HAARLEM'S DAGBLAD.
TWEEDE BLAD,
OM ONS HEEN
Rubriek voor Vragen.
Uit de Omstreken
FEUILLETON
De Roode Pimpernel
VRIJDAG 20 NOVEMBER 1908
No. 838.
Sparen.
Menseden op jaren zeggen altijd,
dat het iin hun tijd beter was. „Het"
dat wii dan zeggen ongeveer allies.
Daar was Jin dien tijd meer eerbied
year oude menschen, meer respect
voor t gezag, de dienstboden waren
getroïuwer, er heerschte meer eerlijk
heid, de levensmiddelen werden niet
zjoo vervalscht en zoo voort en zoo
Voort.
Laat ons dit voor zeker aannemen,
dat in de wisseling van tijden en in
zichten telkens goede dingen verdwij
nen en voor andere goede dingen
plaats maken, maar die laatste vallen
dan bij bejaarde lieden zoo niet meer
in 't oog. Het Is maar waar, dat
onze geschiktheid tot aanpassing aan
een telkens veranderende samenle-
ying op zekeren leeftijd ophoudt, zon
der dat we bet merken. Dan treedt op
het terugverlangen naar wat geweest
ia en toch In liet geheel gewijzigde
samenstel niet meer past. Dain -komt
tuin den dag de ongeschiktheid om
ihet goede te zien in wat nieuw is.
Het zijn dan niet de tijden, die ach
teruit zijn gegaan, maar de men
schen, die de beweging niet meer heb
ben kunnen volgen. En hoe we ons
dok, op jeugdiger jaren, voornemen
lrisch te blijven en billijk en rechte
yaardig tegen al wat als nieuw op
treedt, wannéér eenmaal de oude dag
gekomen is, gaan wij op onze beurt
aan hetzelfde euvel mank. Het is in
waarheid een droevige gedachte, dat
dit zoo is en niet anders wezen kan.
De eenige troost is deze, dat wij het
ivoor een gedeelte in onze macht heb
ben, het kwade oogenblik te verschui
ven, namelijk door zoolang mogelijk
aan den arbeid te blijven. Wie te
Vroeg rust geeft aan zijn lichaam, onL
'jieemt aan zijn geest de oefening, die
deze zoo noodig heeft.
Onder .de verwijten dan, die de
ouderdom der jeugd naar 't hoofd
slingert is deze, dat ze niett van spa-
ven weet. „De menschen", zei mij on
langs nog een oude dame, „zijn in
onzen tijd als de krekel Van Laion-
laJné, die den gebeelen zomer gezon
gen en gesprongen had en toen 't
ging winteren., bij de vlijtige mier om
hulp aanklopte." Ik heb me afge
vraagd, of dit wel inderdaad waar
was. Mag het tegenwoordige geslacht
inderdaad worden vergeleken hij een
lichtzinnige, dansende generatie,
Waartegenover de altijd werkzame
mier als symbool van den ouden tijd
kan worden gesteld?
Mij dunkt, dat het verwijt onbil
lijk is. Daarvoor kunnen verschillen
de bewijzen worden bijgebracht. Het
eerste en niet het minste heb ik op
dit oogenblik onder de oogen, dat ia
het verslag Van d'e Rijks-postspaar
bank over 1907. In dat jaar had die
instelling meer dan een kwart eeuw
levens achter den rug. Zonder den
lezer met cijfers te vervelen, wil ik
wel eens op een paar punten wijzen,
die de moeite van de overweging
waard zijn. Vooreerst de bijna voort
durende stijging van het aantal in
leggers en van het totaal te goed, in
zoover, dat er wel eens een enkel
jaar een kleine teruggang plaats had,
doch die door een grootere stijging in
volgende jaren weer wordt te niet ge
daan. Vervolgens door het inderdaad
belangrijke bedrag, dat op dit oogen
blik de gezamenlijke inleggers van
den Staat der Nederlanden hebben te
Vorderen. Er waren op 31 Dec. 1906 in
omloop 1.259.681 boekjes, op 31 Dec.
1907 1.336.846, dat is dus 77.165 bcek-
jea meer. Maar van nog sprekender
belang is het verschil tusschen de
eommen, die op deze hoekjes ver
schuldigd waren. Einde 1906 bedroeg
dit /139.683.285.791/2 en ednde 1907
1145.495.650.001/2, of bijna HON
DERD VIJF EN VEERTIG EN EEN
HALF MILLIOEN GULDEN.
Ik durf dat een belangrijk cijfer
noemen. Vooral om den aard van de
inleggers. Het zijn niet de rijke men
schen, die hun batig saldo beleggen
op do Rijks-postspaarbank. Hebben
zij duizend gulden liggen, dan koo-
pen zo er oen „stukje" voor. Voor hiem
is don ook deze instelling niet opge
richt. Met do bepaling, dat een maxi
mum van f1200 niet mag wordien
overschreden, heeft deze spaarbank
zich afdoende gekenmerkt als een in
stituut voor den kleinen man. Om
dan burger en den werkman Ia het
voornamelijk te tloen geweest. En dat
dit d'ool niet gemist Is. blijkt wel uit
een van de vele statistische opgaven,
die de directie gewoon is aan hare
verslagen toe te voegen. Van de bij
voorbeeld in 1906 'n Noordbrabant
uitgegeven boekjes staan 31.5 procent
ten name van werklieden-inleggers,
dat is bijna een derde. Weliswaar is
het In ander© provinciën wat lager
(het laagst etaat Zeeland met 26.1 op
de 100/ maar daartegenover staan
Overijsel met 37.2 en Friesland met
34.4 Gemiddeld over het geheele land,
was het aantal werklieden op de 100
inleggers, met inbegrip van Amster
dam 31.8 en het eenige wat te betreur
ren valt, is dat dit percentage vroe
ger hooger is geweest. Tusschen 1897
tot 1901-vinden we daarvoor 84.3, lan
ter daalt dit cijfer eenigszins. Komt
dit dpor malaise, of Is het toe te
schrijven aan het verrijzen van ver
schillende spaarverzekeringen, die ne
vens de rente, ook nog een kans op
eer fortuintje aanbieden De directie
van de spaarbank zal er wel een denk
beeld over hebban, ik waag mij daar
niet aan.
In ieder geval blijft de verhouding
van beteekenis en ik meen te mogen
beweren, dat onder de overige Inleg
gers verreweg het grootste contingent
wordt geleverd door den gezeten bur
gerstand en de kleine burgerij Maar
daarmee zijn we toch nog niet aan 't
eind van wat vooral deze klassen be
sparen. De gelegenheid tot geldbeleg
ging is in dezen tijd zóó groot en zóó
veelzijdig, dat we bijna zouden ver
geten, dat we hier met niets anders
te doen hebben, dan met nieuwe vor
men van het ouderwetsche sparen. Ik
noem, behalve de tallooze particulie
re spaarbanken de levensverzekering
in hare ontelbare vormen, van de
eenvoudige volksverzekering af, tot de
Ingewikkelder gemengde verzeke
ring toa Weet men wel, als men
klaagt over iiet ontbreken van spaar
zaamheid in het tegenwoordig levend
geslacht, dat er in Nederland meer
levensverzekeringmaatschappij en be
staan dan in Engeland Niet in ver
houding meer. maar letterlijk meer.
Eu nu spreekt hat vanzeif. dat ze zoo
veel kleiner zijn, dan de Engelsche,
maar het feit is ook dan nog belang
rijk genoeg, om er uit af te mogen
leiden, dat het Netterlandsche volk de
groote beteekenis van de levensverze
kering, dus van het sparen, voor zich
of zijn erfgenamen, zeer wel begre
pen heeft.
En dan sprak ik nog niet eens van
do begrafenisverzekering. Er heerscht
ook onder de arm sten van ons volk
eon heilig verlangen naar eon eerlij
ke begrafenis. Menschen, die het hun
heele leven lang altijd smalletjes ge
had hebben, zorgen er met pijnlijke
nauwgezetheid voor, dat zij althans
behoorlijk zullen worden onder de
zoden gelegd. Hildebrands Keesje, die
spaarde om zijn eigen doodhemd te
hebben, zou ons niet ontroerd heb
ben, wanneer hij een uitzondering
was geweest. Neen, hij is een typa En
de bestuurders van de begrafenisbos-
sen hier im Haarlem, die hun klant
jes grooteindeels onder den kleinen
man vinden, zouden kunnen vertellen
van de zorg, waarmee zoovelen iedere
maand hun dikwijls moeilijk te mis
sen penningske komen aanbrengen,
om de zekerheid te hebben, dat zij na
hun dood hun even arme omgeving
niet tot last zullen zijn.
Menschen die meer tijd hebben dan
ik, zouden allicht op een andere
plaats (want een dagblad ls alleen ge
schikt om de zaken even aan te roe
ren, er de aandacht op te vestigen)
kunnen gaven een becijfering van de
sommen, die het Nederlandsche volk,
on wol het groot» doel, dat niet tot de
rijken gerekend mag worden, in ver
schuil ends vormen spaart. En ik zou
willen, dat do bejaard© datme, die zoo
minachtend van den zingenden en
dansenden krekel, sprak, zooh tijd
schriftartikel don eens las.
Ik zeg daarom niet, dat alles pre
cies is zooals het wezen moet. Niet,
dat menige rijksdaalder niet beter
war© gebracht op d© spaarbank, dnm
besteed aan opschik, t Was juist
naar aanleiding van een dergelijke
ervaring, dat die oud© dame zoo
Maagd© i haar dienstbode had pas
een veel te duren hoed gekocht en eon
bont, dat ze niet noodig had. Daarop
voortredeneerende had zij het gehee
le geslacht van deze dagen haar be
schuldiging van gebrek aan spaar-
lust naar het hoofd geslingerd.
Voor generaliseeren moeten we ons
wachten, 1 Is waar, de kous met
goudstukken van vroeger is er niet
meer. Daarvoor ligt nu het spaar
bankboekje, de polis der levensverze
kering in de kast. Een verandering,
ook een verbetering.
J. C. P.
Stadsnieuws
IJSCLUB HAARLEM EN OM
STREKEN.
In het Hötel de la Station had Don
derdagavond de algemeen© ledenver
gadering plaats van bovengenoemde
vereemging. Voorzitter was de heer
J. J. Zeewoldt Jr., die mededeelde,
dat hij nog als zoodanig fungeert,
omdat er nog geen opvolger gevonden
is. Immers had hij al bedankt, maar
heeft zich bereid verklaard, tot zoo
lang nog aan te blijven.
De secretaris, de heer Arriëns
bracht do,a.rna verslag uit, waaruit
bleek, dat de toestand der vereeni-
ging niet. ongunstig.is. Er aan herin
nerend, dat de nieuwe haan op 80 De
cember 1907 feestelijk is geopend, gaf
spreker een overzicht van wat op de
Ijsbaan in den afgeloopen winter is
geschied. Bij den aanvang van het
seizoen waren er 546 leden, er kwa
men er nog 142 bij, zoodat er aan het
einde van het jaar 688 leden waren.
Daardoor staat de club met enkele
andere aan de spits der Nederl.
ijsclubs. Het terrein, met zijn afzon
derlijke kinder- en bandybaan vol
deed goed. Het bestuur is er op uit,
fouten, die gebleken zijn, te verbete^
ren.
Daarop gaf de penningmeester, de
heer J. Oolgaardt, verslag van den
toestand der financiën. Hij wees er
op, dat de club in hooge rnate de
grootere lasten gevoelt, die door het
nieuwe terrein op haar rusten. Vroe
ger was de huur f 300, nu is die f 1000
en bovendien moet 100 personeele
belasting worden betaald. Weliswaar
is dit afgeloopen jaar niet geheel
normaal geweest, daar bijvoorbeeld
onder de uitgaven voor afrastering
voorkomt f 540 voor eens en voor de
centrifugaalpomp 138.75, maar daar
tegenover staat, dat in dat jaar het
gebouw ook in 't geheel geen onder
houd heeft gevorderd. De toestand der
financiën is dan ook zoo, dat de le
den niet te veeleischend moeten zijn,
daar het bestuur moet woekeren met
de middelen, om aan de verplichtin
gen te kunnen voldoen.
De ontvangsten in het afgeloonen
jaar bedroegen 4872.12 1/2, de uit
gaven 413o.57, zoodat er een batig
saldo is van 535.55. Up 1 November
was in kas 276.10 1/2, en bedroeg de
schuld 3153.91, zoodat de club een
schuld heeft van 2879.81 1/2, waar
van 1200 is geleend door den heer
Van Wagtendonk, waarvoor spreker
een woord van dank wensclit te spre
ken, al is d6 -heer Van Wagtendonk
niet aanwezig (applaus).
Evenwel was afgesproken, dat aan
de Haarlemsche Bonk het geleende
geld met f 1000 per jaar zou worden
terugbetaald.
De beide verslagen worden goedge
keurd, dat van den penningmeester
nadat de heer Rijnierse daartoe, na
mens de Commissie van onderzoek,
had geadviseerd. Beiden heeren werd
de dank der vergadering gebracht.
Als leden van de commissie tot liet
nazien der volgende rekening werden
benoemd de heeren Jhr. Coehoorn
van Sminia, L. C. Mooij en W. A. J.
van de Kamp tot plaatsvervangende
leden de heerein G. E. Otto, G. A. van
der Steur Jr. en J. C. Peereboom.
Aan de orde was de benoeming van
een bestuurslid. Dit punt werd aan
gehouden, in verband met het benoe
men van een nieuwen voorzitter. Op
de ijsbaan zal naar een geschikten
president worden uitgezien.
Het bestuur heeft besloten, wegens
die kosten dit seizoen geen wedstrij
den bij den Ilond aan te vragen. We'
is het plan, wedstrijden te houden
voor leden en kindereii van leden en
voorts om een groot ijsfeest te houden
ter gelegenheid van het 40-jarig bo-
staan van de club. De voorzitter heeft
in Haarlem's Dagblad gelezen, dat
deze herdenking valt op 22 Januari
a.s. De club schijnt opgericht na een
wedstrijd op den Kloppersingel, daar
na ts zij In 1882 gevestigd op het tor-
rein nabij den Zijlweg. De voorzitter
zal onderzoek doen naar verdere ge
gevens, daar die in het archief niet
aanwezig zijn.
Voorts ligt het in de bedoeling,
eenige avondfeesten te geven. Tot
dusver sukkelde men met liet licht.
Thans heeft de directeur van de
olectrische tram, de heer Julius, de
leiding met de lampen voor electriech
licht gratis aangeboden, zoodat de
club alleen de van de maatschappij
gebruikte stroom zal hebben te beta
len en de baan schitterend zal zijn
verlicht.
Spreker brengt daarvoor den heer
Julius een hartelijk woord va.n dank.
Getracht zal worden, de militaire
feesten', die het vorisr jaar uitgesteld
moesten worden, op ae baan te doen
plaats hebben.
Voorts wenscht het bestuur een
kermesse d'h 1 v e r te organisee-
ren.
De voorzitter sprak er zijn leedwe
zen over uit, dat ook nu, al is 't wat
beter dan het vorig jaar, zoo weinig
leden ter vergadering zijn versche
nen. Verscheidene leden hebben het
vorige jaar aanmerkingen gehad
wanneer zij die op de vergadering tc
berde brachten, konden deze daar he
ter behandeld worden, dan in de
couranten. Het bestuur heeft dan ook
besloten op ingezonden stukken niet
meer te antwoorden en herinnert aan
het bestaan van het klachtenboek.
Na eenige verdere besprekingen
werd de vergadering door den voor
zitter gesloten met den wensch, dat
de leden Ln den komenden winter op
baan veel genoegen zouden heb
ben.
ORGELBESPELING
in de Groote- of SL-Bavo-kork te
Haarlem, op Dinsdag 24 November
1908, des namiddags van 1 tot 2 uur,
door den heer W. Ezerman.
Programma
1. Concertfantasie, H. Bereois.
2. Choral-Andante, J. G. Bastiaans.
3. Sonate No. 2, Mendelssohn.
a Grave, Adagio.
b. Allégro maestoso.
c. Fuga.
4. Méditation No. 2, A. Guilmant.
5 Hallelujah, Handel.
Geabouneerden hebben het voorrecht
vragen op verschillend gebied, mits voor
beantwoording vatbaar, in te zenden bij de
Redactie vun Haarlem's Dagblad, Groote
Houtstraat 63,
Alle antwoorden worden geheel kosteloos
gegeven en, voor zooveel mogelijk is, den
dag na de inzending.
VRAAG: Als mijn dienstbod© op
Zondag in haar vrijen tijd een f iets
ongeluk overkomt, zoödat zij zich on
der geneeskundige behandeling moet
stellen, moet ik dan den dokter, en de
verpleging betalen.
ANTWOORD: Neen, die verplich
ting bestaat niet.
VRAAG: Iemand, die In 1904 ge
diend heeft en dus ook reeds éénmaal
„op" ls geweest, wordt voor de twee
de maal opkomende, afgekeurd; we
gens een tusschentïjds ontstaan ge
brek of kwaal? Moet de eenige broe
der nu dienen die Ln 1905 reeds geloot
heeft?
ANTWOORD: Neen, In 1905 werd
aan No. 2 vrijstelling verleend, op
grond van art. 47 der Militiewet 1901.
VRAAG: Ik ben verzekerd in de
brandverzekering Concordia te Zwol
le. Genoemde verzekering is overge
gaan aan de maatschappij de Neder
landen. Heeft nu Concordia het recht
zijne leden te royeeren of te zorgen,
dat de leden op dezelfde manier aan
het volgend adres door kunnen gaan,
mits zij geen schuld ten achteren zijn
en geen kennis van royeeren ontvan
gen hebben?
ANTWOORD: Misschien dat bepa
lingen daaromtrent in de statuten der
maatschappij te vinden zijn, die dan
natuurlijk bindend zijn voor de leden.
Overigens kan niemand gedwongen
worden om zich bij eene maatschap
pij te verzekeren, die niet de maat-
schappij zijner keuze is, doch moet
Concordia de verzekering handhaven
voor den tijd voor welken zij gesloten
is en die op uw polis vermeld staat.
De betrokken maatschappij zelve kan
en zal u daaromtrent natuurlijk in
lichten.
VRAAG: Kunt u mij een middel op
geven om een wrat van mijn gezicht
te krijgen? Of moet ik daarvoor een
dokter raadplegen?
ANTWOORD: Vraag het liever aan
uw medicus: het zelf liefhebberen in
zulke aangelegenheden leidt gewoon
lijk niet tot het doel en kan boven
dien zeer gevaarlijk zijn.
VRAAG: Is het voldoende als men
een schuldbekentenis schrijft op een
zegeltje van 22 1/2 oent? Of moet het
ook geregistreerd worden?
ANTWOORD: Neen, registreeren is
onnoodig.
VRAAG. Hoe kan men een gepre-
pareerden vogel, wiens veeren vet ge
worden zijn, reinigen
ANTWOORD. Schuif onder de
vetreworden veeren een stukje stevig
papier, zoódat de onderliggende vee
ren niet nat kunnen worden, wasch
ze daarna uit met zuivere witte zeep
en strijk, ais ze droog zijn, de veeren
op met een zacht penseel.
SCHOTEN.
In de Donderdagavond gehouden
vergadering waren alle heeren aan
wezig.
Allereerst deed de Voorzitter eenige
mededeelingen, o.a., dat Ged. Staten
gevraagd hebben op de begrooting de
laatst gesiöten geldleeningen te plaat
sen J 20.000 voor de school en /30.000
voor de gasfabriek. De Voorzitter zei,
dat dit niet gedaan was, omdat de be-
grooting ai vastgesteld was, voordat
dé besluiten tot het aangaan der geld
leeningen waren goedgekeurd.
Hierna kwam in behandeling de
bogrooting der gasfabriek, of juister
gezegd ze kwam niet in behandeling.
De heer HOOY merkte op, dat de
raadsleden de stukkeu pas twee da
gen in hun bezit hebben, voor spreker,
die gewoon is alle zaken secuur te be-
studeeren, te kort; te meer, daar hij
gisteren naar den Haag is geweest,
voor de vestiging van een postkantoor
in het Schoterkwartier.
De voorzitter drong op een spoedige
behandeling aan, wijl de aanstelling
van een boekhouder moet wachten tot
goedkeuring der begrootiug.
Toch bleef de heer Hooy op uitstel
aandringen, er echter nadrukkelijk
op wijzende, dat dit volstrekt geen
wantrouwen tegenover de gascom-
missie Is.
De aanstelling van een boekhouder
kan ook nog wel een week wachten.
Ten slotte werd besloten, dat de
behandeling der begrooting voor de
gasfabriek zal plaats hebben in een
aanstaande Donderdag te houden ver
gadering.
Hierna kwam in behandeling een
adres van de Binnenlandsche exploi
tatie-maatschappij, die berichtte, dat
de Gebroeders L. en H. Henneman
haar verzocht hebben, om de breedte
der geprojecteerde trottoirs achter de
nieuw-gebouwde school van 2 op 3
meter te brengen. Deze strook grond
van 1 meter breedte wil de Maat
schappij van haar grond afstaan, mits
de gemeente een wederdienst bewijst.
Deze wederdienst is, dat de maat
schappij de Soendastraat met Waal-
steenen in plaats van keien zal mo
gen bestraten.
B .en W. wilden deze dienst en we
derdienst goedkeuren, maar ook we
der onder eenige nadere bepalingen.
In dat gedeelte van die straat mogen
volgens het voorstel van B. en W.
geen dubbele woningen (beneden
en bovenhuizen) gebouwd worden, ter-
Naar hel Engelsch door
Barones Orczy.
8)
Een klein gedeelte er van, Ma
demoiselle, antwoordde Sir Andrew,
glimlachend, maar het is geheel tot
uw dienst.
Het jonge meisje bloosde weer, maar
ditmaal verlichtte een vroolijke glim
lach haar bekoorlijk gelaat. Zij zei
niets en ook Sir Andrew zweeg, maar
deze twee jonge menschen begrepen
elkaar, zooals jonge menschen gedaan
hebben over d© geheele wereld en alle
eeuwen door.
Maar ik zeg nu, etenzoo klonk
de joviale stem van Lord Antony,
eten, waarde Jellyband. Waar is je
mooi» heksje met haar soep Kom,
man, terwijl jij die dames staat aan
te gapen, vallen zij bijna om van hon
ger.
Een oogenblik, Mylord, een
oogenblik, zei Jellyband, terwijl hij
de deur opendeed, die naar de keuken
leidde en opgewekt riepSally I Hé-
daar, Sally, ben je klaar, meisje?
Sally was klaart en het volgend
oogenblik verscheen zij in de deur
met een reusachtige soepterrine,
waaruit een dikke wasem en heerlij
ke geur opsteeg.
Wel, wel, eindelijk zullen wij dnn
toch wat t© eten krijgen I riep Lora
Antony opgewekt uit, terwijl hij de
Gravin galant zijn arm aanbood.
Mag ik de eer hebben voegde hij er
vormelijk bij, terwijl hij haar aan
tafel leidde.
Er was een algemeen© opstanding
in de gelagkamer. Mijnheer Hemp-
seed en de meeste gasten waren opge
staan om plaats te maken voor de-def
tige gasten en hun pijp ergens an
ders op te rooken. Alleen de beide
vreemdelingen bleven kalm en zonder
eenige belangstelling te toon en, hun
spel domino uitspelen ©n hun wijn
opdrinken tea'wijl aan. een ander ta
feltje Harry Waite, die bijna zijn
drift niet meer bedwingen kou, ae
mooi© Sally in het oog hield, die druk
bezig was met bedienen.
Zij zag er uit ais een bekoorlijk
beeld van Engelsch landleven, en
geen wonder, dat de gevoelige jonge
Fronschman zijn oogen bijna niet
van haar mooi gezichtje kon afhou
den. D© Vicomte de Tournay was ter
nauwernood negentien jaar. een
baardelooze jongen, op wien de vree-
selijke toestanden, die zich in zijn
vaderland afspeelden, maar weinig
indruk gemaakt hadden.
wijl de woningen een minimum-huur
waard© \an 4 gulden per week moe
ten hebben.
B. en W. vinden inwilliging van
een ander verzoek der maatschappij
om op het Soendaplein boomen te
planten niet gewenscht, daar zulke
boomen het uitzicht en het vorkeer
heiemmeren.
De wethouder, de heer Tee uwen,
wilde geen enkele afwijking van de
vroeger gemaakte overeenkomst. Als
de maatschappij eenmaal het plein
heeft afgeleverd kunnen we nog eens
nadar overwegen.
De heer Hooy was genegen om het
verzoek der maatschappij toe ie staan.
Thans wordt ons de gelegenheid ge
boden om in de gemeente, die nu bij
na uitsluitend arbeiderswoningen
heeft, ook wat meer burgerwoningen
te krijgen. Deze strook burgerwonin
gen zullen wellicht een overgang vor
men tusschen d© werkmanswoningen
en de woningen voor meer gegoeden.
De indeeling der straten vond de heer
Hooy wel een beetje vreemd, terwijl
hij ook een bestrating van het Soen
daplein zou wenschen. De huur-waar
de van 4 per week wilde de lieer
Hooy vervangen door f 175 per jaar.
Voor de verderop te houwen huizen
zou later f 200 gesteld kunnen wor
den, om zoodoende een goeden en ge
leidelijken overgang te krijgen.
De Voorzitter lichtte nog toe, dat
volgens 't voorstel van B. en W. voor
elk huis een voortuintje van 2 meter
zal komen.
Na eenig over en weer gepraat werd
besloten 't verzoek der maatschappij
in te willigen onder de voorwaarden
door B. en W. gesteld, waaronder de
oepuiing, dat de huizen een minimum
huurwaarde van 175 per jaar moe
ten hebben. De boomen mogen ge
plaatst worden, mits de maatschappij
er voor in staat „dat ze minstens een
jaar blijven leven." Hoe men aan de
zen eisch zal kunnen voldoen begrij
pen we niet recht. Niets is zoo wispel
turig als de levensvatbaarheid van
jonge hoornen!
De heeren Vink en Teeuwen slem
den tegen dit voorstel.
Door B. en W. werd voorgesteld bij
de gasfabriek een loods te bouwen
oor de berging van cokes en de klop
ping daarvan. Wanneer men de aan
koop der motor voor de klopping der
cokes noodig, meerekent, zal 't geheel
m uitgaaf van f 2289 eischen.
Na eenige toelichting werd dit voor
stel aangenomen.
De heer Teeuwen wilde eerst van
alles een teekening laten maken,
maar de voorzitter vond, dat dit niets
te maken heeft met de goedkeuring
in het voorsteL
Eenige ingekomen stukken .betref
fende afwijking der bouwverordening
werden aangehouden tot de volgende
vergadering, om B. en W. gelegen
heid te geven advies uit te brengen.
Alleen een desbetreffend verzoek
van den heer Van Gijn werd dadelijk
toegestaan, omdat de heeren dezen
toestand voldoende kennen.
Bij de rondvraag vroeg de lieer
Hooy hoe 't nu staat met de werktij
den van het personeel der gasfabriek.
De Voorz. deelde mee, dat het door
de aanstelling van eenige hulpstokers
mogelijk is om den stokers elke vier
weken een vrijen dag (zoo mogelijk
een Zondag) te geven.
De heer Hooy dankt voorloopig voor
dat resultaat, maar is nog niet tevre
den en zal bij de behandeling der be-
grooting voor de gasfabriek nog na
der over deze aangelegenheid spreken.
De heer Vink klaagde over den
slechten toestand van de losplaats in
het dorp Schoten. Bestrating zou al
leen een afdoende verbetering bren
gen.
De voorzitter meende, dat de ver
harding der losplaats, die onlangs is
gebeurd, voldoende was. B. en W.
zullen de zaak echter nog eens over
wegen.
Hierna werd de vergadering geslo
ten.
HEEMSTEDE.
Van den heer Hoekendijk alhier zijn
door een hond zeven kippen en drie
hanen dood gebeten.
Hij was elegant en zelfs overdreven
chic gekleed, en eenmaal in Engeland
aangekomen, was bij blijkbaar be
reid alle verschrikkingen van de re
volutie te vergeten in de genoegens
van liet Engelsche leven.
Pardi, als dit Engeland ls, zei
hij, terwijl hij voortging Sally toe te
lonken, dan lijkt het mij lang niet
kwaad.
Men zou onmogelijk hebben kunnen
zeggen, welke uitroep daarop tus
schen de opeengeklemde tanden van
mijnbeer Harry Waite ontsnapte. Al
leen eerbied voor de deftigheid en
achtenswaardigheid van Lord Anto
ny, weerhield hem dezen jongen
vreemdeling te lijf te gaan.
Lord Antony was al aan het hoofd
van de tafel gaan zitten met de Gravin
aan zijn rechter zijde.
Jellyband liep af en aan, vulde gla
zen en zette stoelen recht.
Sally wachtte Maar om de soep
rond te dienen. Eindelijk was het den
vrienden van Waite gelukt hem mee
te nemen, want zijn drift was steeds
moeilijker te beteugelen onder de on
verholen bewondering van den Vi
comte voor Sally.
Suzanne, klonk het op ernstigen,
bevelenden toon uit den mond der
strenge Gravin.
Suzanne bloosde weerzij had bet
begrip van tijd en plaats verloren,
terwijl zij naast het vuur stond en
toeliet, dat de oogen van den knap
pen, jongen Engelschman op haar
lief gelaat bleven rusten.
De stem vain haar moeder bracht
haar plotseling weer tot de werke
lijkheid terug en met een onderwor
pen ,Jn, mama", nam zij aan tafel
plaats.
HOOFDSTUK IV.
Hat Verbond van den
Rooden PimperneL
Zij maakten, den indruk van een
vroolijik, gelukkig gezelschap, terwijl
zij daar om de tafel zatenSir An
drew Ffoulkes en Lord Antony Dew-
hurst, twee typisch knappe en wel
opgevoede Engalschen van goede ge
boorte, en de aristocratische Fran-
sche gravin met haar twee kinderen,
die juist aan zoo'n doodelijk gevaar
ontsnapt waren en eindelijk een vei
lige schuilplaats vonden aan de be
schermende kusten van Engeland.
De twee vreemdelingen in denhoek
hadden blijkbaar hun spel uitge
speeld; een hunner stond op en met
zijn mg naar het vroolijke gezel
schap toegekeerd, maakte hij zijn
wijde jas met driedubbele pélerine,
vast. Terwijl hij dat deed, keek hij
snel even om zich heen.
Iedereen lachte en babbelde vroo-
lijk. én hij fluisterde in zichzelf
„Volkomen veilig 1". Daarop kroop
zijn metgezel met een behendigheid,
gevolg van jarenlange ondervinding,
in een oogenblik op zijn knieën onder
de eikenhouten bank. De vreemdeling
liep toen met een luid„Goeden
nacht", kalm de gelagkamer uit.
Niemand der aanwezigen aan ta-
fed had dee© merkwaardige en stille
manoeuvre opgemerkt, maar toen de
vreemdeling eindelijk de deur achter
zich sloot, h'eten allen onwillekeurig
een zucht van verlichting hooren.
Eindedïjk alleen 1 zei Lord Anto
ny opgewekt.
Toen stond de jonge Vicomte de
Touimay op met zijn glas ln de hand
eu met dl© bevallige hoffelijkheid van
die dagen, hief hij het op en zei in
gebroken Engelsch
Op Zijn Majesteit George III van
Engeland. God zegene hem voor zijn
gastvrijheid aan ons, arm© uitgewe
kenen van Frankrijk, bewezen.
Zijn Majesteit de Koning! her
haalden Lord Antony en Sir Andrew
vol Instemming.
Op Zijn Majesteit Koning Lode-
wijk van Frankrijk voegde Sir An
drew er plechtig bij. Moge God hem
beschermen en over zijn vijanden
doen zegevieren.
Iedereen stond op en dronk in stil
te na die toast. Het lot van den on-
gelukkLgen Koning van Frankrijk, op
dat oogenblik ©en gevangene van zitn
eigen volk, scheen een sombere wolk
te werpen, zelfs op het opgewekte ge
laat van mijnheer Jellyband.
En op den Graaf de Tournay de
Basserive, zei Lord Antony opgewekt.
Mogen w;: hem over eenige dagen ook
in Engeland welkom heeten.
Och, monsieur, zei de Gravin
met licht bevende hand haar glas
aan de lippen brengend, dat durf ik
nauwelijks hopen.
Maar de soep was nu rondgediend
en voor het oogenblik werd aile con
versatie opgeheven, en iedereen be
gon te eten.
Heusch, Madame! zei Lord An
tony, na een poosje, mijn toost was
niet zonder hoop op vervulling, nu u
uzelf, juffrouw Suzanne en mijn
vriend den Vicomte veilig in Enge-
land weet, kan u ook gerust zijn over
het lot van mijnheer den Graaf.
Och, mijnheer, antwoordde de
Gravin, met een zwaren zut>' Jk
vertTouw op God ik kan iehte
bidden en hoj^en,....
ÏWordt vervolgd).