BIJBLAD VAN HAARLEM'S DAGBLAD ffS.20 PER 3 IAANDEN fflF 10 GEUT PES WIEK, Rubriek voor Vrouwen ilet Rijke Natuurleven «nS^rkmet^ 26a Jaargang. ZATERDAG 12 SEPTEMBER 1908. No. T73Ö. DE ZATERDAGAVOND HMRLËWPS DAGBLAD KOST ADMiAOSTRATIE GROOTE HOUTSTRAAT 55. DRUKKERIJ ZUIDER BUITENSPAARNE 6. IN HAARLEM'S DAGBLAD ZUS* ADVERTENTIÊN DOELTREFFEND, ONZE ANNONCES WORDEN OPGEMERKT. Nieuwe najaarsmodes te Berlijn. Uui zich -deugdelijk op de hoogte te stellen - d 1 de raamtelmode, moet men aaeodzak.ujk to Berlijn zijn. Parijs toch, kaai wrt productie op dit ge bied betreft niet In de schaduw staan van hetgeen de Duitsohe hoofd stad levert. De Berüjnsche mantelfa brikant zet niet alleen groote massa's om, maar hij werkt met goedkoopere arbeidskrachten, zoodat hij elite con currentie het hoofd biedt. Het is juist '.oor de massa-fabricage, dat wij rn staat gesteld worden, tegen billij ke prijzen naar de mode gekleed te gaan. De nieuwe modellen voor het aan staand seizoen zijn geheel afwijkend van die, welke wij verleden jaar za gen dragen, zoodat zelfs vermaken onmogelijk is. De moderne mantel heeft een nau we, lange mouw en is daarbij zeer langd. w. z. dat hij ternauwernood tien centimeter van den japonrok zichtbaar laat. Ik behoef wel niet te zeggen, dat geen enkele mantel van het vorige jaar aan deze eischen vol doet 1 Mochten er echter onder mijne geachte lezeressen dames zijn, die in haar garde-robe nog een mantel be zitten van tien jaar terug, welke niet door mot of anderszins bescha digd ward zoo kunnen zij deze ge rust te voorschijn halen en hem met eeue kleine wijziging opnieuw benut ten 1 Het is een merkwaardig ouder- wetsche indruk, welken de nieuwe modellen op ons maken, mot hun nau we k pmouwtjes, lang aangezette schootdeelen en „last not least" stonnkragen 1 De geiiofkoosde storm- of Stuart- ki-aag verschijnt inderdaad wederom op liet tapijt en hij is ons voor liet komende seizoen zéér welkom, alhoe wel hij nog niet zooals voorheen tot aan de ooran reikt. De revers wor den gaandeweg grooter en breeder. Uit de lange mantels bi ij kt ons in leder geval, dat de mode trots haar willekeur, toch practisch to werk gaat want wie onzer zal deze warme man tels niet apprecieeren, nu de nauwe, japonrok liet aantal onderrokken tot een minimum beperkt, De 1 ansre mantels worden iin hoofd zaak van fijn, soepel laken of cheviot vervaardigd en uitgevoord met flanel, wollen pluche of een goedkoop© peds- soort. De verkorte taille wordt ook bij de nieuwe modellen nog steeds gelan ceerd, hetgeen iiiet wegneemt, dat wij dengenen die hare toiletten langer dan één seizoen dragen aanraden ,haar niet in toepassing te brengen, doch liever de natuurlijke taille-lijii 'te volgen, omdat het met do verkort© taille gaat als met de korte Japan- »cho mouwen,'h.1. ze zijn niet te ver anderen. Tot hiertoe de beschrijving van de nieuwste modellen. Laat ik thans even doen opmerken, dat er tevens een massa verschillende fantasie-mantels gebracht worden, waaronder paletots-sa.c, die gemid deld 80 tot '100 c.M. lang zijn. Overbo dig lijkt het mij, hieraan nog toe te voegen, dat het klassieke tailleur- costuum zich ook in don aanstaanden herfst en winter zal handhaven. Behalve de laken en cheviot man tels zal er zeer véél fluweel en pluche gedragen worden, waaronder vooral het séal-pluche en velours du nord een voorname rol zullen spelen. Als garneering zal men wederom souta che en zijden tres bezigen, ook knoo pen zullen ter versiering dienen. Deze zijn echter zóó aangebracht, dal, ze schijnbaar dienst dóen; bijv. langs naden, raaiden, ingezette vesten, enz. Voor laken costnums bezigt man veel al knoopen met dezelfde stof overtroK. ken; voor aparte mantels passement knoopen. De geliefde bolero heeft eene groote verandering ondergaan. Ze wordt nog slechte gedragen mot lange, aan gezette sell o o td eel an en een ingezet- ten, staanden kraag, terwijl men den Weenernaad in toepassing brengt en d cm zelve garneert met passement-mo tieven en knoopen, waarvaji één pan weerszijden van de buste en de twee de even onder de taille. Trots de staande kragen zal er we derom veel bont gedragen worden de kostbare kleine steenmarters met kleine genaturaliseerde kopjes ver heugen zich in de gunst der mode. Omtrent de hoed-mode is nog wei nig bekend. Men spreekt echter van bloemengarnituur in voreeniging met wieken en struisveeren. Wartde vor men betreft, zullen die wat omvang aangaat, niet voor onze zomerhoeden onder doen. MARIE VAN AMSTEL. CORRESPONDENTIE. Mevr. B. Indien U voor het be paalde toiiei geen bepaalden plooi rok wenscht, zoo zou ik U den gewo nen vijf of zeven banen-rok aanra den, di6 glad om de heupen valt en van onderen met 25 c.M. lange plooi en is aangeknipt. De baantjes vor men dan het platte deel der plooi en men kan die garneeren met drie hoog bandfluweel in oploopende breedte. De fluweeltjes, die bijna de geheele breedte van het baantje be dekken, worden aan weerszijden in puntjes afgenaaid. Vooral voor zijde- stoffen, die in den regel slechts 48 50 c. M« breed zijn, kan ik U den ze ven banenrok aanbevelen. Men krijgt dan één smal voorbaantje, twee zijba- nen aan eiken kant en twee achter banen, die sleepend kunnen worden ingericht. Dit model leent zich boven dien bijzonder goed om tabliers-ge- wijze te worden ingericht. Men snijdt dan de voorbaan iets hooger op en garneert die aan weerszijden met kleine fluweelen knoopen. De shawl- garneering kunt u gerust toepassen, doch de mouwen moeten lang en nauwsluitend zijn, dwarse op elkaar vallende plooien zijn voor een mouw van zijde bijzonder aan te bevelen. Mevr. P. R., Onze redactie kan zich niet belasten met het verstrek ken van patronen. Indien U geen mo de-tijdschrift bezit, dat aan zijne abonné's patronen verschaft, raad ik U aan bij een handwerkwinkel te in- f or me eren. In bijna elke stad is een zoodanig magazijn, dat Butterick's papieren patrmien naar maat levert. Bedoelde patronen kan lk U ten zeerste aan bevelen. MARIE VAN AMSTEL. Dra zullen wij ze weer in dicht aan eengesloten rijen den poelierswinkel zien vullen, de sprookjesachtig-getin- ta fazanten én de, in een veel beschei dener pakje gestoken duinkonijnen. Met bewonderenswaardig 'talent zal men den eersten 'hun veelkleurig kleed uitrukken, zal men den laat- stein, gehangen aan een stevigen haak, het warme pakje afstropen. Wij zien het en voor een oogenblik zijn die slappe, bevederde of behaarde li chaampjes niets meer dan doode ob jecten, waarmee gegooid en gesmoten kan worden naar hartelust,. Niet lang echter blijven zij dat. Dacht Potgieter bij het hooren van den onwelluidendon straatroep „Elft ais Zalm" onwillekeurig aan een moeitevollen, fantastischen tocht over de schuimende golven, voor ons oog rijst bij het zien dezer doode dieren als van zplf een schilderachtig duin landschap op, verlevendigd, door kor rende fazantenhanen of vroolijk dar telende konijnen. Wij begrijpen de noodzakelijkheid en het nut van die konijnenverdelging, wij voelen iots van de genoegens, die do aloude jachtsport schenkt, maar toch, een «ogenblik doet ons de gevcellooze be handeling onaangenaam aan. Begeven wij ons in het voorjaar naar een dicht, bewassen duingroep ©n wa-gen wij het, ten spijt van de vreeswekkende duinkoningen, de kod debeiers, liet verboden terrein te be trede i, dan kunnen wij aardige tafe reeltjes zien afspelen. Ileel- vroeg reads zijn de hanen druk in de weer. Onophoudelijk korren zij en geven op deze, voor ons vrij onbegrijpelijke wijze, blijk van hun diepe gevoelens. Heerlijk zien zij er dan uit. De schitterende metaalgroene hals, de fraai-roode vederlooze wangen, de prachtig getinte borst- en rugveeren en do sierlijke staart zijn nu op hun mooist. Zelfs de wijfjes, die toch zoo'n echt beschuttende kleur hebben, zijn wat fraaier geteekend dan in hei najaar. Heel gezellig leven zij niet en als wij niet op d-e voedorplaats zijn, want de jachtedgenaars zorgen wed voor hun toekomstige slachtoffers, zien wij ae niet vaak in groote groepen hij een. Schuw zijn zij in hooge mate. Op kolen duingrond zien wij ze niet licht. Ik zeg daar met opzet „niet licht", want nog onlangs gelukte het mij op den weg naar Kraantjelek, daar bij die wei, waarin die rood bonte koeien haar eentonig maar fantastisch geklingel laten hooren. een fazam-tenpaar kalm wandelend bezig te zien, bijna even rustig als de kippen o-p de Zandvoorterlaan dat aandurven. Maar ik geef toe. heel vaak overkomt ons dit nie-t.. De mees te keeren loopen zij bii het minste ge ritsel zoo gauw mogelijk weg en dit kunnen ze. Snel loopen is een hoen dereigenschap en onze fazanten zijn in deze, nu weer moderne sport niet de minsten. Zij loopen dan ook veel minder gevaar, opgemerkt te worden, dan. wanneer zij do kleine, veel geraas makendo wieken in beweging bren gen. Wie uwer is niet meer dan eens geschrokken door het plotselinge op- vliegen van dezen volkomen geaccli- j matiseerden Aziaat? Aan het geluid zouden wij zeggen, dat het hem moei- lijk afgaat en toch, hoe snel kan hij j zich verheffen, hoe vlug schiet hij vooruit en steekt hij over naar. een ander, wellicht veiliger boschje. Het is mij herhaalde ma Jen overkomen dat dat klepperende geluid niet in zijn, maar in mijn nadeel was. Een kodde beier hoort scherp en past op zijn. beestjes en heel dikwijls was dat op vliegen oorzaak van een vriendelijke, maar dringende uitzetting. Die vriendelijkheid vermindert, naarmate de broedtijd nadert. Is die aangebroken, dan is de wonderman, die schijnbaar op zoo veel plaatsen te gelijk kan zijn, onverbiddelijk. Meert dan eens moe3t de plantontromrnel worden leeggehaald om er met een verwijdering, zonder meer, af te ko men. Toch is zoo'n broedend wijfje een aardig gezicht Meen niet, dat va der roodwang met rniddelceuwsche ridderlijkheid de wacht houdt bij zijn dierbaar ander gedeelte. Haast zou ik zeggen wederhelft, maar zooveel waarde vertegenwoordigt een fazan- tenvrouw 'niet, daar papa zich meer dan één wijfje kiest. Neen, dé hof felijkheid die wij bij zoovele vogels aantreffen, is onzen fazant geheel vreemd. Slechts eenige weken leeft hij gezellig met de veroverde wijfjes, waarvoor hij vaak verwoed heeft ge vochten, en als deze tijd voorbij is, verspreidt zich het vrouwelijk ge deelte eoi hu'n heer en meester trekt zich van zijn harem niets meer aan. Hij zet zijn eenzaam leventje weei voort, on zal weldra zijn zonen en dochters ontmoeten, zonder daarin zijn eigen kroost te herkennen of zelfs aan bloedverwantschap t© den ken. De wijfjes besteden niet veel zorg aan het nest. Dit wordt onder braamstrui ken of kreupelhout vervaardigd van halmpjes en sprietjes en op dien ta melijk ojizachteai bodem wordt een dozijn grijsgroen of licht koffiekleuri ge eieren gelegd. Dezen zomer vond ik vlak bij de viaduct op den weg bij Kraantjelek, een tiental meters van den weg af zoo'n broedend wijfje. Een fazant is schuw, ik schreef het reeds, het familiegevoel is niet zoo sterk ontwikkeld als bij andere vogels, gij weet ditik wist het ook eai daarom trof mij de gehechtheid, waarmede dit dier do eieren bewaakte. Kót was niet eens onder een beschermend bosehje gebouwd, slechts heimsprie- ten moesten het voor den vijand ver- bergen en toch, hoe slecht was het te zien. Het wijfje viel te midden van die grauwe omgeving weinig op. De helm gaf overal grillige schaduw strepen op den drogen bodem. Had den niet in de nabijheid een paar mooie bremrapen gestaan, gewis, ik was rakelings langs het nest geloo- pen, zonder het te zien. Plotseling be merkte ik een glinsterend oogje en nu was ons broedend hennetje natuurlijk verraden. Zelf scheen het dit ook te begrijpen, want even werd links en rechts gekeken, naar welken kant het best de wijk kon genomen worden, indien de belagers nog dichter bij kwamen. Verder© aanstalten werden niet gemaakt. Do houding bleef de zelfde. Nu weet ik wel, dat het heel slecht is. den nestomtrek plat to trap pen, maar mijn nieuwsgierigheid was dermate geprikkeld, dat ik nog twee passen naderbij kwam, zoodat ik nog slechts twee d.M. van don nestrand verwijderd was. Het dier leek onver stoorbaar, en daar ik zooveel moed en trouw wilde beloonen, ging ik kalm weer achteruit, na zoo goed mo gelijk de helmsprietjes weer in hun vorige houding te hebben gebracht. De zorg voor de jongen Is niet heel groot, daarin overtreft moeder kip haar verre, maar de liefde voor de eieren was bij mijn fazant toch sterk ontwikkeld. Van dien tijd af durf i£ niet meer zoo rustig door he1 mplanten trekken. Telkens kijk ik uit, of er ook een nest verborgen zit. Die ongstoogen van het wijfje hebben mij voorzichtig ge maakt. Hoe gauw toch is zoo'n vogel- veelde verstoord, hoe gemakkelijk zoo'n geluk vernietigd. Kunt aij begrijpen/dat ik van de zen kant bekeken, dikwijls medelijden heb met. deze dieren, waarop telken- ja re zoo'n verwoede jacht werdt be gonnen Kunt gij begrijpen, dat ik onwillekeurig aan zomerweelde en vogelgcncKt, aan zorgzame mannetjes en trouwe wijfjes denk, bij het zien van zooveel koude lichamen In den ■loelierswinkel H. PEUSENS. RECTIFICATIE. In mijn vorig opstel is door ondu'- delijke copie of door een andere oox zaak eeai fout geslopen. De naam Boldus edulus en Boklus satanas moet zijn Boletus edulus en Boletus satanas. H. PEUSENS. li verzoeking. I. Mag ik vragen, of uw doenteï die transactie goedkeurt Beste Donovan, zeg het niet zoo ruw. Ik houd er van, een kat een kat te noemen. Zal juffrouw Fletchei mijn naam en vage vooruitzichten voldoende ruil vinden voor haar geld? Philip Donovan sprak bitter en zag den ouden man met onverholen min achting aan. Zij weet er niets van en ik ben niet van plan, haar iets te vertellen. Ik wil jelui zooveel mogelijk samen brengen en dan moet je haar gene genheid winnen. Bij deze woorden klopte hij Philip vaderlijk op den schouder. Donovan schudde zijn hand af en ging aan het venster staan. Hoe zou hij dien man kunnen uitstaan als schoonvader Zijn familiariteit en grootdoenerij stonden Donovan tegen, die Inwendig zich er tegen verzotte, dat hij zich in de macht van een man als Silas Fletcher moest begeven. Het was nu echter te laat voor be> rouw hij d'ende zich te schikken in de ellendige positie. Maar verondersteld eens, roe neer Fletcher, dat uw dochter niet onder den invloed van mijn bekoor lijkheden komt Dat kan ook gebeu ren. Als u accoord gaat met mijn voorwaarden, zal de rest wel in orde komen. Laat Connie maar aan mij over. De tegenstand van een meisje van achttien jaar is gemakkelijk te overwinnen. En als ik weiger Fletcher haalde de schouders op. Och, dan presenteer ik mijn re keningen voor uw wed- en speel schulden aan Sir Joseph. Maar je zult n'et weigeren, vervolgde hij be minnelijk. Mijn dochter heeft een goede opvoeding gehad ze is je ge lijke in alles, behalve In geboorte. Ze is mijn eenige erfgename en bij haar huwelijk krijgt ze 50.000 pond mee, behalve een jaarlijksche toelage en ja krijgt schuldbekentenissen ter waarde van 8000 pond'op den dog, dat Constance Lady Donovan wordt. Philip leek volstrekt niet verrukt door deze prachtige vooruitzichten. - Dus, als ik uwe voorwaarden woiger, schiet er niet veel anders over. Dan ben ik geruïneerd. Ik kan onmogelijk 8000 pond bij elkaar krij gen en cis mijn oom hoort, lioe ik mij er In heb gewerkt, zal hij mij ont erven. Zoo is het, Donovan ik wist wel dat je verstandig zou worden, 't Zou absolute dwaasheid zijn, als je weigerde. Kom vanavond bij ons dinesren Constance zal het aardig vinden. Jelui zult wel spoedig van elkaar gaan houden. Philip maakte een ongeduldige be woging. Van elkaar houden is geheel buiten de kwestie, meneer, 't Ts een voudig een handelstransactie in ons beider voordeel. Ik vrees, dat juf frouw Fletcher er niet veel bij zal winnen. Ik hoop, dat u haar dat zult uitleggen vroeger of later moet ze 't wel ontdekken. Uitleggen aan Connie Dat nooitDan zou ik een eindelooze moeite met haar krijgen zij heeft van die sentimenteele idée's over het huwelijk. Neen, neen, ik zeg haar niets. Dan hen ik bang, dat haar ont goocheling hitter zal zijn. Ik zal mij een ellendeling voelen, als ik haar tot miin vrouw maak Praat zoo niet. Je zult gauw met het idéé verzoend zijn. Vandaag valt. cr niet met je te redeneeren. Nu, tot straks, mijn jongen. Wij dineeren om acht uur in Frascati. Toen zijn bezoeker weg was, stoot te Donovan met geweld het venster open en haalde eenige malen diep adem. Ware hij de eenige persoon ge weest, bij de zaak betrokken, dan had het hem niet veel kunnen sche len maar als hij dacht aan Constan ce en d^ ellendige manier, waarop hij haar ging bedriegen, kreeg hij eenc gewaarwording, of hij gek zou worden. Zij was een bescheiden, lief meisje; roeti kon zich moeilijk voorstellen, dat zij 'een dochter van Silas was. En hij moest tegenover haar den verlief de spelen Alet looden schoenen wandelde hij naar 't Restaurant Frascatidezen avond ging het om de eerste repetitie van de klucht, die zoo lang zou du ren als hij en Constance Fletcher leefden. II. PhilHoe gaat 't jou Nu, zou je mij zonder spreken voorbij loo pen, en je hebt mij in geen jaar ge zien 1 Donovan, die drooniend voortslen- terde, werd opgeschrikt door de stem van zijn nicht. Wel, Gwen, je zoudt iemand aan het schrikken maken 1 Blij dat lk je zie. Ik had er geen idéé van, dat ie in Engeland was. Wanneer ben je terug gekomen Verleden week. Als je niets bij zonders te doen hebt, breng mij dan thuis. Heel graag. Wat heb je uitge voerd, Gwen Dat mocht ik jou wel vragen. Kan ik je feliciteeren, Phil Ik geloof het wel, antwoordde hij, zonder een zweem van geest drift. Gwendoline keek hem nieuwsgierig aan. Je schijnt niet erg enthousiast. Connie zou wel gevleid zijn, als ze je hoorde Connie Ken je haar dan Dat zou ik denken I We hebben samen school gegaan. Ik was ver rast, toen ik hoorde, dat je met haar «êngageerd was. Zij ls 't aardigste kind dat lk ken. Je kent wel geluk- ""Sonovan trok oen gezicht en deed een lachje hooren, dat zijn nlclit frimd aandeed. Ze stak kaar arm door den zijne en zag hem angstig aaü.' Wat scheelt er aan, PLUip Jo houdt toch wel van Connie? t Is zoo'n bescheiden, klein Jch6P!®lt,,e; Maar goud - zuiver goud Als Je haar bedroog.... - Je hebt het geraden, Gwen, als gewoonlijk. Ik ben bezig haar te it- driegen ellendig. Ik ben een idioot geweest. Haar vader lieeft m I vast tn zijn klauwen, en ais ik wei. eer haar te trouwen, gaat hl] met zekere schuldbekentenissen naar oom Joseph je weet wat dot beteekent -Zeker, dat je weer gedohhed hebt? Wat ben je toch zwak. Phil! Het verwondert mij niet, dat het je Gwen^praat zóó niet Uk ben er al akelig genoeg aan toe i je behoeft niet te zedepreken. - Denk je, dat Connie van ]e h01 Voor ben lk haast zeker van. en zii denkt dat ik van haar houd dat is' het ongelukkigste. Ais ze nuj aan ziet met die groote, vertrouwende ragen, voel ik mij haast gedwongen, haar alles te bekennen. Gwen kreeg een kleur trok haai arm'terug en wendde zich toornig tot. be™ Philip, ik schaam mij over je 1 Ik" dacht niet, dot je zbó kon hand.- lei) Wil je Connie's leven bederven I aat bnor nu vrij, eer het te laat is. Phil, je hebt. mij lole"rjp1.ft heb altijd zoo'n idéé gehad, dat ji heler was dan andere mannen, en nu blijk je net te zijn alB de re-t verschrikkelijk. - weet - Het spijt mij, Gwen. Ik weet. riit ik slecht, handelmaar wat kan ik doen Ik heb don moed niet, om 't Stance te zeugen of nujn oom en de armoede onder de oogen Z10" Ik heb je gewaarschuwd dus kiik uit. Als ik cr mogelijk toe be sluit voor amateur-inbreker te spe len 'en die papieren te stelen zal woorden suisden nog m zijn ooi is lk er toe besluit, die papieren te stelen, zal ik 't je laten weten Waarom zou hij ze met zelf stelen HÓ kende de plaats, waar bilas ze vel-bot-g een veelte sleutel zou d, S?ïfn, natuurlijk fZT afs hij slaagde had hij het spel in handen. SïffiiS'Ti-s«waas: Ja hij ZOU het wagen. Een kerkklok in de buurt speelde en sloeg dan een.... twee.... en vjeer was er doodstilte. Donovan sloop uit K schuilhoek en strekte do ver stramde leden. Nu sliep toch zeker '^Terwijl1 hij voorzichtig op de teenen stante ln de richting van de biblio theek, raakte zijn mouw een palm, die zwak ritselde. Hij schrok lievig en trok zich weer in het donker te- rUflij liad Constance dien avond ge zien en nooit eerder had hij het zoo hard gevonden, zijn ellendigo ri:! soelen De Wik, waarmee ze hem goeden nacht had gevvenscht vet-, volgde hem. Die groote, trouwe oogen hadden hem altijd een vaas oevoel van onrust gegeven t kostte hem moeite, hun blik te doorstaan. Hoe zou de uitdrukking van die oogen zijn den volgenden keer, als ze ellfaar ontmoetten Hij hoopte dat hl haar nooit woer ln 't gelaat be hoefde te zien. Ze was zoo ltwaad niet op don duur zou hu misschien van haar kunnen gaan houden maar neen, 't was beter zoo. ?t Zou eerst een wreede slag voor haar zijn, maar later zou ze er bil] ^Gelukkig was de serredeur niet gesloten i hli kon Mor de fiekken en in de biblitoheek komen. Het dikke tapijt smoorde de voetstap- P6Hij stak een klein lampje aan, dat nn de schrijftafel stond. Voor de sofa o-eknield, stak hij den valschen sleu tel er in, dien hij met veel moeite en He! bad gekregen. Tot zijne Dlijd- schap dralide het slot gemakkelijk. Hii beefde van opwinding in een oogenblik zouden de schuldbekente nissen, die maanden lang zijn nacht- merrte waren geweest ln syn bezit ziin 1 Hij zou vrij worden Wat was dat? Plotseling hoorde hij zacht der. kruk van de deur om draaien.... Met zweetparels op voor hoofd, school hij achter de kast, luis terend. Neen 't was zijn ',ent™ achtige verbeelding alles bleef stil. Het duurde niet lang, of hij von^ wat hij zocht, llij stak t Pakl? zijn zak en legde de papieren, die hij ter-zij geschoven had, weer netjes. - Mag iL vragen, wat je aaar doet. Philin Donovan sprong haastig overeind 't was Constance Eerst herkende hij haar haast nietze was in een lichten peignoir, mei loshangend haar. Haar gezicht was bleek, de ooeen groot, de mond' strak. Philip antwoordde niet. Wat kon hij zeggen Hoe zijn aanwezigheid hier verklaren Wat beteekent dat W at hen ie uit mijn vaders brandkast geno men Waarom ben je hier vroeg Constance. Haar toon was gebiedend. Ik heb niets genomen. Ik ik kwam voor papieren, die je vader mij beloofde. - Je hebt een zonderlingen tijit uitgekozen om ze te halen. Wat is er in dat pakje ik zag je t in den zak steken. Ik mag-toch wel om op heldering vragen Er valt niets op te helderen. Ik kon niet vinden wat ik zocht. - Dat is niet waar, Philip. Ik heb n 'i oog gehouden, al 'n heel poos je. Als je mij niet dadelijk dat pakje geeft, roep ik de bedienden. Philip bleef roerloos. Zij deed een paar stappen naax de bel. Hij voelde zich als het gejaagd wild, en in zijn wanhoop sprong hij op haar toe. Doch Constance was hem te vlug af een nistool met zilver gemon teerd, flikkerde voor zijn oogen. - Pas op, Philip, pas op Als je mij aanraakt Donovan deinsde terug. Was alt Constance, zijn lief. zacht meisje Vrees kende zij blijkbaar met. Het pistool nog op hem gericht, naderde zij weer de hel. Constance S Heb medelijden I Geef dan dat pakje. Hij legde het op de tafel. Leg dat ding toch weg I Ik zal geen poging nicer doen om de paple ren te krijgen. Ik zweer het op mijn eer als Op je eer, zeg je Hare lippen krulden minachtend. Donovan leunde tegen de tafel, slap en lerslagen. In hare oogen en in die van de geheele wereld, als het avontuur bekend werd zou hij nu een gemeeue dief zijn 1 O. als ik je maar kon verkla ren zuchtte hij wanhopig. Maar dat kan ik nietZal je aan je va,der vertellen, wat je hebt ont dekt - Neen. Omdat je er met m ge slaagd bent, iets te nemen, zal ik 't aan niemand vertellenmaar je mag nooit weer lot mij spreken. Leg het maar aan vader uit, zooals jc t best lijktEn ga nu heen, alsje blieft Philip ging langzaam naar de deur. Doch van meening veranderd, keerde hij zich om en kwam aan haar zijde. Constance, lees die papleren, eer j mij geheel veroordeelt. Ik hen in de macht van je vader hij gaf uiy geen keuze. Ik ben niet zóo slecht, als Ie misschien wel denkt. Hij wachtte even. Zij antwoordde niet. Haar gezicht was, zoo mogelijk, nog iets bleeker geworden. Zo wees naar de deux'. Donovan voelde, dat hij voor altua uit dat huis verjaagd was. III Twee morgens later zat Pliilip op zijn kamer, pogingen doende om wat te ontbijten. Hij zag er akelig bleek en ziekelijk uit. De laatste twee da gen had hij doorgebracht m bange onrust, telkens verwachtend, dat mj iets zou vernemen van Silas l'iet- clier. En de vraag, hoe hij het ver breken van zijn engagement zou uit loggen, kwelde hem onophoudelijk. Wat zou hij er niet voor hebben gegeven, om weer op den ouden voet te zijn met Constance De herinne ring aan dat tragische figuurtje, met het pistool op hem gericht, maakte hem bijna geit. Haar moed liad zijn liewondcring gewekt zelfsi ul dat oogenblik, en nu het te laat -aas, wist hij, dat hij haar hef had, zooals hij nooit weer zou kunnen liefhebben. En haar had hij onwaardig geacht, ziin vrouw te worden. De knecht bracht de post. Er was een brief bij van Connie, een paar regels maar, doch die hem de kans gaven, haar weer te zien Kom hadenmorgen twaalf uur „hij mij: Ik hel) gewichtig '„nieuws. c p Philip bracht het sierlijk velletje papier even aan zijn Unpen en borg hot toen In zl n portefeuille. Een minuut later ging de kamer detr open 1 zonder comphmomeu stormde zijn nicht Gwendoline naai binnen, warm en buiten a^™- Sic Joseph is dood berichtte zij Goede hemel, Gwen Moet dat "LSoUmwtterde zich met haat "rt'lk maak geen grappen over zul ke ernstige onderwerpen, Philip. 113 de waarheid. Ze hebben hem van morgen dood in 't bed gevonden hartverlamming. Ik begreep, dat J •t nog niet kon hebben gehoord

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1908 | | pagina 9