HAARLEM'S DAGBLAD. TWEEDE BLAD, Onze Lachhoek. Z1TJSRDA.G 24 OCTOBER 1908 Haarlemsche Handelsvereeniging Seedgok. by Kon. BeaL ran 12 Nov. 1869 De Haarlemsche Handelsvereeni ging hier ter stede, opgericht 10 Mei J.892, heeft in den loop van den tijd Wel haar recht van bestaan bewezen, In zeer vele gevallen, zaken van ver schillenden aard betreffende, is zij opgetreden en dikwijls met groot puCcès. Jammer echter, dat men alge meen niet meer blijk geeft, dit te waardeeren, door als lid der Vereeni-, ging toe te treden. Er zijn wel meer dan 600 leden, maar dat is niet vol doende. Elk handelaar, neringdoen de, ja zelfs particulieren, moesten iid worden, om tenminste te laten gevoe len, dat meu het werk op prijs stelt, dat de Haarlemsche Handelsvereeni ging steeds opneemt, als doende, wat hare hand vindt om te doen. De voordeelen, die de Vereeniging Duiten hare bemoeiingen van ver schillenden aard, haren leden aan biedt, zijn zeer vele en zeer groote legenover de geringe jaarlïjksche contributie van 3.50, die gevraagd wordt. De Haarlemsche Handelsvereeni ging bemoeit zich in de eerste plaats er mede, de belangen van hare leden te bevorderen, door onwillige beta lers voor hen tot betaling aan te manen en 'informatiën voor hen in te winnen. Bovendien hebben de leden het recht, het hun gratis te verstrek ken advies van den rechtsgeleerden adviseur der Vereeniging te vragen, die ook in proceduren en faillisse menten gratis voor hen optreedt, na tuurlijk alleen voor zaken betreffeude den handel en het bedrijf der leden. Het blijkt ia den iaatsteu tyu dat meu deze heinngr^ke voordee len begint te waardeeren want Süderfc Hei meldden ziek 67 nieuwe leden Rechtsgeleerde adviseurs der Ver eeniging zijn de heeren Mrs. Th. de üaan Hugeuholtz en A. H. J. Merens, Üpaarne 94, alhier, die voor de leden clkeri werkdag van 24 uur des na middags ziju te spreken. Het bureau der Vereeniging is ge vestigd Jansweg 11. Voor ineassos door bemiddeling der Vereeuigiug wordt een vast recht van pet. der vordering bere kend. Bovendien moet 10 cent voor port steeds worden bijgevoegd, bij inzen ding van vorderingen door bemidde ling der advocaten te innen. De kosten van informatiën naar buiten de stad woonachtige personen bedragen 60 ets. per informatie, plus vijf cents porto-vergoeding. Informa- tlëp naar binnen de stad wonende 'personen worden gratis verstrekt. Pretentiën op buiten de stad wo nende personen worden niet behan deld, wanneer niet 10 ets. voor porto vergoeding is toegevoegd. RuTin 1748 informatiën en rechts geleerde adviezen werden in het afge- 'loopeu jaar gegeven. In Augustus en September 1908 zijn 5i vorderingen tot een .bedrag van 1266.53 1/2 betaald; 11 vorderingen worden afbetaald, 12 vorderingen zijn uitgesteld. Men wordt geraden alvoren3 te le veren aan N. Wiebes, vrachtrijder, Bloemendaalsche Weg 209, Bloemen- daal, W. F. F. van Engelen, Bakenes- sergracht 98, mejuffrouw A. Derni- son, Prinsen Bolwerk 12, die goede ren koopt op naam van eene Van der Reep, C. Tack, sigarenhandel, Spaarnwouderstraat 49, zich om in lichtingen te vervoegen aan het kan toor. Volgens art. 7 dient het geheim der lijsten van wanbetalers ongeschon den te blijven. Alle brieven, aanvragen, reclames of wat ook, moeten worden geadres seerd aan het bureau, dat geopend is dagelijks van 's morgens 9 tot 1 uur en 's namiddags van 2 lot 4 uur, waar dan ook verdere inlichtingen zijn te bekomen. Het Bestuur heeft bemerkt, dat men soins meent, dat men, hoewel geen lid der H. H. V., toch van haar infor matiën kan bekomen, en brengt nu nogmaals en uitdrukkelijk ter kennis dat alleen aan leden der Vereeniging Informatiën door haar worden ver strekt. en dat voor informatiën op hier ter stede woonachtige personen nooit betaling mag worden gevor derd. HET BESTUUR. Amsterdamsche Kout Amsterdam is heel wat veranderd de laatste jaren. Men behoeft heuscli niet de fantasie ie hulp te roepen, lijk in de operette „Rip" van den man die twintig jaar geslapen heeft en bij zijn ontwaken menschen en toestan den ontzettend veranderd vindt, doch denk slechts aan iemand die tien A vijftien jaar elders een woonplaats heeft gevonden en nu weer eenigen tijd in zijn geboorteplaats verblijft. Wat zal hij zijn oogen uitkijken! Het Damrak alleen, wat is het niet ver anderd in dien tijd. De nieuwe Beurs, heeft aan de binnenkomst van Am sterdam, in plaats van 'n Hollandsch een Noord-Duitsch cachet gegev het er dus niet mooier op gemaakt,, doch eenige monumentale gebouwen aan den kant van de Beurspassage vergoeden dit weer gedeeltelijk. De Dam zal hem ontzettend leeg schij nen, nu de harmonie door de verwoes ting der Beurs is verbroken, slechts een kale ruimte achterlatende en neemt hij een kijkje inWarmoesstraat of Nes, vooral 's avonds, dan zal hij niet begrijpen hoe men 't daar een maal de vroolijke buurt noemde. Ook de avonddrukte in de Kalverstraat zal hem niet meevallen, doch daaren tegen is de oude Botermarkt en haar naaste omgeving een klein stukje we reldstad geworden, waar alleen het onnutte, half-afgesloten, zelden door anderen dan landloopers betre den plantsoen hem er aan herinnert, dat als de Amsterdammers een aan vechting krijgen tot al te modern grootsteedsche gedachten, er steeds een stem in hun binnenste is, die hen dwingt op zeker punt te blijven stil staan, waardoor de stad een Ieelijke staalkaart van divers© begrippèn wordt. De oude Salon des Variétés is ook gevallen en geeft nu als „de Nieuwe Karsenboom" een groote volkscon certzaal, schitterend verlicht, waar men bij een consumptie van 15 cent van twee muziekkapellen kan genie ten, een heeren strijkorkest en een Wiener damenkapel, die om de beurt zich doen hooren. Doch die Nieuwe Karsenboom is ook niet gesticht volgens een groot plan, doch met Hollandsche voorzich tigheid gegroeid, met het gevolg dat het ©enigszins den indruk maakt van een reeks aangrenzende café's en niet van één mooie zaal als „Mille Colonnes" of „de Kroon". Doch laat ik niet alles aanstippen wat den 15 jaar uit Amsterdam aan wezige in verbazing zou brengen. Hij zou geheel een andere stad terugzien, liet oude Amsterdam zou alleen in herinnering zijn blijven voortleven. De verbazing zou ook niet alleen in gunstigen zin moeten worden opge vat, want hadden we ook al veel ge kregen wat we nu gemeen hebben met wereldsteden, verdwenen is zoo ont zettend veel meer wat de hoofdstad aantrekkelijk, gelukkig, vroolijk, wel varend maakte. Daar heeft een af- braakstorm gewoed, die onze oude goede stad stukje voor 6iukje afbrak Haarlemsner Halletjes EEN ZATERDAGAVONDPRAATJE. „Fidelio", zei mijn. vriend Hup- slra, met een zucht, „ik weet eigen lijk niet goed, waarom wij altijd maar met elkaar zitten te praten. Niet wij samon, bedoel ik, maar wij menschen im 't algemeen." Ik was over deze opmerking buiten, gewoon verwonderd. Als één mansch op de wereld oen liefhebber van pra^ ten is, don is 't wel diezelfde Hup- stra. Hij praat graag, hij praat veel, hij praat mag ik wed zeggen altijd. Zijn mond m-oet een bepaalden praat- plooi gekregen hebben, want 'Ie men- 6chen in de tram, in den Lrcm en op Straat zien het hem onmiddellijk aan, dat hij toegankelijk is voor een praat, je En deze man, die niet zou kunnen kven zonder praten, maakte nu daarover zulk een sombere opmer king l „Och", zei hij, „ik heb opgemerkt, dat de meeste menschem niet praten omdat ze wat to zeggen hebben, als wel omdat ze hun mond niet kunnen houden. De spieren van den mond komen denkelijk, als je 's morgens wakker wordt, vanzelf in trilling, puur uit gewoonte, mond en keel vol gen en vóórdat je het zelf weet, heb tot de naaste omgeving gezedd: „gooien morgenDaarna, gaan de spieren weer trillen en vormen zich die woorden„koud van morgen, of frisch, of warm, al naar den tijd van 't jaar." „Maar daarbij komen dan toch je hersens te nas", merkte ik on. „Volstrekt niet", zei hij, je her sens slapen in de vroegte nog, bij sommige menschen worden ze den boelen dag niet wakker. Stap je het bed uit, dan krijg je een gewaarwor ding op je huid, dat het warm, frisch of koud is en onmiddellijk daarna gaat je mond open om die gewaar wording te veertellen. Dat noemen ze, moet je weten, onder de geleerden leen reflexbeweging." Ik geloof, dat ik hij die mededee- 'ling een beetje onzeker heb gekeken. Wanneer vriend Hupstra het over ge leerdheid gaat hebben, dan ben ik uit ervaring Liefst een beetje voor zichtig. Of hij dat opmerkte weet ik niet, maar hij wou me overtuigen van de nutteloosheid van praten en ■Qcodigdo me dus uit, eens een paar maal in de ©Lectrische traan de stad met hean rond te rijden. Hij zou me de proef op de som leveren. Dat deden we en nauwelijks had den we ©en honderd meter gereden, of er stapte «en dikke man in. Juist toen hij wou gaan zitten, kreeg de wagen een stoot, zoodat hij min of meer onzacht op de bank viel. ,'t Is kras", zed Hupstra. hardop, „dat de straten bier zoo ongelijk zijn de belasting toch maar voortdu rend hooger wordt." De guit gaf mij een knipoogje, ik begreep, dat hij aankno oping zocht voor een gesprok. En dat lukte won derwel. „Mijnheer", zei de dikke man, ziich tot Hupstra keerende, „u heeft wel gelijk. Altijd la het belas tingbiljet maar hooger en wat je eer Voor krijgt, weet je niet Daar heb ben ze me pas mijn aanslag met Viifhonderd sm'dcm verhoogd, ik ga en er wel wat nieuwers maar geens zins beters voor in de plaats gaf. Op al lerlei terrein wordt ondanks het ru moer door de nieuwlichters gemaakt zoo terugverlangd naar het oude. Er is natuurlijk maar zelden held dat in de practijk te toonen. Men kan wel schrijven de Nieuwe Beurs heeft Amsterdam bedorven, de gelegenheid ontnomen, de hoofdstad werkelijk te moderniseeren en een breeden verkeersweg te scheppen, die zich van 't IJ tot den Amstel zou slin geren. Breek dien sta-in-den-weg voor Amatol's toekomst dus af, maar daar om gebeurt het nog niet. Een raads lid is zeer voorzichtig en zou niet graag met een voorstel voor den dag willen komen, waarmee zijn verstan dige, moderne mede-vroede-vaderen hem in de maling zouden kunnen ne men. Daarbij is de Raad niet weifel- achtlgcr dan de burgerij zelf. Men voelt wol waar do schoen wringt, rnaar durft hem toch niet goed uit te trekken. In vele zaken blijft men hin ken op twee gedachten, wil de kool en de geit tegelijk sparen. Het gevolg daarvan geweest, dat Amsterdam t9 halfbakken modern is geworden, om nog gemoedelijk oud-Hollandsch te zijn, te kleinsteedsch is gebleven, om op den naam wereldstad te mo gen bogen. We hebben mooie trams, waar men voor weinig geld zeer groote afstan den mee kan afleggen, doch wanneer men zr'ch op het tegenwoordige mid denpunt van Amsterdam het Rem- brandtplein bevindt, is er geen tram, die u tegen enkel tarief rechtstreeks naar de Deli-buurt, naar Kattenburg en de Czaar Peterstraat, naar het Westerkwartier, naar de dichters- buurt, naar het Museum-kwartier, ja zelfs niet naar Amstel's tweede plein het Leidscheplein brengt. 't Is eigenaardig, die hulpelooze po gingen, die we soms doen, om weer naar het oude terug te keeren. Nu weer heeft ons oer-Amsterdarnsche Raadslid een voorste! ingediend, de vischmarkt weer terug te brengen naar de Nieuwmarkt, bij de Gelder- sche Kade en de loodsen, die een deel van onze De Ruyterkade zoo jammer lijk hebben bedorven, tot brandhout stuk te slaan. Heerlijk dit voorstel, al weten we ook vooruit, dat er niets van komt. Hadden we ma.ar meer zuïïce practi- sche Amsterdammers in den Raad, als de heer Van der Velden. Hoe zou dit deel der bevolking, dat van den vischhaudel leeft, juichen als die utopie eens verwezenlijkt werd hoe veel vreugde zou er heerschen onder de neringdrij venden, in het oudste deel der stad, die zich hij stijgende lasten van «en groot deel van hunne Inkomsten zagen beroofd, zonder dat anderen er beter van konden wor den, om de eenvoudige reden, dat in de dorre zandwoestijn achter het Centraal-station geen menschen wo nen. Men zou 't kunnen probeeren, Am sterdam weer te repareeren vólgens het oude model systeem-Van der Velden maar het zou de vraag zijn of het nog lukken zou. Want niet al leen Amsterdam is veranderd, maar ook de Amsterdammers. Ze zijn zich aan gaan passen aan veranderde toe standen, zouden zich mogelijk niet eens meer thuis voelen als hersteld werd het oude Amsterdam, dat nu nog voortleeft als lieflijk beeld in hun herinnering. Sterk sprekend, is wel de veranda- ■ing van dietnkwiize van die Amstev- dammers, die in die wijk huizen, wel ke vroeger als de Nieuwe Stad be kend at and. Daar werden eens de grondslagen gelegd voor de nieuwe ideeën, daar ward de radicale partij geboiran, van daar uit weird Gerrit sen als de eerste radicaal in deiu Bcnd gebracht. Van daar uit ver spreidde zich ae sirooming over heel oud-Amsterdam, waardoor we een Gemeende raad kregen^ die door heel heit land als rood beleend stond en bijv. als tegenhanger gold van het g.&mo,edelïjk college der Vroede Va- doren uit de Rot tast ad. Hoe die roede kleur is verbleekt, het bleek dezer dagen overtuigend bij de behandeling van de motio-Kete- l'aar ïn zake de drie ontslagen ge meente-ambtenaren. Dat ae op nikte uit aoiu loopeen, wend door mij needs voorspeld, doch dat de storm in zulk oen bifctetrgLaasje water zou woeden overtrof toch nog elks verwachting. Doch nu de politieke meening der voormalige Nieuwe Stad het vijf de kiesdistrict, zalf. Tot vóór betrek kelijk korten tijd waren de vrijz.-de. mocraten, de mot den eisch das tljds nïeegegane radicalen, daar nog ov.er. heer-schend. De heer Ketelaar wetrd hij dc laatste verkiezingen voor Kamer, Staten an Raad nog steeds ronder her stemming gekozen, hij vareeaagde dus meer stemman op zich dan alle •ar deioe partijen te zaraam Bij do laat ste Raadsverkiezing werden ongev. 6400 stemman uitgebracht. Zeg dat hierbij dus 3200 vrijz.-dean, hebban gestemd, d'an zouden er toch nog ruim 2500 overgebleven zijn. De cain- didaat der vrijz.-dem., de heer Men- dell, was niet populair, soit, onbe- grijpeiliik blijft het toch, dat hij slechts 500 stemmen op zich veraanig- de, één vijfde dus van het stemmen- aantal, waarop onder deze omstan digheden een vrijz.-dem. had mogen rekenen. Buurt Y Y hoeft in politieleen zin openhouden buurt Y Y te zijn. De linkervleugel der vrijz. partij is hier verlamd geworden. Ik bepaal mij na tuurlijk uitsluitend tot te constatee- ran, wat is zonder conclusies te trek ken. Maar tevens wil ik nog op iets eigenaardigs wijzen. De winkelstand, ontevreden door hooge belastingen etc. maakte langen tijd gemeene zaak met de vrijs.-dam. Maar ook dat is voorbij. Krachtig werd van den be ginne af da liberaal door de winke liers gesteund, wat ook als een tee- ken mag gelden, dat onze handel drijvende middenstand maar matig tevreden is met het voortschrijden van dan vooruitgang in onze hoofd stad. H. HENNING Jr. Stadsnieuws Nut s-S paarbank. Door het bestuur der Spaarbank van het Departement alhier zijn de rekeningen over de 1ste belft 1908 afgesloten, en is de balans op 30 Juni 190S definitief vastgesteld. Op 1 Januari was aan de gezamen lijke deelhebbers (4370) verschuldigd f 905.120.02 1/2, dit bedrag vermeer derde door inbreng, in 1977 posten, met 106.099.81 1/2, door bijgeschre ven rente a 3 met 13.255.43 1/2, doch verminderde door terugbetaling in 1400 posten, met 105.240.82, blijft saldo oo 30 Juni 1908 [4367 deelheb bers) f 919.234.45. Vnn de ingebrachte posten waren er 47 van minder dan f 1, 623 van f 1 tot f 10, 1041 van f 10 tot J 100 255 van M00 tot f 1000, en 11 van f 1000 en hooger. Van de terugbetaalde posten waren er 1034 van niet minder dan 25, 197 van boven f 25 tot f 100, 129 van boven 100 tot 500, en 40 van hoven de 500. Het gemiddelde bedrag der posten van inbreng beneden 100 was 18.87 1/2, dat van hoogere ƒ277.44 1/2. Het gemiddelde bedrag der posten van uitbetaling van hoogstens f 100 was f 23.07 dat van 100 tot f 500 237.48 1/2en dat van boven de 500 1155.10. Een der deelhebbers 's de School- spaarbank, die op 2 scholen hier ter stede in werking is. Van 1 Januari tot 30 Juni werd daar aan kapitaal ingebracht 364.64 1/2, aan rente bij geschreven f 12.98 1/2, en terug be taald J 641.49, terwijl aan rente werd uitbetaald 4! 53 1/2. Op 30 Juni hadden 241 kinderen te zamen 912.66 1/2 te vorderen. Het kapitaal der Spaarbank be droeg op 30 Juni J 1.043.698.851/2, waarvan 154.600 was belegd in hy potheken, f 14.000 in obligation ten laste der provincie Noord-Holland, 14.620 in obligation ten laste der ge meente Rotterdam, 13.500 in loening aan dan Grooten IJpolder, 840.300 in prolongaiiën, overigens f 6580.99 in- kasgekl; f94.86 1/2 in rekening-cou rant met Guepin en Van der Vlugt en f 3 aan balanswaarde van meube len, enz. De Reserve, zijnde de waarde van het kapitaal boven hetgeen aan de deelhebbers is verschuldigd en een bedrag van f37.50 voor nog te beta len huur, bedraagt 124.426.90 1/2, of ruim 13 1/2 van het aan de deel hebbers verschuldigde. Het bestuur der Spaarbank bestaat thans uit de heeren Mr. Th. de Haan liugenholtz (voor zatter), A. J. Kluppel, Dr. E. van dor Ven, J. A. Fontein (boekhouder), J. de Koek, J. Willeuis thesaurier), L'. J. K. Versfeit, A. Ratelband, f! L. van Aimuers, J. B. Rutgers van der Loeff, ALi-. L. R. van Stoterd ij ck, A. F. A. van Scherpenberg, J. Ver wij nen, Mr. A. H. J. Merons (secretaris), N. J. Dardenne Ankringa, B. Braat, M. Lugt, S. K. Sybrandi, J. de Breuk Lz., Mr. A. S. Miedema (kassier), J. D. Rutgers van dar Loeff, Mr. L. J. van Touloai van der Koog, P. Prager, F. Cool, G. E. Otto, W. II. Hopperus Buma, J. W. Stoutjesdijk, O. D.~ Ern- rik, P. van de Water, J. W. Aniens, Mr. D. H. Andreae, J. Wentholt en Dr. W. Pauw. Rubriek voor Vrager». Öcabonueerden hebben het voorrecht vrsgen op verechilleiid gebied, mits voor beautvroording vutbear, in te zeuden bij de Redactie van Haarlem's Dagblad, Groote Houtstraat 63. Alle antwoorden worden geheel kosteloos gegeven en, voor zooveel mogelijk is, den dag ua de inzending. VRAAG. Maar is het adres van den Betrekkinggids, van don Consul van Noord-Amerika an den Minister van Buii.ealahdschö Zaken ANTWOORD- Hat adres van den Bo trakkinggids is Edauw en Johaiwiis- seu te Gouda, dat van den Consul 2de Weteringplantsoeu 7 Amsterdam, en duf van den Minister den Haag. VRAAG. Ik ben 14 dagen ziek ge- weosL Toen ik naar huis ging, heeft mijn baas gezegd, dat ik weer terug kon komen, nu het er op aankomt zegt hij, dat hij het wel kan reddan. Kan ik nn de 14 dagen, dat ik ziek guweest ben en n-og 14 dagen boven dien, van hem vragen ANTWOORD. \V aoiineeo- «r geetn af spraak bestaat, dat u hij ziekte een deel van nw loon zal ontvangen, kan u mot succes dat niet eischeu. Even- zoo meeuen wij, dat- er wein'g kans bestaat om de volgende veertien da- gen betaald te krijgen. Een vriende lijk verzoek is het eenige middel. In. liet komende arbeidscontract worden zulke zaken geregeld. VRAAG. Ik heb zes zoons, de eerste heeft vrij geloot, de tweede !s er im geloot, maar werd afgekeurd, de der de is er ingeloot en heeft gediend, de vi-erde heeft te Schoten geioo't en No. 31 getrokken van de 76 iobelingtn. Is de vierde nu vrij of niet ANTWOORD. Neen, maar als hij dienen gaat, zal de vijfde worden vrijgesteld en de zesde weer dienst plichtig zijn. 25-j arigjubiló. Den len November zal het 25 jaar geleden zijn, dat Th. Voorneveld bij de posterijen als brievenbesteller in dienst trad. V r ij e- e n O r d e-oefeningen. Amsterdam, 22 October. Geslaagd de heeren D. Loenen, J. Dijkstra en E. L. E. Bakker, van Haarlem en de dames J. K. Ham, H. J. W. Krijgsman en A. P. Stadt van Haar lem. COIFFÊÜRS. In het Hollandsch noemt men ze kappers, aldus het Huisgezin. Maar daar Hollandscb nu eenmaal nfet def tig is, noemen we de onmisbare bur gers, die onze hersentronunel verzor gen,... coiffeurs. Je hebt verschillende soorten vaa coiffeurs. Je hebt er, wier mes zoo zacht snijdt alsof er mot een veer langs je gezicht wordt geaaid, en je hebt er, onder wier behandeling je een gevoel krijgt ongeveer als een pa ling, die levend gestroopt wordt. En dat is een heerlijk gevoel! Gelukkig de sterveling, 'die zoo'n coiffeur van dit laatste soort heeft gevonden en zich wegens de zwaarte van z'n haard dagelijks moet laten scheren. Je hebt coiffeurs in de stad en je hebt coiffeurs in het dorjï; j© hebt coiffeurs van beroep en je hebt ama teurs. Vooral in het dorp zijn de ama teurs steek vertegenwoordigd. Hun hoofdbedrijf is gewoonlijk kleerma ker, schoenmaker of eenig ander nuttig ambacht, waarbij ze dan het beroep van coiffeur en barbier als bijzaak uitoefenen. Het ligt in den aard van de zaak, dat je bij verschillenden verschillend wordt behandeld. In de stad gaat het ongeveer als volgt: Je komt binnen, je kijkt of het niet te druk is on je neemt plaats. „Haarsnijden ux'aeer? Ja m'neer. Asjeblief m'neer. Een beetje kort ra'neor? Vooral van achteren. Asje blief m'neer! Mooi weer m'neer, uw hoofd een beetje voorover asjeblief. „Druk in de siad, m'neer? ja m'neer, altijd met den marktdag m'neer. Wat uitdunnen? neen m'neer, asjeblieft m'neer. En dan die tentoonstelling, dat maakt het nog veel drukker. Gis teren was die m'neer hier, die den eersten prijs won, of liever die os van hem, m'neer. Neen de os was niet hier me'neer, maar de m'neer zelf m'neer, maar de gb won den prijs, ziet u m'neer. Een mooi beest m'neer. Pommade m'neer, neen m'neer? asje blief m'neer. Anders heel goed voor liet haar nineer. Toch niet, m'neer? Asjeblief m'neer. „Nieuws m'near? neen m'neer, niets m'neer. Van morgen viel er een man uit een raam in de Hinthamerstraat, met een lessenaar m'neer. Onbegrij pelijk; zoo zagen ze niets en zoo kwam hij er uit tuimelen, m'neer. Dood m'neer. Lessenaar in driecn. SjaiïP poe, m'neer. Asjeblief m'neer. Harden of zuchten borstel meneer? Harden m'neer. Ja m'neer. Asjeblief m'neer. „Mooie banden m'neer? ja m'neeer, van koetsjoek voor het rekken weet vu Mooie uitvinding uit Amerika Gauw en zoo gemakkelijk, m'neer. U zoudt zoo'n band niet juist in het rad kun nen gooien m'neer, maar wij doen 't gemakkelijk, zóo m'neer ziet u m'neer. Gewoonte m'neer, anders niets. Jammer dat ze wel eens bre ken. De invloed van het weer, m'neer. Gisteren borstelde ik iemand en knap! daar vliegt de band in tweeën m'neer. Ongelukken m'neer? Neen, m'neer. Het stuk raakte hem juist in zijn oog, zijn rechter, maar anderr gelukkig niets, m'neer. Wasschen' m'neer? Asjeblief m'neer. „Mooi hoofd met haar nog m'neer, voor iemand van nw leeftijd. Beetje dun van boven? Ja m'nheer, als ik u was en ik ging naar de kerk m'neer, dan, dan ging ik op het oxaal zitten. Ha, ha, ha! Maar anders nog mooi haar, meneer. Een fleschje Radian- r.aar 't stadhuis om t© reclomoeren denkt u, dat 't me wat helpt Nie mendal, ik kroeg nul op 't request en moest betalen. En dat in een tijd als tegenwoordig. De zaken gaan slecht m eir is nieits te verdienen. Je mag blij wezein, dat je het hoofd boven water houdt en fatsoenlijk ieder het zijiuo geeft. Verleden week was ik met mijn familie in de variété te Am sterdam, toen die bekende komiek, och hoe heet ie ook weer, dat aardi ge liedje zong over een gemeente raad, die maar geld uitgeeft, dat wij moeten opbrengen och hoe heet de kerel ook weer nu, 't doet er ook niet toe, maai* aardig was het. 's Avonds, toen we bij Kras Zaten, mocht ik nog zoo tegen mijn vrouw zeggen„gelijk heeft de man." Als mijn kinderen oudee wa ren geweest, hadden ae 't ook wel be grepen, maar dat kun je van 10 en 12 en 14 jaar niat verwachten." Hupstra praatte zoo'n bee'Ja met hem mee. Toen de dikke man den wa gen uitging, was hij hael vriendelijk <x. blijkbaar erg met ons ingenomen en vooral met het feit, dat hij zijn hart eens goed had uitgestort.'" „Nummer ean", zei Hupstra. j,Kan rauwelijks een dikke twintig gulden belasting méér betalen en gaat met zijn vrouw en drie kinderen naar do variété te Amsterdam, wat wel zoo ongeveer hetzelfde zal gekost hebben. Goeden morgen, juffrouw." Deze groet was gericht tot een da me, diio hij hielp door haar bagage aan te nemen en im het niet te leggen. Beter gelegenheid om een gesprek te beginnen was er zeker niet. En toen hij dan ook belangstellend vroeg: „heb ik niet de eer, juffrouw Van der Molen te zien? Mijn naam s Hup stra 1" ging ze ex bereidwillig op in an deelde mee, dat ze juffrouw StieinB- ma was, geboortig van Leeuwarden en of mijnheer misschien iin de war kon wezen met haar zuster, die in Gouda getrouwd was. Hupstra zed, dat hij 't niet dacht, omdat hij im die stad geem kennissen had, welke opmerking evenwel de juf frouw in 't geheel niet afschrikte om toch bet gesprek voort te zetten. Ze had al dadelijk toen ze binnenkwam, gedacht dat ze mijnheer meer ge&iem 'had. Hij deed haar zoo denken aan den ontvanger te Willemsdorp, zoon dikke, oen beste man, maar die wei nig geluk in zijn teven had gehad: «en vrouw dood en two© ki idercai aan d© typhus gestorven. Had mijn beer er niet van gehoord 't bad des tijds eon heel© consternatie gegeven. Gumtelmam heette hij, ja, dus een broer van mijnheer kon hij niet we zen, dan een neef misschien, vanwe ge de gelijkenis Hupstra verklaarde, mijnheer Gun- telmam zelfs niet te kennen. Dit sloeg de juffrouw volstrekt niet uit het void. Och ja; er was eenmaal maar gelijk dan eigen. Ze had wel sen land. bouwer gekend in Utingeradeel, die 'demzelfdem naam had, een kerel als een boom, wel een voet langer dan mijnheer, een brave man, dio een groot gezin had. Maar nu ze zich goed bezon, heette hij niei Hupstra, maar H Lenstra „O, dat scheelt zooveel niet", merk te Hupstra vriendelijk op. Nee, dat vond de juffrouw ook, maar een beet. je anders was het toch wek En ze maakte zich zichtbaar gereed om een anderen Nederlander Ier sprake te brengen, waarmee Hupstra n'et d© minste relatie had, toen do conduc teur de Korte Veerstraat airiep, waar ze wezen moesit, zoodat ze opsprong, met een altervriendelijksten groet naar de deur ging en haar pakjes in het net vergeten zou hebben, wan neer Hupstra haar die niiiet achterna gedragen had. „Dit in", zei Hupstra, „er een, die praat om te praten. Als je die laat begaan, dan haaLt z© er den Groot Mogol hij &a de tante van don nota ris van Weetik waar ook vve«r, die bij het schuitjevaren in een modder sloot over boord gevallen en verdron ken la, juist toen ze dacht, dat een jcngmensch, dien ze ai lang hol mo gen lijden, haar ten huwelijk vragen zou. Alios au ruim driie en vijftig jaar geleden- Maar hier- krijgen we een nieuwen medereiziger. Op de tree sprong een heer, die tot don conducteur zei„Voor mij hoef je nooit te stoppen, conducteur. Waar ik ook ben, altijd spring iik in 't voor bij gaan op den wagen. Voor mij heeft de wagenvoerder geen moeite te deen om te stoppen en weer aan te zetten. Zóó veeleischend ben ,k niet. Je hebt", ging hij voort, zich natuur lijk tot Hupstra wendende, dien hij het aanzag, dat hij voor een praatje geschikt was. „je hebt menschen, mijnheer, die in alles en nog wat op hun wenken bediend willen werden. Den van mijn vrienden, anders niet kwaad, laat bijvoorbeeld altijd de paar dentram ophouden. Gekheid, zeg !ik, dieren kwellen, anders niet. Waarom spring je niet op den wagen. zooals ik Durf je niet 't Ts maar oen. quaestle van courage. Ik ben ook goen jong.:--' moer, maar dat kon ik toch nog. Een retourtje, conducteur.! Heb je terug van vijf en twintig gul den De conducteur zocht en telde, maar kon het niet verder dan tot twintig guldon brengen. „Komaan", zei de springer, als je nog eens goed kijkt. Heb je 't wezen lijk niet Dat is toch te zot, de direc tie moest zorgen, dat jelui behoorlijk' •wisselgeld had. Hoe moet dat nou Ik heb niets anders hij me Wil ik liet u te goed houden, als u uw naam opgeeft vroeg de con- ducteur goedig. „Nee, dat hoeft niet, maar ik vind 't kras hoor, een slechte regeling, geten goeie administratie." En al pruttelend© haalde hij een lossen gul den uit zijn zak en betaald© daarmee, maar gaf in weerwil van al de druk te die hij veroorzaakt had, geen fooi. Toen hij ons veriaten had, zei Hup stra „Dit is er een, die mooi praati maar de toepassing vergeet. Kon hy dan niet evengoed zijn mond hou den „Hupstra", antwoordde ik, van den wagen afstappende, „je kunt ge- lijk hebben. Wat mij betreft wordt er wat minder gepraat. Maar zou je niet denkan, dat wij samen hier een lesje hebben opgedaan, hoe we niet moe- ten praten, zoodal al die pralerij ten slotte toch wel liaar nut heeft ge had 2* FIDELIO.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1908 | | pagina 5