iAARLEM'S DAGBLAD.
TWEEDE BLAD.
Es
IT
Onze Lachhoek.
FEUILLETON
DONDERDAG 8 OCTOBER 1908
Schipbreuken,
Don lScLe.n September, des voormld-
dags half negen, zag de wachtheb
bende 3e stuurman Permiem, van het
Hamburger tankstooinschip „Phoe
bus", een drijvend wrak met een
vlag aan do gaffel. De „Phoebus"
had pas een twee dagen aanhouden
den orkaanachtigen storm doorstaan
ea was daardoor ongeveer 85 zeemij
len zuidwaarts uit den koers gedre
ven. Kapitein Schierhorst liet onmid
dellijk naar het wrak toe sturen en
in korten tijd was dit bereikt.
Het was de Noorsche bark „Fox",
uit Arendal, die een treurigen aan
blik opleverde. De storm had het
schip vreeselijk toegetakeld. De hal
last was overgeworpen en de bark
lag met de bakboordsreeling in het
water. De marsstengen waren gekapt
en de onderraas hingen bij het over
halen van het zwaar werkende wrak
bijna in 't water.
De bemanning stond samengedron
gen op het achterdek en riep, toon de
„Phoebus" dichtbij passeerde, dat zij
het schip verlaten moest. De lieden
hadden echter geen boot om uit te
zetten, daar alle booten door do gol
ven weggeslagen waren.
Aan boord van de, .Phoebus" werd
onmiddellijk besloten, trots de nog
zeer hooggaande en zeer ruwe
noord westelijke zee en de uit noord
oostelijke richting tomende geweldig
hooge deining, de groote reddings
boot uit te zetten, om de redding to
beproeven. De „Phoebus" stoomde
naar de loefzijde van het wrak, en
nadat de zee door het rijkelijk uitgie
ten van olie zooveel mogelijk gekal
meerd was, gelukte ..het de .stuur-
boordsboüt te water te brengen. Do
boot kwam gelukkig aan de lij-zijde
van het wrak, maar het was onmo
gelijk daar langszij te komen, daar
zij te sterlc afdreef en heftig werkte.
Meermalen liep ze gevaar door het
sterk overhalende wrak onder water
gedrukt te worden.
Het gelukte ook niet een bruikbare
verbinding tusschen het wrak en de
reddingsboot daar te stellen. Ten laat
ste riep de le stuurman den lieden
toe over boord te springen, en zich
met dunne lijnen in de boot te laten
halen.
De schipbreukelingen riepen echter
terug, dat haaien in de nabijheid
der boot waren. Nauwelijks had de
bootsbemanning dit verstaan, of
«enige groote haaien doke-n In
onmiddellijke nabijheid der boot op
sn waren duidelijk te herkennen. De
haaien waren zoo brutaal, dat zij als
't ware langszij van de boot kwamen.
Dit gaf den bootsman aanleiding
de bootshaken te nemen en twee der
visschen de haken in den rug te stoo-
I ten. Dit hielp, de dieren bleven thans
op een redelijken afstand of in groo-
I tere diepte,
i Intusschen was aan boord van het
i wrak aan den bezaanstop een jol
ingescheerd, waarin zich een strop
i bevond. Aan de strop werd een dun-
I ne lijn vastgemaakt, waarvan het
andere einde zich pog in de boot be
vond. Een der schipbreukelingen
1 werd hier langs in de boot gehaald,
I Het reddingswerk was echter zeer
I moeilijk, daar de heen en weer slin
gerende, met stukken zeil bezette
raas bij h6t zware werken yan het
j wrak de te redden lieden gemakke-
lijk doodslaan konden,
j Niet minder dan anderhalf uur was
noodig om de eerste schipbreukelin
gen half naakt in de buot te krijgen.
Daar twee matrozen der bootsbeman-
I ping zeer afgemat waren, voer dc
boot naar de in de nabijheid drijven-
i de „Phoebus" terug en leverde de
geredden daar af. De twee afgematte
redders werden door den 3den stuur
man Bröllau en den matroos Schcer-
peltz vervangen, waarop de reddings
boot weer naar het wrak voer. Gelijk
tijdig liet kapitein Schierhout nu het
wrak, dat sneller dreef dan het ge
stopte stoomschip, langs het achter
schip voorbij drijven, in de hoop, dat
dc schipbreukelingen nu oversprin-
gen zouden.
Volgens mededeeling van den later
geredden kapitein van de bark was
dit echter piet mogelijk, daar men
op het 45 graden scheefliggende wrak
geen vasten voet kon krijgen om een
I sprong te doen.
j Zoo was ook deze poging, ofschoon
de twee schépen elkaar als het ware
raakten, tevergeefs. De lieden §pron-
I gen niet over, slechts eenige klee-
I dingstukken werden overgeworpen.
Er bleef nu niets anders over dan de
rcclding mei de boot verder te bewerk
stelligen en na lange, zeer gevaarlij-
1 ks en moeilijke pogingen gelukte liet,
«even man in de boot te trekken,
i Bijna had men bij de redding nog
één der schipbreukelingen verlóren.
Een groote haai schoot plotseling uit
de diepte op, om den nog in het wa
ter liggenden man te pakken, doch
op het laatste oogenblik gelukte het
nog den aan een afschuwelijken dood
gewijde aan de kaken van het mon
ster te ontrukken.
Deze zeven man werden nu eerst
weer aan boord van de „Phoebus" ge
bracht en een derden tocht onderno
men, om de nog op het wrak achter
geblevenen te redden. Ook deze tocht
slaagde gelukkig en toen de laatste
schipbreukeling van boord van de
„Fox" ging, nam hij de tot nu toe
aan do gaffel in den storm waaiende
Noordsche vlag af en bracht ze, om
zijn lijf gewikkeld, mee Ln de boot.
Nauwelijks was de laatste man wel
en zeker gered, of drie krachtige hoe
la's van redders en geredden klon
ken over de nog steeds ruwe zee.
Aan boord van de „Phoebus" wer
den de zeer uitgeputte schipbreuke
lingen goed verpleegd.
Na meer dan vier uur pogingen
daartoe gedaan te hebben, gelukte
het ook de reddingsboot bijna geheel
onbeschadigd weer aan boord te ne
men.
De redding geschiedde op 39 o 20
min. N. Br. en 66 o 10 min. W. L. en
da schipbreukelingen zijn thans ge
zond en wel te Hamburg geland.
Het begin Juli van San Francisco
met de Duitschs post naar Samoa
vertrokken stoomschip „Aeon", van
d*9 Australian Mail Line, is op
Christmas-elland in den Stillen Oce
aan vorongelukt. De passagiers van
de „Aeon" zijn nu met het stoom
schip „Manuha" te Suva, de hoofd
stad der Tiji-eilanden, aangekomen.
Zij verhalen het volgende
De „Aeon", die 56 personen aan
boord had, waaronder 86 Chineezen,
strandde ln den nacht van 18 Juli.
Bij het aanbreken van den dag zag
meai, dat het schip op 300 meter af
stand van een woest eiland vastzat.
Men maakte aan land een touw vast
en bracht daarlangs de vrouwen en
kinderen over. Deze brachten den
dag door in de brandende zon, zon
der eten en drinken, 's Avonds wer
den tenten opgeslagen, en rijkelijk
proviand werd van het wrak aan
land gebracht, terwijl men op 'net
oilano voldoende drinkwater vond.
Er was overigens op het eiland geen
levend wezen te bespeuren.
Vier weken gingen voorbij met het
timmeren van een boot, waarin een
uit het schip geredde motor geplaatst
was. De boot ging 18 Augustus naar
het Fanning-eiland in zee, doch keer
de spoedig in onbruikbaren toestand
terug. Den 15den September ging ze,
van zeilen voorzien, nogmaals daar
heen en kwam daar drie dagen later
aan. Tijdens de afwezigheid der boot
schonk een der dames-schipbreuke
lingen het leven aan een kind de
zuigeling werd gevoed met de melk
der scheepsgeit.
Do Chlneesche bemanning sloeg bij
de schipbreuk aan het muiten en
plunderde later het wrak. De Euro
peanen moesten de Chineezen aldoor
sterk bewaken.
SiadsEieuws
DE HERSTEMMING VOOR DEN
GEMEENTERAAD.
De herstemming voor den gemeen
teraad Ln het 2de district, ter vervan
ging van de lieeren Mr. Miedema en
Van Linden Tol heeft de overwinning
gebracht aan de beide candidaten
van de liberale partij, de lieeren Dr. J.
Timmer cn J. Schreuders. De eerste
verkreeg 1064, zijn tegencandidaat, de
heer J. W. Florijn, 815 stemmen; de
heer Schreuders behaalde 1092, zijn
tegencandidaat de heer A. H. Smul
ders 768 stemmen.
Het merkwaardige van dit resul
taat ligt niet alleen in het belangrijke
verschil in steminental, een verschil
grooter dan iemand vermoed zal heb
ben, maar ook hierin, dat de heer
Schreuders meer stemmen heeft be
haald dan Dr. Timmer, hoewel hij bij
de vrijzinnig-democraten niet per-
sonagrata was.
Overigens zijn er bij de herstem
ming weinig méér stemmen uitge
bracht, dan bij de eerste stemming.
Toen was het totaal geldige stemmen
in de vacature Van Linden Tol 1690,
dezen keer 1879; in de vacature Mr.
Miedema toen 1669, nu 1860, in beide
gevallen dus geen 200 «temmen
meer. Dr. Timmer, die den eersten
keer 604 stemmen had, kreeg er nu
1064 en de heer Schreuders steeg van
698 op 1092. Voor den heer Smulders
was de stijging van 698 op 768, voor
den heer Florijn van 719 op 815. Zelfs
indien men aanneemt, dat op de li
berale candidaten alle linksche kie
zers hebben gestemd, wien candidaat
den vorigen keer de herstemming niet
kon halen (in de vacature-Miedema
kreeg de heer Joosten 273 en in de va
cature Van Linden Tol behaalden de
heeren Bregonje en Va.n Daalen resp.
189 en 167 stemmen), dan nog is hun
stemmental bovendien gestegen.
Merkwaardig is ook nu het aantal
ongeldige stemmen, 42 in de vacature
Miedema, 35 in de vacature Van Lin
den Tol. En dat waar men slechts te
kiezen had tusschen twee candidaten!
Wij laten hier het totaal overzicht
van de cijfers volgen:
Vacature Mr. Miedema:
Uitgebracht 1902 stemmen.
Van onwaarde 42 stemmen.
Geldig 1860 stemmen.
Volstrekte meerderheid. 931 stemmen.
Hiervan verkregen de heeren: J.
Schreuders (Lib.) 1092 st.; A. H.
Smulders (Kalh.), 768 st.
Vacature Van Linden Tol:
Uitgebracht 1914 stemmen.
Van onwaarde 35 stemmen.
Geldig 1879 stemmen.
Volstrekte meerderheid 940 stemmen.
Hiervan verkregen de heeren: J. W.
Florijn (Ant. Rev.) 815 stemmen; Dr.
J Timmer (Lib.) 1064 stemmen.
Verdeeld naar de stemburcaux wa
ren de cijfers aldus:
Vacature Miedema:
Fr. Varkenmarkt:
Uitgebracht 617
Van onwaarde 16
Schreuders 842
Smulders 259
Schoterstraat:
Uitgebracht 581
Van onwaarde 11
Schreuders 306
Smulders 265
Nassaulaan:
Uitgebracht 703
Van onwaarde 15
Schreuders 444
Smulders 244
Vacature Van Linden Tol:
Fr. Varkenmarkt:
Uitgebracht 614
Van onwaarde 14
Florijn 271
Timmer 329
Schoterstraat:
Uitgebracht 589
Van onwaarde 10
Florijn 275
Timmer 804
Nassaulaan:
Uitgebracht 711
Van onwaarde 11
Florijn 269
Timmer 431
VERGUNNING DRANKWET.
Burgemeester en Wethouders van
Haarlem brengen ingevolge art. 12
der wet van 28 Juni 1881 (Stbl. No. 97)
zooals zij laatstelijk gewijzigd is bij
de wet vain 1 November 1907 (St.bl.
no. 291). ter openbare kennis, dat is
ingekomen een verzoekschrift van
W. J. Dieben, om vergunning, inge
volge art. 5, 2e lid dier wet, tot het
verkoopen van sterken drank in het
klein voor gebruik ter plaatse van
verkoop in het perceel aan de Groote
Houtstraat No. 183.
HET TOONEEL
„HAMLET" DOOR DE
„HAGENSPELBRS".
Eduard Verkade is met zijn „Ha-
gensp&Lers" den Hamlet komen ge
ven in eem eigen décor, van eigen
vinding en van eigen kleur.
Als het bramdsoberm opgaat, ziet
men op het tooneal een décor, dat uit
drie bogen bestaat, een groote in het
midden met aan weerszijden een
kleinere, tusschen die bogen zijn
twee vaste zetels aangebracht, zoodat
do geheele voorgrond vrij blijft en
niet door stoelen, banken, onz. be
lemmerd wordt; het eenige wat nog
op te merken valt, Is rechts van den
toeschouwer een trap, dio wegloopt
iui de zijboog.
De drie bogen zijn gesloten door
gordijnen, waarvan het middelste, in
de groote boog, kan worden weg
getrokken en dan een tweede stuk
tooneel beschikbaar maakthior
heeft o. a. do geestverschijning van
Hamlet's vader op plaats, daar staat
de troon van Claudius en Geeriruida,
van Hamlet's moeder, die met zijn
oom hertrouwd isenz.
De bcgen zijn bleek grijzig en de
gordijnen van eeai staalachtige
brons kleuralleen het middelste is
iets wanner en goudachtiger.
Hierdoor maakt het geheel een stil-
len, verfijnen indruk; niets leidt de 1
aandacht van het spel afde kleur
oncadreert met haar grijswit en
staalbrons het spel met een alniosfesr
van rustige onstoffelijkheid en verfij
ning.
Men weef, dot er in Shakespeare's
tijd in het geheel geen tooneeluitmon-
staring plaats had en dat alles door
middel van plaatselijke aanwijzingen
geschiedde, maar ook, dat in den
loatsUan tijd een strijd tusschen al
lerlei theorieën gaande is over de
raag, hoe Shakespeare op het mo
derne tooneel behoort te worden
opgevoerd. We willen ons op deze
plaats niet in -dien strijd mengen,
maar or alleen op wijzen, dat dii
décor het amöwoord van Verkade op
die vraag is.
In dit grijzige, tonige, stille, fijne
décor nu schiep Verkade gisteren
avond zijn Hamlet uit het woord en
uit het gebaar.
Van deze vertooning van Shake
speare's overbekend stuk door de, .Ha
gen spelers" kan men geen betere
vergelijking maken dan met één
grootiGin boom in een omgeving van
jonge stekjes.
We nemen gaarne aan, dat er hard
gewerkt .is geworden en dat- de leden
van dit gezelschap hun uiterste best
hébben gedaan. Maar de waardee-
■iing van hun pogen en streven, mag
ons niet beletten de waarheid te er
kennen van het feit, dat men meteen
verzameling volijverige krachten to
doen heeft, die echter nog niet i/n
staat zijn con tamelijke, midüehna-
lige Hamlot-opvoering te geven. Zij
waren nog niet voor hun taak bere
kend en struikelden dan ook in veie.
Dit doel van do opvoering was vrij
dunnetjes.
Maar als do hooge boom boven al
deze stekjes, waarvan men nog niet
eens kan zoggon of ze wel groei
kracht zulten hebben, steekt do Ham-
iet van Ver kade uit.
Er is veel vreemds en moeilijk,
doorgrondbaars in de figuur van de
zen Deemschen prins, van dezen
Hans den Droomor zooals hij zich
zelf noemt., van dezen dweeper, do
zen denker, dit gevoelsrnensch getem
perd door jeugdigen filosoof, den
zoon, die op wraak zint over do mis
daad op zijn vader geploegd. En
heeft Verkade ons do complexiteit
vam dit karakter nu beter doen be
grijpen, gemakkelijker doen door
gronden
Neen
Er was in zijn spel niet die inwen
dige rust, welko voortspruit uit een
diep indringen in een karakter en 't
daardoor gemakkelijker in allo nuan-1
ceenngen weergeven door woord on
gebaar. In eonige opzichten viol zijn
opvatting van den Ilainlot te prijzen
boven dio van Roijaards. Deze laat
ste hoeft zijn romantisch gebaar, zijn
ly rise hen zoggingstoon. 't zich om-
huilen in een waardigheid yam vor
stelijke gramdesse, en hot rimpelen
van zijn kop onder 't nadenken in
heftigen zelfstrijd voor, wat Verkade
met zijn ongevoelig, scherp gelaats-
masketr mist. Maar Verkado is hel
derder van wooa-d, precieser in zijn
zegging, iets scherper en bitterder
van klank, waardoor hij makkelijker
to volgen is. Toch is er iets glads en
hards in zijn spel, iets vermoeiend bes-
wee gl ij ks in het vele geloop, en iets
bijna sarcastisch in zijn toon dat do
Hamlet-figuur te stootig ea te kan
tig maakt voor don Prins-Droomer.
Maar hij boeit door 't overheer-
schen van zijn woord over dat van
anderen, door 't vullen van het too
neel, door 't zich geheel leggen in
zijn spel en er een brok van zichzelf
van maken. En dat „volkomene"
palet van ieder artist. Men waardeert
in Verkade dan ook den sorieu9em
kunstenaar, den zoeker, don wilier
van iets moois. Maar bevrediging
door dieper monscholijklioid in zijn
Hamlet-vertolking te leggen, heeft hij
ons niet gegeven. Hamlet is ook nu
nog even ver van ons af als hij al
tijd geweest is. Zooals Verkade hem
gaf, kunnen we hem niet begrijpen
of ons voorstellen.
Do mooie vertaling van Jac. van
Looy, die de voorstelling bijwoonde,
werd gebruikt, en de zaal was beter
bezet dan wo hadden durven hopen.
Eduard Yorkade werd met een
krans vereerd.
FRANS NETSCHER.
Uit «ie Omstreken
VELSEN.
Oproepingsbrief voor de openbare
vergadering van den gemeenteraad
van Velsen op Dinsdag den 13 Octo
ber 1908, voormiddags 10 1/4 uur ten
gemeentehuize.
Agenda
I. Ingekomen stukken.
a. Uitbreiding van het herhalings-
onderwijs tot Velseroord.
b. Belooning onderwijs handelsre-
kenen aan school A.
c. Wijziging der betrekkelijke ver
ordeningen op het Herhalingsonder-
wijs.
d. Benoeming van een onderwijzer
in het handelsrekenen bij het Herha-
lir.gsonderwijs te IJniuiden en van
personeel bij het Herhalingsonder-
wijs te Velseroord en te Santpoort.
3. Adres hoofd van school F, om
gebruik van een verwarmd en ver
licht schoollokaal, voor het geven
van een cursus in paardenkennis.
4. Aanbieding verslag Visscherïj-
school IJmuidien.
5. Benoeming lid Commissie wering
schoolverzuim Velsen.
6. Verordening Hinderwet traan-
kokerij.
7. Bouwplan P. Langendijk Schul
pen.
8. Adres mej. D. de Boer, verlos
kundige te IJniuiden, om een vaste
jaorlijksche toelage van f 150.
9. Adres Bond voor Staatspension-
neering om adhaeslebetuiging aan
een adres aan II. M. de Koningin.
10. Onbswoonbaarverklaring van 2
woningen te Velseroord.
II. Vaststelling rooilijn voor den
bouw eener villa aan den Driehuïzer
Kerkweg.
12. Verpachting Zeestrand IJniui
den.
13. Vaststelling 3de suppletoire be-
giooling 1908.
14. Behandeling rekening Armbe
sturen 1907.
15. Vaststelling der begrootingen
voor 1909
a. van de neen te met bijlagen.
b. van de a.uibesturen.
c. van de gecontracteerde wegen.
Ëinuealaati
HOFBERICHTEN.
H. M. de Koningin heeft belaingrij-
ke inkioopen laten doen op de ba
zaar van „Arbeid Adelt", te 's-Gra-
vemhage.
DE VEREENVOUDIGDE
SPELLING.
Te Winschoten is op het gymnasium
en de H. B. School de vereenvoudigde
spelling na het eindigen der zomar-
vacantie niet algemeen ingevoerd,
zooals anders de bedoeling der leera
ren was. Met het oog op do vele in
gebrachte bezwaren, waarvan voor
een deel de gegrondheid niet ont
kend kon worden, is bepaald, dat
slechts die leerlingen de vereenvou
digde spelling mogen schrijven, wel
ke daarvoor de schriftelijke toestem
ming van hunne ouders kunnen over
leggen.
Het gevolg hiervan is rggveest, dat
tal yan leerlingen, die >^75 lot het
schrijven van de nieuwe spelling wa
ren overgegaan, thans weer de spel
ling van Do Vries en Te Winkel moe-
ton volgen, omdat hunne ouders de
schriftelijke goedkeuring niet wilden
afgeven.
MET MESSTEKEN GEDOOD.
Op do Leeuwarder kermis is een
jonge man van 29 jaar met messte
ken gedood. De dader, R., is bekend,
doch voortvluchtig.
GEZANTSCHAPPEN.
De aanstaande verplaatsing van
den goaautschapsraad jhr. Van dier
Goes in die hoedanigheid van Ber
lijn naar Londen zal tevens gepaard
gaan met zijne vervanging te Berlijn
uoor jhr. Van Vredenburch, thans
gezantschapsraad te Weenen.
GAS VERSTIKKING.
Men meldt, dat notaris v. d. W.,
van Nieuwer-Amstel, in zijn woning
aan den Overtoom no. 381 te Amster
dam, bewusteloos gevonden werd ten
gevolge van ontsnapt gas. Men heeft
toen den bewustelooze vervoerd naar
het nabijgelegen Wilhelm ina-Gast-
buis. Hij was nog niet bij bewustzijn
gekomen.
Een Parijsche handelaar, die veel
zaken deed in Japan, vernam bij ge
ruchte, dat een bankier hot bericht
had ontvangen van 't faillissement
van 'n groote Japansche firma. Om
de hooge seinkosten uit te sparen,
vroeg hij aan den bankier, wie die
firüia was, maar deze maakte be
zwaar om het hem te zeggen, daar
het bericht nog niet officieel was.
Laat ons dan zóó doen, zei de
koopman. Ik schrijf twaalf firma's
op een lijstje, en gij zegt me, of do
naam van den gefailleerde er ondefc
is.
Hierin stemde de bankier' toe. De
koopman schreef 12 namen op het
lijstje en bekeude, dat de naam van
den gefailleerde er onder was.
Dan verlies ik veel geld, zei de
koopman, hem een der namen aan
wijzende, want deze is het.
Hoe weet gij dat? vroeg de ban
kier verbaasd.
Wel, zei "de koopman, 11 namen
had ik verzonnen.
Aannemenl kellner, riep een
man, die de parelen zweet op het
voorhoofd stonden en die al een
kwartier bezig was om een kuiken te
ontleden.
Aannemenl meneer.
Breng me eens een beitel, een
hamer en een breekijzer, want ik wil
eens zien van wat voor materiaal dat
ding hier op mijn bord gemaakt is.
Waarom ben je zoo ernstig, ami
ce?
Pech gehad, kerel.
Zoo? In zaken of in liefde?
In zaken; de dochter van den
bankier Goldstein heeft mij 'n blauw
tje laten loopen.
Heer: Kunt gij mij den weg wij
zen naai- het kasteel, vriend?
Boer: Jawel, ge gaat maar al
rechtuit tot ge bij een zijpad komt,
waarbij staat: „verboden toegang";
dat pad moet ge op.
't Was op een weljan. De bookma
ker had iemand bij zich gehad, die
'n rijksdaalder had geplaatst en even
later kon hij, want de man van den
rijksdaalder had geluk gehad, hem
er zeven uitbetalen.
De man nam allo rijksdaalders één
voor één op en bekeek ze nauwkeu
rig.
Wel, zei de bookmaker, ben je
bang, dat ze niet goed zijn?
O, neen, zei de man, het zeven
tal in den zak stekende, maar ik kijk
eens goed uit, want ik wil er zeker
van zijn, dat ik dien valschcu, dien
ik jou gegeven heb, niet weer van >"o
terug krijg.
EEN VREEMDE ZAAK.
Dezer dagen werd le Laren (Gooi)
door een verpleegster een dame in
bewusteioozen toestand aangetroffen
die hevig bloedde uit haar polsen. De
verpleegster bracht de dame over
naai' de R.-K. Z ie k «fci v© r p 1-eging lo
Hilversum, waar dr. BarendrMit do
eerste geneeskundige hulp verleende.
Hel bleek, dat <te polsen der dame,
moj. G. genaamd, bijna geheel wa
ren afgesneden.
Uit de antwoorden, die men van
mej. G. op do haar gestelde vragen
ontving, kan niet worden opgemaakt
hoe de zaak zich had toegedragen.
Vermoedelijk heeft do dame zichzelf
in een vlaag van verstandsverbijste
ring van het leven willen berooven.
Haar toestand is op het oogenblik re
delijk.
GEDENKTEEKEN BIJ
QUATRE-BRAS.
Aan do officieren van het Neder
land sclie leger is door do korpscom
mandanten. een circulaire rondgezon
den, waarin molding gemaakt wordt
van een voorgenomen plan om bij
Qualre-Bras een goden kteekon op te
richten ter eere van de Nederland
sen© regimenten, die daar in 1815 ge
streden hebben. De geldelijke mede
werking der Nederlandscho officie
ren wordt in deze circulair© ge
vraagd.
Naar het Engelsch,
door
Arthur W. Mare.' m n t.
82)
Of men denkt, dat ik de
dief bon., óf dat ik in een toe
stand van tijdelijke krankzinnig
heid handelde zooaLs beschreven,
onbewust en geheel afgescheiden
van de papieren.
Beid© meeningen zijn volkomen
bezijden do waarheid. Ik ben een
dief noch ecui krankzinnige. In
tusschen is mijn levem zoo goed
als verwoestik heb niets dan
inijn eigen eerewoord om mijn
onschuld te bewijzen., en de over
tuiging daarvan is het eonige
I walt mij im deze duistere tijdon
moed inspreekt.
Slechts een enkel© opmerking
teekeinde het blad hierbij aan
Natuurlijk is het mógelijk, dat
do getuigenis van mijnheer Fcn-
wick de waarheid behelst en zijn
verklaring do war© oplossing. In
tusschen, waar zijn de gestolen
papieren
Olive's wangen glooiden van ver
ontwaardiging, toen zij dien laatsten
zin las. Zij wist waar zij de bedrij
vers van dien diefstal moest zoeken;
en toen zij ten tweeden male de be
schrijving las van de dienstbode, die
Jack bij zijn eerste bezoek aan het
huis gezien had, herkend© zij er An
na Hartmann in.
Wat stond haar nu te doen .Het
was een moeilijke vraag en het ver
volg vam de reis waren haar gedach
ten daar voortdurend van vervuld.
Zij kon natuurlijk informaties ge
ven, die d© vrouw dadelijk in han
den der polit ie zou overleveren
maar wat zou dat uitwerken? De ge
heele bende zou dadelijk alarm bla
zen en verdwijnen. Anna zou natuur
lijk o.p de haar eigene, zekere wijze
ontkennen, wat Jack beweerde; en
zelfs al weid zij gevangen gehouden,
dan zou Jack daar nog niet mee ge
holpen zijn.
Al liet gebabbel, door de arrestatie
veroorzaakt, zou het veel moeilijker
'maken verdere ontdekkingen te doem;
terwijl Olive bovendien haar eigen
•nasporingen niet zou kunnen voort
zetten. Als er een arrestatie plaats
..had, dam moesten ©r, dadelijk vele an
dere volgen.
Zij was slim genoeg om in te zien,
dat de vraag, die do courant had ge
opperd, werkelijk bet gewichtigste
punt was. Waar waren de gestolen
papieren Olive was genoeg te weten
gekomen om te kunnen raden, wat
het antwoord hierop was. Of zij wa
ren al overhandigd aan de men-
schon voor wie zij gestolen waren, óf
zij waren in het bezit van mevrouw
Taunton of Merridow. Waarschijn
lijk de eerste.
Het moest haar werk zijn hiervan
zekerheid te krijgen. En terwijl zij
dat trachtte te weten te komen, moest
zij tegelijkertijd trachten de midde
len te vinden om haar eigen raadsel
op t© lossen.
Te dien opzicht© had zij al een plan
gemaakt. Zij had niet voor niets de
spion gespeeld in het huis van don
Minister.
D© ondervinding had haar de waar
de van die methode geleerden zij
was volkomen bereid nog eens een
poging te wagen.
Zij was al eerder tot de ontdekking
gekomen, dat zij zich vergist had
door eerst Merridew aan te Vallen.
Do moeder was de spil, waarom dit
alles draaideen zij moesi in 't ver
volg bewaakt worden.
ILet nieuwe idë© van Olive was te
probeeren op Silverbeech toegang te
krijgen, en daar een betrekking in
de huishouding le verwerven, zooals
zij in Cromwell Gardens had gehad.
Zoo ergens dan zou zij daar de in
formatie kunnen krijgen over het be-
drog van dat huwelijk en zoo gauw
als dat idéé vasten voet gekregen
had, werd het telkens sterker.
Toen viel haar nog iets anders in.
Als zij het eens klaar kon spelen,
dat Merridew gedwongen werd op
Silverbeech te komen en als zij dam
de gesprekken tusschen moeder en
zoon eens kon afluisteren, dan zou
zij zeker hun geheimen ontdekken.
Zij kende ieder hoekje en gaatje
van het groote, ingewikkelde huis.
Het was een heel oud huis met meer
don ócn geheime kamer, trap om
schuilplaats, met zorg ln elkaar ge
zet in de lijden, ioen de vroegere
nïoesters Van hot landgoed in com
plotten tegen het Gouvernement een
rol haddon gespeeld in de tijden vam
den Opstand en later.
Haar vlug begrip zette spoedig eon
plan in elkaareii vóór dat zij in
Londen aankwam, was zij besloten
het tem uitvoer to brengen
In plaats van dadelijk naar mijn
heer Casement te Frampton te gaan,
zou zij eerst een bezoek brengen aaai
dó kamer, die zij gehuurd had, toen
zij haar werk als detective begon, on
een andere vermomming in orde
brengén. Zij had daar wat geld be
waard en een oponthoud van enkele
uren zou haar gelegenheid geven al
le noodige toebereidselen te maken.
En Londen' was van alle steden liet
best voor dat dool geschikt.
Zij zou op een of andere manier
trachten op Silverbeech te komen, en
zij zou zich aanmelden als een lèrsch
meisje, Mollie O'Brien. En zij moest
er zóó uitzien en haar rol zóó spelen,
dat zelfs haar eigen, oude dienstbo
den haar niet zouden herkennen. En
toon glimlachte zij bij de gedachte,
dat zij eerst haar vermomming op
mijnheer Casement zou probeeren.
Aan het huis weiden haar geen
vragen gedaan. De uitlegging, die zij
al gegeven had, was aangenomen
en toen zij vrijwillig de hospita be
taalde nam zij het geld aan en be
dwong haar nieuwsgierigheid.
De eerst© daad van Oilvo was den
Palforfihs hun gastvrijheid te ver
goeden. „Alice Garstang zal eens zelf
komeai hooren, of u het ontvangen
hoeft", schreef zij er bij.
Toen zat zij een uur achtereen voor
haar spiegel, de veranderingen in
haar uiterlijk bestudeerende. Toen
ging zij uit, deed den brief op de
post en kocht eem zwarte pruik een
van die bijzonder gekroesde, die aan
weerszijden van het hoofd wijd uit
staan en laag op het voorhoofd neer
komen. Zij knipte de blonde krullen
die zij als „Rosa Baumstein" gedra
gen had, tot op de huid af, en verfde
de korte haartjes zoowel als de wenk
brauwen en oogharen. Wat rouge
met zorg op haar gelaat aange
bracht gaf haar een Iersch uiterlijk
en zonder veel moeite gelukte het
haar de uitdrukking van het onder
deel van haar gelaat to veranderen.
Het figuur was gemakkelijker. Weg
gingen de breede heupen, die het
Duitsclie meisje had gehad. De taille
werd zoo lang mogelijk gemaakt, en
dat effect werd nog verhoogd door
de japon, die zij had uitgekozen. En
ton slotte maakte zij nog een kleine
dikte op één schouder.
Het Iersche accent gaf haar geen
moeite. Zij had meer dan eens een
Iej-sche rol gespeeld in een toon cel-
stukje, zij hiel dvan het dialect on
had het dikwijls in praktijk ge
bracht; terwijl haar aangeboren
scherpzinnigheid haar in staat zou
stellen het Iersche temperament in
haar manieren te leggen.
Eindelijk was zij met alles gereed
en ging naar bed, zeer voldaan over
het resultaat.
Haai' eigen japon in een doos bij
zich, hebbend, ging zij den volgenden
morgen vroeg naar Frampton, en ter
wijl zij de doos aan het station liet
staan, wandelde zij naar het kan
toor van mijnheer Casement en vroeg
deal notaris te spreken over een ge
wichtige aangelegenheid.
(Wordt vervolgd).