RUBRIEK VOOR ONZE JEUGD
t18
Vacantia
Kaaüseïs
(Deze raadsels zijn alle ingezonden;
'door jongens en metisjes, die „Voor
Ónze Jeugd" lezen. De namen der
kim.dieren, die mij vóór Donderdag
morgen goedé oplossingen zenden,
worden in heit volgend nummer be
kend gemaakt).
1. (Ingezonden door Jo van Egmond).
Heit bestaat uit 14 letters en is Iets,
waar Ik graag naar toe ga.
2 3 is een verkorte meisjesnaam.
4 5 6 7 is een aardige jongen.,
11 12 '13 14 ie eien sieraad.
8 9 10 7 is oem lichaamsdeel.
2. (Ingezonden door Cato Bonke)..
Zet achter elkaar
een huisgenoot;
een letter van het A B G|
ten een lengtemaat.
.Ge verkrijgt een edelgesteente.
8. (Ingezonden door Jacobus Arink.
Wat kunt ge wit het onderstaande'
'maken
ook dat ndet ge
In'iet een der wait
schietd gij u doe
dat an aan wijt
4. (Ingezonden door TxuUfi V. H.
'Linden!
In mijn jeugd ben ik gekleed geheel
in lichtgroen,
En daarna, word ik getooid met
blauwe bloem.
Een tijdje later ben 'k in 't geel met
kroontje op het hoofd.
Waarvan ik echter al heel gauw
ook weer word beroofd.
Daarna tot mijn groeten sipijt,
Is verdrinken voor mij bereid.
Tot overmaat van. ramp wond 11c la
ter nog gestooten en geslagen.
.Toch word ik op het einde nog
dooi* iedereen gedragen.
5. (Ingezonden door Hendrik .Ver-
Zet ónder elkaar
Een jongensnaam
een stad in Noord-Holland j
een stad in Groningen
een meisjesnaam
een jongensnaam
een dorp in Noord-Holland
een dier;
een munt.
Da beginletters vormen Lets, waar
wij dikwijls Woensdags komen.
6. Ingezonden door Ruurtje Aarts).
Met een hoofd en met een staart
Vindt gij mij op Neêrla.nds kaart.
Zonder hoofd en met een staart
Zwem ik in rivier en vaart.
Zonder hoofd en zonder staart
Ben ik een getal,
Dat iedereen wel vinden zal.
7. (Ingezonden door Annie en Manie
Van Zutphen).
GEN GEN GEN
GEN WAGEN GEN
GEN GEN GEN
Wat maakt gij hieruit?
8. (Ingezonden door Catootje Nelis-
Ssen).
Mijn eerste is een meel, mijn twee
de is een zak en mijn geheel is toch
geen meelzak. Wat is het dan
9. (Ingezonden door Betsy ICuyper).
Mijn geheel bestaat uit 19 letters
en bevindt zich in Haarlem.
8 9 4 13 5 1 is klein.
4 18 2 11 is in dein bijenkorf.
16 9 5 7 15 12 6 doet veel ijzer.
10 18 3 7 gebrglkt men bij het eten.
8 9 3 10 is een kleedingstuk.
10. (Ingezonden door Nanne Nauta).
Onze oude bruin, een goedig beest,
Had, o, zoo'n grooten kop
En liep hij over eene brug,
Dan trapte hij er op,
Begrijpt ge dat? Och. zeg mij dan.
Hoe dat toch moog'lijk wezen kan
Raadseloplossingen
De oplossingen der raadsels van de
Vorige week zijn:
1. Burgemeester meester; heer -r-
ruiff mug.
2. Met levensgevaar.
3. Lichtscherm.
4. Een pook.
5. Perenboom.
6. Tom.
Ooitn
Mol.
7. Veenhuizem
8. Bioisco.petbeiater,
9. De Laatste loodjes' wegdb het
zwaarst:
10.
X x x x
X X
1 5
X
X X X X
Goede oplossingen ontving ik 'deze
week van
Mies Schravendijk 9.
NeOly en. Willem Wiillemisen 8.
Johannes KLoos 9.
Mardia Ottolini 8.
Ruurtje Aarts 9.
Greitiha v. d. MunmJk' 9.
G. Kwantes 10.
Jetty Boogaard 9.
Jo en Frans van Egmond. 8.,
Hendrik Versteeg 8.
Nanne Nauta 10.
Wilhelmus Hedjl 8.
Jan ein Roeland van Vendeloo 9.
Zus Duursma 10.
Annie en Truus v. d. Lindien 8.
Jacobus em Gerard us Arink 8.
Maxtiinus Bonke 10.
Cato Bonke 9.
Bram van NieJ 9.
Strikvragen.
w_ door Hubertiis Bank).
Weük ijzer is toch niet van ijzer?
Welke boter werkt niet op het
land?
Met welke gom Is 'niet to plak
ken
Wat valt door de ruiten zonder
ze te breken
Welken stoel zal men In dei huis
kamer niiet vinden
Wie kan alle talen spreken?
Wiien kan men 't zekerst een ge
heim toevertrouwen 7
Welk beest roept miauw, 'vangt
ook muizen en is toch geen kat
Hoe heet de bovenste steen van
e,en huis
Wij gebruiken het dagelijks, het
is zelfs bijna onmisbaar en toch
Vindt men het verdrietig, als
men het moet houden.
Wat ik in de vacantie doe
door
Elizabeth Frölich,
oud 12 jaar.
Ik zal u vertellen»
Wat ik alzoo doe»
Al in de vacantie,
Als ik ben bij mijn Moe.
Dan neem ik mijn breikous,
En brei er op los.
Ook ga ik des middags
Wel wand'len in 't bosch.
Eri als 'k in den Hout ben,
Dan speel ik cricket
Met mijn zusje Trijntje,
Ik heb dan veel pret.
Of 'k neem eens een boek mee,
En kies een mooi plekje uit.
Ilt ga dan wat lezen,
Van een vroolijke guit.
En als het eensregent
Wat of ik dan doe
Dan speel 'k met mijn zusjes,
Tot het donker is, toe.
Des avonds ga ik dan,
Wat vroeg naar mijn bed?
We hebben met z'n drietjes
Daar groote pret.
En als de vacantie om is.
Dan ga ik vol moed,
Weer ijv'rig aan 't leer en»
En doe mijn werk goed.
ïiiecdoor Parker.
naar Orison Swett Harden.-
„Mag ik morgen eens vrij hebben,
voider vro.eig Theodoor Parker op
eiein namiddag in Augustus.
De arme molenaarsknecht in' het
■dorp keek zijn jangaten zoon ver
baasd aan, want het was een druk
ke tijd; maar aan het ernstige ge
laat van den knaap zag hij^ dat er
tets buitengewoons aan de hand was,
en daarom stond hij het verzoek toe.
Dear volgenden morgen stond Theo
door heel vroeg op, liep tien mijlen
Ver naar de stad, waar het gym
nasium was, langs een stoffigen,
warmem weg -en meldde zich aan voor
het toelatingsexamen tot die school.
Sedert zijn achtste jaar was hij niet
in staat geweest, geregeld de school
te bezoeken, maar hij had het zóó
weten aan te leggen, dat hij ©llcen
winter drie maanden onderwijs ge
noot, en had, terwijl hij achter den
ploeg liep, of anderen arbeid ver
richtte, herhaaldelijk zijne lessen na
gezien. Ook had hij elk oogenblik,
dalt hij vrij was, benuttigd voor heit
lezen van goede boeken, w-elke hij
teemde.
Eén boek kon hij niet Leenen, maar
hij voelde, dat hij het hebben moest;
daarom stond hij des morgens in den
zomer lang vóór liet aanbreken van
dien dag op en zocht bessen, het eene
schepel na bet andere, die hij ver
kocht, en kreeg zoodoende het geld,
waarvoor hij het zoo vurig verlang
de Latijnsche woordenboek kon koo-
pen.
„Knap gedaan, mijn jongen", zedde
die molenaarsknecht, toen zijn zoon
's avonds laat thuis kwam en hem
meedeelde, d'at hij met goed gevolg
examen had afgelegd „maar Theo
door, ik kan de kosten voor de school
niet betalen„Dat is zoo, vader",
antwoordde Theodoor, „maar ik blijf
er ook nietik zal bij tusschen-poo-
zen thuis studeer en en mij aldus
voorbereiden voor het eindexamen
•en don krijg ik een diploma."
Dat plan volvoerde hij, en doorliet
geven van lessen, toen hij wat ouder
word, verdiende hij zooveel, dat hij
twee jaren aan de universiteit kon
studoa-rm, waar hij toen met lot zijn
graad haalde.
Toen liij jaren later zich eem. goede
plaats veroverd had en bekend en ge-
eerd was door zijn lanid-genootm, was
het een gemot voor hem zich zijn
vroegere worsteling en overwinning
te midden van de bosschen van zijn
dorp te binnen te brengen.
door
Theodorus van den Bos,
oud 14 jaar.
Vacantiie is een schoon getij.
Do schriften en boeken maar op zij.
Nu gaan wij dansen en springen,
En nog meer andere dingen.
Maar acht, aan alles komt een end
En wed weet ik, waar ik 't liefste
ben,
Op school, want 't is toch een pret
tige tijd,
Waar menigeen je later nog om
benijd.
Hoe ïoai Berley de
kachelpijp uit elkaar nam
door
Susanne S. de Lange.
Kleine Tom Berley zat. En dat is
nu niets gék, alte groote memschen en
èlie kinderen zitten, maar Tom zat
op zóo'n gekke plaats en wal
schrijlings op een kachelpijp. De ka
chel stond nogal 'n eindje van den
schoorsteen af, de pijp was lang en
dik. Tom had, wanneer de kachel
eens even niet brandde, vaak gepro
beerd, „of zij hem wel hield", en nu
de kadbeil met mooi, warm weer lang
uit, en; zijn mama boven was, gang-
Tom er op zijn gemak op zitten. En
z'n mooie, blonde krullebol raakte net
dein schoorsteenmantel aan. Hij
trachtte nu uit te rekenen, hoelang
het zoowat geleden was^dat hij voor
over in een kuip met water was ge
vallen. En hij somde, op z'n vinger
tjes tellend, alles op. „Eerst ben ik in
de kuip ge-vallen vijf minuten
toen liöeft maatje Tom andere kleer
tjes aangetrokken tien minuten, en
toen „is" ik op de kachelpijp geMimd'
vijf minuten. En dat is samen
honderd minuten."
Toen kwam er weer iets anders in
zijn vlug bolletje op. Verteden jaar
was do schoorsteenveger
zoo'n zwarte man-, waar Tom eerst
bang voor was, maar die met zijn
zwart gezicht zóó vriendelijk tegen
Tiom had gelachen, dat hij hem zelfs
eten handje had gegeven en hem ge
vraagd, of hij soins ook 's graag op
z'n moatejeshaiuxanonila" wou spe
ten. Maar dat wou die man niet, en
Tom was érg teleurgesteld geweest.
D'iie zwarte man had toen dezelfde
pijp, waarop Tom nu zat, heeiemaal
uit elkaar genomen. En dat wilde
Tom nu óók eens probeeren. Hij sloeg
zijn linker beentje over de pijp naast
zijn rechter, en liet zich toen lang
zaam en voorzichtig eraf glijden.
Heel wijs, met de handjes in de zak-
loan, loeisk hij eerst eens hoe allee in
eilkaar zat. Ér was 'n stuk pijp tus-
s-clxein gezet, precies zoolang als \u
reep chocolade, vanwaar de pijp om
hoog ging en in den sell ooi-steen
kwam, af, zoo had zijn mama hem
uitgelegd, toen hij haar een-s vroeg,
hoelang de pijp wel was. Hij had
diten langen zin precies onthouden, en
dan ook nogdat tusschengezctte
stuk was drie reepjes chocolade lang,
dót had hij zelf gemeten. En nu over
legde hij bij zichzelfwanneer hij dat
tusscltengeoette stuk nu over het
reepje chocolade kon schuiven, naai
den schoorsteen toe en dan de pijp
een beetje opzij trok, kon hij -er die
zoo mooi afkrijgen."'
En hij probeerde het, slechts even
aarzelend, denkendwat zou ma
maatje ervan zeggen, maar hij had
zóó'n zin om het te doen, dat hij al
't andelro vergat. Hij duwde met al
de kracht van zijn vierjarige spieren
en toen toen laolite de bengel
zegevierend't was hem gelukt I
Nou op zij éen, twee, o, maatje I
Daar lag nu die stoute Tom, rnet de
pijp dwars over zijn voor k-o-rt nog
zoo helder wit, doch nu zwart matro
zenpakje, dat zijn mama hem nog
pas zoo schoon had aangetrokken. En
z'n oogen, z'n mondje en zelfs zijn
neus zaten met roeit Wat deed dat
pijn 1 En bij zijn val had hij zijn
hoofdje ook nog aan den schoorsteen
gestooten. Hij huilde van pijn en
boosheid „mama, o, mama
Zijn moeder had hem niet zoo
gauw gehoord, maar kwam nu snel
naar hem toe, knielde bij hem neer,
en zei de op bedroefden eai verbaas
den toon„Maar v-entje, wat heb je
nu weer gedaan?" En voorzichtig
veegde ze met haar zakdoek liet roet
vo-crlonpig zoo'n beetje van Tom's ge
zichtje.
Tom vertelde onder snikjes door:
„Rt wou net doen als de sch-schoor-
steen-veger en toen ging die pijp in
eens los."
„Maar dat had je dan toch ook niet
mógen doen, vent", antwoordde zijn
moeder zacht bestraffend, en tilde
ham o-p. .„Kom, je bent nu nog mooi
er dam eien negertje, die heeft nog
niet eisers zulke leuke, zwarte en witte
stbeepjes over z'n gezichtje", zeide
mevrouw Berley toen. glimlachend
naar Tom's gezichtje kijkend, waar
de traantjes, door hot roet, zwarte en
witte streepjes achter gelaten had
den. En zuchtend„kijk nu je mooie
pakje eens, kleine ondeugd. Je bent
al genoeg gestraft, anders mama
moest véél boozer op Tom zijn 1"
„Och, néé, maatje", smeekte
Tom.
„Nu, goed,, niaar dan moet Tom
maatje ook beloven» nóóit weer 'n
kachelpijp uit elkaar te nemen
Tom
„Nóóit weer, mama I" beloofde Tom
beslist.
Zijn mama kuste hem op z'n krulle-
boildaar zat het minste roet op. En
toen gingen Torn's mama eai hijzelf
maar weer evm naar boven, waar
zijm mama hem dion dag voor den
•darden keier een schoon pakje aan
trok.
Brievenbus
(Brieven aan de Redactie van
de Kinder-Afd-eel-ing moeten
gezonden worden aan Mej.
M. C. van Doorn, Wagen
weg 88, Haarlem).
HUBERTUS B. Wel, jongen, wat
een heerlijke verjaardag heb jij ge
had I En wat heb je een prachtige ver
zameling presenten gekregen I Ik ban
erg blij, dat je in je schik bent met
het hoek ik hoop, dat je het mooi
zult vinden, hoor Kwam het goed op
tijd Dié chocolade was zeker ook
wel naar je zinheb je alles al opge
goten En heb je de nieuwe platen
van de tooveriantaarn al vertoond
Heerlijk, dat je zoo druk bezig bent
voer den Sint Nicolaas-wedstrijd ik
hoop natuurlijk, dat je inzending
mooi zal uitvallen 1 Ik vind het pret
tig. dat je me weer een-s wilt komen
opzoeken. Dag, Hubertus Heel veel
groeten en tot de volgende week 1
TINUS B. Wil je Moeder voor
mij bedanken voor het briefje Wat
aardig, Tinus, dat je Moeder, die toch
heusch 's morgens de handen wel vol
zal hebben, nog tijd kon vinden om
je briefje over te schrijven. Vordert
je inzending al goed Waar staat je
Hagedis In do huiskamer En vin
den de kleintjes hem niet prachtig
Is Co A. één van je beste vriendjes
Het wordt gezellig in Schoten, hoor
Wat komt er zoowat op de week
markt Wat zal dat op den 19den
weer een gezellig feestje zijn. De ver
jaardagen komen bij jullie dicht op
elkander l Doe mijn groeten aan je
Moeder.
CATO B. Je raadsels zal ik
plaatsen. Er komt er tegenwoordig
dikwijls een van jou in de courant,
vind je niet? Wat wordt Herman
ook al groot, hè Het zal niet lang
duren, of hij komt eens met de jon
gens mee boeken ruilen I Zou hij al
zoo ver kunnen loopen Of is hij
moe, als hij uit school komt Koken
jullie nu ook op gas, of is het alleen
in plaats van de petroleumlamp
Het is veel beter licht, vind je niet
Nu kun je 's avonds beter zien, als
je zit te werken. Wat voer je des
avonds meestal -uit
BRAM VAN N. Zeker, Bram, het
is best, als je a.B. Woensdag tusschen
1 en 2 uur weer komt. Ik hoop, dat er
een heeleboel zijn, die je nog niet
kent. Kon je voor het tweede raadsel
geen oplossing bedenken
RUURTJE A. Het tweede raad
sel heb ik goed gerekend, maar het
laatste niet. Dat kwam bij jou oplos
sing niet uit. Het zijn er dus maar
negen. Je eerste raadsel zal ik plaat
sen. Heb je het zelf gemaakt, of er
gens gevonden Het tweede is wel
goed, maar ik geloof, dat de meeste
kinderen het weekblad niet kennen,
en dan kunnen ze ook onmogelijk de
oplossing vinden. Zend nog maai'
weer een paar andere.
GRETI-IA v. d. M. Wel, dat zal
een prettige week geweest zijn. Wat
was er alzoo op de kennis te zien
Heb je in den draaimolen gezeten en
poffertj.es gegeten 11c vind het best
als je Woensdag Komt. Dan kunnen
wij meteen eens kennis maken.
GRIETJE K. Wat vond ik het
heerlijk te hooren, dat je zoo flink
vooruit blijft gaan. Eet nu maar een
heeleboel en ga flink wandelen lede
ren dag, dan zal je den volgenden
keer wel weer zwaarder zijn. Hoe
veel pond weeg je nu in 't geheel Ja,
ik ben wel wat nieuwsgierig naar je
plan voor den wedstrijd, maar zeg
me maar niets, dan is de verrassing
zooveel te grooter. Of er een tentoon
stelling zal zijn, weet ik nu nog niet.
Dat hangt ex van af, wat voor in
zendingen er komen. Heb je nu veel
vrijen tijd En maak je ook wel eens
nieuwe raadsels
JETTY B. Ja, de raadsels en het
briefje van Mies heb ik gekregen en
ik Ireb haar nu ook een briefje ge
schreven. Vond jij het laatste raad
sel ook al zoo moeilijk en helpen jij
en Mies elkaar een beetje, of doe je
het allebei alleen? Ja, de G. A. G. ver
andert zoo langzamerhand heeie
maal. Maar dat gaat zoo met alle
buurten.
NANNE N. Wel Namne, wat een
gewichtige dag Is dat voor jou mor
gen. Hoe komt dat zoo, dat juist jij
afgevaardigd wordt? Wat een deftig
woord, vind je niet? Voel je je nu niet
erg groot? Je moet me maar eens al
les van liet feest vertellen. Je raadsel
zal ik plaatsn. Wat kan jij toch flink
raden: Ze zijn weer allemaal goed.
Doe Cor mijn groeten!
WILH. H. Ja, Wim, als jij eens
een keertje overslaat, dan denk ik
maar, dat je geen tijd gehad hebt;
dat jij niet langer mee zou doen, ge
loof lk zoo gauw niet. Ilc ben nieuws
gierig, of je wedsti'ijdlnzending mooi
wordt; het treft g-oed, dat je pa liet
dan mee kan nemen, hè? Als je hem
dan maar geen al te grooit pak geeft!
Hoe is het nu met moeder? Gaat het
weer wat beter? Wil je haar beter
schap voor me wenscben? En dan
hoop ik, dat je grootvader ook weer
gauw wat aansterkt.
JO en FRANS van E. Neen, er
staat in het raadsel van Jo geen fout
je, zooals je nu bij de oplossingen
zien kunt. Dat was toch grappig, dat
je nu naar je eigen raadsel nog een
poosje raden moest. Ik kan het nieu
we raadsel best gebruiken. Ik geloof,
dat er tegenwoordig alle weken een
van jullie in staat, is 't niet?
HENDRIK V. Ik ben blij, dat je
het boek mooi vind. Ja, je mag er net
zoo dikwijls een komen halen, tot je
al de boeken uitgelezen hebt. Ik zal
je raadsel plaatsen. Ja, ik geloof ook,
dat sommigen wat moeilijk zijn,
maar er moet voor de grootere kin
deren ook nog wat te raden blijven,
vindt je niet?
BETSY VAN W. Ja, Betsy, het
briefje was voor jou! Dacht je, dat ik
je verjaardag vergeten was? Heb je
't tegenwoordig te druk om te schrij
ven? Wat heb je dan wel allemaal
te doen? Ik heb „Het veulen" ook ge
lezen. Ik kan me begrijpen, dat je
het mooi vindt. En is Maandag To
niet jarig? Die feliciteer ik ook van
harte, hoor! Dat zal alweer een pret
tige dag zijn, denk ik.
ZUS D. -Het was zeker gezellig,
dat je neef van de week een dagje
overkwam. Hebben jullie weer een
mooie wandeling gemaakt? Het is
zoo'n prachtige herfst, dat je zeker
erg van de wandelingen profiteert te
genwoordig, is 't niet? Vind je het
prettig, dat de avonden al weer zoo
lang zijn en wat voer je dan meestal
uit?
MIES S. Wel, Mies, negen raad
sels goed, dat is een flink begin! Je
vindt raadsels oplossen zeker een
prettig werkje, Als je nu zelf ook
eens mooie raadsels maken kunt, dan
moet je ze maar sturen, dan kunnen
we die weer aan de andere kinderen
opgeven. Het is natuurlijk best, als
je ook aan de wedstrijd mee doet.
NELLY en WILLEM W. Het
briefje heb ik gekregen en ik vind liet
prettig, dat jullie ook mee komen
doen. Hebben jullie de raadsels sa
men opgelost? En wie van je beidjes
kan het het beste? Nelly had het
briefje zeker geschreven, is 't niet?
Kan Willem het ook al zoo netjes?
MARIA O. Wel, hoe vindt je het
boek? Is liet nogal naar je zin? Je
raadsels zijn goed. Heb je erg lang
werk, om ze te raden. En maak je
zelf ook wel eens nieuwe raadsels?
Stuur ze dan maar.
TRUUS v. d. L. Je raadsels kun
nen heel goed gepaatst worden. Voor
al het laatste is mooi, maar dat heb
je toch ze leer niet zelf gemaakt, is 't
wel? Vind je zelf raadsels bedenken
ook niet een prettig werkje? Doen
jullie met den volgendenwedstrijd ook
nog mee? Ilc ben blij, dat je zulke
prettige dagen gehad hebt.
JACOBUS en GERARDUS A.
Wel, jullie hebt prachtige plannen
voor den wedstrijd, hoor! Ik ben erg
nieuwsgierig, of liet goed uitvalt,
want het kan zoo onder liet werken
mee en tegen loopen. De raadsels zal
ik bij gelegenheid plaatsan. Vinden
jullie het boek mooi? En heb je het
al uitgelezen?
M. C. VAN DOORN.
Zeg, ben je 't drinken heelemaal
afgeleerd zegt een der academische
heeran, en hij slaat weer een glas
it aar binnen.
Hoor eens, omdat er zoo weinig
giedr'onken is, wil ilc vandaag dte
vertering betalen I roept er een.
Daar komt niets van in. Be
heem alles voor mijn rekening 1 roept
een ander met een pieperig stam
metje.
Stilte daar. Ik betaal en daar
mede basta. Pa.pa_Vederm'an laat
"nog wat aanrukken I
Zoo gaat hot voort, totdat het vocht
eindelijiCde uitwerking doet, die niet
lcotn ultbliiven een opmerkelijke dui
zeligheid begint epidemisch te wor-
'dien.-
Men besluit ten laatste, huiswaarts
ie koerenen reeds worden verschei
dene onpraktische bewegihgen ten
spot van de mathematische grondbe
ginsel étn van het evenwicht ver
toornd.
Ik zal' betalenroept weer een
dor studenten tamelijk hoorbaar.
Neen, dat is mijn zaak laat een
tweede hooren.
Geen woord meer Ik betaal 1
besluit een derde.
Gelijktijdig grijpen allen naar hun
hours an dringen cm dm logement
houder, als ware het een hemetscha
vreugd, om to batalen.
De dikke Vederman kan zijn la
chen niet bedwingenwant reeds
zogt een vierde hem, dat hij onder
geen. voorwendsel iets van de ondie
ren mag aannemen, da air hij cm
niemand als hij betaalt.
De tragi-komische scène wordt ech
ter op dit oogenblik afgebroken dooi
den zesde, die op een stoel klimt en
met een zware stentorstem de vol
gende gevleugelde woorden spreekt
Ik waag een oogenblik 't woord.
Op döze wijze bereiken wij nimmer
ans d'oel. Daarom heb ik een voor
stel te doen. Onze gemoedelijke
vriend Vederman is zekdr wel bereid
om tot een kleine scherts de hand te
leenen. Aan hem wordt het overgela
ten om aan te wijzen, wie betalen,
zalwij doen hem een blinddoek voor
de oogen en wee hem, die in zijn
klauwen valt I
BravoMagnifiek I zoo zal 't
zijn, roepen allen eenstemmig.
Je hebt er immer snlets tegen
wordt den man gevraagd; maar vóór
deze tot bezinning lean komen, heeft
men hem onder het gejubel der ove
rigen een zakdoek voor de oogen ge
bonden, zoodat er géén kwestie van
zien meer is, en luid lachende zoe
ken allien huiten zijn bereik te ko
men.
Stil Niet gelachen komman-
deert de impvessario van dat wonder
lijk speldoor geen geluid verraden,
waar ga zijt
Dit bevel wordt stipt opgevolgd. Al
les wordt plotseling stil en met-prij
zenswaardig geduld tast Vederman
in de groots leamer rond, vruchteloos
op oen levend wezen loerend,
Geen enkel geluid goeft hem de
richting aan. Reeds heeft hij tanlelijk
genoeg van de grap en hij wil juisit
den doek van de oogen rukken, als
hij vlak bij zich iets hoort bewegen
hij grijpt toe, en, den doek van het
hoofd nemende, roept hij uit
Halt deze betaaltnegentien
gulden zestig.
Wat negentien gulden zestig
klinkt een aanminnige vrouwen
stem.
Hoe ontstelde hii echter, toen hij
zijn eigen ega ontwaarde, die hem
tamelijk onzacht bij den arm vatte,
terwijl van de iooze vogels geen een
meer te zien was.
Want eer het gejubel en het rumoer
de waardin uit da keuken lokten,,
hadden de heoron zich voorzichtig
uit de voeten gemaakt.
Daar stond hij en vruchteloos
trachtte hij zijne gramschap te be
dwingen.
Zeg me om 's Hemels wil, wat
moet dat allemaal beduiden vroeg
de waardige vrouw, hoogst verbaasd
over de wonderlijke komedie.
Houd je maar bedaard, B§t't is
san ondeugende streek en papa Ve
derman is er Ingeloopen maar het
zal de laatste maal geweest zijn
Of het werkelijk de laatste maal ge
weest is, dat cfè goedhartige Veder
man door de.studeerende jongeling
schap Is beetgenomen, kan ik niet
meededen, maar wel moet ik tenslot
te nog aanstippen hoewel 't eigen
lijk van zelf 6preekt dat de. jonge
lui reeds den volgenden dag terug
kwamen om te betalen, en nog een
pleister op de wond legden.
Te Straatsburg Is een leeïrigszins
bejaard heer van de kathedraal ge
sprongen, Hij kwam met het hoofd
op het plaveisel terecht, waar zijn
lijlc werd opgenomen met verbrijzel
den schedel. Het had weinig gescheeld
of een voorbijganger had den vallen
den man op zich gekregen'.
DAMRUBRIEK.
HAARLEMSCHE DAMCLUB.
PROBLEEM No. 7.
Jgedragem aan den heer J. Meyer door W. J. A. Mali
Zwart
1 98 4 6
Wit
46 47 4i 49 50
Zwffl schijven pp 8, 4, 9, 10, 12,16,
Wiit schijven op 24» 25, 30. 31, 86,
Oplossingen worden Ingewacht vóór
29 October bij den heer J. Meyer,
Kruisstraat 34, alhier.
Oplossing van probleem Nq. 5, van
den heer- H, C, van Oort, isWit
21 - 17, 44 - 39. 25 - É0t 89 - 33,
34 23. 46 35. -1!
23, 28, 31 en 87, en 'dom 'óp 27.
89 en 47, en dam op 2..
Goede oplossingen ontvangen von
de heer en J. Jooobson Azn., D. G. da
Koning, W. J. A. Matla, W. Nleuwen-
huizen, Patriesio Ottolini, A. de Rid
der, J. L Velde, W. F. de Whs. C.
Seroddnt, J. F. Spanjaard en F. M.
V. tL Wcrff.
Wij herinneren er nogmaals aan,
dat de ontledingen van het eindspel
Querido vóór 22 dezer ingezonden
moeten worden.
Aangekondigd wordt de verschij
ning van een nieuw werkje over hot
damspel„Het Damspel in de prak
tijk" door F. C. Hemmes te Haren
(sedert 1902 kampioen-dammer van
de drie Noordelijke provinciën), uit
gave Electr. Drukkerij H. N- Werk.
man te Groningen.
Itet boekje kwam 'tot heden niet in'
ons bezit, zoodat wij ons oordeel over
den Inhoud moeten opschorten.
Blijkens de circulaire, is hot werk
je geschreven voor eerstbeginnenden,
en de prijs (50 ets.) zoo laag gesteld,
dat het onder Ieders bereik valt.
CORRESPONDENTIE.
J. L. V. te O. Het door U toegezon
den probleem kunnen wJj niet plaat
sen, zijnde dit geen oorspronkelijk
werk van U. Wij wenschen geen on
aangenaamheden te krijgen met re
dactie's van andere damrubrieken of
-tijdschriften en moeten U beleefd'
verzoeken dergelijke handelingen In
*t vervolg na te laten.
U heeft reeds bij herhaling plagiaat
gepleegd, want alle probleems or.der
de vorige redactie in deze rubriek op
uw naam verschenen, waren, zonder
één uitzondering, van andere auteur»