HAARLEM'S DAGBLAD. derdeJla°- Ei llillionairsdochfor FEUILLETON en personeel die hoogste gages be taalt en bij wien 't zoowel voor bui ten! andsche als Hollandsche artisten een illusie is, mettertijd eens bij hem op te mogen treden, heeft hij daar ook eens de gevolgen van ©ene werk staking ondervonden. Het orkest was niet rechtstreeks door hem aangeno men, doch door bemiddeling van een artisten-agent uit Amsterdam. De musici bleken echter later met de conditiën niet tevreden te zijn en een uurtje vóór de voorstelling kwamen twee bestuursleden der Toonkunste naars vereeniging met den heer Van Haarlem onderhandelen. Deze gaf de heeren een overzicht van de gages en werkuren, met het gevolg, dat de bestuursleden hem volkomen in het gelijk stelden. Zij twijfelden er dan ook niet aan, of de heeren zouden wel toegeven, maar daar bleek 's avonds geen sprake van te zijn. In tusschen had de heer Van Haarlem uit een magazijn van muziekinstrumenten in de buurt een piano laten halen en toen het afdoend bleek, dat het orkest niet wilde werken, liet de directeur „halen", en deelde het publiek mee, dat de voorstelling niet door kon gaan of men moest zich met piano muziek tevreden stellen. Nu, dat deed men, en vooral vond men de grap prettig, toen de heer Van Haarlem zelf aan de piano ging zitten. De kermis-marsch, waarmee hij opende, was al dadelijk een groot succes en op het eerste gezicht begeleidde hij daarna de verschillende specialitei ten. Nu, hij sloeg er zich behoorlijk door. Tot de aangenaamste herinnerin gen van den heer Van Haarlem mee echter wel zijn optreden voor het Hof gerekend worden. Vijf maal heeft hij een voorstelling gegeven op het Loo en twee maal op Soestdijk, Op een van dile laatste voorstellingen waren niet minder dan 150 genoodigden. Tij dens do repetitie liepen de heer Ven Haarlem en zijn trawo.nt.en tamelijk ongegeneerd rond, toen eensklaps de Koninginnen binnen kwamen. Door het in positie slaan der muzikanten hierop opmerkzaam gemaakt vlogen de luitjes achter de coulissen. H. M. de Koningin-Regentes wenkte den heer v. d. Spek, den kapelmeester van den heer Van Haarlem, dat hij gerust door had kunnen gaan, en deze diri geerde. dus verder. Hij had echter nog slechts 32 maten te spelen, durf de toen echter niet goad op te hou den en speelde wel zes maal achter elkaar hetzelfde stuk over. Op het programma st.ond ook een zandschilderes, mej. Rombella. Op raad van d>an heer Van Haarlem had deze voor de zetels vun H.H. M.M. het Neder!andsche wapen in zand op een grootte van 3 vierk. Meter ge schilderd. De Koninginnen waren hiermee tan zeerste ingenomen en schonken mejuffr. Rombella een sou venir. De hoer Frits van Haarlem is in 1854geboren. Zijn vader was direc teur van de „Salon Lyrique" die op ©en bovenzaal op den hoek van Ach terburgwal en Rusland was geves tigd. Hij is dus wel in het specialitei- teu-directeursehap gegroeid, werd er in geboren, heeft er steeds in geleefd. In 1873 stond hij al op eigen beenen, dóch meer ais theater-agent, terwijl hij tien jaar* later als directeur op- tracl. In 1884 werd hij directeur van i Theater Tivoli in de Nes, het schouwburgje waarover ik u onlangs m verband met het overlijden van Charles de la Mar al iets verhaalde. Die exploitatie heeft geduurd tot '89. In '93 trof hij z'n eei'ste overeenkomst met den heer Oscar Carré, voor 't be spelen van 't bekende circus te Am sterdam; dit heeft toon echter slechts één seizoen geduurd. Eerst in 1899 kwam hij in dit reuzengebouw terug, dat hij tot heden toe met groot succes bespeelt. Ieder leent bij name den heer v. Haarlem, maar toch zijn er altijd nog menschem, die zich een minder juist denkbeeld van dezen specialiteit in 't special Lteiten-directeurschap vor men. Zoo kreeg ik een briefkaart uit 'lilburg van 'n kasteleintje in handen die geadresseerd was aan „den heer Frtis v. Haarlem, beroemde commiek te Haarlem", en een uit St. Truyden hi België, waaruit .ik de passage co- pieer: „ik gelast u dat gij lange klee- aeren moet dragen en goede zeden zingen. Gij zult zeker zijn schoon volk te hebben." De bedoeling hiervan was, dat de dames lange rokken moesten dragen, de coupletten niet piquant mochten zijn, wijl er deftig publiek kwam. Nu daarover heeft het publiek van geen enkel© richting zich nooit te be klagen gehad. De heer v. Haarlem is altijd een streng censor geweest voor z'n artisten, het minst onvertogen woord is nooit door hem geduld en eens toen Solser Hes se, na een snuifje uit een snuifdoos een „God zegen je", gebruikten, verbood de lieer v. Haarlem hen dit de volgende avonden. Hij heeft steeds er naar ge streefd een familLepubliek ter wille te zijn, hen te doen genieten van pracht volle monteering en hartelijk te doen lachen, zonder ooit eenige coneessto te doen aan grofheid of spot. Met hoeveel zorg elk nummer bij hem ver beterd werd, zoodat iets wat elders gewoon was, door een „trucje", een lichteffect of iets anders iets buiten gewoons werd is algemeen bekend. De prachtnummers van Coppée, die na' door hem gecreëerd te zijn, in 't bui- tenland ©en groot succes werden, zijn daarvan wel het beste bewijs. PubHek heeft dit streve71 gewaar deerd. Eerstens en dat is altijd maar het beste door opkomst lederen avond mi duizendtallen. Maar nu hij den SOsten a.s. zijn zilveren jubileum als „directeur" zal vieren, is er een com missie uit de burgerij gA$i?eht. d'e bftm. die zeqr.'Vn gn~vq-'Gl!« avon den schonk, dien avond ook eens tot een beerlijken en gelukkigen zal ma ken. Naast die commissie uit de bur gerij zullen de artisten onder leiding van dsn Keer Crétienni door een hul deblijk getuigen bos ook zij den hu- manen, voort varenden en beVverrar directeur nvpccbeeren, die de eerste onder zijns gelijken is en aan wien l\ct in de eerste plaats te danken is, dat in een klein land als het onze, dé variété' op zoo hooge trap staat. H. HENN1NG Jr. ÉSlüiieisii&iu TWEEDE KAMER. Het wordt Dinsdag, misschien Woensdag, alvorens het debat over cle werkloosheid teu einde loopt. Meerdere sprekers hebben er zich gisteren nog in gemengd men doet geen hunner onrecht aan door de meerling, dat zij zich bijna zonder uitzondering daarvan hadden kun nen onthouden, wiji nagenoeg allen tot gelijke conclusie kwamen dat er ieis gedaan moet worden. Ook de heer- Lobman, hoewel diens betoog, hiervan uitgaande, dat de maatschappelijke verhoudingen en de gewijzigde inzichten ten aanzien der arbeiders voor een deel schuld heb ben aan de werkloosheid, elke plicht van den Staat, om tegen de gevolgen daarvan maatregelen te treffen, be slist ontkende. Dat was de taak der maatschappij. Teleurstelling over 's Ministers houding werd nog uitgesproken door de heeren Borgesius en De Klerk, beiden instemmende met de motie- Treub, terwijl de heer Reyne inzon derheid het aanbevolen middel van beschermende rechten bestreed. Dezelfde afgevaardigden en nog enkele anderen gaven practischc wenken ten aanzien van de tegen werkloosheid te bezigen middelen, in het bijzonder tot werkverschaffing. Product'ief-making van den bodem, door ontginningen, noemde de heei Reyne aanleggen van bloembol)' velden achter afgegraven duinen, binnen de zeeweringen, noemde di heer Van Vv'ichen. De heer Van Kol somde op ophooging van laaggele gen groDden in de groote steden, aan leg van volksparken en speeltuinen woningbouw aanmaak van eenvou dige meubelen, kleeren en schoeisel, ter uitdeeling aan de armen aan leg van autoxnobiehvegen en kanalen, ontginning van heidegronden dooi bevloering aanleg van drinkwater- Ie'dingen emigratie. De heer Passtoors spoorde aan tot maatregelen om de aanbestedingen voor publieke lichamen in het eigen land te doen verwerken. Aap het slot der vergadering kwam minister Heemskerk aan het woord, grootendeels om den verkeerden in druk weg te nemen, die gemaakt was, doordien men hem blijkbaar niet goed had verstaan. De Minister ruimde een geheele serie „misver standen" op. De Minister verklaarde de particuliere pogingen tot werkver schaffing geenszins te kleinachten niiet lichtvaardig te hebben gespro ken over de werkloosheid zich wel degelijk rekenschap te geven van het geen taak en plicht der Regeering kon wezen bij uitersten nood. Voor ziening tegen werkloosheid lag echter z. i. geheel en al buiten de interpel latie trouwens de primaire roeping om daartegen voorziening te treffen, lag z. i. bij de maatschappij, niet bij der- Staat, hoewel cle Minister geen Staatsontlioudin g p redikte Van zijn standpunt uitgaande, wildo de Minister gaarne eiken wenk onderzoeken of doen onderzoeken, maar hij merkte op, dat alle aanbe voleu werken niet helpen voor de el lende van dezen winter. En daar om ging het eigenlijk. Dr Minister zal Dinsdag te 11 uur voortgaan. DE KOMEET. De astronomische medewerker van de Zutphensche Courant schrijft: Nu de maan des avonds later op komt, wordt de gelegenheid voor de waarneming der Komeet weder gun stiger. Zoowel de kern als de staart te** lengte van naar schatting een twee tal graden, waren gisteravond om streeks half acht met den gewonen kijker zeer goed te zien; zij was voor mij met het ongewapend oog even zichtbaar. Hare plaats aan den hemel to thane gemakkelijk te vinden in den noorde lijken vleugel van „de Zwaan", en kele graden rechts van eene denkbeel dige lijn tusschen de helderste ster Deneb van dit sterrenbeeld in den Melkweg en de zoo schitterende ster Wega in „do. Lier", op nagenoeg ge lijken schijnbaren afstand dier beide sterren. Zij gaat in de volgende dagen van daar naar „de Lien". Hare helder heid is nu zesmaal zoo groot als bij har© ontdekking. MOOIS WINST. Door iemand, t© Alkmaar woon achtig, werd een kleine hoeve met ee nige hectaren grond gekocht in den polder lEierlaincf op Texel. Eenige dagen later verkocht d© koo- ner zijn grond wear Mi kleiner© par tijen en verwierf een winstje van om en bij de 10.000. EEN OPLICHTSTER. Door de politie te Bocholt wordt ge zocht naar een vrouw zich noemende wed. Enkhoorn, uit Zwolle afkomstig, die met hare vier kinderen plotseling de stad heeft verlaten na er drie maanden t© hebben vertoefd en in dien tijd verschillende aanzienlijke oplichterijen te hebben gepleegd. Op den dag van haar vertrek werd een winkelier opgelicht voor drie horlo ges mei gouden kettingen. Ze is weer naar Holland vertrokken. EEN NEDERLANDSCHE CONSUL. Eien der lezeirs van 't Hbld. schrijft uit Kopenhagen „Ik beo altijd getmeerud dat een be leefde vraag tot den consul van zijn Land gericht ook een beleefd ant woord zou oaitmoeitein, doch ik schijn mij hilarin vergist te hebben. Ik had don fuiLgeereuden Nederlandschen consul alhier petr telefoon verzocht, mij wel te willen opgeven, welke In voerrechten in Nederland van ma- chines geneven worden. Wanneer nu .iet antwoord geweest war© dat hij mij diit niet aanstonds kon zeggen, maar bereid was dit t© ondier zoeken, aad ik dit zeer natuurlijk gevonden, in plaats hiervan luid39 het ant- vvü'ord letterlijk „Ik zit ntot hier om in&ehtinzeij to geven omtrent unport naar Holland, maar alléén omtrent export van HoL land" cm hiermee was het gesprek geëin digd. „liet Fransche consulaat, waaraan ik een zelfde vraag richtte, ver zocht mij deze schriftelijk te willen formu- Learem, hetgeen ik demaik ontving hierop ©en uiterst beleefd schriftelijk antwoord. Is dit. nu misschien een gevolg daarvan dat ons consulaat honorair en het ander© een baro&ps- coiinsnlaat ia AANSLAG OP EEN D-TREIN UIT NEDERLAND. De KÖLndsch© Ztg. verneemt uit Küppersteg, dat er Donderdagnacht tegen lialftwee tusschen Küppersteg en Mülhedm, vermoedelijk ton gevol ge yan ©en misdadigen toeleg (er lag ©en spoorstaaf dwars over het spoor) van den D-trein 44, uit Nader-bind naar Keulen, d© locomotief met baga gewagen en drie personenrijtuigen met vier- assen van het spoor* zijn ge- loopen. De rijtuigpen woelden zich tot aan de treeplank in het zand, maar blev.«n, daar de w03 vlak Ligt, voor omvïdiTP bewaard. VeroeMdan© psrscsisn wenAen licht gewond. De vrouw van een crimlne©- ien commissaris te Keulen kreeg ern stige kneuzingen in d© linkerzij. Ver scheiden© dokters waren spoedig na het. ongeluk tor plaatse. Een hulp- 1-ejn uit Cpladeu bracht de reizigers naar Keutel. De twee sporen tusschen Dusseldorp en Keulen zijn versperd. Het verkeer wordt over Neuss en Op laden naar Keulen geleid. Volgens een ambtelijk verslag, is maai* een persoon licht gewond. ENORMF. DIENSTIJVER. De „Limb. Ct." vertelt: Roef! rangl knerst het, en d© trein staat. Simpelveld! Douanenl Uitstap pen 1 Een reiziger blijft zitten lezen, opent» zijn gei© teschje ©11 houdt 't gereed voor den naderenden douanebeambte. Niets aan te geven, mijnheer? klinkt het uit den mond van 'n zeer beleefd en toch plicht-doend ambte naar. Neen, mijnheer! Kijkt u maar in dat valiesje, 't Zijn boekjes. Zulks gebeurt, en de beleefd© amb tenaar gaat groetend been. 'n Minuut later 'n tweede employé. D'ö man draagt ook 'n blauw petje. Ik wensch u te visiteeren, mijh- heerl Best, mijnheer! Masr uw colle ga-voorganger heeft dat nee da gedaan Daar in dat taschje. Neen, mijnheer, op uw lijf! Kijk, dat is aardig! Maar gaat uw gang! De man met het blauwe petje tast met. 3chr&.*iipgrctiigo vingeren, als zocht hij naar ©eic eindje worst of 'n kommies-broodje, in alle binnen- en buitenzakken, maar hij vindt ndets. De onthutste reiziger staat daar nog altijd met uitgestrekte armen, als moest hij gekruisigd worden. De man met het blauwe petje gaat tot het tweede bedrijf over, en ontknoopt met gewichtig gebaar het vest. Hij betast en bevoelt den reiziger op de buik, op borst, onder de armen, op den rug. Helaas, niets van zijn gading vindt hij. Toen, met ©en handstreek, als wa re hij een toovenaar, die op het laat ste moment nog eene merkwaardige verrassing voor den dag haalt, strijkt hij af, met uitgestrekt visiteer-vinge- ren van boven het dijbeen, langs de katoen en kuiten jot het eind© der broekspijpen, ©deelt, niets, niets, 'n fataal niets vermag de ongeëvenaar de dienaar onzer Nederlaudsche wet ten te bespeuren op het' argelooze lijf van den verslagen reiziger. Ik dank u mijnheer! En met. dat flegmatiek© gezegde geut wh da eoüpé da man met het blauw© petje. Midden in den wagen staat thans de onschuldige reiziger, met wijd open oogen, teruggeslagen jaspanden ontknoopt vest, na te staren den mys terieus tastenden man... Heb k-: fiat» waarachtig zoo'n' smokkelaars-ironie? mompelt hij. De reiziger kleedt zich aan. De locomotief schuifelt. De trein rolt verder JUWEELEN-VERLOTING. Ten hsoKww van het te Apeldoorn ilk aaimcuw xqnda gesticht:' \><m de' vereeniging Centraal Israëlietisch K/raiakzinnigongesticht in Nederland is door een commissie, waarvan de heer J. Vita Israël te Amsterdam penningmeester is, eein verloting op touw gezet, van voorwerpen, die eein, Amsterdamsche Kout CCII. Een kwart eeuw do specialiteit der fepe cialiterten-dlreobeur en Zou er wel één menscli lm heel Ne derland zijn, die nooit dein naam Frits van Haarlem heeft géhoord Ik denk nu niet aan een. clubje van .Uü'tgaand© Amsterdamsch© men- Bdlien, maar heb de kerngezond© Ne- klerlainders van Noord tot Zuid op 't oog, die als ze noig in d© heel jonge jaren., zijn, van tijd tot tijd eon avondje in d© hoofdstad doorbrengen Of wanneer ze wat oven* vroegere jo nen kunnen meepraten zich d© ker missen in liaai* vollein luister nog ytunnon voorstellen. En onder die al len is er geen enkele, die niet weet, Idat een voor stolling van Frits v. Haarlem iet9 heel bijzonders is, di© je vroeger op geen ankedei kermis mocht verzuimen, maar waarbij je altijd zorgen moest vroeg er bij to zijn. En al heeft de heer v. Haarlem aich de laatste jaren geheel uit d© 'keirrnis-tournées teruggetrokken, van 18S3 af heeft hij .op de belangrijkste kermissen de eerste plaats ingeno men. Zijn eerste groote zaak was die Le vering van een specialiteiten-gezel schap voor den Doelen te Rotterdam. Het moest een gezelschap zijn van ■niet minder dan 60 personen en had dus nog al i©ts te bc teek enen. Het volgend jaar heeft de heer v. Haar lem de specialiteiten-levering op de kermis te Dordrecht bij den heer v. d. Horst (den vader van den pres.-dir. der Ned. Tooneel-vereeniging) en do volgende jaren in „Kunstmin". Hier trad eens een Chinees bij hém op, die eigenlijk een Czech was en altijd En- geisch sprak. Welke taal je togen hem gebruikt© wa-s absoluut onver schillig, want hij was zoo doof als eien pcvt. Zijn kunstverrichtingen be stonden hoofdzakelijk in 't doorslik ken van eieren en andere voorwer pen en 't publiek vond di© grappen makerij zóo onsmakelijk, dat het door sissen zijn afkeuring te kennen gaf. D© doove Chinees bemerkte daar echter niets va.n en als hem achter de coulissen te kermen werd gegeven dat men hem terugriep, ging. hij weer naar 't voetlicht om met diepe bui ging voor 't gesis te bedanken. Na ©en paar avonden meende de heer* v. Haarlem zijn sujet echter eens on der handen te moeten nemen, wat echter nog al met moeilijkheden ge paard ging; daar alles door gebaren of door o.p een leitje te schrijven moest worden uitgedrukt. Eindelijk kwam men toch zoover, dat de Chi nees ook snelteekerien zou en hot slotbeeld was volgens de gewoonte dier dagen: Mijn schoenmoedeir. (Wat elk beeld beteekend© werd met groo te letters er boven geschreven). Het liedje „ma. tante" was toen juist echter de 'kermismop („ik heb 'n oude tante, die loopt met kranten") en daarom schreef de heer v. II. hem voor, dat hij er op een leitje bij mosét schrijvenmijn tante. De Chinees, die zich echter verongelijkt gevoelde dat, zijn oiersliikkende kunstprestaties niet de waardeering hadden geven- den, waarop zij recht, hadden, nam wraak en sclireef boven het laatste beeld „Van Haarlem's tante Zoo biedt bij rut; elke plaats, wan neer hij, zooals hij deze week tor wil le van on der ge toekende deed, in zijn herinnering, de vijf-en-twintig jaren van zijn directeurschap de revue laat passeeren, hem een typische of grap pige gebeurtenis. Want 't zijn heel wat jaartjes, dat hij op sommige plaatsen gerogeid is gekomen, in De venter bijv. 20 jaar, in Utrecht is hij dit jaar voor de 25ste ma,al geweest, In 't krankzinnigengesticht aldaar ■voor de 24ste maal. In Den Haag „opende" hij indertijd het gebouw „Casino", waar nu de „Scala" is gevestigd. Den Haag was toen echter nog niet het Den Haag van nu, in het „Casino" traden af wisselend de opera van De Groot en de gezelschappen van Van Lier en Le Gras ©n Haspels op, en om eiken avond een voorstelling te geven, daarvoor was Den Haag in 't alge meen en het uitgaand publiek in het bijzonder te klein. In 1886. werd door hem het eertijds welbekende speciali teit© ii-theater „Seinpost" te Scheve- ningen geopend, waar hij tien jaar „de' specialiteit is geweest. In do la- tori jaren concentreerde zich alles op onze luxe badplaats echter 111 de om geving van den pier, „Seinpost" lag te ver af. In Haarlem hadden zijn voorstellingen afwisselend plaats in „de Kroon" en in „do Vereeniging". Hoewel hij bekend staat als een uit stékend directeur, die zijn artisten Naar het Engelsch, door Arthur W. M archmont. 90), Snel als de gedachte hield zij haar zakdoek tegen liet gelaat, alsof zij kiespijn had. Ben je een van de dienstboden vroeg hij, toen hij haar had inge haald. Zoo ja.Maar goed© he mel 1 Plotseling brak hij af en keek haar scherp aan. HOOFDSTUK XLIII. Olivé meende aan den blik van Jack óp, te merken, dat hij op het Sunt stond haar te herkennen, en aastt© zich, daarom zijn vraag te beantwoorden. Ju|st, ^at,ben ik, mijnheer, voor rocy^a^èn.;^^arm, gebrekkig, menach kan "zéggen,dat zijeen. ander van dienkt is,,'g'Lv'j,i Jack bleef haar maar' aankijken. Vreemd, lk zou nebben kunnen zweren mompelde hij binnens monds. Hoe heet je, meisje Mollie O'Brien, mijnheer. Je gelaat kan ik niet heel goed zien, maar je oogen zijn zoo eerlijk als de dag hoe vreemd, ik moet er telkens naar kijken. Vreemd, mom pelde hij weer In zichzelf. Ik zou zoo graag willen, dat je mij hielp. Wil je Zeker, als ik zoo'n deftlgen mijn heer, als u is, maar ergens me© hel pen kan. O ja, dat kun je wel. Ik wilde je alleen maar vragen mij t© zeggen, wanneer juffrouw Olive P arm enter hier het laatst geweest ia. Olive zou hebben kunnen glimla chen om den eenvoud van deze klei ne list. Maar de droevige uitdruk king in zijn oogen, zijn gespannen trekken, en de zenuwachtige ruste loosheid van zijn manieren deden haar hart pijn, tot zij er naar snakt© hem de waarheid) te zeggen. Het was de grootste verleiding, waaraan zij tot nu toe was blootge steld geweest. De drommel mag mij halen, als ik ooit iemand gezien heb, die dien naam droeg;, mijnheer. Maar Ik ben hier nog maar pas. Hoor eens, meisje, ik zal je alles „geven wat je graag wilt hebben, als jé mij maar lets van haar kan ver tellen. Ik zou dat zeker doen, zonder er ieis voor te vragen, als ik kan want ik Zie, hoe ongerust mijnheer over haar is. Jack zuchtte diep. Goed. Dan zal "k doorgaan naar het huis, en met di© woorden verliet hij haar en liep haastig op het huis toe, Olive moest ai haox krachten in spannen om zich to bedwingen en hem niet terug te roepen, om alles te vertellen. Maar zij waren al in het gezicht van het liuisen ais zij het herr nu vertelde, zou zij gevaar loo- pon, al haar werk meteen te vernieti gen. Bovendien als haar nieuwe vrees gegrond was, dan had zij hem niet andere dan slecht nieuws te vertedien, namelijk dat zij voor altijd moesten scheiden. Ja, moestoni Er was geen ander woord voor te vinden. Maar het gezicht van zijn angst1 had haar tot in 't hart getroffen. Het had haar moeit© gekost zichzelf in te prenten, dat een paar diagen van on zekerheid meer hem niet zouden hin deren. Zij kon aan hem sien, dat iedere minuut een kwelling moest zijn en zij ging naar haar kamer, om er over te denken, hoe zij daar aan ©en einde zou molten. Daar schoot haar iets to binnen. Zij kon hem niet zoo laten heengaan met dien zwanen last te dragen, ter- wi5l bet in haar macht stond hem er van te ontheffen. Zij zon ©en klaiii briefje schrijven en oet hem op een of andere manier bij het heengaan in de handen spelen. Zij kon hem gemakkelijk in de laan volgen, het hem in de hand stoppen en dan weg springen, om in het kreupelhout te verdwijnen. „Ik ben heel goed in orde. Heb „gedulden als mijn leven je „wat waard is, spreek er dan „geen woord over, zelfs niet dat „ik nog in leven ben. OLIVE." Met dat briefje In den sak ging zij naar beneden, óm te weten te kernen, wat het resultaat was van het ge sprek tusschen Jack en de Merri- dews. Onder aan de trap stond Dawleigh op haar te wachten. Je gaat ruiet voorbij zonder mij to zeggen, dat je blij bent, mij weer to zien, Mollie I zei hij, terwijl hij aijn hand uitstak. Ik héb mijn oogen niet rood ge schreid omdat je er niet was, mijn heer Dawleigh, dat had ik zeker moe- ton doen, niet r- Kom, Mollie, wees nu eens ern stig. Ik hoop, dat lk nooit iets doen zal. dat tranen in deze oogen zal brengen, die geschapen om te jaebea. - Och. iaop toch been Hei jj voof je Testwü, ük ben ap bet oogenbldk in een stemming, om tomand af te ran selen I Wat Is er dan toch Wat of er is Och, di© kiezen martelen mij zo.o en nu zou ik ook iemand willaa martelen En dat is geen Jeu gen, hoor, ik meen het. Het spijt mi,j heel erg, maar daarom kun j© toch nog wel zeggen, dat je blij bent mij weer te zien zei hij, met een vergeefsche poging om zijn arm onj haar middel te slaan. Och, schei toch uit. De kiezen zitten niet tn mij»n middel Als je maai* half zoo blij was om mij terug te zien als :k het 'oen, nu ik jou weer zie, sou je mij niet zoo afschepen, bromde hij, terwijl hij zijn hand terugtrok. 't Kan zijn. Maar als jij maar half zooveel kiespijn had als ik, dan zou je e.r niet om geven, of je mij te rug zag of niet., antwoordde zij bits, met d©i\ helmelijken wensch, dat oe man beleedigd zou zijn en heengaan. Maai* dat was zijn plan niet. Al den tijd, dat ik weg geweest ben, heb ik aan je gedacht, Mollie en nu moest je mij een gunst bewij zen. Als j© mij met vrede wilt laten, dan nol ik stellig alles doen. M&i een ietwat schaapachtig ge zicht haalde hij een klein pakie uit hooge waard© en tegelijk een groote! aantrekkelijkheid bezitten. Op haan verzoek stolden nl. verschillend© Am sterdam sclie juweliers een groot aan- ital juweeleu 'ter* beschikking van <lö coimmiss'ie, waarvan zij heeft laten; vervaardigen een collier, een arm band, een beugel, 60 broches en pen dants, 26 broches (als suretés), 92 rin gen, 26 paai* oorknoppen, 34 dasspel den, enz. De prijzen zullen ter be zichtiging worden gesteld van 20—30 October in het gebouw Zeemanshoopi te Amsterdam. De verloting zall plaats hebben op een nader bekend! te maken datum, ten overstaan van notaris Hendrik Werthe<im, te Am- •sterdam. TENTOONSTELLING IN BELGIë. Onder het opschriftNederland en' de tentoonstelling van Brussel Lezen wij lm het Handelsblad van Antwer pen Zonder het dramatisch op te ne» Kwn moeten we toch bekennen, dab do stemming der Tweede Kamer van Nederland, waarbij het crediet van 400,000 gulden voor deelneming van Nederland aan die wereldtemtoonsteb ling von Brussel werd verworpen, oma onaangenaam verrast heeft. Wij had den in een schitterend© deelneming ven Nederland aan de tentoonstelling gaarne een uiting gezien van de weL willenidii&id onzer Noorderburen te genover d© beweging van toenadeu ring tusschen bedde landen. Een deel dei* bevolking hiea* te lande hecht nieb veel_ vertrouwen, aan die beweging., 't Ligt in onzen aard, wat meer uit gelaten te zijn, wanneer wij ons voor zaak inspannen; en, te omreclii,' Volgens ons, aanziet men de kuoderö beredemeeirdlhedd der Nederlanders als minder gevoel voor de zaak. Dan zijn er ook Vlamingen, die de onver schilligheid, die Nederland zoolang! voor onzen taalstrijd aan den dag legde en de zeer late belangstelling,' die men voor onze letterkundige be weging is gaan voelen, niet kunnen' vergeten en di© aan broederliefde de vootrkeuir zouden geven boven verre neven-sympathie. Kortom, een royale daad in* de tont oom stelling-k westi a had veel bijgedragen om te toornen,, dat Nederland hot wel meent met de pogingen van nauwere aansluiting. Die daad kon gedaan worden. Al'lo Vlamingen hebben hier de be-1 weegiieidemen begrepen, dii»e de Neder- Oiairidschc regeer ing er toe leidden! aich te onthouden op de tentoonstel ling vaai Luik, die samenviel met del herdenking van de stichting onzen onafhankelijkheid. Nu was het ech ten* enkel kwestie van duiten, die vooq een onderuem enden Staat we! spreken niet eens van een do on vriendschap gedreven nabuur toch! allerminst in aanmerking had moe ten komen. Zij heeft wél den door slag gegeven ,o»f zij is het voorwend sel geweest om het crediet te ver werpen en we betreuren het, nietl zoozeer om de zaak zelve maar om de kwestie d&r nauwere vereemiigimg, dietr toenadering, di© men in België, zal veronderstellen ginder' op heel broos zand te zijn gebouwd. Tussöhen twee nabuurstaten is een solide, een tastbare blijk van vriend schap wel vier ton waard©n dó.t! kuninien we voor onze Volksvertegen woordiging verzekeren, dat zij er die vier ton wel, omidea* de drukking der openbare denkwijze, zou voor over ge had hebben. Want het eenige dat ons oprecht spijt doet, -s dat we die drukking der openbare denkwijze zelfs met geen vergrootglas in Nederland hebben op gemerkt. STRUIKROOVERS. Men meldt uit Heerlen aan de L. K.,' Gisteravond kwam de knecht Weus- ten van de brouwerij Alsdorf met da bierkar van Schrieverslieide af. Met de handen in den zak liep hij naast het paard, toen hij plotseling bij zijn bovenarmen werd vastgegrepen door een persoon, die uit liet struikgewas kwam springen, en hem toeriep: „Je i geld of leven!" De knecht begon te worstelen met den onbekende; daar na kwam ook nog ©en vrouwspersoon den aanvaller helpen, en trachtte den knecht d© keel toe te knijpen. De aan gevallene weerde zich dapper, zoodat ze alle drie over den grond rolden. Teen da knecht zich eindelijk los had gewerkt, merkte hij, dat zijn lederen tasch verdwenen was. W. viel toen den dief aan: een nieuwe worsteling begon. Het mocht ©venwel den knecht gelukken, de tasch weer in zijn bezit te krijgen. Een fietser, die kwam aan zijn zak. Xiik eens. Ik zou graag willen, dat je dit van mij aannam en droeg. Het is een bewijs, dat ik aan je gq- dacht heb, nietwaar Olive gaf voor coquet nieuwsgierig te wezen. En wat is het dan Kijk zelf maar, antwoordde hij, terwijl hij haar hét pukje guï. Zeker tots tegen de kiespijn, fluisterde zij, terwijl zij het pakje open maakte. Toen liet zij een kreet van pleizier hooren, terwijl zij een grof kanten kraagje en zijden das te voorschijn haalde. Maar dat is meer dan mooi, mijnheer Dawleigh. En ls dat kocht u dat voor mag ik dat hou den O 1 Vindt je het mooi, Mollie vroeg hij, glimlachend van verrukking over hot resultaat van zijn cadeau. 2i] hield het als van louter bewon dering In de hoogte. O, ik wou, dat ik het dragen kon In mijn dierbaar Cloghereen I Neen maar, het is prachtig. Waar is een spiegel O ja, in de hal. Zij sneld9 daarheen en de das op haar borst houdend, keek zij er als botooverd naar. iWordl vervolgd).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1908 | | pagina 9