HAARLEM S DAGBLAD. KWARTJES ADVERT EN TIEN VRAAC-EN-AAM60DS ADVERTENTIES: 1-6 REGELS 25 CENTS ^PLAATSINGEN f 0.50 BIJ DERDE BLAD. DONDERDAG 8 DECEMBER 1908 OM ONS HEEN No. 845. In de Amsterdamsche Tram. 't Is waarschijnlijk noodig om to zoggen, dat ik hiermee de electrische tram naar en niet die in Amsterdam bedeel, want officieel Is deze lijn geen tramlijn, maar een spoorlijn. En toch, of de directie nu ook al met koeien van letters op de wagens vermeldt, dat ze behooren tot de E (lectrische S (poorweg^ M (aatschappij), of-we ai vernemen, dat de maatschappij be hoort tot de spoorwegen met beperkte snelheid, het publiek blijft van een tram spreken. Daarvoor zijn verschil, lende redenen. Vooreerst heeft een tram meestal één wagen, bovendien kan naar het algemeen inzicht een voertuig dat electrisch gedreven wordt, niet anders dan een tramwe zen, en ten derde verkoopt In de E. S. M. de conducteur de plaatsbewij zen, wat in een heusche spoor niet voorkomt, maar In een tram altijd. De naam staat dus vasttram heet ze en tram zal ze blijven, en daar ze naar Amsterdam gaat, heet ze bij ons Haarlemmers de Amsterdamsche tram. Waardoor het komt wil Ik u gaan vertellen, maar sedert de E. S. M. er la heeft de H. S. M. weinig meer aan mij verdiend. Ik ga liever met de tram. Niet alleen, dunkt, me, omdat ze voor mijn woonhuis in 't zuiden dich terbij is, maar ook om andere rede nen. De tram is minder formeel. Een kaartje koopen aan een loket is on- noodig, door een hek gaan waar een controleur staat, hoeft niet. Den trein langs loopen, om naar een halfleegen coupé te zoeken, komt bij de tram vanzelf niet voor. Je stapt er maar in, met dat kaartje komt de conducteur straks wel, of nog gemakkelijker je hebt eenmaal een tienrittenboek. je in den zak en de man heeft er maar een uit te scheuren. 't Is waar, die tienrittenboekjes heeft de Hollandsche Spoor ook uitge- geven. Alleen schijnt in ons land een groote spoorwegmaatschappij geen tariefverlaging te kunnen toestaan, of ze moet er kleine maatregelen aan verbinden. Als ik het navolgende niet gezien had met eigen oogen en ge hoord met eigen ooren, zou ik het niet geloofd hebben. Een reiziger is per Staasspoor te Amsterdam aangekomen en gaat door naar Haarlem Hij heeft een tienrit- tenboekje en geeft dat bij het contro leeren in de wagens aan den conduc teur. De man kijkt bedenkelijk. „Heeft u dat niet laten controlee ren „Neen", antwoordt de reiziger, „dat kon natuurlijk niet., want ik ben van de Staatsspoor gekomen en dus geen contröle van de Holl. Spoor ge passeerd." „Wil u dan maar even meegaan naar den chef?" „Naar den chef? Waarom?" „'t Mag niet anders, uw kaartje ts niet geeo n troleerd. De reiziger, verbaasd, stapt uit en wandelt mee naar den chef. Wanneer deze er zijn goedkeuring aan gehecht heeft, mag de reiziger weer naar zijn coupé terug. Gelukkig zat hij wat vroeg in den trein, anders was deze met zijn reis gezelschap, lang vertrokken vóórdat de audiëntie bij den chef had plaats gehad. Nü vraag ikwaarvoor dient die maatregel Het kaartje werd bij aan komst te Haarlem tóch ingenomen. Toch niet om het geval noodeloos in gewikkeld te maken Zulke mallighe den komen bij de tram niet voor. Het ©enige, wat we daar niet mogen doen, is spuwen. Een reiziger mag op de stoelen gaan staan, als hij dat wil op zijn handen in den wagen loopen, desnoods een leelijk gezicht trekken tegen zijn medereizigers, dat is alles tenminste niet verboden, maar spu wen mag hij er niet. Dat staat ge schilderd boven de deur. dat staat in kleine transparantjes aangeplakt op de ruiten Niet spuwen. Kwam die leelijke, vieze en slechte gewoonte dan zoo dikwijls voor? Ik heb het niet kunnen opmerken.- Ten minste niet In de 'groote afdeel ing. De kleine, het rookappartemenl, gaf er meer aanleiding toe. Nu ben ik, dat zal men wel willen gelooven, een vij and van het onsmakelijke en onnoo- dige spuwen, maar wanneer ik aan de ruiten links zevenmaal word aan] maand om het niet te doen on op de rechtsche ramen geen keer minder, dan voel ik neiging tot verzet, dan vraag ik mijzelven af„zou ik ereis Je kunt het kwaad te veel verbie den. Dat heeft Jantjes moeder erva ren, die hem wel tien keer op een dag verbood, aan den waterkant te loo pen. »,Wat is er toch voor plezierigs aan dien waterkant?" dacht Jantje,- sloop er heen en viel ta water. Gelukkig is het ventje bijtijds ge red. De tram heeft nog verschillende an dere voordeelen boven den trein. Een daarvan vind Ik den vorm van de wagens. Misschien voelt een ander dat zoo niet en dan zal ik hem dat volstrekt niet kwalijk neanen, maar voor mij heeft een overlangsch ver voermiddel grooter bekoring dan een overdwars. Je hoeft het maar op de eenvoudigste manier te teekenen, om duidelijk het verschil te zien. In den .spoorweg zitten de menschen zóó I en in de tram zitten ze zóó Q Dat staat, altijd voor mijn oog, niet alleen sierlijker, maar heeft bovendien dit groote voordeel, dat je niet gedwongen bent, voortdurend je overburen aan te staren. Rampza lig is de mensch, die in een volle spoorwegcoupé op een middenplaats zit. Uit het raampje kijken kan hij niet. Dus kijkt hij voor zich eai ont moet daar den blik van zijn over buurman. Beiden kijken ergens an ders heen, naar de netten of naar de lamp, totdat hun oogen na een paar minuten elkaar weer ontmoeten, 't Is hinderlijk en vervelend. Zes weken geleden heb ik op die manier tegen over een ander gezeten. Nog ben ik zijn gezicht niet kwijt, 't Was geen knap, geen leelijk, maar een doodge woon, ailedaagsch gezicht wat heb ik er nu aan. dat te onthouden In de tram heb je daarmee niets te maken. Daar zie je niets dan ruggen. Breede, smaLle, rechte of kromme, maar allemaal ruggen. Nu is een rug een neutrale zaak. Een rug zegt je uiets. hindert je ook niet. De rug van je ergsten vijand laat je koud. De man, die de wagens van de E. S. M. ontworpen heeft, was een" groot men- schenkenner. Ik breng hem hulde. Dn wie. dat niet gelooft, moet maar eens ©en appel gaan eten in een volle spoorwegcoupé en in een vollen E. S. M. wagen. In den trein kun je den j appel niet te voorschijn halen of vier j paar oogen minstens van overburen j staren je aan. Je brengt een mes te; voorschijn't gestaar houdt aan. Je gaat aan 't schillenwelnu, ik verze-' ker u, je ziet de overburen denken waar zal de vent met de schillen blij ven Dit alles is pijnlijk, hinderlijk onaangenaam, 't Is of de heele coupé van den appel mee eet. Tien te gen een, dat hij bitter smaakt. In de tram kijkt hoogstens wie naast je, zit even op zij, daarna nié mand meer en je smult den appel op in vreê. Misschien denkt de man achter je: „wat kauwt die vrind daar?" maar die gedachte stuit op je rug als op een natuurlijke borstwe ring (bedenkelijke beeldspraak I) af. Hiermee ben ik over de voordeelige verschillen tusschen tram en spoor nog niet uitgepraat. Niets gemakkelij ker, dan iemand dien je liefst niet ontmoeten wilt, in de tram voorbij te zien. Je stapt rustig langs hem heen, gaat een paar plaatsen verder zit ten en keert hem zoodoende, daar lm- j mers de maatschappij de zitplaatsen i zoo ingericht heeft, den rug toe. In 1 een coupé l ukt j e. zoo iets nooit, zon der opvallend onbeleefd te wezen. Dit ©venwel maar een kleinigheid. Grooter verschil ligt Ln de manier van sluiten. In den trein smijt de conducteur de deur dicht en doet er een grendel op. Bons, pang, je weet nu meteen, dat je er niet uit mag. Zeker, de noodrem is er, maar de lijn hangt buiten 't raampje, dus in geval van nood zoogoed als onbereikbaar en bovendien moet die nood wel heel hoog wezen, anders krijg je een pro ces-verbaal en wordt misschien ook nog op den spoordijk gezet, om ver der naar je bestemming te wande len. Ik heb me afgevraagd, wanneer ja het recht hebt aan de rem te trek ken en vond er dit antwoord op wanneer iemand je aangevallen en op den grond geslagen, of je met chloroform bedwelmd of wel je direct een mes door 't hart gestoken heeft. In alle drie gevallen evenwel kun je van de noodrem geen gebruik meer maken. Maar in de tram Daar doe je het schuifdeurtje open en roept eenvou dig den conducteur, wanneer die al thans zelf niet ziet, dat er verkeerde dingen gebeuren en de zaak is in orde." Zoo kom ik vanzelf op een laatste voordeel. De treinconducteur ver dwijnt, na je opgesloten te hebben en je ziet hem onder den rit niet weer. De machinist en de stoker zijn even eens verdekt opgesteld. Je hebt je maai over te geven. In de tram je elk oogenblik dat je wilt, het ge zicht op conducteur en wagenvoer der. Je ziet ze hun neus snuiten, je hoort ze stampvoeten als *t koud Is, dat geeft vertrouwen. En je wordt niet, wanneer je te Amsterdam aan komt, opgewacht door een paar con troleurs, die achter tourniquets en hekken voor de zooyeelste maal je kaartje "willen zien. vóór ze ie door- laten. Om al deze redenen en misschien meer nog, die evenwel op dit oogen blik toevallig niet bovenop mijn denk vermogen liggen, ga ik vanavond weer per E. S. M. en niet per H. S. M. naar Amsterdam. J. C. P. Stadsnieuws Werkloosheid-ïestrUding. Woensdagmiddag werd in de oude raadszaal van 't Stadhuis een verga dering gehouden van de Commissie tot leniging der werkloosheid. De eere-voorzitter Jhr. mr. J. W. G. Boreel van Hogelanden leidde de bij eenkomst en heette de aanwezige le den van de Commissie en de afge vaardigden van de verschillende vak- vereenigingen eri kassen voor werk loosheid-verzekering, hartelijk wel kom. Tevens zette spreker in 't kort uiteen, dat de bijeenkomst belegd was om de bestrijding der werkloosheid te bespreken, en vooral de gedragslijn voor de toekomst vast te stellen. De penningmeester, de heer J. Schreuders, deelde, in aansluiting op 't bekend gemaakte verslag, nog mee, dat het vorige jaar 21778.62 ontvan gen is, terwijl 18292.49 werd uitbe taald, zoodat thans ƒ3486.13 Ln kas ls. Alsnu kwam 't (reeds vermelde) voorstel van de commissie ln bespre king, dat in hoofdzaak bedoeld, de 3486.13 te bestemmen, om de opge richte werkloosheidkassen te steu nen. Het comité betaalt de premies voor den werklooze, zoodat de verze- Van de nu aangevangen verzekering moet een opvoedend karakter uitgaan. Dit jaar moet nog voor de opvoeding besteed worden. Toch wil de commis sie in geen geval meer op den in den vorigen winter bewandelden weg voortgaan en steun geven, want daar door wordt de werkloosheidverzeke- ring in den grond geboord. Wat de heer Modoo gevraagd heeft, behoeft niet langs officieelen weg door deze commissie te geschieden. Spreker is stellig overtuigd van den goeden wil van den gemeenteraad, zoodat de ze zeker zal meewerken om ook de zen winter de werkloozenfondsen te heipén. De Voorzitter verklaarde den heer Modoo, dat hij zou zorgen, dat een dergelijk voorstel bij den gemeente raad aanhangig zal worden gemaakt. Hierna werden uitgebreide bespre kingen gehouden over de verhouding van de commissie tot dewerkloosheid- kassen. De vertegenwoordigers van vakvereenigingen wezen er op, dat de werkloosheidkassen, die nu nog leeg zijn, onmogelijk op zich kunnen ne men, om de personen, die zich voor de verzekering aanmelden, nu reeds een uitkeering te geven bij werkloos heid, wanneer de commissie niet meer doet dan enkele weken premie voor deze werkloozen betalen. Dan ontvan gen de kassen immers voor een werk looze maar 5 cent of 10 cent en moeten 4 of 5' gulden uitkeeren. De hèer H. J. Geyl wilde, dat de commissie aan de werklooskassen voor eiken verzekerde een jaar contributie vooruitbetaalt, opdat de kassen wel dra zoo ster kzijn, dat ze op zich zelf. kerde een uitkeering van de kas kan ontvangen. Over dit voorstel werd zeer breed ge discussieerd. De heer L. Modoo verklaarde, met veel belangstelling van de plannen kennis genomen te hebben. Toch zou hij iets verder willen gaan. Nu wordt voorgesteld, dat de Commissie de pre mies voor de werkloozen aan de ver zekeringskas betaalt, opdat de werk looze dan een uitkeering zal kunnen ontvangen. In 't reglement voor het gemeentefonds staat echter, dat een verzekerde werkman minstens een half Jaar gecontribueerd moet hebben om recht te hebben op den toeslag uit de gemeentekas. Geen der nu aange sloten arbeiders heeft echter aan deze verplichting voldaan omdat de kassen pas zijn opgericht. Spreker wilde nu, dat de Commissie aan den raad ver zoekt voor dezèri winter deze bepaling niet. te handhaven, zoodat de werk looze ook nu reeds uit de gemeente kas den toeslag zal kunnen ontvan gen.. De heer J. L. E. I. Breda Kleynen- berg (voorzitter der commissie) zette nog eens uiteen, dat men in den vori gen winter met veel bezwaren te kam pen had Dadelijk zag men in, dat men niet op den goeden weg was, omdat de steun een karakter van zorging, zoo geen armenzorg, had. Een vorig jaar kon men echter niet anders werken, omdat de commissie plotseling geroepen werd, om hulp te verleenen. Thans kan de richting anders zijn, dank zij de opgerichte werkloosheid verzekering. Komt de werkman nu zonder werk, dan heeft hij als verzekerde ree h.t op'een uitkeering en Is het in geen ge- [val een liefdegift. kunnen staan en aan hun leden een uitkeering verzekeren. Daardoor zal het aantal verzeker den zeker grooter worden dan nu, wijl de arbeiders thans zeggen: ,,'t duurt toch nog zoo lang, vóórdat we een uitkeering kunnen krijgen." De heer Kleynenberg had van de patroons Iets anders verwacht. Wan neer zij eens voor hun nu nog wer kende werklieden een half jaar contri butie vooruitbetaalden, dan zouden al le moeilijkheden voorkomen zijn, en konden de verzekerden dadelijk aan spraak maken op den gemeentelijken toeslag. Bovendien de zaak der werkloozen- verzekering Is nog in wording. Men had gedacht, dat de werklozenkas sen reeds voor Juni opgericht zouden zijn, maar dit Is tegengeloopen en daardoor verkeeren we ln de moeilijk heid, dat de gemeentelijke toeslag nu nog niet ontvangen kan worden. Wat de heer Kleynenberg opperde is wel mooi aldus hernam de heer Geyl maar moeilijk uit te voeren. Wanneer men 100 patroons heeft en daarvan 4 weigeren, dan ls de zaak al mislukt. Ook zijn er vele patroons, die zeer bezwaarlijk zoo'n uitgave zouden kunnen dragen. Wel vond de heer Geyl 't ge- wenscht, dat de patroons bij de werk lieden op een verzekering zullen aan dringen. Van zoo'n dwang verwachtte de heer H. London weinig. De werklieden moeten voor andere fondsen reeds veel van hun weekloon missen en men kan over alles spreken, maar den werk man toch niet dwingen om z'n parte- monnaie te openen. De heer Weyburgh meende,, dat de werkloosheidkassen dezen winter nog niet In staat zijn, om den werkloozen- uitkeering te geven. Daarom zou 't z. 1. goed zijn, wanneer de commissie dit jaar nog wil werken als den vorigen winter. De voorzitter ontraadde dit ten sterkste en onderschreef de woorden van den heer Kleynenberg: dan boort men de werkloosheidverzekering in den grond. Wat de heer London ge zegd heeft is misschien voor een deel waar, maar door 't instellen der werk loosheidverzekering heeft de gemeen teraad 't standpunt ingenomen, dat ook de werkman iets voor de bestrij ding der geldelijke gevolgen der werk loosheid moet offeren. De afgevaardigden van vakvereeni gingen en werkloosheidkassen bleven bij herhaling op de reeds beschreven moeilijkheid wijzen. Wanneer zoo zeidetn de heeren Smulders, Bus, Pop- pink, Dijksterhuis en anderen de commissie ons geen andere toezegging kan doen, dan dat zij ons de premies voor de werkloozen zal betalen, dan kunnen wij de verzekering niet op ons nemen. De heer A. RInkema voelde dit be zwaar. Hierop zei de heer Kleynenberg: ik begrijp 't verzet niet. De werkloosheid verzekering is in wording en nog vele moeilijkheden zullen te overwinnen zijn. 't Is waar, dat de werkloosheid kassen geen uitkeering kunnen geven, wanneer ze slechts 5 of 10 cent premie van de commissie ontvangen. Maar wie zegt-, dat die premie zoo gering zal zijn. De commissie belooft om de werkloozenkassen te helpen om den. werkloozen een uitkeering te verzeke ren, en of de premie, die de commis sie betaalt nu 5 cent, 10 cent, 50 cent, 1 gulden of 3 gulden zal zijn, dat zijn moeilijkheden van later zorg. De com missie verklaart echter de kassen te zullen helpen. De commissie blijft voor dat doel ook dezen winter nog bestaan. Met deze verklaring namen de af gevaardigden genoegen. Alleen vroeg een hunner: Maar een vakvereeni- ging dan, moet die eerst haar geheele leas, niet voor de werkloosheidbestrij- ding bestemd, aan de werkloozen uit keeren om van de commissie meerde ren steun te ontvangen? De heer Gerritsz: Wel neen, de vak- vereeniging moet deze gelden voor werkloosheid ook afzonderlijk behee- ren. Hiermede waren de discussies afge- loopen, en sloot de voorzitter de ver gadering na geconstateerd te hebben, dat de aanwezigen zich in hoofdzaak kunnen vereenigeh met de niéuwe richting van het streven der commis sie, om den steun niet meer 't karak ter eener bedeeling te doen dragen, maar de werkloosheidverzekerïng in de hand te werken. Rubriek voor Vragen. Geabonneerden hebben het voorrecht vragen op verschillend gebied, mits voor beantwoording vatbaar, in te zeadeu bij de Redactie van Haarlem's Dagblad, Groote L Houtstraat 63. Alle antwoorden worden geheel kosteloos i gegeven en, voor zooveel mogelijk is, den dag na de inzending VRAAG. Sedert eenige maanden zingt mijn kanarievogel Ln 't geheel niet meer. Het verveeren is al een ge- ruimen tijd afgeloopen en wij begrij pen dus uiet, hoe het komt, dat de vogel, die vroeger zijn snater niiet houden kon, nu in 't geheel geen ge luid meer voortbrengt. M'sschien dat U in de VRAGEN in Haarlem's Dag blad ons wenscht in te lichten, wat er gedaan moet worden om den vogel weer aan T zingen te brengen. ANTWOORD. Dat de vogel niet zingt is een gevolg van de ruihij heeft toen kou gevat en is nu zijn stem kwijt, althans hij kan geen ge luid voortbrengen. Ik zou u raden om hem te geven zangzaad met Sluis' Kanarievoer en door zijn drinkwater eens wat honing te doen en een klein stukje ongezouten reuzel tusschen de tralies te steken, waar hij geregeld eens van kan afpikken. VRAAG. Hoe moet ik den brief, waarin ik verzoek deel te nemen aan het examen voor commies bij de Rijks belastingen, adresseeren, en tot wien moet ik mij wenden ANTWOORD. Wend u tot den inspecteur der Rijksbelastingen, kan toor Kleine Houtstraat, bij wien u al le mogelijke inlichtingen kunt ver krijgen. VRAAG. Zijn oude statuten van kracht, zoolang niet do Koninklijke goedkeuring op een wijziging is ver- ANTWOORD. Zeer zeker. VRAAG. Naar aanleiding van het artikel van het vermenigvuldigen der aal in de zeeën, wenschte ik gaar ne iets te vernemen over het ont staan der kroos-aaltjes, die dikwijls niet langer zijn dan 20 m.M. ANTWOORD. In April komen de vele jonge aaltjes de slooten Inzwem men, pas uit zee gekomen. Deze aal tjes zijn het, die dooi- den heer P. in zijn laatste kolommen beschreven zijn. Kroosaaltjes zijQ slechts jonge aaltjes, niets meer, niets minder. CORRESPONDENTIE. Den Heer L. U meld£ niet, bij wien uwe klachten zijn ingezonden. Geef ons dat eerst eens op, dan kun nen wij u antwoorden. Den Heer W. De door u geopper de vraag is niet maar zoo te beant woorden. Staat er van dat allee niets op papier Wij raden u aan, u te wenden tot het Bureau van Consultatie, dat Vrij dag te half twee ln het Palels van Justitie bijeenkomt. Den Heer B. Een riem is 20 boek en een boek is 24 vel. VROUWENKIESRECHT. Men schrijft ons De afdeeling Haarlem van de Ver-; eeniging voor Vrouwenkiesrecht heeft den eersten luitenant, den heer A." Kaptein, van het 4e regiment infante rie te Leiden, uitgenoodigd alhier een lezing te houden over een onderwerp vrouwenkiesrecht rakende. Deze officier, die, volgens den ver slaggever van de Nieuwe Courant, op het onlangs te Leiden gehouden XXXste Taal- en Letterkundig Con gres, liet record sloeg van welspre kendheid, over dat Congres uitgego ten, heeft de uit.noodigi.ng aangeno men en zal inleiden „Vóór of tegen algemeen mannen- en vrouwenkies recht De lezing is vastgesteld op 10 De cember e. k. Binnenland DE TWEEDE KAMER is nu met de behandeling der begroo ting voor Binnenlandsche Zaken aan geland in een periode, waarin som mige onderwerpen meer tijd van haar vorderen, dan strikt noodig kan hee ten, wijl zoo velen meenen hun licht te moeten ontsteken. Een periode waarin tevens de belangstelling der Kamer minimaal wordt, zoodat het moeilijk zou zijn om de vereisclite 51 voor een stemming bijeen te krijgen. Maar niettemin moet er hedenavond vergaderd worden en in de volgende week nog 3 avonden! Zoo is er gisteren geruimen tijd be steed aan een debat over de bestrij ding der tuberculose, een zaak waar over eigenlijk het allen eens waren en van welker nut iedereen overtuigd is. De heer Schaper had evenwel voorge steld om in plaats van 75000 een som van 100.000 uit te trekken voor de Ned. Centrale Ver. tot bestrijding der tuberculose, opdat deze vereeniging in meerdere mate de sanatoria zou kunnen subsidieeren. En nu ging het over de vraag of die ƒ25000 meer ge geven moesten worden aan de Regee ring die er niet om vroeg; of sanatoria te steunen wél op den weg van den Staat lag; of deze zich niet moest be perken tot de prophytaxis, d. w. z. de voorzorgelijke bestrijding der ziekte; of men moest spreken van een volks ziekte dan wel van een besmettel iike ziekte als de pokken, enz., enz. De Min., die bezig is een advies in te win nen eener deskundige commissie over de verdeelïng der gelden, nam ten slotte het amendement over, het be schouwende als een hem verleend cre- dïet. Bij den post voor drankbestrijding verdedigde hij met den heer Ter I.aan de meening dat gesubs:dieerde veree- nigingen, die drankbestrijding ten doel hebben, zich ook met andere za ken kunnen bezig honden, mits het subsidie voor het doel worde besteed. De heer Brummelkamp vond, bij Hooger Onderwijs, dat er te veel vrou wen op de Universiteiten waren, waar tegenover de heer Ter Laan het goed recht der vrouw handhaafde om te studeeren als zij verkoos, terwijl de Min. meende, dat het beter voor haar was' om të trouwen, maar zij zelve moest weten of ze studeeren wilde. Tegen de meen ing, dat de leerstoe len aan de universiteiten te zeer wer den uitgebreid, door den heer Brum melkamp geuit, kwam de heer Lnh- man op. Dat was nu eenmaal het ge volg van de uitbreiding der wetem schap. Maar z. i. moest de effect u3 curies verbonden worden aan een staatsexamen en konden de studenten van de eene naar de andere universi teit gaan .om, behalve de hoofdvak ken, bij een of andere specialiteit col lege te loopen, als in Duitschland. De Minister vond in deze denkbeelden veel sympathieks, maar ons H. O. had zich nu eenmaal historisch anders ont wikkeld en zonder wetswijziging viel er niet aan te veranderen. Da weten schappelijke heeren specialiseerden hoe langer hoe meer en daar viel nie* tegen op te komen. Heden 10 1/4 uur voortzetting. MOND- EN KLAUWZEER. Blijkens een van Hr. Ms. gezant te Stockholm ontvangen bericht, is de besmetverklaring van Nederland we gens mond- en klauwzeer door de Zweedsche regeering opgeheven. BRANDEN Op Kollenstaart te Hellendoorn brandde door onbekende oorzaak af, de boerenhuizingen van L. Spijker. Het huis was heel laag, de inboedel met oogst enz. in het geheel niet ver zekerd. Het vee is gered, behalve een kalf, dat in de vlammen omkwam. Overigens ging bijna alles verloren, tot groote schade dus van den eige naar. INGEZONDEN \Tan Ingezonden Btukken, geplaatst of niet geplaatst, wordt do kopie den intendor Redactie riek niet aansprakelijk. Waarde Heer Fideüo 1 In uwe voorlaatste Haarlemmer Halletjes, gewagende van het loffe lijke voornemen van mejuffrouw Fleischmann, om aan de conducteurs en wagenvoerders der electrische

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1908 | | pagina 9