Kerk en School üe Folteringen van Indigestie. Koloniën Letteren en Kunst Stoomvaartberichten ïerL, die Venezuela 'doormaakt, is de fnoogero prijs van de cacaodit ia 'échter lang niet voldoende, om de jrepubllek de toekomst hoopvoller te gemoet te doen gaan. Een goed deel van den Importhan- del een ook export zit ln Venezuela in de handen van. Duitschers. die hun' Èuropeesch personeel in Europa, meestentijds in Hamburg, engagee- ren. Doze jongelieden komen da' op een contract voor drie jaren uit, na afloop, waarvan zij óf teruggaan, óf, al naar mato van geschiktheid, voor uitzichten krijgen, om vérder te ko ren. Deze jongelieden komen dan op de ook wel Jongelui aan, dat zijn bijna alleen hier geborenen of Cura- gaonaars. deze brengen het echter zel den ver, daa,r het den gTOOten Duit- ichen firma's er veel aan ligt, steeds nieuw Èuropeesch bloed in de kanto ren te brengen, ten einde den geest van energie niet te doen inslapen. Ik ken de chefs van do verschillem- do groote firma's hier bijna allen per soonlijk. en spreek dikwijls met hen over zaken ;ik geloof echter niet, dat, vooral onder de tegenwoordige omstandigheden, er aan plaatsing van Nederlandsciie jongelui van Ne derland uit direct oogenblikkelijk moet gedacht warden men doet al les, om de onkosten te verminderen, en verschillende minder krachtige handelshuizen, diie vroeger met Èuro peesch of Amerikaansch personeel werkten, doen zulks tegenwoordig met inboorlingen of Curagaonaars, die met minder tractement tevreden zijn, ofschoon vooral de eersten min der presteeren. Aan den importhandel wordt bo vendien tegenwoordig een wanhopi ge concurrentie aangedaan, vooral in den invoer van alles wat het textied- vak en galanteriën aangaat, door de zoogenaamde Turken en Marokka nen, die een kramerijhandel tot in de afgelegenste gedeelten der repu bliek drijven en tengevolge van hun zeer geringen levensstandaard de verdiensten zoo klein doen zijn, dat, om te kunnen blijven staan, de groot handelaars hunne winsten tot een minimum moeten neduceeren. Komt daarbij nu nog de onzekere politieke toestand, zoowel binnen lands als buitenlands en de geringe welvaart, dan is het hier te lande wel een ieder duidelijk, dat tegenwoor dig van aanneming van Èuropeesch© employé's wel weinig sprake is. Zoolang de tegenwoordige regeering aan het roer blijft, kan van eene her leving van handel geen sprake zijn, want het is niet te verwachten, dat de tegenwoordige president na de 9 jaren, die hij nu vrijwel dictator is, zijne wijze van regeer en en zijne po litiek tegenover het binnenland en buitenland zal veranderen. Degenen dan ook, aan wie het niet gelukt, door bemiddeling van de Hamburg- sche filialen dei- Venezuela-impori- huizeu een plaatsing hier te lande te verkrijgen, en die hopen, alleen op grond van voldoende tehuis met al lerlei kennis toegerust te zijn, eene betrekking alhier door middel van briefwisseling te verkrijgen, zullen beter doen, hunne oogen naar andere landen in Zuid- of Midden-Amerika te richten, waar de welvaart en de vooruitgang grooter en de toekomst helderder is dan In deze republiek. De minister-resident der Nederlanden DE REUS. Het Hbld. schrijft: Hoe kwam minister-resident De Reus er toe zijn brief aan de Veree niging ,,Hou' en Trouw" te schrij ven Op die vraag meenen wij een volledig antwoord te kunnen geven. In de jaarlijksche algemeene verga dering van de Vereeniging „Hou' en Trouw", op Zaterdag 18 Januari 1908 in „Krasnapol8ky" te Amsterdam ge houden, werd het jaarverslag uitge bracht. In dit jaarverslag, afgedrukt in het laatste Februari-mimmer van de Vereeniging, komt o. m. op pa gina 9 het volgende voor. Naar aanleiding van een in de ver eeniging gehouden voordracht over het consulaatwezen, besloot de ver eeniging pogingen in het werk te stel len om van de regeeringsvertegen- woordigers in den vreemde 6teun te ontvangen. Daartoe wondde een der bestuursleden van de vereeniging zich tot den heer jhr. mr. v. Panhuys, den chef van de 2e afdeeling van het ministerie van buitenlandsche zaken in Den Haag, wlen hij het doel der Vereeniging in het algemeen en van het Informatiebureau in het bijzon der uiteenzette. „Hij mocht ln den heer Panhuya een warm voorstander van ons stre ven ontmoeten, die dan ook den raad gaf een request bij Z.E. den Min. v. B. Z. in te dienen en nog eens schrif telijk te herhalen wat wij mondeling hadden besproken. „Dezen raad volgden wij op en wij mochten de groote voldoening sma ken, dat Z.E. de Min. v. B. Z. ons antwoordde dat hij al onze diploma tieke vertegenwoordigers (dus ook onze Consuls-Gen. met diplomatie- ken rang) in den vreemde, onder toe zending van een afschrift van onzen brief had uitgenoodigd aan onze ver eeniging de door haar gewenschte Inlichtingen te verschaffen. Tevens had hij hun verzocht eene dergelijke aanschrijving te richten tot de onder hen ressorteerende consulaire amb tenaren, die naar hunne roetning daarvoor in aanmerking kunnen ko men. Z.E. noodigde de bedoelde hee- ren uit hem op te geven welke consu laire ambtenaren zij zullen hebben aangeschreven. Eene volledige opga ve zoude ons daarvan te zijner tijd verstrekt worden. Deze opgaye heb ben wij sedert ontvangen en schre ven daarop aan de ons genoemde heeren in denzelfdem geest als onze brief aan Z. E. „Daar er slechts enkele antwoor den op onze brieven zijn Ingekomen, zijn wij niet ln staat u een algemeen verslag daarover uit te brengen, wel willen wij even aanstippen, dat wij met de: „Stavanger HandelsforenIng Sta- vanger, „Association© degll autichl-Studen- tl Venetie, „Stellennachwels fttr K&ufmSnnl- sche Angeelellte in Keulen ln corree- Jondentie (retreden zijn of tullen tre den, die wellicht practlsche vruohtert kan afwerpen." Heit ligt dus voor de hand, dat ook minister-resident De Reus een ver zoek om de gewenschte inlichtingen aan „Hou' en Trouw" te verschaffen heeft bereikt, en dat de heer De Reus, daaraan gevolg gevend, den bewus te® brief aan de vereeendging „Hou' en Trouw" schreef, die hem in het tijdschrift der Vereeniging deed af drukken. De Londensche „Globe" plaatst een telegram van haar correspondent te New-York. Deze bespreekt daarin de weigering der Venezolaansche over heid, den Nederlandschen kruiser „Gelderland" toe te staan te La Guyara verbinding te krijgen met den vasten wal. De berichtgever van de „Globe" meent namelijk het volgen de „Het is duidelijk, dat de toestand te La Guyara uiterst delicaat is en, zoolang de Nederlandsche kruiser er blijft, Inderdaad gevaarlijk. De zaak schijnt niet ambtelijk ter kennis te zijn gekomen van het departement van Staat (Buitenlandsche Zaken) te Washington. Op het oogenblik is er geen rechtstreeksche gedachtenwisse- ling tusschen de Amerikaansche en Venezalaansche regeeringén en uit Willemstad komt geen ambtelijk nieuws. Mocht de Nederlandsche re geering van zins zijn om op de een of andere wijze tegen Venezuela op te treden, dan is het niet waarschijn lijk, dat daartegen van Washington uit eenlg bezwaar zou worden inge bracht. Een zoodanige actie Is echter on waarschijnlijk en. het is zeker, dat niets zal geschieden, voor dat de heer De Reus ln de gelegenheid zal zijn geweest, den staat van zaken aan zijn regeering uiteen te zetten. Voor het oogenblik is het eenige gevaar, dat bestaat, gelegen te La Guyara, waar zelfs het kleinste Incident zou kunnen aanleiding geven tot een gevecht tus schen Nederlandsche matrozen en Venezolaansche troepen." BRANDEN. Te Nieuw-Amsterdam is, terwijl de bewoners in het veld waren, de wo ning van den heer J. Huisman afge brand. Alles werd een prooi der vlam men. Een en ander was, hoewel laag, verzekerd. Woensdagavond is te Weere (N.-H.) afgebrand de woning van den arbei der P. Beets. Het omvallen van een petroleumstel was oorzaak. Niets was verzekerd. Terwijl de Vüghtsche kermis in vollen gang was brandden 2 woonhui zen, staande tegenover de 's-Hertogen- bossche machinefabriek van den heer Henri Grasso, zoo goed als tot den grond af. Do oorzaak is niet bekend. De huizen waren tegen brandschade verzekerd, zoo ook de inboedels, die voor het grootste deel konden gered worden. Vermoedelijk door het in brand ra ken van een kleedingstuk, dat bij een gastoestel hing, is aan de Minkmaat- straat te Enschedé de woning van den heer G. J. Jansen, toebehoorende aan den hee» Wagenmaker Ensink, totaal uitgebrand. Verzekering dekt de schade. DOOR DEN BLIKSEM GEDOOD. Men schrijft uit Veenendaal: Gerrit Lagerweij en zijne vrouw, wonende onder Ederveen, werden Woensdagmiddag beiden dood in hun huis gevonden, hij achterover liggen de op de bedsponde en zij vlak naast hem zittende. Het waren gehuwde lieden zonder kinderen, die zelf, zon der dienstbodenhulp, hun klein boer derijtje' beredderden, waarom de bu ren, die 's morgens wel bemerkt had den, dat de deuren dicht bleven en het vee loeide, dachten dat zij naar het land waren. Een der buren had echter daags te voren met Lagerweij afgesproken, dat hij zijn ploeg ter leen zou krijgen en Het daarom op den middag door zijn dochtertje vragen of hij hem kon halen. Toen 't meisje echter de deu ren nog gesloten vond, keek zij eens door het raam en zag, dat de lamp verbrijzeld was en splinters hout ver spreid over den vloer lagen. Het liet dus geen twijfel meer of er was den bewoners een ongeluk overkomen, wat na binnentreden, maar al te waar bleek te zijn. Men vond de lij ken blauw gekleurd, de tafel en de lamp stuk geslagen en een zolderrib versplinterd tot don voormuur. In het achterhuis was 't vee gedeeltelijk losgebroken en liep door elkander aan allee was te zien. dat door den noodlottigen slag schrik en ontstelte nis was ontstaan. Om welken tijd de ongelukkigen zijn getroffen is niet met zekerheid te zeggen, omdat 't onweder van half één tot vier uur heeft geduurdwel herinneren zich de buren, dat omtrent twee uur de felste slagen zijn ge hoord. HEiT ATJEH-RAPPORT. Naar wij vernemen, is het militaire gedeelte van het Atjeh-rapport van den gouverneur-generaal Van Heutsz gisteren door het departement van Koloniën aan den voorzitter van de Tweede Kamer toegezonden en is daarvan aan don gouverneur-gene raal tedegraphisch mededeeling ge daan, zoodat de publicatie gelijktij dig in Nederl.-Indië kan geschieden. (N. Ct.) ONGELUKKEN. Woensdagavond is door de Gooi- sdhe Stoomtram tusschen Muiden en Hakkelaarsbrug een tot heden onbe kend persoon overreden. Volgens ver klaring van den machinist heeft de man, die midden op den straatweg liep, zich bij de nadering van de tram plotseling voor de locomotief gewor pen. De ongelukkige werd letterlijk in stukken gereden. Het lijk is door dezelfde tram naar Muiden vervoerd en daar voorloopig in bewaring ge nomen. Te 's-Heerenberg werden drie man nen op weg naar hun werk door den bliksem geraakt, waarvan één nogal ernstig. In het begin dezer week viel zekere R. te Eisen bij Rijssen achterover van een wagen met koren. Hij bleef be wusteloos liggen en ls nu aan de ge volgen van den val overleden. Een kind van den schipper J. Hol- worda te Hooghalen, dat Maandag middag onder een beladen steenwa gen kwam, ls overleden. Te Cuijk aan de Maas ls de 14-jari- ge zoon van den veerman K. J. bij 't overvaren te water geraakt en ver dronken. MIJNPENNINGJAGER. Een mijnpenningenjager te Rilland Bath ls van een slechte reis thuis ge komen Bij den publieken verkoop van een huls schreef hij in voor 800, hoogst waarschijnlijk met het doel om f 10 premie bij eventueels gunning te ont vangen. Bij de oproeping kwam er ecl.ter geen bod meer bij, zoodat de koop werd toegewezen aan den koog sten inschrijver. Nu kwam evenwel de aap uit de mouw, want, om welke redenen dan ook, het duurde niet lang, of er werd bekend gemaakt, dat het perceel op nieuw geveild zou worden, daar het niet was toegewezen. Nu begon men met f 700 op te roepen, zijnde het be drag, ingeschreven door twee opvol gende Inschrijvers. Er kwam nog 1 bil en het perceel was verkocht. Inschrijver nommer één, of liever hij, die voor 800 inschreef, kwam er daardoor slecht af, want behalve het bedrag dat thans minder geboden werd, dus f 99, moet hij ook nog een deel der onkosten dragen, in het ge heel 1108 dokken. EEN KLAAGTOON, „De Tel", schrijft: In de Warmoesstraat to Amsterdam heerscht tegenwoordig een toestand, die onzen naam van wereldstad weer alle eer aandoet. Heel den dag, maar vooral des avonds, is do ^apache daar onbeperkt heerschar. En dat vooral de vreemdelingen van zijne tyrannic te lijden hebben, spreekt vanzelf. Geen „miss" of bevallige Francaise komt ongemoeid dooi' de Warmoesstraat. Men trekt haar de voiles van 't gelaat, bevochtigt witte japonnen met een bruinachtig sap, om nog niet te spie ken van de liederlijke taal, waarmeê de heeren bij voorkeur argelooze vreemdelingen ontvangen. Het gevolg ls dan ook, dat o.a. de directie van hét Bible Hotel baar gas ten den goeden raad geeft, niet van den uitgang Warmoesstraat gebruik te maken, en de vreemdelingen deze buurt hoe langer hoe meer gaan ver mijden, wellicht er wel toe komen, de geheele hoofdstad in het vervolg van hun bezoek te spenen. Dat een en ander den neringdoen den veel schade berokkent, behoeft zeker geen betoog. Doch er is meer. Wij meldden reeds dat herhaaldelijk de fatsoenlijke ca- fó's uit dit kwartier vergeefs muziek- vergunning hebben verzocht. Door 1 muziek-verbod is het In den omtrek Dam en Warmoesstraat 's avonds doodscher dan doodsch. Alleen de apache, onttrokken aan een voldoend politie-toezicht, raast en tiert er naar hartelust. De zaken gaan in de War moesstraat dan ookalle zonder uit zondering zeer slecht. Niet alleen door do slechte tijden, doch tevens door bo vengemelde omstandigheden. Vele huizen staan leeg en blijken niet ver huurd te kunnen worden, alles een gevolg van het optreden der baldadi ge rustverstoorders. Ten einde nu te trachten verbetering te brengen in de heerschende wantoestanden, zul len, naar wij vernemen, de bewoners der Warmoesstraat eene- buurtveree- niging vormen. De eerste daad dezer vereeniging zal zijn, het zenden van een adres aan het hoofd der politie d. i. ln dit geval aan den waarae- menden burgemeester met het ver zoek, door verscherpt politie-toezicht een einde te maken aan het rijk van den „apach", en tevens om het mu ziek-verbod in te trekken. ZOU HET WAAR ZIJN. In een der Rotterdamsche bladen komt een ingezonden stuk voor van een vader, waarin deze mededeelt, dat zijn zoon, die bij de infanterie te Breda dient, 24 Juli j.l. een marsch meemaakte van 7 uur, waarbij 265 manschappen van het bataljon den tocht niet hebben kunnen volhouden en onderweg zijn neergevallen. EEN DUUR ZAAKJE. Maandagnamiddag werden op het stationsterrein der H. IJ. S. M. aan het station Maliebaan te Utrecht twee paarden onbeheerd gevonden, zoodat de dieren aan de politie ter verdere verzorging werden overge geven. Woensdag werden de dieren gere clameerd door een paardenhandelaar te Purmerend, die, zooals het wel meer gebeurt, de rossinanten aan een hem onbekenden drijver had af gegeven met de order ze voor vervoer aan te geven en te verzenden. De eigenaar spoorde kalm naar Purmer end ln de gedachte dat zijn dieren zouden volgen de drijver liet de die ren echter aan hun lot over. De ge schiedenis kwam den paardenhande laar nog duur genoegbehalve dat hij dubbele reiskosten had, moest hij nog stalling, boete etc. betalen. NED. HERVORMDE KERK. Beroepen te Werkhoven ds. W. de Lange te Jutpbaas. Bedankt voor het beroep te Moaxt- foort door ds. D. E. J. Hupkes te Wad- dinxveen; te Benthuizen ds. F. Kijf- tenbelt te WUnis. ROOMSCH-KATHOLÏEKE KERK Uit Venlo meldt men ons van 4 de zer: Te Veulo beeft heden ln. de Kloos terkerk der Dominicanen de klooster gelofte afgelegd Prins zu Löwenstein. Bij deze plechtigheid waren vele vor stelijke personen aanwezig, o.a. de aartshertogin Maria Theresia en An- nunciata, de hertog en de hertogin van Braganga, infant Miguel, prins en prinses Schwarzenberg, de hertog in Antonie van Parana met hare vier zonen, de prinsen zu Löwenstein en verder nog vele adellijke personen uit Duitschland. (N. v. d. D.) DE H. B. S. TE DELFT. B. en W. van Delft hebben een uit voerig schrijven tot den gemeenteraad gericht, naar aanleiding van de mis sive van den Minister van Binnen- landsche Zaken over mogelijke in trekking der rijks-subsidie voor de II. B. S., bij niet toelating tot die school van leerlingen buiten Delft woonachtig. B. en W. gaan niet mede met den gedachtengang van den Minister, dat de subsidie gegeven wordt met het oog, dat ook zoogenaamde buiten leerlingen tot de school zouden wor den toegelaten. Het motief dat tot het verleenen der subsidie in 1865 leidde, was art. 94 der toenmalige wet op het M. O., waarin werd voorgeschreven, dat aan de toenmalige Polytechnische School een voorbereidende cursus moest wor den gegeven, indien niet van gemeen tewege eene H. B. S. werd opgericht toen dit echter geschiedde, werd de subsidie verleend. Nimmer ls aan die subsidie eene voorwaarde verbonden omtrent toe lating van niet-Delftsehe jongelieden. Nu echter meenen B. en W., dat door het in Delft komen wonen van enkele leerlingen eene splitsing nood zakelijk is, waarom dan ook wordt voorgesteld, de verzoeken in te willi- INGEZONDEN MEDEDEELINGEN 80 Cis. per regel. Slechte Spijsvertering sieept meer ziekten Yan verschillenden aard na dan eenig andere kwaal. Afgescheiden van de kwellingen die ze de maag doet ondergaan, hongert ze lichaam en zenuwen uit en verzwakt ze, ver oorzaakt Verstopping, Oprisping, Hartkloppingen, Hoofdpijn en vergif tigt Uw bloed. Ge kunt eebter spoedig Uw maag weer in orde brengen, lever en inge wanden tot hun natuurlijke werking terugbrengen, U bevrijden van al de ze pijnen en ongemakken, Uw voedsel genieten e® kracht herwinnen door bet gébruik van Moeder Selgel's Ta bletten. Mejuffrouw E. Jansen, wonende Basstraat 72, den Helder, schreef ons in dato 4 Juni j.l. als volgt: „Ik heb gedurende meer dan drie jaren ver schrikkelijk aan Slechte Spijsverte ring geleden, gepaard met hevige aan vallen van benauwdheid en hartklop pingen, pijnen in de maag, den rug en de lendenen. Ik voelde mij totaal afgemat en lusteloos, kon met den besten wil niet slapen en had zoo goed als geen weerstandsvermogen meer. Geen enkel middel scheen ln staat mij te genezen totdat ik ten laatste Moeder Seigel's Tabletten probeerde. Thans zijn al mijn pijnen verdwenen, ik eet weer met smaak en voel mij weer- gezond en een geheel ander mensch." Hoeder Selgel's Tabletten zijn ver krijgbaar bij alle Drogisten en bij de voornaamste Apothekers. Prijs 11.50 per fleschje. Te Haarlem verkrijgbaar o.a. bij de tieeren J. J. töppinger, Gr. Houtstraat 147a en K. van Eden, 8paarne 18, Drogisten. DE MOOIE ZIJDE DER KOLONISATIE. Maurits Wagenvoort vertelt in „Het N. v. d. D." over het bezoek van eeni ge vorsten uit het pas-onderworpen binnenland van Celehes op Java. „Kapitein Grosse, hun geleider, gaf mij verlof onze vrienden op hun ont dekkingsreis in het Rijk der Wonde ren te volgen, maar ongelukkig nood zaakte mij een afspraak tot een spoe dige scheiding. Ik bezocht in hun ge zelschap een paar Inlandsche scholen, een blindeninrlchting, enz. Oosterihï- gen, geboren diplomaten, zijn ge oefend ln zelfbeheerschinghunne stalen gezichten verraden geen enke le aandoeningzij vinden het vulgair te uiten wat er in hun ziel, ln hun denken omgaat. Maar wat deze „aroengs" want dus was hun alge meene titel ln de laatste veertien dagon gozien hadden, dat was hun te veel aan Indrukken, dat moest er uit, dat konden zij niet verzwijgen. Was dat niet begonnen met een zeereisje op een schip, dat van zelf voortbe woog. den wind lneen schip vol wonderen; was toen niot dat groote wonder Soerabaja gevolgd, een stad, heel en al gebouwd van steenen hul zen, bewoond door „orang djawa's", nu Ja, 'maar, met zooveel „orang blanda's" er in. als zij niet vermoed den, dat Allah geschapen had Had den zij toen niet dat wondere licht gezien, dat op vijftig lampen tegelijk opgestoken wordt door bet omdraai en van één knopje aan den wand? Wat al vreemde dingen ln de toko's dier stad. Toen was de reis gekomen door het land van Java. In den vuur wagen, zóó snel als zelfs de paardjes van Makassar niet kunnen kiopen: nu, dit alles was bei werk van den „orang blanda", den Hollander, den blanken man, dat wil zeggenzij wa ren er niet zoo heel zeker van, dat er niet iets bij was van Sjaïtan, van den Booze. Maar zij hadden gezien wat hun als bruine menschen, als „orang salaam", goed deedzij hadden hun hroeder, den Javaan, aan den arbeid gezien in de sawahs, zij haddon het werk gezien van zijn vernuft, van zijn vlijt, de bloeiende en bewaterde padi- velden en zij gevoelde® een groote achting voor don „orang djawa", die als landbouwer zooveel hoogeir staat dan de mannen van Celebes. Toen bezochten zij ook scholen, de school onder anderen van zonen van inlandsche hoofden. Zij zagen, dat de ovorheei'schers ook van hun land do zonen der hoofden doen opvoeden tot menschen, die weten, en kunnen, zij zagen er met ongeveinsde belangstel ling en een sympathie, welke zij niet konden verhelen, ofschoon zij er moeite voor deden, zonen van Atjoli- sche hoofden van dat volk, dat toch nog maar stand houdt tegen de blan da's maar tevens dat dezezonqn van Atjeh door de ovëriieerschars met zorg en achting, met genegenheid misschien ook, worden opgeleid en zij beloofden hunne zonen naar deze scholen te zenden. Zij hadden in het blindeninstituut de kinderen zien le zen met hun vingers, en hoe de blin den er een ambacht leerden, en zij vergeleken deze ongelukkigen meit die van hun eigen land. Eindelijk, daar bezochten^ zij de groote fabrieken der Staatsspoorwegen, waar 1500 „orang djawa" zooveel wonderen verrichten dagelijks, als waarvan de mannen van Celebes, teruggekeerd, hun ge heele leven zullen kunnen vertollen, en het was te veel voor hun zelfbe- heersohing, zij riepen het uit, dat do „mannen van Java" heit wel zeer, zéér ver gebracht hadden, en zij voor hun eigen volk voor de toekomst het zelfde hoopten, indien de orang blanda's hun dit alles wilden onder wijzen. Ja, het was te veel wat zij zagen des avonds ook waren ze moede van te veel indrukken, zij hadden „hoofd pijn", Maar het was schoon, deze natuurmenachen te zien, voor het eerst, tegenover de wonderen van het westen. Het was niet enkel schoon, het was treffend. Voor mij was het een openbaring van den heerlijksten kant der kolonisatie, welke zooveel verfoeilijke kanten bezit" DE GENERAAL VAN DAALEN. Het „Soer. Handelsbl." verzocht den generaal Van Daalen een onder houd, bij de vraag om zijne meening te uiten in zake het verschil van in zichten tusschen hem en den Gouver neur-Generaal. De generaal schreef hierop het vol gende aan dén hoofdredacteur van ge noemd blad: „In antwoord op uw schrijven van den 19en j.l. zij medegedeeld, dat het mij thans nutteloos voorkomt, uitvoe rig aan te toonen aan wien het is te wijten, dat liet Nederlandsche volk niet tevreden gesteld is kunnen wor den met den loop van zaken in At jeh. Dat Z.E. de Gouverneur-Generaal blijkens het te publiceeren rapport op mij de schuld werpt, is zijn zaak; 'de geschiedenis zal leeren, wie van ons tweeën het bij het rechte eind had, Z.E. of ik. Mijn verleden en mijn naam zullen het volk wel voldoende borgen zijn, dat Ik steeds met inzetting van mijn geheele persoonlijkheid heb gedaan en zal blijven doen, wat ik mij tot plicht heb gesteld. Ambtelijke eii militaire verhoudin gen verzetten zich er tegen, dat een actief dienend staatsdienaar openlijk tegen de Regeering optreedt, zoodat het u ook al in verband met 't voren- gaande, wel duidelijk zal zijn, het mij noch noodig, noch passend voor komt, u «en onderhoud over bedoelde aangelegenheid toe te staan." 's-Gravenhage, 6 Aug. Examens Ne derlandsche Toonkunstenaars-Veree- niglng. Van de 5 candidaten zijn ge slaagd voor piano (lager onderwijs) de dames: J. A. Collard, uit Kromme nie; A. J, C. W. Heijmane, uit Utrecht en P. E. Sluijter, uit Amsterdam. OPGRAVINGEN AAN DE HUNNE SCHANS. Dr. J. H. Holwerda, conservator aan het Rijksmuseum van Oudheden te Lelden, schrijft Ter aanvulling van mijn bericht omtrent de opgravingen aan de Hun neschans bij het Uddelermeer, welke thans geëindigd zijn, diene het vol gende In de Saksische schans zejve wer den de paalgaten van een zestal groo te woningen van ovalen vorm bloot gelegd, terwijl van zes kleinere Sak sische hutten de sporen gevonden werden. Eenige Ijzeren werktuigen, een zware bijl en een spade van eigen- aardigen vorm, in de paalgaten ge vonden, leverden een aardige illus tratie voor dezen huizenbouw. Een ware verrassing was het, dat er, behalve de reeds in het vorig be richt genoemde rondbouw uit prae- historischen tijd nog een tweede, nog vroegere nederzetting (waarschijnlijk pl.m. 1000 v. Chr.) op het terrein van de schans werd aangetroffen. Van acht hutten werden de in den grond ingegraven gaten, welke zich met asch en houtskool hadden gevuld, weergevonden. En in de buurt daar van twee diepere kuilen, welke waar schijnlijk grafkuilen geweest zijn. Be halve een groote collectie vuursteen werden er twaalf grootendeels gave stukken aardewerk, meest zeer mooi versierd en gelijk staande met de ke ramiek, die in de Drentsche hunne bedden wordt, gevonden, uit deze kui len te voorschijn gebracht. Het ter rein. waarop thans de schans ligt, heen dus vier perloden van bewoning gekend, de vroegste ln den tijd der" Drentsche hunnebedden, daarna in de zoogenaamde klokbekerperiode toen, ha Chr., eerst de vroege Saksers en daarna de bewoners van de schans zelve van omstreeks 700—1000 na Chr. De rijke collectie gevonden voorwer pen wordt door H. M. de Koningin aan het Rijksmuseum van Oudheden te Leidon geschonken. Gemengd Nieuws GROOTE BRAND. Donaueschingen. liet hoofdstadje van het' Badensche distinct van denr zelfden naam, ls Woensdag in brand geraakt. Het plaatsje met zijne 3750 inwoners is vooral bekend om de bron van de Donau, die op het plein van het daar gelegen kasteel van prins Fürstenberg ontspringt-. Dat kasteel heeft een beroemde boekerij met 60,000 boekdoelen, 1000 hand schriften en wiegendrukken, VeMer kostbare verzamelingen van schilde rijen, kopergravures, munten enz. Donaueschinge® is ook een gezochl i badplaats, waar velen in de daat yoor bestemde inrichtingen modder-, stoom- en dennenaalden- en andere baden komen gebruiken. De brand brak Woensdagmiddag om 2. uur uit. 's Nachts pin twaalf uur waren al meer dan honderd huizen, ongeveer een derde gedeelte van de stad, ver- wo est en 1500 mensehen zonder dak. Het raadhuis, het kantongerecht, het notaris huis,! de spaarbank, de ge vangenis en andere openbare gebou wen, waren afgebrand. De brand ont stond in een huis, dat met spaanders gedekt was, zooals men er veel in bel Zuiden van Duitschland ziet. Diezelf de bedekking is voor het Tirolscha dorp Zirl zoo noodlottig geweest. Een sterke wind uit het Zuidwesten deed te Donaueschingen, evenals te Zirl, de vlammen overslaan naar de ande re huizen met spaanderdaken. De brandweer rukte dadelijk uit, maar kon geen water krijgen. Dertig brand weren van elders en een compagnie soldaten uit Konstans kwamen hulp verleenen. Een kinki is gestikt, verscheidene m9nschen kregen brandwonden, een vrouw vluchtte met brandende klee- ren de straat op. Er heerscht groote nood, daar er gebrek is aan levens- middelen. De onbehuisden zijn in de openbare, gebouwen ondergebracht.- De prins van Fürstenberg kwam van' de jacht op de plaats van den brand. Hij gaf dadelijk een 6om van 40,000 mk. 's Avonds kon men in dé huizen geen licht branden, daar de electri- sche leiding vernield was. Het kasteel van de Fürstenbergs liep nog geen gevaar. DE SPEELDUIVEL/ Men meldt uit Antwerpen: De beele stad is in beroering doof een opzienbarende arrestatie. Op last van den rechter Godenier, Is in de bureaux van de firma Staackmann en Horschitz, place de Meir, in hech tenis genomen de heer Otto L., kas sier der firma en tevens procuratie houder. De heer L., die algemeen achting genoot, wordt beschuldigd van de verduistering van een half millioe® francs ten nadeele zijner pa troons. Elen vriendin van L., de 35- jairige Eléonore X. werd bij een koop man in de Gerard-straat, bij wien zij in betrekking is, eveneens gearres teerd. Otto L. was reeds sedert 9 jaren in dienst bij de firma Staackmann en Horschitz, die hem haar volle ver trouwen 6chonk. In den laatsten tijd viel het op, dat L. zoo dikwijls afwe zig was, soms dagen achtereen, En altijd ging hij in gezelschap van zijn vriendin op reis. De firma, over de ze zonderling9 handelwijze veront rust, keek de boeken na en ontdekte daarin vervalschingen tot een tekort van 400,000 francs. Evenwel meent men, dat de verduisteringen een half millioen belóopem. Bij zijn verhoor erkende L., dat hij reeds 21/2 jaar lang 'n trouw bezoe ker was van de speelgelegehheden te Ostende, Spa, Nizza, Amsterdam en Mote Carlo, waarvoor hij het geld zijner firma gebruiktö. Het meisje verklaarde niets van de verduisteringen te weten. Wel had zij Otto dikwijls groote sommen zien ver liezen, eens zelfs 30,000 francs. Maar ze dacht dat het geld van hem was. Zij kreeg jaarlijks 10,000 francs van hem. Zooals boven reeds gezegd, de ar restaties hebban groot opzien ge baard. Te ineer groot is cle opwinding daar er thans ook nog een bevel tot inhechtenisneming is uitgevaardigd tegen zekeren J., die, bij zijne firma 100,000 francs heeft verduisterd. (Nbr.J PETROLEUM-BRAND. Ook te Tampico in Mexico heeft een reuzenbrand gewoed, echter een pe- troleumbrand. Het vuur woedde reeds ettelijke da gen en had al milLioenen gallons pe troleum verslonden, toen een gewel dige ontploffing plaats greep. Het geweld en de gloed van oe explosie waxen van" dien aard, dat naburige bronnen er door werden aangestoken. Bovendien werd 'n gat in den grond geslagen van 1500 Eng. vt. middel lijn. Het brandt nog te Tampico; en de naburige bosschen loopen ernstig ge- Het stoomschip Kediri, van Java naar Rotterdam, arriveerde 5 Aug. te Suez. Het stoomschip Bogor, van Rotter» dam naar Batavia, vertrok 6 Augus tus van Malta. Het stoomschip Koning Willem I, van Batavia naar Amsterdam, verv trok 5 Aug. van Port Sai.d Het stoomschip Noordam, van New. York naar Rotterdam, passeerde 0 Augustus, des voorm. 8 uur 20 min., Prawlepoint. Het stoomschip Kawi, van Java naar Rotterdam, passeerde 5 Augus tus Gibraltar. Het stoomschip Derlllinger, van Rotterdam naar Japan, arriveerde 6 Auur. te Penan*.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1908 | | pagina 6