I HAARLEM'S DAGBLAD. TWEEDE BLAD. Onze Lachhoek, FEUILLETON Een Millionairsdochter VRIJDAG 23 OCTOBER 1908 OM ONS HEEN No. 819. Waarom we er zoo slecht voorstaan. In een ©enigszins bittere stemming hebben B. en W. in bun memorie van Bintwoord, op de begrooting eens op gesomd, wélke sommen de gemeente Haarlem al zoo heeft te betalen, ten gevolge van d© uitvoering van rijks wetten. NI eft men onderschelde dit wed voor doeleinden tem voor- deele van het rijk. Ma'ar dah toch in elk geval tot nakoming van Yoor- Bchriften, d!ie door hot rijk wonden gegeven. Do gemeten-ten hobbem wel zelfbestuur, maar zijn toch ojp hun beurt weer onderworpen aam de be sluiten vam hoogere colleges. Onder dezen behoort de Statan-GenenaaL Wanneer de-ze dus wet tem aanneemt, die de gemeenten op kosten zullen jagen, zonder dat zij daarbij tevens aan dé gemeten ten de middelen ver schaft om die uitgaven te deikkan, dan brengt zij langzaam, maar zeker, da gemeenten in financieel© moeilijk heden, voornamelijk do grootere, dio aan do uitvoering belangrijke sotn- men moetan besteden. We kunnen dezen onregedma/tigen toestand ni-et beter vergelijken dan met de positie van een vader mot een groot gezin, die onder de plak zit van zijn buurman. Dia buurman schrijft voor, hoe hij zijn kindie,ren voodtein, opvoeden en kleoden, hoe en wajnmeier hij zijn huis verven moet, hoeveel dienstboden hij houden zal anz. Maar zelfs wanneer, de buurman hem al dus noodzaakt tot groot© uitgaven, dénkt hij er niet aan, hem geld te ge ven om die te betalen. De vader, die ter nog wel zou kunnen komen, wan neer hij zelf maar te beslissen had over zijn uitgaven, zit nu tot over de ooren in zorgen. „Och", zucht hij, „wat buurman me beveelt te doen is op zichzelf wel goed en we profitoe- ren er ook wel van, maar ik wou wed, dat hij niet zoo lichtvaardig be schikte over mijn portemonnaie." Zoo'n vader en zoo'n buurman kun nen niet bestaan. Maar de verhou ding tusschen het rijk em de gemeen ten is toch geen andere. Jarenlang heeft men in onze Statein-Geneiraal het spel van den struisvogel gespeeld, door wetten in 't leven te roepen, waarvan de nadoelen niet in de rijks schatkist werden teruggevonden, roaar die een geduchten aanval de den op de kassen der gemeenten en daar veroorzaakten, zooals B. etn W. in hunne memorie van antwoord zeg gen „moeilijkheden,, welke zoolang met 'dat afschuivlngssysteem niet weidt gebroken, met don dag toene men." En dan komt de opsomming van wat die uitgaven alzoo wel zijn voor lager onderwijs ƒ344.788, middelbaar en hoogav onderwijs ƒ178.702. politie ƒ122.221, armwezen ƒ158.698, waarbij nog minstens een derde (inderdaad is het meer) van de kosten voor huis houdelijk bestuur 29,388, te zamen 833.797. Tegenover deze uitgaven staan de volgende inkomsten schoolgeld enz. lager onderwijs 74.410, idem middel baar en hooger onderwijs 43.800, rijksuitkeering lager onderwijs ƒ128.820, middelbaar en hooger onder- wijs ƒ18.576, naar art. 1 der wet van 24 Mei 1897 162.360 en naar art. 10 dier wat ƒ600, ontvangsten in zake het armwezen 2435, totaal 431.001. Ongedekt, concludeeren B. en W., blijven dus uitgaven ten behoeve van het Rijk tot eten bedrag van 402.796. Wat dat beteekent blijkt duidelijk genoeg, wanneer we nagaan, dat on ze heele inkomstenbelasting voor 1909 ƒ572.000 is. Het is mogelijk, dat niet Lademeen. dadelijk inziet, waar hier de onbil lijkheid schuilt. Is het, zoo zullen zij Vragen, don niet billijk, dat ieder zijn eigen onderwijs, zijn etigem poli tie, zijn eigen armwezen bekostigt? Maar zóo eenvoudig is inderdaad de zaak niet. Wél kan een deel daarvan geacht worden te zijn van plaatselijk belang, maar zeer zeker niet het ge heel. Kosten voor lager onderwijs bij voorbeeld zijn indertijd zeer ver hoogd, toen een groote arbeidersbe volking zach hier vestigde. Wordt de ze door algemeen© omstandigheden werkloos, dan worden grootere uitga ven voor armenzorg vereischt. De po litie heeft maar voor een zeer klein deel haar werk met het constateeren van overtredingen dar politie-veroi- d-enlng, een groot deel van den. tijd brengt zij door met contról© op de uit voering van rijkswetten en het ver- leenan van bijstand aan de justitie. En op de secretarie worden jaarlijks dcosjes pennen leeggeschreven ton ba te van allerlei bezigheden., die het Rijk der gemeente op den hals heeft geschoven. Maar het gold moet er toch wezen, zal men zeggen. Zeer zeker. En ge- sleldj, dat morgen aan den dag de rijks-schatkist het gansche ongedekte bedrag van ruim 4 ton aan de ge meente Haarlem teruggaf, dan zou het Rijk op zijn beurt weer naar nieu we bronnen van inkomsten' moetan omzien en ons het geld langs anderen weg moeten doen opbrengen. Met één groot verschil evenwel. Namelijk, dat niet meer alleen wij bewoners van do groote gemeenten het zouden heb ben te betalen, maar ook de vele be middelden, die nu in de kleine ge meenten leven, zonder hun behoorlijk deel aan do algenieene lasten bij te dragen:, in de beurs zouden hebben te tasten. Met andere woordendo lasten zouden over zooveel te meer schou ders worden verdeeld. Is dat niet bil lijk? Is er bijvoorbeeld iets tegen., dat 'ingezetenen van Heemstede en Bilioe- mjeoiclaal helpen bijdragen in de kos ten van de Haariamsche politie, die door de dieven in Haarlem te van gen, de veiligheid ook in de buiiten- gemeenten verhoogt Is hot, om een ■nóg concreter voorbeeld te nemen, af te keuren, dat Bloemandaal zou bij dragen in de kosten van ons Lager onderwijs, terwijl Haarlem onderwijs geeft aain kinderen van Bloemendaal- sche werklieden,, die hier wonen, om dat daartoe in Bloemendaal zelf geen gelegenheid is? Dit is de financieel© nood van de groote gemeen tan, dat zij opkomen voor de kosten van instellingen, die door de inwoners van alle gemeenten behoorden te worden gedragen. Moei lijk te regelen vraagstuk, zeer zak ar, maar dat toch vroeg of laat en zeker hoe eerder hoe beter zal moeten wor den geregeld, al heeft ook de daartoe ingestelde Staatscommissie geen be vredigende oplossing gevondian. An ders zijn de groote gemeenten wed ge dwongen maatregelen te nemen, die zij in normal© omstandigheden lie ver achterwege lieten. Zoo bijvoor beeld die, welke op handen zijn ten opzichte van ons middelbaar onder wijs, Ik heb meermalen betoogt,dat men toch hot wonen in onze omstre ken niet belemmeren zou met uitzon deringsbepalingen betreffende de toe lating van de kinderen uit die dor pen op onze scholen. Maar wanneer de rijkaregeering elk verzoek om steun van Haarlem afwijst, noch zelf hior een tweode Hoogere burger school bouwen, noch zelfs het onbe duidende subsidie verhoogen wil, dan wordt Haarlem wel genoodzaakt, zichzelf te helpen en of den kinderen van buiten onze scholen te ontzeg gen of den ouders, een schoolgeld op te leggen, zóo hoog, dat een ..öurger- rnansbeurs" het niet meer betalen kan. Wat zullen zij zeggen, wanneer een schoolgeld van 300 van hen ge vorderd wordt Zij zullen klagen over misbruik van macht van de ge meente over bekrompenheid, geld zucht, wat niet alMaar het ware adres voor hun klachten zal zijn rn de Haagsche regeermgsbuneaux, waar men er op uit is geweest, da rijksbegrooting te ontlasten, door den gemeenten de taak op te leggen van den lastdragenden ezel. Een manier van doen, die in de Kamers maar al te gretig gevolgd is. Wanneer de hangende plannenvan Burgemeester ©n Wethouders met "ns middelbaar onderwijs in deze rich ting gaan (en ik heb reden te ver moeden, dat dit zoo is) dan zou zich het tragi-komische geval wel kunnen voordoen, dat Haarlemmers, die om de belasting de stad zijn uitgegaan, daarin weer terugkomen, omdat ze nog altijd beter die belasting kunnen betalen, dan ©an exorbitant school geld voor hunne kinderen opbren gen. Tragi-komisch, zeker Maar toch ook weer een bewijs, dat de dingei niet zijn zooals ze moesten wezen. De heele foren sen-quae-stie vraagt om op lossing. 't Moest in Nedorlaind onver schillig zijn, waar man woonde, wel te verstaan ton opzichte van de be lastingen. Eerst dan zou de dwaas heid eindigen, dat hier iemand woont, die zwaar belast is en éen mi nuut vorder een rijkere, d'i© zoogoed als niét bijdraagt. J. C. P. Stadsnieuws GEREFORMEERDE KERK A. Zooals we reeds mededeelden, zal het ovér eenige weken 25 jaar gele den zijn, dat de toen verbouwde kerk van bovengenoemde gemeente aan de Gedempte Oude Gracht plechtig werd ingewijd. Daar dit feit zeer waar schijnlijk kerkelijk zal worden her dacht, willen we ter gelegenheid van dit as. jubilé een en ander over deze gemeente te Haarlem mededee Jen, te meer omdat men in onze plaatsbeschrijvingen te vergeefs zal zoeken naar de geschiedenis er van. Eenige jaren geleden deed een oud stadgenoot, thans elders predikant, onderzoekingen hieromtrent en had schrijver het genoegen hem hierin behulpzaam te zijn. Van de door de zen heer verzamelde resultaten vol gen hier eenige losse aanteekeningen, veelal ontleend aan gegevens van be* jaarde leden dezer kerk. In 1840 bestond te dezer stede een klein gezelschap, waarvan de leden de beginselen der Chr. Afgescheiden Gemeente waren toegedaan. Dit ge zelschap hield zijne bijeenkomsten in de Lakenstraat, bij Tiery. Toen zich meer leden aansloten, werd verga- de^ in de Oude Kolfbaan, 'in de An- thoniestraat en op een korenzolder aan de Oude Gracht, bij de Schagchel- straat. Dit huis werd echter in 1854 ingericht tot een museum voor na tuurlijke historie. Daarna verhuisde de nog kleine gemeente naar een woning van Duif ia de Cornelissteeg, tegenover het Zakje, waar twee kamers disponibel waren. Het kon hier zóó vol van toe hoorders zijn, dat niet alleen alle banken waren bezet, maar velen zich tevreden moesten stellen met eene plaats in de bedstede. Van hier ging men naar de Ridderstraat, waar de oefeningen werden gehouden in het lokaal der tegenwoordige bewaar school van de Vereeniging „Ter Ver breiding der Waarheid". Dit was in 1858 of althans vóór 1858, want in den herfst van dat jaar hield hier Ds. Postma zijn afscheidsrede. Het volgend jaar moest men reéds weder naar eene andere gelegenheid uitzien en kocht daartoe het Koets huis van K. Zwart, aan de Achter- Nieuwe Gracht (Parklaan). Dit ge bouw had iüwendig veel overeen komst met een kerkgebouw, vooral door zijn boogramen. Men kocht een preekstoel van de Luthersche ge meente te 's-Gravenhage, en stoelen van eene Amsterdamsche gemeente. Te Haarlem bestond nog geen zelf standige gemeente, de leden waren buitengewone leden van die te Am sterdam. Eerst in 1859 stichtte Ds. Entiling, predikant in laatstgenoemde stad, al hier deze gemeente. Spoedig mocht men zich verheugen in een eigen pre dikant, namelijk Ds. Wagemaker. Door de voortdurende uitbreiding enz. kon deze toestand niet gehandhaafd' blijven. In 1863 werd voor 5600 een huls gekocht aan de Oude Gracht, hoek Stoofsteeg, van Mr. P. Elias, te 's-Gravenhage, vroeger te Haarlem woonachtig. Op bescheiden voet ver anderde men het gebouw, het bene dengedeelte werd tot kerk ingericht en het bovengedeelte tot pastorie van den toenmaligen predikant Donker. De oud-leeraar Wagemaker, destijds te Vlaardingen, schreef ten voordeele der kerk een preek over Psalm .127 vers 3. Het gebouw bezat toen 300 zit plaatsen. In 1869 moesten er belangrijke ver beteringen worden aangebracht, waardoor het gebouw niet kon wor den gebruikt. Aan de gemeente werd in dien tijd (MeiAug.) de Bakenes- serkerk afgestaan. Twee jaar daarna werd de pastorie verplaatst naar de achterzijde. Nog steeds was men zon der orgel. Tijdens Ds. Polman kocht men (1878) een orgel van de R.-K. gemeente te Den Burg, op Texel. In 1883 Ds. Mulder stond des tijds twee jaar aan het hoofd deed zich gebrek aan ruimte bijzonder ge voelen en moest er noodwendig naar verbetering worden uitgezien. Men was zeer gelukkig, want een huis staande naast de kerk en behoorende aan Ds. Brutel de la Rivière werd aangekocht, waardoor men het ge- heele kerkgebouw kon verbouwen in den vorm van thans. 13 November 1882 wijdde Ds. Mul der het gebouw plechtig in, naar aan leiding van 2 Kron. 30 vers 8. De kerk zou niet voor rompen ge spaard blijven. Onze lezers zullen zich nog wel herinneren, dal een brand van 10 op 11 Maart 1901 het ge bouw inwendig in ©en ruïne veran derde. Het orgel werd eveneens zoo goed als geheel verwoest. Door den Amsterdamschen archi tect Tjeerd Kuipers word toen het ge- hcele gebouw gerestaureerd en in- en uitwendig veranderd, zooals we het nog kennen. O. m. verdween de in gang aan de Stoofsteeg. Van do R.-K. gemeente te Medem- blik werd een prachtig orgel gekocht en alhier geplaatst en gerestaureerd door de firma L. Ypma, te Alkmaar. Het heeft twee klavieren en 18 regis ters, benevens een vrij pedaal, da.t kan weggekoppeld worden. Bij de verandering door den brand werd de inrichting eveneens gewij zigd. De banken vroeger in rechte rijen werden in halve cirkels ge plaatst, alle gekeerd naar den preek stoel. Eveneens werd ©en zeer groot aantal zitplaatsen meer verkregen door de galerij aan den Zuidelijken muur door te trekken langs den wes telijken en noordelijken muur. '1 September 1901 kon het kerkge bouw weder in gebruik worden ge nomen, hetgeen geschiedde met een leerrede over Amos 9 vers 11. Gedu rende deze herstelling werd aan deze gemeente de Janskerk en de Bakè- nesserkerk ten gebruike afgestaan. In Juni 1892 vereenigden zich de bel de Christelijk Gereformeerde gemeen ten met de Nederduitsch Gerefor meerde gemeente als „Gereformeerde Kerk", met drie afdeelingen. Uit bovenstaande losse aanteeke ningen zien we, dat deze nog jonge gemeente heel wat ondervonden heeft eer zij haar tegenwoordig standpunt kon innemen. We hopen, dat zij ge spaard zal blijven voor rampen, als die van het jaar 1901. Zwem-en Badinrlclitin Men schrijft ons: Van de zwem- en badinrichting aan d© Houtvaart hebben gedurende het seizoen 1908 kosteloos gebruik ge maakt 43393 jongens en 5792 meisjeg, van liet bassin dat tegen betaling van 6 centen toegang geeft 3069 personen. Totaal baden 52254. Het kosteloos on derwijs in het zwemmen en duiken is door 78 jongens en 29 meisjes met sucoes gevolgd, dat is gebleken uit het afleggen van een proef, waarbij zij 20 minuten op de borst en 20 minuten op den rug moesten zwemmen, en met een duiksprong te water gaan. Den 23sten Augustus werden de jongens in de gelegenheid gesteld de proef, in tegenwoordigheid van hun ne ouders te herhalen. Door het on gunstige weer zijn er maar 39 opgeko men. De tegenwoordig zijnd© ouders waren zeer tevreden. Het voornemen bestond om bij die gelegenheid getuigschriften uit te reiken, doch daar het de directie ter oore was gekomen dat jongens, die blijkbaar geen uithoudingsvermogen hadden in het Zuïder Buiten-Spaar- ne zijn gaan zwemmen, om het water polo te spelen, bij die gelegenheid hunne krachten overschattende in ge vaar verkeerden, werd het noodzake lijk geacht, eerst dan een getuig schrift aan jongens of meisjes uit te reiken, als zij zich aan een proef heb ben onderworpen gelijk aan die wel ke aan de abonnementsinrichting be staat, waaruit blijkt dat zij uithou dingsvermogen genoeg hebben om 120 150 m., met en zonder kleeding te kunnen zwemmen, zonder te rusten. Bovendien Is het wenschelijk, dat zij weten, in welke houding zij in een onbekend diep water moeten sprin gen, zonder gevaar te loopen in de modder of in voorwerpen, die zich op den bodem kunnen bevinden, ver ward te geraken. Het is aan belang hebbenden kenbaar gemaakt, dat de gelegenheid zal worden gegeyen de proef af te leggen in het groote en diepe bassin van de abonnements-in- ricliting, tegenover eene examen-com missie, die daarvoor zal worden uit- genoodigd. Joh. Schmier. Naar aanleiding van de matinée te geven door den heer Joh. Schmier op Zondag 25 October a.s. in het Bron- gebouw, ontvangen wij enkele mede- deeliugen, die moeten voorkomen in een der Amsterdamsche bladen van de laatste dagen: Muandagavond had de aangekon digde concertavond plaats door den heer Joh. Schmier, opera- en concert- zanger. De heer Schmier beschikt over een krachtig stemorgaan, waardoor de verschillende liedjes van Speenhoff, van Alphen, Piet Paaltjes enz., wel ke hij ten gohoore bracht, zeer vol deden. Bijzondere vermelding verdient de „Ode aan den Stokvisch", gedicht van Speenhof!, opgedragen aan den zan ger en de Theosofen, gedicht van Dirk van Erp, beide door den heer Schmier op muziek gezet. Van de Theosofen was het de eerste uitvoering en vol gons mededeeling werd liet stuk ge componeerd des morgens op de boot. Vooral de liedjes van Speenhoff hadden veel bijval. De totaal-Lndrulc was, dat de heer Schmier succes heeft gohad en het publiek zich uitstekend amuseerde. De „Ode aan den Stokvisch" en ,Het plasje bloed"; zijn twee humoresken, die door den heer J. II. Speenhoff aan de heer Joh. Schmier werden op gedragen. De Broodquaestie. Men weet, dat de levering door de Haa rlemsche Broodfabriek van versch brood op Zondag aan de c.an- tine van de infanterie-kazerne alhier door de betrokken vakorganisaties beschouwd wordt als een sta-in-den- weg voor een goede oplossing van het Zondagsrust-vraagstuk. Door 't cen traal bestuur van den Nederland- schen R.-K. Volksbond werd reeds tot den min'ster van oorlog bet verzoek gericht, maatregelen te nemen, die do gewenschte verhetering brengen. Op dit verzoek is afwijzend be schikt. De minister meent, dat deze zaak behoort tot de bevoegdheid van den commandeerenden officier van het 10de regiment infanterie, terwijl het verzoek, om van de bovenge noemde levering verschoond te mo ge!. worden, niet is gedaan door de Hnarlemsche Broodfabriek zelve, als zijnde do meest belanghebbende. In overleg met de betrokken vak organisaties zal thans verder worden overwogen wat in deze nu te doen staal. ORGELBESPELING op Dinsdag 27 October 1908, des nam. van 12 uur, in de Groote- of Sint- Bavokerk alhier, door den Heer W. Ezerman. Programma: No. 1. Preludium, J. S. Bach. No. 2. Canzonetta, J. Rheinberger. No. 3. Souate No. 6, Mendelssohn. a. Koraalvariatiën. b. Fuge. c. Finale, Andante. No. 4. Wallfahrts-Gesang, C. A. Lo- renz. No. 5. Communion, E. Gigout. VERKEERD. Munt: Vertel je alles wat je doet aan je vrouw? Kruis: Neen, zij vertelt 't mij. WAT EEN GEZEpt Zij: „Zij heeft me gezegd, dat jij haar hebt gezegd, wat ik je zei dat je het haar niet zeggen inocht." Hij: „Dat staat haar leelijk' Ik heb haar gezegd, dat zij niet mocht zeg gen, dat jij het mij gezegd had." Zij: „Ik beloofde haar, dat ik je niet zou zeggen, dat zij het mij gezegd had. Zeg haar dus niet, dat ik het je heb gezegd." De groote Vlucht Maandag a. s. komt het nieuw, stuk van Heyermans do Groutè' Vlucht ook in onzen Haarlcmsclteu Schouwburg. De couranten zeggen ex voel ;oeds van, 't is vermakelijk, grappig en geestig en de loden van de Ntederl. Toonoelvereeniging spelen 't natuur lijk uitsteken-d. Als de Haarlemmers nu eens een goed, grappig Nede.rlon-dsch stuk wiL leai zien, moeten ze do Groote Vlucht niet laten vliegen. Rubriek voor Vragen. Qeabouneerden hebben bet voorrecht vragen op verscliillona gebied, mits voor beantwoording vatbiiur, in te zeilden bij de Redactie van liaarieiu's Dagblad, Groote Houtstraat 63. Alle antwoorden worden geheel kosteloos gegeven en, voor zooveel mogelijk is, dep dag na de inzending. VRAAG. Moet ar voor eon werk vrouw, die eiken morgen van 912 bij iemand werK.za.am js, belasting be taald wouden en hoeveél ANTWOORD. Neen, wanneer d© werkvrouw niet alleen bij u, doch ook bij anderen werkzaam is. VRAAG. Aan welk adres zijn statu ten vain Boerenleenbanken ie ver krijgen ANTWOORD. Wend u eens tot (i© Uafléisenbank, coöperatieve centrale, BoothiS'Lraat 14, Utrecht. VRAAG. Ik heb ongeveer een jaar geleden een wa-sch afgeleverd, di-e uiten weigert te betalen. Bovendien ks dezelfde persoon mij zeer hinderlijk geweest in mijn bedrijf. Heb ik nu het recht, schadevergoeding vra~ gen ANTWOORD. Wanneer iemand hot u lastig maakt, roep dan de hulp van de politie in. Ten opzichte van do onbetaalde wasch kan u den schul denaar doen dagvaarden. Ga er eens •over spreken met heL Bureau van Consul Lat-ie, dat vrijdag 6 Nov. i© half twee vergadert in het Paleis van Justitie. VRAAG. Mijn broeder is komen t© sterven en wij zijn de erfgenamen. Moeten wij nu van d© erfenis 'le schulden belaten ANTWOORD. Zeer zeker. Wan nesr de vrees beslaat, dat d© sch ïl- d-en grooter zulten zijn dan de balen, staat het u vrij, d© erfenis te aan vaarden onder beneficie van inventa- Tiis. Komt ar dan te kort, dan wor den de schuldeisctiers pondspondsge wijs betaald, blijft er wat over, na dat de schulden volledig zijn betaald, dan ontvangen de erfgenamen het overblijvende, 't Is ©e.n voorzichtig- haidsmaat.regel, die dikwijls wordt toegepasL Begrooting. Woensdag 28 dezer vergadert d Raad tot behandeling van de ge meer tobegrooting. Militaire Zaken. De le-luitenaut der cavalerie J. D. Nienaber, te Haarlem, wordt 5 jaren gedetacheerd bij het Oost-Indiscb leger. Verlof Drankwet. Door M. van der Molen is aan B. en W. gevraagd om verlof (ingevolge art. 34 dier wet), tot het verkoopen van alcoholhoudenden drank anderen dan sterken drank voor gebruik ter plaalse van verkoop in de conversa tie-biljartzaal en in de vorgadevzaal van het perceel aan de Kleine Hout straat no. 44. Naar hel Lngelsch, door A rthur W. M a rc h m o n t. 95) Dawleigh was nu eens woedend over de behandeling van Merridew, dan weer verlangend om van Olive de belofte te krijgen hem te trouwen. Zij bracht hem heel handig telkens op liet eerste onderwerp terug en toen zij merkte, hoe hitter hij legen zijn meester gestemd was, hield zij zich, alsof zij zijn partij opnam, als een knap, achtenswaardig gentleman, die niet boos zou worden zonder reden en zoo bracht zij Dawleigh er toe zich te verdedigen. Toen stortte hij zijn hart uit over Merridew, waarbij de laatste er niet nialsch afkwam. Het verwisselen van de waardelooze voor de echte papie ren was ontdekt, en Merridew had niet. geaarzeld Dawleigh daarvan te beschuldigen. Eenmaal op dat onderwerp ge bracht, ging de knecht voort door Merridew te beschuldigen, dat hij een doortrapte schurk was en zei, dathfi zooveel wist, dat zijn meester met hem niet durfde twisten, en dat hij hem kon dwingen, hem zooveel geld te geven, als hij vroeg. Maa,r Olive kwam niets bepaalds te weten on bracht toen den knecht- hevig aan het schrikken door t© zeg gen, dat zij niet kon gek)oven wat hij vel-teldemaar al was ook alles waar, dan zou zij zich niet wülleai afgeven met iemand di© opdmlijk de voordeeten besprak van het géldaf- pei-sen van zij n meestereui zij wond zich zoo op, dat zij weigerde langer te luisteren en dreigde Meirridew al les te zeggen, wat hij verteld had, als 'hij er haar nog langer mee lastig viel. Wij Ier ear nemen. d© partij op van onze meesters, hetzij zij kwaad of goed doen, mijnheer Dawleigh, ver klaarde zij met hoog opgeheven hoofd. En ais cl© betrekking je nd-et ineer bevalt, dan moet je haar op zeggen. En wat betreft het wachten om to trouwen, totdat jo op die wijze gold hebt gekregen, geloof dan maar dut je eeuwig kunt wachten tot je Mo Mie O'Bri-eu voor liet huwelijksal taar hebt gebracht. Ik ben ze-er teleur gesteld in u, mijnheer Dawleigh dat zal u nu- wel begrepen hebben en. met die woorden verliet zij hom. Dien avond luisterde zij een ge deelte van een gesprek tusschen de Merrictows af. D© moeder verklaarde. dat het onmogelijk was, dat de par pieren op Silver beech verwisseld zou den zijn. Zij vertelde, waar zij zever- borgen had, en dat zij ovartuigd was, dat zelfs niemand eenig vermoeden had gehad, dat er zooiets iu huis was. Zij moesten verwisseld zijn, terwijl mevrouw Taunton z© onder haar be rusting hadof anders waren hot zeker d© verkeerde papieren al ge weest, die gestolen waren. Merridew was woedend. Hij was evenzeer overtuigd, dat mevrouw Taunton ze goed bewaard had; zin speelde er zelfs op, dat zijn moedor in haar angst dat zij de papieren in bewaring had, zedf de papieren had verwisseld. Op deze wijze kibbelden zij ongeveer e-en uur lang door. Toen vroeg zij naar Purvis. Hij antwoordde met een vloek, dolt hij een telegram naar Chicago gezonden, had, dat Purvis zou bereiken, zoodra bij die gevangenis verliet, tegelijk met geld om zijn overtocht over den At- iaotiachem Oceaan te betalen. Maar zijn gedachten warén v.oi van het gehaimzinnig verwisselen, der ■papieren en hij gang voort mét op dit onderwerp te hameren, nog eens herhalende, dat hij vermoedde* djat Dawleigh er op een of andere manier achtergekomen was en. hem deze poets gebakken had. Hij had dien ke rel altijd gewantrouwd en 'hem ver dacht een spion te zijn. Den geheeten volgenden dag bleef de toestand zoo gespannen. Merri dew had ruzie met iedereen met wien hij in aanraking kwam, zijn moed-ar en den knecht in 't bijzon- eter. En 's middags toen hij uitging oir, ©en ritje met zijn auto te maken, beschuldigd© hij den chauffeur van een of ander klein verzuim en ein digde met. den man uit d© auto 1© ze it eru en alleen te ver-trekken. De zenuwachtige onrust v,an me vrouw Merridew was door dit alles steeds grooter geworden .totdiat zij verhel ij k ziek was. Zij lag op d© sofa in haar kamer en voelde zich ellendig. Olive wist te bowarken, dal men, haar uitkoos om haar thee t© brengen, en toen zij de ongelukkige, opgejaagde blik in haai' oog-en zag, kon zij bijna medelijden met haar ;k rij gén. Het vermogen, dat zij zich met zooveel moeite veroverd had, had haar werkelijk weinig voordeel aan gebracht, dacht Oliive. Zal ik den dokter laten halen, mevrouw Of is er iets andiers dat ik voor u doen kan Ik ben niet ziek, meisje, Iclonk ■kortaf het antwoord. Ik heb een paar nachten achtereen niet, geslapen. Dat i3 alles, Zall ik uw hoofd nog eens met eau de cologne betten, mevrouw Dat deed u onlangs zoo good. Ja, haal de eau de colognlo maar even. Zij haalde ze en maakte er het voorhoofd van mevrouw Meirridew mee nat. Jij liebt een zachte hand, meis je, bij al je ruwheid, Dat zei mijn goede oude moeder ook, mevrouw, als ik haar wreef voor d© ï'heumatiek. Och, wat lieeft d-at nbousch geleden. Is u wei eens in Ierland geweest, mevrouw Zeur nu niet langer, zei me vrouw Merridew ongeduldig. Olive ging voort mot haar meeste, i'-es te verplegen zonder verder een woord te spreken, en in de stilt© hoor den zij het geluid van rollende wie len op het grint van de laan. Mevrouw Merridew sprong dode1 ijk op Wat is dat Ga eens kijken. Da delijk. Laat niemand anclers zich er moe bemoeien. Ga nu toch, riep zij opgewonden uit. O, 't is alleen maar een rijtuig, mevrouw, zei Oliive, di© voor het ven ster was gaan staan. Ja, m-aar wie is eir in? Ga naar ■beneden, zi© het te weten te komen ea kom het mij dan dadelijk vertel len. Vlug, vlug. Do© wat ik zeg en sta daar ni-et zoo ooraoozel rond te kijken, Oiive holde de kamer uit, liep de -eerst© trap af en keek toen in de hal. De koetsier had iuist ziin vracht Ie afgéact ©n zij kibbelden samen over het geld. De twist nam een einde, toon d© passagier zich mot een vloek, omdraaide en met dreunende, wag gelend© stappen het huis binnen ging. OLive kon liam duidelijk opnemen, terwijl hij de stoep opliep. Een oud maai, krachtig gelxmwd, maar gebo gen en in nieuw o k ie© ren gestoken, dio slecht pasten. Hij had scherpo trekken, een gladgeschoren gezicht en droeg een pruik, die wat kLeur aanging niets leek op de dikke grijze wenkbrauwen, waaronder uit ©en paar klein©, bruine oog&n mot een ruste-looze, wantrouwend© ©n gejuag- d© uitdruk icing gluurden. Hoe oud. afgeleefd en gerimpeld hat gelaat ook was, Olive harkende hot dadelijk als dat van den man, wiens portret zij in d© schrijftafel van mevrouw Merridew had gevon den Georg© Purvis en het geteek op een ander gelaat, dat zij nog kort geleden gezien had, maar dat zij op 'het oogembli'k niet thuis kon bren gén. Ik zou mevrouw Merridew graag willen sproken mevrouw RacheC zed d© man (Wordt vervolgd).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1908 | | pagina 5