HAARLEM'S DAGBLAD.
Een Millionairskhter
FEUILLETON
Stadsnieuws
Binnenland
OM ONS HEEN
No. 817.
De Toekomst onzer Industrie.
Zoo heet een brochure, die de heer
I. Visscher heeft geschreven en waar
din hij over oinze industrie niert veel'
goeds te voorspellen heeft.
Dat blijkt al uit de motto's, die hij
op heit omslag van zijn boekje zet
Holland annexirt sich selbst", van
Von Bismarck en een eigengemaakt
citaat, dat hij aan den schoolboeken,
schrijver der toekomst toedicht.,Tot
de voornaamste uitvoerartikelen vau
Nederland behoor on boter, kaas, vee,
[honig, verdobbelde millioemen en
werklooze arbeiders."
Ik heb maar één bezwaar tegen die
laatste beschouwingze is namelijk
miet van de toekomst, maai" van het
heden'. Van de verdobbelde miLlioe-
tnen weten we allee af. Heit oliedom
me gegok in Amerikaanse be papieren
doet nog op dit oogenblik de Neder-
landsche burgerij van eiken stand
zuchten. Niet het minst dien werk
man, voor wien we niets betere we
ten te bedenken, dan hem te verplaat
sen, bijvoorbeeld naar de Duitsche
kolenmijnen, naar Canada of Austra
lië.
Als we die miilioenen eens in den
zak gehouden hadden l
Dan zou er dit jaa>' meer gebouwd
zijn, meer verdiend en behoefden we
den winter, die zich zoo waarlijk vóór
November al zoo streng heeft ingezet,
niet te vreezen.
Helaas, het helpt niet om te beden
ken wat had kunnen zijn. Wieg ziin
do miilioenen. Schrei niet oven p-e-
morste melk pleegt de pracüscho*
Engelschman te zeggen, 't Helpt je
toch niet meer.
Imtussche® wijst de hoer Visscher
op een ander nationaal kwaad, dan
de vaderlandsche dobbelzucht, name
lijk op de minachting, die de Neder
lander koestert voor zijn eigen nijver- f
head. ,,Bij het bespreken van de
quaeetie", schrijft hij, ,,of eir in Ne
derland plaats is voor een bloeiende
industrie, hoort men steeds maar
weer, ook van vrij ontwikkelde perso
nen, dat voor een groot aantal tak
ken heit afzetgebied te klein ia Dat
onze textiel- en cacao-lndustrie, de
houtzagerijen en rij&tpellerijen aan
de Zaan geen levensvatbaarheid zou
den hebben, zullen zij natuurlijk niet
beweren. Voor andere artikelen, die
minder algemeen worden gebruikt,
zou dit bezwaar wel gelden."
De lieer Visscher geeft dolt toe voor
sommige artikelen, maar voegt er bij:
„Wanneer echter bij het publiek de
neiging bestaat, aan inlandscbe fa.
brik aten de voorkeur te geven, in
dien dezen in prijs en qualiteit kun.
tnen concurreeren, dan kunnen baer
tal van industrieën tot bloei komen.
Do consumptie in eigen land valt In
den regel mee."
Dit is het nu juist. De Nederlander
denkt er niet aan om Nederlandsch©
fabrikaten te begunstigen. Om ver
schillende redenen niet. De meest
voorkomende is doze „ik vraag ouiet,
waar een artikel vandaan komtals
het goed is, koop ik het." Hij meerit,
daarmee een bijzonder breed en ver
licht eitandpunt in te nemen, miaar op
den keper beschouwd is zijn redenee
ring niets anders dan de dekmantel
van zijn. sloome onverschilligheid,
't Laat hem koud, dat is de zaak en
nauwgezet inforaneeren of hij wel Ne
derlandsche waar krijgt is hem te
lastig.
Een tweede reden Is we kunnen
niet ziien, of een artikel im Nederland
gemaakt is of in 't buitenland. Daar
is wol wat van waar. Onze fabrikan
ten adverteeren niet veel, geven zich
dus weinig moeite om hun fabrieks
merk bij het publiek bekend te ma
ken, nog sterkerzij probeeren
meermalen, hun waar voor eon bui-
tenlandsch product te laten door
gaan.
Waarom Omdat er menschen zijn,
die geen Nederland sche artikelen
koopen, omdat het niet deftig
Schoentjes uit Brussel, dassen uit
London, dat ia veel chiquer en verder
taJ van Engelscbe artikelen, afkom
stig uit Bertijn. Nu zal ik niet zeggen,
dat dit in die laatste jaren niet een
beetje btófce? geworden is. Het Algie-
mejen Nederlandsch Verbond heeft In
deze richting voel goeds gedaan.
Maar zooals 't wezen moet is 't nog
in lamg niet.
Reden No. 4 is, dat de winkeliers
er geen Nederlandsche artikelen op
ma willen houden esn liewea* buiten-
landsche verkoopen. Zoo zegt hot pu
bliek. Neen, beweert de winkelier, ik
zou ze wed willen verkoopen, als 't
publiek ze maar koopen en de fabri
kant maar anders leveren wou. Daar
bij doet hij dan een boekje open over
den fabrikant, die niet vlug genoeg
levert, geen keus heeft, niet voldoen
de let op keiurige verpakking en zijn
artikelen, om er In te komen, te laag
prijst, zoodat de winkelier er niet ge-
mceg op verdtenen kan.
De fabrikant op zijn beurt geeft
weer af op den winkelier, die uit
sleur, zegt hij, altijd maar weer bij
den buitenlander koopt on op het pu
bliek, dat van den winkelier eenmaal
giean Nederland sche waar eischt,
maar neemt, wat het wordt voorge
legd.
Het is dus niet heel gemakkelijk uit
dit alles precies te zoeken, wie
eigenlijk die oorzaak Is van den toe
stand. Ik denk wel. dat ieder van de
genoemden, fabrikant, winkelier, pu
bliek, er een beetje toe bijdraagt De
verbruiker zonder twijfiefl bet meest.
Die is toch de hoofdoarsoon in dezen
regel Van drieën- Wanneer hij tot be
ginsel had ik koop altijd Nederlamd-
scihe artikelen, wanneer ik die kan
krijgen, oven goed on voor demaelfdien
prijs ails de buitenlandscha, dan zou
de winkelier ze in voorraad nemen,
de fabrikant zou zijn omzet ziien ver
groeien en v de arbeider behoefde
niet over de grens te trekken, om
daar werk te zoeken.
Sommige menschen zullen zeggen,
dat het niet zoo erg is. Dat is noo'n
vasto manier. Als je iets hoort, dat
je onplezierig stemt, dan we«er je het
ai, met te verklaren, dat het zóo erg
niet wezen kan. Ei 1 Nu dan, toen in
1904 de Maatschappij van Nijverheid,
die in deze richting met haar tijd
schrift veel goeds doet, een enquête
ihMd, erkende het departement Hen-
gelo, dat overigens heel optaimiiistisch
gestemd, w as. dat het ee® hes ie durf
is om aan eon sigaar oen Nederland-
scbem naam te govern.. En nu zijn,
zegt die heer Visscher terecht, siga
ren nog een speciaal Hoilandsch fa
brikaat Wanneer bij dit artikel de
toestand reeds zoo erg is, hoe moei
lijk moet dan die strijd zijn voor Ne-
derlandsche industrieën, die zich
durven wagen aan een nieuw ar
tikel?
Het treurigste ie, dat die regeerling
ook niet altijd do noodzakelijkheid
gevoelt om een leverantie, ook al is
•de inlandsohe fabrikant een kleinig
heid duurder, in 't land te houden.
Datzeifde tijdschrift van de Maat
schappij van Nijverheid heeft gewe
zen ap groote bestellingen van papior
■en zeildoek, dio door de Nederland-
sche regeoring in 't buitenland ge
plaatst zijn. Om een honderd gulden
of wat wordt een voordeel van dui
zenden guldens aan arbeidsloon over
't hoofd gezien. Nü worden er in den
Haag discussies gehouden over de 5
noodzakelijkheid, dat de rijkskas de
worklooaen te hulp komt. Er behoef
de geen werkloosheid te zijn, er zou
althans veel minder werkloosheid,
wazen, wanneer wij Nederlanders er
op uit waren, dag in, dag uit, de Ne
derlandsche nijverheid te bevorde
ren.
Aan knappe menschen, die wat
goeds kunnen maken, ontbreekt het
immers in ons land niet. Waarom
kunjaen tn Twente wel katoentjes ge
maakt worden en waarom dragen
wij Engelsche en Franse he fantasie-
hoeden Waarom eten wij van een
bordje uit Maastricht en rooken uit
teén Dudtschen sigarenkoker? Waar
om dranken wij Nederlandsche cacao
en snoepen Zwitsersche chocolade?
En waarom zullen we, om een paar
typische staaltjes te geven, nog lan
ger güx>ai lampjes en el eet nomotaron
uit het buitenland laten komen, nu
de eersten in Tilburg en de laatsten
in Sli'kketrvoen zeer goed gemaakt
worden?
Daar moeten we aan denken, man
nen-broeders, en niet minder vrou
wen-zusters, vooral in dozen tijd van
werkloosheid. Als we er vroegeT aan
gedacht, er eender op gelet hadden,
wie weet of dan ge>en groot deel van
deze werkloosheid zou zijn voorko
men 1 Maar ai is verloren tijd niet In
te halen, te laat is hot ook nu nog
niet. Laten wij Nederlanders steunen
onze Nederlandsche nijverheid, wan
neer die billijke en goede waar
maakt. Niet uit bekrompenheid, maar
in 't welbegrepen be-layg van ons lioe-
le volk, niet het minst ook van den
arbeider, dien we daarmee kunman
vrijwaren tegen emigratie, die hem
niet aangenaam is en geen oer voor
■onze energie.
Koopt in Nederland het Nedorland-
eche fabrikaat I
J. C. P.
Schoten en het Schoterhwartler
III.
In 1833 werd de Kapel gebouwd op
het R. K. gedeelte door den heer N.
Swarte voor f 1800, terwijl do z.g.n.
armbussen op de Protestantsche af-
deeling, alsmede in de wachtkamer
ten huize van den opzichter,
aldaar in 1861 werden geplaatst,
met toestemming van het ge
meentebestuur, ten voordeele der
armen van de Ned. Herv., Waalsche-,
Luthersche- en Remonstrontsche ge
meenten.
In de Raadszitting van 12 April
1865 werd door B. en W. een voorstel
gedaan tot vergrooting van de alge-
meene begraafplaats, door een ge
deelte water, aan de Zuidzijde te dem
pen met zand, dat moest worden af
gegraven van het hooger gelegen
land naast het Kerkhof en langs de
Kleverlaan. Dit land eveneens aan de
gemeente Haarlem behoorende was
verhuurd aan den heer J. B. Buitere.
Het voorstel werd aangenomen en
demping aanbesteed aan genoemden
Bulters voor f 4000. Einde 1865 was
het geheele werk afgeloopen.
In December 1886 kocht de gemeen
te van Mevr. Westerwoudl, voor
f 13000, een stuk land onder Schoten,
wederom met het doel do begraaf
plaats te vergrooten. 21 Oct. 1888 was
het nieuwe gedeelte voltooid en werd
voor het eerst gebruikt. Op dit nieu
we gedeelte werd in 1893 volgens
gemeenteraadsbesluit van 8 Febru
ari van dat jaar een mausoleum of
overdekte galerij met grafkelders ge
sticht, waarin in 189-1 het eerste lijk
werd bijgezet. 30 Maart 1893 nam de
heer A. IUnkema den bouw hiervan
aan voor eene som van f 24390.
2 November 1892 werd op de nieuwe
R. K. begraafplaats door den pastoor
der kathedrale kerk, den Z.Evv. Heer
B. Dankelman, de Kapel ingewijd.
De revolutie in 1795 had te Schoten
een zeer kalm verloop, in tegenstel
ling met het aangrenzende Santpoort
en Velsen.
31 Januari van dat jaar had de
Schout David Hoeufft de burgers van
deze plaats, benevens die van Noord
en Zuid-Akendam bijeengeroepen.
Hij wenschte de aanwezigen geluk
en sprak den wensch uit „dat de gul
den spreuk „Vrijheid, Gelijkheid,
Broederschap" nu en voor altoos in
derdaad onder de ingezetenen mocht
gelden.
Erkennende, dat het toenmaals
hoerschende systeem medebracht de'
rechten van den mensch en den bur
ger te erkennen en ook daarom aan
de steden en dorpen vergund was
hunne regeeringen te veranderen,
had hij de Inwoners bij elkaar doen
komen om hun uitspraak te doen over
het dorpsbestuur.
Een bewijs, dat de overheid toen
maals wel voldeed aan de verwach
tingen der goede Schotenaren, was
dat met algemeene stemmen werd
besloten Schout en Schepenen aan de
regeering te laten.
De opgewonden geest van Haarlem,
Santpoort en Velsen was dus niet
doorgedrongen tot het rustige en lan
delijke Schoten.
Hetzij schrijver dezer regelen ver
gund even af te dwalen om zich met
de lezers in deze tijden te verplaatsen
in het aangrenzende Santpoort. Im
mers het staat in nauw verband met
Schoten.
Voor Velsen is de geschiedenis eene
zwarte bladzijde in hare locale ge
schiedenis. Tusschen beide dorpsge
deelten bestond reeds van ouds een
ingewortelde veete, als gevolg van te
gr00ten naijver.
Velsen meende iets te moeten voor
hebben op Santpoort, omdat daar de
kom en zetel der gemeente en am
bachtsheerlijkheid was, terwijl Sant
poort daarentegen in inwoners-aan
tal, welvaart en aanzien aan het ei
genlijke Velsen niets toegaf.
Behalve deze omstandigheid, ont
dekte men (in den tijd der genoemde
revolutie) bij den Schout en Secreta
ris W. Doelman evenals bij de
Schepenen een sterke zucht om on
der voortdurende erkenning van de
rechten der Ambachtsvrouw, Marga-
retha Levina Hoeufft geb. Geelvinck,
die hen had aangesteld, op het kus
sen te bijven zitten.
De zaden van tweedracht waren
dus dadelijk voorhanden, vooral toen
«enige afgevaardigde kiezers zich
naar de vergadering van Schout en
Schepenen begaven en huin kortaf de
den weten, dat ze waren afgezet en
dat men zou overgaan tot eene nöeu-
we verkiezing. Aan de heeren, die
gaarne op het groene kussen bleven,
was-dit blijkbaar niet naar den zin
en hun eerste antwoord was, dat de
ze afgevaardigde kiezers' niet regel
matig waren gekozen. Immers, be
toogden zij, Velsen's inwoners waren
overstemd door die van Santpoort, de
I-Iofgeest en Breesaap, terwijl het
gereformeerd element niet voldoende
was vertegenwoordigd. Korto-m zij
weigerden af te treden, doch werden
9 Februari daartoe gedwongen, na
dat zo bij de hoogere autoriteiten ad
viezen hadden ingewonnen. Behalve
den Schout en één Schepen werd toen
een geheel nieuwe regeering gekozen,
voorloopig Yoor den tijd van twee
maanden. Een en ander gaf aanlei
ding tot hevige verwarring en ern
stige oneenigheden. De burgersocie-
teit van Santpoort „Tot Nut van 't
Vaderland", stond scherp tegenover
die van Velsen „Broederschap", ge
naamd, zoodat de latere verkiezing
van Schout en Schepenen niet kon
worden ten einde gebracht, zonder
tusschenkomst van liet coliege van
provisioneele representanten te 'e-
Gravenhage.
18 October 1865 besloot de Haarlem-
sche geuioeutcraad o. m., om de Ken-
nemer- of Nieuwpoort af te breken.
Deze werd precies een jaar daarna
voor afbraak verkocht voor f 1575 (1).
Het isolement werd dus daardoor aan
deze zijde verbroken. Reeds veel vroe
ger bad men echter dit stadsgedeelte
verbeterd en verfraa:d. Zoo maakte
men o.a. 11 Februari 1839 een begin
met het sloepen der muren, die zich
ter weerszijden van de Nieuwpoort
langs de Varkenmarkt uitstrekten,
terwijl tevens eenige huizen aan ge
noemde markt en aan den Kruis- en
Jarsweg voor stadsrekening werden
aargekucht en afgebroken, om daar
door, in verband met nog andere
voorgenomen veranderingen op dat
punt, een beter geheel te erlangen.
De zware, hoog opgaande iepen-boo-
men, die toen, ten getale van eemge
honderden, werden gerooid, om rui
mere en beterq wandelwegen te ver
krijgen, zijn den 4den en 24sten April
iu publieke veiling verkocht
(IJ Aan den wand op de trap, die
toegang geeft tot de Stads-Biblio
theek, hangen twee fotografische af
beeldingen van deze poort
Naar het Engeisch,
door
Arthur W. Marchijiont.
Wat eon duivelachtige vrouw 1
Ik zou niet weer gewoon tegen haar
j kunnen zijn, zei hij snel.
Dat begrijp, ik ,maar Je moet
I een of ander excuus hebben, of zij
zal wantrouwen krijgen. Bespreek
idat alles vooral met mijnheer Case-
inent.
Hij Leeft ook veel voor mij ver-
I iborgen gehouden. Geen woord over
jou heeft hij zich tegenover mij la
ten ontval Ion- Hij zei mij zelfs, dat
lor een paar brieven voor jou geko
men waren, en vroeg mij wait ik
meende, dat hij er mee doen moest.
O, zeker van Selma Hammond.
Jack. Vraag hom of hij ze open wil
(maken 011 zijn ze Van haar of hij
dan zijn best wil doen haar ergens
onclor ons bereik te krijgen. Wij kon
den Itaar noodig hebban. En nu, uioet
<ik gaan, lieveling, anders zal men
mij missen.
Er verliepen eenige minuten, vóór
dat Jack zich kon losrukken, en toon
keerde Olive naar heit huis terug in
de hoop niet gezien te worden.
Maar de jaloezie van Dawleigh was
opgewekt. Hij had een glimp van
Olive in de laan gezien, en juist toen
zij een zijdeur in wou gaan, ontmoet
te hij haar en wilde weien, waar zij
geweest was, in zijn woede er op zin
spelende, dat zij een anderen man
had ontmoet.
Olive liet hem zoo lang praten als
hij wilde, om te weten te komen wel
ke vermoedens hij eigenlijk had on
of hij Jack al dan niet ln haar gezel-
schap gezien had.
Op dd-t punt gerustgesteld, liet zij
hem een anderen kant van haar ka
rakter zien. In zuiver dialect stroom
de er een verontwaardig© woorden
stroom over haar lippen en met de
bedreiging dat zij tegen zoo'n aap
nooit woer spreken zou, barstte zij
in tranen uit, duwde hem op zijdeen
snelde naar boven.
Hoe vol verlangen zij ook was om
te weten te komen wei moedor en
zoon Merridew tegen elkaar zeiden
over het bezoek van Jack, durfde zij
tcch dien avond haar kamer nii'öt
meer verlaten. Zij was te zenuwach
tig om haar werk kalm te doen; en
zij durfde zich niet aan gevaar bloot
stellen.
Toon haar oog viel op het geschenk
dat Dawleigh voor haar uit Londen
had meegebracht, nam zij de courant
op waarin hot gepalet was on juist
wilde zij haar weer op zij leggen,
toon eem opschrift boven een bericht
haar aandacht trok en zij het begon
te lezen.
liet was hot vore lag van do ont
dekking vain eon uitgebreide valsch-
heid-in geschrifte; on daarbij weid
metoen melding gemaakt van andere
dergelijke zaken eai aam hot slot
stond er iets over George Purvis met
zijn naam in groote lettors er boven.
Ilij zou dadelijk worden vrij ge
laten 1
Meteen kwam het idéé bij haar op
om dit te gebruiken als proeve van
den indruk, die het op mevrouw Mer
ridew zou maken. Het was haar
wo/k den volgenden morgen in do
kamers van haar meesteres stof af be
nomen. Zij zou dit bericht in heit och
tendblad vimden en de courant zou
leggen, dat het bdriclit in het oog
moest vallen.
Zij kende de gewoonten van me
vrouw Merridew zoo goed, dat het gie-
makkelijk was do courant op een plek
to leggen, waar zij zeker haar atten
tie zou trekkenen zij was bezig do
aangrenzende kamer te stoffen, toen
haar meesteres langs haar heen gimg
van haar slaapkamer uit.
Kun je je werk niet doen met
waJt minder lawaai? vroeg zij op
scherpen toon aam Olive. Je loopt hier
rond als eem olifant.
Och, mevrouw, vergeef mij. Ik
dacht dat ik zoo stil als een muisje
was.
Je stofforklopt tegen de wanden
en de meubelen, alsof je hier trom-
melmuziek houdt. Op die manier
voer je stellig niet voel uit. Je moet
wat voorzichtiger zijn, als je hier
wilt blijven. Donk daar aan.
Het spijt mij heel erg, mevrouw,
en hi 't vervolg zal u niets van mij
hooren, maar ik haastte mij om
klaar te komen, vóórdat u op wafl,
mevrouw.
Nu, zwijg nu maar. Een goede
dienstbode behoeft niet half zooveel
geweld to maken als jij.
En met die woorden liep zij dootr
naar haar zitkamer on sloot de deur.
Olive ging heel kalm voort met
haar werk an volgde haar toen,
Zal ik eerst uw slaapkamer ean
beurt gaven, mevrouw vroeg zij
heel nederig, of aal ik voortgaan mei
het work waaraan ik bezig ben
Ik regel ie werk niet, meisje.
Doe zooals juffrouw Cooper hot je
gezegd heeft.
Zij had de courant in de hand on
sprak op heel scherpen toon, uit haar
humeur over die stoornis.
Ja maar, juffrouw Cooper zei
mi], dat ik het aan u moest vragen,
mevrouw.
16 Januari 1867 besloot de raad tot
het aanleggen van plantsoen bij de
gesloopte Kennemerpoort, terwijl 21
October daaraanvolgende aan het
plein nabij de gewezen poort, tus
schen den Jansweg en den Kruisweg
de naam werd gegeven van Kenne-
merplein. Intusschen werd ook het
Kenaupark aangelegd en beplant
door de firma J. D. Zocher en Co.
Aldus door steeds meerdere uit
breiding, verfraaiing en bebouwing,
enz., ontstond als het ware de voor-
looper van het Schoterkwartier.
Als we onze raadsnotulen na 1850
eens wat nauwkeurig bestudeeren,
komen we tot de ervaring, dat de ge
meente met het rijk nu juist niet al
tijd voordeelige zaken heeft gedaan,
zelfs niet met particulieren en instel
lingen. Menig staaltje zou daarvan te
geven zijn. Een er van willen we aan
halen ln deze bijdrage, in verband
met de geschiedenis van het Schoter
kwartier
28 Januari 1854 had de gemeente
raad besloten tot den bouw eener
nieuwe manége voor de cavalerie op
het terrein ten T, esten van de Rol-
huizen, welk werk 21 Februari daar
aanvolgende werd aanbesteed voor
f 14.440 aan den heer W. van Doorn
alhier.
Deze manége evenals de kazerne
aan den Koudenhorn en eenige
andere gebouwen, werden 4 Septem
ber 1860 aan het Rijk ten gebruike
afgestaan.
Intusschen had de gemeente roor
f 48.000 een terrein gekocht., groot 8
H.A., van Mr. J. P. van Wickevoort
Crommelin, gelegen aan de Westzij
de van den Schoterweg. En nu stond
ze 1 November 1878 dit terrein aan
het rijk af onder voorwaarde, dat de
cnvak riestallen &an de Nieuwe
Gracht, de kleine manége in de
Mngdalenastraat en een paar aan de
Zijlvest grenzende bijgebouwen der
gamizoens-infirmerie, weder ter be
schikking van de gemeente zouden
komen.
Op dit terrein werd de nieuwe cava-
lerickazerne gebouwd, waarvan de
aanbesteding plaats had op 1 Augus
tus 1882. De raming bedroeg
f 449.400. Het werk, dat werd gegund
aan den heer E. M. Rood, te 's-Gra-
venhage, zou bestaan in het bouwen
van een kazerne, een cantine, een
gymnastiekgebouw, een manége, een
smederij, ziekenstal, drie stallen elk
voor 76 paarden en één voor 28 offi
ciers- en 22 troepenpaarden, enz.,
enz. 11 October daaraanvolgende
werd een aanvang gemaakt met de
werkzaamheden.
In 1880 werd het onbebouwd geble
ven gedeelte van het exercitieveld
(meer bekend onder den naam van
Drilveld) door de heeren Zocher tot
mrk aangelegd en ontving 15 Decem-
>or daaraanvolgende den naam van
Frans Halsplein In ditzelfde jaar
werd de nieuwe brug over den Scho
tersingel gemaakt, hetgeen eene uit
gave kostte van f 9350.
Alvorens de verdere uitbreiding
naar Schoten te bespreken, zullen we
iets mededeelen over de toen voorge
nomen grensscheid'ng.
Door de bebouwing van het b.g.
exercitieveld was het noodig gewor
deu de aan de noordzijde van dat
terrein liggende sloot te dempen en
te vervangen door een overdekt
riool. De kosten werden geraamd on
f 4700.
Opgemerkt zij, dat de grensschei
ding tusschen Haarlem en Schoten in
hit hart dier sloot lag, dat de sloot
nadeelig was voor den algemcenen
gezondheidstoestand, zoodat ook l.g.
gemeente evenveel belang had bij de
de mping, voor hare bewoners aan de
andere zijde. Haarlem vroeg haar
dan ook de helft in de kosten te wil
len bijdragen. Dit sprong na ver
schillend geschrijf en mondeling on
derhoud, af, voornamelijk omdat de
linancieele draagkracht van Schoten
daartoe onvoldoende was.
Daarop besloot Haarlem's gemeen
tel aad, in de zitting van 6 April 1881,
zich met een gemotiveerd adres lot
den Koning te wenden, om de gren
zen zoodanig te wijzigen, uat het ge
deelte van Schoten, zich uitstrekken
de van het gewezen exercitieveld tot
aan de Jan Gijzenvaart, of zoo daar
tegen bezwaar bestond, tot aan het
Spaansche Vaartje, zou worden ge
voegd bij het grondgebied van Haar
lem. Hierbij werd ook voorai over
wogen, dat het kerkhof onder Scho
t-en lag, zoodat daar geen politietoe
zicht kon worden uitgeoefend.
We zullen hier de geheele gesclue-
denis niet volgen, balaugstellenden
kurnen ze vinden in de raadsnotu-
ler.
Genoeg zij het hier te zeggen, dat
1 Augustus 1S34 do grenzen werden
gewijzigd, waardoor Haarlem eene
belangrijke uitbreiding verkreeg aan
de noordzijde en de Kleverlaan tot
aan de Delft, den Alkniaarschen weg
tot aan het Spaansche Vaartje, den
weg van den Schotersingel tot aan
dea Alkniaarschen weg en don weg
achter het Frans Halsplein en de
Fians Halsstraat onder haai- gebied
kreeg.
MAATSCHAPPIJ VAN NIJVERHEID
De October-aflevering van dit Tijd
schrift bevat in het officieel gedeelie
de mededeeling dat tot onder-voorzit
ter der Maatschappij van Nijverheid
is benoemd de lieer mr. J. C. L.
Vlaanderen te Haarlem en tot leden
van het Dagelijksch Bestuur de hee
ren Jlir. mr. H. Smissaert te 's-Gra-
venhage en uir. E. Fokker te Utrecht,
zoodat het Dagelijksch Bestuur thans
als volgt is saamgesteld: mr. Joh.
Enschedé te Haarlem, voorzitter, mr.
J. C. L. Vlaanderen te Haarlem, jhr.
mr. H. Smissaert te 's-Gravenhage,
mr. E. Fokker te Utrecht en G. S. de
Clercq te Haarlem, secretaris.
Examen vrije- en ordeoefen in-
gen. Op 't te Amsterdam gehouden
examen slaagden de heeren II. J.
Prins van Vclseroord, en II. D. van
Tol en A. Pleysier van Haarlem, en
raej. J. L Kikkert van Haarlem.
ONGEVALLENVERZEKERING.
Ilooger beroep van de Rijksverzeke
ringsbank tegen de uitspraak van den
Raad van Beroep te Haarlem, waar
bij mei vernietiging eener beslissing
van do Bank is bepaald dat aan P. P,
te Alkmaar eene rente toekomt van
f 0.35J per werkdag ter zake van een
ongeval tengevolge waarvan hij aan
de buik werd gekwest.
De Centrale Raad vernietigde de
uitspraak en handhaafde de beslis
sing der Bank, waarbij na 10 Augus
tus 1907 verdere schadeloosstelling
werd geweigerd.
Rubriek voor Vragen.
Geabonneerde» hebben bet voorrecht
vragen op verschillend gebied, mits voor
beantwoording vaLbanr, in te zoodon bij do
Redactie van Haarlem's Dagblad, Groote
Houistraat 53.
Alle antwoorden worden geheel kosteloos
gegeven en, voor zooveel mogelijk is, dei-
dag na de inzending.
VRAAG. Waar is het Duitscho Con
sulaat cin is men daar voor ou- tn
nuLuvermioigenden kosteloos te spre
ken
ANTWOORD. Consul-generaal 'e
Amsterdam is <le lieer A. Rlenacker,
wieais adres u wel in het Auistcr-
damsch adresboek zal kunnen vin
den. liet beste is, u daar tusschen 10
ein 12 uur des morgeus te vervoegen,
kosten zullen daaraan niet verbon
den zijn.
NEDERLAND EN VENEZUELA.
De Cur. Cour. schreef naar aanlei
ding van de mogelijkheid dat het ge
schil met Venezuela nog in dei* minne
zou kunnen worden bijgelegd, het vol
gende:
„Kunnen de punten van geschil in
den minne worden bijgelegd, zoo
veel te beter, mits tevens voldoende
waarborg verkregen worde tegen
maatregelen z:jJens de Vcnolaansche
Regeering, als die waaronder de ko
lonie zoo geleden heeft.
„In do verhouding met onze over
buren zou ook hier eene hoewel
dan uiterst geringe ontspanning
zijn te constateeren, indien juist is,
wat wij vernamen, dat de Venezolaan
sche autoriteiten thans toelaten, dat
in Venezuela verblijvende Curaqaonn-
ren rechtstreeks hierheen vertrokken
en dat Venozolanen, die zich hier be
vinden, direct van hier uit in die re
publiek toegelaten worden. De zon
derlinge toestand, dat het vrije ver
keer van ]>ersonen tusschen Curacao
en Venezuela door de Ver.czolaansche
autoriteiten niet wordt gedoogd, is
echter nog steeds ongew ijzigd."
Och, ga heen, en val mij miet
meer lastig. Maak oorst af, waaraan
je bezig bent. Het verbaasd mij, dat
men je gezegd heeft mij zulke vragen
te doen.
Olive ging heen. maar liet de deur
even opan staan en hield zich alsof
zij aan 't stoffen was, terwijl zij in
werkelijkheid aandachtig luisterde.
Zij hoorde een luidruchtig rui-
schen van de courant, daarop een
kreet bijna onmiddellijk gevolgd door
nog een.
Zij deed de deur open en keek naar
binnen.
Riep u mij, mevrouw? O, u is
stellig ziek, riep zij uit, terwijl zij
naar mevrouw Merridew toesnelde,
die mot haar hoofd op do armen lug
op do schrijftafel, waar Olive de cou
rant had neergelegd.
Zij koek op, toen Olive naderde,
on haar gelaat was grauw en ver
trokken van angst.
Ik voel mij zoo zwak, fluisterde
zij. O, God I
Olive snelde naar de slaapkamer
©n haalde wat eau de cologne. Daar
mee bette zij voorhoofd en slapatv
van mevrouw Merridew, terwijl zij
■allerlei kreten van deelnoming ultle
en aanbood hulp to gaan lialen
waardoor zij haar juist deed herstel
len op 't oogenblik, toen zij op liet
punt stond bewusteloos te worden.
Zeg aan mijnlte-vr Merridew.dat
ik hein dadelijk moet spreken, zei
mevrouw Merridew, zoo gauw zij vol
doende hersteld was om te spreken.
Je bent oen goed meisje. Zeg het hem
dadelijk.
OLhe haastte zich naar de kamer
van Merridew ©11 zei hem, dat haar
meesteres doodziek was, daarbij he
vig snikkend en zuchtend en haar
zakdoek aan haar oogen brengend,
alaof zij Levig moest schreien. Zij;
wilde liever niet, dat hij haar oogen
kon zien.
Hij vroeg naar de oorzaak, maar
kon niets uit haar krijgen, zoo ze
nuwachtig was zij en hiorovor on
gerust, ging hij haastig naar de ka
mer van zijn moeder.
Zoo gauw hij verdwenen was, sloop
Olive naar do geheime schuilplaats.
Wat is or mot u, moeder. Uit dal»
dwaze, lersche kind kon ik geen
woord krijgen, hoorde zij hein zog
gen.
George Purvis wordt dadelijk
vrij gelaten, Gilbert God helpe ons,
alles zal er door in de war gestuurd
worden. Wat moeten wij doen
Dadelijk vrijgolatea l riep Merri
dew, op niiot minder zenuw acht igeax
ito on dan zijn moeder. Hoe weet u
dat?
Hier staat het.
iWordt vnTcdj.