RUBRIEK VOOR ONZE JEUGD
Ess™
aViV Q
Raadseloplossingen
Antwoorden der
Strikvragen.
Wedstrijdinzendingen.
GERRIT
Brievenbus
Raadsels
(Deze raadsels zijn alle ingezonden
door jongens en melsjee, die „Voor
Onze Jeugd" lezen. De namen detr kin-
deren, die mij vóór Donderdagmor
gen goede oplossingen zenden, wor
den in het volgend nummer bekend
gemaakt).
1. (Ingezonden door Nanne Nauta)..
Mijn geheel is de naam van ©eai
vlootvoogd en bestaat uit 27 lettere»
1 2 6 10 is een dier.
7 8 9 20 21 22 gebruikt de schilder.
4 12 13 10 7 26 1 is een stad in Ne
derland.
16 12 8 19 Is een water in Noord-
Holland.
25 17 18 27 25 15 is een fakkeL
1 23 5 15 is een dier.
4 5 6 7 is een lichaamsdeel.
1 12 11 15 is een graansoort.
2. (Ingezonden door Annie en Marle
v. Zutphen).
Zoek uit onderstaanden zin een be
graven eiland in de Oost
Ba I Lize, wat bon je flauw I
8. (Ingezonden door Lena Hedntzbecr-
ger).
Zet onder elkaar
Een meisjesnaam.
Iets, wat de naaisters gebruiken.
Een rivier in Engeland.
Een klein diertje.
Een rivier in Dultschland.
Een bloem.
Een plaats In Noord-Holland.
Een voegwoord.
Een stad in Gelderland.
De beginletters vormen den naam
van een stad in België.
4. (Ingezonden door Henrl Coulinho.)
Zoek hieruit èen begraven plaats i
Het paard, den wagen met zand
voor te spannen, was het werk van
een oogenblik.
6. (Ingezonden door Bepple Meyer).
Wie ia een ijzervreter?
6. (Ingezonden door Margaretha Kulj-
per).
Na arbeid mpet het leder laven,
't Brengt nieuwe kracht voor geest
en lijf
De luiaard mag het nimmer hebben,
Het Ls zijn liefste tijdverdrijf.
7. (Ingezonden door Marie Kolk).
Wie doet dagelijks ontdekkingen?
8. (Ingezonden door Betsy, Trijntje en
Rika Frölicih).
Mijn eerste en tweede is een meubel
Mijn derde is ooit een meubel.
Mijn' geheel ivordt door kinderen
gebruikt?
9. (Ingezonden door Johan. L. Bos-
man),
Ik ben een familiebetrekking,.
Met een b ben ik een plant
Met een 1 ben ik niet vlug
Met een r ben ik iets, dat heerlijk
smaakt;
Met een z ben ik een deel van een
bosch,
10. (Ingezonden door Hubertus Bank).
Van voren naar achter gelezen, ben
ik nooit wit te wasschen;
En omgekeerd maak Ik groote plas
sen.
De oplossingen der raadsels van de
vorige week zijn i
1. Parijs
Utrecht
Tiber
Tholen
Engeland
Rijn
Sevastopol
Hamburg
Overijsel
Ebro
IConstantinopel
PUTTERSHOEK.'
2. Een ei.
3. Bloemenveld.
Mol Ben bom dol «den
veel.
4. Matroos.
5. Inham.
6. Kaap aap.
7. Niets ,ze gaan hen stilletjes
voorbij.
8. Kanarie.
9. Alfen.
10. Os.
Goede oplossingen ontving ik deze
week van
Hendrik Versteeg 6.
Annie en Marle v. Zutphen 7/
Nanne Nauta 10.
W. F. Itjeshorst T<
Ruurtje Aarts 9.
D. G. van Buuren T.
Jan en Roeland v. Vendeloo T-
Frans en Jo van Egmocd 10»
Nico Twisterllng 4.
Dora van Steen 4.
Grietje Kwant©» 9.,
M. Bonke 9.
Cato Bonke 9,.
1. De wind, hij drijft de zee voort,
2- De spiegel.
3. Vergeet-mij-niet.
4. De nacht-.
5. Een indruk.
6. De barbier.
7. Ben luistervink'.
8. De tijd.
9. Een vingerhoed.
10. Omdat een musch geen paard op
eten kan.
Goede antwoorden op de strikvra
gen ontving ik deze week van i
Hendrik Versteeg 7.
Nonne Nauta 7.
Jan en Roeland v. Vendeloo 5.
Frans en Jo van Eganond 6.
Dora van Steen 7.
Cato Bonke 9.
W«edstrijdinzendlngen ontving lk de
ze week van
Jacob Pieter van den Berg.
A goes van den Berg.
Jan Willem van Vendeloo.
Sieger Bonke.
Adria'an Aalders.
Tonny Aalders.
of
HET JONGSTE ZOONTJE VAN DEN
EDELACIITBAREN HEER JO
CHEM ZWARTROK, BUR-,
GEMEESTER VAN HET
WELVARENDE LA-
WAAIDORP,
door
Joh a n C. Bosma n.
Overal in het heele dorp heerschte
een buitengewone drukte. De oude
burgemeester was dood 1 Hij, was ge
stikt in oen kikvorsch, die hij zijn
geheel had willen inslikken.
Arme burgemeester 1
Intusschèn kwam de geheele ge
meente, Avaarin niet alleen alle man
nen, maar ook alle vrouwen stem
recht hadden, na den gestikten bur
gemeester onder eeax hoop dorre bla
deren begraven te hebben,, op een
open plek in het bosch bij elkander,
om èen hieuwen burgemeester te kie
zen. Na heel wat lawaai gemaakt te
hebben, stelde Joris RaatkrttaV
zeer deftige kraai, voor, om tot de'
verkiezing over te gaan. Iedereen
verwachtte tal van stemmingen, eer
men klaar zou zijn, want er waren
heel wat liefhebbers voor dit mooie
baantje. Tot verbazing van allen ech
ter werd reeds bij de eerste stemming
gekozen' Jochem Zwartrok, die nog
niet zoo heel lang geleden met vrouw
en kinderen zich op het Lawaai dorp
gevestigd had.
Jochem Zwartrok was een bijzon
der groote kraai en geleek eigenlijk
meer op een raaf. Altijd had hij zich
zeer achteraf gehouden en zich nooit
op den voorgrond gesteld. Slechts
weinigen haddén zijn stem. gehoox-d,
doch nu, bij de begrafenis van MI-
chiel Kraaikop, had hij een plechtige
rede op rijm géhouden. De deftige,
groote Zwartrok was dus een dich
ter.
Toen gillen van de begraafplaats
wilden wegvliegen, was hij tot bij
den hoop dorre bladeren getreden en
had gezegd
„Hier rust, niet onder hard gesteente,
Maar onder blftren, t laatst gebeente
Van Kraaikop, die zijn heele léven
Tot heil der Kraaien heeft gegeven.
Zijn dood deed allen hevig schrikken,
Want niemand dachtt dat hii zou
'Aken.
stikki
elk afzonderlijk geval zal worden on
derzocht, door een reeks van eenvou
dige proeven of de nelgingen van eetn
individu overeenstemmen met zijn ta
lenten, om zoodoende verkeerdelijk
opkiemende liefhebberijen in hun eer
sten groei te stuiten.
Reeds hebben een geheele reeks van
de meest bekende psychologen hunne
medewerking toegezegd. De candidaat
wordt in het bureau een week lang
in observatie gehoudenin dien tijd
wordt hij aan verschillende psycho
logische oefeningen onderworpen, en
do wijze, waarop hij op vragen ant
woordt, de vorm, waarin hij zijn ge-
dachtengang: uitdrukt en ideeën met
elkaar in verband brengt, doen ge
wichtige gegevens omtrent zijne kun
digheden aan de hand en ook voor
't tegenovergestelde geval. Na afloop
van don onderzoekingstijd wordt den
candidaat een attest ter hand gesteld,
waarin het resultaat der proeven zoo
beknopt mogelijk wordt vermeld, met
opgave van het aantal en de soort der
voor hem geschikte en ln aanmerking
komende beroepen.
Ln de weinige weken, die het bu
reau in Boston reeds achter den rug
heeft, zijn al meer dan 80 attesten
aan volwassenen uitgereikt. Want het
ls Interessant te zien, hoe hot getal
dar volwassenen,, dié zich aan het on
derzoek onderwerpen, verre dat der
kinderen overtreft. Massa's menschen,
die ln den strijd van het leven zware
nederlagen hadden gekend, of zelfs ln
het geweld der stormen volkomen
schipbreuk leden-, zochten hier daar
van de verklaring, en een antwoord
op de vraag, waartoe hun karakter en
hun denken hen eigenlijk had voorbe
stemd.
Toch was het zoo, en wij staan hier
Te treuren, niet voor zijn plelzier.
Wat waa hij groot, wat was hij def
tig.
Altijd zoo kalm en nimmer heftig.
Hij hield niet vail lawaai te schop
pen,
En kon de menschen leelijk foppen.
Nu is het uit, het is gedaan,
En treurig zullen wij aJlen gaan,
En wenschen, onder hevig snikken,
Dat nu of nooit de man zal stikken,
Dien wij als Burgemeester kiezen.
Worde nooit zoo'n dood hem wegge
legd.
Bonjour, Heer Kraaikop I Ik heb ge
zegd I"
Aan die prachtige rede was het
zeker te danken, dat Zwartrok zoo
opeens als Burgemeester van Lawaai
dorp gekozen was, want al hield hij
zich altijd achteraf, zijne vrouw en
kinderen hadden meteeu praats voor
heni. Vooral zijn jongste zoontje
Gerrit was een echt ophakkertje. Om
dat hij midden in do slad geboren
was, hield hij zich, alsof hij alle an
dere kraaien te knap af was. Hij zou
nooit zeggen „Neen, mevrouw", of
„Ja, mijnheer", maar altijd „Non,
madame of „Yes, Sir I", dat be
hoorde, volgens Ixem, eene welopge
voede kraai te zeggen, en zijn moe
der, die zich heel deftig „Marna"
door de kinderen liet noemen, zeide
dat Gerxit groot gelijk had, en „non-
de" en „yeste", dat men er akelig
van werd.
Toen nu Jochem Zwartrok tot Bur
gemeester gokozen was, zeide me
vrouw Zwartrok des avonds aï
Jochem, nu je Burgemeester
bent, moet je bevelen, dat alle kraai
en voortaan „Non, madame 1" en
„Yes, Sir zeggen. Dat klinkt vx-ee-
selijk deftig, en iedereen zal dan zeg
gen, dat I.awaaidorp een zeer be
schaafd rijk is. Misschien zal dan de
een of andefe Burgemeester vaxx de
gekleede twee-teenige rechtoploopers,
ze bedoelde menschen -- het wel
in de courant laten zetten.
Zwijg, malle Trien I Dat is gek
kenpraat I De geheele gemeente zou
mij uitlachen, en het toch niet doen.
Dan verspeelde ik mijn gezag. Dus,
donk je wel, zot spook 1
Hiermede liep het tot groot ver
driet van Mevrouw Zwartrok af.
Mama, zeide den volgenden mor
gén .Gerrit, het is hier onder dat on
beschaafde zoodje niet om uit te hou
den. Ik ga de wereld in, en -weer
iterug naar de stad, waar ik geboren
ben I
Kind, lk wou, dat ik mee kon,
zeide Mama. Maar ik moet hier blij
ven om de eer van het huls op te
houden. Jij bent vrij Dus ga Bon
jour et bon voyage I (goeden dag en
goede reis).
Gerrit maakte eene buiging voo!
broeders en zusters, gaf Mama een
pik op den zwarten kop, dat moest
een zoen verbeelden, en vloog weg.
Wel al meer dan een uur had hij
gevlogen, toen hij, om wat uit te
risten, op het dak eener schuur
vloog. Juist reed da boer met zijn
Wagen en twee paarden er voor, het
erf af.
Ah, mon trés cher ami (zoo,
'teijn besté Vriend), kraste Gerrit,
iwaar ergens ligt la ville (de stad)
Petermuntenburg
De boer verstond niets van dat ge
kras, maar smeet een koolstronk, die
op den wagen lag, naar den kleinen
W indzak, en riep
Leelijke, zwarte schreeuwer,
maak, dat je wegkomt I
De boer scheen goed te kunnen
mikken, want de stronk kwam zóó
hard tegen zijn lijf aan, dat hij van
de pooten raakte, van het. dak rolde
en op den mestput terecht kwam.
Gerrit krabbelde op, cn tot zijn
groot verdriet zag hij, dat hij er nu
zoo heel burgemeesterachtig niet uit
zag.
Hij schudde zich wat droog, doch
toen hij alweer meer dan een uur
gevlogen had, kwam hij in ©en stad
je, waar duizenden kauwen woon
den. Hij streek er bij neer, doch toen
hij een der kauwen hoorde zeggen
„Warempeltjes, buur 1", zeide Gerrit
terstond
Fi done l '('oei toch I). Gij moet
zeggen Certanement, ma voisine 1
Wat zegt dat vuile, gehavende
gedrocht toch vroeg zij, die
„buui-" genoemd was.
Weet ik het antwoordde do
ander. lk versta dieax poespas
niet 1
Jaagt hem weg I Jaagt hem weg,
den sliknatten modderbaas 1 riepen
de anderen. Hij is te vuil om bij
ons op het dak te zitten I
- Weg, weg met den smeerpoets I
riepen alj allen, en of Gernt al
zei „Ik ben het Jongste zoontje van
Jochem Zwartrok, den Burgemeester
van Lawaaidorp I" het hielp hem
niet.
Wel honderd kauwen vielen op hem
aan en als hij niet gauw weggevlo
gen was, dan zouden zo hem dood-
ge pikt hebben.
Dom gedierte, bromde Gerrit,
toen hij weer ln veiligheid was.
Ik ben er eigenlijk blij om, dat ik
daar niet langer gebleven ben, want
al heel gauw zou ik even lomp en
onbeschaafd gewarden zijn, als zij
zijn. Wie met pek omgaat, raakt er
mede besmet
Ja, en wie met mest omgaat,
ook, sprak een bonte kraai, die
daar in zijn nabijheid zat. Neem
me niet kwalijk, vuilpoetsje, een roos
ben je niet I
Kan lk het helpen, dat dommo
boeren mij mot koolstronken smij
ten snauwde Gerrit.
-— O, ik weet het11c zat dichtbij
in een boom, esn ik hoorde je wel
Fransch parlesanten. Ik zelf verstond
je niet, en op mijne najaars- en voor-
jaarsroizen txeb ik Fransch, Duitsch,
Italiaansch, Grlelcsch en Arabisch ge
leerd.
En waarom spreek je dan ol die
talen niet Het klinkt zoo deftig I De
lui krijgen dan respect voor je
Dat heb je ondervonden met di6
koolstronk, die je op je baadje kreeg.
Fl done, baadje 1 Wat ben je
abominable (afschuwelijk) lomp 1
En jij met je twee of drie woox*-
den Fransch, wat ben je een ver
schrikkelijke windzak I
Er kwam ruzie, doch de bonte kraal
kréég hulp en erg geplukveerd ont
snapte Gerat den dans. Hij zag er
uit nis een vogelverschrikker.
Eindelijk, na meer da,n een inaand
omgedoold te hebben, kwam hij in
de stad zijner geboorte aan.
Op mijn reis heb ik veel gezien,
docht Gei-rit. Wat zullen ze met aan
dacht lulstei-en en met eerbied tegen
me opzien. Ik ben nu een kraai van
ondervinding en wie weet, of ze mij
niet op staanden voet tot Burgemees
ter uitroepen 1
Maar och, och, wat kwam dat heel
anders uit I
Daar is Gerxdt Zwartrok, riepen
de stadslcraaien. Hij is op den be
del. O, foei, wat ziet hij er gemeen
vb!
Bonjour, messieurs et mesda
mes I (goeden dag, heerexx en dames),
riep hij al uit de verte. Me voici
Comment vous portez vous (Hier
ben ik 1 Hoe vaart gij 'I)
De heele bende schoot ln een lui
den kraaienlach, en toon Gerrit zich
hierover geraakt toonde en hun do
les lezen wou, vielen ook deze kraai
en op hem aan en joegen hem de
stad uit, het veld in.
Weken aan weken zwierf hij rond
en met den dag werd hij haveloozer
'n de veeren.
Eindelijk kwam de winter aan en
nu moest hij hongerlijden.
Mistroostig zette hij zich op een
afgezaagden boomstam neer en ging
daar midden op den dag zitten sla
pen.
Daar kregen vier jongens hem in
het oog en die begonnen hem.zóo met
sneeuwballen te gooien, dat hij ont
waakte en wegvloog naar een hoog
dak.
Hier meende hij veilig te zijn, maar
hij kwam uit den regen in den drup.
In dat huis woonde een vogelaar, en
toen deze de kraai zag, dacht hij
Ik zal probeeren dat beest te
vangen en als mij dat gelukt, knip ik
hem den tongriem en leer hem pra
ten.
De man opende voorzichtig het ven
ster en wierp, zoo dichtbij, dat hij er
met de handen bij kon, een hand-vol
broodkruimels op de sneeuw.
De felle honger maakte Gerrit on
voorzichtig, en eer hij aan eenig ge
vaar dacht, had de vogelaar hem ge
grepen en was hij ln de kooi.
De vogelaar leerde hem nu zeggen s
„Onze kapitein heeft een neus als
een koekebak I"
Zoodra hij dit goed kon zeggen,
verkocht de vogelaar oem aan de
soldaten.
Om wat verzet te hebben, als ze op
wacht waren, hielden ze Gerrit ln
het wachthuis, doch om te maken,
dai hij niet wegvloog, kortwiekten zij
hem.
Heel erg was dit nu niet, want het
wachthuis was een groot vertrek, en
overal kon Gerrit vrij rondtrippelen,
en wat hem het meest aanstond, do
kost was bovenst-best.
Hij moest dat evenwel verdienen
inet praten, want eer hij wat kreeg,
moest hij zeggen „Onze kapitein
heeft een neus als oen koekebak I" en
weldra leerden zij hom er ook al bij
zeggen „Ja, zeker 1"
Wat hadden die soldaten dan een
pret l
Eindelijk hoorde de kapitein, dat
d* soldaten in de wacht eene kraai
hadden, die praatte, als hij wat brood
kreeg, maar wat hij praten kon,
hoorde hij niet.
Nieuwsgierig om te weten, of het
waar was, trad hij op zekeren dag
het wachthuis binnen, en juist hoorde
hij Gerrit zeggen
Onze kapitein heeft een neus als
oen koekebak
Wat zeg je daar, zwart gedles-
te riep de kapitein woedend.
Het is niet waar I
Ja, zeker Ja, zeker t antwoord-
df Gerrit.
De kapitein, dol van woede, greep
nu ecu koolachop en smeet dien naar
Gerxit-. Maar Gerrit had het gevaar
zien aankomen en wipte op een kast.
Van de kast wipte hij ln het kozijn
van het openstaande raam en van het
kozijn op het dak, al maar roepend
Ja, zeker I
Do kapitein vervolgde Gci-rit zoo
ver hij kon, exx toen deze eindelijk
buiten de stad was. dui'fde hij niet
meer terug.
Een kraai, die niet vliegen kan,
liepen de kinderen en joegen hem na.
Maar Gerrit was in net wachthuis
gezond en stei'k geworden, zoodat hij
den kinderen ontsnapte.
Daar kreeg een hond hem ln het
oog en die joeg hem nu na.
Ook aan den hond ontkwam Ger
rit, maar het kostte hem den heelen
staart en nog een viertal veeren uit
den goeden vleugel.
Ik ben voor het ongeluk gebo
ren I Oui, monsieur (ja, mijnheer,)
zuchtte Gerrit en sukkelde al verder
on verder het veld in.
Dat hij zichzelven zoo ongelukkig
gemaakt had, wilde hij niet beken
nen.
Met moeite sleepte hij zich den
winter door en kwam hij, mager als
een hout, op zekeren dag vroeg ln
het voorjaar, in oen welbekende
streek, namelijk Lawaaidorp. Hij
ging naar het doi*p toe en fxoorde,
dat zijn vader bevolen had, dat al
len „Non, madame I" en „Yes, Sir I"
moesten zeggen. Hierdoor was hij
als Burgemeester afgezet. En hij
mocht nooit meer in het Lawaaidorp
terug komen.
Toen Gerrit dit gehoord had, ging
hij stilletjes weg. naar zijne oudei-s.
Gerrit heeft nooit weer een reis ge
maakt.
(Brieven, bestemd voor de Redactie
der KLnder-afdeeling. moeten gezon
den worden aan Mej. M. C. van Doorn
Wagenweg 88, Haarlem).
HUBERTUS B. Ik bel erg blij, dat
Je rapport mooi was, hoor, en dat Je
ook overgegaan bent. Dat feest is ze
ker ook wel behoorlijk gevierdDe
moeilijke sommen zullen wel meeval
len. dat zullen we tenminste maar ho
pen I Hoeveel moet je er altijd maken?
Stuur Je gedichtjes maar in, ik vind
het toch leuk, om ze te lezen, ook al
komen ze niet voor een prijs in aan
merking, en wie weet of het niet mee
valtNatuurlijk vind ik het erg aar
dig, dat je met 't kleine nichtje bij me
komtik heb nu al zooveel van haar
gehoord, dat ik er geloof ik ai even
erg als jij naar verlang om kennis met
haar te maken! Dag Hubertus l
DIRK G. v. B. Je brief heb ik ge
kregen. Ik vind, dat je heel netjes
schrijven kan. In welke klas zit je nu
en weet je al. wat je later worden
wil Je bent nu alweer een dag of
vijf naar school en was je in de va-
cantie niet veel vergeten Ik ben al
nieuwsgierig naar je Inzending van
den anderen wedstrijd.
FRANS v. E. Je raadsels kan, Ui
heel goed gebnxlken. Waar h$al je <11^
toch allemaal vandaan? Doe mijn
groeten aan Jo.
CORRIE K. Nu het weer zoo slecht
is, gaat Manna zeker niet meer uit, la
't wel? Wat speel jo nu met haar?
Kon ze ol bouwen met blokken, oi
prentjes kijken? Of speel je verstop
pertje met haar? Wat jammer, dat 't
boek zoo geschonden is, hè 't Wafl
Juist zoo mooiJe raadsel zal lk bij'
gelegenheid plaatsen. Gretha's boek'
was ook ei-g dik, 't is geen wonder,
dat zij dat niet ln één week uit kon
lezen.
NICO T. Ik vind het prettig, dat Je
zoo'n plezierige vacantie gehad hebt.
En dat je nu overgegaan bent ook, is
heerlijk, hè 1 Wat zal die Hex-man dof-
tig nuar de gTOOte school stappen I
Gaan jullie xxu altijd samen Dan
mag je wel maken, dat Je nooit moet
school blijven I Of gebeurt dat toch
nooit? Doe mijn groeten aan Her
man 1
ANNIE on MARIE v. Z. Ik kan mo
best begrijpen, dat je het heerlijk
vindt, om nu Ln de hoogste klasse to
zitten, 't Is net, of de school zoo'n
laatste jaar ook veel prettiger 13,
dan eerst. En hoe bevalt de.Industrie
school? Je hebt zeker eon gezellige,
kleine klasse. Kende je ook andoro
meisjes, die er hoen gingen? Ik ben
niet op het LakenkoopersveJd geweest
maar ik heb al meer gehoord, dat het
er zoo aardig was. Ik vind het best,
als Je do raadsels eon volgenden keer
stuxxrt.
NANNE N. Je hebt Maandag zeker
erg veel plezier gehad, hè? Wat ge.
beurde er nu met al die vlaggen Cor
kwam zeker ook kijken! En ben je
nog naar het vuurwerk geweest
WILIIELMINA F. I. Zeker, kom jij
Woeixsdag tusschen 1 en 2 uur maar
een boek halen. Nu het weer zoo
slecht is, ga je weer eens graag zit
ten lezen, hè. Ik ben blij, dat je zoo
veel plozier hebt gehad op Koningin
nedag. Doe mijn groeten aan Jo I
ZUS D. Dank je wel voor je mooie
kaart, Zus I Ik begreep er uit, dat jo
het bock nog niet kende. Als je hot
uit hebt, moet jo me maar eens schrij
ven, hoe je het vindt l
RUURTJE AARTS. Nu had je No. 7
niet beantwoord, Ruurtj9 Had Jedio
vergeten 't Is dus weer negen I Je
twee nieuwe raadsels vind ik best en
zal lk bij gelegenheid zeker plaatsen.
Ik feliciteer jo vast met je verjaar
dag I Wat gaan jullie doen Maaudag?
Ik hoop, dat je eon heel prettigendag
zult hebben. En dat je in het volgen
de Jaar eens flink in de lengte op zult
schietenNeen, hoor, schoppen is
niet allesen heb je 't lix de maand
Mei met je bloote hoofd in den regen
ouk wel eens geprobeerd?
DORA v. S. Ik dacht wel, dat je dit
boek leuker vinden zou 1 Heb je het al
uit?
MARTINUS B. Tiet raadsel za! ik be
waren en plaatsen, als 't aan de
beurt is. Heb je een aardigen, nieu
wen meester geki-egen En wat was
er te zien in d© bioscope en waar
werd die vertoond
CATO B. Wel. wat een pachUge
.ezamcling heb j© I Hoe kom jo aan al
die vreemd© munten? Als ik er ooit
eens een krijg, zal ik aan je denken.
Wat heerlijk, dut Moeder tevreden
over je was, toen ze weer terug kwurn.
Ik denk, dat Moeder ook eens heerlijk
uitgerust is in Twello, is 't niot?
NELLY v. D. on DIRK B. Van har
te gefeliciteei-d, hoor 1 Wat prachtig,
dat d© courant juist op jullie ver
jaardag komt I Maak maar veel ple
zier
JOHAN C. B. Wel, hoe vind je. dat
het verhaaltje er uitziet, nu het ge
drukt is? Kan je nu begrijpen, dat hot
hetzelfde is 't Is nog lang geworden,
vind je niet
M. C. VAN DOORN.
Ook in New-York zal binnenkort
een dei-gelijk bureau worden opge
richt. onder leiding van den geleerden
prof. Robert T. Hill.
VINGF.RAFDRi KKEN ALS BEWUS-
EN LEGITIMATIEMIDDEL.
Professor Reisz doet ln de „Gezet
te de Lausanne" het voorstel, alle do
cumenten, die ter vaststelling van de
identiteit van een persoon dienen
door vingerafdrukken voor echt te be
stempelen, deze methode ls vooral
aan te bevelen bij passen en chèques.
In Egypte werd reeds lang de identi
teit der dienstboden door vingeraf
drukken vastgestelddeze afdrukken
kan menx ln dienstboden-registers vin
den. In Rumenië moeten alle stukken
van den burgerlijken stand van vin
gerafdrukken voorzien zijn.
De Argentljnsche republiek heeft be
paald, dat niet alleen de vingeraf
drukken van misdadiger» geregis
treerd moeten worden, maar ook die
dor politie-agenten. de rijtuigkoet-
sLers en kruiers. In Argentinië moe
ten hovend Ie®, nog de pas-, pand- em
leeningsbrieven van vingerafdrukken
voorzien zijn.
Analphabeten behoeven dus geen ge
tuigen meer mede te brengen, om zich
van de echtheid der traditioneele drie
kruisjes te vei-zekeren.
Het systeem heeft, zooaüe men ziet,
Ln den nieuwe ren tijd veel vooruit
gang gemaakt, overigens is liet echter
bijzonder oud. BertilLon, de schepper
van den authropometrischen die-net
bij de Parijsche politie, bezit ©en E«n-
gelsch boek uit het midden der 18e
eeuw, hetwelk de auteur met den af
druk van zijn rechter-wijsvlnger ge-
teekend hesft.
In Chiina kende men reeds in de 7e
eeuw den vingerafdruk als ondertee-
kening van civiele procesakten. „Deze
afdruk", schrijft Reisz, is het beste
visitekaartje, omdat er geen twee
menschen op de wereld bestaan, bij
wie de teekening der lijnen op de
vingerhuld dezelfde is."
EEN GEHEIMZINNIGE KLOK.
In het studeervertrek van den ko
ning van Zweden bevindt zicli een
klok, die de beroemde Noordpoolreizi
ger Nox-denskjöld koning Oscar in
dertijd ten geschenke gaf. De klok
geeft de beeltenis van een Moorenjon
gen, die een leeuw met zich voert;
een on ander is zeer kunstig in brons
bewerkt. Als de klok slaul. bewegen
de beAde figuren zich; Deskundigen
schatten den ouderdom van de klok
op vier- tot vijfhonderd Jaar en ver
moeden, dat ze te Augsbux-g vervaar
digd werd. Het werk, dat thans nog
op de minuut loopt, wekt een Ieders
bewondering. Nordenskjöld deelde
den koning omtrent dit kunstwerk't
volgende mede:
Toen hij zich op de terugreis van de
Noordpool bevond, kwam te Spitsber
gen een visscher aan boord, die hem
een particulier onderhoud verzocht
en daarin vertelde, dat hij met twee
kameraden een zware metalen kist
uit zee had opgevischt. Maanden
duurde het, ©er men het kunstige slot
geopend had. Eindelijk kwam de klok
te voorschijn, doch van dat oogenblik
af werd het dorp voortdurend door
rampen bezocht.
Nordenskjöld kocht d© klok eai gaf
ze den koning ten geschenke. Eerst
onlangs is geconstateerd, dat te ln
het eind der zestiend© eeuw te Augs
burg vervaardigd werd en van uit
een Hollandsche haven naar Archan
gel vervoerd zou worden. De boot leed
schipbreuk en het meesterstuk van
horlogdin akerskunst rustte vier
eeuwen lang op den bodem der zee.
DAMRUBRIEK.
Damclub „Haarlem".
Verantwoordelijke redacteuren H.
E. Lantinga, C. E. Vlsse, C. H. B.
Tolleuaar.
Oplossingen ln te zenden aan den
heer H. E. Lantinga, Barendsestraat
No. 41.
Probleem No. 67, ingezonden door
den heer H. C. v. Oort, Haarlem.
De oplossing is23 - 18, 29 - 24,
38 - 32, 26 - 21, 37 - 32, 48 - 43, 40 -35
35 1.
MEDEDEELINGEN.
Door den heer W. C. Faas, den ver
vaardiger van Probleem 63. voorko
mende ln den „Zaterdagavond" van
8 Augustus 1908, wordt de volgend©
mooie oorspronkelijke oplossing van
dajt Probleem gegeven
42 - 38, 36 - 31, 50 39, 45 84, 26 - 17
17 2.
CORRESPONDENTIE.
W. C. F. te O. Uw© opmerking ls
Juist. Door het ©enigszins vlug door
spelen van uw Probleem meenden we,
dat de opmerking, die de laatst© we
ken onder d© rubriek was geplaatst,
ook voor U gold. Daarvoor excuus.
Aam de losers van deze Damrubrtek
wordt bekend gemaakt, dat de Dam
club Haarlem voortaan goen stof meer
voor deze rubriek levert.
Gaarn© wordt dank betuigd aan do
redactie van „Haarlem's Dagblad"
voor de zoo langen tijd welwillend
verleende plaatsruimte.
De Commissie van de Damclub
Haarlem, belast met de sa
menstelling van de Damru-
briek.
PROBLEEM No. 1.
Opgedragen aan alle Damvriendon,
door W. J. A. M.
Zwart
1 9 8 4 ft
46
47 48
49
50
Wit
Zwart schijven op j 2, 6, 7. 9, 18, 15,
16, 18, 19. 26 en dam op 49.
Wit schijven op 11, 17, 24, 27, 28, 29,
82, 37, 39, 41, 45, en 46.
Oplossingen worden ingewacht vóór
17 dezer bij den beer J. Meyer, Kruis
straat 84.
L. S.
Door de Redactie aangezocht do
verzorging harer Damrubriek op ons
te nemen, voldoen wij daaraan
gaarne.
Daar deze aanvrage luttel dogen
geleden onverwacht tot ons kwam,
moeten wij op 't oogenblik er mede
volstaan, den damliefhebbers slechts
een probleem aan te bieden.
Het ligt nochtans In ons voorn©,
men deze rubriek meer uit te breiden
en zoo aantrekkelijk mogelijk te ma
ken, daarbij rekenende op den steun
van allen, die belang stellen in ons
edel spel.
Ook zullen nieuw© diagram mon
worden aangeschaft, waarop de stand
van de schijven duidelijker te onder
scheiden zal zijn.
En hiermede bevelen wij deze Ru
briek in de belangstelling van alle
dam vrienden aan.
Het Bestuur v/d. Haarlemsche
Damclub.
KATTEN EN DIPHTHERIE.
Er Ls al meermalen op g wezen, dat
katten diphtherie kunnen krijgen en
besmetting op menschen kunnen over
brengen. Dit gevaar la onlangs weer
gebleken in Engeland, w». r in de
buurt van Manchester een ki*tne epi
demie voorkwam, die Laar oorsprong
had gevonden ln een zieae kat. Van
den kant der geneeskundigen Ls toen
nadrukkelijk gewezen op het gevaar
en de noodzakelijkheid belegd, dai
katten, die hoesten en mag©*- word«\
onmiddellijk zweten *nrdeo afg»>