HAARLEM'S DAGBLAD.
Een llnMÉtt
5531£?=3
isssssl
Éiiss
Étpsfi
SSfSHH
DERDE BLAD.
Haarlemsche
Handelsvereeniging
PAR1JSCHE BRIEVEN
Binnenland
FEUILLETON
*S5fiPïrt"r ach'2lch g£
auKfsftf
"r °°nr;
"LlZ.m 2,i
^b'JdaC'T„'irv6l/o''s
ZATERDAG 8 AUGUSTUS 1808
iaLjkèaNétittilaN*»
Sf-oclgek. bij Soa. Beul. VJm 18 Nov. 1809
De Haarlemsche Handelsvereeni
ging hier ter stede, opgericht 10 Mei
1892, heeft in den loop van den tijd
wel haar recht van bestaan bewezen.
In zeer vele gevallen, zaken van ver
schillenden aard betreffende, Is zij
opgetreden en dikwijls met groot
euccès. Jammer echter, dat men alge-
'meen niet meer blijk geeft, dit te
waardeeren, door als lid der Vereeni
ging toe te treden. Er zijn wel meer
1 dan 600 leden, maar dat is niet vol"
doende. Elk handelaar, neidngdoen-
i de, ja zelis particulieren, moesten lid
E orden, om tenminste te laten gevoe-
n, dat men het werk op prijs stelt,
it de Haarlemsche Handelsvereeni
ging steeds opneemt, als doende, wat
hare hand vindt om te doen.
Da voordeelen, die de Vereeniging
buiten hare bemoeiingen van ver
schillenden aard, haren leden aan
biedt, zijn zeer vele en zeer groote
tegenover do geringe laarltjksche
Contributie van 3.50, dió gevraagd
WDe Haarlemsche Handelsvereeni
ging bemoeit zich in de eerste plaats
ër mede, de belangen van hare leden
te bevorderen, door onwillige beta
lers voor hen tot betaling aan te
maneü en Informatiën voor nen in te
winnen. Bovendien hebben de leden
het recht, het hun gratis te verstrek
ken advies van den rechtsgeleerden
adviseur der Vereeniging te vragen,
die ook in proceduren en faillisse
menten gratis voor hen optreedt, na
tuurlijk alleen voor zaken betreffende
den handel en het bedrijf der Loden.
Rechtsgeleerde adviseurs der Ver
eeaiging zijn de heerea Mrs. Th. dt
Haan Hugenholtz en A. H. J. Merens,
Spaarne 94, alhier, die voor de leden
eiken werkdag van 24 uUr des na
middags zijn te spreken.
Het bureau der Vereeniging is ge
vestigd Jansweg 11.
Voor incasso's door bemiddeling
der Vereeniging wordt een vast
recht van 5 pet. der vordering bere
kend. 4
Bovendien moet 10 cent voor port
steeds worden bijgevoegd, bij inzen
ding van vorderingen door bemidde
ling der advocaten te innen.
De kosten van Informatiën naar
buiten de stad woonachtige personen
bedragen 60 ets. per informatie, plus
Vijf cents porto-vergoeding. Informa
tiën naar binnen de stad wonende
personen worden gratis verstrekt.
Pretentlën op buiten de stad wo
nende personen worden niet behan
deld, wanneer niet 10 ets. voor portó-
vergoeding Is toegevoegd.
Ruim 1748 informatiën en rechts-
f;eleerde adviezen werden In het afge-
oopen jaar gegeven.
In April en Met 1908 zijn 4? vorde
ringen tot een bedrag van f 1685.66
betaald 13 vorderingen worden afbe
taald, 14 vorderingen zijn uitgesteld.
Men wordt geraden alvorens te le
veren aan J. van Kammen, Leld-
scheplein 47 rood, ook wel adres op
gevende Van Kranenburg, Schouw
tjeslaan 25, N. Wiebes, vrachtrijder,
Bloamendaalsche Weg 209, Bloemen-
'daal, Mejuffrouw De RooiJ, Lange
Lakenstraat 7, D. J. Bekaar, hoofd
commies der Posterijen, Johan van
yiletstraat, W. H. F. van Engelen,
Bakenessergracht 98, mejuffrouw A.
Dernison, Prinsen Bolwerk 12, die
foederen koopt op naam van cene
an der Reep, zich om inlichtingen te
Vervoegen aan het kantoor.
Volgens art. 7 dient het geheim der
lijsten van wanbetalers ongeschon
den te blijven,
Alle brieven, aanvragen, reclames
of wat ook, moeten worden geadres
seerd aan het bureau, dat geopend
is dagelijks van 's morgens 9 tot 1 uur
en 's namiddags van 2 tot 4 uur,
waar dan ook verdere inlichtingen
zijn te bekomen.
Het Bestuur heeft bemerkt, dat men
poms meent, dat men, hoewel geen
lid der H. H. V.. toch van haar infor
matiën kan bekomen, en brengt nu
nogmaals en uitdrukkelijk ter kennis
dat alleen aan leden der Vereeniging
informatiën door baar worden ver
strekt, en dat voor informatiën op
bier ter stede woonachtige personen
nooit betaling mag worden gevor
derd.
HET BESTUUR.
XLI.
„Dzjenia 1"- klinkt het Luid, in
G-a u r.
„Dzjenia 1" klinkt het, een halve
seconde later en even luid, in A
dur.
Dzjenia I Dzjeniq 11 Dzjenia I I 1"
klinkt het achtereenvolgens^ in drie
andere toonsoorten en nog luider, uit
drie andere damesmondjes. Tussohon
twee haakjes i hebt ga wel opgemerkt,
dat da grootste dainesmona altija
nog maar een mondJE wordt gehee-
ten
Eindelijk komt Dzjenia ~r ik spel
dezen naam min of meer phonetisch,
Op den klank af binnen in de groo-
té kamer tegenover de mijne, in *olk
vertrek ik nu, mei Inbegrip van do
nieuw blnnongekomene, zeS jongeda
mes zie, wier leeftijd, naar schatting,
wisselt tusschen twoé en drie dozijn
jaar. Ze zijn wat eigenaardig gekleed,
die longedames j heelemaal met naar
PftHiscbon smaak; meer in den
trapt, vort doof êpeenhoff bezongen
„Wlje vrouwen" I» Nederland.
Nauwelijks ls Dzjenia binnen, of er
wordt tusschen het zestal een gesprek
gevoerd, dat aan drukte en rumoe
righeid (vreedzame rumoerigheid)
niets te wènschen laat. Een gesprek,
onderbroken dopt schel gelach en
hooge gilletjes. Een gesprek ln een
taal, waarvan ik geen Woord Versta.
Dat gesprek duurt eventjes twintig
minuten, en het kabaal is zóó groot,
dat het ls alsof het gansche hotel
ondersteboven moet worden gehaald.
Deze auditie geniet ik, reeds sedert
pen paar weken, bijkans dagelijks,
kort voor het dinpp.
Wa,t zouden dat toefc voor men
schen zijn dacht ik, natuurlijk. In
de gesproken taal hoorde ik herhaal
delijk den i-klank, en vooral trof me
de uitgang „ki". Toen schoten me de
namen Poniatowskt, Antoino do
Kontski, Czartoryskt, Slowackt te
binnen. Ahadacht Ik, b.et zijn Pool-
soho dames, tn die meening werd tk
versterkt, toen ik op een middag' een
heer, die het zestal bezoekt, niet
slechts een ballade en een nocturne,
doch ook. en achtereenvolgens, zes
mazurka's van Choptn op ae plano
hoorde spelen,
„Vive la Pologne f." schreeuwde ik,
ln mijn behoefte om' op de hoogte der
nationaliteit Van het steeds luidruch
tige gezelschap te komen.
Toe mijn verwondering kwamen er
slechts twee» de heer en Dzjenia, aan
het raam en voegden mij een „Merci,
monsieur" toe. De vijf overigen bleven
zitten en zwegen in alle talen.
Een paar dagen daarna hoorde Jk
echter de vijf dames Dzjenia was
er niot meer bij Russisch babbelen.
Nihilisten waren het blijkbaar niet.
Nihilisten spreken niet zoo luid en
maken niet zooveel kabaal. En nihi
listen hebben doorgaans Intelligenter
gezichten. Vergis ik me niet, dan be-
hooron die dames meer tof de bevoor
rechte klasse in Rusland, die ln
Frankrijk komt en reist, Als bewijs,
dat La Russie A la France montre
son coeur épris.
Uit bij den hotelhouder ingewon
nen inlichtingen weet ik nu, dat Dzje
nia do lessen aan de Sorbonne volgt
en een soort van gezelschapsdame der
Russinnen is, die haar een paar hon
derd malen per dag schijnen noodlg
te hebben. Uit baloorlgheid hierover
heb ik „Le Juif polonals" vojt Erck-
mannChatrlan herlezen.
Gisteren, omstreeks zeven uur i'n
den vroegen ochtend, werd ik wakker-
feschrlkt door gezang, dat heel nabij
lonk. Aangezien eergisteren „the
topic of the day" was, of den daarop-
volgenden dag, den Sden dezer, alle
werklieden van Parijs al dan niet
zouden stakent dacht ik dien ochtend
al dadelijk aan een muzikale betoo
ging van stakers. ÏU maakte, ietwat
wrevelig over zulk Oen vroege porde-
rij, het raam open
Een dertigtal hoeren stond er in het
binnenhofjo vajn het hóted. Ze waren
allen stemmig in liet zwart gekleed em
hadden allen Insignes op hun borst.
Ze stonden in een halven cirkel, elk
hunner met den hoed in de hand.
Slechts één, blijkbaar de chef van den
troep, had zijn hoed op; hij stond
voor den kring, zoo ongeveer als een
koordirigent Ze zongen. Gerechte he
mel I wat zongen ze valsch I En wat
waren alle stemmen, zonder uitzonde
ring, loelijkEerst drongen de woor
den niet tot me door sapristi, als
je, zonder er op verdacht te zijn, om
zeven uur 's ochtends gewekt wordt...
Allengs word ik echter gewaar, dat
de „zangers" zich van de Engelscho
taal bedienden, en hun „gezang" iets
van psalmodisch gegalm weg had.
Zoo leelijk en zoo valsch heb ik ©ra
st lg-wiilende menschen in heel mijn
leven niet hooren ziugen l
Na do muzikale „performance" las
de chef iets uit een book voor. En ten
slotte scheen hij zijn trawanten ver
haaltjes te doen.
Na eenig analogisch denken kwam
ik tot het besef, dat het een gezel
schap Quakers'* was, dat een gods
dienstoefening ln ae Vtije lucht hield.
Sedert heb ik d» hoeren nog twee
maal hooren zingen, den Jaatetem
keer to het hótelsalonnetje, bij welke
gelegenheid een der kwakers het
„gezang" zeer slecht op ae ontstem
de piano begeleidde. Ik heb me toen
afgevraagd, of er een natuurlijk ver
band bestaat tusschen kwakerschap
en muzikaal-gehoorloosheld.
Overal en altijd dragen do kwakers
hun insigne. Eenigen nunner hebben
boven de Insigne nog eesn cirkelvor
mig papiertje, waarop e ent ge geschre
ven woorden prijken.
In de eetzaal spreken zij met zeer
gedempte eten?. Men hoort hen geen
oogenbllk lachen en schertsen Met
hun dertigen brengen zij minder ge
luld voort dan de vijf Russinnen.
Hoewel lk gtlprne iets nadere zou
weoschen te weten omtrent die door
George Fox in 1649 gestichte gods
dienstige sekte, had ik dep moed niet
om een hunner, welken ook, te inter
viewen. Zy zien er allen zonder uit
zondering, bijzonder stemmig uit. En
verbeeld u, dat de heeren mij voor een
helden atfiozien. pogingen to het werk
stellen om mij te bekeeren en mij uit-
noodlgen om aan hun gezang deel te
nemen.... Mijn gansche loopbaan als
muziekcriticus zou er mee gemoeid
zijn.
Wat mede mlto opmerkzaamheid
niet kon ontgaan is het feit, dat het
de kwakers ln de verste verte niet aan
gezonden eetlust ontbreekt. Zij mo
gen geen gezellige tafelkouters zijn
eten spijzen deen ze in elk geval alle
eer aan.
Om op de staking, die Ik hierboven
terloops aanroerde, terug te komen
de HoUandsobo bladen zullen bereids
uit de Fransche de berichten omtrent
de ongeregeldheden en opstootjes te
Villeneuve—Saint-Georges en Dmveil
hebban overgenomen.
De pogingen, die, naar aanleiding
van bovengenoemde voorvallen, de
„Confédératlon Générale du Travail"
in het werk heeft gesteld om te Pa-
rijB gedurende één dag, den 8den de
zer, een algemeens staking op touw
te zetten, zijn grootendeels mislukt.
Er had sleohts een gedeeltelijke sta
king plaats.
Wat de journalistiek betreft, heeft
die gedeeltelijke staking de volgende
dagbladen getroffenGil Bias, L'Hu-
manlté, L'Aurore, Le Radical, La
Hbre Parole, L'Autorité, L'Action, Le
Peuple frangaie, La République fran-
gaise, L'Evónement, La petite Répu-
hlique, un Auteuii—Longchamp. Al de
andere bladen verschenen dien dog
wei.
Ik kan me best met de meeuing ver-
eenigen, dat de militaire macht te
snel heeft gevuurd en gesabeld op de
militante stakers te Villeneuve, maar
met den bosten wil der wereld ziek ik
het hut niet to om, zooals bovenge
noemde i&enfederatle heeft voorge
steld, haar aanleiding daarvan een
algemeens staking, zij het ook slechts
voor een enkelen dag, te Parijs te be
werkstelligen. Het verband tusschen
een en ander is mij een duistere zaak.
En ik eiuit mij ten deze aan bij „La
Presse", die daaromtrent het volgende
heeft geschreven:
„Wij hebben een staking van vler-
on-twlntig uur gehad, zooals wij wed-
loopen Yan denzelfden duur hadden.
Deze nieuwe eoort van sport schijnt
niet eens een „sucoès d'eetirne" te
hebben gehad.
Het oenlge verkregen praktische re
sultaat is overigens, zonder groot voer
deel de dagbladen getroffen te hebben,
degenen die ze maken en die
ze lezen, want voor do hee
ren van de Confédératiou Généra
le du Travail schijnt de vijand thans
minder de hatelijke kapitalist dan de
afschuwelijke dagbladschrijver te
zijn.
Deze onderneming had overigens
niets economisch en ik vraag me af,
hoe men ons verantwoordelijk kan
stellen voor de daden van den heer
Glémenceau. Tot dusverre verliet men
de werkplaats, wanneer men het niet
eens was met zijn patroon; thans laat
men de zetmachines staan, wanneer
men zich over het gouvernement
wenscht te beklagen. Er bestaat geen
reden om niet op dezen weg voort te
gaan, en de leiders van het syndicalis
me zouden bij de eerste minis ter ieele
orisls een staking kunnen uitschrij
ven, indien de heer X. niet in het
blnet komt, of Indien de heer Y. de
portefeuille yan landbouwzaken krijgt
De dood van Marchand is ongetwij
feld geer betreurenswaardig, maar
welk Verband kan dit ongeluk hebben
met dé arbeidsvoorwaarden yan het
drukkersbedrijf'?
Voor het overige schijnen de uitvin
ders van dezen „coup" zelf bij de ge
bakken peren te moeten zitten. Zij
hebben de ochtendbladen bijna
niet $n de avondbladen heelemaal
niet verhinderd te verschynen. De
werklieden, evenals het publiek, be
ginnen hun bekomst te krijgen van
deze kliek, die beveelt, zonder zelfs do
belanghebbenden te raadplegen, en
wier heerscberschap vooral onverdra-
gelijk is voor degenen, die verplicht
zijn er zich aan te onderwerpen. De
„Fédération du llvre" zelve had, met
alle mogelijke voorzichtigheid, de Pa-
rijsche afdeeling gedesavoueerd, der
wijze dat men zeggen kan, dat, zelfs
utt een oogpunt van beroepsorganisa
ties, de staking onwettig was, indien
men al van wettigheid kan spreken,
wanneer het personen betreft, die zich
niet om de wet bekommeren."
Sommige socialistische leiders wor
den bezoldigd öm stakingskweetles ln
het reine te brengen. Hoe meer sta
kingen er zijn, hoe meer hun materi
eel belang gebaat wordt. „Fatoéants"
nietsdoeners of niets-te-doen-heb-
bers pleegt men niet lang te bezoldi
gen. Nou dan...
De keizer van China heeft een lijf
arts, dien hij bezoldigt, zoolang hij,
dc keizer, gezond 1b. Zoodra hij ziek
ls. houdt het traktement op. De keizer
van China is blijkbaar in dat opzicht
een wijsgeer. Zou de socialistische
party daaruit geen wysheid kunnen
putten met betrekking tot de staktogs-
kwesties en de daarvoor aangestelde
leiders?
OTTO KNAAP.
HOFBERICHTEN.
Prins Hendrik is Donderdagavond
te half negen weder uit de residentie
op 't Paleis 't Loo teruggekeerd.
Z. K. H, vertrekt Dinsdag naar
Duitechland,
H. M. de Koningin blijft voorlooplg
op 't Paleis 'i Loo en zal ook niet ee
nigen tyd op 't Palels te Soestdljk
gaan doorbrengen.
ATJEH RAPPORT
inzake het militair beleid.
Thans ls ook (geiyk we gisteren
reeds meldden) het rapport van den
lult.-generaal Rost van Tonningen
verschenen, waaruit blijkt, dat de on
derzoeker vooral zijn aandacht heeft
gewijd aan. toestanden en feiten in -de
„Wekkar'-artikelen tn „De Avond
post" geschetst.
De rapporteur komt in hoofdzaak
tot deze conclusies
a. In Atjeh bestaat geen oorlogs-,
maar wel een pacificatie-toestand,
zoodot van vijanden geen sprake meer
kan zijn, maar wel van kwaadwilli
gen (roovers en maraudeura).
N.B. De gemeraal-majoor G. G. E.
van Daalen spreekt nog wel van een
oorlog, n.l. tegen do kwaadwilligen,
die hij vyanden noemt.
b. Do pacificatietoestand maakt bij
zondere, tevens krachtige, maatrege
len op gebied van bestuur, politie
rechtspraak noodig met verzachting
nochtans voor de meer rustige stre
ken.
c. Zooals de paclflcatietoeetand den
oorlog vervangen heeft, treedt ook de
mildere pacificatienoodzaak op in de
plaats van de oorlogsnoodzaak.
d. Deze geldt vooral voor de kwaad
willigen (roovers en maraudeurs), die
geen mededoogen verdienen,
e. De patrouilles, die voornamelijk
(byna uitsluitend) tot taak moeten
hebbea de benden te vervolgen en te
vernietigen, hebben een uiteerst zware
taak to vervullen, waartoe veel enpr-
gie en volhardingsvermogen noodig
zijn.
f. Do omstandigheden, waaronder
deze patrouilles werken, kweeken on
willekeurig een zekere mate van ruw
heid in het optreden, die alleen door
het zedelijk overwicht van den pa
trouillecommandant kan worden ver-
onzijdigd.
g. Dit overwicht is niet altijd aan
wezig, vooral waar bij patrouilles van
geringe sterkte Europeesche of Ja-
landscho onderofficieren patrouille
commandant zijn.
h. Qnder de ongunstige werking
van een ontaard karakter en een
zwakke tucht doen zich bij do pa
trouilles baldadigheden, buitensporig
heden. Ja zolfs wreedheden voor, die
de miiltatro autoriteiten niet kunnen
voorkomen, doch alleen door straf
middelen kunnen onderdrukken.
Op grond dezer conclusios worden
velschillende beschuldigingen behan
deld.
a. Het requlresren van voedings
middelen.
Patrouilles, die voor langen lijd uit
gaan kunnen geen voldoende vivres
medenamen. zonder veel van hun be
weegbaarheid en gevechtskracht to
te boeten. Hoogstens wordt voor 14
dagen medegenomen en bovendien
voor 8 dagen bij den man in den
veldzak. Deze laatste voorraad moet
steeds dadelijk worden aangevuld,
terwijl de andere wordt aangevuld
met hetgeen te krijgen ls van de voor
raden der bonden of uit de kampongs.
Zijn deze vorlaten, dan worden de
voodi'flgsartikelen uit den aard der
zaak zonder b3taling gcrequireerd.
In bewoonde kampong's geschiedt de
levering zoo mogelijk geheel vrijwil
lig, anders gedwongen, doch altijd
tegen betaling of als dit onmogelijk
Is, tegen afgifte van bons, dlo aan
het naastbij zijnde bivak kunnen wor
den verzilverd. Rekening wordt ge
houden met do eigen voorraden, van
de bevolking, zoodat daar, waar deze
te gering zUn, elders ln do aanvulling
van den voorraad wordt voorzien, ten
zij nood dringt.
Bij goede toepassing zou dit stelsel,
dat in elk geval geoorloofd on in over
eenstemming met de regale van het
oorlogs(pacificatie)-recht ls, geen
kwellend karakter hebben.
Waar knevelarijen ontdekt worden,
ontloopt de dader echter zijn gerechte
straf niet.
In elk geval maken do patrouilles
geen gewoonte van het leven ten kos
te van de bevolking. De uitdrukking
„rente bij den boer halen" ls waar
schijnlijk, als zoovele andere, door
een humorist in de wereld gebracht.
Na- en voordeelen tegen elkaar op
gewogen, dom de schaal overelaan
naar het handhaven van het goed
werkend stelsel van behoud van ar
beidsvermogen en tevredenheid bij
onze soldaten.
b. Het zonder sommeeren beschie
ten van schuilplaatsen.
De kwaadwillige Atjeher, aan onze
verrassingen gewend, bergt zich zoo
goed mogelijk op. Do schuilplaatsen
zijn vernuftig uitgedacht en. goed be
waakt, zoodat omsingeling in den re
gel uitgesloten ls.
Zoodra de kompenle ontdekt ls, dus
ook bij sommatie, gaat alles op de
vlucht en verdwijnt in dichtbegroeid
terrein, een ravijn als anderszins. Het
ia zaak er vlug by te zijn, al de moei
te is anders tevergeefs geweest.
Het achtervolgen en inhalen van
den vijand gaat altijd met groote var-
liezen gepaard door den verraderlij
ken aanval of den wonhoopsstrijd van
de enkele personen, die hieraan niet
kunnen ontkomen. Vandaar dat er
patrouille-commandanten zijn ge
weest, die de vervolging voorkwamen
door nlj verrassing alle weerbare
mannen ln de schuilplaatsen neer te
schieten en mot he* blanke wapen af
te maken.
Dit llikt wreed, maar als men be
denkt, dat hot ln den regel onze bes
te en voortvarendslo soldaten zijn,
die bij do vorvolging de meeste kans
loopen hun leven te verliezen, en op
den duur niot te vervangen zouden
zijn, dan la het beter dat er eon paar
roovers en maraudeura meer sneu
velen.
c. Het schieten op vrouwen on. kin
deren,
De by de benden aanwezige vrou
wen zijn somwijlen even fanatiek als
de mannen, vallen de patrouille aan
en verwonden hen, dlo zij kunnen be
reiken zij hebben daardoor geen
recht op verschooning. Toch zijn er
genoeg voorbeelden dat er getracht
is hen en tot ons eigen nadeel te
ontwapenen. Verkeerde menschen-
liefde I
Andoren; onderscheiden zich niet
door hun kleedlng van de mannen,
hetgeen zich blijkens do patrouillerap
porten herhaaldelijk voordoet, zoodat
zij onwillekeurig getroffen worden.
Ten slotte gaan by do vlucht man
nen, vrouwen en kinderen allen door
elkander.
Zou men dus vrouwen en kinderen
willen sporen, dan ontsnappen ook
de mannon, moet men de mannen on
schadelijk maken oorlogs(pacifica-
tie)noodzaak e lacht dit dan zullen
er ook vnouwen. en kinderen vallen.
He* woord „opzet" zou hier misplaatst
Naar het Engelsch,
door
Arthur W. March mant.
Haar ongeschokt vertrouwen ln zijn
oer was prachtig bewaarheid en met
éen licht hart zette zij zich aan het
werk, om de onwaarheid aan het
licht te brengen over dat oude huwe
lijk, waarvan haar goede naatn en
het recht op ha ars vaders millioenen
afhing.
HOOFDSTUK XIV.
Ik heb meer .vertrouwen dan ooit
dut alles valsch is, verklaarde Olive
tot haar beido kampioenen, toen zij
pver het beweerde huwelijk tusschen
haar vader en mevrouw Merridew
sprak.
Maar Jn dit opzicht zou zij uog een
bittere teleurstelling opdoen.
De twee getuigen van het huwelijk
.werden opgezocht en zij bleken men-
pchen van betrekkelijk nederigen j
•tand, maar van onbetwiste recht
schapenheid te -zijn. Zij horinnerden
zich de plechtigheid, zij haddon me
vrouw Merridew herkend, die bij hen
geweest wasen toen hun een portret
van mijnheer Parmenter werd ge
toond, waren "beiden het er over eeus,
dat in aanmerking genomen de jaren,
die tusschen het huwelijk en den da
tum, waarop het portret genomen
was. waren verlöopen, het sprekend
geleok op den man, die haar had ge
trouwd.
Do ambtenaar van den Burgerlijken
Stand, die het huweiyk had voltrok
ken, was dood maar de ondorteoko-
ning in de boeken was stellig die
van haar vader.
Zolfs mijnheer Casement kon dat
niet tegenspreken. In één woord, de
bewijzen waren onomstootelijk.
Het spijt mij meer dan ik kan
zeggen, Olive, klonk het antwoord
van mijnheer Casementmaar u zou
geen half dozijn menschen in het ge-
heele koninkrijk kunnen vinden, die
meenden, dat aat huwelijk niet heeft
plaats gehad.
Ik ben er een, zei Olive. Ik zal
het nooit geiooven.
En lk ben er nog oen, verklaarde
Jack.
Ik ben gewoon aan zulke zaken,
was het antwoord van den notaris,
lk wil u niet ontmoedigen, lieve
maar ik wil ook niet met valsche
hoop vleien.
zijn j toch is het gebruikt In 'g land*
vergaderzaal en daardoor op hot le-
0nv.ordion<fe smet gewogen
mmm
ïljn. e' '^'"''Jïsluclilolijk
nou 1maf£3rvr kg^" sPf°n-
volgons dont°gouverliftg;OVangonon 18
moge schijnen tni °°k
otovaardigde jhf dTS™ d8
nnnlnl doKieu de geio'lX-kkl
dan dwaalt hil A?n> waren,
gon°MMludlZo"edatdMch'b.ja h£
wrcodhixlen worden gep.oegdg"°wrf
Puiten het' tiJdBMk £™.ol®n<|oela
dm Wneraal^/oorTan D ,nï.r 'l?8
wondon vo4a"ild °P dl>n boveil""ll't*
voor dun Mi dT,™t. hande""K»''
daa^Z'"»™Xer«ronS
u.'ikónXn verminderd voordon wnaft
Xet^w'nïS Mjoh °p
\vorde,i verstoord.
Do minister van koloniën hiWf
SSte-K«
Zlj,a '"gediond eon© nota ova
do toopaasiug van het oorlogsrecht
°°ri°IT logon inlandschT vo ki
ommen, eene van don afgetreden H
vielen en militairen Gouvlrnow
Atjeh en Ondorhoorjgheden G r t?
van Dealen afknraati|;T„?a0va^ ,S
Hohluigon naar nanloidintr vun hgf
Niets hal mij ontmoedigen, ant
woordde Olive. Re vertrouw op mijn
instinct. En ik ben meer dan ooit be
sloten met mqn taak voort te gaan,
totdat ik do waarheid weet, voegde
zij er vol vertrouwen bij.
In deze stomming keerden zij eerst
naar Frampton terug, daar Olive
haar besluit te kennen gegeven had,
om naar Londen te gaan.
Beide mannen probeerden haar
daarvan af te brengenen Jack
drong er telkens en telkens weer op
aan, dat zij nu met hem zou trou
wen.
Denk aan het govaar, dat je nu
al geloopen hebt, zei nij. Niemand
anders zou op het idéé komen, om
zulk werk geheel alleen te willen
doan.
Ik maak mij niet bezorgd over
het gevaar, Jack. Ik ben niet zoo
gauw bevreesd. Bovendien heb ik een
les gehad. Nu weet ik iets van de
menschen tegen wie ik mil moet wa-
penen, en nu zal ik voorzichtig zijn.
Maar zelfs al moest ik er mijn leven
voor geven, lk zal op mUn post blij
ven. Ik zal oppassen, dat zij niet te
weten komen, waar lk my ophoud.
Maar Ik ga naar Londen ioo noodig
zou ik naar het eind van do wereld
gaan j maar opgeven zal ik 't niet t
Ik bon ook in de stad j dat ls
één geluk, zei hy. Maar waar pen Je
van plan te gaan woueU
Op dat punt hod mynheer Case-
ment een voorstel.
Een jonge vriend yan mU, Rob-
8on genaamd, zoon van een oud
cliënt, voelde zich aangetrokken tot
het leven van detective en nu is hij
inspecteur. Hij heeft een lief vrouw
tje, en als je lust hebt by hen Je in
trek te nemen, zal je niet alleen vol
komen veilig zijn, maar je zult hulp
hebben bij jé nasporingen, Want bij
is een scherpzinnig man.
Wacht even, riep Jack uit. IIoo
zou je anders over mevr. Taunton
denken Zij zou verrukt zyn, als Je
bij haar kwam, Ollvo.
Maar Olive antwoordde, dat zij
eerst mevrouw Taunton wel eens wil
de leeren kennen, vóór dat zij bij haar
aan huis zou logeeren, en besloot
daarom het voorstel van mijnheer
Casement aan te nemen.
Een dag ongeveer was voldoende,
om de noodige regelingen te treffon j
en Jack ging met haar mee naar Lon
don, onder het voorwendsel, dat hij
niet meer vertrouwde, dat zij alleen
reisde, en zag hoe zij in het huis van
den Inspecteur Robson in Chelsea ge
ïnstalleerd werd.
Drie dagen later bracht Jack' me
vrouw Taunton mee om konnis met
haar te maken en het gelukte die
kleine, verstandige dame volkomen,
een zeer gunstlgeh Indruk op Qllve te
mate -■
Zij was uiterst vriendeiyk; liet haar
met veel tact voelen, dat zij veel
sympathie voelde voor de taak, die
Olive op zich had genomen, en drong
er zeer op aan, dat zy bij haar zou
komen wonen, ten minste zoo lang
tot zij in staat was andere plannen te
maken.
Daar zullen wij nog wat mee
wachten, zei Olive, ofschoon zij er
veel zin in had. zooals zij later Jack
bekende, nadat mevrouw Taunton
was heengegaan.
Zij is oen moedig vrouwtje, ver
klaarde hij. Ik was er van overtuigd,
dat zij jo zou bevallen. Maar ik kan
je ook wel zeggen, dut, hoewel zij
haar sympathie betuigde met Je plan
nen, zij met hart en zlol gunstig ge
stemd ls voor een huwelijk van ons
beiden. Wanneer ik haar ontmoet,
altijd zegt zij met aandrang, dat wij
het best zouden doen, spoedig te trou
wen. Mama zou een zenuwtoeval kry-
gen als zij het wist.
Maar Olive schudde het hoofd.
Niet vóór dat ik gedaan heb, wat
er gedaan moet worden, Jack, zei-
de ze.
Zij was als verward door de drukte
ietwat wanhopig gestemd.
ZIJ had nooit anders dan hoe! vage
Ideeën gehad over hetgeon zij tn Lon
den kon doenen terwijl de dagen
verliepen, en zij niets doen kon
zich zelfs geen bepaald denkbeeld kon
vormen van hetgeen zij zou kunnen
doen, of hoe aan haar groote work le
beginnen begon zij het heol mofih
lijk le vinden te blijven kopan.
Zij was als veward door do drukte
ln Londen. Zij voelde zich zoo erg
eenzaam en hulpeloos. En hoe vast
haar plan ook stond, toch was zij niet
op haar gemak, omdat zij niet wist,
hoe met haar plannen te beginnen.
Eens op een middag wandelde zij
ln dergelijke stemming doelloos in de
Oxfordstraat, toen haar attontio ge«
trokken werd door do vreemde hou*
ding van een goed gekleed man, dié
lomp tusschen eenige dames doorliep,
dio stonden te kijken voor de vensterè
vun een der groote winkels.
Toen zag zij tot haar schrik, dat hij
zijn hand ln dén zak van een rijk go<
klccde vrouw stak, er een beurs uit*
nam on er mee wegsloop.
De diefstal werd dadelijk ontdekt,
eu toen de dame zich snel omkeerde,
beschuldigde zij een meisje, dat acht
ter haar stond, van de zakkonrollerik
Hot meisje, bleek en mager, met,
een fyn gezichtje, beweerde dat zlf
onschuldig was en begon hevig tf,
snikken.
Spoedig was er een politieagent ter<
plaatse en het volgend oogenbllk w«|'
het rnelsjs to hechtenis genomen.
(Wordt vervolgd).