RUBRIEK VOOR ONZE JEUGD
iv.v
Be™
Kaaüsels
bdrS! Raadseloplossingen
Wedstrijdinzendingen.
I Uitslag van de Wedstrijd
Napoleon en
de Grenadier.
Brievenbus
DAMRUBRIEK.
1 ,--aAn- nop. I irlie een nriis verdiend hebben, mij I „Laat liem binnenkomen", zeide I dag
u„„( i„„aw w„_| na„
(Deze raadsels zijn alle ingezonden
door jongens en meisjes, die „Voor
Onze Jeugd" lezen. De namen der
kinderen, die mij vóór Donderdag
morgen goede oplossingen zenden,
worden in het volgend nummer be
kend gemaakt).
1. (Ingezonden door Roelof Beinema).
Welke vorst heeft het meeste ver
driet
2. (Ingezonden door Jan Geijlvoet)
Een meisje ging met vlugge stap
En bracht haar moeder bessensap,
Zij had geen flesch, geen pot of pan,
Of iets, wat daarop lijken kan.
Eu toch droeg zij de bessensap I
Verklaar mij, lezer; deze grap,
8. (Ingezonden door Tinus en Sieger
Bonke).
Zet onder elkaar
Een stad in Noord-Holland.
Nog een stad In Noord-Holland.
Een visch.
Iets, wat men aan elk huis vindt.
Ben viervoetig dier.
Een werelddeel.
Nog een viervoetig dier.
De beginletters vormen den naam
van iets, dat men eiken morgen ge
bruikt.
Ruï^Ommen, Tram, Tijger Em-
men,' Rat, Dijk, Amsterdam,
Maas, Rotterdam.;
Bodstodon.
Tabak.
A
D M
R S
E T
Kameel.
De Klok.
Delft.
Bloembollenveld.
Elleboog.
Voor de promies. bestaande uit boe
ken in prachtband, komen in aan-
mOTkTRUUS VAN DER LINDEN
jken kan.
4. (Ingezonden door Beppie Meijer)
Mijn geheel bestaat uit 12 letters,
en is te vinden in Haarlem.
I 2 is een viervoetig dier.
In een 3 6 7 8 doet men vuur,
5 4 2 is een kleedingstuk.
9 10 12 is een knaagdier.
II 2 is een deel van den wagon.
6. (Ingezonden door Nelly Busé).
Welke wijn smaakt het best?
6. (Ingezonden door W. F. Itjeshorst).
De boer, die mijn eerste heeft.
Kan niet zeggen, dakloos te zijn,
Al is het niet altijd even groot.
Toch is het ook niet klein.
Mijn tweede is een wollen stof,
Waarvan men kleeren maakt.
Ze is heel mooi, als men maar zorgt
Dat er geen mot in raakt.
En mijn geheel, dat is een dorp
In Gelderland gelegen.
Zoek maar eens, waar je-'t vinden
kunt,
Het valt je vast niet tegen,
7. (Ingezonden door D. Bruinier)'
De tuinman gebruikt het. Neem
letter weg en men. gebruikt hot op
het water.
8. (Ingezonden door Marie Kolk).
Zoek uit onderstaande© zin een be
graven jongensnaam
Pa, ulevellen vind ik heel lekker.
9. (Ingezonden door Jo v. Egmond).
Ik besta uit 9 letters en alle kindo
ren gaan 'er graag heen.
Een 2 3 4 9 is een wortel.
Een 2 3 6 is een hoofddeksel.
Een 7 8 is een gewas.
Het is niet slim, om 5 7 8 te zijn.
10. (Ingezonden door Anton Koomen).
Met een h ben ik een 'plaats in
Noord-Holland
Met een b ben ik een riviertje in
Friesland.
Met een d ben ik een plaats in
Utrecht.
Goede oplossingen ontving ik deze
WWilh. Marinus Heijl 7 (van da vorl-
'janen Rowland van Vandoloo 7
lTusdDuïSaW10ek\van da vorlgo
WFrans on Jo van Egmond 8,
Zus Duursma 10.
Nanno Nauta 7.
Ruurtje Aart 10.
Jan en Roeland v. Vendeloo 7.
Piet en Frans Bolle 7.
Hendrik Versteeg 8.
Arie v. Westerhoven 7.
W. F. Itjeshorst 7.
Na de vorige opgave kwamen nog
inzendingen van
Cornelia Landman.,
Alice Davidson.
Sietsa Roelof Beinema.
Jacobus In 't Veld.
Zus Duursma.
Jan Willem v. Vendeloo,
Roeland v. Vendeloo.
Jan Geijlvost.
Frans Geijlvoet.
Sieger en Tinus Bonke.
Hendrik Smits.
Willi. M. Heijl.
Anton van der Boom.
De woordenwedstrijd schijnt wel
in jelui smaak te zijn gevallen. Wat
kreeg ik een inzendingen En dat nog
wel in den zomer, terwijl de vacantio
begon Er was heel wat na te kijken,
en al moest ik zoo nu en dan ook
heel wat woordjes schrappen, er wa
ren er andere, die zóó keurig hadden
gewerkt, en zóó weinig fouten had
den, dat het mij ten slotte nog moei
lijk viel, de besten er uit te kiezen.
Ik heb dan ook het lot nog laten be
slissen wie do premies zouden krij
gen. In de afdeeling voor jongens en
meisjes van 11 jaar en jonger was de
beste inzending van
NANNE NAUTA,
DIRK SCHOLTEN.
Meegeloot voor do premies hebben i
Gerardus Johannes Noë;
Jan Geijlvoet;
Harri Rienstra, en
Anthonie Jansen,
die dus nu eervol vermeld zijn,
evenals
W. F. Itjeshorst;
Henriëtto v. Beijnen»
Hendrik Smits, en
Frans Geijlvoet.
Zeer goed was het werk van
Jan Willem van Vendeloo j
Sieger en Tinus Bonke
Wilhelmus M. Heijl
W. Brandos;
Gerardus de Lugt;
Annie de Zaayer
Betsy Kuijper, en
Johannes van Egmond.
terwijl ook Frits en Constant Poppe.
Adriaan Hazovoet en Roeland v. Ven
deloo goed gewerkt hebben.
In de afdeeling voor jongens en
meisjes van 12 jaar en ouder is de
eerste prijs, bestaande uit een reis-
tasch of hangmat, toegekend aan
ZUS DUURSMA,
die mij liefst 1076 woorden stuurde,
en de 2de prijs, n.l. een drinkbeker
in étui, om mee naar- buiten te ne
men, of een schetsboek aan
CORRY BOEKMAN.
Dan volgden vier jóngens, van wie
't werk ongeveer gelijk stond en hier
van zijn bij loting de premies toege
kend aan
JACOBUS VERHAGEN
die een prijs verdiend hebben, mij
vóór Dinsdagmorgen laten weten,
welken prijs zij kiezen. Als ziji lie
ver Iets anders nebben, mogen zij dat
ook wel zeggen, dan ka.n het mis
schien veranderd worden.
Woensdagmiddag tusschen 1
uur mógen de prijzen en premies don
bij mij aan huls gehaald worden.
dLe dan ook den Isten prijs, een cro
quet of ringwerpspel, verdiend heeft.
De 2de prijs is toegekend aan
HERMAN HAMER
en bestaat uit een paar stelt9n of een
schip.
JOH. C. BOSMAN.
De premies bestaan ook hier weer
uit boeken in prachtband.
Meegeloot hadden
Heilco Folkert Roosjen én W. Kout-
staal, die nu een eervolle vermelding
kregen, evenals
Suzanna Plantjé.
Willeqj Saarloos,
Johan Faber, en
Anton van der Boom,
Nu komen
Johanna Ploeg,
Ruurtje Aarts,
Jacobus in 't Veld,
Veronica Bot,
Marie en Annie van Zutpheff,
Johan de Vries,
G. Hekkelman,
Willemien-van Beijnen,
Frans van Egmond, en'
Piet Bolle,
die allen „zeer goed" gewerkt had
den.
„Goed" was 't werk van.;
Cornells Landman,-
Alice Davidson,
Sietse Beinema,
Lucia Voetelinck,
Elizabeth Frölich,
Henri Coutinho,
Cato Bonke,
Jetty Boogaard,
P. C. Langeveldi
Wim Kanne,
D. G. van Buuren, en
Jo Versteeg,
terwijl ook Dora van Steen en Jaco
bus van Nieuwehhuyzen hun best
hadden gedaan.
Nu mogen de jongens en meisjes,
Den avond voor den slag van Ulm,
toen Keizer Napoleon vergezeld van
den Maarschalk Berthier incognito
door het kamp wandelde, en naar hot
gepraat van zijne soldaten luisterde,
zag hij in eene groep niet ver bij hom
van daan een grenadier der Garde,
die eenige aardappelen aan 't roos
teren was.
„Niels zou mij meer smaken dan
een geroosterde aardappel", zeide de
Keizer tot den Maarschalk, „zie of gij
er ec-n voor mij kunt krijgen."
Berthier naderde het groepje, en
vroeg den grenadier, of hij hem een
aardappel verkoopen wilde.
,.Ik heb er slechts vijf, antwoordde
de soldaat, „en dat is nauwelijks ge
noeg voor mijn eigen avondeten.
„Ik zal u twee Napoleons geven, in
dien gij er een verkoopen wilt."
„Ik heb uw goud niet noodig mor
gen zal ik misschien gedood worden,
en wat heb ik dan aan het geld
Berthier berichtte het antwoord van
den soldaat aan den Keizer, die zich
een weinig op den achtergrond ge
houden had.
„Laten wij zien, of ik gelukkiger
zal zijn dan gij", zeide deze, en naar
den grenadier toegaande, vroeg hij,
of hij hem een aardappel wilde ver
koopen.
„Volstrekt niet", zeide de grenadier,
„ik heb nauwelijks genoeg voor mij-
zeüven."
„Maar gij kunt zelf den prijs bepa
len, komaan ik heb honger en zou
gaarne iets te eten hebben."
„Ik zeg u, dat ik niöt genoeg voor
mijzelven heb, maar behalve dat,
denkt gij, dat ik u niettegenstaande
uwe vermomming niet ken
„Wie "ben ik dan
„Wel, de kleine korporaal, zooals
zij hem noemenheb ik gelijk
„Welnu, daar gij mij kent, wilt gij
dan uw keizer een aardappel verkoo
pen?"
„Neen, maar indien gij mij wilt
toestaan om bij u te komen dineeien,
wanneer gij in Parijs zijt, wil ik nu
mijn avondeten mot u deelen."
„Afgesproken", zeide Napoleon, „op
het wooTd van den kleinen korporaal
op liet woord van uw keizer."
„Goed, onze aardappelen moeten nu
gaar zijndaar zijn de twee grootste
voor u, de andere zal ik zelf opeten."
De Keizer ging zitten, at zijne aard
appelen. en keerde toen met Berthier
naar zijne tent terug, liet eenige, wat
hij over dit avontuur tot den Maar
schalk zei, was „Die vent is een goed
soldaat, wil ik wedden."
Twee maanden daarna was Napo
leon te midden van zijn schitterend
hof in het paleis de Tuilerieën, en
wilde juist aan tafel gaan, toen men
hem berichtte, dat er een grenadier
buiten was, die de wacht dwingen
wilde hem door te laten, zeggende,
dat hij door den Keizer verwacht
werd.
„Laat hem binnenkomen", zeide
Zijne Majesteit, De soldaat kwam bin-
non. presenteerde hot geweer en zei-
do lot den Keizer„Herinnert gij u
nog, dat gij eens op geroosterde
aardappelen onthaald zijt?"
„O, zijt gij dat? Ja, ja, ik herinner
het mij", zeide de Keizer„en nu zijt
gij gekomen om met mij to dineeren,
niet waar? Rustan (tegen zijn be
diende) zet nog een couvert op uwe
tafel voor dezen dapperen kerel."
Weer presenteerde de grenadier het
geweer en zeide„Een grenadier der
Garde eet niet met lakeien. Uwe Ma
jesteit beloofde mij, dat ik met u zou
dineeren dat was de afspraak, en
op uw woord vertrouwende ben ik
hierheen gekomen."
„Dat is waar", zeido de Koizer, „en
ik zal mijn woord houdenleg uwe
wapenen af, mijn vriond, en zet u aan
tafel."
Toen het diner 'afgcloopen was,
stond do grenadier op, nam zijn ka
rabijn, en zich tot den Keizecr keeren-
do, presenteerde hij het geweer en
zeide„Een eenvoudig gemeen sol
daat behoort niet aan de tafel van
zijn Keizer te dineeren."
,,IIa I ik begrijp u", zeide Napo
leon. „Ik benoem u tot Ridder van
liet Legioen van Eer en tot luitenant
van mijn Garde-regiment.'
„Ik dank u hartelijk. Leve de Kei
zer I" antwoordde de soldaat en ver
wijderde zich.
dag buiten en mogen jelui ook wel
eens met de bloote voeten in zee loo-
pen
(Brieven aan de Redactie van
de Kindèr-Afdeeling moeten
gezonden worden aan mej.
M. C. van Doorn, Wagen
weg 88t Haarlem).
WILHELMUS II. Het spijt mo
erg, dat we nu geen konnis kunnen
maken. Maar het is toch nog veel er
ger, dat je Opa opeens zoo ziek is ge
worden. We zullen hopen, dat hij
maar gauw weer beter is, en dat je
dan toch nog even ln Haarlem komt
kijken. Ja, die schipbrug is prachtig,
hè, en zulke boottochtjes in de va
cantio zijn heerlijk. Je inzending
kwam nog juist bijtijds voor den
wedstrijd, maar 't was op het nipper
tje, hoor Heb je de Zuiderzee wel
eens gezien, of ook nog nooit
NANNE N. Wel gefeliciteerd,
hoor, met je prijs. Dat valt je zeker
nogal mee. hè Nu, je hebt ook zeker
heel wat tijd met zoeken doorge
bracht. Vond je de Ruïne van Brede-
rode niet mooi en heb je veel pleizier
gehad op den boottocht
PIET en FRANS B. Jelui zijn
toch, hQop ik, niet ongeduldig, jon
gens Als het aan de beurt is, komt
je raadsel van zelf in de courant.
Kijk maar goed uit I
HENDRIK V. Ik ben blij, dat je
veel pleizier hebt gehad in Zaandam,
en ben erg nieuwsgierig naar je op
stel.
GRIETJE K. Wel bedankt voor
je mooie ansicht. Wat ziet het huls er
heerlijk ruim en frisch uit. Staan er
hoelemaal geen andere huizen in de
buurt Je speelt zeker den geheelen
ARIE VAN W. Als jo erg graag
een boek ter leen zoudt willen heb
ben, moet je maar eens op eeti
Woonsdagmiddag tusschen 1 en 2
uur komen. Heb je al erg veel gele-
zon En houd je veel van lezen
ANNA P. Hoe komt het toch, dat
jo het tegenwoordig zoo druk hebt
Wat voer je toch wel den geheelen
dag uit Ik heb niet veel tijd, om
naar de kei-mis te gaan en weet ook
niet, of cr veel moois te zien Is. Kon
jij nogal gauw iets vinden om voor je
moeder en zusjes moe le brengen, en
in wat voor een kraam ben jo daar
voor geweest
GRETHA K. Ik heb de zeehonden
nooit zoo hooren schreeuwen en de
slangen ook niet zien vervellen. Je
trof liet du3 wel bijzonder goed in
I Artis 1 Was jo niet bang voor do wilde
dieren Die kunnen soms ook zoo'n
I gebrul laten hooren, dat je er bang
voor zoudt worden, vooral als ze ge
voederd worden. En heb je de pape
gaaien ook hooren praten Hoeveel
tandjes heeft het kleine nichtje al, of
zijn het de kiesjes, die haar zoo hin
deren Ze vindt het toch zeker wel
heerlijk, als jelui met haar komen
rijden of spelen I
FRANS en JO VAN E. Je vond
het in Rijnsburg zeker heel mooi
maar do Rijn zelf is je toch zeker erg
tegengevallen. Jelui treffen het goed,
dat je met de kermis nu juist weer
in Haarlem terug bent gekomen.
TlNUS B. Nu moet je me maar
oons gauw komen laten kijken, hoe
dik je wel geworden bent, 7 pond en 2
ons is geen kleinigheid, hoor 1 Mis je
de zee niet, nu je weer thuis bent
En ben je nu niet uit je kleeren ge
groeid
ZUS D. Wel, Zus, had je wel ge
dacht, dat Je moeite zoo beloond zou
worden Nu, maar je hebt er ook
Ieen heel werk aan gehad I Ik heb nog
wel iels moeten schrappen, maar toch
niet veel Veel pleizier in Drachten,
hoor
ANTON v. d. B. Zooals je ziet,
heb ik je inzameling, die cr keurig
uitzag, nog maar bij de overige go-
voogd. Maar pas toch in het vervolg
maar goed op, want als de beoordee
ling eenmaal weg is, is er niets meer
aan te doen.
I1UBERTUS B. Ik ben blij, dat
je Zondag veel pleizier hebt gehad.
Vond je het niet heerlijk, mee te mo
gen doen aan de Quatre-Mains En
wat leuk, dat het goed ging 't Was
jammer, dat het tochtje naar Scheve-
ningen in het water viel, maar mis
schien gebeurt het nu toch nog wel,
als 't eens een heel mooie dag is, hè
Wilde je morgen over een week ko
men cn dan meteen vertellen over A.
W. Ik moet wel zeggen, dal ik niet
goed begrijp, hoe de vork in den steel
zit, en ik ben blij, dat jij me dan eens
kunt inlichten. Is het nieuwe boek
waar je uit studeeren moet, moeilijk
Veel groeten en tot de volgende
week 1
M. C. VAN DOORN.
Zooals de meeste menschen, die f
geen bezigheden hebben, had Plun-
normann nooit tijd. Er waren zooveel
nietige dingen, welke hij moest ver
richten, en die hem gelegenheid ga
ven zijn gezin te bewijzen, dat het
zonder hem bepaald niet zou gaan en
de familie zoowel als 't geen ze bezat
zonder hem waarschijnlijk in zeer
desolaten toestand zou gaan verkee-
ren. Meneer Plunnermann at gaarne
goed en hij vond er een bijzonder ge
noegen in allerlei huishoudelijke be-
noodigdheden in te koopen, waarbij
hij dan zijn echtgenoote en zijn eenig
dochtertje Lieschen verbluft deed
staan over de lage prijzen, tot Lie
schen Plunnermann eens ontdekte dat
de goede papa in zijn eigen beurs
loog. Vervolgens moest hij het huis
houdboek nazien, ten minste hij vond
zelf, dat dit beslist noodig was, of
schoon vrouw en dochter van deze
noodwendigheid niet zoo overtuigd
waren.
En daarbij ontdekte hij altijd iets,
waarover hij zich ergeren kon, bij
voorbeeld de hooge vleeschprijzen, het
groote verbruik van petroleum, zeep,
soda, lucifers en andere kleinigheden
in de huishouding en dergelijke.
Zijn vrouw moest steeds geduldig
luisteren naar de betoogen, welke hij
daarover hield. Lieschen verwijderde
zich steeds zoo snel mogelijk uit haars
vaders nabij heid, en Kathrin, de be-
heerscheres der keuken, die lange ja
ren in betrekking was, had voor me
neer Plunnermann niet het noodige
respect. Sedert ze hem op zekeren
keer met den noodigen klem had ver
zekerd, dat petroleum, lucifers, zeep
en soda niet opgesnoept, maar ge
bruikt werden, ging het waardige
hoofd des gezips niet meer met haar
kibbelen.
Mevrouw Plunnermann schikte zich
naar de kleine eigenaardigheden van
haar echtgenoot met de onderdanig
heid der goede huisvrouw. Ze was in
zekeren zin Oost-Indisch doof gewor
den in den loop der jaren, ze kon, als
meneer haar man zijn krasse redevoe
ringen van stapel liet loopen, aan heel
andere dingen denken en had alleen
maar te zorgen, dat ze hem niet mid
den onder zijn beschouwing over een
gewichtig onderwerp met gedachten
lastig viel, welke in een geheel andere
richting lagen, want dat nam hij tel
kens geweldig kwalijk.
Nu was er helaas ook een zaak, ten
opzichte waarvan meneer Plunner
mann zoo hardnekkig en vasthoudend
Was, dat vrouw en dochter or door tot
wanhoop worden gebracht. Ilij had
zich ln het hoofd gezet, dat hij zijn
aanstaanden schoonzoon zelf moest
Uitzoeken, daar hij noch zijn vrouw,
noch zijn dochter vindingrijk genoeg
achtte om zulks te doen. Jonge meis
jes mochten volgens zijn meening in
het geheel niet meepraten. Lieschen
mocht voor zijn part verliefd worden
op een niooien knevel, een paar vuri
ge oogen en een flinke figuur. Dat
mocht ze op eigen verantwoording
doen, maar een werkelijkon, definitie-
ven echtgenoot en schoonzoon van
menoer Wilhelm Plunnermann, dien
zocht deze lieor zich zelf uit, dat had
hij bij verschillende gelegenheden zij
ne vrouw en dochter met veel nadruk
op het hart gebonden. Tot dusver wa
ren er nog geen ernstige complicaties
ontstaan daar Lieschen Plunnermann
een verstandig meisje was, en niet
zoo licht verliefd werd.
net akeligste van het geval was
maar, dat meneer Plunnermann ook
achter de onschuldigste dingen het
spook van een hem niet sympathieken
schoonzoon zag opduiken, en daarom
alles met alle macht afweerde, wat
.hem in dit opzicht verdacht scheen.
Deze zaakjes werden gewoonlijk door
mama Plunnermann uitgevochten.
Op zekeren mooien Junimorgen had
men het eens weer recht elk aan een
eind. Het ging dezen keer over een
schijnbaar heel onschuldige zaak,
over de gewone zomerreis. Meneer
Plunnermann was voor de zee en wel
voor een kleine badplaats, welke zo
nu al een prfnr jaren achtereen had
den bezocht. Daar had hij zijn gezel
ligheid, daar wist hij een wijnhuis,
waar men een drinkbaren rooden
wijn en uitstekende versche kreeften
vond, daar kon hij de weinige jonge
badgasten, welke in het kleine nest
verdwaalden, op behoorlijken afstand
van zijn bekoorlijk dochtertje hou
den.
Mama Plunnermann en haar doch-
ter hadden echter voor dit jaar iets
anders besloten. De eerste poging, om
het hoofd der familie tot deze veran
dering to bewegen, had ten gevolge,
dat meneer Plunnermannreen aanval
van woede kreeg. Hij raasde letter
lijk.
Dat moest er nog bij komen, dat hij
zich in zoo'n inenschenzwerm zou be
geven. Waar bleef dan alle rust voor
hem, welke hij zoo noodig had na zijn
inspannende bezigheden en al de on
aangenaamheden, welke hij moost
slikken. Den geheelen dag de voor
komendheid zelf zijn, zich een paar
maal per dag verkleeden, voor het
middagmaal en voor de avondfeestjes,
geen rust hebben en evenmin het go-
mak, waaraan hij gewoon was, hij
dacht er niet aan ln het
niet
Mama Plunnermann liet de bui vrij
geduldig uitrazen. Over het algemeen
gaf zij haar huistiran zoo vaak moge
lijk toe, maar wanneer er eens iets
I bijzonders aan de orde was, bereikte
ze toch haar doel langs allerlei om
wegen trouwens, tot het gebruik ma
ken waarvan de eigenaardigheden
van haar wederhelft haar noodzaak
ten.
Daarvan had meneer Wilhelm Plun
nermann soms een flauw vermoeden,
en wijl dit vermoeden ook juist nu
weer bij hem opkwam, verzette hij
zich nog meer dan gewoonlijk.
Hij verkondigde de gewaagdste be
weringen en ten slotte verklaarde hij
het voor een schande, dat de eigen
moeder den tijd niet kon afwachten,
waarop haar dochter in het huwe
lijksbootje stapte. Maar daarmede
kwam hij slecht weg want toen hij
met de verwijtende vraag eindigde, of
dan de hoogste aardsche gelukzalig
heid hierin lag, dat men een man
kreeg en had, antwoordde zijn dier
bare echtgenoote met een zeer beslist
neen en voegde er bij, dat ze dit op 't
oogenblik juist bijzonder goed Inzag.
Daardoor werd meneer Plunner
mann een weinig op zijn nummer ge
zet.
Mama Plunnermann deed er haar
voordeel mee en opereerde zoo han
dig, dat hoar man met een diepe, die-
pe zucht toestemming gaf tot een i'eis
naar Baden-Baden, doch onder voor-
waarde, dat vrouw en dochter geen
nieuwe kennismakingen zouden aan-
knoopen en vooral ten opzichte van
jonge mannen zeer buitengewoon koel
zouden zijn.
Nadat mama daarop de meest ge
ruststellende verklaringen had afge
legd, bracht ze de tijding van de be
haalde overwinning triomfantelijk
aan Lieschen, die met meer angst dan
de zaak eigenlijk waard scheen te
zijn, op den uitslag van den strijd had
gewacht.
O, mama, zei Lieschen bezorgd,
hoe zal dat nu toch wel worden met
Hans Als papa maar niets merkt I
1-Ioe zou hij dat stelde mama
haar op kalmen toon gerust. Hans
neemt natuurlijk kamers in een an
der hotel en dan zullen we wel trach
ten, een heel ongedwongen aanknoo
ping te vinden.
't Is werkelijk ook te erg, pruilde
Lieschen Plunnermann. Papa moest
blij zijn, dat hij zoo'n aardigen
schoonzoon krijgt, en in plaats daar
van moet men nog verstoppertje spe
len en alle mogelijke fopperijen be
denken
Papa Plunnermann die, nadat hij
in den beginne gebromd en geprut
teld had, zich nu in Baden-Baden
zeer op zijn gemak gevoelde, kwam op
den vierden of vijfden dag van eene
'wandeling in een recht pleizierige
stemming thuis. )Iij had een netten,
jongen man leeren kennen, werkelijk
een zeer net mensch van goede opvoe
ding, die nog wist, wat men een be
jaard heer schuldig was. Hij had hem
vuur gegeven voor zijn sigaar, toen
waren ze in gesprek geraakt, waar
bij het bleek, dat meneer Hans Wer-
nick een landgenoot was van de
firma Wernick en Zimmermann
heel bekend, goed huis voor wollen
goederen en zoo had hij met den
jongen man afgesproken, dat ze
elkander op de namiddag-wandeling
bij het slot zouden ontmoeten.
Het mag niet verzwegen worden,
dat mama Plunnermann op de meest
I geslepen wijze gebruik maakte van
■den meest sprekenden karaktertrek
van haar man. Ze zette een bedenke
lijk gezicht en wilde van meneer Hans
Wernick maar niets weten, ze herin
nerde haar man aan al de verschrik
kelijke voorspellingen, welke hij ten
opzichte van alle mannelijke wezens,
die ongeveer zoo oud waren als deze
alleraardigste jonge man, had uitge
sproken.
Door deze tactiek bereikte ze, wat
ze wilde, namelijk dat meneer Plun
nermann driftig bleef beweren, dat hij
hier goed had gezien en eindelijk ta
melijk barsch beval, zich aan zijne
schikkingen te houden.
En zoo werd meneer Hans Wernick
des namiddags volkomen in den vorm
aan mevrouw en juffrouw Plunner
mann voorgesteld. De voorbeeldige
jonge man wijdde zich echter veel
meer aan den pator familias dan aan
do vrouwelijke leden. Trouwens, be
leefd was hij toch wel. Toen Lie
schen graag eens den toren wilde be
klimmen, wat voor meneer Plunner
mann wegens diens dikte natuurlijk
onmogelijk was, verklaarde hij zich
dadelijk bereid om met de jonge dame
mee te gaan en lichtte haar zeker zeer
uitvoerig in over alles, wat ze in don
omtrek kondep zien,, want de twee
bleven lang boven.
Toen men des avonds afscheid nam,
stond Plunnermann's gunstige mee
ning over den jongen Wernick zóó
vast, dat alle lage pogingen van me
vrouw, om die meening aan het wan-
kelen te brengen, niets baatten wat
trouwens het goede humeur dezer
dame in 't minst niet bedierf.
Meneer Hans Wernick was de vol
gende veertien dagen voortdurend ln
gezelschap van de familie Plunner
mann.
Eindelijk maakte hij op zekeren
dag een lange wandeling met 't hoofd
des gezins alleen. Meneer Plunner
mann kwam in vrij opgewonden ge
moedsstemming terug, schreef druk
brieven en na drie of vier dagen, ge
durende welke menoer Wernick,
vreemd genoeg, niet verscheen, las Iiij
de antwoorden op die brieven met
veel genoegen.
Ze luidden overeenstemmend on
met deze antwoorden toegerust beval
meneer Plunnermann zijn vrouw, mot
hem eene ernstige conferentie te hou
den, op welke conferentie hij ver
klaarde, dat het zijn onveranderlijke
en onbuigbare wil gl? eohtgenoot en
vader was, dat haar eenige dochter
Lieschen Plunnermann zich met me-
neer Hans Wernick moest verloven.
Bijna was deze verloving echter nog
ln het water gevallen, want de goede
mama Plunnermann had een oogen
blik te strijden tegen de gevaarlijke
neiging om haar dikken echtgenoot
om den hals te vallen en hem al haar
schanddaden te bekennen.
Na verloop van een uur, gedurende
hetwelk meneer Plunnermann beden
kelijk blazend en snuivend op zijne
kamer heen en weer had geloopen,
steeds gereed om zijn vaderlijke auto
riteit te doen gelden, bracht zijne
vrouw hem de verblijdende mededec-
ling, dat Lieschen niet ongenegen was
om mevrouw Wernick te worden.
En zoo kreeg men dan onder de
bruikelijke ceremoniën een verloving,
waarbij het verloofde meisje zich bij
zonder volgzaam betoonde. En me
neer Plunnermann constateerde bij
zich zeiven, en tegenover zijn vrouw,
met groot genoegen- een snel toene
mende Intimiteit tusschen de jonge
lui.
En toen een paar dagen later Hans
Wernick moest vertrekken, omdat de
firma Wernick en Zimmermann hem
niet langer kon missen, en Lieschen
bij het afscheid van haar verloofde
zelfs eenige tranen vergoot, kwam
meneer Plunnermann in hooge mate
met zich zeiven voldaan weer bij zijn
vrouw in het hotel.
Zie je, lieve Alwlne, hoe juist ik
in deze aangelegenheid handelde
Lieschen schijnt werkelijk van don
jongen man te houden. Wij kunnen
ook tevreden zijn hij is werkelijk
oen heel voortreffelijke jongeman, dat
heb ik dadelijk ook wol opgemerkt,
toen ik hem den eersten keer ont
moette. En een soiled huls, het huis
Wernick Zimmermann Is het nu
zoo niet veel beter dan dat ons meisje
den eenen of anderen windbuil bij ons
gebracht had, schat In dit opzicht
hebben wij, mannen, nu toch eenmaal
den scherperen blik en het rijpere oor
deel en je zult mij moeten toegeven,
lieve Alwine, dat wc ons geen beteren
schoonzoon hadden kunnen wenschen
en dat het een geluk Is, dat Ik de
zaak in handen heb genomen.
En de lieve Alwine knikte toestem
mend met het hoofd.
Ja, lieve Wilhelm, je hebt dat
uitstekend gemaakt. Lieschen zal je
oeuwig dankbaar zijn
(„N. v. 't N.")
regeoren. Zij hadden voor 100.000 dol
lars een stoomschip afgehuurd, dat
alios aan boord had, van naaimachi
nes af tot geweren toe. Twee vrouwen
te St. Louis, die van plan waren zich
bij hen te voegen, zoodra do nieuwe
staat gesticht was, moeten hen op 't
denkbeeld gebracht hebben. Een van
de broeders werd in Honduras gevat
en naar New-York gebracht, de an
der schijnt bijtijds naar Guatemala
uitgeweken te zijn.
Damclub „Haarlem".
Verantwoordelijke redacteuren: II.
E. Lantinga, G. E. Visse, C. H. B.
Tollenaar.
Oplossingen in ie zendon aan den
heer H. E. Lantinga, Barendsestr. 41.
Probleem no. 63, ingezonden door
den Heer W. C. Faas, te Overveen.
Zwart
1 2 8 46
Y6
49
OP EIGEN HOUTJE.
Te New-York is zekere Bailey w
vangen gezet, die, met zijn broer sa
men, in de wildernis van de Mldden-
Amerlkaansche republiek een gemee-
nebest op eigen hand had willen stich
ten, dat zij met hun belden zouden
46 47 48
Wit
Stand.
WIT: 11 21 30 36 39 41 42 45 46 50 en
dam op 26.
ZWART: 3 8 14 18 19 23 25 28 29 32
34 40 en dam op 2.
De oplossing van Probleem no. 59,
ingezonden door don lieer II. C. van
Oort, is: 27 - 21, J7 - 12, 12 34, 45 1
Goed opgelost door de heeren: C. Se-
rodini, R. C. Broekmeijer, F. M. v. d.
Werf, J. F. Spanjaard, allen te Haai>
lom.
W. C. Faas, Overveen.
J, L. Velde, Overveen.
W. A. Z. en H. L. Jr., D. Ruhrort.
De oplossing van no .58 door do hee
ren v. d. Werf en Spanjaard, te laati
ingekomen. Zij moeten binnen 14 da
gen ingeleverd worden-