NIEUWS» en ADVERTENTIEBLAD.
26a Jaargang.
No. 7763
Versehijnt dagelijks, behalve ap Zoa- en Feestdagen.
■WOENSDAG 14 OCTOBER 1908 B
HAARLEM S DAGBLAD
ABONNEMENTEN
PBR DRBB ÖÏAANDENS
Voor Haarlem- 1-20
Voor óe dorpen In den omtrek waar een Agent gevestigd is (kom der
gemeente)"*"^9
Franco per post door Nederland
Afzonderlijke nummers
Geïllustreerd Zondagsblad, voor Haarlem0-37 H
de omstreken en franco per post 0.45
Uitgave der Vennootschap Lonrens Coster. Dfcs steur A PBEREBQÖM*
Tot de plaatsing van advertentiën en reclames van buitea het Arrondissement Haarlem In dit blad is uitsluitend gemachtigd het Algemeen Binnen- en Buitenlandsch Advertentie-Bureau D. Y. ALTA,
Warmoesstraat 7678, Amsterdam. Telephoon interc. 6229.
ADVERTENTIËN!
Van 1—5 regels 50 Cts.j iedere regel meer 10 Cts. Bulten het Arrondissement
Haarlem van 1—5 regels fh-, elke regel mee?/O.SB Reclames 30 Cent per regd.
Bij Abonnement aanzienlijk rabat.
AdvertenHën van Vraag" en Aanbod, hoogstens zes regels, 25 Cts. per plaatsing j
50 Cts. voor 3 plaatsingen k contant
Redactie ea Administratie s Groote Soatsfraat 55
tetercommanaaSTelefoonnammor der Redactie 600 ea der Administratie 7Ê&
Drukkerij i Zolder Bultenspaarae ©0 Telefoonnummer 122,
TWEEDE BLAD.
OM ONS HEEN
No. 813.
Beroepen van tie Vrouw.
De lijst van de beroepen, die ook
door vrouwen worden vervuld, wordt
met den dag langer, schrijft Ernest
Laut in het Petit Journal.
Daar hebben we nu in Parijs eene
vrouwelijke aanplakster gekregen.
Sinds eenige dagen ziet men haar op
muren en schuttingen met een flin
ke, breede kwast haar veelkleurige
biljetten opplakken, zonder een en
kele plooi.
D dames, die op haar congressen
en in nijdige blaadjes de mannen be
tichten aan haar het brood niet te
gunnen, zullen mij wel veroorloven,
haar te beantwoorden door de beroe
men, waarin vrouwen optreden, op te
sommen (uit deu aard der zaak een
onvolledige lijst), om aldus te doen.
zien,"welke loopbaan in de laatste 20
of 30 jaar al niet voor de vrouw
openstaat.
Of het verwijt gegrond is kan de
lezer daarna béoordoelen.
De oogen der vrouw wendden zich
aanvankelijk tot de vrije beroepen.
Meer dan dertig jaar geleden verleen
de de Parijsche Faculteit het eerste
diploma aan een doctores. Toch moe
ten de medicijnen niet worden be
schouwd als een vak, dat pas door de
vrouw veroverd is. Toen zij het
recht vroegen, hare zorgen aan de
zieken te geven, zetten zij daarmee
een oude traditie voort. De oudheid
en de middeleeuwen kenden vrouwe
lijke geneeskundigen.
Er wordt o.a. melding gemaakt
•ran zekere Antiochis, wier genezin
gen. naar men zegt, wonderbaarlijk
zijn geweest. Ook <n de middeleeuwen
waren de vrouwelijke artsen zeer tal
rijk. Tot aan het begin van de zeven
tiende eeuw waren er vrouwelijke
artsen, chirurgijns en apothekers. Op
dat oogenblik begon de Parijscho fa
culteit een onverbiddelijken oorlog
tegen haar, om aan de mannen de
alleenheerschappij to verzekeren.
Zoo zegt althans Ernest Laut. Na
dat keizerin Eugénie, de gemalin van
Napoleon III, in Frankrijk verkre
gen had, dat de vrouwen opnieuw tot
de studie der medicijnen werden toe
gelaten, was Madeleine .Brés de eer
ste. die het diploma behaalde. 'Hoe-
velen haar gevolgd zijn, weet de
schrijver niet te zeggen. Hij beschrijft
voornamelijk Fransche toestanden,
in hoofdzaak zijn die in de Europee-
sche landen gelijk. Gedurende de
laatste 25 jaar hebben do vrouwen
ïen waren storm op de hoogescholen
begonnen en de tijd '<s niet ver meer,
dat er op onze Nederlandsche gym
nasia meer meisjes, dan jongens zul
len worden gevonden.
Eigenaardig genoeg schijnt het be
roep van advocaat de vrouw minder
aar. te trekken. Hoewel In de Veree-
nigde Staten de vrouwen sedert der
tig jaar het recht hebben om te plei
ten, is gebleken, dat daar bij de laat
ste volkstelling op de duizend advo
caten nauwelijks twee vrouwen wa
ren. De vrouwen mochten pleiten in
Indië, Nieuw Zeeland, Mexico, Chili,
Japan, Zweden, Finland en Noorwe
gen, vóór dat het haar vergund werd
in Frankrijk. Wij komen dus in de
negende of tiende plaats in de lijn
van den vooruitgang aangenomen,
zegt Laut twijfelend, dat het een
vooruitgang Is.
Wat hebben die goede Franschen
oen drukte gemaakt, toen twintig
jaar geleden Mile Chauvin werd toe
gelaten tot de balie. De glorie van
hei schitterend pleidooi heeft zij
evenwel nooit gekend, zij heeft zoo
goed als niet gepleit en vervult te
genwoordig de betrekking van
leerares in bet recht aan een meisjes
school.
In Nederland is het niet anders ge
gaan. Nadat de weinige vrouwelijke
advocaten bij haar promotie door de
professoren en bij haar eerste optre
den door den rechter met vriendelij
ke woorden in den kring der juristen
waren ontvangen, Lebben zij niets
meer van zich laten hooren, dat tot
mijn ooren doorgedrongen is.
Letterkundige vrouwen, ja, die zijn
er In alle landen vele. Laut spreekt
van een aantal, In Frankrijk alleen,
van meer dan 2800, voor Engeland
zal dat cijfer zeker wel niet gerin
ger zijn, Duitschland telt eveneens
zijn schrijfsters bij roassaas en ook
ou3 kleine Nederland doet naar zijn
vermogen mee. Onze maandschriften
vermelden, vooral voor de bellettrie,
meer vrouwen- dan mansnamen. Ro
mans, novellen en gedichten, ziedaar
haar terrein. Techniek, critiek, phi
losophic vallen klaarblijkelijk min
der in haar smaak.
Er hoevelen hebben er talent
vraagt Laut. Hij beantwoordt zelf de
vraag met Fransche galanterie „al
lemaal, zeg ik u, allemaal1" De ver
zekering is misschien wel te alge
meen, dan dat ze de dames, die
schrijven, kan behagen. Het voordeel
van talent hebben 4s immers juist,
dateen ander het niet heeft 1
Volgen de schilderessen, de teeke-
naressen, en daarna de talrijke be
roepen, die van nature aan de vrouw
toekomende naaisters, borduur
sters, modistes, onderwijzeressen, te
lefonisten, enz.
Maar nu hebben wij (in Parijs na
melijk) sedert een jaar vrouwelijke
koetsiers. HoeveelHoogstens een
tiental. Ziedaar een beroep, dat het
feminisme nog niet heeft kunnen ver
overen. Haar aantal gao.t eerder
achter- dan vooru't. En dat is jam
mer, zegt Laut, voor de paarden, die
gelukkiger zijn, beter verzorgd wor
den, minder gezweept worden door de
vrouwen. In Parijs, waar altijd stra
ten opgebroken zijn, waar het plavei
sel uit heuvels en dalen bestaat, is
het verkeer te bezwaarlijk, het vak te
zwaar, zoodat de vrouwen er van
moeten afzien.
Chauffeuses zijn er nog niet. Wel in
Amerika, schijnt het, maar daar
heefi men nog wat mooiers, namelijk
een machiniste op een locomotief.
Het is een stevige jonge vrouw, Hen-
riette Snyder, die het vorige jaar als
zoodanig bij een spoorwegmaatschap
pij in dienst is getreden.
Zelfs kan Amerika z!ch op het bezit
van een vrouwelijke jockey beroe
men, een dame vaa de wereld nog
wel, mevrouw Alexander Maitland,
die eenige maanden geleden een wed
ren met hindernissen heeft gewon
nen.
Zullen waarlijk de feministen ook
voor de ruwheden en de gevaren van
dit beroep niet terug de'nzen In
Amerika staan zij voor niets. Aan 't
einde van 1907 verdienden 51/2 mil-
lioen vrouwen in do Vereenigde Sta
ten zelf haar brood. Daaronder wa
ren honderd vrouwelijke boschwach
ters, 84 ingenieurs en zelfs twee lei
dekkers, of moeten we zeggen
boschwachtsters, ingenieuses en lei-
deksters
't Wordt tijd, dat we vrouwelijke
termen voor deze beroepen uitvinden.
Het vorige jaar werd een vrouw
beroemd tot adjunct-advocaat-gene
raal van de stad New-York. Een
land, dat vrouwelijke rechters heeft,
kou ook wel vrouwelijke politie
agenten bezitten. In de maand Mei
van 't vorige jaar kreeg de burge
meester van Lorain, in den staat
Ohio, bezoek van een drietal dames,
die als afgevaardigden van een comi
té hem kwamen voorstellen het vrou
welijk element in de politiemacht toe
te laten.
„Er zijn veel vrouwen", zeiden ze. i
„d'e in het corps willen worden op
genomen. Er zijn veel te weinig
agenten en de mannen bedanken er
voor, hun ambt of hun zaken te ver
laten, om in de politie te komen.
Waarom geen gebruik gemaakt van
de diiensten der vrouw
De burgemeester nam het aanbod
aan Binnen 24 uur waren er 20 ge
ïnstalleerd. Haar eerste zorg was het
costuum vast te stellen. Maar of de
burgemeester over deze brigade vol
daan is, zegt de geschiedenis niet.
Engeland nezP vrouwelijke meiro
zen en loodsen, zielfs stalknechts, en
het voornaamste bureau voor dienst
neming beeft een vrouw Tn dienst als
sorgeant-recruteur. Vrouwelijke han
delsreizigers zijn er over het Kanaal
in grooten getale. Eu de deur wordt
j dicht gedaan door eeT< Hongaarsche
I metselaarster, Helene Preda, die zich
nu als aanneemster heeft gevestigd.
We hebben al onderzoekingsreizig
sters en vrouwelijke ballonnisten, de
vrouwelijke vliegsters zullen zich wel
niet lang laten wachten.
„Binnen enkele jaren", zegt Laut,
„zullen de vrouwen alle beroepen
hebben veroverd, lie vroeger alleen
door mannen werden uUgeoefend. En
men zal als zeer zeldzame uitzonde
ringen haar aanwijzen, die getrouw
zullen zijn gebleven aan het eenige
beroep, dat onze vaderen haar toe
stonden, dat van huisvrouw."
„Helaas I" voeg 'k aan die ver
zuchting toe.
J. C. P.
Stadsnieuws
Rubriek voor Vragen.
Geabonueerden hebben bet voorrecht,
vragen op veracbillond gebied, mits voor
beantwoording vatbaar, in te zeaden bij de
Redactie van Haarlem's Dagblad, Groote
Houtstraat 53,
Alle antwoorden worden geheel kosteloos
gegeven en, voor zooveel mogelijk is, den
dag na do inzending.
VRAAG. Waar en wamneor moet
een toeziende voogd (onvermogend)
zich vervoegen als een voogd de be
langen der minderjarigen niet goed
behartigd
ANTW OURD. Bij den secretaris van
den voogdijraad, die dan het initia
tief kan nemen om tot ontzetting van
don voogd te geraken.
VRAAG. Wij zijn een erfenis te
wachten. De zaak is in handen an
een notaris. Ik woon eJders. Ben ik
verplicht mii te vervoegen, of kan
het mij door den notaris thuis ge
stuurd worden met het oog op het
teekenon
AiYJL vv GURD. Indien het kan, b.v.
niets anders uuouig is don het toe Ke
nau van een aangalo voor de succes
sie, zal da notaris 't u misschien wel
Uiuis zenden, en anders vvorot u. in
dien hot voor de eene of anuere han
deling noodig is, wed in tijds opge
roepen.
Kennisgeving.
B. en W. van Haarlem, brengen in
gevolge art. bi der Gemeente «»/et tor
.•ügemeeue kennis, dat door <tou Ge
meenteraad in zijne vergaden ig van
1 September jl. zijn benoemd tut le
den:
der Commissie tot het ontwerpen en
herzien van verordeningen, tegen
wier overtreding straf is bedreigd (art
i6Ö Gemeentewet!, waarvan de Bur
gemeester voorzitter is: de heeren:
Jhr. nu-. F. W. van Sty rum, mr. J.
Spoor, mr. J. N. J. E Thijssen en mr.
P. Tjeenk Willink;
der Commissie van bijstand in het
beheer der gemeente-financiêu. waar
van de Wethouder, de heer I/.r. H. D.
Kruseman, voorzitter is: de neeren:
Mr. J. N. J. E. Thijssen, F. M. Baron
van Lijnden, B. E. C. Seignette en
Z. Middelkoop;;
der Commissie van bijstand in het
beheer der openbare werker., waar
van de Wethouder, de lieer Johs. de
Breuk voorzitter is: de heeren: J. H.
Welsenaar, L. Modoo, A. Rinkema en
J. F. Hulswit;
der Commissie van bijstand ln het
beheer der gemeente-bedrijven, waar
van de wethouder, de heer Johs. de
Breuk, voorzitter is: de heeren: A.
Rinkema, J. J. Sneltjes, W. A. J. van
de Kamp, C. G. Loomeijer Jr., J. L.
E. I. Breda Kleynenberg, H. van den
Berg, A. van Rossum, en J. F. Huls
wit;
der Commissie van bijstand in het
beheer en het onderhoud van den
Hout en de Plantsoenen, waarvan de
burgemeester voorzitter is: de heeren:
J Winkler en F. M. Baron van Lyn-
den;
der Commissie van bijstand in zake
het verleenen van pensioen en onder
stand, waarvan de wethouder de heer
Dr. II. D. Krusman voorzitter is: de
heeren: L. Modoo en W. A. J. van de
Kamp.
Uit de Omstreken
VEL3EN.
Raadsvergadering.
Dinsdag hebben onze vroede vade
ren een zware dag gehad 1 's Mor
gens om tien uur zijn we begonnen
tot 's middags half vijf en toen
waren de zaken nog lang niet klaar.
De volgende - week komen de heeren
weer bij elkaar
Het belangrijkste punt der agenda
ook al zou „een vreemdeling in
Jeiuzalem" dit niet vermoed hebben
was de goedkeuring van de reke
ning van het R.-K. Armbestuur.
Voor een goed begrijpen, zullen we
even herinneren, dat de Raad na
een hevig protest van de kerkelijke
raadsleden in beginsel besloten
heeft tot samenvloeiing van het
Schoalarmbestuur (gemeentel, arm
bestuur) en liet Roomsch-Kathol'ek
Armbestuur tot één Burgerlijk Arm
bestuur. De uitwerking en voorberei
ding van deze zaak is evenwel nog
niei gereed. Thans hadden de arm-
meesters van het R.-K. Armbestuur
de rekening over 1908 ingezonden,
die als eindcijfer aanwijst f 8065.50.
De f'nancieele raadscommissie heeft
teger verschillende posten bedenkin
gen geopperd, omdat de reden van de
uitgaaf niet voldoende is omschreven.
Door den heer Schuitenmaker (rap
porteur dier commissie) werd inzon
derheid gewezen op een post van f 40
a!s rente voor een leening van f 1200.
W anneer en waarom die gelden zijn
opgenomen, wordt niet meegedeeld.
Ook zijn die ƒ1200 niet onder de ont
vangsten geboekt, „wij kunnen ze
althans niet vinden."
Ook de heer Netscher (wethouder)
voelde zich geroepen, naar aanleiding
dezer rekening, eemge beschouwin
gen te houden.
Spreker hoopte, dat niemand hem
van persoonlijkheden zou verdenken,
daar hij slechts nkel over de zaak
wilde spreken. De administratie van
het Katholiek Armbestuur is zeer
slordig, en noewel ik in geen geval
aan oneerlijkheden denk, mogen we
zoon administratie toch niet goed
keuren, omdat de gemeente jaarlijks
een subsidie van LOOu geeft en de
belastingbetalers dus mogen en moe-
tet. weten waar dlie gelden blijven.
Spreker ging alsnu eenige speciale
posten dezer rekening na Bij de ont
vangst van rente siaat niet hoeveel
kapitaal het Armbestuur bezit bij
do opbrengst van huur van lande
rijen staat niet aan wien deze zijn
verhuurd, noch tegen welken prijs,
of waar deze gronden gelegen zijn"—-
de lijsten van de bedeelden zijn niet
gewaarmerkt, er 1s niet te vinden
hoeveel weken elk bedeelde iets heeft
ontvangen, alleen staat er die.... zoo
veel, diezooveel....
De heer Uytendaal (wethouder en
voorzitter van het R.-K. Armbestuur)
interrompeerend Ik vind de hou
ding van óen heer Netscher niet
mooi We zitten samen in één college
en Jk meende als vriend met hem te
kunnen samenwerken. Nu gaat hij
mij op deze wijze aanvallen, hij zegt
wel niet persoonlijk te zijn, maar hij
is het toch, om een oud man zoo te
belasteren.... 't Komt er bij zoo'n
armbestuur niet zoo precies op de
administratie op aan, 't is maai* of
alles eerlijk geschiedt en een Christe
lijk karakter draagt. Als ik alles wou
zeggen, mijnheer NetscherZoo u
op deze wijze door wil gaan, zal ik
maar weggaan
De VoorzitterMag ik den heer
Netscher dan verzoeken zooveel mo
gelijk zakelijk te blijven
De heer Netscher Ik heb dat ge
daan. Ik heb gezegd, dat ik geen
kwade trouw veronderstel en niet
persoonlijk wil zijn. Op deze wijze
wordt het mij zeer moeilijk, 't woord
te voeren. Ik zal mij er niet verder
over uitlaten, maar ik weiger goed
keuring van deze rekening.
De heer Schuitenmaker sprak weer
over de gesloten geldieening.
De heer Netscher Ik lees hier in
de Armenwet, dat een armbestuur
geen gelden mag opnemen zonder de
machtiging van Gedeputeerde Staten.
Er is geen machtiging gevraagd, dus
als de Raad deze rekening goedkeurt,
schendt hij zelf de wet.
Door den heer Uytendaal (d>e moei
lijk te verstaan was) werd medege
deeld, dat in 1906 de gemeentebegroo-
ting niet sluitende was te krijgen. Op
verlangen van B. en W. is toen door
het R.-K. Armbestuur de subsidie
aanvraag met f 1200 vermiindcrd. Die
gelden moesten toch aan de armen
gegeven worden, waarom ze tijdelijk
geleend zijn.
De heer BrokWe moeten alle
maal onze goedkeuring aan deze re
kening weigeren. Uit de woorden van
den heer Netscher, wien door den
heer Uytendaal het zwijgen is opge
legd, blijkt, dat er iets niet in den
haak is. Op deze zaak moet het volle
l'cht vallen, daar hebben de belas
tingbetalers recht op.
Alsnu werd door de financieele
commissie voorgesteld om de reke
ning naar het armbestuur terug te
zenden, om een betere en duidelijker
terug te ontvangen.
De heer UytendaalGoed. We zul
len de rekening heciemaal maken,
zooals de heeren dit willen.
Het voorstel der commissie werd
hierop met algemeene stemmen aan
genomen.
Een andere belangrijke zaak was
natuurlijk de behandeling van de
gemeente-begrooting. Heel ver zijn
de heeren daar niet mee gekomen,
want de middag werd gewijd aan de
algemeene beschouwingen.
Deze werden geopend door den heer
Brok (sociaal-democraat). Bij de vo
rige begrooting-behandeling al
dus begon de spreker hebben de
heeren Netscher en Vermeulen een
pleidooi gehouden voor den goeden
staat onzer financiën, 't Jaar 1908 is
Oioza Lachhoek
Er is pas te Genève een congres ge
weest voor het z.g. zuivere voe
dingsmiddel, met de uitnemende be
doeling om te verbeteren wat er in
onze voeding gebrekkig is.
Tussclien twee maaltijden in, sa
mengesteld uit min of meer sophisli-
sche spijzen, hebben deze brave lie
den naar Iret schijnt hun best ge
daan, om het zuivere voedingsmid
del te omschrijven.
„Ik weet volstrekt niet", zegt
Henri Second in 1 e R i r e. welke om
schrijving zij hebben aanvaard, zelfs
niet of ar reeds een vastgesteld is.
Het is al zoo moeilijk bedriegers vast
te houden of, beier gezegd, niet vast
te houden, maai* ik heb dan een om
schrijving gevonden, die practisch en
gemakkelijk toe te passen is.
Het zuivere voedingsmiddel dan is
datgene, wat onze \orst achter ons
'liggende stamvaders die dus lang
niet zoo geavanceera waren als wij,
wellicht gekend hebben in de vóórhis
torische tijden, toen do scheikunde
nog niet bestond. Wij kennen het
dajn ook sinds langen tijd niet meer
en zullen het, naar alle waarachijo
lijkheid, ook nimmer kennen.
Mlthridates v/as zóo gewend aan
xijn arsenicum, waarvan hij dik
werd, dat hij stierf, toen bij verge
ten had ziin datrelii'ksche portie er
van in te nemen. Wij zijn zóo ge
woon verslaafd aan, afgericht op onze
kunstmatige dranken, dat het ons
moeite zou kosten, die te verw'sselon
met het zuivere voedingam ddei,
waarnaar het Geneefsche congres
met zooveel volharding heeft ge
zocht.
Het staat er zelfs zóo mee gescha
pen, dat wanneer ons door een toe
val spijs of draalk wordt voorgezet,
die ook maar een greintje natuurlijks
bevat, wij dadelijk een vies gezicht
zetten.
In deu bergpas van Lautaret, boog
in de Alpen, te midden van uitge
strekte weiden, waai' do kudden een
bloemrijk en geurig gTas eten, 2075
meter boven allo medkinrichtingeu
van de beschaafde wereld, héb Ik een
dame van de schuimende, pas ver-
sche, niet afgeroomde molk die zij
kreeg, hooren zeggen
„Die meilk 's akelig, ze smaakt naar
de kan 1"
Te Parijs gaf een van mijn vrien
den een diner aan zijn kennissen en
had voor de gedegenheid wijn. laten
komen van zijn eigen bezitting.
Tot zijn vorbazing trokken ver
schillende gasten een scheef ge
zicht. „Wat smaakt die wijn. vreemd!"
zei er een en Het er, na den wijn op
nieuw geproefd te hebben, op vol
gen „Hij smaakt heel raar, hij
smaakt naar druiven 1"
DE GOEDIGE INGEBROKENE.
Als iemand mij vraagt, wait dit op
schrift bet eekent, dan vind >k dat
met permissie, vrij dom. Een nge-
brokene is en kan natuurlijk niet an
ders zijn, dan iemand bij wien. inge
broken is.
En de goedige ingebroken e was ze
kere dokter Dutertre, die nadat hij
in de courant van zijn stadje een u:t-
voerig relaas van de inbraak had ge
lazen, aan do redactie den navolgen
den brief deed toekomen
„Veroorloof mij een kleine verbe
tering, naar aanleiding van do in
braak, waarvan ik te Hesdigneul het
slachtoffer ben geweest.
Ik lees iin uw blad, dat men mij
vel o ouderwetsche wapens en voor
werpen van waarde ontstolen heeft
en dat een vaatje appelwijn van een
zekere hoeveelheid is verlicht. Hier is
een kleme onjuistheid in.
Men mag toch zeker een ouderwet
sche pot, die waarde kan hebben,
niet verwarren met eon oude pot, die
alleen dienen kan om er soep in te
koken. Om dezelfde roden moet men
niet spreken van ouderwetsche wa
pens, wanneer het alleen oude wa
pens geldt. En die zijn het, welke de
dieven uit een klein wapenrek heb
ben ontvreemd. Zij namen twee oude
pistolen mee, waarmee ilk hen aan
raad zeer voorzichtig om te gaan en
ze vooral niet te vaak te gebruiken,
want een ongeluk ligt in een Klein
hoek ja
Daar zij, evenals de Oosterlingen de
meening schijnen te ziin tpegedaan,
dat de dapperste is, wie de meeste
wapens bij zich draagt, hebben zij
aan de pistolen een dolk en een Ca-
talaansch mes toegevoegd. Van dit
arsenaal ?oorzien hebban rij alles
stipt naguzocht, blijkbaar in de hoop
geld of kostbaarheden te vinden. Alle
kisten en kasten hebben zij openge
maakt, maar te vergeefs, zij hebben
geen stuiver gevonden, om de een
voudige reden, dal het huls dikwijls
leeg staat, zoodai *r ut «te steelbaau
in achtergelaten wordt.
Nadat de Vandalen een groote
lamp hebben verbrijzeld, hebben zij
dorst gekregen en eenige flesschen
appelwijn meegenomen. Intusschen
komt liet mij voor, dat zij daarmee
bestolen zijn, want mijn appelwijn is
dezen winter, op den dag toen het
vijftien graden onder nul was, be
vroren geraakt, zoodat ik vrees, dat
hij niet heel Lekker geweest moet
zijn. Wanneer mijn inbrekers ver
stand van appelwijn hebben, zal ik
gaarne hun oordeel hierover verne
men.
In elk geval moet ik erkennen, dat
zij met zorg te werk gaan, daar ze
een kurketrekker hebben meegenomen
waaraan niets weerstand bieden kan.
En om hun picnic te completeeren
hebben zij een gebeeldhouwd houten
fluitje en een mollenval meegenomen.
Kortom, hun buit is buitengewoon
mager geweest en daar zij, dank zij
dezen diefstal met braak, het recht
en zelfs min of meer de plicht hebben
voor de rechtbank te komen en daar,
ingeval zij namelijk geknipt werden,
eenige jaren gevangenisstraf op te
doen, zoo geloof ik, dat zij evenzeer
zijn bestolen ais ik en dat zij niet
zoo spoedig deze kleine, vermoeiende,
gevaarlijke en onvoordeelige oefening
zullen hervatten.
In elk geval verzoek ik hun, mijn
glas- en aardewerk niet meer uit de
ramen to gooien. Er is een en ander
gebroken en daardoor raakt het do
zijn defect. Bovendien doet men zoo
iets niet in fatsoenlijke kringen.
Eveneens geef ik hun in overweging
hun leelijke zwavellucifers niet meer
af te strijken op de paneeicn van de
deuren. Dat laat op de verf allerlei
leelijke strepen achter. In zulk geval
is het immers volkomen voldoende,
dat zij een been optillen en de lucifer
op hun zool afstrijken, zooals men
"dat toch immers gewoon is te doen
in de fijnste kringen... der inbrekers.
Wanneer zij met deze geringe wen-
8chen rekening willen houden, zie ik
een tweede inbraak met kalmte tege
moet.
DAN MAAR DADELIJK.
Een millionair weigerde aan een
vriend duizend gulden te leenen.
„Dat had ik nooit van je verwacht,**
zei de leener, terwijl hij opstond en
aanstalten maakte om verontwaar
digd heen te gaan. Die weigering ver
geef ik je nooit."
„Natuurlijk niet, beste jongen",
antwoordde de rijkaard, met de groot
ste kalmte, „maar wanneer ik je de
duizend gulden had geleend, zou je
mij die nooit hebben terugbetaald en
dan zouden we er ook ruzie over ge
kregen hebben, zoodat het maar be
ter is, dat het er nu dadelijk op uit
loopt. Goeden morgen!"
BEGRIJPELIJK.
Iemand beklaagde zich er over bij
zijn boekbinder, dat een van de boe
ken, die hij hem pas gezonden had,
niet goed sloot.
„Dat kan niet zijn," verklaarde de
boekbinder, in zijn eer getast. Mag ik
het boek even zien?"
En nauwelijks was dat geschied, of
een blik van afgrijzen op het boek
werpende, riep hij uit: „Ik wil het
wel gelooven, u heeft in 't boek ge
lezen 1"
Dr. DUTERTRE.