RUBRIEK VOOR ONZE JEUGD Ess™ aViV Q Raadseloplossingen Antwoorden der Strikvragen. Wedstrijdinzendingen. GERRIT Brievenbus Raadsels (Deze raadsels zijn alle ingezonden door jongens en melsjee, die „Voor Onze Jeugd" lezen. De namen detr kin- deren, die mij vóór Donderdagmor gen goede oplossingen zenden, wor den in het volgend nummer bekend gemaakt). 1. (Ingezonden door Nanne Nauta).. Mijn geheel is de naam van ©eai vlootvoogd en bestaat uit 27 lettere» 1 2 6 10 is een dier. 7 8 9 20 21 22 gebruikt de schilder. 4 12 13 10 7 26 1 is een stad in Ne derland. 16 12 8 19 Is een water in Noord- Holland. 25 17 18 27 25 15 is een fakkeL 1 23 5 15 is een dier. 4 5 6 7 is een lichaamsdeel. 1 12 11 15 is een graansoort. 2. (Ingezonden door Annie en Marle v. Zutphen). Zoek uit onderstaanden zin een be graven eiland in de Oost Ba I Lize, wat bon je flauw I 8. (Ingezonden door Lena Hedntzbecr- ger). Zet onder elkaar Een meisjesnaam. Iets, wat de naaisters gebruiken. Een rivier in Engeland. Een klein diertje. Een rivier in Dultschland. Een bloem. Een plaats In Noord-Holland. Een voegwoord. Een stad in Gelderland. De beginletters vormen den naam van een stad in België. 4. (Ingezonden door Henrl Coulinho.) Zoek hieruit èen begraven plaats i Het paard, den wagen met zand voor te spannen, was het werk van een oogenblik. 6. (Ingezonden door Bepple Meyer). Wie ia een ijzervreter? 6. (Ingezonden door Margaretha Kulj- per). Na arbeid mpet het leder laven, 't Brengt nieuwe kracht voor geest en lijf De luiaard mag het nimmer hebben, Het Ls zijn liefste tijdverdrijf. 7. (Ingezonden door Marie Kolk). Wie doet dagelijks ontdekkingen? 8. (Ingezonden door Betsy, Trijntje en Rika Frölicih). Mijn eerste en tweede is een meubel Mijn derde is ooit een meubel. Mijn' geheel ivordt door kinderen gebruikt? 9. (Ingezonden door Johan. L. Bos- man), Ik ben een familiebetrekking,. Met een b ben ik een plant Met een 1 ben ik niet vlug Met een r ben ik iets, dat heerlijk smaakt; Met een z ben ik een deel van een bosch, 10. (Ingezonden door Hubertus Bank). Van voren naar achter gelezen, ben ik nooit wit te wasschen; En omgekeerd maak Ik groote plas sen. De oplossingen der raadsels van de vorige week zijn i 1. Parijs Utrecht Tiber Tholen Engeland Rijn Sevastopol Hamburg Overijsel Ebro IConstantinopel PUTTERSHOEK.' 2. Een ei. 3. Bloemenveld. Mol Ben bom dol «den veel. 4. Matroos. 5. Inham. 6. Kaap aap. 7. Niets ,ze gaan hen stilletjes voorbij. 8. Kanarie. 9. Alfen. 10. Os. Goede oplossingen ontving ik deze week van Hendrik Versteeg 6. Annie en Marle v. Zutphen 7/ Nanne Nauta 10. W. F. Itjeshorst T< Ruurtje Aarts 9. D. G. van Buuren T. Jan en Roeland v. Vendeloo T- Frans en Jo van Egmocd 10» Nico Twisterllng 4. Dora van Steen 4. Grietje Kwant©» 9., M. Bonke 9. Cato Bonke 9,. 1. De wind, hij drijft de zee voort, 2- De spiegel. 3. Vergeet-mij-niet. 4. De nacht-. 5. Een indruk. 6. De barbier. 7. Ben luistervink'. 8. De tijd. 9. Een vingerhoed. 10. Omdat een musch geen paard op eten kan. Goede antwoorden op de strikvra gen ontving ik deze week van i Hendrik Versteeg 7. Nonne Nauta 7. Jan en Roeland v. Vendeloo 5. Frans en Jo van Eganond 6. Dora van Steen 7. Cato Bonke 9. W«edstrijdinzendlngen ontving lk de ze week van Jacob Pieter van den Berg. A goes van den Berg. Jan Willem van Vendeloo. Sieger Bonke. Adria'an Aalders. Tonny Aalders. of HET JONGSTE ZOONTJE VAN DEN EDELACIITBAREN HEER JO CHEM ZWARTROK, BUR-, GEMEESTER VAN HET WELVARENDE LA- WAAIDORP, door Joh a n C. Bosma n. Overal in het heele dorp heerschte een buitengewone drukte. De oude burgemeester was dood 1 Hij, was ge stikt in oen kikvorsch, die hij zijn geheel had willen inslikken. Arme burgemeester 1 Intusschèn kwam de geheele ge meente, Avaarin niet alleen alle man nen, maar ook alle vrouwen stem recht hadden, na den gestikten bur gemeester onder eeax hoop dorre bla deren begraven te hebben,, op een open plek in het bosch bij elkander, om èen hieuwen burgemeester te kie zen. Na heel wat lawaai gemaakt te hebben, stelde Joris RaatkrttaV zeer deftige kraai, voor, om tot de' verkiezing over te gaan. Iedereen verwachtte tal van stemmingen, eer men klaar zou zijn, want er waren heel wat liefhebbers voor dit mooie baantje. Tot verbazing van allen ech ter werd reeds bij de eerste stemming gekozen' Jochem Zwartrok, die nog niet zoo heel lang geleden met vrouw en kinderen zich op het Lawaai dorp gevestigd had. Jochem Zwartrok was een bijzon der groote kraai en geleek eigenlijk meer op een raaf. Altijd had hij zich zeer achteraf gehouden en zich nooit op den voorgrond gesteld. Slechts weinigen haddén zijn stem. gehoox-d, doch nu, bij de begrafenis van MI- chiel Kraaikop, had hij een plechtige rede op rijm géhouden. De deftige, groote Zwartrok was dus een dich ter. Toen gillen van de begraafplaats wilden wegvliegen, was hij tot bij den hoop dorre bladeren getreden en had gezegd „Hier rust, niet onder hard gesteente, Maar onder blftren, t laatst gebeente Van Kraaikop, die zijn heele léven Tot heil der Kraaien heeft gegeven. Zijn dood deed allen hevig schrikken, Want niemand dachtt dat hii zou 'Aken. stikki elk afzonderlijk geval zal worden on derzocht, door een reeks van eenvou dige proeven of de nelgingen van eetn individu overeenstemmen met zijn ta lenten, om zoodoende verkeerdelijk opkiemende liefhebberijen in hun eer sten groei te stuiten. Reeds hebben een geheele reeks van de meest bekende psychologen hunne medewerking toegezegd. De candidaat wordt in het bureau een week lang in observatie gehoudenin dien tijd wordt hij aan verschillende psycho logische oefeningen onderworpen, en do wijze, waarop hij op vragen ant woordt, de vorm, waarin hij zijn ge- dachtengang: uitdrukt en ideeën met elkaar in verband brengt, doen ge wichtige gegevens omtrent zijne kun digheden aan de hand en ook voor 't tegenovergestelde geval. Na afloop van don onderzoekingstijd wordt den candidaat een attest ter hand gesteld, waarin het resultaat der proeven zoo beknopt mogelijk wordt vermeld, met opgave van het aantal en de soort der voor hem geschikte en ln aanmerking komende beroepen. Ln de weinige weken, die het bu reau in Boston reeds achter den rug heeft, zijn al meer dan 80 attesten aan volwassenen uitgereikt. Want het ls Interessant te zien, hoe hot getal dar volwassenen,, dié zich aan het on derzoek onderwerpen, verre dat der kinderen overtreft. Massa's menschen, die ln den strijd van het leven zware nederlagen hadden gekend, of zelfs ln het geweld der stormen volkomen schipbreuk leden-, zochten hier daar van de verklaring, en een antwoord op de vraag, waartoe hun karakter en hun denken hen eigenlijk had voorbe stemd. Toch was het zoo, en wij staan hier Te treuren, niet voor zijn plelzier. Wat waa hij groot, wat was hij def tig. Altijd zoo kalm en nimmer heftig. Hij hield niet vail lawaai te schop pen, En kon de menschen leelijk foppen. Nu is het uit, het is gedaan, En treurig zullen wij aJlen gaan, En wenschen, onder hevig snikken, Dat nu of nooit de man zal stikken, Dien wij als Burgemeester kiezen. Worde nooit zoo'n dood hem wegge legd. Bonjour, Heer Kraaikop I Ik heb ge zegd I" Aan die prachtige rede was het zeker te danken, dat Zwartrok zoo opeens als Burgemeester van Lawaai dorp gekozen was, want al hield hij zich altijd achteraf, zijne vrouw en kinderen hadden meteeu praats voor heni. Vooral zijn jongste zoontje Gerrit was een echt ophakkertje. Om dat hij midden in do slad geboren was, hield hij zich, alsof hij alle an dere kraaien te knap af was. Hij zou nooit zeggen „Neen, mevrouw", of „Ja, mijnheer", maar altijd „Non, madame of „Yes, Sir I", dat be hoorde, volgens Ixem, eene welopge voede kraai te zeggen, en zijn moe der, die zich heel deftig „Marna" door de kinderen liet noemen, zeide dat Gerxit groot gelijk had, en „non- de" en „yeste", dat men er akelig van werd. Toen nu Jochem Zwartrok tot Bur gemeester gokozen was, zeide me vrouw Zwartrok des avonds aï Jochem, nu je Burgemeester bent, moet je bevelen, dat alle kraai en voortaan „Non, madame 1" en „Yes, Sir zeggen. Dat klinkt vx-ee- selijk deftig, en iedereen zal dan zeg gen, dat I.awaaidorp een zeer be schaafd rijk is. Misschien zal dan de een of andefe Burgemeester vaxx de gekleede twee-teenige rechtoploopers, ze bedoelde menschen -- het wel in de courant laten zetten. Zwijg, malle Trien I Dat is gek kenpraat I De geheele gemeente zou mij uitlachen, en het toch niet doen. Dan verspeelde ik mijn gezag. Dus, donk je wel, zot spook 1 Hiermede liep het tot groot ver driet van Mevrouw Zwartrok af. Mama, zeide den volgenden mor gén .Gerrit, het is hier onder dat on beschaafde zoodje niet om uit te hou den. Ik ga de wereld in, en -weer iterug naar de stad, waar ik geboren ben I Kind, lk wou, dat ik mee kon, zeide Mama. Maar ik moet hier blij ven om de eer van het huls op te houden. Jij bent vrij Dus ga Bon jour et bon voyage I (goeden dag en goede reis). Gerrit maakte eene buiging voo! broeders en zusters, gaf Mama een pik op den zwarten kop, dat moest een zoen verbeelden, en vloog weg. Wel al meer dan een uur had hij gevlogen, toen hij, om wat uit te risten, op het dak eener schuur vloog. Juist reed da boer met zijn Wagen en twee paarden er voor, het erf af. Ah, mon trés cher ami (zoo, 'teijn besté Vriend), kraste Gerrit, iwaar ergens ligt la ville (de stad) Petermuntenburg De boer verstond niets van dat ge kras, maar smeet een koolstronk, die op den wagen lag, naar den kleinen W indzak, en riep Leelijke, zwarte schreeuwer, maak, dat je wegkomt I De boer scheen goed te kunnen mikken, want de stronk kwam zóó hard tegen zijn lijf aan, dat hij van de pooten raakte, van het. dak rolde en op den mestput terecht kwam. Gerrit krabbelde op, cn tot zijn groot verdriet zag hij, dat hij er nu zoo heel burgemeesterachtig niet uit zag. Hij schudde zich wat droog, doch toen hij alweer meer dan een uur gevlogen had, kwam hij in ©en stad je, waar duizenden kauwen woon den. Hij streek er bij neer, doch toen hij een der kauwen hoorde zeggen „Warempeltjes, buur 1", zeide Gerrit terstond Fi done l '('oei toch I). Gij moet zeggen Certanement, ma voisine 1 Wat zegt dat vuile, gehavende gedrocht toch vroeg zij, die „buui-" genoemd was. Weet ik het antwoordde do ander. lk versta dieax poespas niet 1 Jaagt hem weg I Jaagt hem weg, den sliknatten modderbaas 1 riepen de anderen. Hij is te vuil om bij ons op het dak te zitten I - Weg, weg met den smeerpoets I riepen alj allen, en of Gernt al zei „Ik ben het Jongste zoontje van Jochem Zwartrok, den Burgemeester van Lawaaidorp I" het hielp hem niet. Wel honderd kauwen vielen op hem aan en als hij niet gauw weggevlo gen was, dan zouden zo hem dood- ge pikt hebben. Dom gedierte, bromde Gerrit, toen hij weer ln veiligheid was. Ik ben er eigenlijk blij om, dat ik daar niet langer gebleven ben, want al heel gauw zou ik even lomp en onbeschaafd gewarden zijn, als zij zijn. Wie met pek omgaat, raakt er mede besmet Ja, en wie met mest omgaat, ook, sprak een bonte kraai, die daar in zijn nabijheid zat. Neem me niet kwalijk, vuilpoetsje, een roos ben je niet I Kan lk het helpen, dat dommo boeren mij mot koolstronken smij ten snauwde Gerrit. -— O, ik weet het11c zat dichtbij in een boom, esn ik hoorde je wel Fransch parlesanten. Ik zelf verstond je niet, en op mijne najaars- en voor- jaarsroizen txeb ik Fransch, Duitsch, Italiaansch, Grlelcsch en Arabisch ge leerd. En waarom spreek je dan ol die talen niet Het klinkt zoo deftig I De lui krijgen dan respect voor je Dat heb je ondervonden met di6 koolstronk, die je op je baadje kreeg. Fl done, baadje 1 Wat ben je abominable (afschuwelijk) lomp 1 En jij met je twee of drie woox*- den Fransch, wat ben je een ver schrikkelijke windzak I Er kwam ruzie, doch de bonte kraal kréég hulp en erg geplukveerd ont snapte Gerat den dans. Hij zag er uit nis een vogelverschrikker. Eindelijk, na meer da,n een inaand omgedoold te hebben, kwam hij in de stad zijner geboorte aan. Op mijn reis heb ik veel gezien, docht Gei-rit. Wat zullen ze met aan dacht lulstei-en en met eerbied tegen me opzien. Ik ben nu een kraai van ondervinding en wie weet, of ze mij niet op staanden voet tot Burgemees ter uitroepen 1 Maar och, och, wat kwam dat heel anders uit I Daar is Gerxdt Zwartrok, riepen de stadslcraaien. Hij is op den be del. O, foei, wat ziet hij er gemeen vb! Bonjour, messieurs et mesda mes I (goeden dag, heerexx en dames), riep hij al uit de verte. Me voici Comment vous portez vous (Hier ben ik 1 Hoe vaart gij 'I) De heele bende schoot ln een lui den kraaienlach, en toon Gerrit zich hierover geraakt toonde en hun do les lezen wou, vielen ook deze kraai en op hem aan en joegen hem de stad uit, het veld in. Weken aan weken zwierf hij rond en met den dag werd hij haveloozer 'n de veeren. Eindelijk kwam de winter aan en nu moest hij hongerlijden. Mistroostig zette hij zich op een afgezaagden boomstam neer en ging daar midden op den dag zitten sla pen. Daar kregen vier jongens hem in het oog en die begonnen hem.zóo met sneeuwballen te gooien, dat hij ont waakte en wegvloog naar een hoog dak. Hier meende hij veilig te zijn, maar hij kwam uit den regen in den drup. In dat huis woonde een vogelaar, en toen deze de kraai zag, dacht hij Ik zal probeeren dat beest te vangen en als mij dat gelukt, knip ik hem den tongriem en leer hem pra ten. De man opende voorzichtig het ven ster en wierp, zoo dichtbij, dat hij er met de handen bij kon, een hand-vol broodkruimels op de sneeuw. De felle honger maakte Gerrit on voorzichtig, en eer hij aan eenig ge vaar dacht, had de vogelaar hem ge grepen en was hij ln de kooi. De vogelaar leerde hem nu zeggen s „Onze kapitein heeft een neus als een koekebak I" Zoodra hij dit goed kon zeggen, verkocht de vogelaar oem aan de soldaten. Om wat verzet te hebben, als ze op wacht waren, hielden ze Gerrit ln het wachthuis, doch om te maken, dai hij niet wegvloog, kortwiekten zij hem. Heel erg was dit nu niet, want het wachthuis was een groot vertrek, en overal kon Gerrit vrij rondtrippelen, en wat hem het meest aanstond, do kost was bovenst-best. Hij moest dat evenwel verdienen inet praten, want eer hij wat kreeg, moest hij zeggen „Onze kapitein heeft een neus als oen koekebak I" en weldra leerden zij hom er ook al bij zeggen „Ja, zeker 1" Wat hadden die soldaten dan een pret l Eindelijk hoorde de kapitein, dat d* soldaten in de wacht eene kraai hadden, die praatte, als hij wat brood kreeg, maar wat hij praten kon, hoorde hij niet. Nieuwsgierig om te weten, of het waar was, trad hij op zekeren dag het wachthuis binnen, en juist hoorde hij Gerrit zeggen Onze kapitein heeft een neus als oen koekebak Wat zeg je daar, zwart gedles- te riep de kapitein woedend. Het is niet waar I Ja, zeker Ja, zeker t antwoord- df Gerrit. De kapitein, dol van woede, greep nu ecu koolachop en smeet dien naar Gerxit-. Maar Gerrit had het gevaar zien aankomen en wipte op een kast. Van de kast wipte hij ln het kozijn van het openstaande raam en van het kozijn op het dak, al maar roepend Ja, zeker I Do kapitein vervolgde Gci-rit zoo ver hij kon, exx toen deze eindelijk buiten de stad was. dui'fde hij niet meer terug. Een kraai, die niet vliegen kan, liepen de kinderen en joegen hem na. Maar Gerrit was in net wachthuis gezond en stei'k geworden, zoodat hij den kinderen ontsnapte. Daar kreeg een hond hem ln het oog en die joeg hem nu na. Ook aan den hond ontkwam Ger rit, maar het kostte hem den heelen staart en nog een viertal veeren uit den goeden vleugel. Ik ben voor het ongeluk gebo ren I Oui, monsieur (ja, mijnheer,) zuchtte Gerrit en sukkelde al verder on verder het veld in. Dat hij zichzelven zoo ongelukkig gemaakt had, wilde hij niet beken nen. Met moeite sleepte hij zich den winter door en kwam hij, mager als een hout, op zekeren dag vroeg ln het voorjaar, in oen welbekende streek, namelijk Lawaaidorp. Hij ging naar het doi*p toe en fxoorde, dat zijn vader bevolen had, dat al len „Non, madame I" en „Yes, Sir I" moesten zeggen. Hierdoor was hij als Burgemeester afgezet. En hij mocht nooit meer in het Lawaaidorp terug komen. Toen Gerrit dit gehoord had, ging hij stilletjes weg. naar zijne oudei-s. Gerrit heeft nooit weer een reis ge maakt. (Brieven, bestemd voor de Redactie der KLnder-afdeeling. moeten gezon den worden aan Mej. M. C. van Doorn Wagenweg 88, Haarlem). HUBERTUS B. Ik bel erg blij, dat Je rapport mooi was, hoor, en dat Je ook overgegaan bent. Dat feest is ze ker ook wel behoorlijk gevierdDe moeilijke sommen zullen wel meeval len. dat zullen we tenminste maar ho pen I Hoeveel moet je er altijd maken? Stuur Je gedichtjes maar in, ik vind het toch leuk, om ze te lezen, ook al komen ze niet voor een prijs in aan merking, en wie weet of het niet mee valtNatuurlijk vind ik het erg aar dig, dat je met 't kleine nichtje bij me komtik heb nu al zooveel van haar gehoord, dat ik er geloof ik ai even erg als jij naar verlang om kennis met haar te maken! Dag Hubertus l DIRK G. v. B. Je brief heb ik ge kregen. Ik vind, dat je heel netjes schrijven kan. In welke klas zit je nu en weet je al. wat je later worden wil Je bent nu alweer een dag of vijf naar school en was je in de va- cantie niet veel vergeten Ik ben al nieuwsgierig naar je Inzending van den anderen wedstrijd. FRANS v. E. Je raadsels kan, Ui heel goed gebnxlken. Waar h$al je <11^ toch allemaal vandaan? Doe mijn groeten aan Jo. CORRIE K. Nu het weer zoo slecht is, gaat Manna zeker niet meer uit, la 't wel? Wat speel jo nu met haar? Kon ze ol bouwen met blokken, oi prentjes kijken? Of speel je verstop pertje met haar? Wat jammer, dat 't boek zoo geschonden is, hè 't Wafl Juist zoo mooiJe raadsel zal lk bij' gelegenheid plaatsen. Gretha's boek' was ook ei-g dik, 't is geen wonder, dat zij dat niet ln één week uit kon lezen. NICO T. Ik vind het prettig, dat Je zoo'n plezierige vacantie gehad hebt. En dat je nu overgegaan bent ook, is heerlijk, hè 1 Wat zal die Hex-man dof- tig nuar de gTOOte school stappen I Gaan jullie xxu altijd samen Dan mag je wel maken, dat Je nooit moet school blijven I Of gebeurt dat toch nooit? Doe mijn groeten aan Her man 1 ANNIE on MARIE v. Z. Ik kan mo best begrijpen, dat je het heerlijk vindt, om nu Ln de hoogste klasse to zitten, 't Is net, of de school zoo'n laatste jaar ook veel prettiger 13, dan eerst. En hoe bevalt de.Industrie school? Je hebt zeker eon gezellige, kleine klasse. Kende je ook andoro meisjes, die er hoen gingen? Ik ben niet op het LakenkoopersveJd geweest maar ik heb al meer gehoord, dat het er zoo aardig was. Ik vind het best, als Je do raadsels eon volgenden keer stuxxrt. NANNE N. Je hebt Maandag zeker erg veel plezier gehad, hè? Wat ge. beurde er nu met al die vlaggen Cor kwam zeker ook kijken! En ben je nog naar het vuurwerk geweest WILIIELMINA F. I. Zeker, kom jij Woeixsdag tusschen 1 en 2 uur maar een boek halen. Nu het weer zoo slecht is, ga je weer eens graag zit ten lezen, hè. Ik ben blij, dat je zoo veel plozier hebt gehad op Koningin nedag. Doe mijn groeten aan Jo I ZUS D. Dank je wel voor je mooie kaart, Zus I Ik begreep er uit, dat jo het bock nog niet kende. Als je hot uit hebt, moet jo me maar eens schrij ven, hoe je het vindt l RUURTJE AARTS. Nu had je No. 7 niet beantwoord, Ruurtj9 Had Jedio vergeten 't Is dus weer negen I Je twee nieuwe raadsels vind ik best en zal lk bij gelegenheid zeker plaatsen. Ik feliciteer jo vast met je verjaar dag I Wat gaan jullie doen Maaudag? Ik hoop, dat je eon heel prettigendag zult hebben. En dat je in het volgen de Jaar eens flink in de lengte op zult schietenNeen, hoor, schoppen is niet allesen heb je 't lix de maand Mei met je bloote hoofd in den regen ouk wel eens geprobeerd? DORA v. S. Ik dacht wel, dat je dit boek leuker vinden zou 1 Heb je het al uit? MARTINUS B. Tiet raadsel za! ik be waren en plaatsen, als 't aan de beurt is. Heb je een aardigen, nieu wen meester geki-egen En wat was er te zien in d© bioscope en waar werd die vertoond CATO B. Wel. wat een pachUge .ezamcling heb j© I Hoe kom jo aan al die vreemd© munten? Als ik er ooit eens een krijg, zal ik aan je denken. Wat heerlijk, dut Moeder tevreden over je was, toen ze weer terug kwurn. Ik denk, dat Moeder ook eens heerlijk uitgerust is in Twello, is 't niot? NELLY v. D. on DIRK B. Van har te gefeliciteei-d, hoor 1 Wat prachtig, dat d© courant juist op jullie ver jaardag komt I Maak maar veel ple zier JOHAN C. B. Wel, hoe vind je. dat het verhaaltje er uitziet, nu het ge drukt is? Kan je nu begrijpen, dat hot hetzelfde is 't Is nog lang geworden, vind je niet M. C. VAN DOORN. Ook in New-York zal binnenkort een dei-gelijk bureau worden opge richt. onder leiding van den geleerden prof. Robert T. Hill. VINGF.RAFDRi KKEN ALS BEWUS- EN LEGITIMATIEMIDDEL. Professor Reisz doet ln de „Gezet te de Lausanne" het voorstel, alle do cumenten, die ter vaststelling van de identiteit van een persoon dienen door vingerafdrukken voor echt te be stempelen, deze methode ls vooral aan te bevelen bij passen en chèques. In Egypte werd reeds lang de identi teit der dienstboden door vingeraf drukken vastgestelddeze afdrukken kan menx ln dienstboden-registers vin den. In Rumenië moeten alle stukken van den burgerlijken stand van vin gerafdrukken voorzien zijn. De Argentljnsche republiek heeft be paald, dat niet alleen de vingeraf drukken van misdadiger» geregis treerd moeten worden, maar ook die dor politie-agenten. de rijtuigkoet- sLers en kruiers. In Argentinië moe ten hovend Ie®, nog de pas-, pand- em leeningsbrieven van vingerafdrukken voorzien zijn. Analphabeten behoeven dus geen ge tuigen meer mede te brengen, om zich van de echtheid der traditioneele drie kruisjes te vei-zekeren. Het systeem heeft, zooaüe men ziet, Ln den nieuwe ren tijd veel vooruit gang gemaakt, overigens is liet echter bijzonder oud. BertilLon, de schepper van den authropometrischen die-net bij de Parijsche politie, bezit ©en E«n- gelsch boek uit het midden der 18e eeuw, hetwelk de auteur met den af druk van zijn rechter-wijsvlnger ge- teekend hesft. In Chiina kende men reeds in de 7e eeuw den vingerafdruk als ondertee- kening van civiele procesakten. „Deze afdruk", schrijft Reisz, is het beste visitekaartje, omdat er geen twee menschen op de wereld bestaan, bij wie de teekening der lijnen op de vingerhuld dezelfde is." EEN GEHEIMZINNIGE KLOK. In het studeervertrek van den ko ning van Zweden bevindt zicli een klok, die de beroemde Noordpoolreizi ger Nox-denskjöld koning Oscar in dertijd ten geschenke gaf. De klok geeft de beeltenis van een Moorenjon gen, die een leeuw met zich voert; een on ander is zeer kunstig in brons bewerkt. Als de klok slaul. bewegen de beAde figuren zich; Deskundigen schatten den ouderdom van de klok op vier- tot vijfhonderd Jaar en ver moeden, dat ze te Augsbux-g vervaar digd werd. Het werk, dat thans nog op de minuut loopt, wekt een Ieders bewondering. Nordenskjöld deelde den koning omtrent dit kunstwerk't volgende mede: Toen hij zich op de terugreis van de Noordpool bevond, kwam te Spitsber gen een visscher aan boord, die hem een particulier onderhoud verzocht en daarin vertelde, dat hij met twee kameraden een zware metalen kist uit zee had opgevischt. Maanden duurde het, ©er men het kunstige slot geopend had. Eindelijk kwam de klok te voorschijn, doch van dat oogenblik af werd het dorp voortdurend door rampen bezocht. Nordenskjöld kocht d© klok eai gaf ze den koning ten geschenke. Eerst onlangs is geconstateerd, dat te ln het eind der zestiend© eeuw te Augs burg vervaardigd werd en van uit een Hollandsche haven naar Archan gel vervoerd zou worden. De boot leed schipbreuk en het meesterstuk van horlogdin akerskunst rustte vier eeuwen lang op den bodem der zee. DAMRUBRIEK. Damclub „Haarlem". Verantwoordelijke redacteuren H. E. Lantinga, C. E. Vlsse, C. H. B. Tolleuaar. Oplossingen ln te zenden aan den heer H. E. Lantinga, Barendsestraat No. 41. Probleem No. 67, ingezonden door den heer H. C. v. Oort, Haarlem. De oplossing is23 - 18, 29 - 24, 38 - 32, 26 - 21, 37 - 32, 48 - 43, 40 -35 35 1. MEDEDEELINGEN. Door den heer W. C. Faas, den ver vaardiger van Probleem 63. voorko mende ln den „Zaterdagavond" van 8 Augustus 1908, wordt de volgend© mooie oorspronkelijke oplossing van dajt Probleem gegeven 42 - 38, 36 - 31, 50 39, 45 84, 26 - 17 17 2. CORRESPONDENTIE. W. C. F. te O. Uw© opmerking ls Juist. Door het ©enigszins vlug door spelen van uw Probleem meenden we, dat de opmerking, die de laatst© we ken onder d© rubriek was geplaatst, ook voor U gold. Daarvoor excuus. Aam de losers van deze Damrubrtek wordt bekend gemaakt, dat de Dam club Haarlem voortaan goen stof meer voor deze rubriek levert. Gaarn© wordt dank betuigd aan do redactie van „Haarlem's Dagblad" voor de zoo langen tijd welwillend verleende plaatsruimte. De Commissie van de Damclub Haarlem, belast met de sa menstelling van de Damru- briek. PROBLEEM No. 1. Opgedragen aan alle Damvriendon, door W. J. A. M. Zwart 1 9 8 4 ft 46 47 48 49 50 Wit Zwart schijven op j 2, 6, 7. 9, 18, 15, 16, 18, 19. 26 en dam op 49. Wit schijven op 11, 17, 24, 27, 28, 29, 82, 37, 39, 41, 45, en 46. Oplossingen worden ingewacht vóór 17 dezer bij den beer J. Meyer, Kruis straat 84. L. S. Door de Redactie aangezocht do verzorging harer Damrubriek op ons te nemen, voldoen wij daaraan gaarne. Daar deze aanvrage luttel dogen geleden onverwacht tot ons kwam, moeten wij op 't oogenblik er mede volstaan, den damliefhebbers slechts een probleem aan te bieden. Het ligt nochtans In ons voorn©, men deze rubriek meer uit te breiden en zoo aantrekkelijk mogelijk te ma ken, daarbij rekenende op den steun van allen, die belang stellen in ons edel spel. Ook zullen nieuw© diagram mon worden aangeschaft, waarop de stand van de schijven duidelijker te onder scheiden zal zijn. En hiermede bevelen wij deze Ru briek in de belangstelling van alle dam vrienden aan. Het Bestuur v/d. Haarlemsche Damclub. KATTEN EN DIPHTHERIE. Er Ls al meermalen op g wezen, dat katten diphtherie kunnen krijgen en besmetting op menschen kunnen over brengen. Dit gevaar la onlangs weer gebleken in Engeland, w». r in de buurt van Manchester een ki*tne epi demie voorkwam, die Laar oorsprong had gevonden ln een zieae kat. Van den kant der geneeskundigen Ls toen nadrukkelijk gewezen op het gevaar en de noodzakelijkheid belegd, dai katten, die hoesten en mag©*- word«\ onmiddellijk zweten *nrdeo afg»>

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1908 | | pagina 13