HAARLEM'S DAGBLAD. TWEEDE BLAD. ZATERDAG 7 NOVEMBER 1908 Haarlemsche Handelsvereeniging öaeogws, fcy auil ücaL Tim 12 Nov. 1869 De Haarlemsche Handelsvereeni- Ï;ing hia>r ter stede, opgericht 10 Mei 892, heeft den loop van den tijd Wel haar recht van bestaan bewezen. In zeer vele gevallen, zaken van ver schillenden aard betreffende, ia zij opgetreden en dikwijls met groot succès. Jammer echter, dat men alge meen niet meer blijk geeft, dit te waardeeren, door als lid der Vereeni ging toe te treden. Er zijn wei meer dan 600 leden, maar dat is niet vol doende. Elk handelaar, neringdoen de, ja zelfs particulieren, moesten lid worden, om tenminste te laten gevoe len, dat men het werk op prijs stelt, dat de Haarlemsche Handelsvereeni ging steeds opneemt, als doende, wat hare hand vindt om te doen. Da voordeelen, die de Vereeniging buiten hare bemoeiingen van ver schillenden aard, haren leden aan biedt, zijn zeer vele en zeer groote tegenover de geringe jaarlijksche contributie van 3.50, die gevraagd wordt. De Haarlemsche Handelsvereeni ging bemoeit zich in de eerste plaats er mede, de belangen van hare leden te bevorderen, door onwillige beta lers voor hen tot betaling aan te manen en informatiën voor hen in te winnen. Bovendien hebben de leden het recht, het hun gratis te verstrek ken advies van den rechtsgeleerden adviseur der Vereeniging te vragen, die ook in proceduren en faillisse menten gratis voor hen optreedt, na tuurlijk altseri voor zaken betreffende den handel en het bedrijf der leden. ü8& blijkt iu üon iaatgtea tijd dat mm ut^ebeisagriike foordeu- lea begint te waardeereu want Söiieit Mai meldden zich 67 nieuwe .leden aan. - Als proef kunnen voortaan nieuwe led-en voor een half jaar worden aan genomen, doch slechts het 2e halfjaar (van 1 November tot en met 30 April) ad 1.75 de halve contributie. Rechtsgeleerde adviseurs der Ver eeniging zijn de beeren Mrs. Th. de Haan Hugeulioltz en A. H. J. Merens, Spaarue 94, alhier, die voor de leden eiken werkdag van 2—4 uur des na middags zij ii te spreken. Het bureau (Jer Vereeniging is ge vestigd Junsweg 11. Voor incasso s door bemiddeling der Vereeniging wordt een vast recht van 5 pet. der vordering bere kend. Bovendien moet 10 cent voor port steeds worden bijgevoegd, bij inzen ding van vorderingen door bemidde ling der advocaten te innen. De kosten van iufonnatiën naar buiten de slad woonachtige personen bedragen 60 ets. per informatie, plus vijf cents porto-vergoeding. Informa tiën naar binnen de slad wonendei personen worden gratis verstrekt Pretenliëii op buiten de stad wo nende personen worden niet behan deld, wanneer niet 10 ets. voor porto vergoeding is toegevoegd. Ruim 1748 informatiën en rechts geleerde adviezen werden in het afge- loopen jaar gegeven. In Augustus en September 1908 zijn 5i vorderingen tot een bedrag van 1266.53 1/2 betaald 11 vorderingen worden afbetaald, 12 vorderingen zijn uitgesteld. Men wordt geraden alvorens te le veren aan N. Wiebes, vrachtrijder, Bloemendaalsclie Weg 209, Bloemen- daal, W, F. E'. van Engelen, Bakenes- sergracht 98, mejuffrouw A. "Derni- son, Prinsen Bolwerk 12, die goede ren koopt op naam van eene Van der Reep, C. Tack, sigarenhandel, Spaarnwouderstraat 49, zich om in lichtingen te vervoegen aan het kan toor. Volgens art. 7 dient het geheim der lijsten van wanbetalers ongeschon den te blijven. Alle brieven, aanvragen, reclames of wat ook, moeten worden geadres seerd aan het bureau, dat geopend is dagelijks van 's morgens 9 tot 1 uur en 's namiddags van 2 tot 4 uur, .vaar dan ook verdere inlichtingen zijn te bekomen. Het Bestuur heeft bemerkt, dat men soms meent, dat men, hoewel geen lid der H. H. V., toch van haar infor matiën kan bekomen, en brengt nu nogmaals en uitdrukkelijk ter kennis dat alleen aan leden der Vereeniging informatiën door haar worden ver strekt, en dat voor informatiën op hier ter stede woonachtige personen nooit betaling mag worden gevor derd. HET BESTUUR. PARIJSCHE BRIEVEN. LIV. Eenige afgevaardigde, waaronder voornamelijk de heeren Justin. Go- dla.rd, Victor Fort, René Been ar d Ghautemps, Jacques Chaumié en Emi. le Bauder, hébben het besluit geno me, aan de Kamer de afschaffing van artikel 213 van het Burgerlijk Wetboek voor te steile. A ls me nu weet, dat gemoeid ar tikel luidt„De man is bescherming verschuldigd aan zijn vrouw, de vrouw gehoorzaamheid aan haar mum", dan is men, e mijns Inziens terecht, alleszins geneigd, In boven bedoeld besluit een uiting vam den. tijdgeest te ziiem. Het betrokken wetsartikel wordt Immers door weinigen „au sérieux" genomen. Dat de man zijn vhouw dient te beschermen uitstekende De Fransohe® zijn nog altijd het ga lantste volik ter wereld, en geen en kele Franschman deinkt er aan, in dien zin Lets als een onduldbaar dwangmiddel te zien. Doch juist om dat de galanterie den Fnanschmam in het bloed rit, is die rin, naar ve ler meening, feitelijk overbodig. Sa pristi 1 men verbiedt toch geen din gen, die geen sterveling ooit denkt te doen? Hier moet ik even bij stiLstaan In tuinen en parken in Holland riet men immer bordjes, waarop waar schuwingen en verbodsbepalingen te- gen aanraking en vernieling. Ge meenlijk wordt er het desbetreffende weLsartikel bij aangehaald. Dergelij ke wenken of, zoo ruen Liever wil, dreigementen zijn bepaald noodig in een land, welks bevolking zoozeer haar klassieke Claudius-geciviliseeiri- da vrijheid mint.... W aarmede intus- schein volstrelkt niet gezegd is, dat die bordjes helpen. Hier te Parijs wordt geen enkele tuin door dierge lijke bordjes ontsierd. Zelfs de groot ste straatvlegel krijgt het niet in den rin, planten te vernielen. Ravenous k nos moutens. Maar nu het tweede zinsdeel 1 De vrouw is gehoorzaamheid aan haar man verschuldigd.... Dat wekt verzet in deze feministische tijden. Hoe nu vraagt de modernist of, „k plus forte raison", de moderniste. Is de eene gelijke den andere gehoorzaamheid verschuldigd Maar dat is je reinste tirannie 1 Gehoorzaamheid welk een verschrikkelijk woord 1 En hoe oudarwelsc'h. In onze verlichte eeuw... enz., enz. men kent het cliché van dit anathema, den vloek zang „A la mode." Ik ben benieuwd, hoe de Kamer der Afgevaardigden iu deze zaak be slissen zal. Intussclien heb ik mij ten deze tot een energieke vrouw, etui volgelinge van de groote Séverine (madame Guabhardj, gewend, teai- 'Oinde haar meaning omtrent het voorstal te kennen, liaar schriftelijk antwoord luidde ais volgt: „Naar mijn bescheiden inzien zou den de bedoelde afgevaardigden wèl doen, hun voornemen te laten varen. Mij dunkt, dat het- bewuste wetsarti kel zoo slecht niet is. Wat bet eerste zinsdeel betreft, mijn mannelijke iandgenooten mogen nog zoo galant en hoffelijk zijn, zoo lang de wet die bescherming nikft voorschrijft, kan de vrouw in geval' J van noodige en niettemin onthouden of geweigerde protectee wat indi vidueel voorkomen kèn zich niet I tot het gerecht wenden. Ik beschouw deze kwestie ook van die zijde den* vrouw. Wat het tweede zinsdeel aangaat, ben ik eveneens voor het behouden daarvan. Immers absolute eensge zindheid, onder alle omstandigheden, bestaat zelfs niet bij het gelukkigste echtpaar. In zulke gevallen dient toch de will van één van beiden (is twee niet een even getal te zegevieren, en dan is het mijns inziens niet meer1 dan billijk, dat die eene de man is, omdat doze het meest met de maat schappij In aanraking komt en ge woonlijk de meer ervaringrijke is. Da gehoorzaamheid der vrouw gelde dan als equivalent vam de bescher ming van de zijde vam den man. In; hoogst ernstige gevallen van oneenig- hedd voorziet iminera weer de wet, waarvan wat men niet over het hoofd zie ettelijke artikelen juist) gebaseerd zijn op het artikel 213". De uitspraak van bedoelde schrijf ster verschilt hemelsbreed van die van madame de Casamaior, een felle blauwkous, die al lang tea- ziele is. Luister wat deze zegt „De man is bescherming verschul digd aan rijn wouw. Dat is de wet. Beschermende wet, toen een vrouw, door haar zwakheid, er aan blootge steld was ,het speeltuig vam de gere gelde kracht te worden.. De tijd der avonturen, dier ontvoeringen, der roovieirijein., die tijd ls al lang voorbij. Tegenwoordig wordt de ridderlijk heid, als waarborg voor de veiligheid der wouwen .voortreffelijk vervan gen door do gendarmerie, de politie en die rechtbanken. Dewijl de kracht der airman van den man zijn eemige aanspraak was op de uitoefening van de echtelijke bescherming, hebben wij ons niet meer te bekommeren óm deze wettelijke wijding van de macht der sipieren. En niet alleen heeft de vrouw den- arm van haar man niet meer noodig als wapenschild, maar ook wordt de beleedigdé en geslagen vrouw het bij na, nooit dan door haar beschermer gedaan. Het is uitsluitend tegen haar beschermer, dat het haar overkomt, de wet, die hem als zoodanig heeft aangesteld, te harer bescherming noodig te hebben." Het komt mij voor, dat madame de Casamaior haar echtgenoot indivi dueel hoeft beoordeeld. Ik voel er iets voor, de heeren voor stellers met de kastijdende woorden dezer vergeten schrijfster in kennis te stellen. Misschien laten zij dan, uit ontsteltenis, de zaak blauw-blauw. Men kan schier met zekerheid voor spellen, dat de roman-, tooneelschrij- ver en académie ien Paul Bourget niet zal nalaten, zijn meening in deze kwestie te verkondigen. Niet lang ge- Leden toch gaf hij er zijn verwonde ring over te kennen, dat in het arti kel 212, luidende: „De echtgenooten zijn elkander trouw bijstand en hulp verschuldigd," het element liefde ontbreekt. En gaarne zou hij alsnog het schoone woord in het wetsartikel ingelascht wenschen te zien. Zijn plei dooi of te wel pleitrede was acade misch welsprekend, doch ik waag de schuchtere opmerking, dat trouw, bij stand en hulp wèl, zij het dan ook niet altijd even gemakkelijk, stoffelijk te controleeren zijn, doch dat daarente gen de liefde, als iets geheel „see- lisch", rich aan elke materieele waar neming, vooral door derden, vermag te onttrekken. Heeft hij buitendien niet in zijn too- neelstuk „Un divorce' den 28sten Januari van dit Jaar voor het eerst opgevoerd in het Théatre du Vaude ville ten duidelijkste getoond, dat alle kwesties, die den echtelijken staat betreffen, hem na aan het hart gaan? Het stuk had zeer veel succes, mijns inziens te veel in verhouding tot èn de tooneelmatige èn de sociologische waarde daarvan. Alexandre Dumas file had van het gegeven de voor opgestelde superioriteit van het ker kelijk boven het wettig huwelijk ten 6telligste een interessanter too- neelstuk opgebouwd. Veel minder succes heeft Paul Bour- get's jongste stuk, „L'Emigré", dat thans In het „Théatre de la Renais sance" wordt opgevoerd en, In weer wil van het voortreffelijke spel van Guitry en de zijnen, weinig publiek trekt. Geen wonder overigens. Want het onderwerp de autocratische be grippen van den ouden adel, die in botsing komen met de meer egalitaire ideeën der jongere generatie is ver re van nieuw, en Bourget is een be duidend minder groot dramaturg dan romanschrijver. Niettemin Is „L'Emigré" ten zeerste geroemd door een anderen tooneel- schrijver, met name Alfred Capus, die sedert een dag of vijf ook toöneel- recensent ls. En o, wat heeft die Ca pus het op geestige en bekoorlijke wij ze gedaan! Is dat nu dezelfde man, die in zijn tooneelstukken en mede In zijn gesprekken zooveel blijken van cynisme en scepticisme geeft? De oplossing van deze gedaantever wisseling ia niet ver te zoeken... Dat de door den dood van Ludovic Halévy in de Académie Frangaise opengeval len zetel wordt bestormd door drie dramaturgen: Georges de Porto-Riche, Eugène Brieux en... Alfred Capus. Waar de lofsprakige critiek al niet toe dienen kanl OTTO KNAAP. Amsterdamsche Kont CCV. I n don mist I Mist oip straat I Zondagavond kon men zich voor 't eerst verbeelde® in den winter te zijn. 't Ongezonde, onnatuurlijke haJf-zomersche, waarbij 't te koel was om van zomergenoegens te profitee- ren en eien zwakke imitatie daarvan je een zware vorkoudbeid dééd o.p- loopm en te zoel om behagolijk van 't winteravondleven te genieten, was voorbij. Over den kwakkel-ongeduri- gien, onvoordeeligen zomer was een gordijn gevallen, een gordijn van dik. ken mist, die de scherpe lijnen weg vaagde en de inenschen en huizen deed aanschouwen als vage silhouet ten in een ge-zelli2- schemeruurtje, als beelden uit een lichten droom, 't Was niet de dikke Londensche mist, die benauwt als een nachtmerrie on be angstigt voor onbekende gevaren, waartegen men hulpeloos staat, docli een fijne witte sluier, waarachter <te olectrischo bollen schitterden, de lichtballen straaltjes verspreidde® in het dunne gaas. 't Lichteffect oefende een zekere be koring uit over het kleine deel der Hoofdstad waar 's avonds de wande lende en uitgaande menschheid rich concentreert, in breede stroomen vul den rich de huizen des verinaaks en de groote cafés mét hun schelle ver lichting en het trieste en treurige, waaraan deze dagen zoo rijk zijn, werd door 't scherm aan 't oog ont trokken,. Mist in die volksontwikkeling. Het heet dat we vooruitgaan in ontwikkelLng, dut de duistere nacht, der middeleeuwen voorbij Ls, dat op de „geleerdheid" dei* breede massa en ook op de middelen door den Staat gegeven, om daartoe te gera ken nog wel wat valt aan te merken, maar dat bijgeloof hoogstens nog bij eein kindsch-oudje uit een ach terhoek een twijfelachtige vereerster vindt. Zoo héét het, maar als men de ad vertentiepagina's van dagbladen, die door het volk of de klein.® midden klasse gelezen worde®, doorziet, be merkt men alras hoe mistig het nog in de hersens van vele Inwoners der hoofdstad gesteld is. De kaartlegging ze moet niet, zooals me® wei eens ten onrechte denkt, gevonden worden op een bovenkamertje in „die Jor- daan", waar een niet geheel toere kenbare vrouw van stompzinnige bu ren en kennissen ee® aantal kwartjes per week ziet binmen te smokkelen maar Is nog altijd oen bedrijf, dat als elke handelszaak wordt uitga, oef end. Indertijd zijn eenige bladen bezwe ken voor den aandrang van lezers, om zeker soort advertenties niet te plaat sen. De anti-kwakzalverij-vereenig'ng had niet dat succes. En ik kan me vol komen begrijpen, dat een dagblad directie huiverig is om censuur uit te oefenen op den aangeboden inhoud der vierde pagina. Want hoe hcht wordt uit de weigering Yan het eene niet ee® bewijs van goed gedrag of van er-mee-door-kunnen van 't ande re gelezen. En dit kunnen de talrijke kaartlegsters-annoncen toch werke lijk nieter zal toch wel geen out- wikkeid mensch zijn, die ontkent, dat ze zijn een speculatie op-, een geld- aftroggelarij van hen, die bedeeld zijn met mistig denkvermogen. De kaartleggerij is liter een com mercieel bedrijf geworden. De smeri ge oude vrouwtjes met grooten kater, die altijd de koffiepot hebben op staan, haar bezoeksters met de lin kerhand het kopje in één teug laten ledigen en uit het daarna op de tafel geworpen koffiedik de toekomst voor spellen, om er is dan ondertusschen het noodige gesproken daarna uit gore, groezelige speelkaarten de voorspellingen nog wat meer te preci seeren, zijn zeldzaam geworden de bekendste huist nog in een gang in de Westerstraat, 't Zijn nu meestal man en vrouw te zamen, die 't zaakje exploiteeren. Zij wonen op een goeden stand in de oude stad, veelal op een der grachten. De man noemt rich Mr. 't Schijnt dat men kn Amsterdam ge rust eiken titel voor zijn naam mag zetten, dien men verkiest, want zno" als ik tot voor kort meende, mocht alleen een gepromoveerde in de rech ten Mr. voor z'n naam zetten. 1) Wan neer men in deze dagen echter som mige Amsterdamsche bladen inkijkt, moet men zich verbazen over 't groot aantal advocaten, dat hier adverteert en zou men bijna tot de conclusie ko men, dat in de rechtspraktijk het vet ook al van den ketel af is 1 Doch stel u gerust, Mr. S. J. van Peuteren en Mr. F. van Groningen (ik gebruik hier natuurlijk maar gefingeerde na men) zijn da echtgenooten van kaart legsters, die zelf met het spiritisme werken. Noch man, noeh vrouw zien er afschrikwekkend uit en evenmin hun omgeving, het eenige opmerkelij- dat de „cher malt re" meestal vertoont, is een zeer weelderige haar dos. Met de bladen hebben zij adver tentie-contracten afgesloten en die be trekkelijke kleine exploitatie-kosten kunnen er best af, want meerendeels erheugen zij zich in eene drukke klandizie, ls de cliënt met 's juf- frouw's kaartleggerij tevreden, dan komt hij cr meestal met twee kwartjes lI, doch roept hij mr.'s spiritisme te hulp, dan kost het consult gauw een paar gulden. Dat spiritisme bestaat hierin, dat mr. een voorwerpje aan de neusvleu gels bevestigt, waardoor deze wijduit gaan staan (zeker om den geest het binnenkomen Ln de hersens te verge makkelijken), aan een fleschje ru'-kt, en dan bedwelmd wordt In dien toestand komt hij in verbinding met den geest, die door den klant wordt gewenscht en deze schrijft door de hand van 't medium (den mr. zelf) de 1) Mr. (Meester, Magister) ls geen of- ficieele titel, maar een overeengeko men. De jurist promoveert tot d o c- 0 r in de rechten. Het blijft natuur lijk een aanmatiging, om zich Mr. te noemen als men geen jurist is, maar wie dat doet redt er zich gemakkelijk uit, door te zeggen, dat het Mijnheer beteekent! REDACTIE. antwoorden mei potlood op een stuif papier. Veol omslag wordt er dus niet mee gemaakt, trouwens het moet ook een beetje vlug gaan, want ln de wachtkamer zilten gewoonlijk nog verschillende klanten Ie wachten om geholpen te worden. Als men nu bedenkt, dat dergelijke mr.'s met hun echtgenooten consult geven van 10 's morgens tot 10 uur 's avonds, dat zij geraadpleegd worden over aangelegenheden op elk gebied, en hun clientèle niet alleen bestaat uit aankomende meisjes uit de klasse waar de algemeene ontwikkeling moeilijker te krijgen is, doch uit vrou wen uit den burgerstand, ja zelfs uit mannen, dan mag. men toch gerust zeggen, dat er dikke mist Tieerscht in bet denkorgaan van vele stadgenoo- ien. Of 't in de kunst zoo helder is? Men weet dat in de Amsterdamsche schouwburgen, de gewone Si. Ni co- laascrisis al een maand te vroeg is ingetreden. Het bezoek is dus overal vrij slecht en ook de Schouwburg Stoel en Spree, waar men óók dit seizoen getracht heeft met goede volksstuk ken uit te komen, ondervond dit. Voor de curiositeit ging ik er Zaterdag avond „De Twee Weezen" zien. De fauteuils best bezet, de andere rangen uitverkocht. En de bombast werd nog best geslikt, het publiek brak na ^lk met knaleffect sluitend bedrijf bij na de komedie af en slingerde vrouw Frochard en haar zoon Jacques z'n onparlementaire wraakkreten toe, ter wijl de zakdoeken druk dienst deden, t Was nog Juist zoo of Veltman ln het zelfde lokaal zijn: „In onze familie is men niet bang voor 'n moord" kraak te, en twintig jaar kunstontwikkeling c,npende waren doorgebracht. Mist! Mistig riet het er altijd nog uit voor de rechten der auteurs, kleinen als grooten. Geen deuken is er aan, dat oen sclirijver of componist het loon voor zijn arbeid ontvangt dat hem toekomt; als men z'n werk wil uit voeren, spelen, voordragen of zingen, zonder zijn toestemming, zonder hem er een cent voor te betalen, kan hij er ln de praktijk niets aan doen. Ze ker de heer Chrétlenni heeft eens een vonnis gekregen tegen luidjes die te gen zijn wil „de patente jongens" voor een betalend publiek zongen en hem met zijn machteloosheid sarden. Maar welk een omslag kwam er niet bij te pas. De eene politiecommissaris er wees hem naar deu andere, voor de rechtbank moest hij civiele partij laten stellen en een procureur nemen, 't Vonnis luidde eindelijk: f 5 boete en 10 schadeloosstelling. De 10 heeft hij nooit gehad en 't grapje heeft hem veel moeite <in veel geld gekost. Wat scli iet men er mee op in de practijk! Als tegenstelling bracht de „post" hem dezer dagon, toen ik juist toeval lig bij hem op bezoek was, een Belgi schen postwissel, 't Was een 3-maan- delijksclie afrekening van de auteurs- vereeniging en uit een bijgevoegde 11 sla at vernam ik, dat 't „percentage" was van liedjes, die hij meer dan tien jaar geleden had gemaakt. Zelfs heel kleine café-concerts uit provincie plaatsjes waar een komiek één liedje had gezongen en maar weinig gage werd betaald, stonden daarop geno teerd voor 6 centimes. Hoe lang zal 't nog duren, dat Ne derland zich aansluit bij de Beroer Conventie en hen die van hun pen moeten leven, uit den mist van 't klak- belooze plagiaat helpt? H. HENNING Jr. Haarlemmer Halletjes EEN ZATERDAGAVONDPRAATJE. Ee® van de Kamerlede® heeft zoo waar bij de behandeling van d.e Sfcaatsbegirooting nog weer eeois ge waagd, hoe het toch met de Haar lemsche grensregeling stond. Met welke grensregeling heeft hij eir niotJ bij gezegd. De oude waarbij Haarlem een stuk va® Heemstede vroeg en een stuk va® Bloemendaal e® het heeie nieuwe gedeelte van Schoten is al lang van de baan. Toen de regeerïng echreef, dat er niets van komen ko®, heeft ons gemeentebestuur met ee® zucht va® verlichting gezeid „geluk kig 1" Precies ais zekere mijnheer X., jüe zijn. zoon met alle geweid wou la te® trouwen met juffrouw Q. en het papa Q. geweldig kwalijk nam, dat deze er rich met hand e® tand tege® verzette, totdat X. ontdekte, dat hot meisje gee® goede partij was. Toen ging hij naar Q. toe, drukte hem har telijk de hand en zei„wat be® ik je dankbaar, dat jij indertijd dat huwe lijk niet hebt gewild 1" Of ons gemeentebestuur indertijd Bok o.p dia manier naar den Haag is gereisd om die® Minister erkentelijk de hand te drukke®, weet ik niet ze ker, maai' verdiend heeft Zijne Excel lentie dat aan Haarlem weJ. En nu komt me daar een onge noemd Kamerlid (hij mag blij rijn, dat hij niet genoemd is 1) nog eens wage® naar onze grensregeling. Zou hij wilLon, dat er weer eens zoo'® plannetje op touw werd gezet? Voor gee® daalder, 't Is In 011s kleine be stek van tegenwoordig al duur ge noeg, land honger hebban we heeJe- rnaal nafet meer, daar we de smul par. tij te duur zoude® moete® betalen. Imperialistische neii gingen zoude® ons niet andiers dan ee® massa geld kunne® koste®. Ik hoop don ook, dat de Minister wanneer hij antwoordt, het opgeroepen spook dadelijk voor goed in de kist zal stuppe® door ee® verklaring, dat op dit oogenblik nie mand aa® ©en Haarlemsche grens wijziging denkt. Als Kamerleden hun aandacht mb onze gemeente wijde®, latei ze dan liever eens ee® midded aan de hand doen, dat ons wat geld In de kas brengt. We hebben het noodig. In weerwil van de grooie liefhebberij, die we een dag of wat geleden heb ben kunnen opmerken in het deelne men aan de Staatsloterij. Zooveel menschen waren verzameld voor het kantoor van den collecteur op de Groote Markt, dat de politie er aan të pas moest komen om de orde ta hondihave®. Bewijs van weelde? Ja, i® zoover, dat niemand ee® loterij briefje kan koope®, of hij moet er het geld voor Ln de® zak hebben. Maar- toch een bewijs van armoede, zou ik denken. Waar die guide® of wat van daan komen, met hoeveel zwarighe den ze zijn bijeen geschraapt dat zouden we moeten weten. En als we 't wiste®, dan zou, denk ik, blijken dat het de laatste poging is van men schen, die de toekomst donker in- rie® en nu willen probeare®, of vrouw Fort una hun soelaas wil brengen. Wat een kans 1 Het is als de naald/ in die® hooiberg. En toch, wanneer vandaag of morgen ee® ondernemend) ma® aankondigde, dat hij ee® naald; in ee® hooiberg zou wegstoppen e® duizend gulden betalen aan de® eer lijken vinder, dan zouden er honder den en nog eens honderden toestroo- mem om dat kansje te wagen, ook al' moesten ze daarbij als inJeggeld ©en guldien betalen. Of 't nioL beter zou wezen, dat de liefhebbers vu® de Staatsloterij hun drite e® ee® halve® gulden voor het vermaarde twintigje besteedde® «m® warme sokken of ee® kleine winter provisie van aardappelen, is weer ee® andere quaes tie. De meóging tot spelen is er eenmaal bij de men schen e® wanneer we niet al te streng principieel willen wezen, kunne® we ons toch ook wel voorstellen, dat monsöhen, die week aan week pre cies zooveel verdienen, dat rij er va® kunnen bestaan, verlangen naar een fortuintje, naar ee® voordeel, dat hen in staat zou stele® eenmaal in hun leven te voldoen aa® wenschen va® weelde e® gemak. Zou, bedenk ik daar, de gemeente ndeit eens een verloting op touw zet ten, met ee® hoofdprijs van ƒ5000, ee® tweede® prijs van 2500, ee® der de® va® f 1000 e® tien van 100 Wel te verstaan, zonder de geniepige kor ting, dóe de Staat van zijn hoofdprij- ze® aftrekt. Het aantal loten zal 20000 zijn 1.50, netto opbrengst na aftrek van tóe® procent voor de weer ver koopers 27000. Beheer, reclame, drukke® der loten bereke®d op ƒ5000, blij lit over ƒ22000. Af 9500 aan prijzen, blijft eemi winst va® 12.500, zoodat wanneer de gem oen te dat vier maai ln een jaar ging doen, een bate zou worde® ver- krege® van ee® halve ton, die voor een of ander nuttig doel, waarvoor nu geien geld aanwezig is, zou kun nen worden aangewend. Da/t rij® va® die beschouwingen, waardia lezers, zooals Iemand die overkomen, wanneer hij midden in den nacht klaar wakker ligt. Het ge meentebestuur, dat zoo verontwaar digd gekeken moet hebben, toen een Belgische bankier ais voorwaarde voor het verschaffen van geld voor ee® Staalbod Haarlem stelde, dat te Haarlem een speelbank mocht wor de® opgericht, zal er niet toe komen om naast de drie bestaande gemeen tebedrijven nog ee® vierde op te rich ten, in den vorm van ee® gemeente lijke loterij. Ook niet, hoewel Ham burg, Lubeck 0® Bremen hierin al lang zijn voorgegaan. Dan maar gezocht naar andere bronnen van inkomsten. Wat is er nu verder nog te belasten Straat geld kunnen we gaan heffe®, per strekkende meter gevelbreedte, of' sproeigeld, zooals ze dat, geloof ik, lm Bloemendaal doen, maar dan met' deze bepaling, dat je niet vragen kunt„och, sproei voor mijn deur maar niot 1" Anders brengt de heeie belasting nfet noemenswaard op. Hadden we onze poorten nog, da®' konden die eem aardigen duit opbren gen, al was 't alleen uit weerwraak tegenover Heemstedere e® Schotena ren, die door 't bouwen van een eigen gasfabriek, ons ee® aardig kluitje uit de pap hebben weggepikt. Aa® eeo bdlasting op de vetrmakelij khedeor zullen we voorioopig maar niet meer denken. Het bezoek Ln de inrichtin gen van openbaar vermaak Ib tioch ai niet groot Ging de stad nog ee® be lasting op die entreeprijzen leggen, dfl.p kwam er beeLemaal gee® sterve ling in. Of zijn niet ee® dag of wat geledie®., toe® ee® dame in den schouwburg ©e® voordracht houden zou, maar der. tien personen verschenen, van wie toch zeker minstens de helft met vrij kaarten kwam. Ik vraag uwaar moet het heen En dat nog wel, ter wijl deze dame een Romednach stuk heel alleen, zou voordragen, niet zoo'n oud en lang bekend, dat iedere Haarlemmer uit rijn hoofd kent, zoo als bijvoorbeeld Julius Caesar va®' Shakespeare, maar een fonkeinagél- nieuw stuk. Naar ik hoor, had de voordraagster meegedeeld, dat de voordracht niet zonder gebaren zou plaats hebben helaas, het eenige ge baar, dat zij heeft kunnen make®, moet er een van teleurstelling rijn geweest. Neef Wouter, die soms zoo scherp iéts zegge® kan, vroeg of ik een pu bliek vam dertien mensch e® mi et veel vond. „Uitgezonderd de verslagge vers", zei hij, „die wel moeten de stakkers" vind ik het van de an denen eem heldendaad, om te gaan kijken naar ee® nieuw stuk over zoo'n stokoud volk. En dat ln onzen tijd, nu de Amerikanen ons heelwat meer kunnen scli el en, dan de Romei nen. Mest een voordracht nog wet door persoon, al mag dat dan. voor mijn part een heel begaafde da me wezen. En rit je er eenmaal, stem. moet je uit beleefdheid wel mee tofi hot einde. Als ik wat va® de Romei nen weten wil, dan neem ilk ee® boek! uit die dagen, Quo Vadis van Sien- kiewiez of Nydia, of Ee® Strijd om' Rome va® Redix Dahn en zoodra dio gesprokken van Romeünen e® Ro. metrkirmen ine beginne® te verveden, do® zeg lk eenvoudig: „mondje dicht", en klap het boek toe e® dori 1 s't met de praterij glad gedaan. Zoo dra ik lust heb om de Romeinen/ weer te laten optreden, doe ik 't boek. weer open. Dat is eenvoudig en ge makkelijk." Ik trachtte te betoogen, dat hei toch wel jammer was va® al de moei te en koste®. En dan precies dertien toeschouwers. T Was al te noodlot tig. Maar dat wou hij me ook al niet toegeve®, „want", zed hij, „mijnheer Van Gasteren, die kwam zeggen, dat de voorstelling niet zou doorgaan, was toch de veertiende, de suppoos ten aan de contröle ware® vijftien e® zestien om de voordraagster zelf, dié al deze Romeinsche personen alleen had moeten voorstalle®, telt wel minstens voor ee®, maakt samen ze ventien. De bijgeioovigste mensch en dat bc® jij nog lang niet, vriend Fidedio zou daar gee® kwaad irx gezien hebben. Praat me dan liever va® Zang en Vriendschap, dat zijn eerste concert geeft op VRIJDAG e®i da® nog wel op de® DERTIBNDEN van de ELFDE maand. Die zijn nie* zoo kinderachtig als jij. Ze denken j Wo ma® singt, da lass' dich ruhigj n ieder, Aberglaube® kennt ja keine Lieder. FID ELI O.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1908 | | pagina 5