RUBRIEK VOOR ONZE JEUGD t18 Vacantia Kaaüseïs (Deze raadsels zijn alle ingezonden; 'door jongens en metisjes, die „Voor Ónze Jeugd" lezen. De namen der kim.dieren, die mij vóór Donderdag morgen goedé oplossingen zenden, worden in heit volgend nummer be kend gemaakt). 1. (Ingezonden door Jo van Egmond). Heit bestaat uit 14 letters en is Iets, waar Ik graag naar toe ga. 2 3 is een verkorte meisjesnaam. 4 5 6 7 is een aardige jongen., 11 12 '13 14 ie eien sieraad. 8 9 10 7 is oem lichaamsdeel. 2. (Ingezonden door Cato Bonke).. Zet achter elkaar een huisgenoot; een letter van het A B G| ten een lengtemaat. .Ge verkrijgt een edelgesteente. 8. (Ingezonden door Jacobus Arink. Wat kunt ge wit het onderstaande' 'maken ook dat ndet ge In'iet een der wait schietd gij u doe dat an aan wijt 4. (Ingezonden door TxuUfi V. H. 'Linden! In mijn jeugd ben ik gekleed geheel in lichtgroen, En daarna, word ik getooid met blauwe bloem. Een tijdje later ben 'k in 't geel met kroontje op het hoofd. Waarvan ik echter al heel gauw ook weer word beroofd. Daarna tot mijn groeten sipijt, Is verdrinken voor mij bereid. Tot overmaat van. ramp wond 11c la ter nog gestooten en geslagen. .Toch word ik op het einde nog dooi* iedereen gedragen. 5. (Ingezonden door Hendrik .Ver- Zet ónder elkaar Een jongensnaam een stad in Noord-Holland j een stad in Groningen een meisjesnaam een jongensnaam een dorp in Noord-Holland een dier; een munt. Da beginletters vormen Lets, waar wij dikwijls Woensdags komen. 6. Ingezonden door Ruurtje Aarts). Met een hoofd en met een staart Vindt gij mij op Neêrla.nds kaart. Zonder hoofd en met een staart Zwem ik in rivier en vaart. Zonder hoofd en zonder staart Ben ik een getal, Dat iedereen wel vinden zal. 7. (Ingezonden door Annie en Manie Van Zutphen). GEN GEN GEN GEN WAGEN GEN GEN GEN GEN Wat maakt gij hieruit? 8. (Ingezonden door Catootje Nelis- Ssen). Mijn eerste is een meel, mijn twee de is een zak en mijn geheel is toch geen meelzak. Wat is het dan 9. (Ingezonden door Betsy ICuyper). Mijn geheel bestaat uit 19 letters en bevindt zich in Haarlem. 8 9 4 13 5 1 is klein. 4 18 2 11 is in dein bijenkorf. 16 9 5 7 15 12 6 doet veel ijzer. 10 18 3 7 gebrglkt men bij het eten. 8 9 3 10 is een kleedingstuk. 10. (Ingezonden door Nanne Nauta). Onze oude bruin, een goedig beest, Had, o, zoo'n grooten kop En liep hij over eene brug, Dan trapte hij er op, Begrijpt ge dat? Och. zeg mij dan. Hoe dat toch moog'lijk wezen kan Raadseloplossingen De oplossingen der raadsels van de Vorige week zijn: 1. Burgemeester meester; heer -r- ruiff mug. 2. Met levensgevaar. 3. Lichtscherm. 4. Een pook. 5. Perenboom. 6. Tom. Ooitn Mol. 7. Veenhuizem 8. Bioisco.petbeiater, 9. De Laatste loodjes' wegdb het zwaarst: 10. X x x x X X 1 5 X X X X X Goede oplossingen ontving ik 'deze week van Mies Schravendijk 9. NeOly en. Willem Wiillemisen 8. Johannes KLoos 9. Mardia Ottolini 8. Ruurtje Aarts 9. Greitiha v. d. MunmJk' 9. G. Kwantes 10. Jetty Boogaard 9. Jo en Frans van Egmond. 8., Hendrik Versteeg 8. Nanne Nauta 10. Wilhelmus Hedjl 8. Jan ein Roeland van Vendeloo 9. Zus Duursma 10. Annie en Truus v. d. Lindien 8. Jacobus em Gerard us Arink 8. Maxtiinus Bonke 10. Cato Bonke 9. Bram van NieJ 9. Strikvragen. w_ door Hubertiis Bank). Weük ijzer is toch niet van ijzer? Welke boter werkt niet op het land? Met welke gom Is 'niet to plak ken Wat valt door de ruiten zonder ze te breken Welken stoel zal men In dei huis kamer niiet vinden Wie kan alle talen spreken? Wiien kan men 't zekerst een ge heim toevertrouwen 7 Welk beest roept miauw, 'vangt ook muizen en is toch geen kat Hoe heet de bovenste steen van e,en huis Wij gebruiken het dagelijks, het is zelfs bijna onmisbaar en toch Vindt men het verdrietig, als men het moet houden. Wat ik in de vacantie doe door Elizabeth Frölich, oud 12 jaar. Ik zal u vertellen» Wat ik alzoo doe» Al in de vacantie, Als ik ben bij mijn Moe. Dan neem ik mijn breikous, En brei er op los. Ook ga ik des middags Wel wand'len in 't bosch. Eri als 'k in den Hout ben, Dan speel ik cricket Met mijn zusje Trijntje, Ik heb dan veel pret. Of 'k neem eens een boek mee, En kies een mooi plekje uit. Ilt ga dan wat lezen, Van een vroolijke guit. En als het eensregent Wat of ik dan doe Dan speel 'k met mijn zusjes, Tot het donker is, toe. Des avonds ga ik dan, Wat vroeg naar mijn bed? We hebben met z'n drietjes Daar groote pret. En als de vacantie om is. Dan ga ik vol moed, Weer ijv'rig aan 't leer en» En doe mijn werk goed. ïiiecdoor Parker. naar Orison Swett Harden.- „Mag ik morgen eens vrij hebben, voider vro.eig Theodoor Parker op eiein namiddag in Augustus. De arme molenaarsknecht in' het ■dorp keek zijn jangaten zoon ver baasd aan, want het was een druk ke tijd; maar aan het ernstige ge laat van den knaap zag hij^ dat er tets buitengewoons aan de hand was, en daarom stond hij het verzoek toe. Dear volgenden morgen stond Theo door heel vroeg op, liep tien mijlen Ver naar de stad, waar het gym nasium was, langs een stoffigen, warmem weg -en meldde zich aan voor het toelatingsexamen tot die school. Sedert zijn achtste jaar was hij niet in staat geweest, geregeld de school te bezoeken, maar hij had het zóó weten aan te leggen, dat hij ©llcen winter drie maanden onderwijs ge noot, en had, terwijl hij achter den ploeg liep, of anderen arbeid ver richtte, herhaaldelijk zijne lessen na gezien. Ook had hij elk oogenblik, dalt hij vrij was, benuttigd voor heit lezen van goede boeken, w-elke hij teemde. Eén boek kon hij niet Leenen, maar hij voelde, dat hij het hebben moest; daarom stond hij des morgens in den zomer lang vóór liet aanbreken van dien dag op en zocht bessen, het eene schepel na bet andere, die hij ver kocht, en kreeg zoodoende het geld, waarvoor hij het zoo vurig verlang de Latijnsche woordenboek kon koo- pen. „Knap gedaan, mijn jongen", zedde die molenaarsknecht, toen zijn zoon 's avonds laat thuis kwam en hem meedeelde, d'at hij met goed gevolg examen had afgelegd „maar Theo door, ik kan de kosten voor de school niet betalen„Dat is zoo, vader", antwoordde Theodoor, „maar ik blijf er ook nietik zal bij tusschen-poo- zen thuis studeer en en mij aldus voorbereiden voor het eindexamen •en don krijg ik een diploma." Dat plan volvoerde hij, en doorliet geven van lessen, toen hij wat ouder word, verdiende hij zooveel, dat hij twee jaren aan de universiteit kon studoa-rm, waar hij toen met lot zijn graad haalde. Toen liij jaren later zich eem. goede plaats veroverd had en bekend en ge- eerd was door zijn lanid-genootm, was het een gemot voor hem zich zijn vroegere worsteling en overwinning te midden van de bosschen van zijn dorp te binnen te brengen. door Theodorus van den Bos, oud 14 jaar. Vacantiie is een schoon getij. Do schriften en boeken maar op zij. Nu gaan wij dansen en springen, En nog meer andere dingen. Maar acht, aan alles komt een end En wed weet ik, waar ik 't liefste ben, Op school, want 't is toch een pret tige tijd, Waar menigeen je later nog om benijd. Hoe ïoai Berley de kachelpijp uit elkaar nam door Susanne S. de Lange. Kleine Tom Berley zat. En dat is nu niets gék, alte groote memschen en èlie kinderen zitten, maar Tom zat op zóo'n gekke plaats en wal schrijlings op een kachelpijp. De ka chel stond nogal 'n eindje van den schoorsteen af, de pijp was lang en dik. Tom had, wanneer de kachel eens even niet brandde, vaak gepro beerd, „of zij hem wel hield", en nu de kadbeil met mooi, warm weer lang uit, en; zijn mama boven was, gang- Tom er op zijn gemak op zitten. En z'n mooie, blonde krullebol raakte net dein schoorsteenmantel aan. Hij trachtte nu uit te rekenen, hoelang het zoowat geleden was^dat hij voor over in een kuip met water was ge vallen. En hij somde, op z'n vinger tjes tellend, alles op. „Eerst ben ik in de kuip ge-vallen vijf minuten toen liöeft maatje Tom andere kleer tjes aangetrokken tien minuten, en toen „is" ik op de kachelpijp geMimd' vijf minuten. En dat is samen honderd minuten." Toen kwam er weer iets anders in zijn vlug bolletje op. Verteden jaar was do schoorsteenveger zoo'n zwarte man-, waar Tom eerst bang voor was, maar die met zijn zwart gezicht zóó vriendelijk tegen Tiom had gelachen, dat hij hem zelfs eten handje had gegeven en hem ge vraagd, of hij soins ook 's graag op z'n moatejeshaiuxanonila" wou spe ten. Maar dat wou die man niet, en Tom was érg teleurgesteld geweest. D'iie zwarte man had toen dezelfde pijp, waarop Tom nu zat, heeiemaal uit elkaar genomen. En dat wilde Tom nu óók eens probeeren. Hij sloeg zijn linker beentje over de pijp naast zijn rechter, en liet zich toen lang zaam en voorzichtig eraf glijden. Heel wijs, met de handjes in de zak- loan, loeisk hij eerst eens hoe allee in eilkaar zat. Ér was 'n stuk pijp tus- s-clxein gezet, precies zoolang als \u reep chocolade, vanwaar de pijp om hoog ging en in den sell ooi-steen kwam, af, zoo had zijn mama hem uitgelegd, toen hij haar een-s vroeg, hoelang de pijp wel was. Hij had diten langen zin precies onthouden, en dan ook nogdat tusschengezctte stuk was drie reepjes chocolade lang, dót had hij zelf gemeten. En nu over legde hij bij zichzelfwanneer hij dat tusscltengeoette stuk nu over het reepje chocolade kon schuiven, naai den schoorsteen toe en dan de pijp een beetje opzij trok, kon hij -er die zoo mooi afkrijgen."' En hij probeerde het, slechts even aarzelend, denkendwat zou ma maatje ervan zeggen, maar hij had zóó'n zin om het te doen, dat hij al 't andelro vergat. Hij duwde met al de kracht van zijn vierjarige spieren en toen toen laolite de bengel zegevierend't was hem gelukt I Nou op zij éen, twee, o, maatje I Daar lag nu die stoute Tom, rnet de pijp dwars over zijn voor k-o-rt nog zoo helder wit, doch nu zwart matro zenpakje, dat zijn mama hem nog pas zoo schoon had aangetrokken. En z'n oogen, z'n mondje en zelfs zijn neus zaten met roeit Wat deed dat pijn 1 En bij zijn val had hij zijn hoofdje ook nog aan den schoorsteen gestooten. Hij huilde van pijn en boosheid „mama, o, mama Zijn moeder had hem niet zoo gauw gehoord, maar kwam nu snel naar hem toe, knielde bij hem neer, en zei de op bedroefden eai verbaas den toon„Maar v-entje, wat heb je nu weer gedaan?" En voorzichtig veegde ze met haar zakdoek liet roet vo-crlonpig zoo'n beetje van Tom's ge zichtje. Tom vertelde onder snikjes door: „Rt wou net doen als de sch-schoor- steen-veger en toen ging die pijp in eens los." „Maar dat had je dan toch ook niet mógen doen, vent", antwoordde zijn moeder zacht bestraffend, en tilde ham o-p. .„Kom, je bent nu nog mooi er dam eien negertje, die heeft nog niet eisers zulke leuke, zwarte en witte stbeepjes over z'n gezichtje", zeide mevrouw Berley toen. glimlachend naar Tom's gezichtje kijkend, waar de traantjes, door hot roet, zwarte en witte streepjes achter gelaten had den. En zuchtend„kijk nu je mooie pakje eens, kleine ondeugd. Je bent al genoeg gestraft, anders mama moest véél boozer op Tom zijn 1" „Och, néé, maatje", smeekte Tom. „Nu, goed,, niaar dan moet Tom maatje ook beloven» nóóit weer 'n kachelpijp uit elkaar te nemen Tom „Nóóit weer, mama I" beloofde Tom beslist. Zijn mama kuste hem op z'n krulle- boildaar zat het minste roet op. En toen gingen Torn's mama eai hijzelf maar weer evm naar boven, waar zijm mama hem dion dag voor den •darden keier een schoon pakje aan trok. Brievenbus (Brieven aan de Redactie van de Kinder-Afd-eel-ing moeten gezonden worden aan Mej. M. C. van Doorn, Wagen weg 88, Haarlem). HUBERTUS B. Wel, jongen, wat een heerlijke verjaardag heb jij ge had I En wat heb je een prachtige ver zameling presenten gekregen I Ik ban erg blij, dat je in je schik bent met het hoek ik hoop, dat je het mooi zult vinden, hoor Kwam het goed op tijd Dié chocolade was zeker ook wel naar je zinheb je alles al opge goten En heb je de nieuwe platen van de tooveriantaarn al vertoond Heerlijk, dat je zoo druk bezig bent voer den Sint Nicolaas-wedstrijd ik hoop natuurlijk, dat je inzending mooi zal uitvallen 1 Ik vind het pret tig. dat je me weer een-s wilt komen opzoeken. Dag, Hubertus Heel veel groeten en tot de volgende week 1 TINUS B. Wil je Moeder voor mij bedanken voor het briefje Wat aardig, Tinus, dat je Moeder, die toch heusch 's morgens de handen wel vol zal hebben, nog tijd kon vinden om je briefje over te schrijven. Vordert je inzending al goed Waar staat je Hagedis In do huiskamer En vin den de kleintjes hem niet prachtig Is Co A. één van je beste vriendjes Het wordt gezellig in Schoten, hoor Wat komt er zoowat op de week markt Wat zal dat op den 19den weer een gezellig feestje zijn. De ver jaardagen komen bij jullie dicht op elkander l Doe mijn groeten aan je Moeder. CATO B. Je raadsels zal ik plaatsen. Er komt er tegenwoordig dikwijls een van jou in de courant, vind je niet? Wat wordt Herman ook al groot, hè Het zal niet lang duren, of hij komt eens met de jon gens mee boeken ruilen I Zou hij al zoo ver kunnen loopen Of is hij moe, als hij uit school komt Koken jullie nu ook op gas, of is het alleen in plaats van de petroleumlamp Het is veel beter licht, vind je niet Nu kun je 's avonds beter zien, als je zit te werken. Wat voer je des avonds meestal -uit BRAM VAN N. Zeker, Bram, het is best, als je a.B. Woensdag tusschen 1 en 2 uur weer komt. Ik hoop, dat er een heeleboel zijn, die je nog niet kent. Kon je voor het tweede raadsel geen oplossing bedenken RUURTJE A. Het tweede raad sel heb ik goed gerekend, maar het laatste niet. Dat kwam bij jou oplos sing niet uit. Het zijn er dus maar negen. Je eerste raadsel zal ik plaat sen. Heb je het zelf gemaakt, of er gens gevonden Het tweede is wel goed, maar ik geloof, dat de meeste kinderen het weekblad niet kennen, en dan kunnen ze ook onmogelijk de oplossing vinden. Zend nog maai' weer een paar andere. GRETI-IA v. d. M. Wel, dat zal een prettige week geweest zijn. Wat was er alzoo op de kennis te zien Heb je in den draaimolen gezeten en poffertj.es gegeten 11c vind het best als je Woensdag Komt. Dan kunnen wij meteen eens kennis maken. GRIETJE K. Wat vond ik het heerlijk te hooren, dat je zoo flink vooruit blijft gaan. Eet nu maar een heeleboel en ga flink wandelen lede ren dag, dan zal je den volgenden keer wel weer zwaarder zijn. Hoe veel pond weeg je nu in 't geheel Ja, ik ben wel wat nieuwsgierig naar je plan voor den wedstrijd, maar zeg me maar niets, dan is de verrassing zooveel te grooter. Of er een tentoon stelling zal zijn, weet ik nu nog niet. Dat hangt ex van af, wat voor in zendingen er komen. Heb je nu veel vrijen tijd En maak je ook wel eens nieuwe raadsels JETTY B. Ja, de raadsels en het briefje van Mies heb ik gekregen en ik Ireb haar nu ook een briefje ge schreven. Vond jij het laatste raad sel ook al zoo moeilijk en helpen jij en Mies elkaar een beetje, of doe je het allebei alleen? Ja, de G. A. G. ver andert zoo langzamerhand heeie maal. Maar dat gaat zoo met alle buurten. NANNE N. Wel Namne, wat een gewichtige dag Is dat voor jou mor gen. Hoe komt dat zoo, dat juist jij afgevaardigd wordt? Wat een deftig woord, vind je niet? Voel je je nu niet erg groot? Je moet me maar eens al les van liet feest vertellen. Je raadsel zal ik plaatsn. Wat kan jij toch flink raden: Ze zijn weer allemaal goed. Doe Cor mijn groeten! WILH. H. Ja, Wim, als jij eens een keertje overslaat, dan denk ik maar, dat je geen tijd gehad hebt; dat jij niet langer mee zou doen, ge loof lk zoo gauw niet. Ilc ben nieuws gierig, of je wedsti'ijdlnzending mooi wordt; het treft g-oed, dat je pa liet dan mee kan nemen, hè? Als je hem dan maar geen al te grooit pak geeft! Hoe is het nu met moeder? Gaat het weer wat beter? Wil je haar beter schap voor me wenscben? En dan hoop ik, dat je grootvader ook weer gauw wat aansterkt. JO en FRANS van E. Neen, er staat in het raadsel van Jo geen fout je, zooals je nu bij de oplossingen zien kunt. Dat was toch grappig, dat je nu naar je eigen raadsel nog een poosje raden moest. Ik kan het nieu we raadsel best gebruiken. Ik geloof, dat er tegenwoordig alle weken een van jullie in staat, is 't niet? HENDRIK V. Ik ben blij, dat je het boek mooi vind. Ja, je mag er net zoo dikwijls een komen halen, tot je al de boeken uitgelezen hebt. Ik zal je raadsel plaatsen. Ja, ik geloof ook, dat sommigen wat moeilijk zijn, maar er moet voor de grootere kin deren ook nog wat te raden blijven, vindt je niet? BETSY VAN W. Ja, Betsy, het briefje was voor jou! Dacht je, dat ik je verjaardag vergeten was? Heb je 't tegenwoordig te druk om te schrij ven? Wat heb je dan wel allemaal te doen? Ik heb „Het veulen" ook ge lezen. Ik kan me begrijpen, dat je het mooi vindt. En is Maandag To niet jarig? Die feliciteer ik ook van harte, hoor! Dat zal alweer een pret tige dag zijn, denk ik. ZUS D. -Het was zeker gezellig, dat je neef van de week een dagje overkwam. Hebben jullie weer een mooie wandeling gemaakt? Het is zoo'n prachtige herfst, dat je zeker erg van de wandelingen profiteert te genwoordig, is 't niet? Vind je het prettig, dat de avonden al weer zoo lang zijn en wat voer je dan meestal uit? MIES S. Wel, Mies, negen raad sels goed, dat is een flink begin! Je vindt raadsels oplossen zeker een prettig werkje, Als je nu zelf ook eens mooie raadsels maken kunt, dan moet je ze maar sturen, dan kunnen we die weer aan de andere kinderen opgeven. Het is natuurlijk best, als je ook aan de wedstrijd mee doet. NELLY en WILLEM W. Het briefje heb ik gekregen en ik vind liet prettig, dat jullie ook mee komen doen. Hebben jullie de raadsels sa men opgelost? En wie van je beidjes kan het het beste? Nelly had het briefje zeker geschreven, is 't niet? Kan Willem het ook al zoo netjes? MARIA O. Wel, hoe vindt je het boek? Is liet nogal naar je zin? Je raadsels zijn goed. Heb je erg lang werk, om ze te raden. En maak je zelf ook wel eens nieuwe raadsels? Stuur ze dan maar. TRUUS v. d. L. Je raadsels kun nen heel goed gepaatst worden. Voor al het laatste is mooi, maar dat heb je toch ze leer niet zelf gemaakt, is 't wel? Vind je zelf raadsels bedenken ook niet een prettig werkje? Doen jullie met den volgendenwedstrijd ook nog mee? Ilc ben blij, dat je zulke prettige dagen gehad hebt. JACOBUS en GERARDUS A. Wel, jullie hebt prachtige plannen voor den wedstrijd, hoor! Ik ben erg nieuwsgierig, of liet goed uitvalt, want het kan zoo onder liet werken mee en tegen loopen. De raadsels zal ik bij gelegenheid plaatsan. Vinden jullie het boek mooi? En heb je het al uitgelezen? M. C. VAN DOORN. Zeg, ben je 't drinken heelemaal afgeleerd zegt een der academische heeran, en hij slaat weer een glas it aar binnen. Hoor eens, omdat er zoo weinig giedr'onken is, wil ilc vandaag dte vertering betalen I roept er een. Daar komt niets van in. Be heem alles voor mijn rekening 1 roept een ander met een pieperig stam metje. Stilte daar. Ik betaal en daar mede basta. Pa.pa_Vederm'an laat "nog wat aanrukken I Zoo gaat hot voort, totdat het vocht eindelijiCde uitwerking doet, die niet lcotn ultbliiven een opmerkelijke dui zeligheid begint epidemisch te wor- 'dien.- Men besluit ten laatste, huiswaarts ie koerenen reeds worden verschei dene onpraktische bewegihgen ten spot van de mathematische grondbe ginsel étn van het evenwicht ver toornd. Ik zal' betalenroept weer een dor studenten tamelijk hoorbaar. Neen, dat is mijn zaak laat een tweede hooren. Geen woord meer Ik betaal 1 besluit een derde. Gelijktijdig grijpen allen naar hun hours an dringen cm dm logement houder, als ware het een hemetscha vreugd, om to batalen. De dikke Vederman kan zijn la chen niet bedwingenwant reeds zogt een vierde hem, dat hij onder geen. voorwendsel iets van de ondie ren mag aannemen, da air hij cm niemand als hij betaalt. De tragi-komische scène wordt ech ter op dit oogenblik afgebroken dooi den zesde, die op een stoel klimt en met een zware stentorstem de vol gende gevleugelde woorden spreekt Ik waag een oogenblik 't woord. Op döze wijze bereiken wij nimmer ans d'oel. Daarom heb ik een voor stel te doen. Onze gemoedelijke vriend Vederman is zekdr wel bereid om tot een kleine scherts de hand te leenen. Aan hem wordt het overgela ten om aan te wijzen, wie betalen, zalwij doen hem een blinddoek voor de oogen en wee hem, die in zijn klauwen valt I BravoMagnifiek I zoo zal 't zijn, roepen allen eenstemmig. Je hebt er immer snlets tegen wordt den man gevraagd; maar vóór deze tot bezinning lean komen, heeft men hem onder het gejubel der ove rigen een zakdoek voor de oogen ge bonden, zoodat er géén kwestie van zien meer is, en luid lachende zoe ken allien huiten zijn bereik te ko men. Stil Niet gelachen komman- deert de impvessario van dat wonder lijk speldoor geen geluid verraden, waar ga zijt Dit bevel wordt stipt opgevolgd. Al les wordt plotseling stil en met-prij zenswaardig geduld tast Vederman in de groots leamer rond, vruchteloos op oen levend wezen loerend, Geen enkel geluid goeft hem de richting aan. Reeds heeft hij tanlelijk genoeg van de grap en hij wil juisit den doek van de oogen rukken, als hij vlak bij zich iets hoort bewegen hij grijpt toe, en, den doek van het hoofd nemende, roept hij uit Halt deze betaaltnegentien gulden zestig. Wat negentien gulden zestig klinkt een aanminnige vrouwen stem. Hoe ontstelde hii echter, toen hij zijn eigen ega ontwaarde, die hem tamelijk onzacht bij den arm vatte, terwijl van de iooze vogels geen een meer te zien was. Want eer het gejubel en het rumoer de waardin uit da keuken lokten,, hadden de heoron zich voorzichtig uit de voeten gemaakt. Daar stond hij en vruchteloos trachtte hij zijne gramschap te be dwingen. Zeg me om 's Hemels wil, wat moet dat allemaal beduiden vroeg de waardige vrouw, hoogst verbaasd over de wonderlijke komedie. Houd je maar bedaard, B§t't is san ondeugende streek en papa Ve derman is er Ingeloopen maar het zal de laatste maal geweest zijn Of het werkelijk de laatste maal ge weest is, dat cfè goedhartige Veder man door de.studeerende jongeling schap Is beetgenomen, kan ik niet meededen, maar wel moet ik tenslot te nog aanstippen hoewel 't eigen lijk van zelf 6preekt dat de. jonge lui reeds den volgenden dag terug kwamen om te betalen, en nog een pleister op de wond legden. Te Straatsburg Is een leeïrigszins bejaard heer van de kathedraal ge sprongen, Hij kwam met het hoofd op het plaveisel terecht, waar zijn lijlc werd opgenomen met verbrijzel den schedel. Het had weinig gescheeld of een voorbijganger had den vallen den man op zich gekregen'. DAMRUBRIEK. HAARLEMSCHE DAMCLUB. PROBLEEM No. 7. Jgedragem aan den heer J. Meyer door W. J. A. Mali Zwart 1 98 4 6 Wit 46 47 4i 49 50 Zwffl schijven pp 8, 4, 9, 10, 12,16, Wiit schijven op 24» 25, 30. 31, 86, Oplossingen worden Ingewacht vóór 29 October bij den heer J. Meyer, Kruisstraat 34, alhier. Oplossing van probleem Nq. 5, van den heer- H, C, van Oort, isWit 21 - 17, 44 - 39. 25 - É0t 89 - 33, 34 23. 46 35. -1! 23, 28, 31 en 87, en 'dom 'óp 27. 89 en 47, en dam op 2.. Goede oplossingen ontvangen von de heer en J. Jooobson Azn., D. G. da Koning, W. J. A. Matla, W. Nleuwen- huizen, Patriesio Ottolini, A. de Rid der, J. L Velde, W. F. de Whs. C. Seroddnt, J. F. Spanjaard en F. M. V. tL Wcrff. Wij herinneren er nogmaals aan, dat de ontledingen van het eindspel Querido vóór 22 dezer ingezonden moeten worden. Aangekondigd wordt de verschij ning van een nieuw werkje over hot damspel„Het Damspel in de prak tijk" door F. C. Hemmes te Haren (sedert 1902 kampioen-dammer van de drie Noordelijke provinciën), uit gave Electr. Drukkerij H. N- Werk. man te Groningen. Itet boekje kwam 'tot heden niet in' ons bezit, zoodat wij ons oordeel over den Inhoud moeten opschorten. Blijkens de circulaire, is hot werk je geschreven voor eerstbeginnenden, en de prijs (50 ets.) zoo laag gesteld, dat het onder Ieders bereik valt. CORRESPONDENTIE. J. L. V. te O. Het door U toegezon den probleem kunnen wJj niet plaat sen, zijnde dit geen oorspronkelijk werk van U. Wij wenschen geen on aangenaamheden te krijgen met re dactie's van andere damrubrieken of -tijdschriften en moeten U beleefd' verzoeken dergelijke handelingen In *t vervolg na te laten. U heeft reeds bij herhaling plagiaat gepleegd, want alle probleems or.der de vorige redactie in deze rubriek op uw naam verschenen, waren, zonder één uitzondering, van andere auteur»

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1908 | | pagina 15