NIEUWS- en ADVERTENTIEBLAD.
[ei lillionairsdaebter
23s Jaargang.
No. 7770
Verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen.
DONDERDAG 22 OCTOBER 1908 ]J
HAARLEM S DAGBLAD
ABONNEMENTEN
PSI$ MAANDEN»
Vmv Haarlem 1.20
Voor de dorpen in den omtrek waar een Agent gevestigd is (kom der
gemeente) 1-30
Franco per post door Nederland 1.6b
Afzonderlijke nummers
(Geïllustreerd Zondagsblad, voor Haarlem 0.37)4
„de omstreken en franco per post 0.45
tOiègavs der Vennootschap Lonrsns Coster. Dfoeeteur C. PEKatEBOOM.
Tot de plaatsing van advertentiën en reclames van buiten het Arrondissement Haarlem ':n dit blad is uitsluitend gemachtigd het Algemeen Binnen- en Buitenlandsch Advertentie-Bureau D. Y. ALTA,
Warmoesstraat 7578, Amsterdam. Telephoon interc. 6229.
ADVERTENTÏÈÜSi
Vm 1—5 regels 50 Cts.; iedere regel meer 10 Cts, Bulten het Arrondissement
Haarlem van 1—5 regels ft*—, elke regel meer ƒ0.26 Reclames 30 Cent per regel
BIJ Abonnement aanzienlijk rabat.
Advertentiën van Vraag en Aanbod, hoogstens zes regels, 25 Cts. per plaatsing j
50 Cis. voor 3 plaatsingen k contant.
Redactl© ©m Administraties Groot© houtstraat 55.
lafmominaaaal Telefoonnummer der Redactie 600 es der Administratie 724
Drukkerij; Zuider Buléenspaara© 6. Telefoonnummer 122.
TWEEDE BLAD.
OM ONS HEEN
No. 813.
Eabetracliting van iea
Gemeenteraad.
Mr. Tjoenk Willink was er tegen,
om aan de E. N. E. T. tot 1950 toe
vergunning te verleen en, het eind
punt van de Bloernendaalsehe tram
te hebben op het Stationsplein. Hij
stelde voor (Lie concessie tot niet lan
ger dan 1912 te verleen en en voegde
er een beschouwing aan Ice, om de
tram liever dan heen en terug onder
het Kruiswegviaduct, om het station
heen te laten loopen, welk denkbeeld
evenwel dezen keer buiten beschou
wing bleef, 't Ging dus alleen over.
den termijn der concessie.
Het eenige argument, dat de voor
steller aanvoerde, was dat de om
standigheden kunnen veranderen en
dat het niet goed is, zich voor zoo
langen tijd te binden. Andere spre
kers achtten* dit, mijns inziens te
recht, een zwak betoog, omdat vol
gens deze redeneer In g nooit eenige
concessie zou kunnen worden gege
ven. De omstandigheden veranderen,
rüet alleen tusschen 1908 en 1912,
maar ze veranderen onophoudelijk.
Dat is niet mogelijk of waarschijnlijk,
het is zeker. W annaer dus Mr. Tjeeak
Willink allo kwade kansen voor do
gemeente wil aiwéwm, moet Ui
voortaan alleen zijn stem geven aan
concessies, die bijvoorbeeld van vijf
tot vijf jaar kunnen worden ver
nieuwd. Alleen vermoed ik, dat voor
zoodanige «onzijdige bepaling «Jke
concessionaris terugschrikken zal.
liet is eenmaal niet anders, dat
wanneer twee partijen een overeen
komst aangaan, beide behalve de
goede, ook de kwade kansen aan
vaarden. Het gaat niet aan. dat een
daarvan de goede voor zich behoudt
eu de kwade door de weerpartij laat
dragen. De E. N. E. T., die het risico
van haar onderneming geheel alleen
te dragen heeft, mag daartegenover
een zekere vastheid verlangen in de
voorwaarden, waaronder zij werkt.
Die stabiliteit is zij niet zeker, to
vinden in een betrekkelijk snel van
personen wisselenden Raad, tenzij
die voorwaarden voor geruim en tijd
zijn vastgelegd.
Daarom heb ik mij erover verwon
derd, dat B. en W. zoo grif geneigd
waren, hun eigen voorstel om coui-
oessie te geven tot 1950, voor liet voor
stel van Mr. Tjoenk Willink te laten
varen. Gelukkig, dat ten slotte de
Raad, zij het dan ook met éen stem
meerderheid, hot voorstel afwees,
zoodat de E. N.. E. T. ham concessie
toch tot 1950 verkregen heeft.
De poging van de afdeeling Noord-
Holland van den Bond van gemeente-
ambteiiaren, om de tractementen van
de gemeente-ambtenaren verhoogd te
krijgen; mislukte. Althans voor 't
ooganblik. De heer Kleijneinbeu-g
wenschte, dat B. en W. een onder
zoek zouden instellen en daartoe Ls,
zoo verklaarde de voorzatter, het Col-
Lege dan ook bereid. Heb ik het goed
begrepen, dan meenden B. en W.
aanvankelijk, dat de tractementen
voldoende waren, hoewel Z.E.A.
wenschte te verklaren, dat hij be
waarheid had gevonden de verkla
ring, die wijlen de wethouder De
Kan ter hem bij zijn installatie als
burgemeester gaf, dat de ambtenaren
hun plicht zeer zorgvuldig vervullen.
Met deze veer op hun muts zouden,
meen ik, de ambtenaren het aanvan
kelijk hebben moeten doen. Waarom
zeide dan nu de voorzitter een nader
onderzoek toe? Op grond van de be
sluiten, die de vorige week zijn ge
nomen. De burgemeester bedoelde
hiermee zonder twijfel de verhooging
van de tractementen der onder-wij
zers, die de vorige week gegeven is
tegen het advies van B. etn W. in.
Hiervan wou de heer Kloijnenberg,
die immers zelf het meest tot de ver
hooging van deze tractementen heeft
bijgedragen, niet hooren. De eene
zaak is naar zijn meoning geheel los
van de andere. En ik moet toch ook
zeggen, dat een verhooging van de
oaue categorie niet een verhoogimg
van de andere behoeft in ie sluiten.
Afgescheiden van de vraag, of de sa
larissen der gemeente-ambtenaren
voldoende zijn, kan toch in een salu-
riövetrbet.ering van de ouderwijzers
geen noodzaak liggen, om ook andere
tractementen te horzien. En wanneer,
zooals toch de voorzitter verzekerde,
de hier bereikte salarissen ongeveer
zijn, zooals in het adres gevraagd
wordt, is er dunkt mij voor een na
der onderzoek weinig grond. Intus-
schen blijft er op dit oogenblik wei
nig anders óver, dan den loop der
dingen af te wachten.
De heer Rinkeina zal op dit oogen
blik allerminst gesteand zijn geweest
om voor het denkbeeld van tracte-
moatsvermeerdering warm te loopen.
Hij was weinig gesticht over do som
van 12900, die voor extra teekeuwerk
vóór 't nieuwe museum uitgegeven
is. Dat*de heer De Breuk hem over
tuigd heeft, geloof ik niet. Maar er is
niets, waarover moeilijker te discus
sieeren valt, dan over uitgaven, die
i" geschied zijn. 't Einde is toch be
talen en daartoe heeft dan ook de
Raad zonder stemming besloten.
Dit alles was van weinig belang.
Er was eigenlijk op de heele agenda
geen enkel punt van groote beteeke-
nis. Als de Raad bij een winkel kan
worden vergeleken, dan was de agen
da een soort van inventaris-oprui
ming, zooals dat heet, van eenige on
geregelde goederen. En daarvan
sommige zeer incourant. Daar was
bijvoorbeeld het verzoek van den
Bond voo'r Staatspensioniaering, om
adihaesi'e bij do Koningin te betuigen
aan het adres, dat de Bond aan Ha
re Majesteit zenden zal. Wait heeft do
Haarlemsche gemeenteraad nu meit
Staat.spen.sioneering van doen Zou
een wetsontwerp daartoe in de Ka
mer eerder worden ingediend, wan
neer de regeering vernomen had, dat
de Haarlemsche gemeenteraad met
een paar stemmen meerderheid zich
daarvoor had verklaard Inderdaad,
hoo weinig ik ook gevoel voor de ste
reotiepe verklaring van een gemeen
tebestuur, dat het een of ander niet
op zijn weg ligt een term, waar
mee je Lettea-lijk alles van je kunt af
schuiven dezen keer kon ik begrij
pen, dat Dr. Niouwenhuijzen Kr use-
man do uitdrukking te pas bracht,
om tegenover de heer en Van de
Kamp en Schram het afwijzende
praeadvies van B. en W. te verkla
ren.
Had do Bond voor Staatspemsdo-
neering in Haarlem een uitspraak
gewanscht, dan had hij die moeten
vragen, niet aan den Raad, die im
mers maar uit 33 menschen bestaat,
maar aan do burgerij. Hier zou een
volksstemming op haar plaats zijnen
dio dan natuurlijk door het geheele
land. Of de gemeentebesturen er al
op aandringen, legt geen gewicht in
de schaal. Zelfs zou de uitwerking
van hun verklaring wed eens omge
keerd kunnen zijn aan wat men er
van verwacht, daar do gemeentobe-
sluren door hun uitgaven voor ar
menzorg mede-bedanghabbendon zijn.
Ik mag niet oinvermedd laten, dat
do heer De Br aal zijn buurman in
den Raad, den heer Van de Kamp,
in 't ootje nam hiermee, dat terwijl
hijzeilf warm vooi-stander is van den
Bond voor Staatspemsioneerimg,
het orgaan van den Ned. R.-K.
Volksbond, waarvan hij vice-presi
dent is, het beginsel van den Bond
voor Staalspeaisioneering volkomen
veroordeelt. Natuurlijk wees do hoer
Van de Kamp op ieders vrijheid om
een eigen meen ing te hebben, maar
de Raad, die wed eens graag een van
de leden wat in 't zonnetje ziet zet
ten, had grooten' schik in 't geval.
Maar bij de rondvraag werd de
heer Do Braai zachtjes tot de orde
geroepen, toen hij van den heer Rin-
kema veronderstelde, dat deze als
aannemer zou hebban gesproken,
't Was zoo erg niet bedoeld, want do
hoer De Braai is een goedhartig man,
maar zooals de voorzitter droogjes
docd opmerken „hij zei het dan toch
maar zoo." 't Kwam te pas bij zijn
critiek op de omstandigheid, dat on
langs een bouwwerk van meer dan
30.000 door B. en W. gegund is aan
een Amsterdamsche firma, die de
laagste was. Wegens de werkloosheid
hier had, meende de heetr De Braai,
dat niet mogen geschieden.
De heer Rinkema antwoordde hier
op, dat wanneer men aanbesteedt in
't openbaar, de gunning ook aan den
minsten inschrijver moet geschieden,
zelfs wanneer deze buiten de stad
woont. Althans warunaer hij als soli
de bekend staat.
J. C. P.
Schoten en het Schoterkwartie?
IV.
(Slot).
5 April 1882 stelde de Raad een
plan vast tot uitbreiding der ge
meente aan den Schotersingel en 26
Juli d. a.v. ontvingen de nieuwe stra
ten reeds hunne namen, nl. de „Jan
Steenstraat," „Ostadestraat", „Wou-
wermanstraat", „Jan de Braaystraat'
en „Maarten van Heemskerckstraat".
Hier ontstond dus de Haarlemsche
Schildershoek. Eenige jaren bleef het
nog vrijwel rustig toen een geweldige
bouwwoede uitbrak in ue richting
van Schoten en later op l. :L grondge
bied van Schoten zeif, waarom men
dit stadsgedeelte het Scholerkwartier
noemde. Moderne goedkoope huizen,
wat wildo men meer! üf liet revolutie
bouw was of niet, dit deed niets ter
zake. Ettelijke werklieden vestigden
zich hier evenals bouw-ondernemers,
waarvan vele slechts schaduwen le
ken, want meermalen verdwenen ze
even spoedig van het terrein als ze
gekomen waren. De grond werd op
de meest gemakkelijke voorwaarden
aangeboden, doch over de gevolgen
word menigmaal miet gedacht. De
buitenplaats ,,'t Cloostev' verdween
en het" terrein werd herschapen in
een stadsgedeelte. Wij allen kunnen
nog ons vóór enkele jaren dit gedeel
te herinneren. Verspreide straten, on
afgewerkte huizen voorzien van een
olielantaarn, gedeeltelijk bewoond,
onbegaanbare wegen, kortom alles
wat onaangenaam was. Schoten zelf
kreeg zwaro lasten evenals Haarlem,
doch niettegenstaande dit alles ont
wikkelde het kwartier zich spoedig,
vooral toen de zoo gehate spoorweg-
boomen vervangen waren door via
ducten. Haarlem kreeg in enkele ja
ren haar Regulierstraat, Generaal
Joubertstraat, Vroomstraat, Holsteyn
straat en Schoterstraat, om slechts
aan de oostzijde der Kennemerstraat
te blijven.
Do gemeente Schoten kreeg het
leeuwenaandeel der straten.
Blijkbaar was dit gemeentebestuur
gedurende den Transvaalschen oorlog
enthousiast gestemd voor de Boeren,
want niet minder dan 19 straten ont
vingen namen naar personen uit de
zen oorlog of naar Transvaalsche
plaatsen. Ook onze koloniën werden
bedacht In de Java- en Soendastraat,
terwijl slechts twee straten een histo-
rischen naam erlangden, en wel de
Kloosterstraat en de Spaanschevaart-
straat. Immers de Schoterweg en de
Spaarndammerweg bestonden reeds.
Wellicht zou het overweging ver
dienen bij het a.s. uitbreidingsplan
ten noorden der Spaanschevaart-
straat. de straten een naam te geven
meer Ln overeenstemming met de
omgeving en de historie.
Er zijn nog namen genoeg van ver
dwenen heerlijkheden, ambachten,
buitenplaatsen en hofsteden uit deze
gemeente of van personen, die zich
ten opzichte van Schoten verdienste
lijk hebben gemaakt.
Is de snelle aanwas der bevolking
van Schoten van invloed geweest op
de vermeerdering van het aantal in
woners te Haarlem?
We gaven reeds een statistiek je van
eerstgenoemde gemeente, laat ons dit
nog eens herhalen voor de laatste ja
ren en er tevens'dat van Haarlem
naast plaatsen. Volgens de provinci
ale verslagen waren er op 31 Decem
ber:
Aantal Aantal
Jaar inwoners inwoners
te Schoten te Haarlem
1900 656 65189
1901 953 66827
1902 2389 68150
1903 4539 68518
1904 5475 68255
1905 6326 68997
1906 7216 69701
1907 7999 70152
Sehoten's aantal nam dus in 7 jaar
met 7343 toe, dit is gemiddeld 1050
per jaar, Haarlem's inwoners ver
meerderden met 4963, dit is 709 ge
middeld per jaar, In 1903/04 vermin
derde het aantal zelfs.
Is op het eerste gezicht is het gemid
deld aantal der aanwas van Schoten
veel meer, nog duidelijker springt dit
in het oog zoo we het in procenten be
palen, want de vermeerdering voor
Schoten was in die 7 jaar bijna 1120
pet., voor Haarlem bijna 8 Eigen
lijk kunnen we dus niet spreken van
een vermeerdering, doch meer van
eene nederzetting. Do wisseling onder
de inwoners was ook meer dan ge
woon. Komen en gaan was aan rlc or-
do van den dag.
Plaatsruimte belet ons hiervan een
statistiek te geven, doch alleen ver
melden we als bewijs het laatste
jaar. Er vestigden zich in 1907 te
Schoten niet minder dan 2394 inwo
ners, doch er vertrokken er ook 1852.
Werk genoeg dus voor den ambte
naar van het bevolkingsregister.
28 Januari 1S91 verklaarde de
Haarlemsche gemeente zich bereid tot
het verleenen eener concessie, voor
zoover het de gomeente betrof, aan
Mr. H. A. Groote, tot het aanleggen
van een paardentram van Haarlem,
over Schoten, Santpoort en Velsen,
naar Beverwijk, welke concessie 6
April 1892 werd verleend aan den
heer C. D. Ie Comte te Santpoort. Men
weet dat deze later veranderde in een
stoomtram, die 21 Juni 1896 voor het
verkeer werd opengesteld.
Het behoeft geen betoog dat ook
spoedig een aantal vereenigingen ver
rezen. B.v. De Anti-rev. Kiesvereeni-
ging Nederland en Oranje in het
Schoterkwartier (24 Febr. 1905), de
Volkskiesvereeniging Schoten, (Nov.
1903), de Coöperatieve bouwvereeni-
gingen Het Vliegend Wiel (18 Sept.
1902) en Ebenhaëser (10 April 1906),
de Vereeniging Haarlemsch Noorder
kwartier (Nov. 1897) enz.
Doch we moeten het hierbij laten.
In zeer vluchtige trekken hebben we
een en ander medegedeeld over Scho
ten en het Schoterkwartier. Vele ko
lommen zouden we nog kunnen vul
len, zoowel uit de oudheid als uit de
tegenwoordige tijden. Bij gelegenheid
hopen we op het niet vermelde nog
wel eens terug te komen.
Bij den aanvang van dit jaar wees
de burgemeester van Schoten er in
den Raad op dat 1908 zeer belangrijk
voor deze gemeente zou zijn. De te
stichten gasfabriek, overneming van
straten, post- en telegraafdienst wa
ren aan do orde.
Dit jaar zeide het hoofd der ge
meente, zou Schoten een zelfstandige
gemeente worden en geen aanhangsel
meer zijn van Haarlem. En we weten
allen wat dit jaar tot stand is geko
men. Werkelijk Schoten kan er
trotsch op zijn.
Niet ontkend kan worden, dat vele
zaken reeds vroeger tot stand zouden
zijn gekomen, indien de grensrege
ling, waarvan het wetsontwerp 16
Juli 1902 bij onzen raad inkwam
niet zoolang hangende ware gebleven.
Niet ten nadeele van Haarlem bleef
Schoten wat Schoten was. Moge het
gemeentebestuur in zijn nieuw raad
huis steeds die besluiten nemen, die
tot welzijn en ontwikkeling kunnen
dienen van Haarlem's naaste buur
vrouw aan de Noordzijde.
Stadsnieuws
ARRESTANTENLOKALEN.
Een zaak, waarop, bij de behande-
ling der a. s. gemeentebegrooting wel
eens de aandacht zou mogen wordeni
gevestigd iis het ontbreken van arres
tanten lok al en in verschillende deelen
van onze stad. Meermalen ziet men,
dat o. a. beschonken personen uit de
verst afgelegen gedeelten der stad!
moeten worden overgebracht naar de
Smedestraat. Dit is niet in loet belang
der arrestanten, noch in dat der poli
tie, terwijl het de openbare orde ver
stoort.
De gearresteerden verzetten zich
natuurlijk, aangespoord soms door
een steeds aangroeiend publiek. De
straatjeugd vermaakt zich met het
weerzienwekke.nd gezicht, of houdt
zich bezig met politie en beschonkeno
te sarren, terwijl ze na afloop onder"
elkaar- zulk e>eu arrestatie als voor
beeld voor hun spel gebruiken. Geen,
wonder als een agent liever een en
kele maal minder nauwkeurig toe-
zuet, doet of hij niets bemerkt. Dan,
bLijft do rust verstoord in de bewus
te buurt en is er kans, dat het veel
erger wordt voor den bescnonkene.
Ook voor andere arrestanten is het
opbrengen zoo ver weg onaange
naam.
Ons dunkt, de kosten van een paar
gebouwtjes voor dit doel, zuilen zoo
hoog niet zijn, groot nut staat er te.
ganover.
Het beste zou zijn, zulke tijdelijke
bewaarplaatsen te vestigen bij de
hulpbureaux. Zoo is er meteen toe
zicht.
DE WERKLOOSHEID.
Uit Haarlem schrijft men aan Het
Volk: Het resultaat der door het II.
A. S. gehouden telling van werkloo-
zen is, dat zich hebben opgegeven 497
personen (met inbegrip van de opge-
gevenen ter Arbeidsbeurs) met onge
veer 1300 vrouwen en kinderen. To
taal dus een 1800 personen, voor wie
getracht moet worden in den nijpen
den nood te voorzien.
Te dien einde zal door een deputa
tie uit het bestuur van het H. A. S.,
bestaande uit de heeren Poppe en de
Zeeuw, een onderhoud aangevraagd
worden met den burgemeester.
HHUILLHI'UN
Naar het .hngelsch,
door
Arthur W. Marchmont.
84)
ülive hoorde het ruisóhen van de
courant, terwijl zij haar hem gaf, en
wachtte ademloos tijdens de stilte,
waarbij hij las.
HOOFDSTUK XLV.
Op dat oogenblik hoorde Olive, dat
de huishoudster haar riep. Zij durf
de zich niet aan het gevaar bloot te
stellen wantrouwen op te wekken
door haar werk in de steek te Laten.
Verdrietig over die teleurstelling,
sloop zij uit haar schuilplaats en
zocht juffrouw Cooper op. Om te ver
klaren waarom zij niet in de kamer
aan 't werk was, vertelde zij, dat
mevrouw Merridew ziek was gewor
den en toen zette zij haar werk voort.
De huishoudster was overtuigd,
gaf eenige orders en ging heen. Een
oogenblik later stond Olive bij de
deur tusschen de kamers, en luister
de met alle aandacht, wat er aan den
andexen kant gebeurde.
Zij spraken echter od zachten toon.
en alleen ruu en dan bereikten een
paar klanken haar oor.
Mlerridew was bezig zijn moeder
gerust te stellen en scheen te ver kla
ren, dat het bijna onmogelijk was,
dat Purvis hen zou vinden en dat bat
gemakkelijk zou zijn hem op een ver
keerd spoor te brengen.
De antwoorden van mevrouw Mer-
rLdew waron onverstaanbaar en wer
den gevolgd door oen fluisterend ge
sprek, dat Olive ook heelemaal niet
kon volgen.
Besloten om nog eens te wagen
naar haai" schuilplaats terug be kee-
rcfli, Met zij haar werk in den steek,
zette allies op hun plaats, zoodot het
er uitzag of zij klaar was.
Haal ze dadelijk, zei Merridew,
toon zij weer in haar schuilplaats ge
komen was. Ik moet de expnea van
elven halen. Ik zal het telegram van
Londen uit naar Chicago zenden; en
het zal terug zijn, lang vóórdat hij
in vrijheid is gesteld.
Ik zal geen rust hebban voor hij
weg is, Gilbert. Ik zal ze gaan halen.
Terwijl mevrouw Menridew de ka
mer verliet, hoorde OUve Iemand an
ders binnenkomen.
Wil je dadelijk dit telegram ver
zenden, Dawleigh Ik ga straks naar
de stad en kom waarschijnlijk van
avond terug. Als ik je noodig heb, zal
ik telegrafeeren.
OUve aarzelde nu tussclian het ver
langen om te wieten wat de inhoud'
van het telegram was en hoe het ge
sprek tusschen de Merridews werd
voortgezet. Zij besloot haar best te
doen om het eerste te weten he ko
men, en haar schuilplaats verlatende,
rende zij naar beneden den knecht
achterna.
Toen zij in de hal aankwam, zag
zij diat de deur naar den ongehruik-
ten vleugel van het huis openstond
en dadelijk begreep zij. wat dat be
teek ende.
Merridew was van plan de gestolen
papieren mee te nemen naar Londen,
en zijn moeder waa nu bezig ze te
halen. Haar streek zou dadelijk ont
dek l word on, wanneer Merridew ze
wilde nazien, of later, als zij werden
overhandigd aan degenen, voor wie
zij bestemd waren. Dan zou het spo
ken op Silverbeech.
Zij haalde den knecht in juist toen
hij op het punt stond heen te gaan en
hield zich coquet terughoudend. Met
eeu hoofdknik deed zij, of zij hem
wilde voorbijgaan.
Kun je niet tegen mij spreken 7
vroeg hij.
Spreken tegen jou, meen je dat
En waarom zou ik mij het hoofd
breken over zoo'n dommen vent, die
niet eens kan verdragen, dat een
mensch uitgaat, om een luchtje te
scheppen zonder er dadelijk Iets
ergs van te donken. Je moest je scha-
Ik was jaloersch, Mollie. Ik ben
jaloersch zelfs op de lucht, die je
omgeeft.
Jaloersch? Jij, kerel met je
groene oogen I Nu, óf jij dat bent,
dat zou ik denken I
I-Iet koint alleen, omdat ik je zoo
innig lief heb. Ik zou alles ter wereld
voor je over hebben, Mollie. Het spijt
mij, dat Ik zoo gesproken heb. Ik be
doelde er niets kwaads mee. Ik zou
het niet weer doen.
O ja, je tong is glad genoeg, om
weer beloften te "doen
Stel mij op de proef, zei hij.
Dat zal 11c. Ik heb op 't oogen
blik weer hevige kiespijn, en ben
van plan een half uur vrij-af te vra
gen. Ga nu een wandelingetje met mij
maken.
Natuurlijk zou ilk dat wel wil
len. Dat weet je. Maar Ik moet uit
voor Merridew, een telegram weg
brengen.
O, jawel, riep Olive, haar hoofd
schuddend. Dacht ik het niet, dat je
wel een of an dei" excuus zoudt vin
den. Loop heen met je telegram
maar vraag mij niet om dat te ge-
looven.
Het ls heusch waar. Kijk dan
zelf maar.
Loop heen met je leugens, en val
er een meisje niet mee lastig.
Hier is het. Kijk. Taunton. 95
Markbamstreet, Mayfair, Londen.
Breng ze vanmorgen." Nu, wil je
na je eigen oogen gelooven
Jij hebt de Jouwe te gauw ge
loofd gisterenavond, antwoordde zij
scherp. Toen, alsof zij maar ten
deele voldaan was, zei ze Je
schijnt gelijk te hebben en zij keek
hem glimlachend aan
Dan is alles in orde, ten minste
in dat opzicht. Maar in een ander
opzicht nog niet. Luister eens, Mollie,
wij zullen die wandeling later eens
doen, en dan zal Ik je dingen vertel
len, die je de oogen zullen openen.
Ten minste als je mij een vraag, die
ik je te doen heb, naar wensch be
antwoordt.
Nu, nu, jij hebt slag om een
mensch nieuwsgierig te maken, mijn
heer Dawleigh.
Mijnheer Dawleigh herhaalde
hij verontwaardigd.
William, zei ze, op zachter toon
en haar oogen neerslaand, na hem
snel te hebben aangekeken.
Dat is beter. Nu moet lk heen
gaan, anders wordt hij woedend.
Niet dat mij dat Iets kan schelen. Ik
heb genoeg van hem en van zijn prak
tijken. Maar dat zal ik je allemaal
later vertellen.
Hij ging toen haastig heen, en
Olive liep de trap weer op. Zij had
gehoord wat zij wenschte te weten en
te oordeelen naar hetgeen Dawleigh
gezegd had, zou zij nog veel meer te
weten komen. Het was duidelijk, dat
Merridew de gestolen papieren mee
nam naar mevrouw Taunton nge
twijfeld zouden zij aan iemand an
ders overhandigd worden.
Dien morgen kwam zij niets meer
te weten. Merridew vertrok in zijn
auto, en daarom was zij overtuigd,
dat het ruilen der papieren door hem
niet was gemerkt. Later op den dag
beloofde zij Dawleigh 's avonds eena
wandeling niet hem te zullen maken.
Maar 'e middags riep een telegram
hem naar Londen, en daarom werd
de wandeling uitgesteld en bleef zij
dus verstoken van het nieuws, dqj.
zij gehoopt had te zullen hooren.
Zij kwamen dien dag en ook den
volgenden dag niet terug. Er kwanj
een telegram voor mevrouw Merri.
dew, dat haar zeer opwond maar
wat het was kon Olive niet te weten
komen. Sinds het oogenblik, dat zij
hot bericht over het vrijlaten van
Purvis gelezen had, was zij voort du*
rend in een toestand van zenuwach*
tigo rusteloosheid en Olive kon al
leen de veronderstelling maken, dat
het telegram daarop betrekking had.
Maar den volgenden avond kwa-
me Merridew en Dawleigh terug, en
van den laatste kwam Olive genoeg
te weten om er uit op te maken, wat
er gebeurd was.
(Wordt vervolgd).