HAARLEM'S DAGBLAD. Een Millionairskhter FEUILLETON Stadsnieuws Binnenland OM ONS HEEN No. 817. De Toekomst onzer Industrie. Zoo heet een brochure, die de heer I. Visscher heeft geschreven en waar din hij over oinze industrie niert veel' goeds te voorspellen heeft. Dat blijkt al uit de motto's, die hij op heit omslag van zijn boekje zet Holland annexirt sich selbst", van Von Bismarck en een eigengemaakt citaat, dat hij aan den schoolboeken, schrijver der toekomst toedicht.,Tot de voornaamste uitvoerartikelen vau Nederland behoor on boter, kaas, vee, [honig, verdobbelde millioemen en werklooze arbeiders." Ik heb maar één bezwaar tegen die laatste beschouwingze is namelijk miet van de toekomst, maai" van het heden'. Van de verdobbelde miLlioe- tnen weten we allee af. Heit oliedom me gegok in Amerikaanse be papieren doet nog op dit oogenblik de Neder- landsche burgerij van eiken stand zuchten. Niet het minst dien werk man, voor wien we niets betere we ten te bedenken, dan hem te verplaat sen, bijvoorbeeld naar de Duitsche kolenmijnen, naar Canada of Austra lië. Als we die miilioenen eens in den zak gehouden hadden l Dan zou er dit jaa>' meer gebouwd zijn, meer verdiend en behoefden we den winter, die zich zoo waarlijk vóór November al zoo streng heeft ingezet, niet te vreezen. Helaas, het helpt niet om te beden ken wat had kunnen zijn. Wieg ziin do miilioenen. Schrei niet oven p-e- morste melk pleegt de pracüscho* Engelschman te zeggen, 't Helpt je toch niet meer. Imtussche® wijst de hoer Visscher op een ander nationaal kwaad, dan de vaderlandsche dobbelzucht, name lijk op de minachting, die de Neder lander koestert voor zijn eigen nijver- f head. ,,Bij het bespreken van de quaeetie", schrijft hij, ,,of eir in Ne derland plaats is voor een bloeiende industrie, hoort men steeds maar weer, ook van vrij ontwikkelde perso nen, dat voor een groot aantal tak ken heit afzetgebied te klein ia Dat onze textiel- en cacao-lndustrie, de houtzagerijen en rij&tpellerijen aan de Zaan geen levensvatbaarheid zou den hebben, zullen zij natuurlijk niet beweren. Voor andere artikelen, die minder algemeen worden gebruikt, zou dit bezwaar wel gelden." De lieer Visscher geeft dolt toe voor sommige artikelen, maar voegt er bij: „Wanneer echter bij het publiek de neiging bestaat, aan inlandscbe fa. brik aten de voorkeur te geven, in dien dezen in prijs en qualiteit kun. tnen concurreeren, dan kunnen baer tal van industrieën tot bloei komen. Do consumptie in eigen land valt In den regel mee." Dit is het nu juist. De Nederlander denkt er niet aan om Nederlandsch© fabrikaten te begunstigen. Om ver schillende redenen niet. De meest voorkomende is doze „ik vraag ouiet, waar een artikel vandaan komtals het goed is, koop ik het." Hij meerit, daarmee een bijzonder breed en ver licht eitandpunt in te nemen, miaar op den keper beschouwd is zijn redenee ring niets anders dan de dekmantel van zijn. sloome onverschilligheid, 't Laat hem koud, dat is de zaak en nauwgezet inforaneeren of hij wel Ne derlandsche waar krijgt is hem te lastig. Een tweede reden Is we kunnen niet ziien, of een artikel im Nederland gemaakt is of in 't buitenland. Daar is wol wat van waar. Onze fabrikan ten adverteeren niet veel, geven zich dus weinig moeite om hun fabrieks merk bij het publiek bekend te ma ken, nog sterkerzij probeeren meermalen, hun waar voor eon bui- tenlandsch product te laten door gaan. Waarom Omdat er menschen zijn, die geen Nederland sche artikelen koopen, omdat het niet deftig Schoentjes uit Brussel, dassen uit London, dat ia veel chiquer en verder taJ van Engelscbe artikelen, afkom stig uit Bertijn. Nu zal ik niet zeggen, dat dit in die laatste jaren niet een beetje btófce? geworden is. Het Algie- mejen Nederlandsch Verbond heeft In deze richting voel goeds gedaan. Maar zooals 't wezen moet is 't nog in lamg niet. Reden No. 4 is, dat de winkeliers er geen Nederlandsche artikelen op ma willen houden esn liewea* buiten- landsche verkoopen. Zoo zegt hot pu bliek. Neen, beweert de winkelier, ik zou ze wed willen verkoopen, als 't publiek ze maar koopen en de fabri kant maar anders leveren wou. Daar bij doet hij dan een boekje open over den fabrikant, die niet vlug genoeg levert, geen keus heeft, niet voldoen de let op keiurige verpakking en zijn artikelen, om er In te komen, te laag prijst, zoodat de winkelier er niet ge- mceg op verdtenen kan. De fabrikant op zijn beurt geeft weer af op den winkelier, die uit sleur, zegt hij, altijd maar weer bij den buitenlander koopt on op het pu bliek, dat van den winkelier eenmaal giean Nederland sche waar eischt, maar neemt, wat het wordt voorge legd. Het is dus niet heel gemakkelijk uit dit alles precies te zoeken, wie eigenlijk die oorzaak Is van den toe stand. Ik denk wel. dat ieder van de genoemden, fabrikant, winkelier, pu bliek, er een beetje toe bijdraagt De verbruiker zonder twijfiefl bet meest. Die is toch de hoofdoarsoon in dezen regel Van drieën- Wanneer hij tot be ginsel had ik koop altijd Nederlamd- scihe artikelen, wanneer ik die kan krijgen, oven goed on voor demaelfdien prijs ails de buitenlandscha, dan zou de winkelier ze in voorraad nemen, de fabrikant zou zijn omzet ziien ver groeien en v de arbeider behoefde niet over de grens te trekken, om daar werk te zoeken. Sommige menschen zullen zeggen, dat het niet zoo erg is. Dat is noo'n vasto manier. Als je iets hoort, dat je onplezierig stemt, dan we«er je het ai, met te verklaren, dat het zóo erg niet wezen kan. Ei 1 Nu dan, toen in 1904 de Maatschappij van Nijverheid, die in deze richting met haar tijd schrift veel goeds doet, een enquête ihMd, erkende het departement Hen- gelo, dat overigens heel optaimiiistisch gestemd, w as. dat het ee® hes ie durf is om aan eon sigaar oen Nederland- scbem naam te govern.. En nu zijn, zegt die heer Visscher terecht, siga ren nog een speciaal Hoilandsch fa brikaat Wanneer bij dit artikel de toestand reeds zoo erg is, hoe moei lijk moet dan die strijd zijn voor Ne- derlandsche industrieën, die zich durven wagen aan een nieuw ar tikel? Het treurigste ie, dat die regeerling ook niet altijd do noodzakelijkheid gevoelt om een leverantie, ook al is •de inlandsohe fabrikant een kleinig heid duurder, in 't land te houden. Datzeifde tijdschrift van de Maat schappij van Nijverheid heeft gewe zen ap groote bestellingen van papior ■en zeildoek, dio door de Nederland- sche regeoring in 't buitenland ge plaatst zijn. Om een honderd gulden of wat wordt een voordeel van dui zenden guldens aan arbeidsloon over 't hoofd gezien. Nü worden er in den Haag discussies gehouden over de 5 noodzakelijkheid, dat de rijkskas de worklooaen te hulp komt. Er behoef de geen werkloosheid te zijn, er zou althans veel minder werkloosheid, wazen, wanneer wij Nederlanders er op uit waren, dag in, dag uit, de Ne derlandsche nijverheid te bevorde ren. Aan knappe menschen, die wat goeds kunnen maken, ontbreekt het immers in ons land niet. Waarom kunjaen tn Twente wel katoentjes ge maakt worden en waarom dragen wij Engelsche en Franse he fantasie- hoeden Waarom eten wij van een bordje uit Maastricht en rooken uit teén Dudtschen sigarenkoker? Waar om dranken wij Nederlandsche cacao en snoepen Zwitsersche chocolade? En waarom zullen we, om een paar typische staaltjes te geven, nog lan ger güx>ai lampjes en el eet nomotaron uit het buitenland laten komen, nu de eersten in Tilburg en de laatsten in Sli'kketrvoen zeer goed gemaakt worden? Daar moeten we aan denken, man nen-broeders, en niet minder vrou wen-zusters, vooral in dozen tijd van werkloosheid. Als we er vroegeT aan gedacht, er eender op gelet hadden, wie weet of dan ge>en groot deel van deze werkloosheid zou zijn voorko men 1 Maar ai is verloren tijd niet In te halen, te laat is hot ook nu nog niet. Laten wij Nederlanders steunen onze Nederlandsche nijverheid, wan neer die billijke en goede waar maakt. Niet uit bekrompenheid, maar in 't welbegrepen be-layg van ons lioe- le volk, niet het minst ook van den arbeider, dien we daarmee kunman vrijwaren tegen emigratie, die hem niet aangenaam is en geen oer voor ■onze energie. Koopt in Nederland het Nedorland- eche fabrikaat I J. C. P. Schoten en het Schoterhwartler III. In 1833 werd de Kapel gebouwd op het R. K. gedeelte door den heer N. Swarte voor f 1800, terwijl do z.g.n. armbussen op de Protestantsche af- deeling, alsmede in de wachtkamer ten huize van den opzichter, aldaar in 1861 werden geplaatst, met toestemming van het ge meentebestuur, ten voordeele der armen van de Ned. Herv., Waalsche-, Luthersche- en Remonstrontsche ge meenten. In de Raadszitting van 12 April 1865 werd door B. en W. een voorstel gedaan tot vergrooting van de alge- meene begraafplaats, door een ge deelte water, aan de Zuidzijde te dem pen met zand, dat moest worden af gegraven van het hooger gelegen land naast het Kerkhof en langs de Kleverlaan. Dit land eveneens aan de gemeente Haarlem behoorende was verhuurd aan den heer J. B. Buitere. Het voorstel werd aangenomen en demping aanbesteed aan genoemden Bulters voor f 4000. Einde 1865 was het geheele werk afgeloopen. In December 1886 kocht de gemeen te van Mevr. Westerwoudl, voor f 13000, een stuk land onder Schoten, wederom met het doel do begraaf plaats te vergrooten. 21 Oct. 1888 was het nieuwe gedeelte voltooid en werd voor het eerst gebruikt. Op dit nieu we gedeelte werd in 1893 volgens gemeenteraadsbesluit van 8 Febru ari van dat jaar een mausoleum of overdekte galerij met grafkelders ge sticht, waarin in 189-1 het eerste lijk werd bijgezet. 30 Maart 1893 nam de heer A. IUnkema den bouw hiervan aan voor eene som van f 24390. 2 November 1892 werd op de nieuwe R. K. begraafplaats door den pastoor der kathedrale kerk, den Z.Evv. Heer B. Dankelman, de Kapel ingewijd. De revolutie in 1795 had te Schoten een zeer kalm verloop, in tegenstel ling met het aangrenzende Santpoort en Velsen. 31 Januari van dat jaar had de Schout David Hoeufft de burgers van deze plaats, benevens die van Noord en Zuid-Akendam bijeengeroepen. Hij wenschte de aanwezigen geluk en sprak den wensch uit „dat de gul den spreuk „Vrijheid, Gelijkheid, Broederschap" nu en voor altoos in derdaad onder de ingezetenen mocht gelden. Erkennende, dat het toenmaals hoerschende systeem medebracht de' rechten van den mensch en den bur ger te erkennen en ook daarom aan de steden en dorpen vergund was hunne regeeringen te veranderen, had hij de Inwoners bij elkaar doen komen om hun uitspraak te doen over het dorpsbestuur. Een bewijs, dat de overheid toen maals wel voldeed aan de verwach tingen der goede Schotenaren, was dat met algemeene stemmen werd besloten Schout en Schepenen aan de regeering te laten. De opgewonden geest van Haarlem, Santpoort en Velsen was dus niet doorgedrongen tot het rustige en lan delijke Schoten. Hetzij schrijver dezer regelen ver gund even af te dwalen om zich met de lezers in deze tijden te verplaatsen in het aangrenzende Santpoort. Im mers het staat in nauw verband met Schoten. Voor Velsen is de geschiedenis eene zwarte bladzijde in hare locale ge schiedenis. Tusschen beide dorpsge deelten bestond reeds van ouds een ingewortelde veete, als gevolg van te gr00ten naijver. Velsen meende iets te moeten voor hebben op Santpoort, omdat daar de kom en zetel der gemeente en am bachtsheerlijkheid was, terwijl Sant poort daarentegen in inwoners-aan tal, welvaart en aanzien aan het ei genlijke Velsen niets toegaf. Behalve deze omstandigheid, ont dekte men (in den tijd der genoemde revolutie) bij den Schout en Secreta ris W. Doelman evenals bij de Schepenen een sterke zucht om on der voortdurende erkenning van de rechten der Ambachtsvrouw, Marga- retha Levina Hoeufft geb. Geelvinck, die hen had aangesteld, op het kus sen te bijven zitten. De zaden van tweedracht waren dus dadelijk voorhanden, vooral toen «enige afgevaardigde kiezers zich naar de vergadering van Schout en Schepenen begaven en huin kortaf de den weten, dat ze waren afgezet en dat men zou overgaan tot eene nöeu- we verkiezing. Aan de heeren, die gaarne op het groene kussen bleven, was-dit blijkbaar niet naar den zin en hun eerste antwoord was, dat de ze afgevaardigde kiezers' niet regel matig waren gekozen. Immers, be toogden zij, Velsen's inwoners waren overstemd door die van Santpoort, de I-Iofgeest en Breesaap, terwijl het gereformeerd element niet voldoende was vertegenwoordigd. Korto-m zij weigerden af te treden, doch werden 9 Februari daartoe gedwongen, na dat zo bij de hoogere autoriteiten ad viezen hadden ingewonnen. Behalve den Schout en één Schepen werd toen een geheel nieuwe regeering gekozen, voorloopig Yoor den tijd van twee maanden. Een en ander gaf aanlei ding tot hevige verwarring en ern stige oneenigheden. De burgersocie- teit van Santpoort „Tot Nut van 't Vaderland", stond scherp tegenover die van Velsen „Broederschap", ge naamd, zoodat de latere verkiezing van Schout en Schepenen niet kon worden ten einde gebracht, zonder tusschenkomst van liet coliege van provisioneele representanten te 'e- Gravenhage. 18 October 1865 besloot de Haarlem- sche geuioeutcraad o. m., om de Ken- nemer- of Nieuwpoort af te breken. Deze werd precies een jaar daarna voor afbraak verkocht voor f 1575 (1). Het isolement werd dus daardoor aan deze zijde verbroken. Reeds veel vroe ger bad men echter dit stadsgedeelte verbeterd en verfraa:d. Zoo maakte men o.a. 11 Februari 1839 een begin met het sloepen der muren, die zich ter weerszijden van de Nieuwpoort langs de Varkenmarkt uitstrekten, terwijl tevens eenige huizen aan ge noemde markt en aan den Kruis- en Jarsweg voor stadsrekening werden aargekucht en afgebroken, om daar door, in verband met nog andere voorgenomen veranderingen op dat punt, een beter geheel te erlangen. De zware, hoog opgaande iepen-boo- men, die toen, ten getale van eemge honderden, werden gerooid, om rui mere en beterq wandelwegen te ver krijgen, zijn den 4den en 24sten April iu publieke veiling verkocht (IJ Aan den wand op de trap, die toegang geeft tot de Stads-Biblio theek, hangen twee fotografische af beeldingen van deze poort Naar het Engeisch, door Arthur W. Marchijiont. Wat eon duivelachtige vrouw 1 Ik zou niet weer gewoon tegen haar j kunnen zijn, zei hij snel. Dat begrijp, ik ,maar Je moet I een of ander excuus hebben, of zij zal wantrouwen krijgen. Bespreek idat alles vooral met mijnheer Case- inent. Hij Leeft ook veel voor mij ver- I iborgen gehouden. Geen woord over jou heeft hij zich tegenover mij la ten ontval Ion- Hij zei mij zelfs, dat lor een paar brieven voor jou geko men waren, en vroeg mij wait ik meende, dat hij er mee doen moest. O, zeker van Selma Hammond. Jack. Vraag hom of hij ze open wil (maken 011 zijn ze Van haar of hij dan zijn best wil doen haar ergens onclor ons bereik te krijgen. Wij kon den Itaar noodig hebban. En nu, uioet <ik gaan, lieveling, anders zal men mij missen. Er verliepen eenige minuten, vóór dat Jack zich kon losrukken, en toon keerde Olive naar heit huis terug in de hoop niet gezien te worden. Maar de jaloezie van Dawleigh was opgewekt. Hij had een glimp van Olive in de laan gezien, en juist toen zij een zijdeur in wou gaan, ontmoet te hij haar en wilde weien, waar zij geweest was, in zijn woede er op zin spelende, dat zij een anderen man had ontmoet. Olive liet hem zoo lang praten als hij wilde, om te weten te komen wel ke vermoedens hij eigenlijk had on of hij Jack al dan niet ln haar gezel- schap gezien had. Op dd-t punt gerustgesteld, liet zij hem een anderen kant van haar ka rakter zien. In zuiver dialect stroom de er een verontwaardig© woorden stroom over haar lippen en met de bedreiging dat zij tegen zoo'n aap nooit woer spreken zou, barstte zij in tranen uit, duwde hem op zijdeen snelde naar boven. Hoe vol verlangen zij ook was om te weten te komen wei moedor en zoon Merridew tegen elkaar zeiden over het bezoek van Jack, durfde zij tcch dien avond haar kamer nii'öt meer verlaten. Zij was te zenuwach tig om haar werk kalm te doen; en zij durfde zich niet aan gevaar bloot stellen. Toon haar oog viel op het geschenk dat Dawleigh voor haar uit Londen had meegebracht, nam zij de courant op waarin hot gepalet was on juist wilde zij haar weer op zij leggen, toon eem opschrift boven een bericht haar aandacht trok en zij het begon te lezen. liet was hot vore lag van do ont dekking vain eon uitgebreide valsch- heid-in geschrifte; on daarbij weid metoen melding gemaakt van andere dergelijke zaken eai aam hot slot stond er iets over George Purvis met zijn naam in groote lettors er boven. Ilij zou dadelijk worden vrij ge laten 1 Meteen kwam het idéé bij haar op om dit te gebruiken als proeve van den indruk, die het op mevrouw Mer ridew zou maken. Het was haar wo/k den volgenden morgen in do kamers van haar meesteres stof af be nomen. Zij zou dit bericht in heit och tendblad vimden en de courant zou leggen, dat het bdriclit in het oog moest vallen. Zij kende de gewoonten van me vrouw Merridew zoo goed, dat het gie- makkelijk was do courant op een plek to leggen, waar zij zeker haar atten tie zou trekkenen zij was bezig do aangrenzende kamer te stoffen, toen haar meesteres langs haar heen gimg van haar slaapkamer uit. Kun je je werk niet doen met waJt minder lawaai? vroeg zij op scherpen toon aam Olive. Je loopt hier rond als eem olifant. Och, mevrouw, vergeef mij. Ik dacht dat ik zoo stil als een muisje was. Je stofforklopt tegen de wanden en de meubelen, alsof je hier trom- melmuziek houdt. Op die manier voer je stellig niet voel uit. Je moet wat voorzichtiger zijn, als je hier wilt blijven. Donk daar aan. Het spijt mij heel erg, mevrouw, en hi 't vervolg zal u niets van mij hooren, maar ik haastte mij om klaar te komen, vóórdat u op wafl, mevrouw. Nu, zwijg nu maar. Een goede dienstbode behoeft niet half zooveel geweld to maken als jij. En met die woorden liep zij dootr naar haar zitkamer on sloot de deur. Olive ging heel kalm voort met haar werk an volgde haar toen, Zal ik eerst uw slaapkamer ean beurt gaven, mevrouw vroeg zij heel nederig, of aal ik voortgaan mei het work waaraan ik bezig ben Ik regel ie werk niet, meisje. Doe zooals juffrouw Cooper hot je gezegd heeft. Zij had de courant in de hand on sprak op heel scherpen toon, uit haar humeur over die stoornis. Ja maar, juffrouw Cooper zei mi], dat ik het aan u moest vragen, mevrouw. 16 Januari 1867 besloot de raad tot het aanleggen van plantsoen bij de gesloopte Kennemerpoort, terwijl 21 October daaraanvolgende aan het plein nabij de gewezen poort, tus schen den Jansweg en den Kruisweg de naam werd gegeven van Kenne- merplein. Intusschen werd ook het Kenaupark aangelegd en beplant door de firma J. D. Zocher en Co. Aldus door steeds meerdere uit breiding, verfraaiing en bebouwing, enz., ontstond als het ware de voor- looper van het Schoterkwartier. Als we onze raadsnotulen na 1850 eens wat nauwkeurig bestudeeren, komen we tot de ervaring, dat de ge meente met het rijk nu juist niet al tijd voordeelige zaken heeft gedaan, zelfs niet met particulieren en instel lingen. Menig staaltje zou daarvan te geven zijn. Een er van willen we aan halen ln deze bijdrage, in verband met de geschiedenis van het Schoter kwartier 28 Januari 1854 had de gemeente raad besloten tot den bouw eener nieuwe manége voor de cavalerie op het terrein ten T, esten van de Rol- huizen, welk werk 21 Februari daar aanvolgende werd aanbesteed voor f 14.440 aan den heer W. van Doorn alhier. Deze manége evenals de kazerne aan den Koudenhorn en eenige andere gebouwen, werden 4 Septem ber 1860 aan het Rijk ten gebruike afgestaan. Intusschen had de gemeente roor f 48.000 een terrein gekocht., groot 8 H.A., van Mr. J. P. van Wickevoort Crommelin, gelegen aan de Westzij de van den Schoterweg. En nu stond ze 1 November 1878 dit terrein aan het rijk af onder voorwaarde, dat de cnvak riestallen &an de Nieuwe Gracht, de kleine manége in de Mngdalenastraat en een paar aan de Zijlvest grenzende bijgebouwen der gamizoens-infirmerie, weder ter be schikking van de gemeente zouden komen. Op dit terrein werd de nieuwe cava- lerickazerne gebouwd, waarvan de aanbesteding plaats had op 1 Augus tus 1882. De raming bedroeg f 449.400. Het werk, dat werd gegund aan den heer E. M. Rood, te 's-Gra- venhage, zou bestaan in het bouwen van een kazerne, een cantine, een gymnastiekgebouw, een manége, een smederij, ziekenstal, drie stallen elk voor 76 paarden en één voor 28 offi ciers- en 22 troepenpaarden, enz., enz. 11 October daaraanvolgende werd een aanvang gemaakt met de werkzaamheden. In 1880 werd het onbebouwd geble ven gedeelte van het exercitieveld (meer bekend onder den naam van Drilveld) door de heeren Zocher tot mrk aangelegd en ontving 15 Decem- >or daaraanvolgende den naam van Frans Halsplein In ditzelfde jaar werd de nieuwe brug over den Scho tersingel gemaakt, hetgeen eene uit gave kostte van f 9350. Alvorens de verdere uitbreiding naar Schoten te bespreken, zullen we iets mededeelen over de toen voorge nomen grensscheid'ng. Door de bebouwing van het b.g. exercitieveld was het noodig gewor deu de aan de noordzijde van dat terrein liggende sloot te dempen en te vervangen door een overdekt riool. De kosten werden geraamd on f 4700. Opgemerkt zij, dat de grensschei ding tusschen Haarlem en Schoten in hit hart dier sloot lag, dat de sloot nadeelig was voor den algemcenen gezondheidstoestand, zoodat ook l.g. gemeente evenveel belang had bij de de mping, voor hare bewoners aan de andere zijde. Haarlem vroeg haar dan ook de helft in de kosten te wil len bijdragen. Dit sprong na ver schillend geschrijf en mondeling on derhoud, af, voornamelijk omdat de linancieele draagkracht van Schoten daartoe onvoldoende was. Daarop besloot Haarlem's gemeen tel aad, in de zitting van 6 April 1881, zich met een gemotiveerd adres lot den Koning te wenden, om de gren zen zoodanig te wijzigen, uat het ge deelte van Schoten, zich uitstrekken de van het gewezen exercitieveld tot aan de Jan Gijzenvaart, of zoo daar tegen bezwaar bestond, tot aan het Spaansche Vaartje, zou worden ge voegd bij het grondgebied van Haar lem. Hierbij werd ook voorai over wogen, dat het kerkhof onder Scho t-en lag, zoodat daar geen politietoe zicht kon worden uitgeoefend. We zullen hier de geheele gesclue- denis niet volgen, balaugstellenden kurnen ze vinden in de raadsnotu- ler. Genoeg zij het hier te zeggen, dat 1 Augustus 1S34 do grenzen werden gewijzigd, waardoor Haarlem eene belangrijke uitbreiding verkreeg aan de noordzijde en de Kleverlaan tot aan de Delft, den Alkniaarschen weg tot aan het Spaansche Vaartje, den weg van den Schotersingel tot aan dea Alkniaarschen weg en don weg achter het Frans Halsplein en de Fians Halsstraat onder haai- gebied kreeg. MAATSCHAPPIJ VAN NIJVERHEID De October-aflevering van dit Tijd schrift bevat in het officieel gedeelie de mededeeling dat tot onder-voorzit ter der Maatschappij van Nijverheid is benoemd de lieer mr. J. C. L. Vlaanderen te Haarlem en tot leden van het Dagelijksch Bestuur de hee ren Jlir. mr. H. Smissaert te 's-Gra- venhage en uir. E. Fokker te Utrecht, zoodat het Dagelijksch Bestuur thans als volgt is saamgesteld: mr. Joh. Enschedé te Haarlem, voorzitter, mr. J. C. L. Vlaanderen te Haarlem, jhr. mr. H. Smissaert te 's-Gravenhage, mr. E. Fokker te Utrecht en G. S. de Clercq te Haarlem, secretaris. Examen vrije- en ordeoefen in- gen. Op 't te Amsterdam gehouden examen slaagden de heeren II. J. Prins van Vclseroord, en II. D. van Tol en A. Pleysier van Haarlem, en raej. J. L Kikkert van Haarlem. ONGEVALLENVERZEKERING. Ilooger beroep van de Rijksverzeke ringsbank tegen de uitspraak van den Raad van Beroep te Haarlem, waar bij mei vernietiging eener beslissing van do Bank is bepaald dat aan P. P, te Alkmaar eene rente toekomt van f 0.35J per werkdag ter zake van een ongeval tengevolge waarvan hij aan de buik werd gekwest. De Centrale Raad vernietigde de uitspraak en handhaafde de beslis sing der Bank, waarbij na 10 Augus tus 1907 verdere schadeloosstelling werd geweigerd. Rubriek voor Vragen. Geabonneerde» hebben bet voorrecht vragen op verschillend gebied, mits voor beantwoording vaLbanr, in te zoodon bij do Redactie van Haarlem's Dagblad, Groote Houistraat 53. Alle antwoorden worden geheel kosteloos gegeven en, voor zooveel mogelijk is, dei- dag na de inzending. VRAAG. Waar is het Duitscho Con sulaat cin is men daar voor ou- tn nuLuvermioigenden kosteloos te spre ken ANTWOORD. Consul-generaal 'e Amsterdam is <le lieer A. Rlenacker, wieais adres u wel in het Auistcr- damsch adresboek zal kunnen vin den. liet beste is, u daar tusschen 10 ein 12 uur des morgeus te vervoegen, kosten zullen daaraan niet verbon den zijn. NEDERLAND EN VENEZUELA. De Cur. Cour. schreef naar aanlei ding van de mogelijkheid dat het ge schil met Venezuela nog in dei* minne zou kunnen worden bijgelegd, het vol gende: „Kunnen de punten van geschil in den minne worden bijgelegd, zoo veel te beter, mits tevens voldoende waarborg verkregen worde tegen maatregelen z:jJens de Vcnolaansche Regeering, als die waaronder de ko lonie zoo geleden heeft. „In do verhouding met onze over buren zou ook hier eene hoewel dan uiterst geringe ontspanning zijn te constateeren, indien juist is, wat wij vernamen, dat de Venezolaan sche autoriteiten thans toelaten, dat in Venezuela verblijvende Curaqaonn- ren rechtstreeks hierheen vertrokken en dat Venozolanen, die zich hier be vinden, direct van hier uit in die re publiek toegelaten worden. De zon derlinge toestand, dat het vrije ver keer van ]>ersonen tusschen Curacao en Venezuela door de Ver.czolaansche autoriteiten niet wordt gedoogd, is echter nog steeds ongew ijzigd." Och, ga heen, en val mij miet meer lastig. Maak oorst af, waaraan je bezig bent. Het verbaasd mij, dat men je gezegd heeft mij zulke vragen te doen. Olive ging heen. maar liet de deur even opan staan en hield zich alsof zij aan 't stoffen was, terwijl zij in werkelijkheid aandachtig luisterde. Zij hoorde een luidruchtig rui- schen van de courant, daarop een kreet bijna onmiddellijk gevolgd door nog een. Zij deed de deur open en keek naar binnen. Riep u mij, mevrouw? O, u is stellig ziek, riep zij uit, terwijl zij naar mevrouw Merridew toesnelde, die mot haar hoofd op do armen lug op do schrijftafel, waar Olive de cou rant had neergelegd. Zij koek op, toen Olive naderde, on haar gelaat was grauw en ver trokken van angst. Ik voel mij zoo zwak, fluisterde zij. O, God I Olive snelde naar de slaapkamer ©n haalde wat eau de cologne. Daar mee bette zij voorhoofd en slapatv van mevrouw Merridew, terwijl zij ■allerlei kreten van deelnoming ultle en aanbood hulp to gaan lialen waardoor zij haar juist deed herstel len op 't oogenblik, toen zij op liet punt stond bewusteloos te worden. Zeg aan mijnlte-vr Merridew.dat ik hein dadelijk moet spreken, zei mevrouw Merridew, zoo gauw zij vol doende hersteld was om te spreken. Je bent oen goed meisje. Zeg het hem dadelijk. OLhe haastte zich naar de kamer van Merridew ©11 zei hem, dat haar meesteres doodziek was, daarbij he vig snikkend en zuchtend en haar zakdoek aan haar oogen brengend, alaof zij Levig moest schreien. Zij; wilde liever niet, dat hij haar oogen kon zien. Hij vroeg naar de oorzaak, maar kon niets uit haar krijgen, zoo ze nuwachtig was zij en hiorovor on gerust, ging hij haastig naar de ka mer van zijn moeder. Zoo gauw hij verdwenen was, sloop Olive naar do geheime schuilplaats. Wat is or mot u, moeder. Uit dal» dwaze, lersche kind kon ik geen woord krijgen, hoorde zij hein zog gen. George Purvis wordt dadelijk vrij gelaten, Gilbert God helpe ons, alles zal er door in de war gestuurd worden. Wat moeten wij doen Dadelijk vrijgolatea l riep Merri dew, op niiot minder zenuw acht igeax ito on dan zijn moeder. Hoe weet u dat? Hier staat het. iWordt vnTcdj.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1908 | | pagina 5