HAARLEM'S DAGBLAD. *^JÏÏ2SL Stadsnieuws Onze Lachhoek. FEUILLETON De Me Pimpernel OM ONS HEEN Mo. 833. Werklust. We hebben "onlangs in de bladen de spattende mededeel mg kunnen vinden, dat op da Ministerleën to Den Haag hoogstens zes uur daags gewerkt wordt en dat het op kei Ministerie niet meer dan vier en ieen half uur per dag beloopt. Ik zal dezen beer niet wijzen op de geldverspilling, die daarvan het {Volg is en die ook misschien zoo heel groot niet wezen zal, daar de a/mi te- 'naren aan de Ministeries sleobut be taald worden. Maar waar ik medelij dien mee heb, rdat is met die ambtenaren zelf* om dat zij het werken verleeren. De democratische denkbeelden van de laatste kwarteeuw hebben en kwaad in onze samenleving ge sticht. Het kwaad is o.a. dit, dat er een soort van leer verspreid !s, alsof de arbeid een vloek zou zijn. Let wel, dat ik niet van övermatlgen ar beid, maar van een gewone, normale dagtaak spreek. Ik zou die voor han denarbeid op tien uur per dag er ivoor hersenwerk op iets minder wil len gesteld zien, maar lm het begin van de sociaal-democratische propa ganda vond men niet alleen acht uur het redelijkerwijs te vergen maxi mum, maar verdiepte zich zelfs to de Vraag, hoe weinig uren een mensch wel zou behoeven te werken, wanneer ledereen, zonder onderscheid, in maatschappij aandeel to den arbeid had. Zoo heb ik eens een spreker hoo- ren becijferen, dat to dit geval nie mand méér dan drie uur daags zou behoeven te werken. Toen hij dat gezegd had, toefde de spreker even en nam een teugje water. Hij wachtte het effect van die verklaring af en ze liet-niet lang op zich wachten. De vergadering juichte uitbundig drie uur daags werken wat een buitenkansje. De verstandig- fiten dachten waarschijnlijk wel even na over de vraag, wat zij met de rest .van den dag zouden móeten begin nen, maar ook daarvoor wist de spre ker raad. De overige uren zouden de menschen gelegenheid he-bben, om zich te ontwikkelen en tot ontspan ning. Wanneer die toestand ooit komt, Wat ik niet geloof, dan zal het zeker niet voor over duizend© jaren zijn wanneer alle menschen afkeerig zul len zijn geworden van de kroeg en hunne ontspanning zullen zoeken in het lezen van goede boeken, in het maken van wandelingen, in het aan- hooren van goede concerten en het voeren van nuttige gesprekken, wan neer alle menschen de neiging tot lui heid zullen hebben overwonnen, kort om wanneer ze wonderen van deugd en braafheid zullen zijn geworden. De lezer becijfere nu zelf, hoe lang dit nog duren moet. Maar om tot het heden terug te keerenonze spreker was dus des tijds van meeuing, dat de dagelijk- sclie arbeid een kwelling is, die voor al zoo kort mogelijk moet duren. Dit beginsel heeft helaas In alle klassen van de maatschappij weerklank ge vonden. Gedachtenloos elkaar napra tende komt men zoo licht tot de over- ttoging, dat wie veel werken moet, een beklagenswaardig mensch moet heeten. En dat waarlijk niet onder de arbeiders alleen. „Ga je 's avonds nog naar je kantoor wordt met me delijdende verbazing aan den koop man gevraagd, die zijn werk niet om half zes of zes uur eindigt. En wan neer iemand verklaart,,ik heb het dezer dagen zóó druk", dan trekt hij daarbij een gezicht, alsof hij de ramp zaligste mensch van de wereld is, te meer omdat vrouw en kinderen in den huiselijken kring maar al te vlug bij de hand zijn, om den armen man en vader te beklagen, die het immers zoo druk heeft i Xls ik kom dan zou ik al die klagers willen zeggen, dat ze zich zoo deerlijk vergissen. De dagelijksche arbeid geen vloek, maar een zegen. Onder één voorwaarde, en die is, dat ze met energie en toewijding wordt verricht Ik herinner me, dat ik eens een jong*- mensch zag, die met een norsch ge zicht op het kantoor aan zijn lease- naar zat en die blijkbaar maar geen gang in zijn werk kon krijgen. „Wat scheelt er aan werd hem gevraagd. Hij had, naar t kantoor gaande, een rijk man ontmoet, die op een dogcart zat en een rijtoertje maakte. „Dat is pas een leventje", zei hij, „heel wat anders dan op een kantoorkruk zitten em je vingers blauw schrijven 1" Maar hij dacht er geen oogenblik aan, of die rijke man misschien uit verveling was gaan rijden en, zoo niet, of hij misschien andere zorgen had, die hij door een rit wou trachten te ovenvinnen. Want onze fout, de groote fout, die wij alien op beu/rt maken, is deae, dat we doen, als-of rijke en aanzienlijke menschen gelukkig zijn omdat zij geld hebben, terwijl we, als we alles wisten, hun zorgen en bekommernissen, hun te leurstellingen en angsten, vaak zouden willen overnemen. Want juist tegen zorg en tegen spoed is de gezette arbeid zoo'n af doend geneesmiddel. Zit stil en rol daarbij alle kleine onaangenaamhe den in uw hersens rond ze groeien aan als sneeuwklompen. Maai* ga aan uw werk en weldra slinken ai die kleine zorgen, om weldra te verdwij nen. Vraag het aan renteniers, hoe dikwijls ze zich vervelen, hoe allerlei bagatellen hun onoverkomelijke be zwaren lijken, hoe lang hun de dag kan zijn. En vergelijk dan daarbij zeiven, wanneer ge, na het dagwerk, tot rusten komt, u tevreden voelt over een overwonnen moeilijkheid, over sn behaald succes. Maar dit 1s zeker die voldoening ov-er de gedane dagtaak is alleen mo gelijk voor wie zijn werk met inspan ning van al zijn krachten heeft ver richt. Die bij den aanvang al geeuwt en rekt is voor den heelen dag ver loren. En toch zijn er duizenden, die hun werk alleen doen omdat ze an ders van honger zouden moeten om komen. Met een zekeren tegenzin en wrevel, alsof de Arbeid zelf da aarts vijand en de onmiddellijke chef diens handlanger was. En met spot en hoon voor een ander, die plezier in zijn werk heeft en houden w'I en die door hen voor strooplikker en oogendienaar wordt uitgescholden. Alsof er een soort van schande in stak wanneer iemand het hem opgedra gen werk met alle kracht vervult. Welnu, ik heb nog nooit van mijn leven iemand gezien, die zich geheel aan zijn werk gaf en die daarvan niet de vruchten plukte, zoowel in 'gen voldoening, als in stoffel ij ken YOoruUgang. Hij mag dan moeilijke oogehblikken hebben doorgebracht, toen kameraden of collega's hem ve nijnig over zijn ijver bespotten of be vitten, op den duur trekt hij aan 't langste eind en laat de anderen ach ter zich. Zoo wint hij het van hen in zedelijke voldoening en in stoffelij- ken voorspoed, die immers twee voor name factoren zijn van aardsch ge luk. En nu moet niemand zeggen „ik zou me wel willen inspannen, maar mijn werk is zoo saai en eentonig I" Er is geen enkele bezigheid, die n'et haar sleurzijde heeft, haar routine van allen dag, maar evenmin is er één vak, waarin niet door nadenken en ijver frischheid en verbeteringen te brengen zijn. Alleen het werk, dat geen voldoening geeft, is vervelend. Maar alle werk, dat met hart en ziel wordt uitgevoerd, moet voldoening geven. Zoo geeft zelfs de eenvoudig ste beziglie!d recht op tevredenheid, wanneer hij, die ze d-eed, bij zijn rust bedenken kan, dat hij er alle krach ten aan heeft besteed. Zij die ntot werken, die zich hooit vermoeien, kennen het genoegen van dez8 rust niet, zij missen een levens genot. 't Is waar, dat onze gaven verschil lend zijn. Wat de een spelenderwijs verricht, brengt de ander in 't geheel niet tot stand. Toch is er voor ieder een taak. Het komt er alleen maar op aan, die met inspanning yan alle krachten tot te voeren. Ik heb eens een verstandigen vader ontmoet, die erkende, dat zijn kinderen niet vlug waren en alleen met moeite hun klas se bijhielden. „Maar toch", zed hij. „maak ik me niet ongerust*' want er zit een ijverige natuur in en een voel van verantwoordelijkheid tegen over de taak, die zij moéten vervul len. Als dat zoo blijft, komen mijn kinderen wel terecht." En zoo is het ook. Hot zal een ge lukkig geslacht zijn, dat opgroeit in de overtuiging, dat elke eerlijke ar beid een zegen is, die zijn voldoening van zelf met zich meebrengt. Laat ons dan oppassen voor ie Ian- xa arbeid, voor slaverig werk maar ook, en veel meer nog, vóór afpassen van ons werk in uurtjes, waar we niet buiten willen gaan. Waarlijk, er worden er meer ziek van weinig, dan van veel werk. J. C. P. STUKKEN VAN DEN RAAD. B. -en W. stellen voor, van de Bin- nenlandsche Exploitatie Maatschap pij van Onroerende Góederen en van den heer G. P. J. Beccari, om niet iin e'geniom voor de gemeente te aanvaarden verschillende perceelen voor straat bestemden grond aan den Schotersingelvan de eerste een perceel van 670 vierk. meter en een perceel van 8 vierk. meter, van den tweede een perceel van 1530 vierk. meter. Dé gemeente geeft daarvoor in uil aan de maatschappij een perceel van 16 vierk. nieter*. De adressanten willen bepaald zien, dat de gemeente op zich neemt de be doelde gronden te beliarden, van rio- leering en verlichting te voorzien, te gen betaling door hen van een som, door de gemeente te bepalen, met uit zondering van de kosten langs den schotersingel, als zijnde dit al een bestaande publieke weg, ter verbree ding waarvan de adressanten grond' afstaan. B. en W. nemen met een en ander genoegen-, alleen willen zij de maat schappij ook de kosten laten betalen van de openbare werken in de reeds aan de gemeente toebehoorende strook jrond langs den Schotersingel. In de omstandigheid, dat het bouwterrein gelegen is langs een weg, die voor een .weetal jaren door de gemeente op nieuw is aangelegd, ligt h. i. al voor de maatschappij het voordeel, dat zij voor dien weg geen grond behoeven af te staan en geen kosten voor open bare werken behoefden te voldoen. B. en W. stellen voor de grond-over dracht goed te keuren, onder bepa ling, dat het terrein eerst wordt op gehoogd tot ped, dat de schoeiingen worden onderhouden, en dat f 12.263 gegeven wordt tot bijdrage in de kos ten voor openbare werken. Voorts vragen B. en W. een crediet van f 11.148 voor het uitvoeren van openbare werken, en 3079 voor open bare werken van den Schotersingel, welk laatste werk eerst zal worden uitgevoerd, als de maatschappij een bijdrage van f 3079 geeft. (Raadsstuk 378). dö Gedempte Oude Gracht, 5e. do Damstraat van het Spaarne naar het Klokhuisplein, 6e do Lange Veer- straat naar de Kleine Houtstraat, 7e. de Korte Veerstraat van de Lange Veerstraat naar het Spaarne, 8e. de Korte Begijnestraat van de Lange Begijnestraat naar de Bakenesser- grachl, 9e. de Valkesteeg van de Klerk steeg naar den Koudenhorn, 10e. do Vrouwesteeg van de Baken ess er- gracht naar de Klerksleeg. (Raadsstuk 2121, Bank van Leening. B. on W. stellen voor goed te keu ren de rekening en verantwoording van de Bank van Leening over 1907— 1908, «en het saldo 443.21) te 6torten In de gemeentekas. (Raadsstuk 887). Ontwikkeling vafi politie beambten. De Haarlemsche Polillevereemigto i „Verbetering zij ons streven" heef besloten een vak- em taalcursus te or gan iseeren. Hieraan kunnen deelnemen de le den dar vereeniging, onbezoldigde rijks- en buitengewone veldwachters van Haarlem, die geen lid der veree niging kunnen zijn, en rijks- ei me ante-veldwachters buiten Haarlem. De cursus wordt gegeven Dinsdags en Vrijdags van 6 3/4 tot 8 8/4 uur, elk deelnemer mag een les per week bijwonen. Voor leden bedraagt het leergeld 5 cent per avond, voor met-leden tien cent. ALs leermeester is aangesteld de heer A. .Lankaster, onderwijzer te 's-Gravenhagp, die ta het bezit Is van hot pol'lie-diploma met aanteekentog vanwege den Bond. Deelnemers moeten zich voor 22- November bij het bestuur van Verbe tering zij ons streven aanmelden. Belasting. B. en W. van Haarlem doen te we ten, dat het le suppletoire kohier voor ds plaatselijke directe belasting naar het inkomen dezer gemeente, dienst 1908, ter invordering van de daarop voorkomende aanslagen op heden aan den gemeente-ontvanger is ter hand gesteld, en dat ieder verplicht is, zijnen aanslag op de door hen volgens art. 23 der verordening op de heffing an deze belasting gestelde termijnen te voldoen, alsmede dat afschrift van het kohier gedurende vijf maanden, ngaande heden, voor een leder ter plaatselijke secretarie (4e afdeellng) ter lezing ls nedergelegd. Verkeer met motorrijwielen en fiet sen. Het komt B. en W. gewenscht voor, dot eenige straten voor motorrijtui gen op meer dan twee wielen worden gesloten Korte Jansstraat, Bake- nessergracht Westzijde, Tempeliers straat, Ridderstraat, Lange Wijn gaardstraat en Korte Wijngaard straat dat de Noorder- en Zuider schoolsteeg gesloten worden voor het verkeer met motorrijtuigen en rijwie len, en dat de volgende wegen met motorrijtuigen en rijwielen slechts bereden mogen worden in de bij iede- ren weg aangegeven richting, te we ten le. de Turfsteeg vau het Spaar ne naar de Kleine Houtstraat, 2e. de Berken rod-esteeg van het Spaarne naar de Lange Veerstraat, 3e. de Ja cob ij nestraat van de Gedempte Oude Gracht naar de Koningstraat, 4e. de Stoofsteeg van de Koningstraat naar GEVONDEN VOORWERPEN. De quaestie aangaande gevonden oorwerpen is nu in een andere perio de aangeland. Wij hebben ons er steeds tegen ver zet, dat de voorwerpen aan de zorg van de vinders -werden toevertrouwd, ook tegen bun zin. Het was en is onze overtuiging, dat de politie zelf, als openbaar orgaan, zich met deze af- deeling van gemeentezorg ln al haar Volheid dient te belasten. Is zij daarop nu niet ingericht, dan dient zij maat- regelen te nemen om de zorg voortaan geheel op zich te nemen. Zoo schreven wij en niet zonder succes. Voortaan worden althans de kleine voorwerpen aan 't bureau be waard. Op de groote moeten de eer lijke vinders, veelal klein behuisde menschen, zelf blijven passen. En een andere nieuwigheid is, dat bij het lijstje van gevonden voorwerpen, dat wij dagelijks van de gemeente-secre tarie ter plaatsing ontvangen, nu de namen en adressen van de vinders zijn gevoegd. Zoo is dan ons bureau op eens als 't ware ingeschakeld in den loop der zaken. Wij hebben ons dat voorloopig laten welgevallen, omdat wij gaarne meewerken tot een zaak van alge meen belang. Evenwel onder één voorbehoud. Wanneer men bij ons komt klagen over onjuiste namen of adressen, wanneer men wat niet onmogelijk is ons bureau langza merhand als een soort aanzegshuis van gevonden of verloren voorwer pen mocht gaan beschouwen, dan ver melden wij geen adressen meer en verwijzen opnieuw den arbeid en den last daarheen, waar die naar onze meening uitsluitend behooren, name lijk uaar het bureau van politie. HET TOONEEL „DE WERELD DOOR DE „KONINKLIJKE". Neen maar, nu wordt 't toch wel wat al te erg Hebben ze op het „Leidsche Plein' nu n/tots anders meer voorradig dan wat oude, opgewarmde kost van 'n vijftien of twintig jaar geleden? Eerst' komen de koninklijke acteurs en ac trices met Franpilion, van 'n twintig of meer jaren geledendaarna ver schijnen zij met dé afgespeelde „Demi-mandie", van ook al eenige tiental ton jaren oud; en nu hebben ze werkelijk ook nog den. moed met „De wereld waarin men zich ver veelt", dat ook al eenige kruisjes ach ter dién rug heeft, te komen aanzet ten, Terwijl de gezelschappen van Ro ij aards, van Verkade en van Van der Horst hun beat doen om cxns wat nieuws te brengen behoeven we te herinneren aan „Mevrouw Warrens bedrijf", aan „Een ideaal Echtge noot" of aan „De Groote Vlucht" komt men van den schouwburg, dte een koninklijk predicant draagt, met oude Dumasjes (zoon au vader) Pailteronijes aandragen We zouden dan ook wel eens wil len weten, wat men op liet Leidsche Plein van ons, Haarlemmers nu eigenlijk wel denkt. Dat we ingedut te provincialen zijn, die nog de mo des vion hun grootvaders dragen en twintig jaar bij hun tijd ten achter zijn Of is men zelf op het Leidsche Pteto bezig te mummificeer en Palillerons stuk is door die „Ko ninklijke" zoo diood gespeeld, dat er in heit spel geen ziel of heerlijkheid meer zitalle spontanicteit is er uit zij geeft nog slechts hét hfgekloven, karkas Le zien van wat eenmaal 'een. blozend lichaam was. En de acteurs en actrices gelijken in dit tooueel- spel uieer op ambtenaren, die precies op tijd hun werk doen en zorgen dat hun rol uit hun mond komt, dan op vrije, spontane a/rtiston. Men zou kunnen zeggen, dat de Hertogin de Révflile (die van Sjoopehouw. sprak voor Schopenhauer) door de ambtenaar mevr. Holtrop word speeid^ Bellac door den ambtenaar Clous, Roger do Céran door dien ambtenaar De Jong, enz. 't Was ul- les duf en doodsch en vlak; alleen Rika Hopper ais de achttienjarige Suzanne bracht er af en toe aan fris- schen, opgewekten noot in. De zaal was niet goed bezet en we. konden die wegblijvers geen ongelijk geven. FRANS NETSCHER. ORGELBESPELING in de Groote of St Bavokerk te Haar lem op Dinsdag 17 November 1908, dei namiddags van 1 tot 2 uur, dooi den heer W. Ëzerman. Programma No. 1. Preludium en Fuga, H&ndel. No 2. Largo (2e Symphonie), Beet hoven. No. 3. Sonate, A. G. Ritter. No. 4. Andantino, Rheinberger. No. 5. Aria (Elias), Mendelssohn. Concert Flesc h-R öntgen. Men schrijft ons Met, genoegen zal het muzikale Haarlem vernomen hebben, dat de hoeren Carl Flesch en Jul. Röntgen hier een concert zullen geven. Het programma, dat door de beide hoog begaafde musici zal worden' ten ge- hoore gebracht, bevatSonate F-dur (Manuscript) door Jul Röntgen, in herinnering aan Ëdv. Grieg (eerste opvoering) piano en viool Variation (op. 34), L. v. Beethoven, voor piano; Aria van Teuagb'aMenuett van MozartAndantino van Gluck en Deutscher Tanz van Dittcrsdorf, voor riool en piano Sonate op. ÜG G-dux, van L. v. Beethoven, voor piano en 'iool. De talrijke vereerders van Carl Ftesch en zijn kunst, zullen niet na laten door hun opkomst blijk te geven van hun sympathie voor dezen groo- ten kunstenaar. D a m e s h o e-d e n. Dezer dagen stapte bij liet wacht huisje non do Kampervest e erne van Amsterdam komende domo over op een wagen van de ceintuurbaan. Ze moest vandaar tot de Zijlbrug op het balkon blijven staan... omdat de deur openingen den* eleebrLsche trams niet wijd genoeg bleken om het omvang rijke hoofddeksel der dame door te Laten. Vrij e- en or deoefeningea Amsterdam, 11 November. Geslaagd de dames A_ Klaver te Hoofddorp, A. an Amstel te Heemstede. Is 't niet grappig, dat de beruch te voorvechtster voor de vrouwen-" rechten en de vijandin van 't man- nendom. Juffrouw Drebbel, getrouwd Zij heeft misschien met don be trokkene nog een speciaal appeltje te schillen, Ze zeggen, dat vrouwen het verschrikkelijk vinden een oudo vrij ster te worden, zei de mijn 1/eer Stoke_ brand. Dat doeai ze Jozef, antwoordde zijii echlgenoote. Je moet maar eens bedenken mol wat voor exemplaren van het mannelijk geslacht ze soms trouwen om aan 't ongeluk te ontko men. Jozef Stokebrand deed er verder het zwijgen maar toe. Een weduwnaar met vier kinderen had eeno weduwe met twee kinderen gehuwd; dit huwelijk was met nog drie kinderen gezegend. Zekeren mid dag tehuis komende, hoorde hij eon vreeselijk rumoer en toen hij vroeg; wat er aan de hand was, antwoord de zijne vrouw Och, niets jou kinderen en mijn kinderen vechten weer met onze kin deren. Wonen er menschenetors In Zandvoort, meester Welnee, jongenhoe kom je daaraan In mijn leesboek staat: De be volking Leiefl daar van de badgasten. Joggle, hoe is het met je moeder vandaag Niet. best, notaris, ze heeft erg de romantiek ln haai* rechter knie. A.:: Zoo, 16 vandaag het testament van die oude tante geopend?.... En wat heeft haar neef gekregen B.Een aanval van woede. Deae middag, juffrouw, aan uwe zijdo behoort lot de schoonste mijns levens zal mij onvergetelijk blij ven, O, meneer l Inderdaad, juffrouwik heb nog maar zelden zóó lokker gegeten 1 Uit de Rechtszaal ERNSTIGE MISHANDELING. Een 20-jarige jongeling van Iloog- made (Th. Hillebrandt) kon 't niet verdragen, dat Pieter Po uw uit Al kemade verkeering had mot con meisje udt Iloogmade. Enkele lezers zullen dit misschien heel zonderling vinden, maar in dorpsche streken is zootets een vaak voorkomend verschijnsel. 's Lands wijs, 's lands eer Op 6 September is de wraak eerst tot volle uiting gekomen. Theodoras wilde goed dronken worden om moed te hebban, eu> sloeg daarom eeniga glazen biar met jenever* vermengd maar binnen. Zoo toebereid ging Tlheodiooris op den loer staan. De een Iloogmade's meisje beminnende Pieter kwam niets kwaads vermoedende^, aanwandelen en werd door Theodoras aangeval 1 etc. Met een mes heeft hij hem loelijk toegetakeld, gestoken en gesneden, overal waar hij maar raken kon. Pie ter kreeg o. a. een steekwonde vlak bij het hart, en een snede over den pcvla Toen de snijpartij was afgeloopon li-et Theodoras zijn slachtoffer maar liggen, lieu later passeerendo wiel» rxjtiar vond Pieter en zei je moet naar den dokter anders bloed je ge wis dood." Met veel moeite Uwara Pieter bij den geneesheer, dr. Wil. link, in Rijp-Wetertog, die hem ba- handelde*. Dö wonden waren levens gevaarlijk, terwijl er veeii kans had bestaan, dat Pieter was dood ge bloed. De justitie in Haarlem zag den toe- stand zóo ernstig in, dat zij naar Hoogmode vertrok om een onderzoek to te stelten. Donderdagmiddag stond Theodoras voor de Rechtbank terecht. Hij be kende zijn misdaad, maar zei, 't niet zoo erg bedoeld te hebben. Het O. M. eischle tegen Theodoras een gevangenisstraf van twee jaren. Als ambtshalve toegevoegd verdedi. ger trad op Mr. Slothouwer, die het licht liet vallen op het gunstig verle den van den beklaagde, en aandrong op een lichtere straf, alsook op af t-rek der preventieve hechtenis. Naar het Engelsch door Barones Orczy, 2) Eenige uren na de ontvangst van dit onbeschaamde bericht, hoorden de burgers van het Comité van Algemeen Welzijn, dat het verscheidenen ko- ningsgezinden en aristocraten gelukt was, de kust te bereiken en dat zij nu onderweg naar Engeland en in veilig heid waren De wachten bij de poorten werden verdubbeld, da wachthebbende ser geants werden met den dood be dreigd, terwijl groote belooningen werden aangeboden voor de gevan genneming van die brutale en onbe schaamde Engelschen. Er werd een som van vijf duizend francs beloofd aan den man, die de hand legde op den gehèimzinnigen en onbereikbaren Rooden Pimpernel. Iedereen voelde, dat Bibot die man zou zijn, en Bibot zorgde er wel voor, dat dat idéé bij iedereen vast wortel schooten zoo kwam het, dat de men schen eiken dag bij de Westerpoort kwamen, om er bij tegenwoordig te siln als hij de hand legde op een of anderen vluchtenden aristocraat, die misachten vergezeld zou zijn van dien geheim zinnigen Engelschman, Bah 1 zei hij tot zijn meest ver trouwden korporaal, Burger Gros- pierre was een dwaas I Als het mij overkomen was, zooals hem onlangs bij de Noorderpoort Burger Bibot spuwde op den grond, om zijn minachting uit te drukken voor de stommiteit van zijn kame raad. Hoe heeft zich dat eigenlijk toege dragen, burger vroeg de korporaal. Grosp'erre hield goed de wacht bij de poort, begon Bibot met luider stem, lei-wijl de menigte om hem hen gtog staan en begeeri'g naar zijn verhaal luisterde. Wij hebben alle maal van dien bemoeizieken En gelschman gehoord, van dien Rooden Pimpernel. Hij zal mijn poort niet doorkomen, of hij moest de duivel zelf zijn. Maas Grospierre was 'n dwaas. De vrachtwagens gingen door do poorten er was er een bij met vaten geladen, en gemend door een ouden man met een jongen naast zich. Gros- pieri*e was een beetje dronken, maar hij dacht heel listig te zijn hij keek ln de vaten ten minste to de mees te en zag, dat zij leeg waren, waar op hij den wagen liet passeeren. Een gebrom van woede en wraak liep door de groep sjofele wezens, dte zich om Burger Bibot verzameld had. Eeu half uur later* zoo vervolg de de sergeant, kwam ex een kapitein van de wacht naar hem toe met een peloton soldaten. „Is er een wagen door de poort gelaten vroeg hij ademloos aan Grospierre. „Ja", zei Grospierre, „nog geen half uur geleden." „En jo hebt hem laten ontkomen schreeuwde de kapitein woedend, „daarvoor zul je onder de guillotine boeten, burger sergeant 1 In dien wagen was de voormalige hertog van Chalis en zijn geheele fa milie verborgen „Wat I" sclireeuwde Grospierre ontsteld. „Ja I en de voerman was niemand anders dan dte Engelschman, de Roode Pimpernel". Een geloei van afschuw begroette die woorden. Burger Grospierre had voor zijn stommiteit onder de guillotine ge boet, maar wat een ezel ook 1 Och, wat een ezel I Bibot rnoest zóó lachen om zijn eigen verhaal, dat het eend gen tijd duurde, eer hb' voort kon gaan, „Hem achterna, jongens I" riep de kapitein, zoo ging Bibot na een poosje voort, „denk aan de beloo ning hen achterna, zit kunnen nog niet ver zijn 1" En met die woorden rende hij de poort door, gevolgd door zijn soldaten. Maar het was te Iaatschreeuw de de .netogte opgewonden. Zij hebben hom nooit gekregen 1 Venvenscht zij Grospierre voor zijn dwaasheid I Hij verdiende zijn lot f Verbeeld je, om die vaten niet stuk voor stuk na te zien Maar deze uitvallen schenen Bur ger Bibot bijzonder te vermaken hij schudde van het lachen, en de tranen stroomden Langs zijn wangen van pret. Neen, neenzei hij eindelijk, die aristocraten waren niet in dien wagenen de voerman was ook de Roode Pimpernel niet I Wat Neon De kapitein van de wacht was die Engelschman to een ver momming, en zijn soldaten waren allemaal aristocraten I Ditmaal zweeg de menigtehet verhaal deed aan het bovennatuur]ïi ke denken en ofschoon men van God en Zijn gebod niet weten wilde, toe), was men er niet in geslaagd de vrees voor het bovennatuurlijke in de har ten van het volk te dooden. De zon stond op het punt onder do kimmen te verdwijnen. Bibot was var plan de poort te sluiten. Laten de wagens nu passeeren. zei hij. Een dozijn overdekte vrachtwagens ongeveer kwamen in een rij nader klaar om de stad te verloten, en den volgenden morgen de voortbrengselen uit de provincie ter markt te bren gen. ZIJ waren Bibot bijna allen be kend, omdat zij twee maal per op lnm weg naar en uit de stad bij hem voorbij kwamen. Hij maakte een "praatje met een paar voerlieden meestal vrouwe/n en onderzocht de wagens van bin nen zorgvuldig Je kunt nooit weten, placht hij te zeggen, ik ben niet van plan ge snapt te worden, zooais die dwaas Grospierre De vrouwen, die de wagens be stuurden, brachten gewoonlijk hun dag door op de Place de la Grève, onder aan het platform van de guillo tine, waar zij zaten te babbelen en te breien, terwijl zij keken naar de rijen wagens, die aankwamen, beladen met •ie slachtoffers van liet Schrikbe wind. Zij vonden het heel grappig, mi die aristocraten te zien aankomen voor Madame Guillotine en er was veel vraag naar de plaatsen bij liet platform. Bibot had dien dag dienst gehad op le Place de la Grève. Ilij herkende die meeste oude heksen, „trlcoteuses", zooals zij genoemd werden, die daar '.aten te breien, terwijl het eene hoofd ta het andere onder het mes viel, en zij zelf bespat werden door 't bloed. I-Ia, moeder! Ben Jij daar? zei Bibot tot een van die afschuwelijke wezens, wat heb je daar Hij had haar dien dag ook al ge zien met baar breiwerk en baar zweep bij rich. Nu had zij een bos gekruld baar aan het handvat van de zweep vastgemaakt, allerlei kleu ren, van goudblond tot zilvergrijs, blond on donker, en zij streelde het met haar groote, beenderige vingers, terwijl zij Bibot lachend aankeek. Ik heb vriendschap gesloten met Madame la Guillotine, zei ze niet een schorren lach. De beul sneed deze lokken van de hoofden af, als zij naar beneden vielen. Hij heeft er mij morgen nog meer beloofd, maar ik weet niet of ik dan wel op mijn ge wone plaats zal zijn. En hoe dat zoo, moeder vroeg Bibot, die, hoewel een gehard soldaat, onwillekeurig huiverde over de dier lijke wreedheid van dit schepsel, dat een vrouw moest heeten, dit wezen, dat zoo'n spookachtige trophéc aau het handvatsel van haar zweep droeg. Mijn kleinzoon heeft do pokkon gekregen, zei ze, terwijl zij met haar duim achterover binnen in den wagen woes sommigen zeggen, dat het pest is I Als zij het bij het rechte eind heb ben, dan zal tk geen toestemming krij gen, morgen Parijs binnen te komen. Bij heit noemen vajn het woord pok ken, was Bibot al haastig achteruit gegaan, en toen de oude heks sprak' over de pest, ging hij zoo ver moge lijk van haar weg. (Wordt vervolgd).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1908 | | pagina 5