HAARLEM'S DAGBLAD. TWEEDE BLAD, OM ONS HEEN Rubriek voor Vragen. Uit de Omstreken FEUILLETON De Roode Pimpernel VRIJDAG 20 NOVEMBER 1908 No. 838. Sparen. Menseden op jaren zeggen altijd, dat het iin hun tijd beter was. „Het" dat wii dan zeggen ongeveer allies. Daar was Jin dien tijd meer eerbied year oude menschen, meer respect voor t gezag, de dienstboden waren getroïuwer, er heerschte meer eerlijk heid, de levensmiddelen werden niet zjoo vervalscht en zoo voort en zoo Voort. Laat ons dit voor zeker aannemen, dat in de wisseling van tijden en in zichten telkens goede dingen verdwij nen en voor andere goede dingen plaats maken, maar die laatste vallen dan bij bejaarde lieden zoo niet meer in 't oog. Het Is maar waar, dat onze geschiktheid tot aanpassing aan een telkens veranderende samenle- ying op zekeren leeftijd ophoudt, zon der dat we bet merken. Dan treedt op het terugverlangen naar wat geweest ia en toch In liet geheel gewijzigde samenstel niet meer past. Dain -komt tuin den dag de ongeschiktheid om ihet goede te zien in wat nieuw is. Het zijn dan niet de tijden, die ach teruit zijn gegaan, maar de men schen, die de beweging niet meer heb ben kunnen volgen. En hoe we ons dok, op jeugdiger jaren, voornemen lrisch te blijven en billijk en rechte yaardig tegen al wat als nieuw op treedt, wannéér eenmaal de oude dag gekomen is, gaan wij op onze beurt aan hetzelfde euvel mank. Het is in waarheid een droevige gedachte, dat dit zoo is en niet anders wezen kan. De eenige troost is deze, dat wij het ivoor een gedeelte in onze macht heb ben, het kwade oogenblik te verschui ven, namelijk door zoolang mogelijk aan den arbeid te blijven. Wie te Vroeg rust geeft aan zijn lichaam, onL 'jieemt aan zijn geest de oefening, die deze zoo noodig heeft. Onder .de verwijten dan, die de ouderdom der jeugd naar 't hoofd slingert is deze, dat ze niett van spa- ven weet. „De menschen", zei mij on langs nog een oude dame, „zijn in onzen tijd als de krekel Van Laion- laJné, die den gebeelen zomer gezon gen en gesprongen had en toen 't ging winteren., bij de vlijtige mier om hulp aanklopte." Ik heb me afge vraagd, of dit wel inderdaad waar was. Mag het tegenwoordige geslacht inderdaad worden vergeleken hij een lichtzinnige, dansende generatie, Waartegenover de altijd werkzame mier als symbool van den ouden tijd kan worden gesteld? Mij dunkt, dat het verwijt onbil lijk is. Daarvoor kunnen verschillen de bewijzen worden bijgebracht. Het eerste en niet het minste heb ik op dit oogenblik onder de oogen, dat ia het verslag Van d'e Rijks-postspaar bank over 1907. In dat jaar had die instelling meer dan een kwart eeuw levens achter den rug. Zonder den lezer met cijfers te vervelen, wil ik wel eens op een paar punten wijzen, die de moeite van de overweging waard zijn. Vooreerst de bijna voort durende stijging van het aantal in leggers en van het totaal te goed, in zoover, dat er wel eens een enkel jaar een kleine teruggang plaats had, doch die door een grootere stijging in volgende jaren weer wordt te niet ge daan. Vervolgens door het inderdaad belangrijke bedrag, dat op dit oogen blik de gezamenlijke inleggers van den Staat der Nederlanden hebben te Vorderen. Er waren op 31 Dec. 1906 in omloop 1.259.681 boekjes, op 31 Dec. 1907 1.336.846, dat is dus 77.165 bcek- jea meer. Maar van nog sprekender belang is het verschil tusschen de eommen, die op deze hoekjes ver schuldigd waren. Einde 1906 bedroeg dit /139.683.285.791/2 en ednde 1907 1145.495.650.001/2, of bijna HON DERD VIJF EN VEERTIG EN EEN HALF MILLIOEN GULDEN. Ik durf dat een belangrijk cijfer noemen. Vooral om den aard van de inleggers. Het zijn niet de rijke men schen, die hun batig saldo beleggen op do Rijks-postspaarbank. Hebben zij duizend gulden liggen, dan koo- pen zo er oen „stukje" voor. Voor hiem is don ook deze instelling niet opge richt. Met do bepaling, dat een maxi mum van f1200 niet mag wordien overschreden, heeft deze spaarbank zich afdoende gekenmerkt als een in stituut voor den kleinen man. Om dan burger en den werkman Ia het voornamelijk te tloen geweest. En dat dit d'ool niet gemist Is. blijkt wel uit een van de vele statistische opgaven, die de directie gewoon is aan hare verslagen toe te voegen. Van de bij voorbeeld in 1906 'n Noordbrabant uitgegeven boekjes staan 31.5 procent ten name van werklieden-inleggers, dat is bijna een derde. Weliswaar is het In ander© provinciën wat lager (het laagst etaat Zeeland met 26.1 op de 100/ maar daartegenover staan Overijsel met 37.2 en Friesland met 34.4 Gemiddeld over het geheele land, was het aantal werklieden op de 100 inleggers, met inbegrip van Amster dam 31.8 en het eenige wat te betreur ren valt, is dat dit percentage vroe ger hooger is geweest. Tusschen 1897 tot 1901-vinden we daarvoor 84.3, lan ter daalt dit cijfer eenigszins. Komt dit dpor malaise, of Is het toe te schrijven aan het verrijzen van ver schillende spaarverzekeringen, die ne vens de rente, ook nog een kans op eer fortuintje aanbieden De directie van de spaarbank zal er wel een denk beeld over hebban, ik waag mij daar niet aan. In ieder geval blijft de verhouding van beteekenis en ik meen te mogen beweren, dat onder de overige Inleg gers verreweg het grootste contingent wordt geleverd door den gezeten bur gerstand en de kleine burgerij Maar daarmee zijn we toch nog niet aan 't eind van wat vooral deze klassen be sparen. De gelegenheid tot geldbeleg ging is in dezen tijd zóó groot en zóó veelzijdig, dat we bijna zouden ver geten, dat we hier met niets anders te doen hebben, dan met nieuwe vor men van het ouderwetsche sparen. Ik noem, behalve de tallooze particulie re spaarbanken de levensverzekering in hare ontelbare vormen, van de eenvoudige volksverzekering af, tot de Ingewikkelder gemengde verzeke ring toa Weet men wel, als men klaagt over iiet ontbreken van spaar zaamheid in het tegenwoordig levend geslacht, dat er in Nederland meer levensverzekeringmaatschappij en be staan dan in Engeland Niet in ver houding meer. maar letterlijk meer. Eu nu spreekt hat vanzeif. dat ze zoo veel kleiner zijn, dan de Engelsche, maar het feit is ook dan nog belang rijk genoeg, om er uit af te mogen leiden, dat het Netterlandsche volk de groote beteekenis van de levensverze kering, dus van het sparen, voor zich of zijn erfgenamen, zeer wel begre pen heeft. En dan sprak ik nog niet eens van do begrafenisverzekering. Er heerscht ook onder de arm sten van ons volk eon heilig verlangen naar eon eerlij ke begrafenis. Menschen, die het hun heele leven lang altijd smalletjes ge had hebben, zorgen er met pijnlijke nauwgezetheid voor, dat zij althans behoorlijk zullen worden onder de zoden gelegd. Hildebrands Keesje, die spaarde om zijn eigen doodhemd te hebben, zou ons niet ontroerd heb ben, wanneer hij een uitzondering was geweest. Neen, hij is een typa En de bestuurders van de begrafenisbos- sen hier im Haarlem, die hun klant jes grooteindeels onder den kleinen man vinden, zouden kunnen vertellen van de zorg, waarmee zoovelen iedere maand hun dikwijls moeilijk te mis sen penningske komen aanbrengen, om de zekerheid te hebben, dat zij na hun dood hun even arme omgeving niet tot last zullen zijn. Menschen die meer tijd hebben dan ik, zouden allicht op een andere plaats (want een dagblad ls alleen ge schikt om de zaken even aan te roe ren, er de aandacht op te vestigen) kunnen gaven een becijfering van de sommen, die het Nederlandsche volk, on wol het groot» doel, dat niet tot de rijken gerekend mag worden, in ver schuil ends vormen spaart. En ik zou willen, dat do bejaard© datme, die zoo minachtend van den zingenden en dansenden krekel, sprak, zooh tijd schriftartikel don eens las. Ik zeg daarom niet, dat alles pre cies is zooals het wezen moet. Niet, dat menige rijksdaalder niet beter war© gebracht op d© spaarbank, dnm besteed aan opschik, t Was juist naar aanleiding van een dergelijke ervaring, dat die oud© dame zoo Maagd© i haar dienstbode had pas een veel te duren hoed gekocht en eon bont, dat ze niet noodig had. Daarop voortredeneerende had zij het gehee le geslacht van deze dagen haar be schuldiging van gebrek aan spaar- lust naar het hoofd geslingerd. Voor generaliseeren moeten we ons wachten, 1 Is waar, de kous met goudstukken van vroeger is er niet meer. Daarvoor ligt nu het spaar bankboekje, de polis der levensverze kering in de kast. Een verandering, ook een verbetering. J. C. P. Stadsnieuws IJSCLUB HAARLEM EN OM STREKEN. In het Hötel de la Station had Don derdagavond de algemeen© ledenver gadering plaats van bovengenoemde vereemging. Voorzitter was de heer J. J. Zeewoldt Jr., die mededeelde, dat hij nog als zoodanig fungeert, omdat er nog geen opvolger gevonden is. Immers had hij al bedankt, maar heeft zich bereid verklaard, tot zoo lang nog aan te blijven. De secretaris, de heer Arriëns bracht do,a.rna verslag uit, waaruit bleek, dat de toestand der vereeni- ging niet. ongunstig.is. Er aan herin nerend, dat de nieuwe haan op 80 De cember 1907 feestelijk is geopend, gaf spreker een overzicht van wat op de Ijsbaan in den afgeloopen winter is geschied. Bij den aanvang van het seizoen waren er 546 leden, er kwa men er nog 142 bij, zoodat er aan het einde van het jaar 688 leden waren. Daardoor staat de club met enkele andere aan de spits der Nederl. ijsclubs. Het terrein, met zijn afzon derlijke kinder- en bandybaan vol deed goed. Het bestuur is er op uit, fouten, die gebleken zijn, te verbete^ ren. Daarop gaf de penningmeester, de heer J. Oolgaardt, verslag van den toestand der financiën. Hij wees er op, dat de club in hooge rnate de grootere lasten gevoelt, die door het nieuwe terrein op haar rusten. Vroe ger was de huur f 300, nu is die f 1000 en bovendien moet 100 personeele belasting worden betaald. Weliswaar is dit afgeloopen jaar niet geheel normaal geweest, daar bijvoorbeeld onder de uitgaven voor afrastering voorkomt f 540 voor eens en voor de centrifugaalpomp 138.75, maar daar tegenover staat, dat in dat jaar het gebouw ook in 't geheel geen onder houd heeft gevorderd. De toestand der financiën is dan ook zoo, dat de le den niet te veeleischend moeten zijn, daar het bestuur moet woekeren met de middelen, om aan de verplichtin gen te kunnen voldoen. De ontvangsten in het afgeloonen jaar bedroegen 4872.12 1/2, de uit gaven 413o.57, zoodat er een batig saldo is van 535.55. Up 1 November was in kas 276.10 1/2, en bedroeg de schuld 3153.91, zoodat de club een schuld heeft van 2879.81 1/2, waar van 1200 is geleend door den heer Van Wagtendonk, waarvoor spreker een woord van dank wensclit te spre ken, al is d6 -heer Van Wagtendonk niet aanwezig (applaus). Evenwel was afgesproken, dat aan de Haarlemsche Bonk het geleende geld met f 1000 per jaar zou worden terugbetaald. De beide verslagen worden goedge keurd, dat van den penningmeester nadat de heer Rijnierse daartoe, na mens de Commissie van onderzoek, had geadviseerd. Beiden heeren werd de dank der vergadering gebracht. Als leden van de commissie tot liet nazien der volgende rekening werden benoemd de heeren Jhr. Coehoorn van Sminia, L. C. Mooij en W. A. J. van de Kamp tot plaatsvervangende leden de heerein G. E. Otto, G. A. van der Steur Jr. en J. C. Peereboom. Aan de orde was de benoeming van een bestuurslid. Dit punt werd aan gehouden, in verband met het benoe men van een nieuwen voorzitter. Op de ijsbaan zal naar een geschikten president worden uitgezien. Het bestuur heeft besloten, wegens die kosten dit seizoen geen wedstrij den bij den Ilond aan te vragen. We' is het plan, wedstrijden te houden voor leden en kindereii van leden en voorts om een groot ijsfeest te houden ter gelegenheid van het 40-jarig bo- staan van de club. De voorzitter heeft in Haarlem's Dagblad gelezen, dat deze herdenking valt op 22 Januari a.s. De club schijnt opgericht na een wedstrijd op den Kloppersingel, daar na ts zij In 1882 gevestigd op het tor- rein nabij den Zijlweg. De voorzitter zal onderzoek doen naar verdere ge gevens, daar die in het archief niet aanwezig zijn. Voorts ligt het in de bedoeling, eenige avondfeesten te geven. Tot dusver sukkelde men met liet licht. Thans heeft de directeur van de olectrische tram, de heer Julius, de leiding met de lampen voor electriech licht gratis aangeboden, zoodat de club alleen de van de maatschappij gebruikte stroom zal hebben te beta len en de baan schitterend zal zijn verlicht. Spreker brengt daarvoor den heer Julius een hartelijk woord va.n dank. Getracht zal worden, de militaire feesten', die het vorisr jaar uitgesteld moesten worden, op ae baan te doen plaats hebben. Voorts wenscht het bestuur een kermesse d'h 1 v e r te organisee- ren. De voorzitter sprak er zijn leedwe zen over uit, dat ook nu, al is 't wat beter dan het vorig jaar, zoo weinig leden ter vergadering zijn versche nen. Verscheidene leden hebben het vorige jaar aanmerkingen gehad wanneer zij die op de vergadering tc berde brachten, konden deze daar he ter behandeld worden, dan in de couranten. Het bestuur heeft dan ook besloten op ingezonden stukken niet meer te antwoorden en herinnert aan het bestaan van het klachtenboek. Na eenige verdere besprekingen werd de vergadering door den voor zitter gesloten met den wensch, dat de leden Ln den komenden winter op baan veel genoegen zouden heb ben. ORGELBESPELING in de Groote- of SL-Bavo-kork te Haarlem, op Dinsdag 24 November 1908, des namiddags van 1 tot 2 uur, door den heer W. Ezerman. Programma 1. Concertfantasie, H. Bereois. 2. Choral-Andante, J. G. Bastiaans. 3. Sonate No. 2, Mendelssohn. a Grave, Adagio. b. Allégro maestoso. c. Fuga. 4. Méditation No. 2, A. Guilmant. 5 Hallelujah, Handel. Geabouneerden hebben het voorrecht vragen op verschillend gebied, mits voor beantwoording vatbaar, in te zenden bij de Redactie vun Haarlem's Dagblad, Groote Houtstraat 63, Alle antwoorden worden geheel kosteloos gegeven en, voor zooveel mogelijk is, den dag na de inzending. VRAAG: Als mijn dienstbod© op Zondag in haar vrijen tijd een f iets ongeluk overkomt, zoödat zij zich on der geneeskundige behandeling moet stellen, moet ik dan den dokter, en de verpleging betalen. ANTWOORD: Neen, die verplich ting bestaat niet. VRAAG: Iemand, die In 1904 ge diend heeft en dus ook reeds éénmaal „op" ls geweest, wordt voor de twee de maal opkomende, afgekeurd; we gens een tusschentïjds ontstaan ge brek of kwaal? Moet de eenige broe der nu dienen die Ln 1905 reeds geloot heeft? ANTWOORD: Neen, In 1905 werd aan No. 2 vrijstelling verleend, op grond van art. 47 der Militiewet 1901. VRAAG: Ik ben verzekerd in de brandverzekering Concordia te Zwol le. Genoemde verzekering is overge gaan aan de maatschappij de Neder landen. Heeft nu Concordia het recht zijne leden te royeeren of te zorgen, dat de leden op dezelfde manier aan het volgend adres door kunnen gaan, mits zij geen schuld ten achteren zijn en geen kennis van royeeren ontvan gen hebben? ANTWOORD: Misschien dat bepa lingen daaromtrent in de statuten der maatschappij te vinden zijn, die dan natuurlijk bindend zijn voor de leden. Overigens kan niemand gedwongen worden om zich bij eene maatschap pij te verzekeren, die niet de maat- schappij zijner keuze is, doch moet Concordia de verzekering handhaven voor den tijd voor welken zij gesloten is en die op uw polis vermeld staat. De betrokken maatschappij zelve kan en zal u daaromtrent natuurlijk in lichten. VRAAG: Kunt u mij een middel op geven om een wrat van mijn gezicht te krijgen? Of moet ik daarvoor een dokter raadplegen? ANTWOORD: Vraag het liever aan uw medicus: het zelf liefhebberen in zulke aangelegenheden leidt gewoon lijk niet tot het doel en kan boven dien zeer gevaarlijk zijn. VRAAG: Is het voldoende als men een schuldbekentenis schrijft op een zegeltje van 22 1/2 oent? Of moet het ook geregistreerd worden? ANTWOORD: Neen, registreeren is onnoodig. VRAAG. Hoe kan men een gepre- pareerden vogel, wiens veeren vet ge worden zijn, reinigen ANTWOORD. Schuif onder de vetreworden veeren een stukje stevig papier, zoódat de onderliggende vee ren niet nat kunnen worden, wasch ze daarna uit met zuivere witte zeep en strijk, ais ze droog zijn, de veeren op met een zacht penseel. SCHOTEN. In de Donderdagavond gehouden vergadering waren alle heeren aan wezig. Allereerst deed de Voorzitter eenige mededeelingen, o.a., dat Ged. Staten gevraagd hebben op de begrooting de laatst gesiöten geldleeningen te plaat sen J 20.000 voor de school en /30.000 voor de gasfabriek. De Voorzitter zei, dat dit niet gedaan was, omdat de be- grooting ai vastgesteld was, voordat dé besluiten tot het aangaan der geld leeningen waren goedgekeurd. Hierna kwam in behandeling de bogrooting der gasfabriek, of juister gezegd ze kwam niet in behandeling. De heer HOOY merkte op, dat de raadsleden de stukkeu pas twee da gen in hun bezit hebben, voor spreker, die gewoon is alle zaken secuur te be- studeeren, te kort; te meer, daar hij gisteren naar den Haag is geweest, voor de vestiging van een postkantoor in het Schoterkwartier. De voorzitter drong op een spoedige behandeling aan, wijl de aanstelling van een boekhouder moet wachten tot goedkeuring der begrootiug. Toch bleef de heer Hooy op uitstel aandringen, er echter nadrukkelijk op wijzende, dat dit volstrekt geen wantrouwen tegenover de gascom- missie Is. De aanstelling van een boekhouder kan ook nog wel een week wachten. Ten slotte werd besloten, dat de behandeling der begrooting voor de gasfabriek zal plaats hebben in een aanstaande Donderdag te houden ver gadering. Hierna kwam in behandeling een adres van de Binnenlandsche exploi tatie-maatschappij, die berichtte, dat de Gebroeders L. en H. Henneman haar verzocht hebben, om de breedte der geprojecteerde trottoirs achter de nieuw-gebouwde school van 2 op 3 meter te brengen. Deze strook grond van 1 meter breedte wil de Maat schappij van haar grond afstaan, mits de gemeente een wederdienst bewijst. Deze wederdienst is, dat de maat schappij de Soendastraat met Waal- steenen in plaats van keien zal mo gen bestraten. B .en W. wilden deze dienst en we derdienst goedkeuren, maar ook we der onder eenige nadere bepalingen. In dat gedeelte van die straat mogen volgens het voorstel van B. en W. geen dubbele woningen (beneden en bovenhuizen) gebouwd worden, ter- Naar hel Engelsch door Barones Orczy. 8) Een klein gedeelte er van, Ma demoiselle, antwoordde Sir Andrew, glimlachend, maar het is geheel tot uw dienst. Het jonge meisje bloosde weer, maar ditmaal verlichtte een vroolijke glim lach haar bekoorlijk gelaat. Zij zei niets en ook Sir Andrew zweeg, maar deze twee jonge menschen begrepen elkaar, zooals jonge menschen gedaan hebben over d© geheele wereld en alle eeuwen door. Maar ik zeg nu, etenzoo klonk de joviale stem van Lord Antony, eten, waarde Jellyband. Waar is je mooi» heksje met haar soep Kom, man, terwijl jij die dames staat aan te gapen, vallen zij bijna om van hon ger. Een oogenblik, Mylord, een oogenblik, zei Jellyband, terwijl hij de deur opendeed, die naar de keuken leidde en opgewekt riepSally I Hé- daar, Sally, ben je klaar, meisje? Sally was klaart en het volgend oogenblik verscheen zij in de deur met een reusachtige soepterrine, waaruit een dikke wasem en heerlij ke geur opsteeg. Wel, wel, eindelijk zullen wij dnn toch wat t© eten krijgen I riep Lora Antony opgewekt uit, terwijl hij de Gravin galant zijn arm aanbood. Mag ik de eer hebben voegde hij er vormelijk bij, terwijl hij haar aan tafel leidde. Er was een algemeen© opstanding in de gelagkamer. Mijnheer Hemp- seed en de meeste gasten waren opge staan om plaats te maken voor de-def tige gasten en hun pijp ergens an ders op te rooken. Alleen de beide vreemdelingen bleven kalm en zonder eenige belangstelling te toon en, hun spel domino uitspelen ©n hun wijn opdrinken tea'wijl aan. een ander ta feltje Harry Waite, die bijna zijn drift niet meer bedwingen kou, ae mooi© Sally in het oog hield, die druk bezig was met bedienen. Zij zag er uit ais een bekoorlijk beeld van Engelsch landleven, en geen wonder, dat de gevoelige jonge Fronschman zijn oogen bijna niet van haar mooi gezichtje kon afhou den. D© Vicomte de Tournay was ter nauwernood negentien jaar. een baardelooze jongen, op wien de vree- selijke toestanden, die zich in zijn vaderland afspeelden, maar weinig indruk gemaakt hadden. wijl de woningen een minimum-huur waard© \an 4 gulden per week moe ten hebben. B. en W. vinden inwilliging van een ander verzoek der maatschappij om op het Soendaplein boomen te planten niet gewenscht, daar zulke boomen het uitzicht en het vorkeer heiemmeren. De wethouder, de heer Tee uwen, wilde geen enkele afwijking van de vroeger gemaakte overeenkomst. Als de maatschappij eenmaal het plein heeft afgeleverd kunnen we nog eens nadar overwegen. De heer Hooy was genegen om het verzoek der maatschappij toe ie staan. Thans wordt ons de gelegenheid ge boden om in de gemeente, die nu bij na uitsluitend arbeiderswoningen heeft, ook wat meer burgerwoningen te krijgen. Deze strook burgerwonin gen zullen wellicht een overgang vor men tusschen d© werkmanswoningen en de woningen voor meer gegoeden. De indeeling der straten vond de heer Hooy wel een beetje vreemd, terwijl hij ook een bestrating van het Soen daplein zou wenschen. De huur-waar de van 4 per week wilde de lieer Hooy vervangen door f 175 per jaar. Voor de verderop te houwen huizen zou later f 200 gesteld kunnen wor den, om zoodoende een goeden en ge leidelijken overgang te krijgen. De Voorzitter lichtte nog toe, dat volgens 't voorstel van B. en W. voor elk huis een voortuintje van 2 meter zal komen. Na eenig over en weer gepraat werd besloten 't verzoek der maatschappij in te willigen onder de voorwaarden door B. en W. gesteld, waaronder de oepuiing, dat de huizen een minimum huurwaarde van 175 per jaar moe ten hebben. De boomen mogen ge plaatst worden, mits de maatschappij er voor in staat „dat ze minstens een jaar blijven leven." Hoe men aan de zen eisch zal kunnen voldoen begrij pen we niet recht. Niets is zoo wispel turig als de levensvatbaarheid van jonge hoornen! De heeren Vink en Teeuwen slem den tegen dit voorstel. Door B. en W. werd voorgesteld bij de gasfabriek een loods te bouwen oor de berging van cokes en de klop ping daarvan. Wanneer men de aan koop der motor voor de klopping der cokes noodig, meerekent, zal 't geheel m uitgaaf van f 2289 eischen. Na eenige toelichting werd dit voor stel aangenomen. De heer Teeuwen wilde eerst van alles een teekening laten maken, maar de voorzitter vond, dat dit niets te maken heeft met de goedkeuring in het voorsteL Eenige ingekomen stukken .betref fende afwijking der bouwverordening werden aangehouden tot de volgende vergadering, om B. en W. gelegen heid te geven advies uit te brengen. Alleen een desbetreffend verzoek van den heer Van Gijn werd dadelijk toegestaan, omdat de heeren dezen toestand voldoende kennen. Bij de rondvraag vroeg de lieer Hooy hoe 't nu staat met de werktij den van het personeel der gasfabriek. De Voorz. deelde mee, dat het door de aanstelling van eenige hulpstokers mogelijk is om den stokers elke vier weken een vrijen dag (zoo mogelijk een Zondag) te geven. De heer Hooy dankt voorloopig voor dat resultaat, maar is nog niet tevre den en zal bij de behandeling der be- grooting voor de gasfabriek nog na der over deze aangelegenheid spreken. De heer Vink klaagde over den slechten toestand van de losplaats in het dorp Schoten. Bestrating zou al leen een afdoende verbetering bren gen. De voorzitter meende, dat de ver harding der losplaats, die onlangs is gebeurd, voldoende was. B. en W. zullen de zaak echter nog eens over wegen. Hierna werd de vergadering geslo ten. HEEMSTEDE. Van den heer Hoekendijk alhier zijn door een hond zeven kippen en drie hanen dood gebeten. Hij was elegant en zelfs overdreven chic gekleed, en eenmaal in Engeland aangekomen, was bij blijkbaar be reid alle verschrikkingen van de re volutie te vergeten in de genoegens van liet Engelsche leven. Pardi, als dit Engeland ls, zei hij, terwijl hij voortging Sally toe te lonken, dan lijkt het mij lang niet kwaad. Men zou onmogelijk hebben kunnen zeggen, welke uitroep daarop tus schen de opeengeklemde tanden van mijnbeer Harry Waite ontsnapte. Al leen eerbied voor de deftigheid en achtenswaardigheid van Lord Anto ny, weerhield hem dezen jongen vreemdeling te lijf te gaan. Lord Antony was al aan het hoofd van de tafel gaan zitten met de Gravin aan zijn rechter zijde. Jellyband liep af en aan, vulde gla zen en zette stoelen recht. Sally wachtte Maar om de soep rond te dienen. Eindelijk was het den vrienden van Waite gelukt hem mee te nemen, want zijn drift was steeds moeilijker te beteugelen onder de on verholen bewondering van den Vi comte voor Sally. Suzanne, klonk het op ernstigen, bevelenden toon uit den mond der strenge Gravin. Suzanne bloosde weerzij had bet begrip van tijd en plaats verloren, terwijl zij naast het vuur stond en toeliet, dat de oogen van den knap pen, jongen Engelschman op haar lief gelaat bleven rusten. De stem vain haar moeder bracht haar plotseling weer tot de werke lijkheid terug en met een onderwor pen ,Jn, mama", nam zij aan tafel plaats. HOOFDSTUK IV. Hat Verbond van den Rooden PimperneL Zij maakten, den indruk van een vroolijik, gelukkig gezelschap, terwijl zij daar om de tafel zatenSir An drew Ffoulkes en Lord Antony Dew- hurst, twee typisch knappe en wel opgevoede Engalschen van goede ge boorte, en de aristocratische Fran- sche gravin met haar twee kinderen, die juist aan zoo'n doodelijk gevaar ontsnapt waren en eindelijk een vei lige schuilplaats vonden aan de be schermende kusten van Engeland. De twee vreemdelingen in denhoek hadden blijkbaar hun spel uitge speeld; een hunner stond op en met zijn mg naar het vroolijke gezel schap toegekeerd, maakte hij zijn wijde jas met driedubbele pélerine, vast. Terwijl hij dat deed, keek hij snel even om zich heen. Iedereen lachte en babbelde vroo- lijk. én hij fluisterde in zichzelf „Volkomen veilig 1". Daarop kroop zijn metgezel met een behendigheid, gevolg van jarenlange ondervinding, in een oogenblik op zijn knieën onder de eikenhouten bank. De vreemdeling liep toen met een luid„Goeden nacht", kalm de gelagkamer uit. Niemand der aanwezigen aan ta- fed had dee© merkwaardige en stille manoeuvre opgemerkt, maar toen de vreemdeling eindelijk de deur achter zich sloot, h'eten allen onwillekeurig een zucht van verlichting hooren. Eindedïjk alleen 1 zei Lord Anto ny opgewekt. Toen stond de jonge Vicomte de Touimay op met zijn glas ln de hand eu met dl© bevallige hoffelijkheid van die dagen, hief hij het op en zei in gebroken Engelsch Op Zijn Majesteit George III van Engeland. God zegene hem voor zijn gastvrijheid aan ons, arm© uitgewe kenen van Frankrijk, bewezen. Zijn Majesteit de Koning! her haalden Lord Antony en Sir Andrew vol Instemming. Op Zijn Majesteit Koning Lode- wijk van Frankrijk voegde Sir An drew er plechtig bij. Moge God hem beschermen en over zijn vijanden doen zegevieren. Iedereen stond op en dronk in stil te na die toast. Het lot van den on- gelukkLgen Koning van Frankrijk, op dat oogenblik ©en gevangene van zitn eigen volk, scheen een sombere wolk te werpen, zelfs op het opgewekte ge laat van mijnheer Jellyband. En op den Graaf de Tournay de Basserive, zei Lord Antony opgewekt. Mogen w;: hem over eenige dagen ook in Engeland welkom heeten. Och, monsieur, zei de Gravin met licht bevende hand haar glas aan de lippen brengend, dat durf ik nauwelijks hopen. Maar de soep was nu rondgediend en voor het oogenblik werd aile con versatie opgeheven, en iedereen be gon te eten. Heusch, Madame! zei Lord An tony, na een poosje, mijn toost was niet zonder hoop op vervulling, nu u uzelf, juffrouw Suzanne en mijn vriend den Vicomte veilig in Enge- land weet, kan u ook gerust zijn over het lot van mijnheer den Graaf. Och, mijnheer, antwoordde de Gravin, met een zwaren zut>' Jk vertTouw op God ik kan iehte bidden en hoj^en,.... ÏWordt vervolgd).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1908 | | pagina 5