HAARLEM'S DAGBLAD. derdeJla°-
Ei llillionairsdochfor
FEUILLETON
en personeel die hoogste gages be
taalt en bij wien 't zoowel voor bui
ten! andsche als Hollandsche artisten
een illusie is, mettertijd eens bij hem
op te mogen treden, heeft hij daar
ook eens de gevolgen van ©ene werk
staking ondervonden. Het orkest was
niet rechtstreeks door hem aangeno
men, doch door bemiddeling van een
artisten-agent uit Amsterdam. De
musici bleken echter later met de
conditiën niet tevreden te zijn en een
uurtje vóór de voorstelling kwamen
twee bestuursleden der Toonkunste
naars vereeniging met den heer Van
Haarlem onderhandelen. Deze gaf de
heeren een overzicht van de gages
en werkuren, met het gevolg, dat de
bestuursleden hem volkomen in het
gelijk stelden. Zij twijfelden er dan
ook niet aan, of de heeren zouden wel
toegeven, maar daar bleek 's avonds
geen sprake van te zijn. In tusschen
had de heer Van Haarlem uit een
magazijn van muziekinstrumenten in
de buurt een piano laten halen en
toen het afdoend bleek, dat het orkest
niet wilde werken, liet de directeur
„halen", en deelde het publiek mee,
dat de voorstelling niet door kon
gaan of men moest zich met piano
muziek tevreden stellen. Nu, dat deed
men, en vooral vond men de grap
prettig, toen de heer Van Haarlem
zelf aan de piano ging zitten. De
kermis-marsch, waarmee hij opende,
was al dadelijk een groot succes en
op het eerste gezicht begeleidde hij
daarna de verschillende specialitei
ten. Nu, hij sloeg er zich behoorlijk
door.
Tot de aangenaamste herinnerin
gen van den heer Van Haarlem mee
echter wel zijn optreden voor het Hof
gerekend worden. Vijf maal heeft hij
een voorstelling gegeven op het Loo
en twee maal op Soestdijk, Op een
van dile laatste voorstellingen waren
niet minder dan 150 genoodigden. Tij
dens do repetitie liepen de heer Ven
Haarlem en zijn trawo.nt.en tamelijk
ongegeneerd rond, toen eensklaps de
Koninginnen binnen kwamen. Door
het in positie slaan der muzikanten
hierop opmerkzaam gemaakt vlogen
de luitjes achter de coulissen. H. M.
de Koningin-Regentes wenkte den
heer v. d. Spek, den kapelmeester van
den heer Van Haarlem, dat hij gerust
door had kunnen gaan, en deze diri
geerde. dus verder. Hij had echter
nog slechts 32 maten te spelen, durf
de toen echter niet goad op te hou
den en speelde wel zes maal achter
elkaar hetzelfde stuk over.
Op het programma st.ond ook een
zandschilderes, mej. Rombella. Op
raad van d>an heer Van Haarlem had
deze voor de zetels vun H.H. M.M.
het Neder!andsche wapen in zand op
een grootte van 3 vierk. Meter ge
schilderd. De Koninginnen waren
hiermee tan zeerste ingenomen en
schonken mejuffr. Rombella een sou
venir.
De hoer Frits van Haarlem is in
1854geboren. Zijn vader was direc
teur van de „Salon Lyrique" die op
©en bovenzaal op den hoek van Ach
terburgwal en Rusland was geves
tigd. Hij is dus wel in het specialitei-
teu-directeursehap gegroeid, werd er
in geboren, heeft er steeds in geleefd.
In 1873 stond hij al op eigen beenen,
dóch meer ais theater-agent, terwijl
hij tien jaar* later als directeur op-
tracl. In 1884 werd hij directeur van
i Theater Tivoli in de Nes, het
schouwburgje waarover ik u onlangs
m verband met het overlijden van
Charles de la Mar al iets verhaalde.
Die exploitatie heeft geduurd tot '89.
In '93 trof hij z'n eei'ste overeenkomst
met den heer Oscar Carré, voor 't be
spelen van 't bekende circus te Am
sterdam; dit heeft toon echter slechts
één seizoen geduurd. Eerst in 1899
kwam hij in dit reuzengebouw terug,
dat hij tot heden toe met groot succes
bespeelt.
Ieder leent bij name den heer v.
Haarlem, maar toch zijn er altijd nog
menschem, die zich een minder juist
denkbeeld van dezen specialiteit in
't special Lteiten-directeurschap vor
men. Zoo kreeg ik een briefkaart uit
'lilburg van 'n kasteleintje in handen
die geadresseerd was aan „den heer
Frtis v. Haarlem, beroemde commiek
te Haarlem", en een uit St. Truyden
hi België, waaruit .ik de passage co-
pieer: „ik gelast u dat gij lange klee-
aeren moet dragen en goede zeden
zingen. Gij zult zeker zijn schoon
volk te hebben."
De bedoeling hiervan was, dat de
dames lange rokken moesten dragen,
de coupletten niet piquant mochten
zijn, wijl er deftig publiek kwam.
Nu daarover heeft het publiek van
geen enkel© richting zich nooit te be
klagen gehad. De heer v. Haarlem is
altijd een streng censor geweest voor
z'n artisten, het minst onvertogen
woord is nooit door hem geduld en
eens toen Solser Hes se, na een
snuifje uit een snuifdoos een „God
zegen je", gebruikten, verbood de
lieer v. Haarlem hen dit de volgende
avonden. Hij heeft steeds er naar ge
streefd een familLepubliek ter wille te
zijn, hen te doen genieten van pracht
volle monteering en hartelijk te doen
lachen, zonder ooit eenige coneessto
te doen aan grofheid of spot. Met
hoeveel zorg elk nummer bij hem ver
beterd werd, zoodat iets wat elders
gewoon was, door een „trucje", een
lichteffect of iets anders iets buiten
gewoons werd is algemeen bekend. De
prachtnummers van Coppée, die na'
door hem gecreëerd te zijn, in 't bui-
tenland ©en groot succes werden, zijn
daarvan wel het beste bewijs.
PubHek heeft dit streve71 gewaar
deerd. Eerstens en dat is altijd maar
het beste door opkomst lederen avond
mi duizendtallen. Maar nu hij den
SOsten a.s. zijn zilveren jubileum als
„directeur" zal vieren, is er een com
missie uit de burgerij gA$i?eht. d'e
bftm. die zeqr.'Vn gn~vq-'Gl!« avon
den schonk, dien avond ook eens tot
een beerlijken en gelukkigen zal ma
ken. Naast die commissie uit de bur
gerij zullen de artisten onder leiding
van dsn Keer Crétienni door een hul
deblijk getuigen bos ook zij den hu-
manen, voort varenden en beVverrar
directeur nvpccbeeren, die de eerste
onder zijns gelijken is en aan wien
l\ct in de eerste plaats te danken is,
dat in een klein land als het onze, dé
variété' op zoo hooge trap staat.
H. HENN1NG Jr.
ÉSlüiieisii&iu
TWEEDE KAMER.
Het wordt Dinsdag, misschien
Woensdag, alvorens het debat over
cle werkloosheid teu einde loopt.
Meerdere sprekers hebben er zich
gisteren nog in gemengd men doet
geen hunner onrecht aan door de
meerling, dat zij zich bijna zonder
uitzondering daarvan hadden kun
nen onthouden, wiji nagenoeg allen
tot gelijke conclusie kwamen dat er
ieis gedaan moet worden.
Ook de heer- Lobman, hoewel diens
betoog, hiervan uitgaande, dat de
maatschappelijke verhoudingen en de
gewijzigde inzichten ten aanzien der
arbeiders voor een deel schuld heb
ben aan de werkloosheid, elke plicht
van den Staat, om tegen de gevolgen
daarvan maatregelen te treffen, be
slist ontkende. Dat was de taak der
maatschappij.
Teleurstelling over 's Ministers
houding werd nog uitgesproken door
de heeren Borgesius en De Klerk,
beiden instemmende met de motie-
Treub, terwijl de heer Reyne inzon
derheid het aanbevolen middel van
beschermende rechten bestreed.
Dezelfde afgevaardigden en nog
enkele anderen gaven practischc
wenken ten aanzien van de tegen
werkloosheid te bezigen middelen, in
het bijzonder tot werkverschaffing.
Product'ief-making van den bodem,
door ontginningen, noemde de heei
Reyne aanleggen van bloembol)'
velden achter afgegraven duinen,
binnen de zeeweringen, noemde di
heer Van Vv'ichen. De heer Van Kol
somde op ophooging van laaggele
gen groDden in de groote steden, aan
leg van volksparken en speeltuinen
woningbouw aanmaak van eenvou
dige meubelen, kleeren en schoeisel,
ter uitdeeling aan de armen aan
leg van autoxnobiehvegen en kanalen,
ontginning van heidegronden dooi
bevloering aanleg van drinkwater-
Ie'dingen emigratie.
De heer Passtoors spoorde aan tot
maatregelen om de aanbestedingen
voor publieke lichamen in het eigen
land te doen verwerken.
Aap het slot der vergadering kwam
minister Heemskerk aan het woord,
grootendeels om den verkeerden in
druk weg te nemen, die gemaakt
was, doordien men hem blijkbaar
niet goed had verstaan. De Minister
ruimde een geheele serie „misver
standen" op. De Minister verklaarde
de particuliere pogingen tot werkver
schaffing geenszins te kleinachten
niiet lichtvaardig te hebben gespro
ken over de werkloosheid zich wel
degelijk rekenschap te geven van het
geen taak en plicht der Regeering
kon wezen bij uitersten nood. Voor
ziening tegen werkloosheid lag echter
z. i. geheel en al buiten de interpel
latie trouwens de primaire roeping
om daartegen voorziening te treffen,
lag z. i. bij de maatschappij, niet bij
der- Staat, hoewel cle Minister geen
Staatsontlioudin g p redikte
Van zijn standpunt uitgaande,
wildo de Minister gaarne eiken wenk
onderzoeken of doen onderzoeken,
maar hij merkte op, dat alle aanbe
voleu werken niet helpen voor de el
lende van dezen winter. En daar
om ging het eigenlijk.
Dr Minister zal Dinsdag te 11 uur
voortgaan.
DE KOMEET.
De astronomische medewerker van
de Zutphensche Courant schrijft:
Nu de maan des avonds later op
komt, wordt de gelegenheid voor de
waarneming der Komeet weder gun
stiger.
Zoowel de kern als de staart te**
lengte van naar schatting een twee
tal graden, waren gisteravond om
streeks half acht met den gewonen
kijker zeer goed te zien; zij was voor
mij met het ongewapend oog even
zichtbaar.
Hare plaats aan den hemel to thane
gemakkelijk te vinden in den noorde
lijken vleugel van „de Zwaan", en
kele graden rechts van eene denkbeel
dige lijn tusschen de helderste ster
Deneb van dit sterrenbeeld in den
Melkweg en de zoo schitterende ster
Wega in „do. Lier", op nagenoeg ge
lijken schijnbaren afstand dier beide
sterren.
Zij gaat in de volgende dagen van
daar naar „de Lien". Hare helder
heid is nu zesmaal zoo groot als bij
har© ontdekking.
MOOIS WINST.
Door iemand, t© Alkmaar woon
achtig, werd een kleine hoeve met ee
nige hectaren grond gekocht in den
polder lEierlaincf op Texel.
Eenige dagen later verkocht d© koo-
ner zijn grond wear Mi kleiner© par
tijen en verwierf een winstje van om
en bij de 10.000.
EEN OPLICHTSTER.
Door de politie te Bocholt wordt ge
zocht naar een vrouw zich noemende
wed. Enkhoorn, uit Zwolle afkomstig,
die met hare vier kinderen plotseling
de stad heeft verlaten na er drie
maanden t© hebben vertoefd en in
dien tijd verschillende aanzienlijke
oplichterijen te hebben gepleegd. Op
den dag van haar vertrek werd een
winkelier opgelicht voor drie horlo
ges mei gouden kettingen. Ze is weer
naar Holland vertrokken.
EEN NEDERLANDSCHE
CONSUL.
Eien der lezeirs van 't Hbld. schrijft
uit Kopenhagen
„Ik beo altijd getmeerud dat een be
leefde vraag tot den consul van zijn
Land gericht ook een beleefd ant
woord zou oaitmoeitein, doch ik schijn
mij hilarin vergist te hebben. Ik had
don fuiLgeereuden Nederlandschen
consul alhier petr telefoon verzocht,
mij wel te willen opgeven, welke In
voerrechten in Nederland van ma-
chines geneven worden. Wanneer nu
.iet antwoord geweest war© dat hij
mij diit niet aanstonds kon zeggen,
maar bereid was dit t© ondier zoeken,
aad ik dit zeer natuurlijk gevonden,
in plaats hiervan luid39 het ant-
vvü'ord letterlijk
„Ik zit ntot hier om in&ehtinzeij to
geven omtrent unport naar Holland,
maar alléén omtrent export van HoL
land"
cm hiermee was het gesprek geëin
digd.
„liet Fransche consulaat, waaraan
ik een zelfde vraag richtte, ver zocht
mij deze schriftelijk te willen formu-
Learem, hetgeen ik demaik ontving
hierop ©en uiterst beleefd schriftelijk
antwoord. Is dit. nu misschien een
gevolg daarvan dat ons consulaat
honorair en het ander© een baro&ps-
coiinsnlaat ia
AANSLAG OP EEN D-TREIN UIT
NEDERLAND.
De KÖLndsch© Ztg. verneemt uit
Küppersteg, dat er Donderdagnacht
tegen lialftwee tusschen Küppersteg
en Mülhedm, vermoedelijk ton gevol
ge yan ©en misdadigen toeleg (er lag
©en spoorstaaf dwars over het spoor)
van den D-trein 44, uit Nader-bind
naar Keulen, d© locomotief met baga
gewagen en drie personenrijtuigen
met vier- assen van het spoor* zijn ge-
loopen. De rijtuigpen woelden zich tot
aan de treeplank in het zand, maar
blev.«n, daar de w03 vlak Ligt, voor
omvïdiTP bewaard.
VeroeMdan© psrscsisn wenAen licht
gewond. De vrouw van een crimlne©-
ien commissaris te Keulen kreeg ern
stige kneuzingen in d© linkerzij. Ver
scheiden© dokters waren spoedig na
het. ongeluk tor plaatse. Een hulp-
1-ejn uit Cpladeu bracht de reizigers
naar Keutel. De twee sporen tusschen
Dusseldorp en Keulen zijn versperd.
Het verkeer wordt over Neuss en Op
laden naar Keulen geleid. Volgens
een ambtelijk verslag, is maai* een
persoon licht gewond.
ENORMF. DIENSTIJVER.
De „Limb. Ct." vertelt:
Roef! rangl knerst het, en d© trein
staat.
Simpelveld! Douanenl Uitstap
pen 1
Een reiziger blijft zitten lezen, opent»
zijn gei© teschje ©11 houdt 't gereed
voor den naderenden douanebeambte.
Niets aan te geven, mijnheer?
klinkt het uit den mond van 'n zeer
beleefd en toch plicht-doend ambte
naar.
Neen, mijnheer! Kijkt u maar in
dat valiesje, 't Zijn boekjes.
Zulks gebeurt, en de beleefd© amb
tenaar gaat groetend been.
'n Minuut later 'n tweede employé.
D'ö man draagt ook 'n blauw petje.
Ik wensch u te visiteeren, mijh-
heerl
Best, mijnheer! Masr uw colle
ga-voorganger heeft dat nee da gedaan
Daar in dat taschje.
Neen, mijnheer, op uw lijf!
Kijk, dat is aardig! Maar gaat
uw gang!
De man met het blauwe petje tast
met. 3chr&.*iipgrctiigo vingeren, als
zocht hij naar ©eic eindje worst of 'n
kommies-broodje, in alle binnen- en
buitenzakken, maar hij vindt ndets.
De onthutste reiziger staat daar
nog altijd met uitgestrekte armen,
als moest hij gekruisigd worden. De
man met het blauwe petje gaat tot
het tweede bedrijf over, en ontknoopt
met gewichtig gebaar het vest. Hij
betast en bevoelt den reiziger op de
buik, op borst, onder de armen, op
den rug.
Helaas, niets van zijn gading vindt
hij.
Toen, met ©en handstreek, als wa
re hij een toovenaar, die op het laat
ste moment nog eene merkwaardige
verrassing voor den dag haalt, strijkt
hij af, met uitgestrekt visiteer-vinge-
ren van boven het dijbeen, langs de
katoen en kuiten jot het eind© der
broekspijpen, ©deelt, niets, niets, 'n
fataal niets vermag de ongeëvenaar
de dienaar onzer Nederlaudsche wet
ten te bespeuren op het' argelooze lijf
van den verslagen reiziger.
Ik dank u mijnheer!
En met. dat flegmatiek© gezegde
geut wh da eoüpé da man met het
blauw© petje.
Midden in den wagen staat thans
de onschuldige reiziger, met wijd
open oogen, teruggeslagen jaspanden
ontknoopt vest, na te staren den mys
terieus tastenden man...
Heb k-: fiat» waarachtig zoo'n'
smokkelaars-ironie? mompelt hij.
De reiziger kleedt zich aan.
De locomotief schuifelt.
De trein rolt verder
JUWEELEN-VERLOTING.
Ten hsoKww van het te Apeldoorn
ilk aaimcuw xqnda gesticht:' \><m de'
vereeniging Centraal Israëlietisch
K/raiakzinnigongesticht in Nederland
is door een commissie, waarvan de
heer J. Vita Israël te Amsterdam
penningmeester is, eein verloting op
touw gezet, van voorwerpen, die eein,
Amsterdamsche Kout
CCII.
Een kwart eeuw do specialiteit der
fepe cialiterten-dlreobeur en
Zou er wel één menscli lm heel Ne
derland zijn, die nooit dein naam
Frits van Haarlem heeft géhoord
Ik denk nu niet aan een. clubje van
.Uü'tgaand© Amsterdamsch© men-
Bdlien, maar heb de kerngezond© Ne-
klerlainders van Noord tot Zuid op 't
oog, die als ze noig in d© heel jonge
jaren., zijn, van tijd tot tijd eon
avondje in d© hoofdstad doorbrengen
Of wanneer ze wat oven* vroegere jo
nen kunnen meepraten zich d© ker
missen in liaai* vollein luister nog
ytunnon voorstellen. En onder die al
len is er geen enkele, die niet weet,
Idat een voor stolling van Frits v.
Haarlem iet9 heel bijzonders is, di©
je vroeger op geen ankedei kermis
mocht verzuimen, maar waarbij je
altijd zorgen moest vroeg er bij to
zijn. En al heeft de heer v. Haarlem
aich de laatste jaren geheel uit d©
'keirrnis-tournées teruggetrokken, van
18S3 af heeft hij .op de belangrijkste
kermissen de eerste plaats ingeno
men.
Zijn eerste groote zaak was die Le
vering van een specialiteiten-gezel
schap voor den Doelen te Rotterdam.
Het moest een gezelschap zijn van
■niet minder dan 60 personen en had
dus nog al i©ts te bc teek enen. Het
volgend jaar heeft de heer v. Haar
lem de specialiteiten-levering op de
kermis te Dordrecht bij den heer v. d.
Horst (den vader van den pres.-dir.
der Ned. Tooneel-vereeniging) en do
volgende jaren in „Kunstmin". Hier
trad eens een Chinees bij hém op, die
eigenlijk een Czech was en altijd En-
geisch sprak. Welke taal je togen
hem gebruikt© wa-s absoluut onver
schillig, want hij was zoo doof als
eien pcvt. Zijn kunstverrichtingen be
stonden hoofdzakelijk in 't doorslik
ken van eieren en andere voorwer
pen en 't publiek vond di© grappen
makerij zóo onsmakelijk, dat het
door sissen zijn afkeuring te kennen
gaf. D© doove Chinees bemerkte daar
echter niets va.n en als hem achter
de coulissen te kermen werd gegeven
dat men hem terugriep, ging. hij weer
naar 't voetlicht om met diepe bui
ging voor 't gesis te bedanken. Na
©en paar avonden meende de heer*
v. Haarlem zijn sujet echter eens on
der handen te moeten nemen, wat
echter nog al met moeilijkheden ge
paard ging; daar alles door gebaren
of door o.p een leitje te schrijven
moest worden uitgedrukt. Eindelijk
kwam men toch zoover, dat de Chi
nees ook snelteekerien zou en hot
slotbeeld was volgens de gewoonte
dier dagen: Mijn schoenmoedeir. (Wat
elk beeld beteekend© werd met groo
te letters er boven geschreven). Het
liedje „ma. tante" was toen juist
echter de 'kermismop („ik heb 'n
oude tante, die loopt met kranten")
en daarom schreef de heer v. II. hem
voor, dat hij er op een leitje bij mosét
schrijvenmijn tante. De Chinees,
die zich echter verongelijkt gevoelde
dat, zijn oiersliikkende kunstprestaties
niet de waardeering hadden geven-
den, waarop zij recht, hadden, nam
wraak en sclireef boven het laatste
beeld „Van Haarlem's tante
Zoo biedt bij rut; elke plaats, wan
neer hij, zooals hij deze week tor wil
le van on der ge toekende deed, in zijn
herinnering, de vijf-en-twintig jaren
van zijn directeurschap de revue laat
passeeren, hem een typische of grap
pige gebeurtenis. Want 't zijn heel
wat jaartjes, dat hij op sommige
plaatsen gerogeid is gekomen, in De
venter bijv. 20 jaar, in Utrecht is hij
dit jaar voor de 25ste ma,al geweest,
In 't krankzinnigengesticht aldaar
■voor de 24ste maal.
In Den Haag „opende" hij indertijd
het gebouw „Casino", waar nu de
„Scala" is gevestigd. Den Haag was
toen echter nog niet het Den Haag
van nu, in het „Casino" traden af
wisselend de opera van De Groot en
de gezelschappen van Van Lier en
Le Gras ©n Haspels op, en om eiken
avond een voorstelling te geven,
daarvoor was Den Haag in 't alge
meen en het uitgaand publiek in het
bijzonder te klein. In 1886. werd door
hem het eertijds welbekende speciali
teit© ii-theater „Seinpost" te Scheve-
ningen geopend, waar hij tien jaar
„de' specialiteit is geweest. In do la-
tori jaren concentreerde zich alles op
onze luxe badplaats echter 111 de om
geving van den pier, „Seinpost" lag
te ver af. In Haarlem hadden zijn
voorstellingen afwisselend plaats in
„de Kroon" en in „do Vereeniging".
Hoewel hij bekend staat als een uit
stékend directeur, die zijn artisten
Naar het Engelsch,
door
Arthur W. M archmont.
90),
Snel als de gedachte hield zij haar
zakdoek tegen liet gelaat, alsof zij
kiespijn had.
Ben je een van de dienstboden
vroeg hij, toen hij haar had inge
haald. Zoo ja.Maar goed© he
mel 1
Plotseling brak hij af en keek haar
scherp aan.
HOOFDSTUK XLIII.
Olivé meende aan den blik van
Jack óp, te merken, dat hij op het
Sunt stond haar te herkennen, en
aastt© zich, daarom zijn vraag te
beantwoorden.
Ju|st, ^at,ben ik, mijnheer, voor
rocy^a^èn.;^^arm, gebrekkig, menach
kan "zéggen,dat zijeen. ander van
dienkt is,,'g'Lv'j,i
Jack bleef haar maar' aankijken.
Vreemd, lk zou nebben kunnen
zweren mompelde hij binnens
monds. Hoe heet je, meisje
Mollie O'Brien, mijnheer.
Je gelaat kan ik niet heel goed
zien, maar je oogen zijn zoo eerlijk
als de dag hoe vreemd, ik moet er
telkens naar kijken. Vreemd, mom
pelde hij weer In zichzelf. Ik zou
zoo graag willen, dat je mij hielp.
Wil je
Zeker, als ik zoo'n deftlgen mijn
heer, als u is, maar ergens me© hel
pen kan.
O ja, dat kun je wel. Ik wilde je
alleen maar vragen mij t© zeggen,
wanneer juffrouw Olive P arm enter
hier het laatst geweest ia.
Olive zou hebben kunnen glimla
chen om den eenvoud van deze klei
ne list. Maar de droevige uitdruk
king in zijn oogen, zijn gespannen
trekken, en de zenuwachtige ruste
loosheid van zijn manieren deden
haar hart pijn, tot zij er naar snakt©
hem de waarheid) te zeggen.
Het was de grootste verleiding,
waaraan zij tot nu toe was blootge
steld geweest.
De drommel mag mij halen, als
ik ooit iemand gezien heb, die dien
naam droeg;, mijnheer. Maar Ik ben
hier nog maar pas.
Hoor eens, meisje, ik zal je alles
„geven wat je graag wilt hebben, als
jé mij maar lets van haar kan ver
tellen.
Ik zou dat zeker doen, zonder er
ieis voor te vragen, als ik kan want
ik Zie, hoe ongerust mijnheer over
haar is.
Jack zuchtte diep.
Goed. Dan zal "k doorgaan naar
het huis, en met di© woorden verliet
hij haar en liep haastig op het huis
toe,
Olive moest ai haox krachten in
spannen om zich to bedwingen en
hem niet terug te roepen, om alles te
vertellen. Maar zij waren al in het
gezicht van het liuisen ais zij het
herr nu vertelde, zou zij gevaar loo-
pon, al haar werk meteen te vernieti
gen. Bovendien als haar nieuwe vrees
gegrond was, dan had zij hem niet
andere dan slecht nieuws te vertedien,
namelijk dat zij voor altijd moesten
scheiden. Ja, moestoni Er was
geen ander woord voor te vinden.
Maar het gezicht van zijn angst1
had haar tot in 't hart getroffen. Het
had haar moeit© gekost zichzelf in te
prenten, dat een paar diagen van on
zekerheid meer hem niet zouden hin
deren. Zij kon aan hem sien, dat
iedere minuut een kwelling moest
zijn en zij ging naar haar kamer,
om er over te denken, hoe zij daar
aan ©en einde zou molten.
Daar schoot haar iets to binnen.
Zij kon hem niet zoo laten heengaan
met dien zwanen last te dragen, ter-
wi5l bet in haar macht stond hem er
van te ontheffen. Zij zon ©en klaiii
briefje schrijven en oet hem op een
of andere manier bij het heengaan
in de handen spelen. Zij kon hem
gemakkelijk in de laan volgen, het
hem in de hand stoppen en dan weg
springen, om in het kreupelhout te
verdwijnen.
„Ik ben heel goed in orde. Heb
„gedulden als mijn leven je
„wat waard is, spreek er dan
„geen woord over, zelfs niet dat
„ik nog in leven ben.
OLIVE."
Met dat briefje In den sak ging zij
naar beneden, óm te weten te kernen,
wat het resultaat was van het ge
sprek tusschen Jack en de Merri-
dews.
Onder aan de trap stond Dawleigh
op haar te wachten.
Je gaat ruiet voorbij zonder mij
to zeggen, dat je blij bent, mij weer
to zien, Mollie I zei hij, terwijl hij aijn
hand uitstak.
Ik héb mijn oogen niet rood ge
schreid omdat je er niet was, mijn
heer Dawleigh, dat had ik zeker moe-
ton doen, niet
r- Kom, Mollie, wees nu eens ern
stig. Ik hoop, dat lk nooit iets doen
zal. dat tranen in deze oogen zal
brengen, die geschapen om te
jaebea.
- Och. iaop toch been Hei jj voof
je Testwü, ük ben ap bet oogenbldk in
een stemming, om tomand af te ran
selen I
Wat Is er dan toch
Wat of er is Och, di© kiezen
martelen mij zo.o en nu zou ik ook
iemand willaa martelen En dat is
geen Jeu gen, hoor, ik meen het.
Het spijt mi,j heel erg, maar
daarom kun j© toch nog wel zeggen,
dat je blij bent mij weer te zien zei
hij, met een vergeefsche poging om
zijn arm onj haar middel te slaan.
Och, schei toch uit. De kiezen
zitten niet tn mij»n middel
Als je maai* half zoo blij was
om mij terug te zien als :k het 'oen,
nu ik jou weer zie, sou je mij niet
zoo afschepen, bromde hij, terwijl hij
zijn hand terugtrok.
't Kan zijn. Maar als jij maar
half zooveel kiespijn had als ik, dan
zou je e.r niet om geven, of je mij te
rug zag of niet., antwoordde zij bits,
met d©i\ helmelijken wensch, dat oe
man beleedigd zou zijn en heengaan.
Maai* dat was zijn plan niet.
Al den tijd, dat ik weg geweest
ben, heb ik aan je gedacht, Mollie
en nu moest je mij een gunst bewij
zen.
Als j© mij met vrede wilt laten,
dan nol ik stellig alles doen.
M&i een ietwat schaapachtig ge
zicht haalde hij een klein pakie uit
hooge waard© en tegelijk een groote!
aantrekkelijkheid bezitten. Op haan
verzoek stolden nl. verschillend© Am
sterdam sclie juweliers een groot aan-
ital juweeleu 'ter* beschikking van <lö
coimmiss'ie, waarvan zij heeft laten;
vervaardigen een collier, een arm
band, een beugel, 60 broches en pen
dants, 26 broches (als suretés), 92 rin
gen, 26 paai* oorknoppen, 34 dasspel
den, enz. De prijzen zullen ter be
zichtiging worden gesteld van 20—30
October in het gebouw Zeemanshoopi
te Amsterdam. De verloting zall
plaats hebben op een nader bekend!
te maken datum, ten overstaan van
notaris Hendrik Werthe<im, te Am-
•sterdam.
TENTOONSTELLING IN BELGIë.
Onder het opschriftNederland en'
de tentoonstelling van Brussel Lezen
wij lm het Handelsblad van Antwer
pen
Zonder het dramatisch op te ne»
Kwn moeten we toch bekennen, dab
do stemming der Tweede Kamer van
Nederland, waarbij het crediet van
400,000 gulden voor deelneming van
Nederland aan die wereldtemtoonsteb
ling von Brussel werd verworpen, oma
onaangenaam verrast heeft. Wij had
den in een schitterend© deelneming
ven Nederland aan de tentoonstelling
gaarne een uiting gezien van de weL
willenidii&id onzer Noorderburen te
genover d© beweging van toenadeu
ring tusschen bedde landen. Een deel
dei* bevolking hiea* te lande hecht nieb
veel_ vertrouwen, aan die beweging.,
't Ligt in onzen aard, wat meer uit
gelaten te zijn, wanneer wij ons voor
zaak inspannen; en, te omreclii,'
Volgens ons, aanziet men de kuoderö
beredemeeirdlhedd der Nederlanders
als minder gevoel voor de zaak. Dan
zijn er ook Vlamingen, die de onver
schilligheid, die Nederland zoolang!
voor onzen taalstrijd aan den dag
legde en de zeer late belangstelling,'
die men voor onze letterkundige be
weging is gaan voelen, niet kunnen'
vergeten en di© aan broederliefde de
vootrkeuir zouden geven boven verre
neven-sympathie. Kortom, een royale
daad in* de tont oom stelling-k westi a
had veel bijgedragen om te toornen,,
dat Nederland hot wel meent met de
pogingen van nauwere aansluiting.
Die daad kon gedaan worden.
Al'lo Vlamingen hebben hier de be-1
weegiieidemen begrepen, dii»e de Neder-
Oiairidschc regeer ing er toe leidden!
aich te onthouden op de tentoonstel
ling vaai Luik, die samenviel met del
herdenking van de stichting onzen
onafhankelijkheid. Nu was het ech
ten* enkel kwestie van duiten, die vooq
een onderuem enden Staat we!
spreken niet eens van een do on
vriendschap gedreven nabuur toch!
allerminst in aanmerking had moe
ten komen. Zij heeft wél den door
slag gegeven ,o»f zij is het voorwend
sel geweest om het crediet te ver
werpen en we betreuren het, nietl
zoozeer om de zaak zelve maar om
de kwestie d&r nauwere vereemiigimg,
dietr toenadering, di© men in België,
zal veronderstellen ginder' op heel
broos zand te zijn gebouwd.
Tussöhen twee nabuurstaten is een
solide, een tastbare blijk van vriend
schap wel vier ton waard©n dó.t!
kuninien we voor onze Volksvertegen
woordiging verzekeren, dat zij er die
vier ton wel, omidea* de drukking der
openbare denkwijze, zou voor over ge
had hebben.
Want het eenige dat ons oprecht
spijt doet, -s dat we die drukking der
openbare denkwijze zelfs met geen
vergrootglas in Nederland hebben op
gemerkt.
STRUIKROOVERS.
Men meldt uit Heerlen aan de L. K.,'
Gisteravond kwam de knecht Weus-
ten van de brouwerij Alsdorf met da
bierkar van Schrieverslieide af. Met
de handen in den zak liep hij naast
het paard, toen hij plotseling bij zijn
bovenarmen werd vastgegrepen door
een persoon, die uit liet struikgewas
kwam springen, en hem toeriep: „Je
i geld of leven!" De knecht begon te
worstelen met den onbekende; daar
na kwam ook nog ©en vrouwspersoon
den aanvaller helpen, en trachtte den
knecht d© keel toe te knijpen. De aan
gevallene weerde zich dapper, zoodat
ze alle drie over den grond rolden.
Teen da knecht zich eindelijk los had
gewerkt, merkte hij, dat zijn lederen
tasch verdwenen was. W. viel toen
den dief aan: een nieuwe worsteling
begon. Het mocht ©venwel den knecht
gelukken, de tasch weer in zijn bezit
te krijgen. Een fietser, die kwam aan
zijn zak.
Xiik eens. Ik zou graag willen,
dat je dit van mij aannam en droeg.
Het is een bewijs, dat ik aan je gq-
dacht heb, nietwaar
Olive gaf voor coquet nieuwsgierig
te wezen.
En wat is het dan
Kijk zelf maar, antwoordde hij,
terwijl hij haar hét pukje guï.
Zeker tots tegen de kiespijn,
fluisterde zij, terwijl zij het pakje
open maakte.
Toen liet zij een kreet van pleizier
hooren, terwijl zij een grof kanten
kraagje en zijden das te voorschijn
haalde.
Maar dat is meer dan mooi,
mijnheer Dawleigh. En ls dat
kocht u dat voor mag ik dat hou
den O 1
Vindt je het mooi, Mollie vroeg
hij, glimlachend van verrukking over
hot resultaat van zijn cadeau.
2i] hield het als van louter bewon
dering In de hoogte.
O, ik wou, dat ik het dragen
kon In mijn dierbaar Cloghereen I
Neen maar, het is prachtig. Waar is
een spiegel O ja, in de hal.
Zij sneld9 daarheen en de das op
haar borst houdend, keek zij er als
botooverd naar.
iWordl vervolgd).