BIJBLAD VAN HAARLEM'S DAGBLAD
ffS.20 PER 3 IAANDEN
fflF 10 GEUT PES WIEK,
Rubriek voor Vrouwen
ilet Rijke Natuurleven
«nS^rkmet^
26a Jaargang.
ZATERDAG 12 SEPTEMBER 1908.
No. T73Ö.
DE ZATERDAGAVOND
HMRLËWPS DAGBLAD KOST
ADMiAOSTRATIE GROOTE HOUTSTRAAT 55.
DRUKKERIJ ZUIDER BUITENSPAARNE 6.
IN HAARLEM'S DAGBLAD ZUS*
ADVERTENTIÊN DOELTREFFEND,
ONZE ANNONCES
WORDEN OPGEMERKT.
Nieuwe najaarsmodes te
Berlijn.
Uui zich -deugdelijk op de hoogte te
stellen - d 1 de raamtelmode, moet men
aaeodzak.ujk to Berlijn zijn. Parijs
toch, kaai wrt productie op dit ge
bied betreft niet In de schaduw
staan van hetgeen de Duitsohe hoofd
stad levert. De Berüjnsche mantelfa
brikant zet niet alleen groote massa's
om, maar hij werkt met goedkoopere
arbeidskrachten, zoodat hij elite con
currentie het hoofd biedt. Het is
juist '.oor de massa-fabricage, dat wij
rn staat gesteld worden, tegen billij
ke prijzen naar de mode gekleed te
gaan.
De nieuwe modellen voor het aan
staand seizoen zijn geheel afwijkend
van die, welke wij verleden jaar za
gen dragen, zoodat zelfs vermaken
onmogelijk is.
De moderne mantel heeft een nau
we, lange mouw en is daarbij zeer
langd. w. z. dat hij ternauwernood
tien centimeter van den japonrok
zichtbaar laat. Ik behoef wel niet te
zeggen, dat geen enkele mantel van
het vorige jaar aan deze eischen vol
doet 1 Mochten er echter onder mijne
geachte lezeressen dames zijn, die in
haar garde-robe nog een mantel be
zitten van tien jaar terug, welke
niet door mot of anderszins bescha
digd ward zoo kunnen zij deze ge
rust te voorschijn halen en hem met
eeue kleine wijziging opnieuw benut
ten 1 Het is een merkwaardig ouder-
wetsche indruk, welken de nieuwe
modellen op ons maken, mot hun nau
we k pmouwtjes, lang aangezette
schootdeelen en „last not least"
stonnkragen 1
De geiiofkoosde storm- of Stuart-
ki-aag verschijnt inderdaad wederom
op liet tapijt en hij is ons voor liet
komende seizoen zéér welkom, alhoe
wel hij nog niet zooals voorheen
tot aan de ooran reikt. De revers wor
den gaandeweg grooter en breeder.
Uit de lange mantels bi ij kt ons in
leder geval, dat de mode trots haar
willekeur, toch practisch to werk gaat
want wie onzer zal deze warme man
tels niet apprecieeren, nu de nauwe,
japonrok liet aantal onderrokken tot
een minimum beperkt,
De 1 ansre mantels worden iin hoofd
zaak van fijn, soepel laken of cheviot
vervaardigd en uitgevoord met flanel,
wollen pluche of een goedkoop© peds-
soort.
De verkorte taille wordt ook bij de
nieuwe modellen nog steeds gelan
ceerd, hetgeen iiiet wegneemt, dat wij
dengenen die hare toiletten langer
dan één seizoen dragen aanraden
,haar niet in toepassing te brengen,
doch liever de natuurlijke taille-lijii 'te
volgen, omdat het met do verkort©
taille gaat als met de korte Japan-
»cho mouwen,'h.1. ze zijn niet te ver
anderen. Tot hiertoe de beschrijving
van de nieuwste modellen.
Laat ik thans even doen opmerken,
dat er tevens een massa verschillende
fantasie-mantels gebracht worden,
waaronder paletots-sa.c, die gemid
deld 80 tot '100 c.M. lang zijn. Overbo
dig lijkt het mij, hieraan nog toe te
voegen, dat het klassieke tailleur-
costuum zich ook in don aanstaanden
herfst en winter zal handhaven.
Behalve de laken en cheviot man
tels zal er zeer véél fluweel en pluche
gedragen worden, waaronder vooral
het séal-pluche en velours du nord
een voorname rol zullen spelen. Als
garneering zal men wederom souta
che en zijden tres bezigen, ook knoo
pen zullen ter versiering dienen. Deze
zijn echter zóó aangebracht, dal, ze
schijnbaar dienst dóen; bijv. langs
naden, raaiden, ingezette vesten, enz.
Voor laken costnums bezigt man veel
al knoopen met dezelfde stof overtroK.
ken; voor aparte mantels passement
knoopen.
De geliefde bolero heeft eene groote
verandering ondergaan. Ze wordt
nog slechte gedragen mot lange, aan
gezette sell o o td eel an en een ingezet-
ten, staanden kraag, terwijl men den
Weenernaad in toepassing brengt en
d cm zelve garneert met passement-mo
tieven en knoopen, waarvaji één pan
weerszijden van de buste en de twee
de even onder de taille.
Trots de staande kragen zal er we
derom veel bont gedragen worden
de kostbare kleine steenmarters met
kleine genaturaliseerde kopjes ver
heugen zich in de gunst der mode.
Omtrent de hoed-mode is nog wei
nig bekend. Men spreekt echter van
bloemengarnituur in voreeniging met
wieken en struisveeren. Wartde vor
men betreft, zullen die wat omvang
aangaat, niet voor onze zomerhoeden
onder doen.
MARIE VAN AMSTEL.
CORRESPONDENTIE.
Mevr. B. Indien U voor het be
paalde toiiei geen bepaalden plooi
rok wenscht, zoo zou ik U den gewo
nen vijf of zeven banen-rok aanra
den, di6 glad om de heupen valt en
van onderen met 25 c.M. lange plooi
en is aangeknipt. De baantjes vor
men dan het platte deel der plooi en
men kan die garneeren met drie
hoog bandfluweel in oploopende
breedte. De fluweeltjes, die bijna de
geheele breedte van het baantje be
dekken, worden aan weerszijden in
puntjes afgenaaid. Vooral voor zijde-
stoffen, die in den regel slechts 48
50 c. M« breed zijn, kan ik U den ze
ven banenrok aanbevelen. Men krijgt
dan één smal voorbaantje, twee zijba-
nen aan eiken kant en twee achter
banen, die sleepend kunnen worden
ingericht. Dit model leent zich boven
dien bijzonder goed om tabliers-ge-
wijze te worden ingericht. Men snijdt
dan de voorbaan iets hooger op en
garneert die aan weerszijden met
kleine fluweelen knoopen. De shawl-
garneering kunt u gerust toepassen,
doch de mouwen moeten lang en
nauwsluitend zijn, dwarse op elkaar
vallende plooien zijn voor een mouw
van zijde bijzonder aan te bevelen.
Mevr. P. R., Onze redactie kan
zich niet belasten met het verstrek
ken van patronen. Indien U geen mo
de-tijdschrift bezit, dat aan zijne
abonné's patronen verschaft, raad ik
U aan bij een handwerkwinkel te in-
f or me eren.
In bijna elke stad is een zoodanig
magazijn, dat Butterick's papieren
patrmien naar maat levert. Bedoelde
patronen kan lk U ten zeerste aan
bevelen.
MARIE VAN AMSTEL.
Dra zullen wij ze weer in dicht aan
eengesloten rijen den poelierswinkel
zien vullen, de sprookjesachtig-getin-
ta fazanten én de, in een veel beschei
dener pakje gestoken duinkonijnen.
Met bewonderenswaardig 'talent zal
men den eersten 'hun veelkleurig
kleed uitrukken, zal men den laat-
stein, gehangen aan een stevigen
haak, het warme pakje afstropen. Wij
zien het en voor een oogenblik zijn
die slappe, bevederde of behaarde li
chaampjes niets meer dan doode ob
jecten, waarmee gegooid en gesmoten
kan worden naar hartelust,. Niet lang
echter blijven zij dat.
Dacht Potgieter bij het hooren van
den onwelluidendon straatroep „Elft
ais Zalm" onwillekeurig aan een
moeitevollen, fantastischen tocht over
de schuimende golven, voor ons oog
rijst bij het zien dezer doode dieren
als van zplf een schilderachtig duin
landschap op, verlevendigd, door kor
rende fazantenhanen of vroolijk dar
telende konijnen. Wij begrijpen de
noodzakelijkheid en het nut van die
konijnenverdelging, wij voelen iots
van de genoegens, die do aloude
jachtsport schenkt, maar toch, een
«ogenblik doet ons de gevcellooze be
handeling onaangenaam aan.
Begeven wij ons in het voorjaar
naar een dicht, bewassen duingroep
©n wa-gen wij het, ten spijt van de
vreeswekkende duinkoningen, de kod
debeiers, liet verboden terrein te be
trede i, dan kunnen wij aardige tafe
reeltjes zien afspelen. Ileel- vroeg
reads zijn de hanen druk in de weer.
Onophoudelijk korren zij en geven
op deze, voor ons vrij onbegrijpelijke
wijze, blijk van hun diepe gevoelens.
Heerlijk zien zij er dan uit. De
schitterende metaalgroene hals, de
fraai-roode vederlooze wangen, de
prachtig getinte borst- en rugveeren
en do sierlijke staart zijn nu op hun
mooist. Zelfs de wijfjes, die toch
zoo'n echt beschuttende kleur hebben,
zijn wat fraaier geteekend dan in hei
najaar.
Heel gezellig leven zij niet en als wij
niet op d-e voedorplaats zijn, want de
jachtedgenaars zorgen wed voor hun
toekomstige slachtoffers, zien wij
ae niet vaak in groote groepen hij
een. Schuw zijn zij in hooge mate.
Op kolen duingrond zien wij ze niet
licht. Ik zeg daar met opzet „niet
licht", want nog onlangs gelukte het
mij op den weg naar Kraantjelek,
daar bij die wei, waarin die rood
bonte koeien haar eentonig maar
fantastisch geklingel laten hooren.
een fazam-tenpaar kalm wandelend
bezig te zien, bijna even rustig als de
kippen o-p de Zandvoorterlaan dat
aandurven. Maar ik geef toe. heel
vaak overkomt ons dit nie-t.. De mees
te keeren loopen zij bii het minste ge
ritsel zoo gauw mogelijk weg en dit
kunnen ze. Snel loopen is een hoen
dereigenschap en onze fazanten zijn
in deze, nu weer moderne sport niet
de minsten. Zij loopen dan ook veel
minder gevaar, opgemerkt te worden,
dan. wanneer zij do kleine, veel geraas
makendo wieken in beweging bren
gen. Wie uwer is niet meer dan eens
geschrokken door het plotselinge op-
vliegen van dezen volkomen geaccli-
j matiseerden Aziaat? Aan het geluid
zouden wij zeggen, dat het hem moei-
lijk afgaat en toch, hoe snel kan hij
j zich verheffen, hoe vlug schiet hij
vooruit en steekt hij over naar. een
ander, wellicht veiliger boschje. Het
is mij herhaalde ma Jen overkomen dat
dat klepperende geluid niet in zijn,
maar in mijn nadeel was. Een kodde
beier hoort scherp en past op zijn.
beestjes en heel dikwijls was dat op
vliegen oorzaak van een vriendelijke,
maar dringende uitzetting.
Die vriendelijkheid vermindert,
naarmate de broedtijd nadert. Is die
aangebroken, dan is de wonderman,
die schijnbaar op zoo veel plaatsen te
gelijk kan zijn, onverbiddelijk. Meert
dan eens moe3t de plantontromrnel
worden leeggehaald om er met een
verwijdering, zonder meer, af te ko
men. Toch is zoo'n broedend wijfje
een aardig gezicht Meen niet, dat va
der roodwang met rniddelceuwsche
ridderlijkheid de wacht houdt bij zijn
dierbaar ander gedeelte. Haast zou
ik zeggen wederhelft, maar zooveel
waarde vertegenwoordigt een fazan-
tenvrouw 'niet, daar papa zich meer
dan één wijfje kiest. Neen, dé hof
felijkheid die wij bij zoovele vogels
aantreffen, is onzen fazant geheel
vreemd. Slechts eenige weken leeft hij
gezellig met de veroverde wijfjes,
waarvoor hij vaak verwoed heeft ge
vochten, en als deze tijd voorbij is,
verspreidt zich het vrouwelijk ge
deelte eoi hu'n heer en meester trekt
zich van zijn harem niets meer aan.
Hij zet zijn eenzaam leventje weei
voort, on zal weldra zijn zonen en
dochters ontmoeten, zonder daarin
zijn eigen kroost te herkennen of
zelfs aan bloedverwantschap t© den
ken.
De wijfjes besteden niet veel zorg aan
het nest. Dit wordt onder braamstrui
ken of kreupelhout vervaardigd van
halmpjes en sprietjes en op dien ta
melijk ojizachteai bodem wordt een
dozijn grijsgroen of licht koffiekleuri
ge eieren gelegd. Dezen zomer vond
ik vlak bij de viaduct op den weg bij
Kraantjelek, een tiental meters van
den weg af zoo'n broedend wijfje. Een
fazant is schuw, ik schreef het reeds,
het familiegevoel is niet zoo sterk
ontwikkeld als bij andere vogels, gij
weet ditik wist het ook eai daarom
trof mij de gehechtheid, waarmede
dit dier do eieren bewaakte. Kót was
niet eens onder een beschermend
bosehje gebouwd, slechts heimsprie-
ten moesten het voor den vijand ver-
bergen en toch, hoe slecht was het te
zien. Het wijfje viel te midden van
die grauwe omgeving weinig op. De
helm gaf overal grillige schaduw
strepen op den drogen bodem. Had
den niet in de nabijheid een paar
mooie bremrapen gestaan, gewis, ik
was rakelings langs het nest geloo-
pen, zonder het te zien. Plotseling be
merkte ik een glinsterend oogje en nu
was ons broedend hennetje natuurlijk
verraden. Zelf scheen het dit ook te
begrijpen, want even werd links en
rechts gekeken, naar welken kant het
best de wijk kon genomen worden,
indien de belagers nog dichter bij
kwamen. Verder© aanstalten werden
niet gemaakt. Do houding bleef de
zelfde. Nu weet ik wel, dat het heel
slecht is. den nestomtrek plat to trap
pen, maar mijn nieuwsgierigheid was
dermate geprikkeld, dat ik nog twee
passen naderbij kwam, zoodat ik nog
slechts twee d.M. van don nestrand
verwijderd was. Het dier leek onver
stoorbaar, en daar ik zooveel moed
en trouw wilde beloonen, ging ik
kalm weer achteruit, na zoo goed mo
gelijk de helmsprietjes weer in hun
vorige houding te hebben gebracht.
De zorg voor de jongen Is niet heel
groot, daarin overtreft moeder kip
haar verre, maar de liefde voor de
eieren was bij mijn fazant toch sterk
ontwikkeld.
Van dien tijd af durf i£ niet meer
zoo rustig door he1 mplanten trekken.
Telkens kijk ik uit, of er ook een nest
verborgen zit. Die ongstoogen van het
wijfje hebben mij voorzichtig ge
maakt. Hoe gauw toch is zoo'n vogel-
veelde verstoord, hoe gemakkelijk
zoo'n geluk vernietigd.
Kunt aij begrijpen/dat ik van de
zen kant bekeken, dikwijls medelijden
heb met. deze dieren, waarop telken-
ja re zoo'n verwoede jacht werdt be
gonnen Kunt gij begrijpen, dat ik
onwillekeurig aan zomerweelde en
vogelgcncKt, aan zorgzame mannetjes
en trouwe wijfjes denk, bij het zien
van zooveel koude lichamen In den
■loelierswinkel
H. PEUSENS.
RECTIFICATIE.
In mijn vorig opstel is door ondu'-
delijke copie of door een andere oox
zaak eeai fout geslopen. De naam
Boldus edulus en Boklus satanas
moet zijn Boletus edulus en Boletus
satanas.
H. PEUSENS.
li verzoeking.
I.
Mag ik vragen, of uw doenteï
die transactie goedkeurt
Beste Donovan, zeg het niet zoo
ruw.
Ik houd er van, een kat een kat
te noemen. Zal juffrouw Fletchei
mijn naam en vage vooruitzichten
voldoende ruil vinden voor haar geld?
Philip Donovan sprak bitter en zag
den ouden man met onverholen min
achting aan.
Zij weet er niets van en ik ben
niet van plan, haar iets te vertellen.
Ik wil jelui zooveel mogelijk samen
brengen en dan moet je haar gene
genheid winnen.
Bij deze woorden klopte hij Philip
vaderlijk op den schouder.
Donovan schudde zijn hand af en
ging aan het venster staan. Hoe zou
hij dien man kunnen uitstaan als
schoonvader Zijn familiariteit en
grootdoenerij stonden Donovan tegen,
die Inwendig zich er tegen verzotte,
dat hij zich in de macht van een man
als Silas Fletcher moest begeven.
Het was nu echter te laat voor be>
rouw hij d'ende zich te schikken in
de ellendige positie.
Maar verondersteld eens, roe
neer Fletcher, dat uw dochter niet
onder den invloed van mijn bekoor
lijkheden komt Dat kan ook gebeu
ren.
Als u accoord gaat met mijn
voorwaarden, zal de rest wel in orde
komen. Laat Connie maar aan mij
over. De tegenstand van een meisje
van achttien jaar is gemakkelijk te
overwinnen.
En als ik weiger
Fletcher haalde de schouders op.
Och, dan presenteer ik mijn re
keningen voor uw wed- en speel
schulden aan Sir Joseph. Maar je
zult n'et weigeren, vervolgde hij be
minnelijk. Mijn dochter heeft een
goede opvoeding gehad ze is je ge
lijke in alles, behalve In geboorte. Ze
is mijn eenige erfgename en bij haar
huwelijk krijgt ze 50.000 pond mee,
behalve een jaarlijksche toelage en
ja krijgt schuldbekentenissen ter
waarde van 8000 pond'op den dog,
dat Constance Lady Donovan wordt.
Philip leek volstrekt niet verrukt
door deze prachtige vooruitzichten.
- Dus, als ik uwe voorwaarden
woiger, schiet er niet veel anders
over. Dan ben ik geruïneerd. Ik kan
onmogelijk 8000 pond bij elkaar krij
gen en cis mijn oom hoort, lioe ik mij
er In heb gewerkt, zal hij mij ont
erven.
Zoo is het, Donovan ik wist
wel dat je verstandig zou worden, 't
Zou absolute dwaasheid zijn, als je
weigerde. Kom vanavond bij ons
dinesren Constance zal het aardig
vinden. Jelui zult wel spoedig van
elkaar gaan houden.
Philip maakte een ongeduldige be
woging.
Van elkaar houden is geheel
buiten de kwestie, meneer, 't Ts een
voudig een handelstransactie in ons
beider voordeel. Ik vrees, dat juf
frouw Fletcher er niet veel bij zal
winnen. Ik hoop, dat u haar dat zult
uitleggen vroeger of later moet ze
't wel ontdekken.
Uitleggen aan Connie Dat
nooitDan zou ik een eindelooze
moeite met haar krijgen zij heeft
van die sentimenteele idée's over het
huwelijk. Neen, neen, ik zeg haar
niets.
Dan hen ik bang, dat haar ont
goocheling hitter zal zijn. Ik zal mij
een ellendeling voelen, als ik haar
tot miin vrouw maak
Praat zoo niet. Je zult gauw met
het idéé verzoend zijn. Vandaag valt.
cr niet met je te redeneeren. Nu,
tot straks, mijn jongen. Wij dineeren
om acht uur in Frascati.
Toen zijn bezoeker weg was, stoot
te Donovan met geweld het venster
open en haalde eenige malen diep
adem.
Ware hij de eenige persoon ge
weest, bij de zaak betrokken, dan
had het hem niet veel kunnen sche
len maar als hij dacht aan Constan
ce en d^ ellendige manier, waarop
hij haar ging bedriegen, kreeg hij
eenc gewaarwording, of hij gek zou
worden.
Zij was een bescheiden, lief meisje;
roeti kon zich moeilijk voorstellen,
dat zij 'een dochter van Silas was. En
hij moest tegenover haar den verlief
de spelen
Alet looden schoenen wandelde hij
naar 't Restaurant Frascatidezen
avond ging het om de eerste repetitie
van de klucht, die zoo lang zou du
ren als hij en Constance Fletcher
leefden.
II.
PhilHoe gaat 't jou Nu, zou
je mij zonder spreken voorbij loo
pen, en je hebt mij in geen jaar ge
zien 1
Donovan, die drooniend voortslen-
terde, werd opgeschrikt door de stem
van zijn nicht.
Wel, Gwen, je zoudt iemand aan
het schrikken maken 1 Blij dat lk je
zie. Ik had er geen idéé van, dat ie
in Engeland was. Wanneer ben je
terug gekomen
Verleden week. Als je niets bij
zonders te doen hebt, breng mij dan
thuis.
Heel graag. Wat heb je uitge
voerd, Gwen
Dat mocht ik jou wel vragen.
Kan ik je feliciteeren, Phil
Ik geloof het wel, antwoordde
hij, zonder een zweem van geest
drift.
Gwendoline keek hem nieuwsgierig
aan.
Je schijnt niet erg enthousiast.
Connie zou wel gevleid zijn, als ze je
hoorde
Connie Ken je haar dan
Dat zou ik denken I We hebben
samen school gegaan. Ik was ver
rast, toen ik hoorde, dat je met haar
«êngageerd was. Zij ls 't aardigste
kind dat lk ken. Je kent wel geluk-
""Sonovan trok oen gezicht en deed
een lachje hooren, dat zijn nlclit
frimd aandeed. Ze stak kaar arm
door den zijne en zag hem angstig
aaü.' Wat scheelt er aan, PLUip
Jo houdt toch wel van Connie? t Is
zoo'n bescheiden, klein Jch6P!®lt,,e;
Maar goud - zuiver goud Als Je
haar bedroog....
- Je hebt het geraden, Gwen, als
gewoonlijk. Ik ben bezig haar te it-
driegen ellendig. Ik ben een
idioot geweest. Haar vader lieeft m I
vast tn zijn klauwen, en ais ik wei.
eer haar te trouwen, gaat hl] met
zekere schuldbekentenissen naar oom
Joseph je weet wat dot beteekent
-Zeker, dat je weer gedohhed
hebt? Wat ben je toch zwak. Phil!
Het verwondert mij niet, dat het je
Gwen^praat zóó niet Uk ben er
al akelig genoeg aan toe i je behoeft
niet te zedepreken.
- Denk je, dat Connie van ]e
h01 Voor ben lk haast zeker van. en
zii denkt dat ik van haar houd dat
is' het ongelukkigste. Ais ze nuj aan
ziet met die groote, vertrouwende
ragen, voel ik mij haast gedwongen,
haar alles te bekennen.
Gwen kreeg een kleur trok haai
arm'terug en wendde zich toornig tot.
be™ Philip, ik schaam mij over je 1
Ik" dacht niet, dot je zbó kon hand.-
lei) Wil je Connie's leven bederven
I aat bnor nu vrij, eer het te laat is.
Phil, je hebt. mij lole"rjp1.ft
heb altijd zoo'n idéé gehad, dat ji
heler was dan andere mannen, en
nu blijk je net te zijn alB de re-t
verschrikkelijk. - weet
- Het spijt mij, Gwen. Ik weet.
riit ik slecht, handelmaar wat kan
ik doen Ik heb don moed niet, om
't Stance te zeugen of nujn oom
en de armoede onder de oogen
Z10" Ik heb je gewaarschuwd dus
kiik uit. Als ik cr mogelijk toe be
sluit voor amateur-inbreker te spe
len 'en die papieren te stelen zal
woorden suisden nog m zijn ooi
is lk er toe besluit, die papieren te
stelen, zal ik 't je laten weten
Waarom zou hij ze met zelf stelen
HÓ kende de plaats, waar bilas ze
vel-bot-g een veelte sleutel zou d,
S?ïfn, natuurlijk fZT afs hij
slaagde had hij het spel in handen.
SïffiiS'Ti-s«waas:
Ja hij ZOU het wagen.
Een kerkklok in de buurt speelde
en sloeg dan een.... twee.... en vjeer
was er doodstilte. Donovan sloop uit
K schuilhoek en strekte do ver
stramde leden. Nu sliep toch zeker
'^Terwijl1 hij voorzichtig op de teenen
stante ln de richting van de biblio
theek, raakte zijn mouw een palm,
die zwak ritselde. Hij schrok lievig
en trok zich weer in het donker te-
rUflij liad Constance dien avond ge
zien en nooit eerder had hij het zoo
hard gevonden, zijn ellendigo ri:!
soelen De Wik, waarmee ze hem
goeden nacht had gevvenscht vet-,
volgde hem. Die groote, trouwe
oogen hadden hem altijd een vaas
oevoel van onrust gegeven t kostte
hem moeite, hun blik te doorstaan.
Hoe zou de uitdrukking van die
oogen zijn den volgenden keer, als ze
ellfaar ontmoetten Hij hoopte dat
hl haar nooit woer ln 't gelaat be
hoefde te zien. Ze was zoo ltwaad
niet op don duur zou hu misschien
van haar kunnen gaan houden
maar neen, 't was beter zoo.
?t Zou eerst een wreede slag voor
haar zijn, maar later zou ze er bil]
^Gelukkig was de serredeur niet
gesloten i hli kon Mor de
fiekken en in de biblitoheek komen.
Het dikke tapijt smoorde de voetstap-
P6Hij stak een klein lampje aan, dat
nn de schrijftafel stond. Voor de sofa
o-eknield, stak hij den valschen sleu
tel er in, dien hij met veel moeite en
He! bad gekregen. Tot zijne Dlijd-
schap dralide het slot gemakkelijk.
Hii beefde van opwinding in een
oogenblik zouden de schuldbekente
nissen, die maanden lang zijn nacht-
merrte waren geweest ln syn bezit
ziin 1 Hij zou vrij worden
Wat was dat? Plotseling hoorde
hij zacht der. kruk van de deur om
draaien.... Met zweetparels op voor
hoofd, school hij achter de kast, luis
terend. Neen 't was zijn ',ent™
achtige verbeelding alles bleef stil.
Het duurde niet lang, of hij von^
wat hij zocht, llij stak t Pakl?
zijn zak en legde de papieren, die hij
ter-zij geschoven had, weer netjes.
- Mag iL vragen, wat je aaar
doet. Philin
Donovan sprong haastig overeind
't was Constance Eerst herkende
hij haar haast nietze was in een
lichten peignoir, mei loshangend
haar. Haar gezicht was bleek, de
ooeen groot, de mond' strak.
Philip antwoordde niet. Wat kon
hij zeggen Hoe zijn aanwezigheid
hier verklaren
Wat beteekent dat W at hen
ie uit mijn vaders brandkast geno
men Waarom ben je hier vroeg
Constance.
Haar toon was gebiedend.
Ik heb niets genomen. Ik ik
kwam voor papieren, die je vader mij
beloofde.
- Je hebt een zonderlingen tijit
uitgekozen om ze te halen. Wat is er
in dat pakje ik zag je t in den
zak steken. Ik mag-toch wel om op
heldering vragen
Er valt niets op te helderen. Ik
kon niet vinden wat ik zocht.
- Dat is niet waar, Philip. Ik heb
n 'i oog gehouden, al 'n heel poos
je. Als je mij niet dadelijk dat pakje
geeft, roep ik de bedienden.
Philip bleef roerloos. Zij deed een
paar stappen naax de bel. Hij voelde
zich als het gejaagd wild, en in zijn
wanhoop sprong hij op haar toe.
Doch Constance was hem te vlug
af een nistool met zilver gemon
teerd, flikkerde voor zijn oogen.
- Pas op, Philip, pas op Als je
mij aanraakt
Donovan deinsde terug. Was alt
Constance, zijn lief. zacht meisje
Vrees kende zij blijkbaar met.
Het pistool nog op hem gericht,
naderde zij weer de hel.
Constance S Heb medelijden I
Geef dan dat pakje.
Hij legde het op de tafel.
Leg dat ding toch weg I Ik zal
geen poging nicer doen om de paple
ren te krijgen. Ik zweer het op mijn
eer als
Op je eer, zeg je
Hare lippen krulden minachtend.
Donovan leunde tegen de tafel, slap
en lerslagen. In hare oogen en
in die van de geheele wereld, als het
avontuur bekend werd zou hij nu
een gemeeue dief zijn 1
O. als ik je maar kon verkla
ren zuchtte hij wanhopig.
Maar dat kan ik nietZal je aan
je va,der vertellen, wat je hebt ont
dekt
- Neen. Omdat je er met m ge
slaagd bent, iets te nemen, zal ik 't
aan niemand vertellenmaar je
mag nooit weer lot mij spreken. Leg
het maar aan vader uit, zooals jc t
best lijktEn ga nu heen, alsje
blieft
Philip ging langzaam naar de
deur. Doch van meening veranderd,
keerde hij zich om en kwam aan
haar zijde.
Constance, lees die papleren, eer
j mij geheel veroordeelt. Ik hen in
de macht van je vader hij gaf uiy
geen keuze. Ik ben niet zóo slecht, als
Ie misschien wel denkt.
Hij wachtte even. Zij antwoordde
niet. Haar gezicht was, zoo mogelijk,
nog iets bleeker geworden. Zo wees
naar de deux'.
Donovan voelde, dat hij voor altua
uit dat huis verjaagd was.
III
Twee morgens later zat Pliilip op
zijn kamer, pogingen doende om wat
te ontbijten. Hij zag er akelig bleek
en ziekelijk uit. De laatste twee da
gen had hij doorgebracht m bange
onrust, telkens verwachtend, dat mj
iets zou vernemen van Silas l'iet-
clier. En de vraag, hoe hij het ver
breken van zijn engagement zou uit
loggen, kwelde hem onophoudelijk.
Wat zou hij er niet voor hebben
gegeven, om weer op den ouden voet
te zijn met Constance De herinne
ring aan dat tragische figuurtje, met
het pistool op hem gericht, maakte
hem bijna geit. Haar moed liad zijn
liewondcring gewekt zelfsi ul dat
oogenblik, en nu het te laat -aas,
wist hij, dat hij haar hef had, zooals
hij nooit weer zou kunnen liefhebben.
En haar had hij onwaardig geacht,
ziin vrouw te worden.
De knecht bracht de post. Er was
een brief bij van Connie, een paar
regels maar, doch die hem de kans
gaven, haar weer te zien
Kom hadenmorgen twaalf uur
„hij mij: Ik hel) gewichtig
'„nieuws. c p
Philip bracht het sierlijk velletje
papier even aan zijn Unpen en borg
hot toen In zl n portefeuille.
Een minuut later ging de kamer
detr open 1 zonder comphmomeu
stormde zijn nicht Gwendoline naai
binnen, warm en buiten a^™-
Sic Joseph is dood berichtte zij
Goede hemel, Gwen Moet dat
"LSoUmwtterde zich met haat
"rt'lk maak geen grappen over zul
ke ernstige onderwerpen, Philip. 113
de waarheid. Ze hebben hem van
morgen dood in 't bed gevonden
hartverlamming. Ik begreep, dat J
•t nog niet kon hebben gehoord