HAARLEM'S DAGBLAD.
TWEEDE BLAD,
Onze Lachhoek.
Z1TJSRDA.G 24 OCTOBER 1908
Haarlemsche
Handelsvereeniging
Seedgok. by Kon. BeaL ran 12 Nov. 1869
De Haarlemsche Handelsvereeni
ging hier ter stede, opgericht 10 Mei
J.892, heeft in den loop van den tijd
Wel haar recht van bestaan bewezen,
In zeer vele gevallen, zaken van ver
schillenden aard betreffende, is zij
opgetreden en dikwijls met groot
puCcès. Jammer echter, dat men alge
meen niet meer blijk geeft, dit te
waardeeren, door als lid der Vereeni-,
ging toe te treden. Er zijn wel meer
dan 600 leden, maar dat is niet vol
doende. Elk handelaar, neringdoen
de, ja zelfs particulieren, moesten iid
worden, om tenminste te laten gevoe
len, dat meu het werk op prijs stelt,
dat de Haarlemsche Handelsvereeni
ging steeds opneemt, als doende, wat
hare hand vindt om te doen.
De voordeelen, die de Vereeniging
Duiten hare bemoeiingen van ver
schillenden aard, haren leden aan
biedt, zijn zeer vele en zeer groote
legenover de geringe jaarlïjksche
contributie van 3.50, die gevraagd
wordt.
De Haarlemsche Handelsvereeni
ging bemoeit zich in de eerste plaats
er mede, de belangen van hare leden
te bevorderen, door onwillige beta
lers voor hen tot betaling aan te
manen en 'informatiën voor hen in te
winnen. Bovendien hebben de leden
het recht, het hun gratis te verstrek
ken advies van den rechtsgeleerden
adviseur der Vereeniging te vragen,
die ook in proceduren en faillisse
menten gratis voor hen optreedt, na
tuurlijk alleen voor zaken betreffeude
den handel en het bedrijf der leden.
Het blijkt ia den iaatsteu tyu
dat meu deze heinngr^ke voordee
len begint te waardeeren want
Süderfc Hei meldden ziek 67 nieuwe
leden
Rechtsgeleerde adviseurs der Ver
eeniging zijn de heeren Mrs. Th. de
üaan Hugeuholtz en A. H. J. Merens,
Üpaarne 94, alhier, die voor de leden
clkeri werkdag van 24 uur des na
middags ziju te spreken.
Het bureau der Vereeniging is ge
vestigd Jansweg 11.
Voor ineassos door bemiddeling
der Vereeuigiug wordt een vast
recht van pet. der vordering bere
kend.
Bovendien moet 10 cent voor port
steeds worden bijgevoegd, bij inzen
ding van vorderingen door bemidde
ling der advocaten te innen.
De kosten van informatiën naar
buiten de stad woonachtige personen
bedragen 60 ets. per informatie, plus
vijf cents porto-vergoeding. Informa-
tlëp naar binnen de stad wonende
'personen worden gratis verstrekt.
Pretentiën op buiten de stad wo
nende personen worden niet behan
deld, wanneer niet 10 ets. voor porto
vergoeding is toegevoegd.
RuTin 1748 informatiën en rechts
geleerde adviezen werden in het afge-
'loopeu jaar gegeven.
In Augustus en September 1908 zijn
5i vorderingen tot een .bedrag van
1266.53 1/2 betaald; 11 vorderingen
worden afbetaald, 12 vorderingen
zijn uitgesteld.
Men wordt geraden alvoren3 te le
veren aan N. Wiebes, vrachtrijder,
Bloemendaalsche Weg 209, Bloemen-
daal, W. F. F. van Engelen, Bakenes-
sergracht 98, mejuffrouw A. Derni-
son, Prinsen Bolwerk 12, die goede
ren koopt op naam van eene Van
der Reep, C. Tack, sigarenhandel,
Spaarnwouderstraat 49, zich om in
lichtingen te vervoegen aan het kan
toor.
Volgens art. 7 dient het geheim der
lijsten van wanbetalers ongeschon
den te blijven.
Alle brieven, aanvragen, reclames
of wat ook, moeten worden geadres
seerd aan het bureau, dat geopend
is dagelijks van 's morgens 9 tot 1 uur
en 's namiddags van 2 lot 4 uur,
waar dan ook verdere inlichtingen
zijn te bekomen.
Het Bestuur heeft bemerkt, dat men
soins meent, dat men, hoewel geen
lid der H. H. V., toch van haar infor
matiën kan bekomen, en brengt nu
nogmaals en uitdrukkelijk ter kennis
dat alleen aan leden der Vereeniging
Informatiën door haar worden ver
strekt. en dat voor informatiën op
hier ter stede woonachtige personen
nooit betaling mag worden gevor
derd.
HET BESTUUR.
Amsterdamsche Kout
Amsterdam is heel wat veranderd
de laatste jaren. Men behoeft heuscli
niet de fantasie ie hulp te roepen,
lijk in de operette „Rip" van den man
die twintig jaar geslapen heeft en bij
zijn ontwaken menschen en toestan
den ontzettend veranderd vindt, doch
denk slechts aan iemand die tien A
vijftien jaar elders een woonplaats
heeft gevonden en nu weer eenigen
tijd in zijn geboorteplaats verblijft.
Wat zal hij zijn oogen uitkijken! Het
Damrak alleen, wat is het niet ver
anderd in dien tijd. De nieuwe Beurs,
heeft aan de binnenkomst van Am
sterdam, in plaats van 'n Hollandsch
een Noord-Duitsch cachet gegev
het er dus niet mooier op gemaakt,,
doch eenige monumentale gebouwen
aan den kant van de Beurspassage
vergoeden dit weer gedeeltelijk. De
Dam zal hem ontzettend leeg schij
nen, nu de harmonie door de verwoes
ting der Beurs is verbroken, slechts
een kale ruimte achterlatende en
neemt hij een kijkje inWarmoesstraat
of Nes, vooral 's avonds, dan zal hij
niet begrijpen hoe men 't daar een
maal de vroolijke buurt noemde. Ook
de avonddrukte in de Kalverstraat
zal hem niet meevallen, doch daaren
tegen is de oude Botermarkt en haar
naaste omgeving een klein stukje we
reldstad geworden, waar alleen
het onnutte, half-afgesloten, zelden
door anderen dan landloopers betre
den plantsoen hem er aan herinnert,
dat als de Amsterdammers een aan
vechting krijgen tot al te modern
grootsteedsche gedachten, er steeds
een stem in hun binnenste is, die hen
dwingt op zeker punt te blijven stil
staan, waardoor de stad een Ieelijke
staalkaart van divers© begrippèn
wordt.
De oude Salon des Variétés is ook
gevallen en geeft nu als „de Nieuwe
Karsenboom" een groote volkscon
certzaal, schitterend verlicht, waar
men bij een consumptie van 15 cent
van twee muziekkapellen kan genie
ten, een heeren strijkorkest en een
Wiener damenkapel, die om de beurt
zich doen hooren.
Doch die Nieuwe Karsenboom is
ook niet gesticht volgens een groot
plan, doch met Hollandsche voorzich
tigheid gegroeid, met het gevolg dat
het ©enigszins den indruk maakt van
een reeks aangrenzende café's en
niet van één mooie zaal als „Mille
Colonnes" of „de Kroon".
Doch laat ik niet alles aanstippen
wat den 15 jaar uit Amsterdam aan
wezige in verbazing zou brengen. Hij
zou geheel een andere stad terugzien,
liet oude Amsterdam zou alleen in
herinnering zijn blijven voortleven.
De verbazing zou ook niet alleen in
gunstigen zin moeten worden opge
vat, want hadden we ook al veel ge
kregen wat we nu gemeen hebben met
wereldsteden, verdwenen is zoo ont
zettend veel meer wat de hoofdstad
aantrekkelijk, gelukkig, vroolijk, wel
varend maakte. Daar heeft een af-
braakstorm gewoed, die onze oude
goede stad stukje voor 6iukje afbrak
Haarlemsner Halletjes
EEN ZATERDAGAVONDPRAATJE.
„Fidelio", zei mijn. vriend Hup-
slra, met een zucht, „ik weet eigen
lijk niet goed, waarom wij altijd
maar met elkaar zitten te praten.
Niet wij samon, bedoel ik, maar wij
menschen im 't algemeen."
Ik was over deze opmerking buiten,
gewoon verwonderd. Als één mansch
op de wereld oen liefhebber van pra^
ten is, don is 't wel diezelfde Hup-
stra. Hij praat graag, hij praat veel,
hij praat mag ik wed zeggen altijd.
Zijn mond m-oet een bepaalden praat-
plooi gekregen hebben, want 'Ie men-
6chen in de tram, in den Lrcm en op
Straat zien het hem onmiddellijk aan,
dat hij toegankelijk is voor een praat,
je En deze man, die niet zou kunnen
kven zonder praten, maakte nu
daarover zulk een sombere opmer
king l
„Och", zei hij, „ik heb opgemerkt,
dat de meeste menschem niet praten
omdat ze wat to zeggen hebben, als
wel omdat ze hun mond niet kunnen
houden. De spieren van den mond
komen denkelijk, als je 's morgens
wakker wordt, vanzelf in trilling,
puur uit gewoonte, mond en keel vol
gen en vóórdat je het zelf weet, heb
tot de naaste omgeving gezedd:
„gooien morgenDaarna, gaan de
spieren weer trillen en vormen zich
die woorden„koud van morgen, of
frisch, of warm, al naar den tijd van
't jaar."
„Maar daarbij komen dan toch je
hersens te nas", merkte ik on.
„Volstrekt niet", zei hij, je her
sens slapen in de vroegte nog, bij
sommige menschen worden ze den
boelen dag niet wakker. Stap je het
bed uit, dan krijg je een gewaarwor
ding op je huid, dat het warm, frisch
of koud is en onmiddellijk daarna
gaat je mond open om die gewaar
wording te veertellen. Dat noemen ze,
moet je weten, onder de geleerden
leen reflexbeweging."
Ik geloof, dat ik hij die mededee-
'ling een beetje onzeker heb gekeken.
Wanneer vriend Hupstra het over ge
leerdheid gaat hebben, dan ben ik
uit ervaring Liefst een beetje voor
zichtig. Of hij dat opmerkte weet ik
niet, maar hij wou me overtuigen
van de nutteloosheid van praten en
■Qcodigdo me dus uit, eens een paar
maal in de ©Lectrische traan de stad
met hean rond te rijden. Hij zou me
de proef op de som leveren.
Dat deden we en nauwelijks had
den we ©en honderd meter gereden,
of er stapte «en dikke man in. Juist
toen hij wou gaan zitten, kreeg de
wagen een stoot, zoodat hij min of
meer onzacht op de bank viel.
,'t Is kras", zed Hupstra. hardop,
„dat de straten bier zoo ongelijk zijn
de belasting toch maar voortdu
rend hooger wordt."
De guit gaf mij een knipoogje, ik
begreep, dat hij aankno oping zocht
voor een gesprok. En dat lukte won
derwel. „Mijnheer", zei de dikke
man, ziich tot Hupstra keerende, „u
heeft wel gelijk. Altijd la het belas
tingbiljet maar hooger en wat je eer
Voor krijgt, weet je niet Daar heb
ben ze me pas mijn aanslag met
Viifhonderd sm'dcm verhoogd, ik ga
en er wel wat nieuwers maar geens
zins beters voor in de plaats gaf. Op al
lerlei terrein wordt ondanks het ru
moer door de nieuwlichters gemaakt
zoo terugverlangd naar het oude. Er
is natuurlijk maar zelden
held dat in de practijk te toonen.
Men kan wel schrijven de Nieuwe
Beurs heeft Amsterdam bedorven, de
gelegenheid ontnomen, de hoofdstad
werkelijk te moderniseeren en een
breeden verkeersweg te scheppen, die
zich van 't IJ tot den Amstel zou slin
geren. Breek dien sta-in-den-weg voor
Amatol's toekomst dus af, maar daar
om gebeurt het nog niet. Een raads
lid is zeer voorzichtig en zou niet
graag met een voorstel voor den dag
willen komen, waarmee zijn verstan
dige, moderne mede-vroede-vaderen
hem in de maling zouden kunnen ne
men. Daarbij is de Raad niet weifel-
achtlgcr dan de burgerij zelf. Men
voelt wol waar do schoen wringt,
rnaar durft hem toch niet goed uit te
trekken. In vele zaken blijft men hin
ken op twee gedachten, wil de kool
en de geit tegelijk sparen. Het gevolg
daarvan geweest, dat Amsterdam
t9 halfbakken modern is geworden,
om nog gemoedelijk oud-Hollandsch
te zijn, te kleinsteedsch is gebleven,
om op den naam wereldstad te mo
gen bogen.
We hebben mooie trams, waar men
voor weinig geld zeer groote afstan
den mee kan afleggen, doch wanneer
men zr'ch op het tegenwoordige mid
denpunt van Amsterdam het Rem-
brandtplein bevindt, is er geen tram,
die u tegen enkel tarief rechtstreeks
naar de Deli-buurt, naar Kattenburg
en de Czaar Peterstraat, naar het
Westerkwartier, naar de dichters-
buurt, naar het Museum-kwartier, ja
zelfs niet naar Amstel's tweede plein
het Leidscheplein brengt.
't Is eigenaardig, die hulpelooze po
gingen, die we soms doen, om weer
naar het oude terug te keeren. Nu
weer heeft ons oer-Amsterdarnsche
Raadslid een voorste! ingediend, de
vischmarkt weer terug te brengen
naar de Nieuwmarkt, bij de Gelder-
sche Kade en de loodsen, die een deel
van onze De Ruyterkade zoo jammer
lijk hebben bedorven, tot brandhout
stuk te slaan.
Heerlijk dit voorstel, al weten we
ook vooruit, dat er niets van komt.
Hadden we ma.ar meer zuïïce practi-
sche Amsterdammers in den Raad,
als de heer Van der Velden. Hoe zou
dit deel der bevolking, dat van den
vischhaudel leeft, juichen als die
utopie eens verwezenlijkt werd hoe
veel vreugde zou er heerschen onder
de neringdrij venden, in het oudste
deel der stad, die zich hij stijgende
lasten van «en groot deel van hunne
Inkomsten zagen beroofd, zonder dat
anderen er beter van konden wor
den, om de eenvoudige reden, dat in
de dorre zandwoestijn achter het
Centraal-station geen menschen wo
nen.
Men zou 't kunnen probeeren, Am
sterdam weer te repareeren vólgens
het oude model systeem-Van der
Velden maar het zou de vraag zijn
of het nog lukken zou. Want niet al
leen Amsterdam is veranderd, maar
ook de Amsterdammers. Ze zijn zich
aan gaan passen aan veranderde toe
standen, zouden zich mogelijk niet
eens meer thuis voelen als hersteld
werd het oude Amsterdam, dat nu
nog voortleeft als lieflijk beeld in hun
herinnering.
Sterk sprekend, is wel de veranda-
■ing van dietnkwiize van die Amstev-
dammers, die in die wijk huizen, wel
ke vroeger als de Nieuwe Stad be
kend at and. Daar werden eens de
grondslagen gelegd voor de nieuwe
ideeën, daar ward de radicale partij
geboiran, van daar uit weird Gerrit
sen als de eerste radicaal in deiu
Bcnd gebracht. Van daar uit ver
spreidde zich ae sirooming over heel
oud-Amsterdam, waardoor we een
Gemeende raad kregen^ die door heel
heit land als rood beleend stond en
bijv. als tegenhanger gold van het
g.&mo,edelïjk college der Vroede Va-
doren uit de Rot tast ad.
Hoe die roede kleur is verbleekt,
het bleek dezer dagen overtuigend bij
de behandeling van de motio-Kete-
l'aar ïn zake de drie ontslagen ge
meente-ambtenaren. Dat ae op nikte
uit aoiu loopeen, wend door mij needs
voorspeld, doch dat de storm in zulk
oen bifctetrgLaasje water zou woeden
overtrof toch nog elks verwachting.
Doch nu de politieke meening der
voormalige Nieuwe Stad het vijf
de kiesdistrict, zalf. Tot vóór betrek
kelijk korten tijd waren de vrijz.-de.
mocraten, de mot den eisch das tljds
nïeegegane radicalen, daar nog ov.er.
heer-schend. De heer Ketelaar wetrd hij
dc laatste verkiezingen voor Kamer,
Staten an Raad nog steeds ronder
her stemming gekozen, hij vareeaagde
dus meer stemman op zich dan alle
•ar deioe partijen te zaraam Bij do laat
ste Raadsverkiezing werden ongev.
6400 stemman uitgebracht. Zeg dat
hierbij dus 3200 vrijz.-dean, hebban
gestemd, d'an zouden er toch nog
ruim 2500 overgebleven zijn. De cain-
didaat der vrijz.-dem., de heer Men-
dell, was niet populair, soit, onbe-
grijpeiliik blijft het toch, dat hij
slechts 500 stemmen op zich veraanig-
de, één vijfde dus van het stemmen-
aantal, waarop onder deze omstan
digheden een vrijz.-dem. had mogen
rekenen.
Buurt Y Y hoeft in politieleen zin
openhouden buurt Y Y te zijn. De
linkervleugel der vrijz. partij is hier
verlamd geworden. Ik bepaal mij na
tuurlijk uitsluitend tot te constatee-
ran, wat is zonder conclusies te trek
ken. Maar tevens wil ik nog op iets
eigenaardigs wijzen. De winkelstand,
ontevreden door hooge belastingen
etc. maakte langen tijd gemeene zaak
met de vrijs.-dam. Maar ook dat is
voorbij. Krachtig werd van den be
ginne af da liberaal door de winke
liers gesteund, wat ook als een tee-
ken mag gelden, dat onze handel
drijvende middenstand maar matig
tevreden is met het voortschrijden
van dan vooruitgang in onze hoofd
stad.
H. HENNING Jr.
Stadsnieuws
Nut s-S paarbank.
Door het bestuur der Spaarbank
van het Departement alhier zijn de
rekeningen over de 1ste belft 1908
afgesloten, en is de balans op 30 Juni
190S definitief vastgesteld.
Op 1 Januari was aan de gezamen
lijke deelhebbers (4370) verschuldigd
f 905.120.02 1/2, dit bedrag vermeer
derde door inbreng, in 1977 posten,
met 106.099.81 1/2, door bijgeschre
ven rente a 3 met 13.255.43 1/2,
doch verminderde door terugbetaling
in 1400 posten, met 105.240.82, blijft
saldo oo 30 Juni 1908 [4367 deelheb
bers) f 919.234.45.
Vnn de ingebrachte posten waren
er 47 van minder dan f 1, 623 van f 1
tot f 10, 1041 van f 10 tot J 100 255
van M00 tot f 1000, en 11 van f 1000
en hooger.
Van de terugbetaalde posten waren
er 1034 van niet minder dan 25, 197
van boven f 25 tot f 100, 129 van boven
100 tot 500, en 40 van hoven de
500.
Het gemiddelde bedrag der posten
van inbreng beneden 100 was
18.87 1/2, dat van hoogere ƒ277.44 1/2.
Het gemiddelde bedrag der posten
van uitbetaling van hoogstens f 100
was f 23.07 dat van 100 tot f 500
237.48 1/2en dat van boven de 500
1155.10.
Een der deelhebbers 's de School-
spaarbank, die op 2 scholen hier ter
stede in werking is. Van 1 Januari
tot 30 Juni werd daar aan kapitaal
ingebracht 364.64 1/2, aan rente bij
geschreven f 12.98 1/2, en terug be
taald J 641.49, terwijl aan rente werd
uitbetaald 4! 53 1/2.
Op 30 Juni hadden 241 kinderen te
zamen 912.66 1/2 te vorderen.
Het kapitaal der Spaarbank be
droeg op 30 Juni J 1.043.698.851/2,
waarvan 154.600 was belegd in hy
potheken, f 14.000 in obligation ten
laste der provincie Noord-Holland,
14.620 in obligation ten laste der ge
meente Rotterdam, 13.500 in loening
aan dan Grooten IJpolder, 840.300 in
prolongaiiën, overigens f 6580.99 in-
kasgekl; f94.86 1/2 in rekening-cou
rant met Guepin en Van der Vlugt
en f 3 aan balanswaarde van meube
len, enz.
De Reserve, zijnde de waarde van
het kapitaal boven hetgeen aan de
deelhebbers is verschuldigd en een
bedrag van f37.50 voor nog te beta
len huur, bedraagt 124.426.90 1/2, of
ruim 13 1/2 van het aan de deel
hebbers verschuldigde.
Het bestuur der Spaarbank bestaat
thans uit de heeren
Mr. Th. de Haan liugenholtz (voor
zatter), A. J. Kluppel, Dr. E. van dor
Ven, J. A. Fontein (boekhouder), J.
de Koek, J. Willeuis thesaurier), L'.
J. K. Versfeit, A. Ratelband, f! L.
van Aimuers, J. B. Rutgers van der
Loeff, ALi-. L. R. van Stoterd ij ck, A.
F. A. van Scherpenberg, J. Ver wij
nen, Mr. A. H. J. Merons (secretaris),
N. J. Dardenne Ankringa, B. Braat,
M. Lugt, S. K. Sybrandi, J. de Breuk
Lz., Mr. A. S. Miedema (kassier), J.
D. Rutgers van dar Loeff, Mr. L. J.
van Touloai van der Koog, P. Prager,
F. Cool, G. E. Otto, W. II. Hopperus
Buma, J. W. Stoutjesdijk, O. D.~ Ern-
rik, P. van de Water, J. W. Aniens,
Mr. D. H. Andreae, J. Wentholt en
Dr. W. Pauw.
Rubriek voor Vrager».
Öcabonueerden hebben het voorrecht
vrsgen op verechilleiid gebied, mits voor
beautvroording vutbear, in te zeuden bij de
Redactie van Haarlem's Dagblad, Groote
Houtstraat 63.
Alle antwoorden worden geheel kosteloos
gegeven en, voor zooveel mogelijk is, den
dag ua de inzending.
VRAAG. Maar is het adres van
den Betrekkinggids, van don Consul
van Noord-Amerika an den Minister
van Buii.ealahdschö Zaken
ANTWOORD- Hat adres van den Bo
trakkinggids is Edauw en Johaiwiis-
seu te Gouda, dat van den Consul 2de
Weteringplantsoeu 7 Amsterdam, en
duf van den Minister den Haag.
VRAAG. Ik ben 14 dagen ziek ge-
weosL Toen ik naar huis ging, heeft
mijn baas gezegd, dat ik weer terug
kon komen, nu het er op aankomt
zegt hij, dat hij het wel kan reddan.
Kan ik nn de 14 dagen, dat ik ziek
guweest ben en n-og 14 dagen boven
dien, van hem vragen
ANTWOORD. \V aoiineeo- «r geetn af
spraak bestaat, dat u hij ziekte een
deel van nw loon zal ontvangen, kan
u mot succes dat niet eischeu. Even-
zoo meeuen wij, dat- er wein'g kans
bestaat om de volgende veertien da-
gen betaald te krijgen. Een vriende
lijk verzoek is het eenige middel. In.
liet komende arbeidscontract worden
zulke zaken geregeld.
VRAAG. Ik heb zes zoons, de eerste
heeft vrij geloot, de tweede !s er im
geloot, maar werd afgekeurd, de der
de is er ingeloot en heeft gediend, de
vi-erde heeft te Schoten geioo't en No.
31 getrokken van de 76 iobelingtn. Is
de vierde nu vrij of niet
ANTWOORD. Neen, maar als hij
dienen gaat, zal de vijfde worden
vrijgesteld en de zesde weer dienst
plichtig zijn.
25-j arigjubiló.
Den len November zal het 25 jaar
geleden zijn, dat Th. Voorneveld bij
de posterijen als brievenbesteller in
dienst trad.
V r ij e- e n O r d e-oefeningen.
Amsterdam, 22 October. Geslaagd
de heeren D. Loenen, J. Dijkstra en
E. L. E. Bakker, van Haarlem en
de dames J. K. Ham, H. J. W.
Krijgsman en A. P. Stadt van Haar
lem.
COIFFÊÜRS.
In het Hollandsch noemt men ze
kappers, aldus het Huisgezin. Maar
daar Hollandscb nu eenmaal nfet def
tig is, noemen we de onmisbare bur
gers, die onze hersentronunel verzor
gen,... coiffeurs.
Je hebt verschillende soorten vaa
coiffeurs. Je hebt er, wier mes zoo
zacht snijdt alsof er mot een veer
langs je gezicht wordt geaaid, en je
hebt er, onder wier behandeling je
een gevoel krijgt ongeveer als een pa
ling, die levend gestroopt wordt. En
dat is een heerlijk gevoel! Gelukkig
de sterveling, 'die zoo'n coiffeur van
dit laatste soort heeft gevonden en
zich wegens de zwaarte van z'n haard
dagelijks moet laten scheren.
Je hebt coiffeurs in de stad en je
hebt coiffeurs in het dorjï; j© hebt
coiffeurs van beroep en je hebt ama
teurs. Vooral in het dorp zijn de ama
teurs steek vertegenwoordigd. Hun
hoofdbedrijf is gewoonlijk kleerma
ker, schoenmaker of eenig ander
nuttig ambacht, waarbij ze dan het
beroep van coiffeur en barbier als
bijzaak uitoefenen.
Het ligt in den aard van de zaak,
dat je bij verschillenden verschillend
wordt behandeld.
In de stad gaat het ongeveer als
volgt:
Je komt binnen, je kijkt of het niet
te druk is on je neemt plaats.
„Haarsnijden ux'aeer? Ja m'neer.
Asjeblief m'neer. Een beetje kort
ra'neor? Vooral van achteren. Asje
blief m'neer! Mooi weer m'neer, uw
hoofd een beetje voorover asjeblief.
„Druk in de siad, m'neer? ja m'neer,
altijd met den marktdag m'neer. Wat
uitdunnen? neen m'neer, asjeblieft
m'neer. En dan die tentoonstelling,
dat maakt het nog veel drukker. Gis
teren was die m'neer hier, die den
eersten prijs won, of liever die os van
hem, m'neer. Neen de os was niet
hier me'neer, maar de m'neer zelf
m'neer, maar de gb won den prijs,
ziet u m'neer. Een mooi beest m'neer.
Pommade m'neer, neen m'neer? asje
blief m'neer. Anders heel goed voor
liet haar nineer. Toch niet, m'neer?
Asjeblief m'neer.
„Nieuws m'near? neen m'neer, niets
m'neer. Van morgen viel er een man
uit een raam in de Hinthamerstraat,
met een lessenaar m'neer. Onbegrij
pelijk; zoo zagen ze niets en zoo kwam
hij er uit tuimelen, m'neer. Dood
m'neer. Lessenaar in driecn. SjaiïP
poe, m'neer. Asjeblief m'neer. Harden
of zuchten borstel meneer? Harden
m'neer. Ja m'neer. Asjeblief m'neer.
„Mooie banden m'neer? ja m'neeer,
van koetsjoek voor het rekken weet vu
Mooie uitvinding uit Amerika Gauw
en zoo gemakkelijk, m'neer. U zoudt
zoo'n band niet juist in het rad kun
nen gooien m'neer, maar wij doen 't
gemakkelijk, zóo m'neer ziet u
m'neer. Gewoonte m'neer, anders
niets. Jammer dat ze wel eens bre
ken. De invloed van het weer, m'neer.
Gisteren borstelde ik iemand en
knap! daar vliegt de band in tweeën
m'neer. Ongelukken m'neer? Neen,
m'neer. Het stuk raakte hem juist in
zijn oog, zijn rechter, maar anderr
gelukkig niets, m'neer. Wasschen'
m'neer? Asjeblief m'neer.
„Mooi hoofd met haar nog m'neer,
voor iemand van nw leeftijd. Beetje
dun van boven? Ja m'nheer, als ik u
was en ik ging naar de kerk m'neer,
dan, dan ging ik op het oxaal zitten.
Ha, ha, ha! Maar anders nog mooi
haar, meneer. Een fleschje Radian-
r.aar 't stadhuis om t© reclomoeren
denkt u, dat 't me wat helpt Nie
mendal, ik kroeg nul op 't request en
moest betalen. En dat in een tijd als
tegenwoordig. De zaken gaan slecht
m eir is nieits te verdienen. Je mag
blij wezein, dat je het hoofd boven
water houdt en fatsoenlijk ieder het
zijiuo geeft. Verleden week was ik
met mijn familie in de variété te Am
sterdam, toen die bekende komiek,
och hoe heet ie ook weer, dat aardi
ge liedje zong over een gemeente
raad, die maar geld uitgeeft, dat wij
moeten opbrengen och hoe
heet de kerel ook weer nu, 't
doet er ook niet toe, maai* aardig
was het. 's Avonds, toen we bij Kras
Zaten, mocht ik nog zoo tegen mijn
vrouw zeggen„gelijk heeft de
man." Als mijn kinderen oudee wa
ren geweest, hadden ae 't ook wel be
grepen, maar dat kun je van 10 en 12
en 14 jaar niat verwachten."
Hupstra praatte zoo'n bee'Ja met
hem mee. Toen de dikke man den wa
gen uitging, was hij hael vriendelijk
<x. blijkbaar erg met ons ingenomen
en vooral met het feit, dat hij zijn
hart eens goed had uitgestort.'"
„Nummer ean", zei Hupstra. j,Kan
rauwelijks een dikke twintig gulden
belasting méér betalen en gaat met
zijn vrouw en drie kinderen naar do
variété te Amsterdam, wat wel zoo
ongeveer hetzelfde zal gekost hebben.
Goeden morgen, juffrouw."
Deze groet was gericht tot een da
me, diio hij hielp door haar bagage
aan te nemen en im het niet te leggen.
Beter gelegenheid om een gesprek te
beginnen was er zeker niet. En toen
hij dan ook belangstellend vroeg:
„heb ik niet de eer, juffrouw Van der
Molen te zien? Mijn naam s Hup
stra 1" ging ze ex bereidwillig op in
an deelde mee, dat ze juffrouw StieinB-
ma was, geboortig van Leeuwarden
en of mijnheer misschien iin de war
kon wezen met haar zuster, die in
Gouda getrouwd was.
Hupstra zed, dat hij 't niet dacht,
omdat hij im die stad geem kennissen
had, welke opmerking evenwel de juf
frouw in 't geheel niet afschrikte om
toch bet gesprek voort te zetten. Ze
had al dadelijk toen ze binnenkwam,
gedacht dat ze mijnheer meer ge&iem
'had. Hij deed haar zoo denken aan
den ontvanger te Willemsdorp, zoon
dikke, oen beste man, maar die wei
nig geluk in zijn teven had gehad:
«en vrouw dood en two© ki idercai
aan d© typhus gestorven. Had mijn
beer er niet van gehoord 't bad des
tijds eon heel© consternatie gegeven.
Gumtelmam heette hij, ja, dus een
broer van mijnheer kon hij niet we
zen, dan een neef misschien, vanwe
ge de gelijkenis
Hupstra verklaarde, mijnheer Gun-
telmam zelfs niet te kennen. Dit sloeg
de juffrouw volstrekt niet uit het
void. Och ja; er was eenmaal maar
gelijk dan eigen. Ze had wel sen land.
bouwer gekend in Utingeradeel, die
'demzelfdem naam had, een kerel als
een boom, wel een voet langer dan
mijnheer, een brave man, dio een
groot gezin had. Maar nu ze zich goed
bezon, heette hij niei Hupstra, maar
H Lenstra
„O, dat scheelt zooveel niet", merk
te Hupstra vriendelijk op. Nee, dat
vond de juffrouw ook, maar een beet.
je anders was het toch wek En ze
maakte zich zichtbaar gereed om een
anderen Nederlander Ier sprake te
brengen, waarmee Hupstra n'et d©
minste relatie had, toen do conduc
teur de Korte Veerstraat airiep, waar
ze wezen moesit, zoodat ze opsprong,
met een altervriendelijksten groet
naar de deur ging en haar pakjes in
het net vergeten zou hebben, wan
neer Hupstra haar die niiiet achterna
gedragen had.
„Dit in", zei Hupstra, „er een, die
praat om te praten. Als je die laat
begaan, dan haaLt z© er den Groot
Mogol hij &a de tante van don nota
ris van Weetik waar ook vve«r, die bij
het schuitjevaren in een modder
sloot over boord gevallen en verdron
ken la, juist toen ze dacht, dat een
jcngmensch, dien ze ai lang hol mo
gen lijden, haar ten huwelijk vragen
zou. Alios au ruim driie en vijftig
jaar geleden- Maar hier- krijgen we
een nieuwen medereiziger.
Op de tree sprong een heer, die tot
don conducteur zei„Voor mij hoef
je nooit te stoppen, conducteur. Waar
ik ook ben, altijd spring iik in 't voor
bij gaan op den wagen. Voor mij
heeft de wagenvoerder geen moeite te
deen om te stoppen en weer aan te
zetten. Zóó veeleischend ben ,k niet.
Je hebt", ging hij voort, zich natuur
lijk tot Hupstra wendende, dien hij
het aanzag, dat hij voor een praatje
geschikt was. „je hebt menschen,
mijnheer, die in alles en nog wat op
hun wenken bediend willen werden.
Den van mijn vrienden, anders niet
kwaad, laat bijvoorbeeld altijd de
paar dentram ophouden. Gekheid, zeg
!ik, dieren kwellen, anders niet.
Waarom spring je niet op den wagen.
zooals ik Durf je niet 't Ts maar
oen. quaestle van courage. Ik ben ook
goen jong.:--' moer, maar dat kon ik
toch nog. Een retourtje, conducteur.!
Heb je terug van vijf en twintig gul
den
De conducteur zocht en telde, maar
kon het niet verder dan tot twintig
guldon brengen.
„Komaan", zei de springer, als je
nog eens goed kijkt. Heb je 't wezen
lijk niet Dat is toch te zot, de direc
tie moest zorgen, dat jelui behoorlijk'
•wisselgeld had. Hoe moet dat nou
Ik heb niets anders hij me
Wil ik liet u te goed houden, als
u uw naam opgeeft vroeg de con-
ducteur goedig.
„Nee, dat hoeft niet, maar ik vind
't kras hoor, een slechte regeling,
geten goeie administratie." En al
pruttelend© haalde hij een lossen gul
den uit zijn zak en betaald© daarmee,
maar gaf in weerwil van al de druk
te die hij veroorzaakt had, geen fooi.
Toen hij ons veriaten had, zei Hup
stra „Dit is er een, die mooi praati
maar de toepassing vergeet. Kon hy
dan niet evengoed zijn mond hou
den
„Hupstra", antwoordde ik, van
den wagen afstappende, „je kunt ge-
lijk hebben. Wat mij betreft wordt er
wat minder gepraat. Maar zou je niet
denkan, dat wij samen hier een lesje
hebben opgedaan, hoe we niet moe-
ten praten, zoodal al die pralerij ten
slotte toch wel liaar nut heeft ge
had 2*
FIDELIO.