NIEUWS- en ADVERTENTIEBLAD.
26a Jaargang. Wo. 7750Verschijnt degelijk», behalve op Ztrfl- en Feestdagen,dinsdag 29 september. ;90S a
159
ABONNEMENTEN
PBR DRIB NAANDBNl
Vow Haarlem I
Vooï de dorpen In den omtrek waar een Agent gevestigd te (kom der
gemeente)-a 1.30
Franco per post door Nederlandg 1.65
Afzonderlijke nummers0.02 H
Geïllustreerd Zondagsblad, voor Haarlem 0.37 H
.de omstreken en franco per post 0.45
EJitgave der Vennootschap Lourens Coster. Directeur J. PEEREB00E
ADVERTENTIËNi
Van 1—5 regels 50 Cts.: iedere regel meer 10 Cts. Buiten het Arrondissement
Haarlem van 1—5 regels L- elke regei meer ƒ0.88 Reclames 30 Cent per regel.
Bij Abonnement aanzienlijk rabat
Advertentien van Vraag en Aanbod, hoogstens zes regels, 25 Cts. per plaatsing!
50 Cts. voor 3 plaatsingen A contant
Redactie en Administratie! Groote Houtstraat 55.
Intercommunaal Telefoonnummer der Redactie 600 en der Administratie 724
Drukkerij i Zolder Buitenspaarne 6, Telefoonnummer 122.
Tot de plaatsing van advertentlën en reclames van buiten het Arrondissement Haarlem Jn dit blad is uitsluitend gemachtigd het Algemeen Binnen- en Buitenlandsch Advertentie-Bureau D. Y. ALTA,
Warmoesstraat 76—78, Amsterdam. Telephoon interc. 6229.
PIT NUMMER BESTAAT UIT
ZES BLADZIJDEN.
EERSTE BLAD.
AGENDA
WOENSDAG 30 SEPTEMBER.
Logegebouw: Vergadering Vrijz.
Prepagandaclubs, 8 uar.
OM ONS HEEN
No. 805.
Do Werkloosheid in
Haarlem.
In het jaar 1905 is bij wijze van
proef een Arbeidsbeurs door de ge
meente Haarlem opgericht. Er was
in den Raad wel verschil van Inzicht
over de vraag, of een dergelijke in
stelling in een kleine stad als Haar
lem reden van bestaan zou hebben.
Sommigen meenden, dat de werk-
looze, die inderdaad ernstig op werk
uit is, door de geheimzinnige tele
graaf, die goede (en ook wel slechte)
tijding met dikwijls ontzaglijke snel
heid van mond tot mond dóet gaan,
gauw genoeg verneemt waar hij ar
beid vinden kan. Het terrein, zeiden
dezen, is hier gemakkelijk genoeg te
overzien.
Misschien hadden ze geen ongelijk,
maar daarbij vergaten zij dan toch
de mogelijkheid voor een Haarlem -
sche arbeidsbeurs om arbeiders aan
werk te helpen huiten de gemeente,
en hielden bovendien geen rekening
met deze belangrijke omstandigheid,
dat een centraal kantoor, waar de
een arbeiders vragen en de ander
zijn arbeid aanbieden kan, den werk
man ontslaat van het vermoeiend en
demoraliseerend rondsjouwen Van
den eenen patroon naar den anderen,
met de vraag, of er ook werk voor
hem is.
Of het ideaal in deze nu wel be
reikt is namelijk, dat de patroons
nu ook geregeld aangifte komen doen
aan de arbeidsbeurs, wanneer zij
werkkrachten noodig hebben, is een
vraag, die op dit oogenblik mis
schien nog niet toestemmend beant
woord worden kan. Niet zoo spoedig
verandert eeu gewoonte van jaren
her. Maar dat de arbeidsbeurs de
klandisic van de werknemers in rui
nen mate genoten heeft, blijkt vol-
loende uit de cijfers van insclirij
ving. In het eerste jaar waren' er
1200, in het tweede ruim 1400, in het
derde 1700 en nu, in het vierde jaar,
werden er tot half September al ruim
2100 ingeschreven.
Toen verleden jaar het bekende
rapport over de werkloosheid ver
scheen, was daaraan tevens toege
voegd een voorstel tot reorganisatie
van de arbeidsbeurs. Het College van
B. en W. was op dezelfde gedachte
gekomen en diende ook zijnerzijds
een voorstel tot wijziging in.
In hoofdzaken zijn de gewenschte
veranderingen tweeledigmen wil
een commissie van beheer instellen
en regelen treffen voor het geval, dat
zich een werkstaking voordoet. Dit
laatste is een netelig punt, waarover
in den Raad uog wel het een en an
der zal worden opgemerkt. Twee
stroomingen bestaan daaroverde
eene partij wil eenvoudig in het lo
kaal, waar de arbeidsbeurs gehoudon
wordt, een papier ophangen, waarop
duidelijk staat aangegeven, dat hier
of daar werkstaking heerscht. De
arbeider, die zich aanmeldt, weet
dan, waar hij aan toe is, en kan
voor zichzelf uitmaken of hij op dat
werk zijn diensten wil aanbieden, ja
dan neen. De andere partij wil verder
gaan en in geval van staking de ar
beidsbeurs verbieden, zich daarmee
In te laten. Met andere woorden de
aanvraag van den patroon, bij wien
de staking is voorgekomen, zou in 't
geheel niet ingeschreven mogen wor
den.
Do heele zaak is infcusschen van
eenigszins theoretisch belang. Juist
omdat hot terrein in Haarlem en laat
ons maar zeggen in geheel Nederland
zoo beperkt is, terwijl bovendien op
andere wijze de bijzonderheden van
een staking wel wereldkundig wor
den (bijvoorbeeld door de couranten),
zal het in de practijk er weinig toe
doen, of de Haarlemsche Arbeids
beurs zich als bemiddelaar leent of
niet. 't Is evenwel een van die econo
mische beginselen, waarover de hoof
den gemakkelijk warm worden
dat dan ook in den Raad wel breed
zal worden besproken. Zoodra de
voorstellen tot wijziging daar zijn
aangeland, wat tot dusver nog niet
geschied is. Intusschen schijnt er
kans te zijn, dat de zaak nog vóór
het einde van dit jaar op de agenda
komt.
Wat die commissie aangaat, die na
tuurlijk een gemengde van werkge
vers en werknemers zal moeten zijn,
haar taak zal waarschijnlijk wel in
hoofdzaak deze zijn, dat hare leden
elk in zijn kring, de belangstelling
voor de instelling opwekt en levendig
houdt. Besturen zal zij de Arbeids
beurs niet, daarvoor ia een eenhoof
dig bestuur truttiger en voldoende.
Deze commissie zal bovendien eene
geruststellende werking hebben in
zoover, dat arbeiders nu eenmaal
hunne belangen dan alleen gewaar
borgd achten, wanneer die mede door
arbeiders worden behartigd.
Dat de Arbeidsbeurs de werkloos
heid zou kunnen verminderen, heeft
wel niemand van haar verwacht, of
het moest zijn door plaatsing va.n
werklieden in betrekkingen buiten de
stad, wat onlangs nog is voorgeko
men, maar toch niet zoo lederen dag
geschiedt endoor emigratie. Be
halve in deze twee gevallen kan zij
alleen regelend, niet verbeterend, op
treden. Het gevolg daarvan is dan
ook, dat in tijden van groote werk
loosheid, als die wij op dit oogenblik
doormaken, vele arbeiders zich niet
eens laten inschrijven, omdat, naar
zij zeggen, de arbeidsbeurs „ook geen
werk uit den grond kan stampen."
Dit blijkt wel heel duidelijk uit het
aantal ingeschreven timmerlieden. In
April van dit jaar was het 20, in Mei
23 in Juni 22, in Juli 32 en in Augus
tus 47. Wel geeft dit, behalve een klei-
no verbetering in Juni, een stijgend
cijfer aan, maar iedereen begrijpt,
dat er op dit oogenblik, terwijl er zoo
goed als geen groot werk is, van de
ongeveer 500 timmerlieden, die Haar
lem onder zijn inwoners telt, helaas
veel meer dan tien procent werkloos
wezen moet.
Hetzelfde blijkt uit de ingeschreven
schilders. In April waren er 8, in Mei
11, in Juni 14, in Juli 15, *n Augustus
11. Wanneer dit de totale cijfers dei-
werkloosheid waren, zou er niet zoo
grooit gerucht door de stad kunnen
gaan van armoede en angst voor den
komenden winter.
Want we hebben in Haarlem niet
met een tijdelijken stilstand te doen,
maar met een reactie na een periode
van overvloed van werk. Tien jaar
geleden, toen er ruim werd gebouwd
in Nieuw Schoten, toen aan alle
kanten van de stad kleine en groote
huizen moesten worden gebouwd,
scheen Haarlem met zijn loonen, die
hooger waren dan op vele kleinere
plaatsen, voor den bouwvakarbeider
een waar Dorado. Men zei het elkaar
in Groningen, Friesland, in de Be
tuwe, ja waar al niet, dat daar in
Haarlem een goed bestaan te Yinden
was. Toen volgde een groote intocht
van bouwvakarbeiders, die aanvanke
lijk allen werk vonden. Met hen ves
tigden zich i al van leveranciers,
kleer- en schoenmakers, kleine win
keliers, bij wie zij hun geld konden
besteden. Langzamerhand werd even
wel het werk minder, wat drukte op
al de menschen, die ik daareven
noemde.
Toch gaf de arbeider het niet dade
lijk op. Hij wou het In Haarlem lie
ver nog wat aankijken, dan maar
dadelijk voor een lager loon werk
aannemen in een kleinere gemeente.
VolkoDien begrijpelijk en verklaar
baar. Maar naderhand werd dat op
timisme leel ijk geknakt en op dit
oogenblik zijn zij, naar mij een c
kundige verzekerde, van wien ik ook
do andere gegevens ontving, er wel
van overtuigd, dat de toestand in
Haarlem in de eerste jaren wel niet
meer worden zal als hij geweest is.
Ze zouden niets liever doen, dan een
goed heenkomen zoeken, wanneer
niet inmiddels de algemeene malaise
over het land ware gekomen, die het
werk in geheel Nederland schaars
heeft gemaakt.
Uit niets blijkt dat duidelijker, dan
hieruit, dat iirbeiders, die een vak
verstaan, thans bereid zijn tot de
treurige concessie om werk te doen,
waarvoor geen vakkennis noodig is.
Ook in Haarlem bieden er zich aan,
om te gaan arbeiden in Duitsche
mijnen. En hoewel dat weï-k, naar
luid van de verklaring van personen
dié het gezien en gedaan hebben,
niet zoo slecht en afmattend is als
men op den klank af wel meenen zou,
in het oog van den arbeider, die een
vak goed verstaat, is het een vermin
dering.
Hoewel het nu nog zomer schijnt,
zullen wij weldra midden in 't na
jaar zijn, daarna komt de winter, de
wreede. 't Is goed, dat wie phllantro-
pie beoefenen, zich dat nu reeds goed
voorstellen.
J. C. P.
buitenlandsch Overzicht
EEN GEVECHT TUSSCHEN FRAN-
SCHEN EN DUITSCHERS.
Een gevecht.... geen oorlog maar
toch....
't Ging zoo moor-geboterd met de
Marokko-zaak volle klare zonne
schijn en heldor-blauwe lucht.... de
wind steekt op... donkere wolken drij
ven.... de bliksem flitst... en nog lang
daarna gromt de donder....
In eens is 't weer mis in Marokko
staan de Duitschers en Franschen
vol nijd en haat tegenover elkaar...
Telegrammen hebben ons reeds op
de hoogte gebracht van het voorval
te Casablanca. „Op dé hoogte
gebracht" is wel wat sterk, want de,
aanduidingen waren zóó vaag, dat er-
niet veel anders uit was op te maken,
dan dat het incident had plaats ge
had hoe alles precies in z'n werk
gegaan was, mocht men raden.
Ook nu moet men dit nog
Wel staan ons vele bijzonderheden
ten dienste, maar... 't is of een Duit-
sche óf een Fransche lezing waar
deze heide belanghebbende zijn, is
t moeilijk uit te maken, wie de
waarheid geeft temeer... daar
èn Duitschers én Franschen in Ma-
rokko-zaken wel vaker „gejokt" heb
ben
Om heide de juiste eer (en tegelijk
ook oneer 1) te bewijzen, zullen we
beide lezingen weergeven.
Eerst de Duitsche (ontleend aan
de KöliDiische Zeitung) die memo
reert, hoe tot nu toe de soldaten
lees deserteurs van het Fran
sche vreemdelingen-legioen, door het
Duitsche consulaat naar het vader
land wonden geholpen. Ook Vrijdag
middag wilde de secretaris van het
Duitsche consulaat t.e Casablanca (de
heer Just), begeleid door een sol
daat van zijn legatie, eenige deser
teurs naar een in de haven liggende
Duitsche boot brengen. Deze insche
ping werd door de Franschen belet
het bootje (dat de Duitschers naar de
groote boot zou brengen) sloeg om.
de inzittenden vielen te water en lie
pen gevaar te verdrinken. De Fran
sche soldaten ontrukken de legioens-
solda.tan met geweld aan hun bege
leiders, sloegen den soldaat van het
consulaat dat het bloed erlangs liep.
en sloegen den lieer Just zoo hard in
het gezicht, dat het opzwolooi-
scheurden zij zijne kleeren. De heer
just teekeude verzet aan tegen he
wegvoeren van de legioenssoldaten,
waarop de havenkapitein hem mei
de revolver dreigde. Daarop ver
scheen de onderconsul Maenss mei
den tolk en verlangde dat de (Duit
sche) consulaatssoldaat, die op ruwe
wijzs gekneveld was, dadelijk vrijge
laten zou worden. Aanvankelijk wei
gerde men hieraan gevolg te geven,
#en pas toen de eisch in allen vorm
herhaald en op de ambtelijke hoeda
nigheid van den inhechienisgenome
ne nadruk gelegd was, werd hij, on
der voorbehoud van nadere maatre
gelen in vrijheid gesteld. De legioens-
soldaten werden, hoewel de Duitsche
consul een daartoe strekkend verlan
gen aan den Franschen ooaisul ken
baar maakte, niet vrijgelaten. Ook
andere Duitschers, die van het voor
val getuige waren, dreigde men te
knevelen. Do legioenssoldaton zitten
in de Fransche gevangenis.
Hot gebeurde is vooral ernstig, om
dat de Fransche militaire overheid
het blijkbaar uitgelokt heeft. Er wa
ren drie Duitsche deserteurs. Bij hen
hadden zich een Oostenrijksch, een
Russisch en een Zwitsersch deser
teur aangesloten, allen in burgerklee-
ren. De ambtenaar van het Öosten-
rijksche consulaat, die den Oostenrij
ker vergezelde, werd ook met inhech
tenisneming bedreigd.
Nu volgt een Fransche lezing
(gegeven door de Petit Parisien).
Sedert eenige dagen had de gen
darmerie langs vertrouwelijken weg
vernomen, dat verscheidene legioens
soldaten naar de Duitsche stoomboot
wilden desorteeren. Nu zag men
Vrijdag inderdaad, dat zes legio ens-
soldaten, die vermist werden en die
zich by Duitsche kooplui verborgen
hadden gehouden, bij de haven kwa
men en in een bootje stapten, om
zich aan boord van het tot vertrek
gereed liggende Duitsche stoomschip
te begeven. Op het oogenblik, dat de
gendarmes naar het strand liepen,
wilde het toeval, dat de boot, op
eenige meters van den oever, om
sloeg. Allen, die er in zaïten, vielen te
water. De gendarmes snelden toe,
trokken hen uit het water en maak
ten van de gelegenheid gebruik om
de legioenssoldaten in hechtenis te
nemen. Maar do Duitsohe ondercon
sul, gelastte den gendarmes, de ge
vangenen vrij te laten. Men luister
de niet naar hem. Intusschen was
een groote volksmenigte te hoop ge-
loopen. De onderconsul ontstak, toen
man zijn bevel niet opvolgde, in
grooten toom, en dreigde de gendar
mes met dwangmaatregelen. Hij be
twistte hun ten slotte alle recht, om
legioenssol-daten van Duitsche na
tionaliteit in hechtenis te nemen. De
gendarmes antwoordden niets en
voerden de. gevangenen naai- het
Icamp. Op dit oogenblik wilde de ha
venkapitein, een Fransch zee-offi
cier, de menigte verstrooien. De coni-
sulaatssoldaat, die door de houding
van zijn meester was aangemoedigd,
liief zijn stok op boven den officier,
maar werd dadelijk door de aanwe
zigen ontwapend. De onderconsul
verwijderde zich, na nog met luide
stem herhaald te hebben, dat hij da
delijk het gezantschap te Tandzjer
met de zaak in kennis zou stellen.
Het voorval wordt te Casablanca zeer
druk besproken. Alle vreemde consu
laire vertegenwoordigers zijn het er
over eens, dat de houding van hun
Duitschen collega scherp te veroor-
deelen is. Intusschen moet gezegd
warden, dat de Duiische vertegen
woordiger te Casablanca zich, even
als zijne ambigenooten In de overige
havensteden, tot nu toe, naar het
uiterlijke, correct heeft
Inderdaad nog al verschillende
verhalen... en: wat is waarheid?
Natuurlijk verdiepen we ons nu in
de waaghadden de Duitschers het
recht, om deserteurs te helpen Zij
beweren van wel, en verdedigen hun
standpunt als volgt
Sedert het begin van de Fransche
bezstting in het gebied der Sjawia's
hebben de Duitsche consulaten te Ra
bat en Casablanoa herhaaldelijk aan
Duitsche deserteurs bescherming ver
leend volgens art. 3 lid 6 van de rijks-
grondwet. (Dit luidt: „Tegenoverhet
buitenland hebben alle Duitschers in
dezelfde mate recht op de bescherming
van het rijk."). De bezetting van het
gebied der Sjawia's was enkel een
polaitie-rpaatregel, gelijk uit een von
nis blijkt, dat een Fransch militair
hof van appèl in zake een Fransch
deserteur in Maart 190S heeft geveld.
Maar zelfs, indien men met een oor
logsbezetting te doen heeft, zijn de
capitulatie-rechte® van de Europee-
3cho staten onaangetast gebleven,
ren als indertijd in Egypte, want in
capitulaitie-staten zijn Europeanen
exterritoriaaL Het standpunt van
aen Franschen onder-consul te Casa-
ulanca, die da heerschappij van het
Fransche recht aanneemt, is onhoud-
uaar. Ware de Duitsche consulaire
jurisdictie met de bezetting van Ca
sablanca opgeheven, dan zou daar
.e uitvaardiging van een keizerlijk
oesluit met goedkeuring van den
Bondsraad voor noodig geweest zijn.
Natuurlijk denken de Franschen er
wel geheel anders' over. Teekenend is
•vat generaal d'Amade (de Fransche
•egeraanvoerder in Marokko) aaneen
persman zei
„Wij zijn hier in een gebied, dat
militair bezet is en in oorlogstoe
stand. Het militaire wetboek zegt,
■lat de voorposten op deserteurs moe
ten schieten. Wij hebben hen enkel
gevangen genomen. Wij hebben dus
alleen in de kleinst mogelijke mate
van ons recht gebruik gemaakt De
legioenssoldaten zijn dadelijk gevan
gen gezet. Zij schijnen nu berouw
van hun daad te hebben en beschul
digen de Duitschers op heftigen toon,
dat zij hen tot desertie verleid heb
ben."
Wat wel het doel der Duitschers is
geweest? De Franschen nemen een
houding aan, alsof ze danken, dat't
den Duitschers te doen was, om het
Fransche leger te verzwakken, door
strijdkrachten daaraan te onttrek
ken. De Matin (Fransch blad) geeft
een romantisch verhaal van een vun
zig kroegje, dat gebruikt werd als
een desertie-agentschap, waar jene
ver en de mooie oogen van de kroeg
houdster de vreemde soldaten over
haalden om te deserteer en.... (Wie
lacht Dat verhaal is wel wat èl te
romantisch 1..
Intusschen, wat zal 't gevolg van dit
incident zijn
Natuurlijk is de diplomatie druk
bezig om de zaak te behandelen.
Een telegram meldt: de Fransche
Minister Pichon met den zaakgelas
tigde von Duitschland had een onder
houd over het gebeurde te Casablan
ca. Er bleek, dat men aan beide zij
den tot verzoenend optreden ge
neigd is.
Verzoenend optreden ge
lukkig 1
Toch doet 't gebeurde weer zien,
dat 't tusschen Duitschland en
Frankrijk geen „rozengeur en mane
schijn" is... Ook dat Marokko steeds
even gevaarlijk blijft voor den vrede
in Europal...,
TURKIJE EN BULGARIJE.
De Bulgaarsche ministers hebben
verklaard liever ontslag te willen ne
men, dan hun standpunt aangaande
den Oriënt-spoorweg te laten varen.
De bevolking is in deze geheel op de
hand der regeering, zóó zelfs4 dat de
Zuid-Bulgaren desnoods met ge
weld de overgave der spoorwegen
zullen te keer gaan.
Uit Saloniki seint men, dat de Bul
gaarsche binnenlandsche revolution-
naire partij vvapens uitdeelt in Bo-
dena, Ochrida en Serres. Men vreest
voor een Bulgaarsche® opstand in
Macedonië.
Sommige bladen beschuldigen Oos
tenrijk, dat het, om in het bezit te
komen van Bosnië-Herzegowina. de
regeering te Sofia opzet en vorst Fer
dinand daarom met zulk een pracht
en praal ontvangen heeft. Deze be
schuldiging is echter onjuistim
mers, de Oostenrijksche gezant heeft
bij de Bulgaarsche regeering met
kracht geprotesteerd tegen de door
de bezetting der spoorwegen gemaak
te inbreuk op het volkenrecht. Wel
kunnen de Bulgaren de ontvangst
van hun vorst in Boeda^Pest als een
opwekking beschouwen, om zich on
afhankelijk te verklaren.
De Duitsche diplomatieke agent
protesteerde bij de Bulgaarsche re-
geerimg tegen het in bezit nemen van
de Or tentlijn.
Naar vernomen wordt, heeft de re
geering van Groot-Brittannië aan de
Bulgaarsche regeering medegedeeld,
dat zij een blijvend beslag op den
Orient-spoorweg niet gerechtvaar
digd acht.
DEENSCHE MINISTERCRISIS.
Door do linkerzijde van de hervor
mingspartij is het volgende voorstel
ingezonden bij den president van
het FolketingTerwijl het Folketing
zijn diep leedwezen uitspreekt over
het ongeluk, door Alberta's misdrijf
over het Deensche volk gebracht, be
sluit het don wil te kennen te geven
mode to werken tot verzachting van
het ongeduk onder leiding van hei.
ministerie, dat steunen kan op de
meerderheid van het Folketing en te
arbeiden aan de taak op welker ge
lukkige afdoening het volk rekent.
ENGELSCHE DRANKWET.
Ondanks het slechte weer kan de
reusachtige protestmeeting, Zondag
j.l. in het Londensche Hyde-Park te
gen do nieuwe drankwet gehouden,
als volkomen geslaagd beschouwd
worden. Er waren ongeveer 200.000
deelnemers.
Twintig verschillende sprekers voer.
den tegelijk een uur lang ongeveei
net woord, om aan te loonen, dat d<
„Licensing Bill" het eigendomsrecht
schendt, zonder de matigheid te be
vorderen.
VERKIEZINGSHERRIE IN
AMElRIKA.
Bryan heeft een lang schrijven ge
richt tot president Pfoosevelt, waar
in hij hot partijdig gebruik van het
presidentschap tot ondersteuning van
fafts candidatuur, afkeurt, en ver
klaart het niet behoorlijk te achten
van een president, als deze zijn in
vloed gebruikt om een lid van zijne
partij te steunen en zijn ambtt dat
tot het geheel e volk behoort, te ge
bruiken als partij-zaak. Bryan maaki
een vergelijking met Taft en ver
klaart, dat zoo deze Roosevelt's voet
stappen volgt zijn idealen van het
presidentschap niet die van Bryan
zijn.
Ten slotte beschuldigt Bryan Roo
sevelt van onrechtvaardigheid.
I Wat een onverkwikkelijke histo
ries I
Stadsnieuws
GEMEENTEBEGROOTING.
Woensdag vergaderen de afdeelin-
gen van den gemeenteraad ter behan
deling van de begrooting.
EEN HAARLEMSCH BELANG.
In ons volgend nummer zal onder
da rubriek Ingezonden worden ge
plaatst een stuk onder bovenstaan-
den titel, afkomstig naar ieder efte
het leest onmiddellijk zal kunnen op
merken van iemand, die tot oor-
deelen bevoegd is.
Hoewel wij de verantwoordelijkheid
laten voor rekening van den schrij
ver, hebben wij gemeend bijzonder
lijk de aandacht op het stuk te moe
ten vestigen, omdat de zaak van het
middelbaar onderwijs hoogst urgent
is en spoedige regeling behoeft. J)e
beschouwing geeft allicht ook aan
andere belangstellenden aanleiding,
er hunne meening over le zeggen,
waaraan wij dan gaarne eene plaats
zullen verleenen
Voetbal.
Zondag speelde de Hcemsteedsche
voetbalvereeniging „Union" een
vriendschappelijken wedstrijd tegen
Klein Haarlem op het terrein van
laatstgenoemde. Met de rust was de
stand 22. Na de rust wist Klein
Haarlem nog tweemaal en Union nog
eenmaal te doelpunten, zoodat Klein
Haarlem met 43 won.
Do Kampioen.
De Haarlemsche Sportvereeniging
„de Kampioen heeft Zondag de kam
pioenschappen op het rijwiel verre
den.
De uitslag was:
1 KM. wielrijden: le prijs: J. Du-
caar, 2e prijs: Joh. CorneLissen, 3e
prijs: J. v. Veuren.
Consolatiewedsirijd 1 K M.
le prijs: J. Th. Keizer. 2e prijs:
Maas, Amsterdam; 3e prijs: J. R.! 4e
prijs H. Klugt, 5e prijs: Koelemeijer.
25 KM. wielrijden:
le pa-ijs: J. Ducaar, 2e prijs: J. van
Veuren, 3e prijs: Joh. Comelissen, 4e
prijs: H. v. Zon.
Zoodat J. Ducaar den kamploens-
prijs behaalde.
De prijzen bestaan uit kruisen, ver
guld zilveren en zilveren medailles.
ORGELBESPELING
in de Groote of St. Bavokerk te Haar
lem, op Donderdag 1 October 1908,
des namiddags van 2 tot 3 uur, door
.den heer W. Ezerman.
Programma
No. 1. Preludium on Fuga, J. S.
Bach.
No. 2. Choral-Andanlo, J. G. Bas-
tiaahs.
No. 3. Sonate No. 2, G. Merkel.
a. Maestoso.
b. Andante.
c. Allegro assai.
No. 4. Méditation, A. Mailly.
No. 5. Aria „Jerusalem" uit Pau-
lus, Mendelssohn.
R. K. Kerk.
De bisschop van Haarlem heeft be
roemd tot kapelaan te Haarlem (H.
Toseph) den heer H. J. C. Sondaal
'ot kapelaan te Vogelenzang den heer
P A. Kleintjes tot assistent te Os
dorp (Sloten) den heer B. P. M. da
fong, en totassistent te Schoten den
heer H. C. Koppert.
Gevallen.
Hedenmorgen omstreeks 8 uur was
een knecht van den heer L. F. J. van
Luyken (firma Swaanswijk) in de
werkplaats, Ged. Oude Gracht 46,
bezig eenig mandenwerk op te han
gen. Daarbij had hij het ongeluk van
aen 10 sportladder te vallen, welke
■.al op den steenen vloer nog al ern
stig aankwam. De man kon niet op
staan, en klaagde over hevige pijn
aan de linkerzijde.
Dr. Proot, inmiddels ontboden, con
stateerde eenige inwendige kwetsuren
Hoewel niets gebroken was.
Hierop werd de man de 31-jarige
Simon de Boer door ©enige kame
raden naar zijn woning in de Kerk
straat gebracht.
PLAN VAN UITBREIDING.
Het hoofd van het gemeentebestuur
van Haarlem maakt bekend, dat het
bij raadsbesluit van 19 Augustus j.l.
.no. 30 vastgestelde plan tot herzie
ning van het plan van uitbreiding
voor gronden, gelegen ten Zuiden
van de Amsterdamsche Vaart, vast
gesteld bij raadsbesluit van 28 No
vember 1906 no. 15 A, door Gedepu
teerde Staten per provincie Noord-
'Holland is goedgekeurd.