RUBRIEK VOOR ONZE JEUGD Raadsels De nieuwe wedstrijd. Joe Stoker» Honger. Brievenbus DAMRUBRIEK. S I S 1 1 tana (Deze raadsels zijn alle ingezon den door jongens en meisjes, dio „Voor Onze Jeugd" lezen. De na men der kinderen, die mij vóór Donderdagmorgen goede oplossin gen zenden, worden in het vol gend nummer hekend gemaakt). 1. (Ingezonden door Margaretlia Kuijper). Elk, die op voordeel hoopt. Vindt ook in mij behagen j Maar 'k ben, hoe schoon in schijn,- Gevaarlijk in de daad. 'k Beloof de winzucht geld? Aan de armoe goede dagen. En doe aan rijk en arm Door mijnen handel kwaad, Geteeld door zelfbelang, En door den Staat nog tevens,' Lach ik er jong en oud Met vriend'lijke oogen toe* 'k Beloof aan allen hulp, En waar genot des levens,; Terwijl ik velen vaak Van hartzeer schreien doe', Toch bidt mij ieder aan, En brengt mij offeranden f Der winzucht toon ik geld^ En den arme groot geluk. In mij vindt de Overheid Een steunsel voor de landen, En ik red nauwelijks één Van duizend uit den druk, 2. (Ingezonden door E. en T. Frö- Uch). Mijn eerste en tweede is een vloei stof. Mijn derde en vierde is een bloem. Mijn geheel is ook een bloem. 3. (Ingezonden door Jan Souverein). Welke vrouwennaam is omgekeerd 'dezelfde 4. (Ingezonden door Dora v. Steen). Mijn geheel bestaat uit 11 letters. 12 3 4 zijt gij zelf. 11 2 7 8 is een meisjesnaam. 9 5 10 6 is een waterplas. 1 6 8 8 2 is een vogel. Wat ben ik 2 5. (Ingezonden door Lena ffelntzber- ger. a a k k O e e e l 1 l 1 m 31 P r Schik nevenstaande letters zóó, dat de liggende en de staande rijen de zelfde woorden vormen, en wei Op den lsten regel een vloeistof. Op der. 2den regel een dier. Op den 3den regel een meisjesnaam. Op den 4den regel iets, wat gij niet gaarne krijgt. 0. (Ingezonden door Dina Compiet). Met b ben ik een boom. Met z vindt men mij op een graf. Met m hen ik een kenteeken. Met p ben 'k in een tuin. 7. (Ingezondèn door Joh. PloegL Welken zin kan men biervan ma ken X I M A. 8. (Ingezonden door Dirk Boeré), Zet onder elkaar Een plaats in Friesland. Een plaat9 in Drente. Een plaats in Friesland. Een plaats in Friesland. Een plaats in Gelderland»: Een plaats in Gelderland» Een plaats in Friesland. Een plaats in Duitschland* Ëen plaats In Gelderland. De beginletters vormen den hMm van een meer. 9. (Ingezonden door Hendrikus Netz). Twee hoofden, twee armen, zes voe ten, waarvan er maar vier loopen. Ra, ra, wat is dat 2 10. (Ingezonden door Annie en Ma rie van Zutphen). Zoek uit onderstaanden zin een be graven voertuig, dat op het oogenhlik opgeborgen is Doe de deur open, het is hier veel te warm. De oplossingen der raadsels van de vorige week zijn 1. De keizer van Oostenrijk, want hij zit altijd te Weenen» 2. Zij droeg de bessen. £L Haarlem. Alkmaar» Aal. Raam. Kat. Amerika Muis. Haarkam. 4. OstadestraaE. 5. Die men zelf drinkt»- 6. Hoevelaken. 7. Hark ark 8. Paul. 9. Speeltuin. 10 Hoorn Boorn Doortf. Goede oplossingen ontving ik deze week van Zus Duursraa 10. Marie en Annie van Zutphen 7. Ruurtje Aarts 10. Arie Noorloos 10. Jo en Frans van Egmond 10. Betsy Kuyper 8. H. Versteeg 8. E. en T. Frölich 9. Strikvragen. (Ingezonden cloor R. Belnema). 1. Welke schapen eten meer, de wit te of de zwarte 2. Waarom draagt de man een baard 3. Welke koning zingt het best 4. Welke vliegen hebben geen vleu gels 5. Waartegen werd de bakker van Farao opgehangen 6. Waarmede schieten de jagers wel eens, behalve met een geweer 7. Wat wordt grooter, als men cr af neemt 8. Wat kan men nooit ontloopen 2 9. Wie schiet de meeste vogels 10 Welke appel kan men niet eten Heel wat jongens en meisjes hebben vanavond zeker met verlangen naar de courant gegrepen, om te zien, wat de nieuwe wedstrijd zijn zal. Nu, ik heb er ook een heelen tijd over ge dacht, want het is zomer en vacantie, en ik kan jelui nu dus r.iet al te lang aan het werk zetten. Maar nu weet ik toch iets moois I Ik zal het maar noemen IEEN DICHT- OF RIJM- WEDSTRIJD. En nu wil je weten, wat ik 'daar mede bedoel 2 Wel, je probeert een versje of rijmpje te maken. Dit versje j of rijmpje moet zijn op de vacantie, of op het een of andere grappige voor val uit de vacantie. Heb je heelemaai niets grappiga io de vacantie beleefd, dan zet je er in, hoe je de vacantie vindt, wat je er in doet, of wat je er van denkt. Maar, let nu goed op, de versjes mogen niet korter dan vier, en niet langer dan acht regels zijn. Het is niet mijn Bedoeling, om lan ge gedichten te krijgen, maar wel korte, aardige rijmpjes of versjes. En denk nu rnaar niet, dat het te moei lijk voor je is. Als je het eens goed probeert,, wed ik, dat de meeste kin deren wel iets maken kunnen. En zelf iets bedenken, is ook altijd prettig. Doe nu maar eens goed je best. Haarlem heeft zooveel groote dichters voortgebracht, bet zou mij verwonde ren, als er ook niet een heehboel klei ne dichters en dichteressen waren. En nu geef ik nog een anderen wed strijd ar bij, namelijk EEN SCHRIJFWEDSTRIJD. Neem daarvoor een flink stuk pa pier en schrijf daarop zoo mooi als je maar kunt, het volgende versje Eert onderneming, Die gij eens begint. Geef die niet op, Vóór dat gij overwint. Nu zorg je hierbij natuurlijk, ten lste, dat het papier keurig netjes en zonder ééa vlekje of schrapje is, ten 2de, dat de letters mooi of sierlijk zijn, ten 3de, dat het geheele versje er prettig en netjes uitziet. Het is nu meer to doen om mooi schrift dan om krullen of versierin gen, die er omheen zijn aangebracht. Je mag steil schrift, randschrift of schuinschrift nemen,, of andere letter vormen, ais je die ooit geleerd hebt, dat doet er niet toe, als het rnaar mooi geschreven is. Het papier mag gelinieerd zijn. De letters liefst niet al te klein Je mag aan één Wedstrijd of aan beide wedstrijden mee doen, zooals je wilt. De prijzen en premies worden over de beide wedstrijden verdeeld, al naar dat er inzendingen komen. Maar denk er goed aan Ten lste. Iedere inzending moet duidelijk voorzien zijn van naam (voor- en achternaam voluit), leeftijd en woonplaats van den inzender. Ten 2de. Bij iedere inzending moet eene verklaring gevoegd zijn, of het werk met of zonder hulp gemaakt is. Ten 3de. Alle inzendingen moeten in mijn bezit zijn vóór Donderdag 10 September 1908. Er zijn ook nu weer twee afdeelin- gen. In de eerste afdeeling, waarin mee mogen doen jongens en meisjes van elf jaar, of jonger, bestaat de eer ste prijs uit EEN GOOCHELDOOS of EEN SPOOR. De tweede prijs uit EEN POP of EEN TEEKENDOOS. De twee premiën zijn Boeken in Prachtband. In de tweede afdeeling, waarin mee mogen doen jongens en meisjes van twaalf jaar of ouder, zal de eerste prijs zijn EEN VOETBAL of EEN KLOKJE, en de tweede prijs EEN ZAKMES of EEN STEMPEL. Ook hier zijn twee preraiört, name lijk Boeken in Prachtband, beschik baar. Ziezoo, doe nu allemaal maar eens flink je best, stel het begin niet te lang uit en maak, dat je inzending niet te iaat komt. naar Orison Sweit Marden. (Een verhaal, dat werkelijk gebeurd is). Joe Stoker, remmer op een Iocaal- trein, stond gunstig bekend bij alle spoorwegambtenaren. De passagiers mochten hem ook gaarne, want hij bewees hun graag een dienst en was steeds bereid, hen te woord te staan. Maar hij had geen begrip van de zwa re verantwoordelijkheid zijner be trekking. Hij nam de zaken licht op en dronk van tijd tot tijd en als iemand hem daarop wees, dan speelde een heldere lach om zijn lippen en antwoordde hij op zoo'n goedaardigen toon „Dank u, mij mankeert niets; maak u niet bezorgd", dat de vriend het gevaar meende overschat te hebben. Op zekeren avond woedde er een hevige sneeuwstorm en zijn trein was te laat. Joe klaagde over extra werk, tenge volge van -den storm, en nam zoo nu m dan, zonder dat iemand het zag, een teug uit eeai plat fleschje. Spoedig werd hij vroolijk, maar de conduc teur en de machinist van den trein hioldem beid-en een wakend oog. Tusschen twee stations kwam de trein plotseling tot stilstand. Het cy- linderdeksel was gesprongen, en bin nen vijf minuten zou een sneltrein op dezelfde lijn komen aanzetten. Do conducteur ijlde naar den achter sten wagen en beval Joe met een rood licht langs de lijn te gaan. Do remmer lachte en zeido „Er is geen haast bij. Ik moet eerst mijn overjas halen." Ernstig en nadrukkelijk antwoord de de conducteur „Wacht geen oogenblik, Joe. Do sneltrein is op komst I" „I-Ioel goed", zei Joe lachend. Toon ijlde de conducteur naar vo- reu, naar de locomotief. Maar de remmer ging niet dadelijk. Hij trok eerst zijn overjas aan. Toen nam hij nog een teug uit het platte fleschje, tegen de kou. Daarna nam hij langzaam zijn lantaarn op en ging, dood op zijn gemak, fluitend de raiis langs. Nog geen tien schreden had hij ge daan, of hij hoorde reeds het zuch ten van den sneltrein. Toen liep hij ijlings naar do bocht, maar het was te laat. In een enkel, vreeselijlc oogen- blik had de locomotief van den snel trein de wagens van den stilstaanden trein als een telescoop in elkaar ge schoven, en de kreten der verminkte passagiers vermengden zich met het blazen van den ontsnappenden stoom. Toen later naar Joe gevraagd werd, was hij verdwenen den volgenden dag echter vond men hem in een schuur, krankzinnig, terwijl hij een ledige lantaarn zwaaide voor een denkbeeldigon trein en uitriep,,0, had ik het maar gedaan 1 O, had ik hot maar gedaan 1" Hij werd naar huis gebracht en la ter naar een gesticht, en daar klon ken nog steeds de kreten van„O, had ik het maar gedaan van den ongelukkigem remmer, wiens misda dige gewoonte zooveel levens ver woestte. „O. had Ik bet maar gedaan I", of „Had ik het maar niet gedaanis de onderdrukte kreet van meaiigeen, die zelfs zijn leven zou willen geven, om de gelegenheid te bobben, terug te gaam. en een vroeger gemaakte fout te herstellen. Een Arabier, die, nadat hij in de woestijn verdwaald was, zonder le vensmiddelen bij zich to hebben, ge lukkig den dood ontkwam, zegt ons, wat hij gevoelde, toen hij een zakje met paarlen vond, juist toen hij alle hoop had opgegeven. „Nooit", zegt hij, „zal ik het ver rukkelijke genot vergeten, dat ik on dervond bij de veronderstelling, dat het geroosterd kora was, evenmin de bittere teleurstelling en de wanhoop, waaraan ik ten prooi was, toen ik ontdekte, dat de zak slechts paarlen bevatte." (Brieven, bestemd voor de Redactie der Kinder-afdeeling, moeten gezon den worden aan Mej. M. C. van Doorn, Wagenweg 88). ZUS D. Het is best, ais je het boek over 14 dagen komt halen. Ik zal er dan eon paar voor jo klaar leggen, om uit te zoekero. Heb je veel plezier in Drachten on maak je mooie wande lingen MARIE en aNNIE v. Z. Hartelijk dank voor je mooie kaart uit Zaan dam. Wat een heerlijke uitstapjes m.aken jelui. Wat vind je nu mooier Wijk aan Zee, Scheveningen of Zandvoort? Of heb je in Schevemin- gon zóó den schrik gekregen met al dien regen, dat je daar niets meer van weten wilt Ik vind Zaandam en het Czar Peterhuisje altijd erg aar dig, om eens te zien, maar ik woon toch liever in Haarlem, en jullie? HERMAN H. Kun jo met al de kunstjes uit de doos al goed overweg, Horman? Als je er geen raad mee weet, moet je er maar hier mee ko men, of geef je thuis ai groote voor stellingen NANNE N. Wat een heerlijke tocht was datIk ben ook wel eens in Sohoorldam geweest en ik vind de duinen daar heel ruooi. Ik vind het slim van je, om die mooie briefkaart maar niet over de post te zenden, want dan komt ze bijna nooit onge schonden over. Ik ben er heel blij mee, boorEn heb j9 het spel al eens giespeeid Weet je broer precies hoe het gaat Anders moet je het nog maar eens vragen, hoor Ik heb het vroeger zelf heel veel gespeeld, ARIE N. Ik dacht wel, dat je uit was, Arie. Ik ben blij, dat je het in de Meer zoo prettig vond. GRETHA K. Je raadsel kan ik heel goed gebruiken. Waar haal je toch al die raadsels vandaan? Je moet mij goed van het nichtje op de hoogte houden, want ik vind die kleintjes al tijd erg aardig. BETSY K. Zoo, Betsy, vond jo dat eene raadsel zoo moeilijk? Vind Jo raadsels oplossen anders nogal eon prettig werkje? en bedenk je zelf ook wel eens raadsels 2 FRANS en JO v. E. Hebben jullie thuis een atlas? Zoek dan den Ouden Rijn eens op, en kijk dan eens tus schen Leidetn en Katwijk, een beetje naar 't Noorden. Dan ligt Rijnsburg zoowat op 10 minuten afstand van den Rijn. Zijn jelui daar niet eens naar gaan kijken? 't Was heusch niet zoo heel ver. Wist je wel, dat Rijns burg oorspronkelijk niets was dan een klooster, dat in de 12de eeuw ge bouwd is? Ik geloof niet, dat er nu nog een ruïne van over is, is 't wel Daar moet je maar eens naar vragen als je er weer eens komt. JOHAN B. Je verhaaltje zal ik be waren tot er een vervolg komt. Het lijkt me tot nu toe heel geschikt. Hoo bevalt je het boek? ANTHONIE j. Wat een mooie an sicht, AiUlionie 1 Ik dank jo er harte lijk voor. Hoe lang ben je in Amers foort 2 JOHAN W. En Johari stuurt me ook al twee van die prachtige kaarten. Hartelijk dank, Johan. Ik vind ze heel mooi. Heb je veel plezier in Den Haag gehad en was je er wel meer ge weest? Gelukkig maar, dat je zoo gauw weer beter was CORRY B. Wel, Cor, ben je al aan het boek begonnen? Se hebt er heel wat aan te lezen, hè En ga je nu do stad nog uit? Waar ga js naar toe HENDRIK V. Wat een prachtig, lang opstel over jo vacantie heb je mo gestuurd, Hendrik. Ik zie wol, dat jo heerlijke dagen gehad hebt. in Zaandam, en dat je goed hebt uitgeke ken en goed onthouden, wat je gezien hebt. 't Is jammer, dat de vacantie nu weer haast om is, hè? ELIZABETH en TRIJNTJE F. Ge lukkig, dat Rika weer beter is. ik feliciteer Trijntje vast met haar ver jaardag, hoor! Ja, poffertjes bakken heb ik ook wei eens gedaan e>n k vond het altijd erg prettig. Maar wees voor zichtig hoor, een ongelukje ligt iu eon klein hoekje. Ik weuiscli je beiden een erg prettige» dag toe. Dag, meisjes LEONARD en WILLEM G. Harte lijk dank voor de mooie kaart uit Purmerend. Wat ziet het er daar aar dig uit I Heb jelui veel plezier gehad? Do inzending van Wim kwam toon do uitslag juist verzonden was. ik kon hem er dus niet meer bij zetten. Hij zou anders een eervolle vermel ding gekregen hebberu Kijk eeu vol genden keer maar beter naar den datum, Wim l HUBERTUS B. Iloa Iaat je Zondag mag komen Wel, half elf, is dat goed? Dan zal ik zorgen, dat ik thuis hen en dan kunnen we meteen afspre ken over het boek van A. W., is dat goed? Ja, etudes studeeren is niet zoo heel plezierig, maar je loert hot er toch wel goed door. Nee, in de va cantie komen er nooit zooveel brie ven, dan zijn de meeste kinderen uit de stad. Maar ik denk wel, dat ik jouw brief erg zou missen als ik dion niet kroeg 1 Dank je wol voor de raad sels, zoodra ik er plaats voor heb, zul len ze opgenomen worden. M. G. VAN DOORN. wonen. Je zult een ezel en een karre tje hebben, en naar school gaan en bankdirecteur worden of dokter, wat je maar wilt. Wel 1 zuchtte Limpy gelukkig, overreden te worden door een auto mobiel is iets heerlijks. Is er iets anders, wat je nog zoudt willen? vroeg mijnheer Co chrane. Ik zal je alles geven, wat je vraagt, als je weer sterk en gezond wordt. Er is maar éen ding, zei Limpy iD gedachten. Ziet u, mijnheer Co chrane, ik heb nooit een moeder ge had. Al de andere jongens hebben moeders, maar ik heb er nooit een gehad en het is erg eenzaam voor een jongen om geen moeder te heb ben. Zoudt u misschien kans 'zien, mijnheer Cochrane, om mij een moe der te geven in plaats van een ezel Arme kleine bedelaar l zei mijn heer Cochrane zachtjes. Nooit een moeder gehad. Ik denk Limpy, dat we er wel een voor je zullen kunnen vin den. Weet je ook een, die je de voor keur zoudt geven? Ik geloof, dat zuster Martin een heel goeie moeder zou zijn, veronder- stolde Limpy. Ze kuste mij vanmiddag en niemand anders heeft mij nog ooit gekust. Limpy, zei mijnheer Cochrane ernstig. Je bent een zeer oordeelkun dig jongmensch. Er is niet de minste twijfel, of zuster Martin is de beste moeder, die zoo'n kleine jongen als jij bent, kan hebben. Zal ik er haar over spreken, Limpy? Ja, alstublieft, mijnheer Cochi'a- no, zei Limpy vol vuur. Zuster Martin verschee nweer, juist toon de bezoeker opstond om te ver trekken en streelde Limpy's bleeke wangetje met haar zachte hand. Juffrouw Martin, zei mijnheer Cochrajne ernstig, ik zal trachten een vader voor Limpy te zijn. Hij zal bij mij komen wonen, zoo gauw hij ge nezen is. O, wat ben ik daar blij om 1 riep zuster Martin, over Limpy's krullen strijkend. Maar er is nog iets anders, dat h ijheel eirg noodig heeft, vervolgde mijnheer Cochrane. Weet u, juffrouw Martin, de arme kleine jongen heeft nooit een moeder gehad en een jon gen mist het beste deel van zijn leven als hij geen moeder heeft. We hebben er samen over gepraat en Limpy en ik willen beiden heel graag, dat u zijn moeder wordt. Juffrouw Martin's mooie bruine ©ogen keken van Limpy's verlangen de oogen naar het even verlangende gezicht aan den anderen kant van het bedje. Toen glimlachte ze even en boog zich over Limpy om een kus te druk ken op zijn wang. Als Limpy het wenscht, stem ie ze zachtjes toe. Hoera 1 riep Limpy uitbundig, wat zal dat heerlijk zijn (Pr. Gr. Ct.) Damclub „Haarlem". Verantwoordelijke redacteurenH. E. Lantinga, C. E. Visse, C. II. B. Tollenaar. Oplossingen in te zenden aan dan heer H. E. Lantinga, Baremdsestr. 41. PROBLEEM No. 64. Ingezonden door den heer H, C. van Oort, Haarlem, Zwart m a Q m 46 47 48 49 50 WH STAND: Wit: 19, 24, 25, 33, 36, 37, 38, 41, 42, 43, 47. Zwart6, 10,14,16, 21, 22, 27, 34, en dam op 35. Oplossing van Probleem No. 60. 26 - 21, 36 - 31, 30 - 25, 35 11, 28 10, 25 3, 38 - 83, 42 43. Ingezonden door den heer W. C. Faas te Overveen. Goed opgelost door de heeren C. Serodini, F. M. v. <L Werf, J. F. Spanjaard, Th. S. Germans, Haarlem; J. L. Velde, OverveenW. A. Z. en H. L. Jr., D. Rührort. In dank ontvangen de problemen van de heeren Van Oort en Faas. AZIATISCHE EN AFRIKAANSCHE POTTERS. Lord Gromer, de voormalige onder koning van Egypte, heeft in een re devoering eenige staaltjes vertelt van de wijze, waarop in Egypte en Rritsch Indië het goudgeld wordt verzameld. „Handelsbelangen" vertelt daaruit 't volgende na: Lord Gromer sprak over het groot- sche werk der Engelsche ingenieurs te Assoean, in Egypte, waar zij een dam door den Nijl hebben aangelegd ter reguleering van de jaarlijksche Nijloverstrooming. Egypte'is thans in staat om ieder jaar vooi1 een bedrag van 350 millioen katoen te verbou wen. Deze hoeveeheid wordt door En geland gekocht en met goud betaald. Een groot gedeelte van dat goud, dat meer dan een derd6 van de geheele wereldproductie is verlaat Egypte niet meer. Azië en het rijk van de oude Fara o's zijn de landen, van waar oude le genden tot ons zijn gekomen over on metelijke schatten, die daar werden opgezameld en veilig in schatkamers verborgen. Men is geneigd, om die verhalen te lachen en wanneer men van zulk een opzamelmanie in onzen tijd vertelt, dit niet voor ernst op te nemen. Er is echter gebleken, dat het wel degelijk ernst is. Het is niet lan ger te loochenen, dat een groot gedeel te van het goud, dat binnen Egypte komt, door de eigenaars in den grond wordt begraven. Wat met zooveel moeite uit de goudmijnen wordt te voorschijn gehaald, wordt door de Oosterlingen weer aan den schoot der aarde toevertrouwd, en verliest aldus feitelijk al zijn waarde voor de menschheid. Lord Cromer deelde ver scheiden voorbeelden van begraven schatten mede. Een katoenplanter, dien men niet voor rijk hield, stierf en men vond in zijn schatkamer een millioen gulden aan Engelsche souvereinen. Een an der kocht een eigendom voor f 300.000 en betaalde met geld, dat In zijn tuin lag begraven. Met muilezels werd het geld uit den tuin naar de plaats van bestemming gereden. De manier om op te potten in Egyp te is zoo algemeen, dat zij een factor van belang is ter beantwoording der vraag, waar al het geld blijft. Nog meer goud wordt aan de we reldmarkt onttrokken door de dwaze verzamelwoede van de bewoners van Vbor-Indiö. In dat bij uitstek conser vatieve rijk worden eeuwenoude ge bruiken van vader op zoon overgele verd, en- hiertoe behoort ook het ge bruik om edele metalen te verzamelen. Op het getuigenis van een zeker In diër, voor de muntcommissie afge legd, is indertijd meermalen dé aan dacht gevestigd en het is zeker, dat het geen sprookje is. „Het is bekend," verklaarde hij, „hoeveel moeite de overleden Mahara jah Soindai heeft gedaan om het fort van Gwalior van de Engelschen terug te krijgen; maar er zijn maar weini gen, die de drijfveer voor zijne be moeiingen vermoedden. Deze was geen andere dan een verborgen schat van 750 millioen aan ropijen, die in geheime bergplaatsen van liet fort la gen. De roodgerokte Engelsche schild wachten hebben hier 30 jaar over heen gewandeld, zonder te vermoeden welk een schat onder hun voeten opgesta peld lag. Voordat de Engelsche regee ring het fort teruggaf, waren allen gestorven, die den toegang tot de ge heime bergpaats wisten, met uitzon dering van één man, die al hoog be jaard was en wiens einde clus binnen niet al te langen tijd was te wachten. Indien deze vóór do teruggave stierf, zou de schat voor den eigenaar verloren zijn, en misschien voor eeu wen ook voor de menschheid verloren zijn, wamt de schuilplaats was voor den oningewijde volstrekt onvindbaar. De Maharajah zag zich dus voor de keuze gesteld, om of tegen eiken prijs het fort terug te krijgen of het geheim aan de Engelsche regeering te open baren en dan misschien toch zijn schat te verliezen. Toen eindelijk na lange onderhandelingen het fort aan den Maharajah was teruggegeven, werden er, nog vóór de Engelsche sol daten het grondgebied van Gwalior hadden verlaten, metselaars uit Be nares gehaald, die den eed van ge heimhouding in den tempel van de Heilige Koe hadden moeten afleggen. ,/Aap het station Gwalior werden zij op karren geladen, geblinddoekt en naar de plaats gebracht, waar zij wer ken moesten. Onder leiding van dem ouden man, die het geheim kende, openden zij den toegang tot de schat kamer, terwijl de Maharajah zich overtuigde van de aanwezigheid van den schat. De metselaars werden toen weer op karren geladen, geblinddoekt, naar het station gebracht en vervol gens naar Benares. De soldaten, die da metselaars begeleid en bewaakt hadden, werden naar een binnen plaats gevoerd en daar gefusileerd, zoodat het geheim van de bergplaats opnieuw verzekerd was." Men zoude geneigd zijn om dit ge tuigenis voor een sprookje te verkla ren, maai' de munt-commissie twijfel de niet aan de waarheid. Want bij haar werd ook aangifte gedaan van bewaarplaatsen van kleine schatten, die tusschen 20 en 80 millioen gulden beliepen en die bij onderzoek werke lijk bleken te bestaan. Dit waren do schatten van kleinere vorsten, die nooit een schijn van de macht hebben bezeten, waarover eeuwenlang de heerschers van Gwalior konden be schikken. En zooals de vorsten met hun geld doen, zoo doen ook do kooplieden. Het huis van een Indisch koopman is zeer sober gemeubeld en zijn leven zeer eenvoudig. Wat hij verdient( wordt voor een groot deel overgelegd, niet in rentegevende papieren, maar in goud in den grond. Hij heeft een klein bedrag bij een bank staan, doch dit bedraagt in vergelijking van zijn ver borgen schat niet meer dan de goud reserve der Indische banken, in ver gelijking met de onmetelijke onder- grondsche schatten in het land. De bewoners van het Hemelsche Rijk meenen op dezelfde wijze hun geld het best te kunnen bewaren. Chi na met zijn 400 millioen Chineezen is een even groote slokop als Engelsch- Indië. En vermoodolijk zal de ge woonte om zijn geld te verstoppen, ook nog wel In andere landen gevolgd worden. Juffrouw Scherpgeest heeft, waar lijk verstand genoeg voor twee Waarom trouw je haar dan niet? Geloof jij werkelijk, dat er een meisje in dit schrikkeljaar heeft ge bruik gemaakt van haar lecht, om de hand van een jongen man te vragen vroeg hij. Neen, niet anders of ze moest er toe gedwongen zijn, antwoordde het meisje. Hm, daar had ik niet aan ge dacht, zei hij na 'n pauze. Maar jij zult me wel niet tot zulk een vernedering dwingen, nietwaar, George-Iief, smeekte zij. Neen dat is te zeggen na tuurlijk niet. Het ijs was gebroken en eenige oogenblikken later was George haar verloofde. In een proces over een weg moeten op bevel van de rechtbank de oudste bewoners van het dorp X. over den vroeger en toestand van den weg ge hoord worden. De met de vaststelling der oudste bewoners belaste politie beambte schrijft terug „De opdracht is niet uitvoerbaar, daar de oudste bewoners yan X. allen dood zijn." A. Kent ge apotheker Heli B. Ja, een verschrikkelijk dom menscli A. Hij wil mijn dochter trouwen. B. Nu, daar heb je het al DE LEEGE GELDKIST. Waar loopt gij zoo snel heen Het schoot me juist te binnen, dat ik mijn brandkast open heb laten staan en mijn aanstaande schoonzoon is boven alleen in de kamer. Vertrouwt ge hem dan niet? Neen, als hij er in kijkt, ver breekt hij morgen de verloving. FIJNE WRAAK. Een oude, niet door schoonheid uit muntende, maar altijd nog danslusti- ge jongejuffrouw heeft op een par tijtje hardop en op niet beleefde wijze er haar ergernis over te kennen ge geven, dat het begin van het beloofde bal door een voordracht van den be roemden pianist Toetealekl een kwar tiertje zal worden verlaat. Als de pianist zijn stuk gespeéTd heeft, wendt hij zich tot de oude vrij ster met de woorden „Nu, juffrouw, nu kan de „zitting" beginnen."

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1908 | | pagina 11