NIEUWS» en ADVERTENTIEBLAD. 26a Jaargang. No. 7763 Versehijnt dagelijks, behalve ap Zoa- en Feestdagen. ■WOENSDAG 14 OCTOBER 1908 B HAARLEM S DAGBLAD ABONNEMENTEN PBR DRBB ÖÏAANDENS Voor Haarlem- 1-20 Voor óe dorpen In den omtrek waar een Agent gevestigd is (kom der gemeente)"*"^9 Franco per post door Nederland Afzonderlijke nummers Geïllustreerd Zondagsblad, voor Haarlem0-37 H de omstreken en franco per post 0.45 Uitgave der Vennootschap Lonrens Coster. Dfcs steur A PBEREBQÖM* Tot de plaatsing van advertentiën en reclames van buitea het Arrondissement Haarlem In dit blad is uitsluitend gemachtigd het Algemeen Binnen- en Buitenlandsch Advertentie-Bureau D. Y. ALTA, Warmoesstraat 7678, Amsterdam. Telephoon interc. 6229. ADVERTENTIËN! Van 1—5 regels 50 Cts.j iedere regel meer 10 Cts. Bulten het Arrondissement Haarlem van 1—5 regels fh-, elke regel mee?/O.SB Reclames 30 Cent per regd. Bij Abonnement aanzienlijk rabat. AdvertenHën van Vraag" en Aanbod, hoogstens zes regels, 25 Cts. per plaatsing j 50 Cts. voor 3 plaatsingen k contant Redactie ea Administratie s Groote Soatsfraat 55 tetercommanaaSTelefoonnammor der Redactie 600 ea der Administratie 7Ê& Drukkerij i Zolder Bultenspaarae ©0 Telefoonnummer 122, TWEEDE BLAD. OM ONS HEEN No. 813. Beroepen van tie Vrouw. De lijst van de beroepen, die ook door vrouwen worden vervuld, wordt met den dag langer, schrijft Ernest Laut in het Petit Journal. Daar hebben we nu in Parijs eene vrouwelijke aanplakster gekregen. Sinds eenige dagen ziet men haar op muren en schuttingen met een flin ke, breede kwast haar veelkleurige biljetten opplakken, zonder een en kele plooi. D dames, die op haar congressen en in nijdige blaadjes de mannen be tichten aan haar het brood niet te gunnen, zullen mij wel veroorloven, haar te beantwoorden door de beroe men, waarin vrouwen optreden, op te sommen (uit deu aard der zaak een onvolledige lijst), om aldus te doen. zien,"welke loopbaan in de laatste 20 of 30 jaar al niet voor de vrouw openstaat. Of het verwijt gegrond is kan de lezer daarna béoordoelen. De oogen der vrouw wendden zich aanvankelijk tot de vrije beroepen. Meer dan dertig jaar geleden verleen de de Parijsche Faculteit het eerste diploma aan een doctores. Toch moe ten de medicijnen niet worden be schouwd als een vak, dat pas door de vrouw veroverd is. Toen zij het recht vroegen, hare zorgen aan de zieken te geven, zetten zij daarmee een oude traditie voort. De oudheid en de middeleeuwen kenden vrouwe lijke geneeskundigen. Er wordt o.a. melding gemaakt •ran zekere Antiochis, wier genezin gen. naar men zegt, wonderbaarlijk zijn geweest. Ook <n de middeleeuwen waren de vrouwelijke artsen zeer tal rijk. Tot aan het begin van de zeven tiende eeuw waren er vrouwelijke artsen, chirurgijns en apothekers. Op dat oogenblik begon de Parijscho fa culteit een onverbiddelijken oorlog tegen haar, om aan de mannen de alleenheerschappij to verzekeren. Zoo zegt althans Ernest Laut. Na dat keizerin Eugénie, de gemalin van Napoleon III, in Frankrijk verkre gen had, dat de vrouwen opnieuw tot de studie der medicijnen werden toe gelaten, was Madeleine .Brés de eer ste. die het diploma behaalde. 'Hoe- velen haar gevolgd zijn, weet de schrijver niet te zeggen. Hij beschrijft voornamelijk Fransche toestanden, in hoofdzaak zijn die in de Europee- sche landen gelijk. Gedurende de laatste 25 jaar hebben do vrouwen ïen waren storm op de hoogescholen begonnen en de tijd '<s niet ver meer, dat er op onze Nederlandsche gym nasia meer meisjes, dan jongens zul len worden gevonden. Eigenaardig genoeg schijnt het be roep van advocaat de vrouw minder aar. te trekken. Hoewel In de Veree- nigde Staten de vrouwen sedert der tig jaar het recht hebben om te plei ten, is gebleken, dat daar bij de laat ste volkstelling op de duizend advo caten nauwelijks twee vrouwen wa ren. De vrouwen mochten pleiten in Indië, Nieuw Zeeland, Mexico, Chili, Japan, Zweden, Finland en Noorwe gen, vóór dat het haar vergund werd in Frankrijk. Wij komen dus in de negende of tiende plaats in de lijn van den vooruitgang aangenomen, zegt Laut twijfelend, dat het een vooruitgang Is. Wat hebben die goede Franschen oen drukte gemaakt, toen twintig jaar geleden Mile Chauvin werd toe gelaten tot de balie. De glorie van hei schitterend pleidooi heeft zij evenwel nooit gekend, zij heeft zoo goed als niet gepleit en vervult te genwoordig de betrekking van leerares in bet recht aan een meisjes school. In Nederland is het niet anders ge gaan. Nadat de weinige vrouwelijke advocaten bij haar promotie door de professoren en bij haar eerste optre den door den rechter met vriendelij ke woorden in den kring der juristen waren ontvangen, Lebben zij niets meer van zich laten hooren, dat tot mijn ooren doorgedrongen is. Letterkundige vrouwen, ja, die zijn er In alle landen vele. Laut spreekt van een aantal, In Frankrijk alleen, van meer dan 2800, voor Engeland zal dat cijfer zeker wel niet gerin ger zijn, Duitschland telt eveneens zijn schrijfsters bij roassaas en ook ou3 kleine Nederland doet naar zijn vermogen mee. Onze maandschriften vermelden, vooral voor de bellettrie, meer vrouwen- dan mansnamen. Ro mans, novellen en gedichten, ziedaar haar terrein. Techniek, critiek, phi losophic vallen klaarblijkelijk min der in haar smaak. Er hoevelen hebben er talent vraagt Laut. Hij beantwoordt zelf de vraag met Fransche galanterie „al lemaal, zeg ik u, allemaal1" De ver zekering is misschien wel te alge meen, dan dat ze de dames, die schrijven, kan behagen. Het voordeel van talent hebben 4s immers juist, dateen ander het niet heeft 1 Volgen de schilderessen, de teeke- naressen, en daarna de talrijke be roepen, die van nature aan de vrouw toekomende naaisters, borduur sters, modistes, onderwijzeressen, te lefonisten, enz. Maar nu hebben wij (in Parijs na melijk) sedert een jaar vrouwelijke koetsiers. HoeveelHoogstens een tiental. Ziedaar een beroep, dat het feminisme nog niet heeft kunnen ver overen. Haar aantal gao.t eerder achter- dan vooru't. En dat is jam mer, zegt Laut, voor de paarden, die gelukkiger zijn, beter verzorgd wor den, minder gezweept worden door de vrouwen. In Parijs, waar altijd stra ten opgebroken zijn, waar het plavei sel uit heuvels en dalen bestaat, is het verkeer te bezwaarlijk, het vak te zwaar, zoodat de vrouwen er van moeten afzien. Chauffeuses zijn er nog niet. Wel in Amerika, schijnt het, maar daar heefi men nog wat mooiers, namelijk een machiniste op een locomotief. Het is een stevige jonge vrouw, Hen- riette Snyder, die het vorige jaar als zoodanig bij een spoorwegmaatschap pij in dienst is getreden. Zelfs kan Amerika z!ch op het bezit van een vrouwelijke jockey beroe men, een dame vaa de wereld nog wel, mevrouw Alexander Maitland, die eenige maanden geleden een wed ren met hindernissen heeft gewon nen. Zullen waarlijk de feministen ook voor de ruwheden en de gevaren van dit beroep niet terug de'nzen In Amerika staan zij voor niets. Aan 't einde van 1907 verdienden 51/2 mil- lioen vrouwen in do Vereenigde Sta ten zelf haar brood. Daaronder wa ren honderd vrouwelijke boschwach ters, 84 ingenieurs en zelfs twee lei dekkers, of moeten we zeggen boschwachtsters, ingenieuses en lei- deksters 't Wordt tijd, dat we vrouwelijke termen voor deze beroepen uitvinden. Het vorige jaar werd een vrouw beroemd tot adjunct-advocaat-gene raal van de stad New-York. Een land, dat vrouwelijke rechters heeft, kou ook wel vrouwelijke politie agenten bezitten. In de maand Mei van 't vorige jaar kreeg de burge meester van Lorain, in den staat Ohio, bezoek van een drietal dames, die als afgevaardigden van een comi té hem kwamen voorstellen het vrou welijk element in de politiemacht toe te laten. „Er zijn veel vrouwen", zeiden ze. i „d'e in het corps willen worden op genomen. Er zijn veel te weinig agenten en de mannen bedanken er voor, hun ambt of hun zaken te ver laten, om in de politie te komen. Waarom geen gebruik gemaakt van de diiensten der vrouw De burgemeester nam het aanbod aan Binnen 24 uur waren er 20 ge ïnstalleerd. Haar eerste zorg was het costuum vast te stellen. Maar of de burgemeester over deze brigade vol daan is, zegt de geschiedenis niet. Engeland nezP vrouwelijke meiro zen en loodsen, zielfs stalknechts, en het voornaamste bureau voor dienst neming beeft een vrouw Tn dienst als sorgeant-recruteur. Vrouwelijke han delsreizigers zijn er over het Kanaal in grooten getale. Eu de deur wordt j dicht gedaan door eeT< Hongaarsche I metselaarster, Helene Preda, die zich nu als aanneemster heeft gevestigd. We hebben al onderzoekingsreizig sters en vrouwelijke ballonnisten, de vrouwelijke vliegsters zullen zich wel niet lang laten wachten. „Binnen enkele jaren", zegt Laut, „zullen de vrouwen alle beroepen hebben veroverd, lie vroeger alleen door mannen werden uUgeoefend. En men zal als zeer zeldzame uitzonde ringen haar aanwijzen, die getrouw zullen zijn gebleven aan het eenige beroep, dat onze vaderen haar toe stonden, dat van huisvrouw." „Helaas I" voeg 'k aan die ver zuchting toe. J. C. P. Stadsnieuws Rubriek voor Vragen. Geabonueerden hebben bet voorrecht, vragen op veracbillond gebied, mits voor beantwoording vatbaar, in te zeaden bij de Redactie van Haarlem's Dagblad, Groote Houtstraat 53, Alle antwoorden worden geheel kosteloos gegeven en, voor zooveel mogelijk is, den dag na do inzending. VRAAG. Waar en wamneor moet een toeziende voogd (onvermogend) zich vervoegen als een voogd de be langen der minderjarigen niet goed behartigd ANTW OURD. Bij den secretaris van den voogdijraad, die dan het initia tief kan nemen om tot ontzetting van don voogd te geraken. VRAAG. Wij zijn een erfenis te wachten. De zaak is in handen an een notaris. Ik woon eJders. Ben ik verplicht mii te vervoegen, of kan het mij door den notaris thuis ge stuurd worden met het oog op het teekenon AiYJL vv GURD. Indien het kan, b.v. niets anders uuouig is don het toe Ke nau van een aangalo voor de succes sie, zal da notaris 't u misschien wel Uiuis zenden, en anders vvorot u. in dien hot voor de eene of anuere han deling noodig is, wed in tijds opge roepen. Kennisgeving. B. en W. van Haarlem, brengen in gevolge art. bi der Gemeente «»/et tor .•ügemeeue kennis, dat door <tou Ge meenteraad in zijne vergaden ig van 1 September jl. zijn benoemd tut le den: der Commissie tot het ontwerpen en herzien van verordeningen, tegen wier overtreding straf is bedreigd (art i6Ö Gemeentewet!, waarvan de Bur gemeester voorzitter is: de heeren: Jhr. nu-. F. W. van Sty rum, mr. J. Spoor, mr. J. N. J. E Thijssen en mr. P. Tjeenk Willink; der Commissie van bijstand in het beheer der gemeente-financiêu. waar van de Wethouder, de heer I/.r. H. D. Kruseman, voorzitter is: de neeren: Mr. J. N. J. E. Thijssen, F. M. Baron van Lijnden, B. E. C. Seignette en Z. Middelkoop;; der Commissie van bijstand in het beheer der openbare werker., waar van de Wethouder, de lieer Johs. de Breuk voorzitter is: de heeren: J. H. Welsenaar, L. Modoo, A. Rinkema en J. F. Hulswit; der Commissie van bijstand ln het beheer der gemeente-bedrijven, waar van de wethouder, de heer Johs. de Breuk, voorzitter is: de heeren: A. Rinkema, J. J. Sneltjes, W. A. J. van de Kamp, C. G. Loomeijer Jr., J. L. E. I. Breda Kleynenberg, H. van den Berg, A. van Rossum, en J. F. Huls wit; der Commissie van bijstand in het beheer en het onderhoud van den Hout en de Plantsoenen, waarvan de burgemeester voorzitter is: de heeren: J Winkler en F. M. Baron van Lyn- den; der Commissie van bijstand in zake het verleenen van pensioen en onder stand, waarvan de wethouder de heer Dr. II. D. Krusman voorzitter is: de heeren: L. Modoo en W. A. J. van de Kamp. Uit de Omstreken VEL3EN. Raadsvergadering. Dinsdag hebben onze vroede vade ren een zware dag gehad 1 's Mor gens om tien uur zijn we begonnen tot 's middags half vijf en toen waren de zaken nog lang niet klaar. De volgende - week komen de heeren weer bij elkaar Het belangrijkste punt der agenda ook al zou „een vreemdeling in Jeiuzalem" dit niet vermoed hebben was de goedkeuring van de reke ning van het R.-K. Armbestuur. Voor een goed begrijpen, zullen we even herinneren, dat de Raad na een hevig protest van de kerkelijke raadsleden in beginsel besloten heeft tot samenvloeiing van het Schoalarmbestuur (gemeentel, arm bestuur) en liet Roomsch-Kathol'ek Armbestuur tot één Burgerlijk Arm bestuur. De uitwerking en voorberei ding van deze zaak is evenwel nog niei gereed. Thans hadden de arm- meesters van het R.-K. Armbestuur de rekening over 1908 ingezonden, die als eindcijfer aanwijst f 8065.50. De f'nancieele raadscommissie heeft teger verschillende posten bedenkin gen geopperd, omdat de reden van de uitgaaf niet voldoende is omschreven. Door den heer Schuitenmaker (rap porteur dier commissie) werd inzon derheid gewezen op een post van f 40 a!s rente voor een leening van f 1200. W anneer en waarom die gelden zijn opgenomen, wordt niet meegedeeld. Ook zijn die ƒ1200 niet onder de ont vangsten geboekt, „wij kunnen ze althans niet vinden." Ook de heer Netscher (wethouder) voelde zich geroepen, naar aanleiding dezer rekening, eemge beschouwin gen te houden. Spreker hoopte, dat niemand hem van persoonlijkheden zou verdenken, daar hij slechts nkel over de zaak wilde spreken. De administratie van het Katholiek Armbestuur is zeer slordig, en noewel ik in geen geval aan oneerlijkheden denk, mogen we zoon administratie toch niet goed keuren, omdat de gemeente jaarlijks een subsidie van LOOu geeft en de belastingbetalers dus mogen en moe- tet. weten waar dlie gelden blijven. Spreker ging alsnu eenige speciale posten dezer rekening na Bij de ont vangst van rente siaat niet hoeveel kapitaal het Armbestuur bezit bij do opbrengst van huur van lande rijen staat niet aan wien deze zijn verhuurd, noch tegen welken prijs, of waar deze gronden gelegen zijn"—- de lijsten van de bedeelden zijn niet gewaarmerkt, er 1s niet te vinden hoeveel weken elk bedeelde iets heeft ontvangen, alleen staat er die.... zoo veel, diezooveel.... De heer Uytendaal (wethouder en voorzitter van het R.-K. Armbestuur) interrompeerend Ik vind de hou ding van óen heer Netscher niet mooi We zitten samen in één college en Jk meende als vriend met hem te kunnen samenwerken. Nu gaat hij mij op deze wijze aanvallen, hij zegt wel niet persoonlijk te zijn, maar hij is het toch, om een oud man zoo te belasteren.... 't Komt er bij zoo'n armbestuur niet zoo precies op de administratie op aan, 't is maai* of alles eerlijk geschiedt en een Christe lijk karakter draagt. Als ik alles wou zeggen, mijnheer NetscherZoo u op deze wijze door wil gaan, zal ik maar weggaan De VoorzitterMag ik den heer Netscher dan verzoeken zooveel mo gelijk zakelijk te blijven De heer Netscher Ik heb dat ge daan. Ik heb gezegd, dat ik geen kwade trouw veronderstel en niet persoonlijk wil zijn. Op deze wijze wordt het mij zeer moeilijk, 't woord te voeren. Ik zal mij er niet verder over uitlaten, maar ik weiger goed keuring van deze rekening. De heer Schuitenmaker sprak weer over de gesloten geldieening. De heer Netscher Ik lees hier in de Armenwet, dat een armbestuur geen gelden mag opnemen zonder de machtiging van Gedeputeerde Staten. Er is geen machtiging gevraagd, dus als de Raad deze rekening goedkeurt, schendt hij zelf de wet. Door den heer Uytendaal (d>e moei lijk te verstaan was) werd medege deeld, dat in 1906 de gemeentebegroo- ting niet sluitende was te krijgen. Op verlangen van B. en W. is toen door het R.-K. Armbestuur de subsidie aanvraag met f 1200 vermiindcrd. Die gelden moesten toch aan de armen gegeven worden, waarom ze tijdelijk geleend zijn. De heer BrokWe moeten alle maal onze goedkeuring aan deze re kening weigeren. Uit de woorden van den heer Netscher, wien door den heer Uytendaal het zwijgen is opge legd, blijkt, dat er iets niet in den haak is. Op deze zaak moet het volle l'cht vallen, daar hebben de belas tingbetalers recht op. Alsnu werd door de financieele commissie voorgesteld om de reke ning naar het armbestuur terug te zenden, om een betere en duidelijker terug te ontvangen. De heer UytendaalGoed. We zul len de rekening heciemaal maken, zooals de heeren dit willen. Het voorstel der commissie werd hierop met algemeene stemmen aan genomen. Een andere belangrijke zaak was natuurlijk de behandeling van de gemeente-begrooting. Heel ver zijn de heeren daar niet mee gekomen, want de middag werd gewijd aan de algemeene beschouwingen. Deze werden geopend door den heer Brok (sociaal-democraat). Bij de vo rige begrooting-behandeling al dus begon de spreker hebben de heeren Netscher en Vermeulen een pleidooi gehouden voor den goeden staat onzer financiën, 't Jaar 1908 is Oioza Lachhoek Er is pas te Genève een congres ge weest voor het z.g. zuivere voe dingsmiddel, met de uitnemende be doeling om te verbeteren wat er in onze voeding gebrekkig is. Tussclien twee maaltijden in, sa mengesteld uit min of meer sophisli- sche spijzen, hebben deze brave lie den naar Iret schijnt hun best ge daan, om het zuivere voedingsmid del te omschrijven. „Ik weet volstrekt niet", zegt Henri Second in 1 e R i r e. welke om schrijving zij hebben aanvaard, zelfs niet of ar reeds een vastgesteld is. Het is al zoo moeilijk bedriegers vast te houden of, beier gezegd, niet vast te houden, maai* ik heb dan een om schrijving gevonden, die practisch en gemakkelijk toe te passen is. Het zuivere voedingsmiddel dan is datgene, wat onze \orst achter ons 'liggende stamvaders die dus lang niet zoo geavanceera waren als wij, wellicht gekend hebben in de vóórhis torische tijden, toen do scheikunde nog niet bestond. Wij kennen het dajn ook sinds langen tijd niet meer en zullen het, naar alle waarachijo lijkheid, ook nimmer kennen. Mlthridates v/as zóo gewend aan xijn arsenicum, waarvan hij dik werd, dat hij stierf, toen bij verge ten had ziin datrelii'ksche portie er van in te nemen. Wij zijn zóo ge woon verslaafd aan, afgericht op onze kunstmatige dranken, dat het ons moeite zou kosten, die te verw'sselon met het zuivere voedingam ddei, waarnaar het Geneefsche congres met zooveel volharding heeft ge zocht. Het staat er zelfs zóo mee gescha pen, dat wanneer ons door een toe val spijs of draalk wordt voorgezet, die ook maar een greintje natuurlijks bevat, wij dadelijk een vies gezicht zetten. In deu bergpas van Lautaret, boog in de Alpen, te midden van uitge strekte weiden, waai' do kudden een bloemrijk en geurig gTas eten, 2075 meter boven allo medkinrichtingeu van de beschaafde wereld, héb Ik een dame van de schuimende, pas ver- sche, niet afgeroomde molk die zij kreeg, hooren zeggen „Die meilk 's akelig, ze smaakt naar de kan 1" Te Parijs gaf een van mijn vrien den een diner aan zijn kennissen en had voor de gedegenheid wijn. laten komen van zijn eigen bezitting. Tot zijn vorbazing trokken ver schillende gasten een scheef ge zicht. „Wat smaakt die wijn. vreemd!" zei er een en Het er, na den wijn op nieuw geproefd te hebben, op vol gen „Hij smaakt heel raar, hij smaakt naar druiven 1" DE GOEDIGE INGEBROKENE. Als iemand mij vraagt, wait dit op schrift bet eekent, dan vind >k dat met permissie, vrij dom. Een nge- brokene is en kan natuurlijk niet an ders zijn, dan iemand bij wien. inge broken is. En de goedige ingebroken e was ze kere dokter Dutertre, die nadat hij in de courant van zijn stadje een u:t- voerig relaas van de inbraak had ge lazen, aan do redactie den navolgen den brief deed toekomen „Veroorloof mij een kleine verbe tering, naar aanleiding van do in braak, waarvan ik te Hesdigneul het slachtoffer ben geweest. Ik lees iin uw blad, dat men mij vel o ouderwetsche wapens en voor werpen van waarde ontstolen heeft en dat een vaatje appelwijn van een zekere hoeveelheid is verlicht. Hier is een kleme onjuistheid in. Men mag toch zeker een ouderwet sche pot, die waarde kan hebben, niet verwarren met eon oude pot, die alleen dienen kan om er soep in te koken. Om dezelfde roden moet men niet spreken van ouderwetsche wa pens, wanneer het alleen oude wa pens geldt. En die zijn het, welke de dieven uit een klein wapenrek heb ben ontvreemd. Zij namen twee oude pistolen mee, waarmee ilk hen aan raad zeer voorzichtig om te gaan en ze vooral niet te vaak te gebruiken, want een ongeluk ligt in een Klein hoek ja Daar zij, evenals de Oosterlingen de meening schijnen te ziin tpegedaan, dat de dapperste is, wie de meeste wapens bij zich draagt, hebben zij aan de pistolen een dolk en een Ca- talaansch mes toegevoegd. Van dit arsenaal ?oorzien hebban rij alles stipt naguzocht, blijkbaar in de hoop geld of kostbaarheden te vinden. Alle kisten en kasten hebben zij openge maakt, maar te vergeefs, zij hebben geen stuiver gevonden, om de een voudige reden, dal het huls dikwijls leeg staat, zoodai *r ut «te steelbaau in achtergelaten wordt. Nadat de Vandalen een groote lamp hebben verbrijzeld, hebben zij dorst gekregen en eenige flesschen appelwijn meegenomen. Intusschen komt liet mij voor, dat zij daarmee bestolen zijn, want mijn appelwijn is dezen winter, op den dag toen het vijftien graden onder nul was, be vroren geraakt, zoodat ik vrees, dat hij niet heel Lekker geweest moet zijn. Wanneer mijn inbrekers ver stand van appelwijn hebben, zal ik gaarne hun oordeel hierover verne men. In elk geval moet ik erkennen, dat zij met zorg te werk gaan, daar ze een kurketrekker hebben meegenomen waaraan niets weerstand bieden kan. En om hun picnic te completeeren hebben zij een gebeeldhouwd houten fluitje en een mollenval meegenomen. Kortom, hun buit is buitengewoon mager geweest en daar zij, dank zij dezen diefstal met braak, het recht en zelfs min of meer de plicht hebben voor de rechtbank te komen en daar, ingeval zij namelijk geknipt werden, eenige jaren gevangenisstraf op te doen, zoo geloof ik, dat zij evenzeer zijn bestolen ais ik en dat zij niet zoo spoedig deze kleine, vermoeiende, gevaarlijke en onvoordeelige oefening zullen hervatten. In elk geval verzoek ik hun, mijn glas- en aardewerk niet meer uit de ramen to gooien. Er is een en ander gebroken en daardoor raakt het do zijn defect. Bovendien doet men zoo iets niet in fatsoenlijke kringen. Eveneens geef ik hun in overweging hun leelijke zwavellucifers niet meer af te strijken op de paneeicn van de deuren. Dat laat op de verf allerlei leelijke strepen achter. In zulk geval is het immers volkomen voldoende, dat zij een been optillen en de lucifer op hun zool afstrijken, zooals men "dat toch immers gewoon is te doen in de fijnste kringen... der inbrekers. Wanneer zij met deze geringe wen- 8chen rekening willen houden, zie ik een tweede inbraak met kalmte tege moet. DAN MAAR DADELIJK. Een millionair weigerde aan een vriend duizend gulden te leenen. „Dat had ik nooit van je verwacht,** zei de leener, terwijl hij opstond en aanstalten maakte om verontwaar digd heen te gaan. Die weigering ver geef ik je nooit." „Natuurlijk niet, beste jongen", antwoordde de rijkaard, met de groot ste kalmte, „maar wanneer ik je de duizend gulden had geleend, zou je mij die nooit hebben terugbetaald en dan zouden we er ook ruzie over ge kregen hebben, zoodat het maar be ter is, dat het er nu dadelijk op uit loopt. Goeden morgen!" BEGRIJPELIJK. Iemand beklaagde zich er over bij zijn boekbinder, dat een van de boe ken, die hij hem pas gezonden had, niet goed sloot. „Dat kan niet zijn," verklaarde de boekbinder, in zijn eer getast. Mag ik het boek even zien?" En nauwelijks was dat geschied, of een blik van afgrijzen op het boek werpende, riep hij uit: „Ik wil het wel gelooven, u heeft in 't boek ge lezen 1" Dr. DUTERTRE.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1908 | | pagina 5