Verschijnt dagelijks, behalve óp Zw- en Feestdagen.
NIEUWS- en ADVERTENTIEBLAD.
-
20s Jaargang. No. 7740
DONDEBDAQ 17 SiSPTEMBEB 1908
HAARLEM S DA
1<20
ABONNEMENTEN
PBR DRRB MAANDBNt
Voor Haarlem
Voor de dorpen fa den omtrek waar een Agent gevestigd fe (kom der
gemeente)J-30
Franco per post door Nederland 1-65
Afzonderlijke nummers 0.02 Yt
Geïllustreerd Zondagsblad, voor Haarlem 037 y%
„de omstreken en franco per post B 0.45
Üitgave der Vennootschap ioarens Coster. Directear C. PEBREBOOWL
ADVERTENTIÊNi
Van 1—5 regels 50 Cis.: Iedere regel meer 10 Cts. Bulten het Arrondissement
Haarlem van 1—5 regels elke regel meer /O. ff Reclames 30 Cent per regel
Bij Abonnement aanzienlijk rabat
Advertentiën van Vraag en Aanbod, hoogstens zes regels. 25 Cis. per plaatsing:
50 Cts. voor 3 plaatsingen a contant
Redactie ec Administratie: Groot© Houtstraat 55.
iBtifeommiinaaS Telefoonnummer der Redactie 600 en der Administratie 724
Drogerij i Znidsr Bultcnspaarse 6. Telefoonnummer 122.
ToS de plaatsing van advertentiën en reclames van blóten het Arrondissement Haarlem !n dit blad Is uitsluitend gemachtigd het Algemeen Binnen- en Buitenlandsch Advertentie-Bureau D. Y. ALTA,
Warmoesstraat 76—78, Amsterdam. Telephoon interc. 6229.
DIT NUMMER BESTAAT UIT
ZES BLADZIJDEN.
EERSTE BLAD.
AGENDA
VRIJDAG 17 SEPTEMBER.
Stadhuis: Verkiezing van een lid
voor de Kamer van Koophandel en
Fabrieken, 81 uur.
Terrein Geldelooze pad: Voorstelling
circus Gorty-Althoff, 8 uur.
OM ONS HEEN
No. 798.
Particuliere en Algemeene
belangen.
Niet zonder verwondering, le
zers, heb ik opgemerkt, dat nu
weer, na langen tijd van rust op dat
punt, aan de candidaten voor den
gemeenteraad een vraag is gedaan.
Namelijk door de vereeniging Ons
Belang, de organisatie van de
vergunninghouders, die willen weten
hoe de candi daten denken over het
behoud van de kermis. Mot welke
bedoeling dat gevraagd wordt, is dui
delijk. Wie voor de afschaffing is, de
afschaffing van de kermis bedoel ik,
zal niet werken in t belang van O n s
Belang en dus haar steun met
ontvangen. U» mrmisbehouder >s
haar man.
lk zei daar, dat we in lang zoo n
vragenlijst niet gehad hebben. Jaren
geleden. >n den tijd van de vereeni
ging Volksbelang, was dat andexs.
Die vroeg den candidaten naar alles
en nog wat en wanneer er een punt
op de lijst vergeten was, kwam er
oen jongentje met een briefje, „hoe
mijnheer hier of daar wel over
dacht" en wachtte op de mat op ant
woord. De onderwijzers zijn er ook
een tijdlang sterk in geweest Als je
niet over alle onderdeden van het
lager onderwijs een oordeel had ge
vormd (en tl an nog wel het goeie
kwam je niet in aanmerking om ge
steld of gesteund te worden. Dat
noemden ze in dio dagen, geloof ik,
politiek leven. Eerlijk gezegd heb ik
vroeger voor die methode wel wat
gevoeld, 't Klinkt zoo aardig als je
zegt„we moeten weten, wat we
aan onze candidaten hebben, ze moe
ten maar eens ruiterlijk met hunne
denkbeelden voor den dag komen."
Naderhand ben ik gaan twijfelen, of
dat de rechte manier wel was.
Heusch, de menschen die worden
aangezocht om voor den eersten keer
een Raadscandidatuur te aanvaar
den, hebben nog zoo weinig over ge
meentezaken nagedacht en zelfs wan
neer ze dat gedaan hebben, weten ze
er nog zoo weinig van. Wat beduidt
het dan, dat ze de eene vraag met ja,
de andere met neen beantwoorden
Later, wanneer ze in den Raad geko
men zijn, zitten ze met hun verkla
ring als een blok aan 't been, zoodx-a
ze bemerken, dat hun antwooi-d fout
is geweest. De gemeente-administra
tie moet geleerd worden, precies als
de rest. Wat we wenschen, weten we
allemaal, maar wat uitvoerbaar is,
bespeur je pas als je in den Raad ge
komen bent.
De meeste candidaten maken zich
er dan ook met een Jantje van Leiden
af, zeggen ja noch neen en houden
hun vrijheid voor de toekomst. Of ze
gelijk hebben. En dat te meer, omdat
die dreigende vragenlijsten, voor
zoover ik weet, nooit de candidatuur
in gevaar hebben gebracht. Als dat
politiek leven moest heeten, dan is
het woord leven, meen ik, op te vat
ten in den zin van rumoer, lawaai.
Och, waarde lezers, wat zou het
ook te beduiden hebben of iemand
vóór of tegen de kermis is. Maakt
d&t hem tot een slecht of tot een goed
Raadslid Er zijn immers veel ande
re dingen, die van veel grooter be-
teekenis zijn voor het algemeen be
lang. Maar hier heb ik u bij 't oor,
leden van Ons Belangl Het is u
niet uitsluitend om het algemeen,
maar ook om uw eigen belang te
doen. De kermis is voor u een voor- i
doel, haar verdwijning zou een scha-
wezen. Ziedaar van uw vraag
de achtergrond.
Ik zeg dat niet, omdat ik zelf een
tegenstander van de kermis ben, in
tegendeel voor zoover ik er iets aan
doen kan, zal zij bestaan, totdat zij
aan haar eigen verval van krachten
sterft. Maar 't beginsel deugt niet.
Stel, dat we allemaal dezen kant uit
gingen. Ik zie de bewoners van den
Wagenweg aan de Raadscandidaten
de gewetensvraag stellen „is u voor
keien of klinkers ik hoor de be-
wonei's van de Groote Houtstraat in-
formeoren „zult u er toe meewerken,
dat we asphalt krijgen?" Anderen
zullen willen weten, of de candidaat
een flink speelterrein voor do jeugd
wil afstaan, weer anderen, of hij de
Bakenessergracht wil helpen dempen,
niet eigenhandig namelijk, maar door
zijn stem. En zoo zou de arme can
didaat over alleriei punten van ge
meentelijk beheer hebben te. beslis
sen, nog vóór dat hij die behoorlijk
kan overzien. Neen waarlijk, dat is
de goede richting niet.
Ik geloof, dat een Raadscandidoat
moet voldoen aan de eisehen, die le
vinden zijn in deze drie vragen:
Wil hij werken
Heeft hij een vlug begrip en gozond
verstand
Kan hij zijn gedachten duidelijk
weêrgeven
En wanneer vertrouwbare men
schen, die hem kennen, op die drie
vragei' volmondig „ja" kunnen ant
woorden, dan zal hij in den Raai een
goed figuur kunnen maken.
Ik zegkunnen. Want hij doet
het daarom niet altijd. Menigmaal
wordt iemand in den Raad gebracht,
van wien na een jaartje blijkt, dat
hij er nooit in had moeten komen.
Dezelfde menschen, die hem inder
tijd met moeite hebben overgehaald
om zich te laten benoemen, zouden
nu wel willen, dat hij uit eigen be
weging maar weer heenging. Daar
denkt hij niet aan. Tengevolge van
oen lang niet zeldzaam zelfbedrog is
de eenige, die niet inziet, dat hij voor
Raadslid niet deugt, hij zelf. En aan
gezien menschen maar heel zelden
den moed hebben om elkaar ronduit,
vierkant (hier is rond en vierkant
hetzelfde) te zeggen waar heit op
staat, kan hij zich jaren achtereen
blijver, koesteren in de meening, dat
hij nog zoo kwaad niet is. Totdat de
tijd van aftreding nadert en de vrees,
dat hij niet herkozen zou kunnen
worden, hem tot diepere zelfpeiling
brengt en, wellicht, tot het inzicht,
dat hij zijn taak wel anders (en be
ter) had kunnen opvatten.
Nu behoort het evenmin tot de ge
bruikelijkheden, dat zoo iemand dan
op zoo'n oogenblik openhartig ver
klaart „hoor eens, ik treed nu toch
af, ik gevoel, dat ik minder geschikt
ben voor de functie en stel mij der
halve niet verkiesbaar." Ik hei-zeg
dat is niet gebruikelijk. Het is in
onze soms zoo zonderling redeneeren-
de maatschappij een schande, om te
erkennen, dat men iets niet goed kan.
Bovendien heeft de aftredende een
vaag veimoeden, dat zijn gewaarwor
ding van ongeschiktheid wel zal over
gaan, zoodra hij weer herkozen Is.
Nu zou de logica meebrengen, dat
zijn vrienden, de voorzitter van de
kiesvereeniging, die hem gesteld
heeft bijvoorbeeld, hem kalm, maar
beslist onder bet oog brachten, dat
hij tekort geschoten is en zich nu een
eervollen aftocht kan verzekeren,
door onder het een of ander voor
wendsel, drukke bezigheden bijvoor
beeld, voor een herbenoeming te be
danken. Daar komt evenwel niet van.
Vooreerst omdat men in onze samen
leving dergelijke openhartigheden
niet zegt. Hoogstens kan een heel,
heel voorzichtige opmei-king, zóó ge
steld, dat de betrokkene die niet op
zich behoeft toe te passen als hij dat
niet wil, er mee door. Laat de betrok
kene die nu langs zich heen gaan,
dan heeft de vermaner het zijne ge
daan en kan tot andex-en zeggen, dat
hij de opmerking heeft gemaakt,
maar dat de ander er niet op inge
gaan ia.
Bovendien is het veel gemakkelij
ker, om bij de peidodieke aftreding
niet te veel candidaten noodig te heb
ben. In een stad als Haarlem, waar
om de twee jaar tien of elf leden te
gelijk aftreden, wordt licht een soort
overeenkomst getroffen tusschen de
kiesvereenigingen onderling. Deze
zou hoogst moeilijk worden, wan
neer men aanmerking ging maken
op de waarde van de aftredende le
den. Het is niet altijd gemakkelijk
voor een afgekeurd lid dadelijk een
beteren te vinden. Bovendien spreekt
dan ook de politiek een woordje mee.
Critiek wordt welhaast beschouwd
als een daad van onvriendelijkheid,
niet als een uitvloeisel van den
wensch om het gemeentebelang te
dienen, 't Natuurlijk gevolg is, dat de
partijen als regel elkanders candida
ten overnemen en het over een paar
openvallende zetels eens worden, zoo
dat de zwakke bx-oeders met de ande
ren mee doorgaan en herkozen wor
den. Het moeten gemengde gevoelens
zijn, waarmee hard werkende Raads
leden hunne onbeduidende collega's
opnieuw voor zes jaar geïnstalleerd
zien. Wat de kiezers zelf betreft, die
zich het geval 't meest moesten aan
trekken, zij hebben als massa een zoo
volslagen onverschilligheid voor de
samenstelling van hun gemeentebe
stuur, dat zij zelfs wanneer het
schreeuwendste prul opnieuw wordt
gecandideerd, geen veertig man bij
elkaar kunnen brengen om- een flin-
icen legen-candidaat te stellen.
Dóór schuilt het groote kwaad.
Niet in de vraag, of iemand tegen de
kermis is, maar in den duffen sleur,
waarmee Jan, Piet en Klaas, in weex1-
wil vaxx hun door ieder erkende on
geschiktheid, altijd maar opnieuw
worden gecandideerd en gekozen.
Had men den moed maar eens om
een flinke opruiming te houden
Maar die zal nooit komen, zoolang
leden en besturen der kiesvereeni
gingen bang zijn om personen te
kwetsen, bang om de weêrp,artij een
zeteltje meer te gunnen,, bang voor
alles.
Wat beduidt tegenover dit groote
kwaad do vraag, of een caxxdidaat
voor of togen de kermis is Geen
sikkepit.
J. C. P.,
duiteniaiidsch Overzicht
VON BüLOW EN DE HOOGE
POLITIEK.
Belofte maakt schuld
We moeten dus eenige nadex-e be
schouwingen geven over do uitlatin
gen vaxx den Duitschen Rijkskanselier
over de hooge politiek. Gisteren
merkten we reeds opVo-n Bülow
heeft in zijn vraaggesprek met den
Engelschen persman veel eigen
aardige dingen gezegd.
Allereei-st heeft de Vorst wat zitten
praten over de verhouding tusschen
Engeland en DuLfcschland en hield na
tuurlijk het betoog, dat.... alles zoo
vriendschappelijk mogelijk Ls. Is
toch sein zonderling feit, dat de Vor
sten en Regeerders zoo dikwijls ze dit
kunnen, bij den lieven vrede zweren,
tei*wijlde gespannen verhoudingen
de uittingen van de bevolking en
van de pars zijn veelal de baste ther
mometers voor de bepaling van het
nationaal gevoed! maar blijven.
Die kunnen de Regeerders ook niet
wegpraten al zijn ze nog zoo diplo
matiek, want.... de oorzaken worden
niet bestreden oorzaken alscon
currentie op handelsgebied, overtref
fing in legerversterking en vlootuit-
breiding, sluiten van verbonden en 't
aangaan van vriendschapsbetrekkin
gen met andere landen. Dus... is er
geen overdreven waarde te hechten
aan de vredelievende woorden van Re-
geei-ders ook niet van Vorst Von
Bülow
Maar.... Von Bülow is in z'n vrede
lievende rede toch nog oorlogszuchti
ger geweest, dan men in gewone om
standigheden mag verwachten. Zijn
batoog komt hierop neer „Duitsch-
lamd heeft niets tegen Engeland, niets
tegen Frankrijk, niets tegen..doch
als die landen onwelwillend tegen ons
Duitschers worden, dan.... zou een
wraakzuchtige wrok kunnen ontstaan,
in kracht eu duur gelijk aan dien,
welke de invallen van Napoleon heb
ben verwekt. In die bewering treffen
we iets aan van de beroemde (beruch
te) uitlating van den Keizer „Men „„—o,
wil ons omsingelen...., we zullen t1 wenschen tot Von Bülow gericht, in
niet afwachten" en ook iets van
„wij zijn niet bang, kom maar op als
je durft I
Goed beschouwd moeten we dus al
heel weinig waarde hechten aan dit
opzichtige gepraat over don vrede!....
Von Bülow heeft ook de Marokko-
zaalt besproken.... Nu ja, hij twijfelde
nieit aan de goede bedoelingen van
Frankrijk, maar toch... het wantrou
wen is tusschen de regels te lez'en. Ook
bij deze zaak wordt 't oorlogsgevaar
ter sprake gebracht, en wel op heel
eigenaardige manier. De Rijkskanse
lier zegter is een misverstand
oerst werd gedacht, dat Duitschland
bepaald een oorlog wilde, en nu
wordt gedacht, dat het tot elk en
pr ij s den vrede wil bewaren... 'tEen
noch 't ander is juist.
„Deze opvatting sluit, nog daarge
laten, dat zij onjuist is. zekere geva
ren in zich. Duitschland wenscht met
rust gelaten te worden en voor eigen
welzijn werkzaam te zijn. Er is na
tuurlijk een grens, die niet overschre
den kan worden, namelijk dat wij ons
geen nationale kloineerlng kunnen
laten welgevallen. Indien er gevaar-
mocht dreigen, zal niet gezegd kun
nen worden, dat het uit Duitsch-
land's wensch om den vrede te bre
ken, zal ontstaan, maar uit de opvat
ting, dat er een afspraak bestaat, om
Duitschland in toom te houden en het
te benadeelen."
Deze uitlating van den Vorst is over
duidelijk 't Is diplomatiek uitgedrukt
maar er is niets anders in te lezen,
dan een waarschuwing aan 't adres
van Frankrijk c. s. (Engeland, Rus
land, enz.) om 't niet al te bar te ma
ken. De adelaar laat zich niet tar
ten
Na deze beschouwing dringt wel
van zelf de vraag op hoe staat 't nu
met de
MAROKKO-ZAAK
De stand van zaken is nog 't zelfde.
Moulay Haf id heeft in zijn bloem
rijken minnebrief aan de maagd
Europa het hof gemaakt, en om er
kenning als Sultan gevraagd. Hij
wacht nog antwoord.... Frankrijk en
Spanje hebben als een zwartgallige
schoonpapa verschillende voorwaar
den voor het „huwelijk" gesteld
Moulay Hafid moet dit doen.... Mou
lay Hafid moet dat doen... en dit,...
en dat.... Maar-'t voornaamste is, dat
de nieuwo Sultan aan Frankrijk de
kosten moet vergoeden *vaix de expe
ditie naar Cossablanca.
Dit wil Duitschland niet toestaan
redeneerend Moulay Hafid heeft
geen geld om de schuld te betalen, 't
gevolg zal zijn, dat Frankrijk uitstel
van betaling geeft.... de schuldenaar
moet vriendelijk tegen zijn scihuld-
eischer zijn.... Frankrijk heeft door
een „stiekxim" achterdeurtje alle
macht in Marokko 1...
Frankrijk en Spanje hebben hun
nota met voorwaarden voor de erken
ning van Moxilay Hafid aan de mo-
geixdheden gezonden ook aan
Duitschland.
De Duitse he Regeering heeft zich
nog niet officieel uitgelaten of is in
deze zaak waarde te hechten aan de
gezegden van Von Bülow? Anders
is het met de persDeze is zeer
scherp en veroordeelt In 't algemeen
de houding van Frankrijk en Spanje
c. s. 't Is niet óén blad neen Voss.
Ztg., Nat. Ztg., Post, Gennania,
Tagl. Rundschau, Deutsche Tages
Ztg. en nog vele andere.
De Germania schrijft
„Nemen we aan, dat de mogendhe
den de algemeens waarborgen door
Frankrijk geëischi, aanvaai-den.
Wanneer zuilen deze wox-decn onder
zocht? Als men Frankrijk laat be
gaan ,dan zullen Moulay Hafid en
zijn opvolger al lang dood zijn, voor
het hem erkend heeft. Intusschen
zouden er niet alleen stroomen
lxikt, maar ook stroomen bloed om
Marokko kunnen zijn vergoten..."
„Wij hopen aldus de Tfigl.
Rundschau dat xnen aan de Wil-
helmstrasse de Fransche no'ta in
haar huidigen vorm niet zal aanne
men. De Duitsche regeering heeft,
door ihaar houding in zake Marokko,
het Dxxitsche volk vaak genoeg onte
vreden gemaakt. Wanneer, door het
aannamen der Fransche pretenties,
de fanfare, die men met vreugde
heeft gehoord, opnieuw gevolgd werd
door een capitulatie, dan zouden wij
deze manier om voor o-nze nationale
waardigheid te waken, niet kunnen
begrijpen. Het gaat nu niet meer om
Marokko, maar om onze natio
nale e r".
Zoo zouden we kunnen doorgaan,
'i Is echter genoeg. Laten we er
vooral op wijzen, hoe gewei-kt wordt
op de nationale eer, wat... erg
gevaarlijk is *t is spelen met luci
fers bij een vat buskruit 1...
't Is niet alleen de pers, ook het
publiek.
De Duitsch-Marokkaansohe Veree
niging, te Bei-lijn, heeft haar geluk
zak® de energieke houding van
Duitschlai'jd ten opzichte van Mou
lay Hafïd's erkenning.
In haar schrijven wraakt de vex*ee-
niging de ongehoorde en
schandelijke politiek van Fi-ank-
rijk, en waarschuwt zij den rijks
kanselier tegen nieuwe concessies.
Wat zal al dat Marokko-gemodder
ons nog brengen 1...
Veel aangenaams zeker niet I
DE DUITSCHE SOCIALISTEN.
Van de nu gehouden vergaderin
gen is weinig bijzanders te rappoi'-
teeren, want de behandeling van het
geschil tusschen de Noord- en Zuid-
Duitschers over hot vóór stemmen
bij begrootingen, is... uitgesteld
Er wondt getracht een verzoening
tot staiKl te brengen, maar... daar is
weinig kans op I Algemeen wordt
een scheuring in de partij verwacht,
ook al wordt veel gedaan om dit te
voorkomen.
EEN AANSLAG OP KEIZER
WILHELM.
't Kluchtige blijspol is onzen lezers
bekend... De Duitscho Keizer zou een
bezoek brengen aan Fransch grond
gebied Z. M. had zich zelf uitge-
noodiigd, do Fransche autoriteiten
hadden 't toegestaan en... Wilhelm
kwaxn niet.
Nu peinsde menwaarom
waartoe?.... waardoor
Het Journal komt nu mét de op
lossing.
Er waren twee booze anarchisten
fabrieksarbeiders uit Mühlhausen
op weg gegaan om den Keizer op
Fransch gebied to vermoorden. De
politie te Colmar was telegrafisch
verwittigd -ecu er waren bij zand are
bevelen gegeven aan do grensbeamb
ten en veldwachters, die bij de villa
van Uartmann opgesteld waren. Zij
waren met geladen geweren gewa
pend en hadden last, om op ieder die
den Keizer wilde naderen, te schie
ten...
Nu was Wilhelm bang!....
Of wo dit verhaal gelooveax?... Eei*-
lijk gezegd niet 'i zal wel een
sensatie-verzinsel zijnDe reden
van de wonderlijke niot-komerij moet
weer gezocht werden in de wispeltu
rige staatkunde der Oosterburen.
Zooiets is in den laatstea tijd alle-
daagsch
INTERPARLEMENTAIRE
CONFERENTIE.
Deze Wordt thans in Duitschland
gehouden, en door vole afgevaardig
den ook een 50 Hollanders bij
gewoond. 't Doel is verschillende
vooi-bereidende zaken voor een vol
gende Vredesconferentie (misschien
in 1915 te houden) te bespreken.
Gisterenavond werd de eerste zit
ting gehouden, alleen echter van
Duitsche congressisten.
In die bijeenkomst verschenen de
Amei'ikaansche afgevaardigden, die
aan de Duitschers een zwart-wit-roo-
dè vlag ten geschenke gaven, die het
opschrift droegInternational Arbi
tration and Peace Congress.
Bij de overhandiging hield Bart-
hold een toespraak. Moge, aldus be
gon hij, deze stomme en toch zoo wel
sprekende boodschap niet ailleen een
daad van internationale hoffelijk
heid, maar een bewijs van oprechte
vriendschap en een voorieeken van
duux-zanien vrede zijn. Deze schoone
hoop wordt gelukkig door den werke
lijker toestand, ten volle gewettigd.
Voorts prees de Amerikaan de goede
verhouding tusschen Duitschland en
Amerika.
„Nooit te voren zijn de betrekkin
gen beter dan* of ook maar even goed
geweest als nu. In plaats van eene
zekere koele onverschilligheid is een
gedurig toenemende genegenheid ge
komen, over en weer."
Zou clan in de verre verten een
verbond of entente te zien zijn
DEENSCHE MIMSTERCRISIS.
De afgetreden minister-president
Christensen heeft aan zijn kiezers
een open brief gericht, waarin hij
openhartig mededeelt, hoe Alherti
hem, en vele andoren heeft bedro
gen. Chrlstensen verklaart, dat hij
gewenscht had, zijn ambt niet te
verlaten, voor dat de Rijksdag een
oordeel had uitgesproken maar de
aanvallen van vexrschillende zijden on
de daaxxloor opgewekte zenuwachtig
heid haddon hem van meening doen
veranderen.
UIT HET TURKENLAND.
De Koning van Engeland zond aan
den Sultan van Tux-kije het volgende
telegram
„lk verzoek U. M. mijne oprechte
gelukwenschen te willen aanvaai'den
bij den ecx-sten verjaardag, dien U.
M. herdenkt sedert de wederinvoe
ring der constitutie. Er is alle grond
voor do hoop, dat met een zoo ver
lichten en zoo uitnemenden groot
vizier het Ottomaansche Rijk slechts
kan vooruitgaan, terwijl de naam
van U. M. van nu af in de wereld be
roemd zal wezen.'
Engeland „smoest" aardig met den
zieken man
VENEZUELA.
De particuliere berichtgever van
den New-York Herald" die in Ve
nezuela heeft gereisd, om den toe
stand daar to lande te loeren kennen
zegt, dat president Castro bezig is
met de toebereidselen tot een lang
durige reis door het land, blijkbaar
met hot doel zich te verzekeren van
den steun zijner landslieden en om
iedex-e poging tot een revolutie in den
kiem te smoren. IliJ heeft, met het
oog op een mogelijke blokkade, be
stellingen gedaan van een hoeveel
heid tarwe, grooter dan ooit in het
land is ingevoerd.
Stadsnieuws
SALARISREGELING ONDER
WIJZERS.
In Maart van dit jaar zond de af
daling Haarlem van den Bond van
Nederlandsch© Onderwijzers een
adres aan den Raad in zake wijziging
der salarissen van onderwijzers.
Nu door B. en W. voorgesteld is op dit
adres afwijzend te beschikken en zij
met andere voorstellen gekomen zijn,
heeft de afdeeling zich nogmaals mot
een adres tot den Raad gewend. De
voorstellen van B. en W. worden dooi
de afdeeling. geciütiseerö verschil
lende der aangevoerde argumenten
werden reeds besproken op de on
langs gehouden openbare vergade
ring. Voornamelijk wordt betoogd,
dat het geen gunst is, dat de ge
meente de verhoogde rijksbijdrage be
stemd heeft voor de verbetering der
salarissen van de onderwijzers, aan
gezien de gemeente daartoe moreel
verplicht was. De handhaving van 't
plaatsvervangend hoofd wordt afge-
keurd, vooral waar deze plaatsver
vangende hoofden belangrijk meer
salaris ontvangen dan gewone onder
wijzers, zonder dat zij meer werk be
hoeven te verrichten.
Het aanvangssalaris van 600 wordt
veel te laag geacht* f 700 was min
stens noodzakelijk.
De regeling der periodieke verhoo
gingen wordt ook niet goedgekeurd.
Inzonderheid wordt opgemerkt, dat
de verhoogingen op vergevorderden
leeftijd niets beteekenen, wijl slechts
weinig onderwijzers 30 of 40 dienstja
ren hebben.
Vervolgens wordt betoogd, dat de
gemeente minder geld voor de sala
risverbeteringen besteedt, dan zij van
het Rijk ontvangt. Vooral zal dit blij
ken, als het personeel wisselt, wijl 't
bedrag der uit te betalen salarissen
dan zal verminderen.
Ook wordt het ontslag der gehuw
de onderwijzeres afgekeurd, omdat
dit tegen Wet op het L. O. is.
Het adres beslxiit:
„Onder volkomen waardeering van
de verbeteringen, door het college van'
Burgemeester en Wethouders voor
gesteld, meende het bestuur toch de
ze opmerkingen onder Uw aandacht
te moeten brengen, hopende dat U
daarin aanleiding moge vinden, no£
die verbeteringen aan te brengen,
welke die voorstellen nader zullen
brengen, tot wat door oxxs in het be
lang van onderwijzer en onderwijs
gevraagd is."
OEFENINGEN VAN HET 10e REGI
MENT INFANTERIE IN DE
LEGERPLAATS BIJ
LAREN.
16 September 1908.
Heden werd uitgerukt tot het hou
den van regimentsoefeningen, onder
leiding van den regiments-comman
dant, den kolonel Neeteson.
Bij de oefening werd verondersteld,
dat uit oostelijke richting vooruitge
schoven bruine afdeelingen Amers
foort hadden bezet terwijl blauwe
troepen te Utrecht (in eigen land)
zouden worden samengetrokken.
Bijzonder oorlogstoestand Blauw
en Opdracht
Hot '10e regiment infanterie (4 ba
taljons), waarbij een afdeeling met
geweren bewapende wielrijders, mar
cheert over Naarcten, Bussum en Hil-
vorsum, om zich te Utrecht aan te
sluiten bij de blauwe le divisie, die
aldaar verzameld wordt.
Toon na hei bereiken van Bussum
het voorste bataljon der hoofdmacht
was afgebogen, om den linkerflank te
beveiligen lanes Doodewesr. renbaan