RUBRIEK VOOR ONZE JEUGD iv.v Be™ Kaaüsels bdrS! Raadseloplossingen Wedstrijdinzendingen. I Uitslag van de Wedstrijd Napoleon en de Grenadier. Brievenbus DAMRUBRIEK. 1 ,--aAn- nop. I irlie een nriis verdiend hebben, mij I „Laat liem binnenkomen", zeide I dag u„„( i„„aw w„_| na„ (Deze raadsels zijn alle ingezonden door jongens en meisjes, die „Voor Onze Jeugd" lezen. De namen der kinderen, die mij vóór Donderdag morgen goede oplossingen zenden, worden in het volgend nummer be kend gemaakt). 1. (Ingezonden door Roelof Beinema). Welke vorst heeft het meeste ver driet 2. (Ingezonden door Jan Geijlvoet) Een meisje ging met vlugge stap En bracht haar moeder bessensap, Zij had geen flesch, geen pot of pan, Of iets, wat daarop lijken kan. Eu toch droeg zij de bessensap I Verklaar mij, lezer; deze grap, 8. (Ingezonden door Tinus en Sieger Bonke). Zet onder elkaar Een stad in Noord-Holland. Nog een stad In Noord-Holland. Een visch. Iets, wat men aan elk huis vindt. Ben viervoetig dier. Een werelddeel. Nog een viervoetig dier. De beginletters vormen den naam van iets, dat men eiken morgen ge bruikt. Ruï^Ommen, Tram, Tijger Em- men,' Rat, Dijk, Amsterdam, Maas, Rotterdam.; Bodstodon. Tabak. A D M R S E T Kameel. De Klok. Delft. Bloembollenveld. Elleboog. Voor de promies. bestaande uit boe ken in prachtband, komen in aan- mOTkTRUUS VAN DER LINDEN jken kan. 4. (Ingezonden door Beppie Meijer) Mijn geheel bestaat uit 12 letters, en is te vinden in Haarlem. I 2 is een viervoetig dier. In een 3 6 7 8 doet men vuur, 5 4 2 is een kleedingstuk. 9 10 12 is een knaagdier. II 2 is een deel van den wagon. 6. (Ingezonden door Nelly Busé). Welke wijn smaakt het best? 6. (Ingezonden door W. F. Itjeshorst). De boer, die mijn eerste heeft. Kan niet zeggen, dakloos te zijn, Al is het niet altijd even groot. Toch is het ook niet klein. Mijn tweede is een wollen stof, Waarvan men kleeren maakt. Ze is heel mooi, als men maar zorgt Dat er geen mot in raakt. En mijn geheel, dat is een dorp In Gelderland gelegen. Zoek maar eens, waar je-'t vinden kunt, Het valt je vast niet tegen, 7. (Ingezonden door D. Bruinier)' De tuinman gebruikt het. Neem letter weg en men. gebruikt hot op het water. 8. (Ingezonden door Marie Kolk). Zoek uit onderstaande© zin een be graven jongensnaam Pa, ulevellen vind ik heel lekker. 9. (Ingezonden door Jo v. Egmond). Ik besta uit 9 letters en alle kindo ren gaan 'er graag heen. Een 2 3 4 9 is een wortel. Een 2 3 6 is een hoofddeksel. Een 7 8 is een gewas. Het is niet slim, om 5 7 8 te zijn. 10. (Ingezonden door Anton Koomen). Met een h ben ik een 'plaats in Noord-Holland Met een b ben ik een riviertje in Friesland. Met een d ben ik een plaats in Utrecht. Goede oplossingen ontving ik deze WWilh. Marinus Heijl 7 (van da vorl- 'janen Rowland van Vandoloo 7 lTusdDuïSaW10ek\van da vorlgo WFrans on Jo van Egmond 8, Zus Duursma 10. Nanno Nauta 7. Ruurtje Aart 10. Jan en Roeland v. Vendeloo 7. Piet en Frans Bolle 7. Hendrik Versteeg 8. Arie v. Westerhoven 7. W. F. Itjeshorst 7. Na de vorige opgave kwamen nog inzendingen van Cornelia Landman., Alice Davidson. Sietsa Roelof Beinema. Jacobus In 't Veld. Zus Duursma. Jan Willem v. Vendeloo, Roeland v. Vendeloo. Jan Geijlvost. Frans Geijlvoet. Sieger en Tinus Bonke. Hendrik Smits. Willi. M. Heijl. Anton van der Boom. De woordenwedstrijd schijnt wel in jelui smaak te zijn gevallen. Wat kreeg ik een inzendingen En dat nog wel in den zomer, terwijl de vacantio begon Er was heel wat na te kijken, en al moest ik zoo nu en dan ook heel wat woordjes schrappen, er wa ren er andere, die zóó keurig hadden gewerkt, en zóó weinig fouten had den, dat het mij ten slotte nog moei lijk viel, de besten er uit te kiezen. Ik heb dan ook het lot nog laten be slissen wie do premies zouden krij gen. In de afdeeling voor jongens en meisjes van 11 jaar en jonger was de beste inzending van NANNE NAUTA, DIRK SCHOLTEN. Meegeloot voor do premies hebben i Gerardus Johannes Noë; Jan Geijlvoet; Harri Rienstra, en Anthonie Jansen, die dus nu eervol vermeld zijn, evenals W. F. Itjeshorst; Henriëtto v. Beijnen» Hendrik Smits, en Frans Geijlvoet. Zeer goed was het werk van Jan Willem van Vendeloo j Sieger en Tinus Bonke Wilhelmus M. Heijl W. Brandos; Gerardus de Lugt; Annie de Zaayer Betsy Kuijper, en Johannes van Egmond. terwijl ook Frits en Constant Poppe. Adriaan Hazovoet en Roeland v. Ven deloo goed gewerkt hebben. In de afdeeling voor jongens en meisjes van 12 jaar en ouder is de eerste prijs, bestaande uit een reis- tasch of hangmat, toegekend aan ZUS DUURSMA, die mij liefst 1076 woorden stuurde, en de 2de prijs, n.l. een drinkbeker in étui, om mee naar- buiten te ne men, of een schetsboek aan CORRY BOEKMAN. Dan volgden vier jóngens, van wie 't werk ongeveer gelijk stond en hier van zijn bij loting de premies toege kend aan JACOBUS VERHAGEN die een prijs verdiend hebben, mij vóór Dinsdagmorgen laten weten, welken prijs zij kiezen. Als ziji lie ver Iets anders nebben, mogen zij dat ook wel zeggen, dan ka.n het mis schien veranderd worden. Woensdagmiddag tusschen 1 uur mógen de prijzen en premies don bij mij aan huls gehaald worden. dLe dan ook den Isten prijs, een cro quet of ringwerpspel, verdiend heeft. De 2de prijs is toegekend aan HERMAN HAMER en bestaat uit een paar stelt9n of een schip. JOH. C. BOSMAN. De premies bestaan ook hier weer uit boeken in prachtband. Meegeloot hadden Heilco Folkert Roosjen én W. Kout- staal, die nu een eervolle vermelding kregen, evenals Suzanna Plantjé. Willeqj Saarloos, Johan Faber, en Anton van der Boom, Nu komen Johanna Ploeg, Ruurtje Aarts, Jacobus in 't Veld, Veronica Bot, Marie en Annie van Zutpheff, Johan de Vries, G. Hekkelman, Willemien-van Beijnen, Frans van Egmond, en' Piet Bolle, die allen „zeer goed" gewerkt had den. „Goed" was 't werk van.; Cornells Landman,- Alice Davidson, Sietse Beinema, Lucia Voetelinck, Elizabeth Frölich, Henri Coutinho, Cato Bonke, Jetty Boogaard, P. C. Langeveldi Wim Kanne, D. G. van Buuren, en Jo Versteeg, terwijl ook Dora van Steen en Jaco bus van Nieuwehhuyzen hun best hadden gedaan. Nu mogen de jongens en meisjes, Den avond voor den slag van Ulm, toen Keizer Napoleon vergezeld van den Maarschalk Berthier incognito door het kamp wandelde, en naar hot gepraat van zijne soldaten luisterde, zag hij in eene groep niet ver bij hom van daan een grenadier der Garde, die eenige aardappelen aan 't roos teren was. „Niels zou mij meer smaken dan een geroosterde aardappel", zeide de Keizer tot den Maarschalk, „zie of gij er ec-n voor mij kunt krijgen." Berthier naderde het groepje, en vroeg den grenadier, of hij hem een aardappel verkoopen wilde. ,.Ik heb er slechts vijf, antwoordde de soldaat, „en dat is nauwelijks ge noeg voor mijn eigen avondeten. „Ik zal u twee Napoleons geven, in dien gij er een verkoopen wilt." „Ik heb uw goud niet noodig mor gen zal ik misschien gedood worden, en wat heb ik dan aan het geld Berthier berichtte het antwoord van den soldaat aan den Keizer, die zich een weinig op den achtergrond ge houden had. „Laten wij zien, of ik gelukkiger zal zijn dan gij", zeide deze, en naar den grenadier toegaande, vroeg hij, of hij hem een aardappel wilde ver koopen. „Volstrekt niet", zeide de grenadier, „ik heb nauwelijks genoeg voor mij- zeüven." „Maar gij kunt zelf den prijs bepa len, komaan ik heb honger en zou gaarne iets te eten hebben." „Ik zeg u, dat ik niöt genoeg voor mijzelven heb, maar behalve dat, denkt gij, dat ik u niettegenstaande uwe vermomming niet ken „Wie "ben ik dan „Wel, de kleine korporaal, zooals zij hem noemenheb ik gelijk „Welnu, daar gij mij kent, wilt gij dan uw keizer een aardappel verkoo pen?" „Neen, maar indien gij mij wilt toestaan om bij u te komen dineeien, wanneer gij in Parijs zijt, wil ik nu mijn avondeten mot u deelen." „Afgesproken", zeide Napoleon, „op het wooTd van den kleinen korporaal op liet woord van uw keizer." „Goed, onze aardappelen moeten nu gaar zijndaar zijn de twee grootste voor u, de andere zal ik zelf opeten." De Keizer ging zitten, at zijne aard appelen. en keerde toen met Berthier naar zijne tent terug, liet eenige, wat hij over dit avontuur tot den Maar schalk zei, was „Die vent is een goed soldaat, wil ik wedden." Twee maanden daarna was Napo leon te midden van zijn schitterend hof in het paleis de Tuilerieën, en wilde juist aan tafel gaan, toen men hem berichtte, dat er een grenadier buiten was, die de wacht dwingen wilde hem door te laten, zeggende, dat hij door den Keizer verwacht werd. „Laat hem binnenkomen", zeide Zijne Majesteit, De soldaat kwam bin- non. presenteerde hot geweer en zei- do lot den Keizer„Herinnert gij u nog, dat gij eens op geroosterde aardappelen onthaald zijt?" „O, zijt gij dat? Ja, ja, ik herinner het mij", zeide de Keizer„en nu zijt gij gekomen om met mij to dineeren, niet waar? Rustan (tegen zijn be diende) zet nog een couvert op uwe tafel voor dezen dapperen kerel." Weer presenteerde de grenadier het geweer en zeide„Een grenadier der Garde eet niet met lakeien. Uwe Ma jesteit beloofde mij, dat ik met u zou dineeren dat was de afspraak, en op uw woord vertrouwende ben ik hierheen gekomen." „Dat is waar", zeido de Koizer, „en ik zal mijn woord houdenleg uwe wapenen af, mijn vriond, en zet u aan tafel." Toen het diner 'afgcloopen was, stond do grenadier op, nam zijn ka rabijn, en zich tot den Keizecr keeren- do, presenteerde hij het geweer en zeide„Een eenvoudig gemeen sol daat behoort niet aan de tafel van zijn Keizer te dineeren." ,,IIa I ik begrijp u", zeide Napo leon. „Ik benoem u tot Ridder van liet Legioen van Eer en tot luitenant van mijn Garde-regiment.' „Ik dank u hartelijk. Leve de Kei zer I" antwoordde de soldaat en ver wijderde zich. dag buiten en mogen jelui ook wel eens met de bloote voeten in zee loo- pen (Brieven aan de Redactie van de Kindèr-Afdeeling moeten gezonden worden aan mej. M. C. van Doorn, Wagen weg 88t Haarlem). WILHELMUS II. Het spijt mo erg, dat we nu geen konnis kunnen maken. Maar het is toch nog veel er ger, dat je Opa opeens zoo ziek is ge worden. We zullen hopen, dat hij maar gauw weer beter is, en dat je dan toch nog even ln Haarlem komt kijken. Ja, die schipbrug is prachtig, hè, en zulke boottochtjes in de va cantio zijn heerlijk. Je inzending kwam nog juist bijtijds voor den wedstrijd, maar 't was op het nipper tje, hoor Heb je de Zuiderzee wel eens gezien, of ook nog nooit NANNE N. Wel gefeliciteerd, hoor, met je prijs. Dat valt je zeker nogal mee. hè Nu, je hebt ook zeker heel wat tijd met zoeken doorge bracht. Vond je de Ruïne van Brede- rode niet mooi en heb je veel pleizier gehad op den boottocht PIET en FRANS B. Jelui zijn toch, hQop ik, niet ongeduldig, jon gens Als het aan de beurt is, komt je raadsel van zelf in de courant. Kijk maar goed uit I HENDRIK V. Ik ben blij, dat je veel pleizier hebt gehad in Zaandam, en ben erg nieuwsgierig naar je op stel. GRIETJE K. Wel bedankt voor je mooie ansicht. Wat ziet het huls er heerlijk ruim en frisch uit. Staan er hoelemaal geen andere huizen in de buurt Je speelt zeker den geheelen ARIE VAN W. Als jo erg graag een boek ter leen zoudt willen heb ben, moet je maar eens op eeti Woonsdagmiddag tusschen 1 en 2 uur komen. Heb je al erg veel gele- zon En houd je veel van lezen ANNA P. Hoe komt het toch, dat jo het tegenwoordig zoo druk hebt Wat voer je toch wel den geheelen dag uit Ik heb niet veel tijd, om naar de kei-mis te gaan en weet ook niet, of cr veel moois te zien Is. Kon jij nogal gauw iets vinden om voor je moeder en zusjes moe le brengen, en in wat voor een kraam ben jo daar voor geweest GRETHA K. Ik heb de zeehonden nooit zoo hooren schreeuwen en de slangen ook niet zien vervellen. Je trof liet du3 wel bijzonder goed in I Artis 1 Was jo niet bang voor do wilde dieren Die kunnen soms ook zoo'n I gebrul laten hooren, dat je er bang voor zoudt worden, vooral als ze ge voederd worden. En heb je de pape gaaien ook hooren praten Hoeveel tandjes heeft het kleine nichtje al, of zijn het de kiesjes, die haar zoo hin deren Ze vindt het toch zeker wel heerlijk, als jelui met haar komen rijden of spelen I FRANS en JO VAN E. Je vond het in Rijnsburg zeker heel mooi maar do Rijn zelf is je toch zeker erg tegengevallen. Jelui treffen het goed, dat je met de kermis nu juist weer in Haarlem terug bent gekomen. TlNUS B. Nu moet je me maar oons gauw komen laten kijken, hoe dik je wel geworden bent, 7 pond en 2 ons is geen kleinigheid, hoor 1 Mis je de zee niet, nu je weer thuis bent En ben je nu niet uit je kleeren ge groeid ZUS D. Wel, Zus, had je wel ge dacht, dat Je moeite zoo beloond zou worden Nu, maar je hebt er ook Ieen heel werk aan gehad I Ik heb nog wel iels moeten schrappen, maar toch niet veel Veel pleizier in Drachten, hoor ANTON v. d. B. Zooals je ziet, heb ik je inzameling, die cr keurig uitzag, nog maar bij de overige go- voogd. Maar pas toch in het vervolg maar goed op, want als de beoordee ling eenmaal weg is, is er niets meer aan te doen. I1UBERTUS B. Ik ben blij, dat je Zondag veel pleizier hebt gehad. Vond je het niet heerlijk, mee te mo gen doen aan de Quatre-Mains En wat leuk, dat het goed ging 't Was jammer, dat het tochtje naar Scheve- ningen in het water viel, maar mis schien gebeurt het nu toch nog wel, als 't eens een heel mooie dag is, hè Wilde je morgen over een week ko men cn dan meteen vertellen over A. W. Ik moet wel zeggen, dal ik niet goed begrijp, hoe de vork in den steel zit, en ik ben blij, dat jij me dan eens kunt inlichten. Is het nieuwe boek waar je uit studeeren moet, moeilijk Veel groeten en tot de volgende week 1 M. C. VAN DOORN. Zooals de meeste menschen, die f geen bezigheden hebben, had Plun- normann nooit tijd. Er waren zooveel nietige dingen, welke hij moest ver richten, en die hem gelegenheid ga ven zijn gezin te bewijzen, dat het zonder hem bepaald niet zou gaan en de familie zoowel als 't geen ze bezat zonder hem waarschijnlijk in zeer desolaten toestand zou gaan verkee- ren. Meneer Plunnermann at gaarne goed en hij vond er een bijzonder ge noegen in allerlei huishoudelijke be- noodigdheden in te koopen, waarbij hij dan zijn echtgenoote en zijn eenig dochtertje Lieschen verbluft deed staan over de lage prijzen, tot Lie schen Plunnermann eens ontdekte dat de goede papa in zijn eigen beurs loog. Vervolgens moest hij het huis houdboek nazien, ten minste hij vond zelf, dat dit beslist noodig was, of schoon vrouw en dochter van deze noodwendigheid niet zoo overtuigd waren. En daarbij ontdekte hij altijd iets, waarover hij zich ergeren kon, bij voorbeeld de hooge vleeschprijzen, het groote verbruik van petroleum, zeep, soda, lucifers en andere kleinigheden in de huishouding en dergelijke. Zijn vrouw moest steeds geduldig luisteren naar de betoogen, welke hij daarover hield. Lieschen verwijderde zich steeds zoo snel mogelijk uit haars vaders nabij heid, en Kathrin, de be- heerscheres der keuken, die lange ja ren in betrekking was, had voor me neer Plunnermann niet het noodige respect. Sedert ze hem op zekeren keer met den noodigen klem had ver zekerd, dat petroleum, lucifers, zeep en soda niet opgesnoept, maar ge bruikt werden, ging het waardige hoofd des gezips niet meer met haar kibbelen. Mevrouw Plunnermann schikte zich naar de kleine eigenaardigheden van haar echtgenoot met de onderdanig heid der goede huisvrouw. Ze was in zekeren zin Oost-Indisch doof gewor den in den loop der jaren, ze kon, als meneer haar man zijn krasse redevoe ringen van stapel liet loopen, aan heel andere dingen denken en had alleen maar te zorgen, dat ze hem niet mid den onder zijn beschouwing over een gewichtig onderwerp met gedachten lastig viel, welke in een geheel andere richting lagen, want dat nam hij tel kens geweldig kwalijk. Nu was er helaas ook een zaak, ten opzichte waarvan meneer Plunner mann zoo hardnekkig en vasthoudend Was, dat vrouw en dochter or door tot wanhoop worden gebracht. Ilij had zich ln het hoofd gezet, dat hij zijn aanstaanden schoonzoon zelf moest Uitzoeken, daar hij noch zijn vrouw, noch zijn dochter vindingrijk genoeg achtte om zulks te doen. Jonge meis jes mochten volgens zijn meening in het geheel niet meepraten. Lieschen mocht voor zijn part verliefd worden op een niooien knevel, een paar vuri ge oogen en een flinke figuur. Dat mocht ze op eigen verantwoording doen, maar een werkelijkon, definitie- ven echtgenoot en schoonzoon van menoer Wilhelm Plunnermann, dien zocht deze lieor zich zelf uit, dat had hij bij verschillende gelegenheden zij ne vrouw en dochter met veel nadruk op het hart gebonden. Tot dusver wa ren er nog geen ernstige complicaties ontstaan daar Lieschen Plunnermann een verstandig meisje was, en niet zoo licht verliefd werd. net akeligste van het geval was maar, dat meneer Plunnermann ook achter de onschuldigste dingen het spook van een hem niet sympathieken schoonzoon zag opduiken, en daarom alles met alle macht afweerde, wat .hem in dit opzicht verdacht scheen. Deze zaakjes werden gewoonlijk door mama Plunnermann uitgevochten. Op zekeren mooien Junimorgen had men het eens weer recht elk aan een eind. Het ging dezen keer over een schijnbaar heel onschuldige zaak, over de gewone zomerreis. Meneer Plunnermann was voor de zee en wel voor een kleine badplaats, welke zo nu al een prfnr jaren achtereen had den bezocht. Daar had hij zijn gezel ligheid, daar wist hij een wijnhuis, waar men een drinkbaren rooden wijn en uitstekende versche kreeften vond, daar kon hij de weinige jonge badgasten, welke in het kleine nest verdwaalden, op behoorlijken afstand van zijn bekoorlijk dochtertje hou den. Mama Plunnermann en haar doch- ter hadden echter voor dit jaar iets anders besloten. De eerste poging, om het hoofd der familie tot deze veran dering to bewegen, had ten gevolge, dat meneer Plunnermannreen aanval van woede kreeg. Hij raasde letter lijk. Dat moest er nog bij komen, dat hij zich in zoo'n inenschenzwerm zou be geven. Waar bleef dan alle rust voor hem, welke hij zoo noodig had na zijn inspannende bezigheden en al de on aangenaamheden, welke hij moost slikken. Den geheelen dag de voor komendheid zelf zijn, zich een paar maal per dag verkleeden, voor het middagmaal en voor de avondfeestjes, geen rust hebben en evenmin het go- mak, waaraan hij gewoon was, hij dacht er niet aan ln het niet Mama Plunnermann liet de bui vrij geduldig uitrazen. Over het algemeen gaf zij haar huistiran zoo vaak moge lijk toe, maar wanneer er eens iets I bijzonders aan de orde was, bereikte ze toch haar doel langs allerlei om wegen trouwens, tot het gebruik ma ken waarvan de eigenaardigheden van haar wederhelft haar noodzaak ten. Daarvan had meneer Wilhelm Plun nermann soms een flauw vermoeden, en wijl dit vermoeden ook juist nu weer bij hem opkwam, verzette hij zich nog meer dan gewoonlijk. Hij verkondigde de gewaagdste be weringen en ten slotte verklaarde hij het voor een schande, dat de eigen moeder den tijd niet kon afwachten, waarop haar dochter in het huwe lijksbootje stapte. Maar daarmede kwam hij slecht weg want toen hij met de verwijtende vraag eindigde, of dan de hoogste aardsche gelukzalig heid hierin lag, dat men een man kreeg en had, antwoordde zijn dier bare echtgenoote met een zeer beslist neen en voegde er bij, dat ze dit op 't oogenblik juist bijzonder goed Inzag. Daardoor werd meneer Plunner mann een weinig op zijn nummer ge zet. Mama Plunnermann deed er haar voordeel mee en opereerde zoo han dig, dat hoar man met een diepe, die- pe zucht toestemming gaf tot een i'eis naar Baden-Baden, doch onder voor- waarde, dat vrouw en dochter geen nieuwe kennismakingen zouden aan- knoopen en vooral ten opzichte van jonge mannen zeer buitengewoon koel zouden zijn. Nadat mama daarop de meest ge ruststellende verklaringen had afge legd, bracht ze de tijding van de be haalde overwinning triomfantelijk aan Lieschen, die met meer angst dan de zaak eigenlijk waard scheen te zijn, op den uitslag van den strijd had gewacht. O, mama, zei Lieschen bezorgd, hoe zal dat nu toch wel worden met Hans Als papa maar niets merkt I 1-Ioe zou hij dat stelde mama haar op kalmen toon gerust. Hans neemt natuurlijk kamers in een an der hotel en dan zullen we wel trach ten, een heel ongedwongen aanknoo ping te vinden. 't Is werkelijk ook te erg, pruilde Lieschen Plunnermann. Papa moest blij zijn, dat hij zoo'n aardigen schoonzoon krijgt, en in plaats daar van moet men nog verstoppertje spe len en alle mogelijke fopperijen be denken Papa Plunnermann die, nadat hij in den beginne gebromd en geprut teld had, zich nu in Baden-Baden zeer op zijn gemak gevoelde, kwam op den vierden of vijfden dag van eene 'wandeling in een recht pleizierige stemming thuis. )Iij had een netten, jongen man leeren kennen, werkelijk een zeer net mensch van goede opvoe ding, die nog wist, wat men een be jaard heer schuldig was. Hij had hem vuur gegeven voor zijn sigaar, toen waren ze in gesprek geraakt, waar bij het bleek, dat meneer Hans Wer- nick een landgenoot was van de firma Wernick en Zimmermann heel bekend, goed huis voor wollen goederen en zoo had hij met den jongen man afgesproken, dat ze elkander op de namiddag-wandeling bij het slot zouden ontmoeten. Het mag niet verzwegen worden, dat mama Plunnermann op de meest I geslepen wijze gebruik maakte van ■den meest sprekenden karaktertrek van haar man. Ze zette een bedenke lijk gezicht en wilde van meneer Hans Wernick maar niets weten, ze herin nerde haar man aan al de verschrik kelijke voorspellingen, welke hij ten opzichte van alle mannelijke wezens, die ongeveer zoo oud waren als deze alleraardigste jonge man, had uitge sproken. Door deze tactiek bereikte ze, wat ze wilde, namelijk dat meneer Plun nermann driftig bleef beweren, dat hij hier goed had gezien en eindelijk ta melijk barsch beval, zich aan zijne schikkingen te houden. En zoo werd meneer Hans Wernick des namiddags volkomen in den vorm aan mevrouw en juffrouw Plunner mann voorgesteld. De voorbeeldige jonge man wijdde zich echter veel meer aan den pator familias dan aan do vrouwelijke leden. Trouwens, be leefd was hij toch wel. Toen Lie schen graag eens den toren wilde be klimmen, wat voor meneer Plunner mann wegens diens dikte natuurlijk onmogelijk was, verklaarde hij zich dadelijk bereid om met de jonge dame mee te gaan en lichtte haar zeker zeer uitvoerig in over alles, wat ze in don omtrek kondep zien,, want de twee bleven lang boven. Toen men des avonds afscheid nam, stond Plunnermann's gunstige mee ning over den jongen Wernick zóó vast, dat alle lage pogingen van me vrouw, om die meening aan het wan- kelen te brengen, niets baatten wat trouwens het goede humeur dezer dame in 't minst niet bedierf. Meneer Hans Wernick was de vol gende veertien dagen voortdurend ln gezelschap van de familie Plunner mann. Eindelijk maakte hij op zekeren dag een lange wandeling met 't hoofd des gezins alleen. Meneer Plunner mann kwam in vrij opgewonden ge moedsstemming terug, schreef druk brieven en na drie of vier dagen, ge durende welke menoer Wernick, vreemd genoeg, niet verscheen, las Iiij de antwoorden op die brieven met veel genoegen. Ze luidden overeenstemmend on met deze antwoorden toegerust beval meneer Plunnermann zijn vrouw, mot hem eene ernstige conferentie te hou den, op welke conferentie hij ver klaarde, dat het zijn onveranderlijke en onbuigbare wil gl? eohtgenoot en vader was, dat haar eenige dochter Lieschen Plunnermann zich met me- neer Hans Wernick moest verloven. Bijna was deze verloving echter nog ln het water gevallen, want de goede mama Plunnermann had een oogen blik te strijden tegen de gevaarlijke neiging om haar dikken echtgenoot om den hals te vallen en hem al haar schanddaden te bekennen. Na verloop van een uur, gedurende hetwelk meneer Plunnermann beden kelijk blazend en snuivend op zijne kamer heen en weer had geloopen, steeds gereed om zijn vaderlijke auto riteit te doen gelden, bracht zijne vrouw hem de verblijdende mededec- ling, dat Lieschen niet ongenegen was om mevrouw Wernick te worden. En zoo kreeg men dan onder de bruikelijke ceremoniën een verloving, waarbij het verloofde meisje zich bij zonder volgzaam betoonde. En me neer Plunnermann constateerde bij zich zeiven, en tegenover zijn vrouw, met groot genoegen- een snel toene mende Intimiteit tusschen de jonge lui. En toen een paar dagen later Hans Wernick moest vertrekken, omdat de firma Wernick en Zimmermann hem niet langer kon missen, en Lieschen bij het afscheid van haar verloofde zelfs eenige tranen vergoot, kwam meneer Plunnermann in hooge mate met zich zeiven voldaan weer bij zijn vrouw in het hotel. Zie je, lieve Alwlne, hoe juist ik in deze aangelegenheid handelde Lieschen schijnt werkelijk van don jongen man te houden. Wij kunnen ook tevreden zijn hij is werkelijk oen heel voortreffelijke jongeman, dat heb ik dadelijk ook wol opgemerkt, toen ik hem den eersten keer ont moette. En een soiled huls, het huis Wernick Zimmermann Is het nu zoo niet veel beter dan dat ons meisje den eenen of anderen windbuil bij ons gebracht had, schat In dit opzicht hebben wij, mannen, nu toch eenmaal den scherperen blik en het rijpere oor deel en je zult mij moeten toegeven, lieve Alwine, dat wc ons geen beteren schoonzoon hadden kunnen wenschen en dat het een geluk Is, dat Ik de zaak in handen heb genomen. En de lieve Alwine knikte toestem mend met het hoofd. Ja, lieve Wilhelm, je hebt dat uitstekend gemaakt. Lieschen zal je oeuwig dankbaar zijn („N. v. 't N.") regeoren. Zij hadden voor 100.000 dol lars een stoomschip afgehuurd, dat alios aan boord had, van naaimachi nes af tot geweren toe. Twee vrouwen te St. Louis, die van plan waren zich bij hen te voegen, zoodra do nieuwe staat gesticht was, moeten hen op 't denkbeeld gebracht hebben. Een van de broeders werd in Honduras gevat en naar New-York gebracht, de an der schijnt bijtijds naar Guatemala uitgeweken te zijn. Damclub „Haarlem". Verantwoordelijke redacteuren: II. E. Lantinga, G. E. Visse, C. H. B. Tollenaar. Oplossingen in ie zendon aan den heer H. E. Lantinga, Barendsestr. 41. Probleem no. 63, ingezonden door den Heer W. C. Faas, te Overveen. Zwart 1 2 8 46 Y6 49 OP EIGEN HOUTJE. Te New-York is zekere Bailey w vangen gezet, die, met zijn broer sa men, in de wildernis van de Mldden- Amerlkaansche republiek een gemee- nebest op eigen hand had willen stich ten, dat zij met hun belden zouden 46 47 48 Wit Stand. WIT: 11 21 30 36 39 41 42 45 46 50 en dam op 26. ZWART: 3 8 14 18 19 23 25 28 29 32 34 40 en dam op 2. De oplossing van Probleem no. 59, ingezonden door don lieer II. C. van Oort, is: 27 - 21, J7 - 12, 12 34, 45 1 Goed opgelost door de heeren: C. Se- rodini, R. C. Broekmeijer, F. M. v. d. Werf, J. F. Spanjaard, allen te Haai> lom. W. C. Faas, Overveen. J, L. Velde, Overveen. W. A. Z. en H. L. Jr., D. Ruhrort. De oplossing van no .58 door do hee ren v. d. Werf en Spanjaard, te laati ingekomen. Zij moeten binnen 14 da gen ingeleverd worden-

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1908 | | pagina 13