HAARLEM'S DAGBLAD.
TWEEDE BLAD.
ZATERDAG 7 NOVEMBER 1908
Haarlemsche
Handelsvereeniging
öaeogws, fcy auil ücaL Tim 12 Nov. 1869
De Haarlemsche Handelsvereeni-
Ï;ing hia>r ter stede, opgericht 10 Mei
892, heeft den loop van den tijd
Wel haar recht van bestaan bewezen.
In zeer vele gevallen, zaken van ver
schillenden aard betreffende, ia zij
opgetreden en dikwijls met groot
succès. Jammer echter, dat men alge
meen niet meer blijk geeft, dit te
waardeeren, door als lid der Vereeni
ging toe te treden. Er zijn wei meer
dan 600 leden, maar dat is niet vol
doende. Elk handelaar, neringdoen
de, ja zelfs particulieren, moesten lid
worden, om tenminste te laten gevoe
len, dat men het werk op prijs stelt,
dat de Haarlemsche Handelsvereeni
ging steeds opneemt, als doende, wat
hare hand vindt om te doen.
Da voordeelen, die de Vereeniging
buiten hare bemoeiingen van ver
schillenden aard, haren leden aan
biedt, zijn zeer vele en zeer groote
tegenover de geringe jaarlijksche
contributie van 3.50, die gevraagd
wordt.
De Haarlemsche Handelsvereeni
ging bemoeit zich in de eerste plaats
er mede, de belangen van hare leden
te bevorderen, door onwillige beta
lers voor hen tot betaling aan te
manen en informatiën voor hen in te
winnen. Bovendien hebben de leden
het recht, het hun gratis te verstrek
ken advies van den rechtsgeleerden
adviseur der Vereeniging te vragen,
die ook in proceduren en faillisse
menten gratis voor hen optreedt, na
tuurlijk altseri voor zaken betreffende
den handel en het bedrijf der leden.
ü8& blijkt iu üon iaatgtea tijd
dat mm ut^ebeisagriike foordeu-
lea begint te waardeereu want
Söiieit Mai meldden zich 67 nieuwe
.leden aan.
- Als proef kunnen voortaan nieuwe
led-en voor een half jaar worden aan
genomen, doch slechts het 2e halfjaar
(van 1 November tot en met 30 April)
ad 1.75 de halve contributie.
Rechtsgeleerde adviseurs der Ver
eeniging zijn de beeren Mrs. Th. de
Haan Hugeulioltz en A. H. J. Merens,
Spaarue 94, alhier, die voor de leden
eiken werkdag van 2—4 uur des na
middags zij ii te spreken.
Het bureau (Jer Vereeniging is ge
vestigd Junsweg 11.
Voor incasso s door bemiddeling
der Vereeniging wordt een vast
recht van 5 pet. der vordering bere
kend.
Bovendien moet 10 cent voor port
steeds worden bijgevoegd, bij inzen
ding van vorderingen door bemidde
ling der advocaten te innen.
De kosten van iufonnatiën naar
buiten de slad woonachtige personen
bedragen 60 ets. per informatie, plus
vijf cents porto-vergoeding. Informa
tiën naar binnen de slad wonendei
personen worden gratis verstrekt
Pretenliëii op buiten de stad wo
nende personen worden niet behan
deld, wanneer niet 10 ets. voor porto
vergoeding is toegevoegd.
Ruim 1748 informatiën en rechts
geleerde adviezen werden in het afge-
loopen jaar gegeven.
In Augustus en September 1908 zijn
5i vorderingen tot een bedrag van
1266.53 1/2 betaald 11 vorderingen
worden afbetaald, 12 vorderingen
zijn uitgesteld.
Men wordt geraden alvorens te le
veren aan N. Wiebes, vrachtrijder,
Bloemendaalsclie Weg 209, Bloemen-
daal, W, F. E'. van Engelen, Bakenes-
sergracht 98, mejuffrouw A. "Derni-
son, Prinsen Bolwerk 12, die goede
ren koopt op naam van eene Van
der Reep, C. Tack, sigarenhandel,
Spaarnwouderstraat 49, zich om in
lichtingen te vervoegen aan het kan
toor.
Volgens art. 7 dient het geheim der
lijsten van wanbetalers ongeschon
den te blijven.
Alle brieven, aanvragen, reclames
of wat ook, moeten worden geadres
seerd aan het bureau, dat geopend
is dagelijks van 's morgens 9 tot 1 uur
en 's namiddags van 2 tot 4 uur,
.vaar dan ook verdere inlichtingen
zijn te bekomen.
Het Bestuur heeft bemerkt, dat men
soms meent, dat men, hoewel geen
lid der H. H. V., toch van haar infor
matiën kan bekomen, en brengt nu
nogmaals en uitdrukkelijk ter kennis
dat alleen aan leden der Vereeniging
informatiën door haar worden ver
strekt, en dat voor informatiën op
hier ter stede woonachtige personen
nooit betaling mag worden gevor
derd.
HET BESTUUR.
PARIJSCHE BRIEVEN.
LIV.
Eenige afgevaardigde, waaronder
voornamelijk de heeren Justin. Go-
dla.rd, Victor Fort, René Been ar d
Ghautemps, Jacques Chaumié en Emi.
le Bauder, hébben het besluit geno
me, aan de Kamer de afschaffing
van artikel 213 van het Burgerlijk
Wetboek voor te steile.
A ls me nu weet, dat gemoeid ar
tikel luidt„De man is bescherming
verschuldigd aan zijn vrouw, de
vrouw gehoorzaamheid aan haar
mum", dan is men, e mijns Inziens
terecht, alleszins geneigd, In boven
bedoeld besluit een uiting vam den.
tijdgeest te ziiem.
Het betrokken wetsartikel wordt
Immers door weinigen „au sérieux"
genomen. Dat de man zijn vhouw
dient te beschermen uitstekende
De Fransohe® zijn nog altijd het ga
lantste volik ter wereld, en geen en
kele Franschman deinkt er aan, in
dien zin Lets als een onduldbaar
dwangmiddel te zien. Doch juist om
dat de galanterie den Fnanschmam
in het bloed rit, is die rin, naar ve
ler meening, feitelijk overbodig. Sa
pristi 1 men verbiedt toch geen din
gen, die geen sterveling ooit denkt te
doen?
Hier moet ik even bij stiLstaan
In tuinen en parken in Holland riet
men immer bordjes, waarop waar
schuwingen en verbodsbepalingen te-
gen aanraking en vernieling. Ge
meenlijk wordt er het desbetreffende
weLsartikel bij aangehaald. Dergelij
ke wenken of, zoo ruen Liever wil,
dreigementen zijn bepaald noodig in
een land, welks bevolking zoozeer
haar klassieke Claudius-geciviliseeiri-
da vrijheid mint.... W aarmede intus-
schein volstrelkt niet gezegd is, dat
die bordjes helpen. Hier te Parijs
wordt geen enkele tuin door dierge
lijke bordjes ontsierd. Zelfs de groot
ste straatvlegel krijgt het niet in
den rin, planten te vernielen.
Ravenous k nos moutens.
Maar nu het tweede zinsdeel 1 De
vrouw is gehoorzaamheid aan haar
man verschuldigd.... Dat wekt verzet
in deze feministische tijden. Hoe nu
vraagt de modernist of, „k plus forte
raison", de moderniste. Is de eene
gelijke den andere gehoorzaamheid
verschuldigd Maar dat is je reinste
tirannie 1 Gehoorzaamheid welk
een verschrikkelijk woord 1 En hoe
oudarwelsc'h. In onze verlichte
eeuw... enz., enz. men kent het
cliché van dit anathema, den vloek
zang „A la mode."
Ik ben benieuwd, hoe de Kamer
der Afgevaardigden iu deze zaak be
slissen zal. Intussclien heb ik mij ten
deze tot een energieke vrouw, etui
volgelinge van de groote Séverine
(madame Guabhardj, gewend, teai-
'Oinde haar meaning omtrent het
voorstal te kennen, liaar schriftelijk
antwoord luidde ais volgt:
„Naar mijn bescheiden inzien zou
den de bedoelde afgevaardigden wèl
doen, hun voornemen te laten varen.
Mij dunkt, dat het- bewuste wetsarti
kel zoo slecht niet is.
Wat bet eerste zinsdeel betreft,
mijn mannelijke iandgenooten mogen
nog zoo galant en hoffelijk zijn, zoo
lang de wet die bescherming nikft
voorschrijft, kan de vrouw in geval' J
van noodige en niettemin onthouden
of geweigerde protectee wat indi
vidueel voorkomen kèn zich niet I
tot het gerecht wenden. Ik beschouw
deze kwestie ook van die zijde den*
vrouw.
Wat het tweede zinsdeel aangaat,
ben ik eveneens voor het behouden
daarvan. Immers absolute eensge
zindheid, onder alle omstandigheden,
bestaat zelfs niet bij het gelukkigste
echtpaar. In zulke gevallen dient toch
de will van één van beiden (is twee
niet een even getal te zegevieren,
en dan is het mijns inziens niet meer1
dan billijk, dat die eene de man is,
omdat doze het meest met de maat
schappij In aanraking komt en ge
woonlijk de meer ervaringrijke is.
Da gehoorzaamheid der vrouw gelde
dan als equivalent vam de bescher
ming van de zijde vam den man. In;
hoogst ernstige gevallen van oneenig-
hedd voorziet iminera weer de wet,
waarvan wat men niet over het
hoofd zie ettelijke artikelen juist)
gebaseerd zijn op het artikel 213".
De uitspraak van bedoelde schrijf
ster verschilt hemelsbreed van die
van madame de Casamaior, een felle
blauwkous, die al lang tea- ziele is.
Luister wat deze zegt
„De man is bescherming verschul
digd aan rijn wouw. Dat is de
wet.
Beschermende wet, toen een vrouw,
door haar zwakheid, er aan blootge
steld was ,het speeltuig vam de gere
gelde kracht te worden.. De tijd der
avonturen, dier ontvoeringen, der
roovieirijein., die tijd ls al lang voorbij.
Tegenwoordig wordt de ridderlijk
heid, als waarborg voor de veiligheid
der wouwen .voortreffelijk vervan
gen door do gendarmerie, de politie
en die rechtbanken. Dewijl de kracht
der airman van den man zijn eemige
aanspraak was op de uitoefening van
de echtelijke bescherming, hebben
wij ons niet meer te bekommeren óm
deze wettelijke wijding van de macht
der sipieren.
En niet alleen heeft de vrouw den-
arm van haar man niet meer noodig
als wapenschild, maar ook wordt de
beleedigdé en geslagen vrouw het bij
na, nooit dan door haar beschermer
gedaan. Het is uitsluitend tegen haar
beschermer, dat het haar overkomt,
de wet, die hem als zoodanig heeft
aangesteld, te harer bescherming
noodig te hebben."
Het komt mij voor, dat madame de
Casamaior haar echtgenoot indivi
dueel hoeft beoordeeld.
Ik voel er iets voor, de heeren voor
stellers met de kastijdende woorden
dezer vergeten schrijfster in kennis
te stellen. Misschien laten zij dan, uit
ontsteltenis, de zaak blauw-blauw.
Men kan schier met zekerheid voor
spellen, dat de roman-, tooneelschrij-
ver en académie ien Paul Bourget niet
zal nalaten, zijn meening in deze
kwestie te verkondigen. Niet lang ge-
Leden toch gaf hij er zijn verwonde
ring over te kennen, dat in het arti
kel 212, luidende: „De echtgenooten
zijn elkander trouw bijstand en hulp
verschuldigd," het element liefde
ontbreekt. En gaarne zou hij alsnog
het schoone woord in het wetsartikel
ingelascht wenschen te zien. Zijn plei
dooi of te wel pleitrede was acade
misch welsprekend, doch ik waag de
schuchtere opmerking, dat trouw, bij
stand en hulp wèl, zij het dan ook niet
altijd even gemakkelijk, stoffelijk te
controleeren zijn, doch dat daarente
gen de liefde, als iets geheel „see-
lisch", rich aan elke materieele waar
neming, vooral door derden, vermag
te onttrekken.
Heeft hij buitendien niet in zijn too-
neelstuk „Un divorce' den 28sten
Januari van dit Jaar voor het eerst
opgevoerd in het Théatre du Vaude
ville ten duidelijkste getoond, dat
alle kwesties, die den echtelijken staat
betreffen, hem na aan het hart gaan?
Het stuk had zeer veel succes, mijns
inziens te veel in verhouding tot èn de
tooneelmatige èn de sociologische
waarde daarvan. Alexandre Dumas
file had van het gegeven de voor
opgestelde superioriteit van het ker
kelijk boven het wettig huwelijk
ten 6telligste een interessanter too-
neelstuk opgebouwd.
Veel minder succes heeft Paul Bour-
get's jongste stuk, „L'Emigré", dat
thans In het „Théatre de la Renais
sance" wordt opgevoerd en, In weer
wil van het voortreffelijke spel van
Guitry en de zijnen, weinig publiek
trekt. Geen wonder overigens. Want
het onderwerp de autocratische be
grippen van den ouden adel, die in
botsing komen met de meer egalitaire
ideeën der jongere generatie is ver
re van nieuw, en Bourget is een be
duidend minder groot dramaturg dan
romanschrijver.
Niettemin Is „L'Emigré" ten zeerste
geroemd door een anderen tooneel-
schrijver, met name Alfred Capus,
die sedert een dag of vijf ook toöneel-
recensent ls. En o, wat heeft die Ca
pus het op geestige en bekoorlijke wij
ze gedaan! Is dat nu dezelfde man,
die in zijn tooneelstukken en mede In
zijn gesprekken zooveel blijken van
cynisme en scepticisme geeft?
De oplossing van deze gedaantever
wisseling ia niet ver te zoeken... Dat
de door den dood van Ludovic Halévy
in de Académie Frangaise opengeval
len zetel wordt bestormd door drie
dramaturgen: Georges de Porto-Riche,
Eugène Brieux en... Alfred Capus.
Waar de lofsprakige critiek al niet
toe dienen kanl
OTTO KNAAP.
Amsterdamsche Kont
CCV.
I n don mist I
Mist oip straat I
Zondagavond kon men zich voor 't
eerst verbeelde® in den winter te
zijn. 't Ongezonde, onnatuurlijke
haJf-zomersche, waarbij 't te koel was
om van zomergenoegens te profitee-
ren en eien zwakke imitatie daarvan
je een zware vorkoudbeid dééd o.p-
loopm en te zoel om behagolijk van
't winteravondleven te genieten, was
voorbij. Over den kwakkel-ongeduri-
gien, onvoordeeligen zomer was een
gordijn gevallen, een gordijn van dik.
ken mist, die de scherpe lijnen weg
vaagde en de inenschen en huizen
deed aanschouwen als vage silhouet
ten in een ge-zelli2- schemeruurtje, als
beelden uit een lichten droom, 't Was
niet de dikke Londensche mist, die
benauwt als een nachtmerrie on be
angstigt voor onbekende gevaren,
waartegen men hulpeloos staat, docli
een fijne witte sluier, waarachter <te
olectrischo bollen schitterden, de
lichtballen straaltjes verspreidde® in
het dunne gaas.
't Lichteffect oefende een zekere be
koring uit over het kleine deel der
Hoofdstad waar 's avonds de wande
lende en uitgaande menschheid rich
concentreert, in breede stroomen vul
den rich de huizen des verinaaks en
de groote cafés mét hun schelle ver
lichting en het trieste en treurige,
waaraan deze dagen zoo rijk zijn,
werd door 't scherm aan 't oog ont
trokken,.
Mist in die volksontwikkeling.
Het heet dat we vooruitgaan in
ontwikkelLng, dut de duistere nacht,
der middeleeuwen voorbij Ls, dat op
de „geleerdheid" dei* breede massa
en ook op de middelen door den
Staat gegeven, om daartoe te gera
ken nog wel wat valt aan te merken,
maar dat bijgeloof hoogstens nog
bij eein kindsch-oudje uit een ach
terhoek een twijfelachtige vereerster
vindt.
Zoo héét het, maar als men de ad
vertentiepagina's van dagbladen, die
door het volk of de klein.® midden
klasse gelezen worde®, doorziet, be
merkt men alras hoe mistig het nog
in de hersens van vele Inwoners der
hoofdstad gesteld is. De kaartlegging
ze moet niet, zooals me® wei eens
ten onrechte denkt, gevonden worden
op een bovenkamertje in „die Jor-
daan", waar een niet geheel toere
kenbare vrouw van stompzinnige bu
ren en kennissen ee® aantal kwartjes
per week ziet binmen te smokkelen
maar Is nog altijd oen bedrijf, dat
als elke handelszaak wordt uitga,
oef end.
Indertijd zijn eenige bladen bezwe
ken voor den aandrang van lezers, om
zeker soort advertenties niet te plaat
sen. De anti-kwakzalverij-vereenig'ng
had niet dat succes. En ik kan me vol
komen begrijpen, dat een dagblad
directie huiverig is om censuur uit te
oefenen op den aangeboden inhoud
der vierde pagina. Want hoe hcht
wordt uit de weigering Yan het eene
niet ee® bewijs van goed gedrag of
van er-mee-door-kunnen van 't ande
re gelezen. En dit kunnen de talrijke
kaartlegsters-annoncen toch werke
lijk nieter zal toch wel geen out-
wikkeid mensch zijn, die ontkent, dat
ze zijn een speculatie op-, een geld-
aftroggelarij van hen, die bedeeld
zijn met mistig denkvermogen.
De kaartleggerij is liter een com
mercieel bedrijf geworden. De smeri
ge oude vrouwtjes met grooten kater,
die altijd de koffiepot hebben op
staan, haar bezoeksters met de lin
kerhand het kopje in één teug laten
ledigen en uit het daarna op de tafel
geworpen koffiedik de toekomst voor
spellen, om er is dan ondertusschen
het noodige gesproken daarna uit
gore, groezelige speelkaarten de
voorspellingen nog wat meer te preci
seeren, zijn zeldzaam geworden de
bekendste huist nog in een gang in
de Westerstraat, 't Zijn nu meestal
man en vrouw te zamen, die 't zaakje
exploiteeren. Zij wonen op een goeden
stand in de oude stad, veelal op een
der grachten. De man noemt rich Mr.
't Schijnt dat men kn Amsterdam ge
rust eiken titel voor zijn naam mag
zetten, dien men verkiest, want zno"
als ik tot voor kort meende, mocht
alleen een gepromoveerde in de rech
ten Mr. voor z'n naam zetten. 1) Wan
neer men in deze dagen echter som
mige Amsterdamsche bladen inkijkt,
moet men zich verbazen over 't groot
aantal advocaten, dat hier adverteert
en zou men bijna tot de conclusie ko
men, dat in de rechtspraktijk het vet
ook al van den ketel af is 1 Doch stel
u gerust, Mr. S. J. van Peuteren en
Mr. F. van Groningen (ik gebruik
hier natuurlijk maar gefingeerde na
men) zijn da echtgenooten van kaart
legsters, die zelf met het spiritisme
werken. Noch man, noeh vrouw zien
er afschrikwekkend uit en evenmin
hun omgeving, het eenige opmerkelij-
dat de „cher malt re" meestal
vertoont, is een zeer weelderige haar
dos. Met de bladen hebben zij adver
tentie-contracten afgesloten en die be
trekkelijke kleine exploitatie-kosten
kunnen er best af, want meerendeels
erheugen zij zich in eene drukke
klandizie, ls de cliënt met 's juf-
frouw's kaartleggerij tevreden, dan
komt hij cr meestal met twee kwartjes
lI, doch roept hij mr.'s spiritisme te
hulp, dan kost het consult gauw een
paar gulden.
Dat spiritisme bestaat hierin, dat
mr. een voorwerpje aan de neusvleu
gels bevestigt, waardoor deze wijduit
gaan staan (zeker om den geest het
binnenkomen Ln de hersens te verge
makkelijken), aan een fleschje ru'-kt,
en dan bedwelmd wordt In dien
toestand komt hij in verbinding met
den geest, die door den klant wordt
gewenscht en deze schrijft door de
hand van 't medium (den mr. zelf) de
1) Mr. (Meester, Magister) ls geen of-
ficieele titel, maar een overeengeko
men. De jurist promoveert tot d o c-
0 r in de rechten. Het blijft natuur
lijk een aanmatiging, om zich Mr. te
noemen als men geen jurist is, maar
wie dat doet redt er zich gemakkelijk
uit, door te zeggen, dat het Mijnheer
beteekent!
REDACTIE.
antwoorden mei potlood op een stuif
papier. Veol omslag wordt er dus niet
mee gemaakt, trouwens het moet ook
een beetje vlug gaan, want ln de
wachtkamer zilten gewoonlijk nog
verschillende klanten Ie wachten om
geholpen te worden.
Als men nu bedenkt, dat dergelijke
mr.'s met hun echtgenooten consult
geven van 10 's morgens tot 10 uur 's
avonds, dat zij geraadpleegd worden
over aangelegenheden op elk gebied,
en hun clientèle niet alleen bestaat
uit aankomende meisjes uit de klasse
waar de algemeene ontwikkeling
moeilijker te krijgen is, doch uit vrou
wen uit den burgerstand, ja zelfs uit
mannen, dan mag. men toch gerust
zeggen, dat er dikke mist Tieerscht in
bet denkorgaan van vele stadgenoo-
ien.
Of 't in de kunst zoo helder is? Men
weet dat in de Amsterdamsche
schouwburgen, de gewone Si. Ni co-
laascrisis al een maand te vroeg is
ingetreden. Het bezoek is dus overal
vrij slecht en ook de Schouwburg Stoel
en Spree, waar men óók dit seizoen
getracht heeft met goede volksstuk
ken uit te komen, ondervond dit. Voor
de curiositeit ging ik er Zaterdag
avond „De Twee Weezen" zien. De
fauteuils best bezet, de andere rangen
uitverkocht. En de bombast werd
nog best geslikt, het publiek brak na
^lk met knaleffect sluitend bedrijf bij
na de komedie af en slingerde vrouw
Frochard en haar zoon Jacques z'n
onparlementaire wraakkreten toe, ter
wijl de zakdoeken druk dienst deden,
t Was nog Juist zoo of Veltman ln het
zelfde lokaal zijn: „In onze familie is
men niet bang voor 'n moord" kraak
te, en twintig jaar kunstontwikkeling
c,npende waren doorgebracht. Mist!
Mistig riet het er altijd nog uit voor
de rechten der auteurs, kleinen als
grooten. Geen deuken is er aan, dat
oen sclirijver of componist het loon
voor zijn arbeid ontvangt dat hem
toekomt; als men z'n werk wil uit
voeren, spelen, voordragen of zingen,
zonder zijn toestemming, zonder hem
er een cent voor te betalen, kan hij
er ln de praktijk niets aan doen. Ze
ker de heer Chrétlenni heeft eens een
vonnis gekregen tegen luidjes die te
gen zijn wil „de patente jongens"
voor een betalend publiek zongen en
hem met zijn machteloosheid sarden.
Maar welk een omslag kwam er niet
bij te pas. De eene politiecommissaris
er wees hem naar deu andere, voor
de rechtbank moest hij civiele partij
laten stellen en een procureur nemen,
't Vonnis luidde eindelijk: f 5 boete en
10 schadeloosstelling. De 10 heeft
hij nooit gehad en 't grapje heeft hem
veel moeite <in veel geld gekost. Wat
scli iet men er mee op in de practijk!
Als tegenstelling bracht de „post"
hem dezer dagon, toen ik juist toeval
lig bij hem op bezoek was, een Belgi
schen postwissel, 't Was een 3-maan-
delijksclie afrekening van de auteurs-
vereeniging en uit een bijgevoegde 11
sla at vernam ik, dat 't „percentage"
was van liedjes, die hij meer dan tien
jaar geleden had gemaakt. Zelfs heel
kleine café-concerts uit provincie
plaatsjes waar een komiek één liedje
had gezongen en maar weinig gage
werd betaald, stonden daarop geno
teerd voor 6 centimes.
Hoe lang zal 't nog duren, dat Ne
derland zich aansluit bij de Beroer
Conventie en hen die van hun pen
moeten leven, uit den mist van 't klak-
belooze plagiaat helpt?
H. HENNING Jr.
Haarlemmer Halletjes
EEN ZATERDAGAVONDPRAATJE.
Ee® van de Kamerlede® heeft zoo
waar bij de behandeling van d.e
Sfcaatsbegirooting nog weer eeois ge
waagd, hoe het toch met de Haar
lemsche grensregeling stond. Met
welke grensregeling heeft hij eir niotJ
bij gezegd. De oude waarbij Haarlem
een stuk va® Heemstede vroeg en een
stuk va® Bloemendaal e® het heeie
nieuwe gedeelte van Schoten is al
lang van de baan. Toen de regeerïng
echreef, dat er niets van komen ko®,
heeft ons gemeentebestuur met ee®
zucht va® verlichting gezeid „geluk
kig 1" Precies ais zekere mijnheer X.,
jüe zijn. zoon met alle geweid wou la
te® trouwen met juffrouw Q. en het
papa Q. geweldig kwalijk nam, dat
deze er rich met hand e® tand tege®
verzette, totdat X. ontdekte, dat hot
meisje gee® goede partij was. Toen
ging hij naar Q. toe, drukte hem har
telijk de hand en zei„wat be® ik je
dankbaar, dat jij indertijd dat huwe
lijk niet hebt gewild 1"
Of ons gemeentebestuur indertijd
Bok o.p dia manier naar den Haag is
gereisd om die® Minister erkentelijk
de hand te drukke®, weet ik niet ze
ker, maai' verdiend heeft Zijne Excel
lentie dat aan Haarlem weJ.
En nu komt me daar een onge
noemd Kamerlid (hij mag blij rijn,
dat hij niet genoemd is 1) nog eens
wage® naar onze grensregeling. Zou
hij wilLon, dat er weer eens zoo'®
plannetje op touw werd gezet? Voor
gee® daalder, 't Is In 011s kleine be
stek van tegenwoordig al duur ge
noeg, land honger hebban we heeJe-
rnaal nafet meer, daar we de smul par.
tij te duur zoude® moete® betalen.
Imperialistische neii gingen zoude®
ons niet andiers dan ee® massa geld
kunne® koste®. Ik hoop don ook, dat
de Minister wanneer hij antwoordt,
het opgeroepen spook dadelijk voor
goed in de kist zal stuppe® door ee®
verklaring, dat op dit oogenblik nie
mand aa® ©en Haarlemsche grens
wijziging denkt.
Als Kamerleden hun aandacht mb
onze gemeente wijde®, latei ze dan
liever eens ee® midded aan de hand
doen, dat ons wat geld In de kas
brengt. We hebben het noodig. In
weerwil van de grooie liefhebberij,
die we een dag of wat geleden heb
ben kunnen opmerken in het deelne
men aan de Staatsloterij. Zooveel
menschen waren verzameld voor het
kantoor van den collecteur op de
Groote Markt, dat de politie er aan
të pas moest komen om de orde ta
hondihave®. Bewijs van weelde? Ja,
i® zoover, dat niemand ee® loterij
briefje kan koope®, of hij moet er het
geld voor Ln de® zak hebben. Maar-
toch een bewijs van armoede, zou ik
denken. Waar die guide® of wat van
daan komen, met hoeveel zwarighe
den ze zijn bijeen geschraapt dat
zouden we moeten weten. En als we
't wiste®, dan zou, denk ik, blijken
dat het de laatste poging is van men
schen, die de toekomst donker in-
rie® en nu willen probeare®, of vrouw
Fort una hun soelaas wil brengen.
Wat een kans 1 Het is als de naald/
in die® hooiberg. En toch, wanneer
vandaag of morgen ee® ondernemend)
ma® aankondigde, dat hij ee® naald;
in ee® hooiberg zou wegstoppen e®
duizend gulden betalen aan de® eer
lijken vinder, dan zouden er honder
den en nog eens honderden toestroo-
mem om dat kansje te wagen, ook al'
moesten ze daarbij als inJeggeld ©en
guldien betalen.
Of 't nioL beter zou wezen, dat de
liefhebbers vu® de Staatsloterij hun
drite e® ee® halve® gulden voor het
vermaarde twintigje besteedde® «m®
warme sokken of ee® kleine winter
provisie van aardappelen, is weer
ee® andere quaes tie. De meóging tot
spelen is er eenmaal bij de men
schen e® wanneer we niet al te streng
principieel willen wezen, kunne® we
ons toch ook wel voorstellen, dat
monsöhen, die week aan week pre
cies zooveel verdienen, dat rij er va®
kunnen bestaan, verlangen naar een
fortuintje, naar ee® voordeel, dat hen
in staat zou stele® eenmaal in hun
leven te voldoen aa® wenschen va®
weelde e® gemak.
Zou, bedenk ik daar, de gemeente
ndeit eens een verloting op touw zet
ten, met ee® hoofdprijs van ƒ5000,
ee® tweede® prijs van 2500, ee® der
de® va® f 1000 e® tien van 100 Wel
te verstaan, zonder de geniepige kor
ting, dóe de Staat van zijn hoofdprij-
ze® aftrekt. Het aantal loten zal
20000 zijn 1.50, netto opbrengst na
aftrek van tóe® procent voor de weer
ver koopers 27000. Beheer, reclame,
drukke® der loten bereke®d op ƒ5000,
blij lit over ƒ22000.
Af 9500 aan prijzen, blijft eemi
winst va® 12.500, zoodat wanneer de
gem oen te dat vier maai ln een jaar
ging doen, een bate zou worde® ver-
krege® van ee® halve ton, die voor
een of ander nuttig doel, waarvoor
nu geien geld aanwezig is, zou kun
nen worden aangewend.
Da/t rij® va® die beschouwingen,
waardia lezers, zooals Iemand die
overkomen, wanneer hij midden in
den nacht klaar wakker ligt. Het ge
meentebestuur, dat zoo verontwaar
digd gekeken moet hebben, toen een
Belgische bankier ais voorwaarde
voor het verschaffen van geld voor
ee® Staalbod Haarlem stelde, dat te
Haarlem een speelbank mocht wor
de® opgericht, zal er niet toe komen
om naast de drie bestaande gemeen
tebedrijven nog ee® vierde op te rich
ten, in den vorm van ee® gemeente
lijke loterij. Ook niet, hoewel Ham
burg, Lubeck 0® Bremen hierin al
lang zijn voorgegaan.
Dan maar gezocht naar andere
bronnen van inkomsten. Wat is er
nu verder nog te belasten Straat
geld kunnen we gaan heffe®, per
strekkende meter gevelbreedte, of'
sproeigeld, zooals ze dat, geloof ik, lm
Bloemendaal doen, maar dan met'
deze bepaling, dat je niet vragen
kunt„och, sproei voor mijn deur
maar niot 1" Anders brengt de heeie
belasting nfet noemenswaard op.
Hadden we onze poorten nog, da®'
konden die eem aardigen duit opbren
gen, al was 't alleen uit weerwraak
tegenover Heemstedere e® Schotena
ren, die door 't bouwen van een eigen
gasfabriek, ons ee® aardig kluitje uit
de pap hebben weggepikt. Aa® eeo
bdlasting op de vetrmakelij khedeor
zullen we voorioopig maar niet meer
denken. Het bezoek Ln de inrichtin
gen van openbaar vermaak Ib tioch ai
niet groot Ging de stad nog ee® be
lasting op die entreeprijzen leggen,
dfl.p kwam er beeLemaal gee® sterve
ling in.
Of zijn niet ee® dag of wat geledie®.,
toe® ee® dame in den schouwburg
©e® voordracht houden zou, maar der.
tien personen verschenen, van wie
toch zeker minstens de helft met vrij
kaarten kwam. Ik vraag uwaar
moet het heen En dat nog wel, ter
wijl deze dame een Romednach stuk
heel alleen, zou voordragen, niet
zoo'n oud en lang bekend, dat iedere
Haarlemmer uit rijn hoofd kent, zoo
als bijvoorbeeld Julius Caesar va®'
Shakespeare, maar een fonkeinagél-
nieuw stuk. Naar ik hoor, had de
voordraagster meegedeeld, dat de
voordracht niet zonder gebaren zou
plaats hebben helaas, het eenige ge
baar, dat zij heeft kunnen make®,
moet er een van teleurstelling rijn
geweest.
Neef Wouter, die soms zoo scherp
iéts zegge® kan, vroeg of ik een pu
bliek vam dertien mensch e® mi et veel
vond. „Uitgezonderd de verslagge
vers", zei hij, „die wel moeten de
stakkers" vind ik het van de an
denen eem heldendaad, om te gaan
kijken naar ee® nieuw stuk over
zoo'n stokoud volk. En dat ln onzen
tijd, nu de Amerikanen ons heelwat
meer kunnen scli el en, dan de Romei
nen. Mest een voordracht nog wet
door persoon, al mag dat dan.
voor mijn part een heel begaafde da
me wezen. En rit je er eenmaal, stem.
moet je uit beleefdheid wel mee tofi
hot einde. Als ik wat va® de Romei
nen weten wil, dan neem ilk ee® boek!
uit die dagen, Quo Vadis van Sien-
kiewiez of Nydia, of Ee® Strijd om'
Rome va® Redix Dahn en zoodra
dio gesprokken van Romeünen e® Ro.
metrkirmen ine beginne® te verveden,
do® zeg lk eenvoudig: „mondje
dicht", en klap het boek toe e® dori
1 s't met de praterij glad gedaan. Zoo
dra ik lust heb om de Romeinen/
weer te laten optreden, doe ik 't boek.
weer open. Dat is eenvoudig en ge
makkelijk."
Ik trachtte te betoogen, dat hei
toch wel jammer was va® al de moei
te en koste®. En dan precies dertien
toeschouwers. T Was al te noodlot
tig. Maar dat wou hij me ook al niet
toegeve®, „want", zed hij, „mijnheer
Van Gasteren, die kwam zeggen, dat
de voorstelling niet zou doorgaan,
was toch de veertiende, de suppoos
ten aan de contröle ware® vijftien e®
zestien om de voordraagster zelf, dié
al deze Romeinsche personen alleen
had moeten voorstalle®, telt wel
minstens voor ee®, maakt samen ze
ventien. De bijgeioovigste mensch
en dat bc® jij nog lang niet, vriend
Fidedio zou daar gee® kwaad irx
gezien hebben. Praat me dan liever
va® Zang en Vriendschap, dat zijn
eerste concert geeft op VRIJDAG e®i
da® nog wel op de® DERTIBNDEN
van de ELFDE maand. Die zijn nie*
zoo kinderachtig als jij. Ze denken j
Wo ma® singt, da lass' dich ruhigj
n ieder,
Aberglaube® kennt ja keine Lieder.
FID ELI O.