rust, keek de boeken na en ontdekte
daarin vervalschingen tot een tekort
van 400,000 francs. Evenwel meent
men, dat de verduisteringen een half
millioen belóopem.
Bij zijn verhoor erkende L., dat hij
reeds 21/2 jaar lang 'n trouw bezoe
ker was van de speelgelegehheden te
Ostende, Spa, Nizza, Amsterdam en
Mote Carlo, waarvoor hij het geld
zijner firma gebruiktö.
Het meisje verklaarde niets van de
verduisteringen te weten. Wel had zij
Otto dikwijls groote sommen zien ver
liezen, eens zelfs 30,000 francs. Maar
ze dacht dat het geld van hem was.
Zij kreeg jaarlijks 10,000 francs van
hem.
Zooals boven reeds gezegd, de ar
restaties hebban groot opzien ge
baard. Te ineer groot is cle opwinding
daar er thans ook nog een bevel tot
inhechtenisneming is uitgevaardigd
tegen zekeren J., die, bij zijne firma
100,000 francs heeft verduisterd.
(Nbr.J
PETROLEUM-BRAND.
Ook te Tampico in Mexico heeft een
reuzenbrand gewoed, echter een pe-
troleumbrand.
Het vuur woedde reeds ettelijke da
gen en had al milLioenen gallons pe
troleum verslonden, toen een gewel
dige ontploffing plaats greep. Het
geweld en de gloed van oe explosie
waxen van" dien aard, dat naburige
bronnen er door werden aangestoken.
Bovendien werd 'n gat in den grond
geslagen van 1500 Eng. vt. middel
lijn.
Het brandt nog te Tampico; en de
naburige bosschen loopen ernstig ge-
Het stoomschip Kediri, van Java
naar Rotterdam, arriveerde 5 Aug. te
Suez.
Het stoomschip Bogor, van Rotter»
dam naar Batavia, vertrok 6 Augus
tus van Malta.
Het stoomschip Koning Willem I,
van Batavia naar Amsterdam, verv
trok 5 Aug. van Port Sai.d
Het stoomschip Noordam, van New.
York naar Rotterdam, passeerde 0
Augustus, des voorm. 8 uur 20 min.,
Prawlepoint.
Het stoomschip Kawi, van Java
naar Rotterdam, passeerde 5 Augus
tus Gibraltar.
Het stoomschip Derlllinger, van
Rotterdam naar Japan, arriveerde 6
Auur. te Penan*.