HAARLEM S DAGBLAD.
KWARTJES
ADVERT EN TIEN
VRAAC-EN-AAM60DS
ADVERTENTIES:
1-6 REGELS 25 CENTS
^PLAATSINGEN f 0.50
BIJ
DERDE BLAD.
DONDERDAG 8 DECEMBER 1908
OM ONS HEEN
No. 845.
In de Amsterdamsche Tram.
't Is waarschijnlijk noodig om to
zoggen, dat ik hiermee de electrische
tram naar en niet die in Amsterdam
bedeel, want officieel Is deze lijn geen
tramlijn, maar een spoorlijn. En toch,
of de directie nu ook al met koeien
van letters op de wagens vermeldt,
dat ze behooren tot de E (lectrische
S (poorweg^ M (aatschappij), of-we ai
vernemen, dat de maatschappij be
hoort tot de spoorwegen met beperkte
snelheid, het publiek blijft van een
tram spreken. Daarvoor zijn verschil,
lende redenen. Vooreerst heeft een
tram meestal één wagen, bovendien
kan naar het algemeen inzicht een
voertuig dat electrisch gedreven
wordt, niet anders dan een tramwe
zen, en ten derde verkoopt In de E.
S. M. de conducteur de plaatsbewij
zen, wat in een heusche spoor niet
voorkomt, maar In een tram altijd.
De naam staat dus vasttram heet ze
en tram zal ze blijven, en daar ze
naar Amsterdam gaat, heet ze bij ons
Haarlemmers de Amsterdamsche
tram.
Waardoor het komt wil Ik u gaan
vertellen, maar sedert de E. S. M. er
la heeft de H. S. M. weinig meer aan
mij verdiend. Ik ga liever met de
tram. Niet alleen, dunkt, me, omdat ze
voor mijn woonhuis in 't zuiden dich
terbij is, maar ook om andere rede
nen. De tram is minder formeel. Een
kaartje koopen aan een loket is on-
noodig, door een hek gaan waar een
controleur staat, hoeft niet. Den trein
langs loopen, om naar een halfleegen
coupé te zoeken, komt bij de tram
vanzelf niet voor. Je stapt er maar in,
met dat kaartje komt de conducteur
straks wel, of nog gemakkelijker
je hebt eenmaal een tienrittenboek.
je in den zak en de man heeft er maar
een uit te scheuren.
't Is waar, die tienrittenboekjes
heeft de Hollandsche Spoor ook uitge-
geven. Alleen schijnt in ons land een
groote spoorwegmaatschappij geen
tariefverlaging te kunnen toestaan, of
ze moet er kleine maatregelen aan
verbinden. Als ik het navolgende niet
gezien had met eigen oogen en ge
hoord met eigen ooren, zou ik het
niet geloofd hebben.
Een reiziger is per Staasspoor te
Amsterdam aangekomen en gaat door
naar Haarlem Hij heeft een tienrit-
tenboekje en geeft dat bij het contro
leeren in de wagens aan den conduc
teur.
De man kijkt bedenkelijk.
„Heeft u dat niet laten controlee
ren
„Neen", antwoordt de reiziger,
„dat kon natuurlijk niet., want ik ben
van de Staatsspoor gekomen en dus
geen contröle van de Holl. Spoor ge
passeerd."
„Wil u dan maar even meegaan
naar den chef?"
„Naar den chef? Waarom?"
„'t Mag niet anders, uw kaartje ts
niet geeo n troleerd.
De reiziger, verbaasd, stapt uit en
wandelt mee naar den chef. Wanneer
deze er zijn goedkeuring aan gehecht
heeft, mag de reiziger weer naar zijn
coupé terug.
Gelukkig zat hij wat vroeg in den
trein, anders was deze met zijn reis
gezelschap, lang vertrokken vóórdat
de audiëntie bij den chef had plaats
gehad.
Nü vraag ikwaarvoor dient die
maatregel Het kaartje werd bij aan
komst te Haarlem tóch ingenomen.
Toch niet om het geval noodeloos in
gewikkeld te maken Zulke mallighe
den komen bij de tram niet voor. Het
©enige, wat we daar niet mogen doen,
is spuwen. Een reiziger mag op de
stoelen gaan staan, als hij dat wil op
zijn handen in den wagen loopen,
desnoods een leelijk gezicht trekken
tegen zijn medereizigers, dat is alles
tenminste niet verboden, maar spu
wen mag hij er niet. Dat staat ge
schilderd boven de deur. dat staat in
kleine transparantjes aangeplakt op
de ruiten Niet spuwen.
Kwam die leelijke, vieze en slechte
gewoonte dan zoo dikwijls voor? Ik
heb het niet kunnen opmerken.- Ten
minste niet In de 'groote afdeel ing. De
kleine, het rookappartemenl, gaf er
meer aanleiding toe. Nu ben ik, dat
zal men wel willen gelooven, een vij
and van het onsmakelijke en onnoo-
dige spuwen, maar wanneer ik aan
de ruiten links zevenmaal word aan]
maand om het niet te doen on op de
rechtsche ramen geen keer minder,
dan voel ik neiging tot verzet, dan
vraag ik mijzelven af„zou ik
ereis
Je kunt het kwaad te veel verbie
den. Dat heeft Jantjes moeder erva
ren, die hem wel tien keer op een dag
verbood, aan den waterkant te loo
pen. »,Wat is er toch voor plezierigs
aan dien waterkant?" dacht Jantje,-
sloop er heen en viel ta water.
Gelukkig is het ventje bijtijds ge
red.
De tram heeft nog verschillende an
dere voordeelen boven den trein. Een
daarvan vind Ik den vorm van de
wagens. Misschien voelt een ander
dat zoo niet en dan zal ik hem dat
volstrekt niet kwalijk neanen, maar
voor mij heeft een overlangsch ver
voermiddel grooter bekoring dan een
overdwars. Je hoeft het maar op de
eenvoudigste manier te teekenen, om
duidelijk het verschil te zien. In den
.spoorweg zitten de menschen zóó
I en in de tram zitten ze zóó
Q Dat staat, altijd voor mijn oog,
niet alleen sierlijker, maar heeft
bovendien dit groote voordeel, dat
je niet gedwongen bent, voortdurend
je overburen aan te staren. Rampza
lig is de mensch, die in een volle
spoorwegcoupé op een middenplaats
zit. Uit het raampje kijken kan hij
niet. Dus kijkt hij voor zich eai ont
moet daar den blik van zijn over
buurman. Beiden kijken ergens an
ders heen, naar de netten of naar de
lamp, totdat hun oogen na een paar
minuten elkaar weer ontmoeten, 't Is
hinderlijk en vervelend. Zes weken
geleden heb ik op die manier tegen
over een ander gezeten. Nog ben ik
zijn gezicht niet kwijt, 't Was geen
knap, geen leelijk, maar een doodge
woon, ailedaagsch gezicht wat heb
ik er nu aan. dat te onthouden
In de tram heb je daarmee niets te
maken. Daar zie je niets dan ruggen.
Breede, smaLle, rechte of kromme,
maar allemaal ruggen. Nu is een rug
een neutrale zaak. Een rug zegt je
uiets. hindert je ook niet. De rug van
je ergsten vijand laat je koud. De
man, die de wagens van de E. S. M.
ontworpen heeft, was een" groot men-
schenkenner. Ik breng hem hulde. Dn
wie. dat niet gelooft, moet maar eens
©en appel gaan eten in een volle
spoorwegcoupé en in een vollen E. S.
M. wagen. In den trein kun je den j
appel niet te voorschijn halen of vier j
paar oogen minstens van overburen j
staren je aan. Je brengt een mes te;
voorschijn't gestaar houdt aan. Je
gaat aan 't schillenwelnu, ik verze-'
ker u, je ziet de overburen denken
waar zal de vent met de schillen blij
ven Dit alles is pijnlijk, hinderlijk
onaangenaam, 't Is of de heele
coupé van den appel mee eet. Tien te
gen een, dat hij bitter smaakt.
In de tram kijkt hoogstens wie
naast je, zit even op zij, daarna nié
mand meer en je smult den appel op
in vreê. Misschien denkt de man
achter je: „wat kauwt die vrind
daar?" maar die gedachte stuit op je
rug als op een natuurlijke borstwe
ring (bedenkelijke beeldspraak I) af.
Hiermee ben ik over de voordeelige
verschillen tusschen tram en spoor
nog niet uitgepraat. Niets gemakkelij
ker, dan iemand dien je liefst niet
ontmoeten wilt, in de tram voorbij te
zien. Je stapt rustig langs hem heen,
gaat een paar plaatsen verder zit
ten en keert hem zoodoende, daar lm- j
mers de maatschappij de zitplaatsen i
zoo ingericht heeft, den rug toe. In 1
een coupé l ukt j e. zoo iets nooit, zon
der opvallend onbeleefd te wezen. Dit
©venwel maar een kleinigheid.
Grooter verschil ligt Ln de manier
van sluiten. In den trein smijt de
conducteur de deur dicht en doet er
een grendel op. Bons, pang, je weet
nu meteen, dat je er niet uit mag.
Zeker, de noodrem is er, maar de lijn
hangt buiten 't raampje, dus in geval
van nood zoogoed als onbereikbaar
en bovendien moet die nood wel heel
hoog wezen, anders krijg je een pro
ces-verbaal en wordt misschien ook
nog op den spoordijk gezet, om ver
der naar je bestemming te wande
len. Ik heb me afgevraagd, wanneer
ja het recht hebt aan de rem te trek
ken en vond er dit antwoord op
wanneer iemand je aangevallen en
op den grond geslagen, of je met
chloroform bedwelmd of wel je direct
een mes door 't hart gestoken heeft.
In alle drie gevallen evenwel kun je
van de noodrem geen gebruik meer
maken.
Maar in de tram Daar doe je het
schuifdeurtje open en roept eenvou
dig den conducteur, wanneer die al
thans zelf niet ziet, dat er verkeerde
dingen gebeuren en de zaak is in
orde."
Zoo kom ik vanzelf op een laatste
voordeel. De treinconducteur ver
dwijnt, na je opgesloten te hebben en
je ziet hem onder den rit niet weer.
De machinist en de stoker zijn even
eens verdekt opgesteld. Je hebt je
maai over te geven. In de tram
je elk oogenblik dat je wilt, het ge
zicht op conducteur en wagenvoer
der. Je ziet ze hun neus snuiten, je
hoort ze stampvoeten als *t koud Is,
dat geeft vertrouwen. En je wordt
niet, wanneer je te Amsterdam aan
komt, opgewacht door een paar con
troleurs, die achter tourniquets en
hekken voor de zooyeelste maal je
kaartje "willen zien. vóór ze ie door-
laten.
Om al deze redenen en misschien
meer nog, die evenwel op dit oogen
blik toevallig niet bovenop mijn denk
vermogen liggen, ga ik vanavond
weer per E. S. M. en niet per H. S. M.
naar Amsterdam.
J. C. P.
Stadsnieuws
Werkloosheid-ïestrUding.
Woensdagmiddag werd in de oude
raadszaal van 't Stadhuis een verga
dering gehouden van de Commissie
tot leniging der werkloosheid.
De eere-voorzitter Jhr. mr. J. W. G.
Boreel van Hogelanden leidde de bij
eenkomst en heette de aanwezige le
den van de Commissie en de afge
vaardigden van de verschillende vak-
vereenigingen eri kassen voor werk
loosheid-verzekering, hartelijk wel
kom. Tevens zette spreker in 't kort
uiteen, dat de bijeenkomst belegd was
om de bestrijding der werkloosheid te
bespreken, en vooral de gedragslijn
voor de toekomst vast te stellen.
De penningmeester, de heer J.
Schreuders, deelde, in aansluiting op
't bekend gemaakte verslag, nog mee,
dat het vorige jaar 21778.62 ontvan
gen is, terwijl 18292.49 werd uitbe
taald, zoodat thans ƒ3486.13 Ln kas ls.
Alsnu kwam 't (reeds vermelde)
voorstel van de commissie ln bespre
king, dat in hoofdzaak bedoeld, de
3486.13 te bestemmen, om de opge
richte werkloosheidkassen te steu
nen. Het comité betaalt de premies
voor den werklooze, zoodat de verze-
Van de nu aangevangen verzekering
moet een opvoedend karakter uitgaan.
Dit jaar moet nog voor de opvoeding
besteed worden. Toch wil de commis
sie in geen geval meer op den in den
vorigen winter bewandelden weg
voortgaan en steun geven, want daar
door wordt de werkloosheidverzeke-
ring in den grond geboord.
Wat de heer Modoo gevraagd heeft,
behoeft niet langs officieelen weg door
deze commissie te geschieden. Spreker
is stellig overtuigd van den goeden
wil van den gemeenteraad, zoodat de
ze zeker zal meewerken om ook de
zen winter de werkloozenfondsen te
heipén.
De Voorzitter verklaarde den heer
Modoo, dat hij zou zorgen, dat een
dergelijk voorstel bij den gemeente
raad aanhangig zal worden gemaakt.
Hierna werden uitgebreide bespre
kingen gehouden over de verhouding
van de commissie tot dewerkloosheid-
kassen. De vertegenwoordigers van
vakvereenigingen wezen er op, dat de
werkloosheidkassen, die nu nog leeg
zijn, onmogelijk op zich kunnen ne
men, om de personen, die zich voor
de verzekering aanmelden, nu reeds
een uitkeering te geven bij werkloos
heid, wanneer de commissie niet meer
doet dan enkele weken premie voor
deze werkloozen betalen. Dan ontvan
gen de kassen immers voor een werk
looze maar 5 cent of 10 cent en moeten
4 of 5' gulden uitkeeren.
De hèer H. J. Geyl wilde, dat de
commissie aan de werklooskassen voor
eiken verzekerde een jaar contributie
vooruitbetaalt, opdat de kassen wel
dra zoo ster kzijn, dat ze op zich zelf.
kerde een uitkeering van de kas kan
ontvangen.
Over dit voorstel werd zeer breed ge
discussieerd.
De heer L. Modoo verklaarde, met
veel belangstelling van de plannen
kennis genomen te hebben. Toch zou
hij iets verder willen gaan. Nu wordt
voorgesteld, dat de Commissie de pre
mies voor de werkloozen aan de ver
zekeringskas betaalt, opdat de werk
looze dan een uitkeering zal kunnen
ontvangen. In 't reglement voor het
gemeentefonds staat echter, dat een
verzekerde werkman minstens een
half Jaar gecontribueerd moet hebben
om recht te hebben op den toeslag uit
de gemeentekas. Geen der nu aange
sloten arbeiders heeft echter aan deze
verplichting voldaan omdat de kassen
pas zijn opgericht. Spreker wilde nu,
dat de Commissie aan den raad ver
zoekt voor dezèri winter deze bepaling
niet. te handhaven, zoodat de werk
looze ook nu reeds uit de gemeente
kas den toeslag zal kunnen ontvan
gen..
De heer J. L. E. I. Breda Kleynen-
berg (voorzitter der commissie) zette
nog eens uiteen, dat men in den vori
gen winter met veel bezwaren te kam
pen had
Dadelijk zag men in, dat men niet
op den goeden weg was, omdat de
steun een karakter van zorging, zoo
geen armenzorg, had. Een vorig jaar
kon men echter niet anders werken,
omdat de commissie plotseling
geroepen werd, om hulp te verleenen.
Thans kan de richting anders zijn,
dank zij de opgerichte werkloosheid
verzekering.
Komt de werkman nu zonder werk,
dan heeft hij als verzekerde ree h.t
op'een uitkeering en Is het in geen ge-
[val een liefdegift.
kunnen staan en aan hun leden een
uitkeering verzekeren.
Daardoor zal het aantal verzeker
den zeker grooter worden dan nu,
wijl de arbeiders thans zeggen: ,,'t
duurt toch nog zoo lang, vóórdat we
een uitkeering kunnen krijgen."
De heer Kleynenberg had van de
patroons Iets anders verwacht. Wan
neer zij eens voor hun nu nog wer
kende werklieden een half jaar contri
butie vooruitbetaalden, dan zouden al
le moeilijkheden voorkomen zijn, en
konden de verzekerden dadelijk aan
spraak maken op den gemeentelijken
toeslag.
Bovendien de zaak der werkloozen-
verzekering Is nog in wording. Men
had gedacht, dat de werklozenkas
sen reeds voor Juni opgericht zouden
zijn, maar dit Is tegengeloopen en
daardoor verkeeren we ln de moeilijk
heid, dat de gemeentelijke toeslag nu
nog niet ontvangen kan worden.
Wat de heer Kleynenberg opperde is
wel mooi aldus hernam de heer
Geyl maar moeilijk uit te voeren.
Wanneer men 100 patroons heeft en
daarvan 4 weigeren, dan ls de zaak
al mislukt. Ook zijn er vele patroons,
die zeer bezwaarlijk zoo'n uitgave
zouden kunnen dragen.
Wel vond de heer Geyl 't ge-
wenscht, dat de patroons bij de werk
lieden op een verzekering zullen aan
dringen.
Van zoo'n dwang verwachtte de
heer H. London weinig. De werklieden
moeten voor andere fondsen reeds veel
van hun weekloon missen en men kan
over alles spreken, maar den werk
man toch niet dwingen om z'n parte-
monnaie te openen.
De heer Weyburgh meende,, dat de
werkloosheidkassen dezen winter nog
niet In staat zijn, om den werkloozen-
uitkeering te geven. Daarom zou 't z.
1. goed zijn, wanneer de commissie dit
jaar nog wil werken als den vorigen
winter.
De voorzitter ontraadde dit ten
sterkste en onderschreef de woorden
van den heer Kleynenberg: dan boort
men de werkloosheidverzekering in
den grond. Wat de heer London ge
zegd heeft is misschien voor een deel
waar, maar door 't instellen der werk
loosheidverzekering heeft de gemeen
teraad 't standpunt ingenomen, dat
ook de werkman iets voor de bestrij
ding der geldelijke gevolgen der werk
loosheid moet offeren.
De afgevaardigden van vakvereeni
gingen en werkloosheidkassen bleven
bij herhaling op de reeds beschreven
moeilijkheid wijzen. Wanneer zoo
zeidetn de heeren Smulders, Bus, Pop-
pink, Dijksterhuis en anderen de
commissie ons geen andere toezegging
kan doen, dan dat zij ons de premies
voor de werkloozen zal betalen, dan
kunnen wij de verzekering niet op ons
nemen.
De heer A. RInkema voelde dit be
zwaar.
Hierop zei de heer Kleynenberg: ik
begrijp 't verzet niet. De werkloosheid
verzekering is in wording en nog vele
moeilijkheden zullen te overwinnen
zijn. 't Is waar, dat de werkloosheid
kassen geen uitkeering kunnen geven,
wanneer ze slechts 5 of 10 cent premie
van de commissie ontvangen. Maar
wie zegt-, dat die premie zoo gering
zal zijn. De commissie belooft om de
werkloozenkassen te helpen om den.
werkloozen een uitkeering te verzeke
ren, en of de premie, die de commis
sie betaalt nu 5 cent, 10 cent, 50 cent,
1 gulden of 3 gulden zal zijn, dat zijn
moeilijkheden van later zorg. De com
missie verklaart echter de kassen te
zullen helpen.
De commissie blijft voor dat doel
ook dezen winter nog bestaan.
Met deze verklaring namen de af
gevaardigden genoegen. Alleen vroeg
een hunner: Maar een vakvereeni-
ging dan, moet die eerst haar geheele
leas, niet voor de werkloosheidbestrij-
ding bestemd, aan de werkloozen uit
keeren om van de commissie meerde
ren steun te ontvangen?
De heer Gerritsz: Wel neen, de vak-
vereeniging moet deze gelden voor
werkloosheid ook afzonderlijk behee-
ren.
Hiermede waren de discussies afge-
loopen, en sloot de voorzitter de ver
gadering na geconstateerd te hebben,
dat de aanwezigen zich in hoofdzaak
kunnen vereenigeh met de niéuwe
richting van het streven der commis
sie, om den steun niet meer 't karak
ter eener bedeeling te doen dragen,
maar de werkloosheidverzekerïng in
de hand te werken.
Rubriek voor Vragen.
Geabonneerden hebben het voorrecht
vragen op verschillend gebied, mits voor
beantwoording vatbaar, in te zeadeu bij de
Redactie van Haarlem's Dagblad, Groote
L Houtstraat 63.
Alle antwoorden worden geheel kosteloos
i gegeven en, voor zooveel mogelijk is, den
dag na de inzending
VRAAG. Sedert eenige maanden
zingt mijn kanarievogel Ln 't geheel
niet meer. Het verveeren is al een ge-
ruimen tijd afgeloopen en wij begrij
pen dus uiet, hoe het komt, dat de
vogel, die vroeger zijn snater niiet
houden kon, nu in 't geheel geen ge
luid meer voortbrengt. M'sschien dat
U in de VRAGEN in Haarlem's Dag
blad ons wenscht in te lichten, wat
er gedaan moet worden om den vogel
weer aan T zingen te brengen.
ANTWOORD. Dat de vogel niet
zingt is een gevolg van de ruihij
heeft toen kou gevat en is nu zijn
stem kwijt, althans hij kan geen ge
luid voortbrengen. Ik zou u raden
om hem te geven zangzaad met Sluis'
Kanarievoer en door zijn drinkwater
eens wat honing te doen en een klein
stukje ongezouten reuzel tusschen de
tralies te steken, waar hij geregeld
eens van kan afpikken.
VRAAG. Hoe moet ik den brief,
waarin ik verzoek deel te nemen aan
het examen voor commies bij de Rijks
belastingen, adresseeren, en tot wien
moet ik mij wenden
ANTWOORD. Wend u tot den
inspecteur der Rijksbelastingen, kan
toor Kleine Houtstraat, bij wien u al
le mogelijke inlichtingen kunt ver
krijgen.
VRAAG. Zijn oude statuten van
kracht, zoolang niet do Koninklijke
goedkeuring op een wijziging is ver-
ANTWOORD. Zeer zeker.
VRAAG. Naar aanleiding van
het artikel van het vermenigvuldigen
der aal in de zeeën, wenschte ik gaar
ne iets te vernemen over het ont
staan der kroos-aaltjes, die dikwijls
niet langer zijn dan 20 m.M.
ANTWOORD. In April komen de
vele jonge aaltjes de slooten Inzwem
men, pas uit zee gekomen. Deze aal
tjes zijn het, die dooi- den heer P. in
zijn laatste kolommen beschreven
zijn. Kroosaaltjes zijQ slechts jonge
aaltjes, niets meer, niets minder.
CORRESPONDENTIE.
Den Heer L. U meld£ niet, bij
wien uwe klachten zijn ingezonden.
Geef ons dat eerst eens op, dan kun
nen wij u antwoorden.
Den Heer W. De door u geopper
de vraag is niet maar zoo te beant
woorden. Staat er van dat allee niets
op papier
Wij raden u aan, u te wenden tot
het Bureau van Consultatie, dat Vrij
dag te half twee ln het Palels van
Justitie bijeenkomt.
Den Heer B. Een riem is 20 boek
en een boek is 24 vel.
VROUWENKIESRECHT.
Men schrijft ons
De afdeeling Haarlem van de Ver-;
eeniging voor Vrouwenkiesrecht heeft
den eersten luitenant, den heer A."
Kaptein, van het 4e regiment infante
rie te Leiden, uitgenoodigd alhier een
lezing te houden over een onderwerp
vrouwenkiesrecht rakende.
Deze officier, die, volgens den ver
slaggever van de Nieuwe Courant, op
het onlangs te Leiden gehouden
XXXste Taal- en Letterkundig Con
gres, liet record sloeg van welspre
kendheid, over dat Congres uitgego
ten, heeft de uit.noodigi.ng aangeno
men en zal inleiden „Vóór of tegen
algemeen mannen- en vrouwenkies
recht
De lezing is vastgesteld op 10 De
cember e. k.
Binnenland
DE TWEEDE KAMER
is nu met de behandeling der begroo
ting voor Binnenlandsche Zaken aan
geland in een periode, waarin som
mige onderwerpen meer tijd van haar
vorderen, dan strikt noodig kan hee
ten, wijl zoo velen meenen hun licht
te moeten ontsteken. Een periode
waarin tevens de belangstelling der
Kamer minimaal wordt, zoodat het
moeilijk zou zijn om de vereisclite 51
voor een stemming bijeen te krijgen.
Maar niettemin moet er hedenavond
vergaderd worden en in de volgende
week nog 3 avonden!
Zoo is er gisteren geruimen tijd be
steed aan een debat over de bestrij
ding der tuberculose, een zaak waar
over eigenlijk het allen eens waren en
van welker nut iedereen overtuigd is.
De heer Schaper had evenwel voorge
steld om in plaats van 75000 een som
van 100.000 uit te trekken voor de
Ned. Centrale Ver. tot bestrijding der
tuberculose, opdat deze vereeniging
in meerdere mate de sanatoria zou
kunnen subsidieeren. En nu ging het
over de vraag of die ƒ25000 meer ge
geven moesten worden aan de Regee
ring die er niet om vroeg; of sanatoria
te steunen wél op den weg van den
Staat lag; of deze zich niet moest be
perken tot de prophytaxis, d. w. z. de
voorzorgelijke bestrijding der ziekte;
of men moest spreken van een volks
ziekte dan wel van een besmettel iike
ziekte als de pokken, enz., enz. De
Min., die bezig is een advies in te win
nen eener deskundige commissie over
de verdeelïng der gelden, nam ten
slotte het amendement over, het be
schouwende als een hem verleend cre-
dïet.
Bij den post voor drankbestrijding
verdedigde hij met den heer Ter I.aan
de meening dat gesubs:dieerde veree-
nigingen, die drankbestrijding ten
doel hebben, zich ook met andere za
ken kunnen bezig honden, mits het
subsidie voor het doel worde besteed.
De heer Brummelkamp vond, bij
Hooger Onderwijs, dat er te veel vrou
wen op de Universiteiten waren, waar
tegenover de heer Ter Laan het goed
recht der vrouw handhaafde om te
studeeren als zij verkoos, terwijl de
Min. meende, dat het beter voor haar
was' om të trouwen, maar zij zelve
moest weten of ze studeeren wilde.
Tegen de meen ing, dat de leerstoe
len aan de universiteiten te zeer wer
den uitgebreid, door den heer Brum
melkamp geuit, kwam de heer Lnh-
man op. Dat was nu eenmaal het ge
volg van de uitbreiding der wetem
schap. Maar z. i. moest de effect u3
curies verbonden worden aan een
staatsexamen en konden de studenten
van de eene naar de andere universi
teit gaan .om, behalve de hoofdvak
ken, bij een of andere specialiteit col
lege te loopen, als in Duitschland. De
Minister vond in deze denkbeelden
veel sympathieks, maar ons H. O. had
zich nu eenmaal historisch anders ont
wikkeld en zonder wetswijziging viel
er niet aan te veranderen. Da weten
schappelijke heeren specialiseerden
hoe langer hoe meer en daar viel nie*
tegen op te komen.
Heden 10 1/4 uur voortzetting.
MOND- EN KLAUWZEER.
Blijkens een van Hr. Ms. gezant te
Stockholm ontvangen bericht, is de
besmetverklaring van Nederland we
gens mond- en klauwzeer door de
Zweedsche regeering opgeheven.
BRANDEN
Op Kollenstaart te Hellendoorn
brandde door onbekende oorzaak af,
de boerenhuizingen van L. Spijker.
Het huis was heel laag, de inboedel
met oogst enz. in het geheel niet ver
zekerd. Het vee is gered, behalve een
kalf, dat in de vlammen omkwam.
Overigens ging bijna alles verloren,
tot groote schade dus van den eige
naar.
INGEZONDEN
\Tan Ingezonden Btukken, geplaatst of
niet geplaatst, wordt do kopie den intendor
Redactie riek niet aansprakelijk.
Waarde Heer Fideüo 1
In uwe voorlaatste Haarlemmer
Halletjes, gewagende van het loffe
lijke voornemen van mejuffrouw
Fleischmann, om aan de conducteurs
en wagenvoerders der electrische